Echtpaar v.d. Scheur uit Eist vloog naar Canada Restauratie Cuneratoren duurt nog minstens drie jaar lekker en gezond Seller Sel Sigaren brengen EDERVEEN Ontruiming wegens ernstige overlast DE DROOGSTAANDE KOE ARAM ARAM Snuif en wrijf TWEEDE BLAD „DE VALLEI" VRIJDAG 28 FEBRUARI 1964 Nr. 17 Op bezoek bij geëmigreerde familie Vliegtocht ■»- Mr..-- - .sr-re». üwmv Onderweg-noord wordt Munnikenweg Uren vertellen Moet overlast laakbaar zijn? VOOR DE BOER U doetlanger met nylons Fa. L. HEY DE GROTE OPSTAND Schoenneuzen en streefcijfer van aankoop ronder Voortdurende onderhoudswerkzaamheden ONZEKER Onder toezicht Vorige week keerden de heer en mevrouw v. d. Scheur - wonende aan de Houweg in Eist - terug van een bezoek aan Canada. Een reis van ongeveer negen weken naar twee broers en twee zusters (met hun gezinnen) van mevrouw v. d. Scheur - „Ik kom uit Achterberg" - die naar Canada geëmigreerd zijn. De familie v. d. Scheur heeft niet nagelaten alle mogelijke indrukken op te doen tijdens deze trip. Lang lag het al in hun gedachte de tocht te wagen. En in december vorig jaar kwam het ervan. Opeens, want binnen vijf dagen waren zij vertrokken. In 1952 vertrokken twee familieleden van mevr. v. d. Scheur met hun gezinnen naar Canada om zich daar voorgoed te vestigen, al gauw gevolgd door een derde familielid. In 1951 waagde nummer vier de grote sprong, zodat mevr. v. d. Scheur uit Eist nu twee broers en twee zusters heeft die met hun gezinnen, in totaal 17 neefjes en nichtjes, in Canada wonen. Zij wonen allen - voor Canadese be grippen - vrij dicht bij elkaar. Eén zwa ger - C. J. Pelts - woont in Norwich, zwager W. Rouw in Tillsenburg en de broers van mevr. v. d. Scheur, de fami lies Rijksen in Harley en Burgersville. In de jaren die op de emigratie volgden werden er - over en weer - heel wat brieven geschreven. En vaak kwam er dat ene zinnetje in voor: „Wanneer ko men jullie eens kijken!" De plannen hier voor bleven echter in de ijskast. Tot december van het vorig jaar! In een brief naar Canada werd vanuit Eist geschreven: Hij heeft dit jaar weer zo veel sigaren gekregen op zijn verjaardag." Prompt kwam er antwoord: „Kom ze dan nou maar eens brengen!" De plannen die al langer bestonden werden gerealiseerd en binnen vijf dagen werden de nodige voorzieningen getrof fen en waren de heer en mevrouw v. d. Scheur afgereisd! „Ik zou iedereen die een dergelijke tocht wil maken willen aanraden met het vliegtuig te gaan", zegt de heer v. d. Scheur - nu teruggekeerd in de woning aan de Houweg in Eist. „Dat neemt niet zoveel tijd in beslag en die gewonnen tijd kun je in Canada doorbrengen". Hebben de broers en zwagers van me vrouw v. d. Scheur het in Canada naar de zin. „Heel goed. Drie hebben er een farm en een werkt op een fabriek. Voor wie hard wil werken, ligt daar zeker een De farm van de heer W. Rouw - een zwager van mevrouw v. d. Scheur - die in Canada een gezond bedryf heeft opgebouwd. GESLAAGDEN Voor het praktijkdiploma Franse stenografie van de Nederlandse Unie slaagde mej. R. van Ruiswijk. Voor Engelse stenografie mej. A. A. Ipren- burg te Scherpenzeel. Voor kantoorty- pist(e) de dames H. Boers, M. Dubbel- deman te Rhenen, G. W. van Ginkel te Renswoude, M. F. M. Goverde, E. Heemskerk, C. J. Hootsen, J. van de Haar te Achterberg; J. L. Huiberts, M. W. Jansen, E. I. M. Odijk, C. M. van Schaik, J. Valkenburg, H. Vos, J. Wil- lemsen en J. A. van Wijk. Voor Engels de dames T. van der Meijden, A. van de Pol en M. Veenhof. Voor algemene ontwikkeling de dames S. M. Diepeveen, W. van de Haar te Achterberg, J. M. W. van Hardeveld, A. F. Henken, A. J. van de Klift-Hen- zen te Eist, W. H. van Mourik te Eist, W. E. van Nieuw-Amerongen en P. W. Rebergen. De gediplomeerden werden opgeleid door het Handelsinstituut Van Rijswijk te Veenendaal. In Edcrveen ontstond nogal eens ver warring over de twee wegen Onderweg- Zuid en Onderweg-Noord. Hoewel de we gen wel in eikaars verlengde liggen, kan men niet zomaar van Onderweg-Noord naar Onderweg-Zuid overstappen. Men moet dan een behoorlijke omweg maken. Onlangs gebeurde het bovendien dat de brandweer naar de verkeerde On derweg uitrukte omdat het bijvoegsel Noord of Zuid niet was gemeld. Op grond van deze overwegingen achten b. en w. het noodzakelijk de namen van deze On derwegen te veranderen. Punt 4 van de agenda van de gemeenteraadsvergadering van woensdag wijst hierop. B. en w. stel len de raad voor om de Onderweg-Zuid gewoon Onderweg te noemen en de On derweg-Noord te wijzigen in Munniken weg. De heer en mevrouw v. d. Scheur met een Canadees kalfje dat door de hulp van de heer v. d. Scheur in leven is gebleven. toekomst. Je bent er veel vrijer en je kunt er beter iets opbouwen als in Hol land. Als je er een boerderij wilt hebben kun je er zo een kopen. Met het bouwen van een huis dito. Alles gaat er veel ge makkelijker. Je gaat met de tekening naar het gemeentehuis en het is bij wijze van spreken binnen twee dagen voor elkaar." Natuurlijk heeft de heer v. d. Scheur deze reis benut om het een en ander van het boerenbedrijf in Canada te bekijken. Hij heeft diverse boerderijen bezocht, ook van Hollandse families. Het leven in Ca nada is ruiger, 'je moet er harder werken. Maar dan zit er ook toekomst genoeg in. Van de Scheur vertelt erover, vlot en met gedegen kennis, want hij heeft er wel uitgekeken. Hij zou er uren over kun nen praten. Er zal nog menige brief vanuit Eist naar Canada geschreven worden en nog menig uur zal er in de huiskamer en bij de familie over deