Kom ook ML|t>Crt naar tjcohepMC-premies pw' Nieuw! VOLKOREN riir,rinr,f,m gebakken, Huishoudtrap Weegschaal Gemaakt voor mensen die reële eisen stellen Maak een afspraak voor een proefrit bij: lage Prii*» fa",aStBC AH-Doperwten AH-Cakes Witte Casseler-rlb CLUBPRIJS f 27.- Havermout Witte Bloem Albert Heijn CLUBPRIJS f 24.- L.HEIJ VEWASCO ELEKTRO TECHN. BEDRIJF EDESE MOTORENHANDEL van mei tot mei [maar ook zeer hoge] Biedt méér: meer ruimte (benen vóór: 1.12 m, achter: 1 m) - meer koffer (inh. 305 dm*) - meer PK's (4 cil. 1057 cc voor 50 PK's. Top: ruim 130 km/u) - meer acceleratievermogen - meer remvermogen - meer rijcomfort en wegvastheid (unieke wielophanging past zich aan bij de om standigheden. Geen zweven of dweilen geen dui ken bij krachtig remmen) - meer uitzicht - meer stuurbehendigheid (draaicirkel slechts 8.30 m) - meer veiligheid (2 brede deuren en bevestigings punten voor veiligheidsriemen) - meer geluids isolatie - meer weerbestendigheid (dankzij spe ciale roestwerende behandeling!). Vraagt minder: minder onderhoud (olie Nooit werd in deze klasse een auto gebouwd met zóveel pluspunten VAN DELFT'S KINDERWAGENS NAAR W. J. VELDHUIZEN Automatische Zelfbedieningswasserij ELEKTRO-MOTOREN DIESEL-BRANDSTOFPOMPEN DYNAMO'S STARTMOTOREN Grote voorraad ONDERDELEN Grotestraal 73-75 Telefoon 8600 EDE met platform ORQQGKOKEND - 500 GRAM MET ROOKWORST - 1/1 BLIK Kom ook naar I F Hoofdstraat 43-45 Veenendaal Groots assortiment In VOUWWAGENS KINDERWAGENS WANDELWAGENS SPECIAAL in BRILLEN Hoofdstr. 51 Veenendaal: SINGER koelkasten SINGER naaimachines SINGER breimachines Vraagt inlichtingen of folders. Officieel Sin ger vertegenwoordiger: Wilhelminastraat 53 Veenendaal Tel. 08385-3573 Was terwijl U winkelt, Winkel terwijl U wast HOOFDSTRAAT 104 Binnenkort opening. VEENENDAAL WIJ REPAREREN AL UW: (zo mogelijk een bruikleen-motor beschikbaar) NIEUWE EN GEBRUIKTE MOTOREN VOORRADIG Levering van alle voorkomende Elektr. Apparaten en „TEN" autoradio's. Aanleg van Licht- en Kracht-installaties. W. DE KRUIJF ZUIVELSTRAAT 5 VEENENDAAL TELEFOON 08385-2532 VfflJXHALLViva verversen om de 5000 KM en doorsmeren om de 50.000 KM) - minder aanschafkosten (de prijs ligt uitermate gunstig voor deze „uitschieter" in de klasse van 5000 tot (5000 gulden l Heijn APPELMOES KNAKWORST EIERdESCHUIT "=::ar 37 100 GRAM PAK 220 GRAM Solide en stabiel. 5 royale beukenhouten treden met antislip-strips en ruim plat form (40x34 cm). Doorlopende beugel met steun op kniehoogte. Verchroomde emmerhaak. Geheel gemoffeld buisstalen frame met antislip doppen. in PMC-cheques Vergelijkbare winkelwaarde f47.50 Bestelnummer 460 HELE RIJST VLUGKOKEND - 500 GRAM KIL0PAK GESNEDEN - REDDART - l i BLIK BLIK 340 GRAM ERWTENSOEP Haal PMC-folder in de Albert Heijn-winkel met alle bijzonderheden over de PMC-Huishoudtrap en de PMC-Personenweegschaal en complete beschrijving van alle premies, die u direct bij de Premie-van-de-Maand Club kunt bestellen! 89 Prijzen gelden t/m woensdag 5 februari Luxe uitvoering. Uiterst betrouwbaar. Zonder bukken leest u het juiste gewicht door vergrotende lens. Brede opstap met slipvrij lichtblauw vinyl. Wit moffelwerk met stootrand. Verchroomde handgreep. in PMC-cheques Vergelijkbare winkelwaarde f39.- Bestelnummer 680 a door L. v. Schooten Een huwelijk in bezettingstijd Tan ja had hem bijna gevraagd of hij koffie wilde. Roel liet de bezoeker keurig uit. Ze hoorde hakkengeklap... nou salueerde hij nóg es. Ze zag zijn grijze rug verdwij nen. „Goeie genade" zei ze „was dat een meevaller." „Ik herkende het type" zei Roel „vent geneert zich dood om als sergeant bij dat keurkorps fietsen te gaan halen. Hier werd hij behandeld als Herr Feldwebel. D'r wer den hem geen dikke leugens op de mouw gespeld... en toen zou hij van zijn kant es laten zien dat de Duitse soldaat... niet waar „Ik vond hem niet eens onaardig" zei Tan ja dromerig. „Hij is nog veel meer de klos dan wij" zei Roel. „En geef me nou maar een bak surrogaat. Ik vind dat ik dat met m'n koelbloedige en psychologisch juiste houding wel verdiend heb. Vind mij maar aardig, in plaats van hem." „Ben je jaloers?" vroeg Tanja, en ging op zijn knie zitten. Hij vergat de koffie. HOOFDSTUK XI Hongerwinter. De barre winter van 1944-1945 werd voor Tanja een onvergetelijke. Want in deze winter verwachtte ze haar eerste kind. En ze mocht nog niet eens klagen. Zij hier, op het platteland, met een man die „langs de weg' was en altijd nog wist te zorgen dat ze niet verhongerden, al was schraalhans vaak keukenmeester, en met het doktersgezin vlak naast de deur, hadden het nog zo slecht niet. Ze vroeg zich wel dikwijls af hoe dat moest gaan met de jonge moeders in de grote steden, waar, wist ze, werkelijk honger geleden werd. En in deze dagen kreeg ze soms bezoek. Daar kwam Henk Paree, een van Roel's dienstkameraden, die hier toevallig, op zoek naar eten, zj'n ouwe strijdmakker tegen 't lijf liep. Hij woonde in de stad, had een vrouw en twee kinderen, van drie en vijf. Roel wist al spoedig genoeg van de toe stand en ging „op de schooi" zoals hij dat noemde. Was het een mismoedige, sombere jongeman die bij hem aankwam, nu ging Henk blij weer naar huis terug en achter op z'n fiets zat een oude koffer vol heerlijk heden voor een stadsmens uit die tijd, met meel en vet en zelfs spek en ook een beetje rijst, waar niet aan te komen was, en die de kinderen nodig hadden, want hun inge wanden waren steeds van streek met al de rommel die ze als surrogaat in de maag ge splitst kregen. „Nu maar zien dat de Land wacht er met z'n vingers afblijft" zei hij. „Nou en als"? vroeg Tanja plagend, maar ze zag zijn gezicht verstrakken. „Ik sla ze hardstikke dood" zei Ilenk grimmig. En ze begeep. Hij, de vader van het jonge gezin, die deze lange tocht had gemaakt om zijn vrouw en kinderen voor de honger te vrij waren, was tot alles in staat, wanneer de verachte landwachtcrs zouden trachten, het hem af te nemen. En toen verscheen er op een dag een ingevallen gezicht onder grijze haren voor het venster. Tanja rees op, liep naar het raam... en herkende met een schok meneer Bergema uit Haarlem, waar ze na de ver schrikkelijke gebeurtenissen in Rotterdam was verpleegd, toen ze daar lag op de rand van de dood. Ze holde naar de deur, al liep ze al moeilijk. ..Meneer Bergema... gauw, kom binnen!" Even later zat hij kleumerig, de handen naar de kachel gestrekt, in Roel's makkelijke stoel, cn met een opgewonden blos liep Tan ja heen cn weer, zorgde voor koffie, met een stuk koek, vroeg honderd-uit. Wat is hij oud geworden, dacht ze, en hoe ellendig ziet hij er uit. Ze behoefde niet te vragen: hoe komt u hier. Ze begreep genoeg, toen ze zag hoe mager hij was, hoe diep zijn ogen lagen. Dat was de opgewekte, levenslustige man die ze vijf jaar geleden had gekend. Het ant woord: verdriet, zorg, honger. Verdriet had hij, want zijn vrouw was bedlegerig geworden en kon in deze vrese lijke tijd niet krijgen wat ze hebben moest. Iiij had haar achtergelaten in de hoede van zijn schoonzuster. Zorg had hij om zijn zoon, die nu kapitein was, commandant van een torpedojager, en het aan de stok had met Duitse onderzeeërs, die een laatste wan hopige poging deden om de oorlog ter zee te winnen. En honger... ach, hij, als le raar, had niets aan te bieden. Zijn boeken? De weinige sieraden van zijn vrouw? Voor de zwarte handel deugde hij niet, en dat wilde hij ook niet. En nu was hij dat hele eind gekomen, op een fiets met twee massieve banden, door kou en regen. Een nacht had hij geslapen bij een neef, daar was het ook armoe. „Vannacht slaapt u hier", zei Tanja stellig, „Roel zal ook blij zijn u te zien." „En hoe gaat het jullie?" vroeg hij, „als ik me niet vergis, meisje, heb jij een ge zonde kwaal." Ze glimlachte. „Ons gaat het ondanks alles zo goed, dat ik me bijna iedere dag schaam." zei ze verlegen. Zacht zingend was ze in de keuken bezig, terwijl ze hem in de makkelijke stoel in de kamer slapend wist, uitgeput van vermoeid heid. Wat een zegen, dat zij nog iets kon doen, dat zij hem kon vertroetelen, nog tamelijk goed te eten geven, en Roel zou wel zorgen dat hij niet met lege handen terugging. Roel... Roel... als ze hèm niet had gehad in deze tijd... juist al deze ellende deed haar te meer haar grote ge luk beseffen. „En als jij nou maar geboren mag worden als een vrij Nederlandertje", fluisterde ze. Soms hield ze al lange, een zijdige gesprekken met het kind, dat ze levend wist in haar schoot. Roel maakte een luchtsprong van plezier, toen hij zijn oude gastheer uit de mobili- satiedagen ontwaarde. Meneer Bergema, 'n heel stuk opgeknapt door rust en goed eten, zag er opeens jaren jonger uit. In zijn ogen kwam weer de glans en hij kon nog lachen. Roel bracht hem de volgende dag een heel eind weg, en stond hij de brug te kijken, toen de grijze gestalte al kleiner werd- ,Daar gaat hij' zuchtte hij, „als ie nu maar goed thuiskomt" Henk, de student, was er niet meer om hem met z'n malle praat af te leiden. Nar dus had gehoor gegeven aan de smeekbeden en dreigementen van de onrustige onder duiker. „Ik wil hier niet stilzitten, ik wil wat doen. En anders begin ik op m'n eigen houtje!" Waar zat Henk nu? dacht Roel, terug rijdend. Zat hij met z'n kornuiten plannen te maken voor een overval op een distribu tiekantoor om bonnen voor de onderduikers te bemachtigen, beraamden ze een overval op een gevangenis waar illegale strijders werden verhoord en gemarteld? Hij wist het niet en dat was maar goed ook... dan kon hij ook niets vertellen. Ook over Betty maakte hij zich zorgen. De lange, lange onzekerheid omtrent haar man en haar kind lieten haar sporen na, ze was nerveus, ongedurig, en dat had ook z'n invloed op Tanja. Weliswaar was Nar dus onlangs komen vertellen dat haar jon gen het goed maakte en bij een boer zat, waar hij genoeg te eten kreeg, maar over Alex, haar man, kon hij niets vertellen. Wat was het stil op de weg. Hij naderde nu het dorp. In gedachten reed hij de hoek om, toen twee Duitse soldaten met geweren in de hand hem de weg versperden. Al het bloed liep weg uit zijn gezicht, zijn benen .verden zwaar als lood. Razzia! Steeds vaker werden deze drijfjachten gehouden waarbij ieder die werken kon, werd meegenomen cn aan de gang gezet voor werk aan de Duitse versterkingen. Hij wist van de razzia in Rotterdam, waar dui zenden jonge mannen en huisvaders, als beesten in goederenwagens waren wegge voerd om slavenarbeid te verrichten. En nu stond hij daar zélf. Was hij in het dorp gebleven, dan had hij wel tijdig een waarschuwing gehad en het was een koud kunstje, in de vooraf ge reedgemaakte schuilplaats de Duitsers te ontlopen. Nu had niemand hem kunnen waarschuwen en hij was als een muis in de val gelopen. Hij keek naar de twee die hem tegen hielden, een soldaat en een Gefreiter... nog minder dan een korporaal, maar hij had dan toch een streep op zijn mouw. Boeren jongens, zo tc zien, niet al te snugger, klein van stuk... de prachtexemplaren, de edel- germanen, lagen in Rusland onder de sneeuw: dit was derde soort. „Persoonsbewijs", snauwde de kleinste, die er venijnig uitzag. Roel voelde de vreemde kalmte die in ogenblikken van het grootste gevaar over de mens kan komen. Hij wist zich daar staan in zj'n lange leren jas, in de glimmende rubberlaarzen die hij zo zorgvuldig onder hield. Hij leek zelf wel een Duitser. „Sie sind ein richtiger SS-man" had eens een klein SS-ertje vol bewondering tot hem ge zegd. Langzaam zocht Roel z'n papieren na. Daar had hij dat fraaie stuk, de „Aus- weis", knap staaltje van documentenvcr- valsing, met alles er op en er aan, inclusief het stempel met de ..kraai" de adelaar, het Hoheitszeichen" van de Duitse bezetting. De kleine wierp er een blik op en her haalde nijdig: „Ik heb gezegd: persoons bewijs". Dank je wel, dacht Roel. Met mijn per soonsbewijs ben ik zuur, ik heb net mooi de leeftijd voor jullie arbeidsinzet. Hij vouwde de Ausweis open, overhan digde die aan de oudste, de Gefreiter, die het eerst op zijn kop hield en toen, kenne lijk redenerend dat de kop van de adelaar identiek was aan de bovenzijde van het papier, het stuk aandachtig bekeek. Roel vroeg zich af of hij wel lezen kon. De. kleine werd nijdig en maakte zich gereed om ten derden male zijn bevel te herhalen, maar Roel keek hem vanuit de hoogte aan en snauwde: „Ich spreche mit Ihren Kommandant!" Hij wist niet wie hem die woorden had ingegeven, maar het effect was eenvoudig verbijsterend. De Gefreiter, nog nooit van z'n leven als kommandant betiteld, werd er zich opeens van bewust hoe die ene streep op zijn mouw hem hoog verhief boven de krijgsman, die het zonder dat bewijs van perfectie moest stellen. Hij had trouwens al meteen gezien dat deze heer met z'n leren jas en z'n laarzen een hoge was. „Alles in ordnung" zei hij beslist en reikte Roel het papier weer over- De kleine was eenvoudig nergens meer. Nu zag Roel op eens hoe verder op de weg méér dubbel posten liepen, en die hadden hun ogen niet in hun zak. Ze hadden het incident gezien en toen Roel, ijskoud midden op de weg, verder fietste, salueerden ze. Hij had moeite zijn gezicht in de plooi te houden. Wa rempel... daar kwam er eentje op hem af! Het werd Roel koud om het hart. Daar was zijn huis, dóar stond Tanja vast achter de ramen naar hem uit te kijken, zou hij nu in het zicht van de haven...? Hij keek de soldaat aan. Nee, gelukkig, liet was geen officier. Zelfs geen onderoffi cier. En hij vroeg alleen maar om... een vuurtje! Nu, dat kon. En Roel, overmoedig geworden, vroeg, in ruil aan de Duitser een sigaret. Jullie hebt ze beter dan wij, zei hij. Nu, dat was de soldaat niet met hem eens, en toen Roel het eerste trekje had gedaan moest hij toe geven, dat de man gelijk had. Nu was de baan helemaal vrij. Hij had daar midden op de weg staan gezelsen met een van de mannekens, die hem notabene een sigaret gepresenteerd had den. Roel was buiten alle verdenking en stevende recht op zijn huis af, waar hij nog eens twee veldgrijzen vlak voor de deur zag staan. Nu was hij helemaal over de angst heen- „Luister es" zei hij in zijn beste Duits „mijn vrouw verwacht een baby en als ze jullie nou zo vlak voor de deur ziet staan jullie weet hoe vrouwen zijn"... Nu, dat wisten ze. Doodsbenauwd voor schieten natuurlijk. Er was geen enkele reden waarom ze niet een eindje verderop zouden gaan staan. En dat deden ze. Opeens zag Roel ze voor wat ze waren. Mehsenjagers, ja, die mensen uit hun gezin wegsleepten en ijskoud op ze schoten, als ze probeerden weg te lopen. Maar tege lijk doodgewone jongens, niet eens kwaaie jongens, die ook liever thuis zaten. En die gewillig een paar huizen verderop gingen staan om een aanstaande moeder geen schrik aan te jagen. Nooit zo als op dit moment begreep Roel, hoe de oorlog de mensen naar beneden haalde.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1964 | | pagina 8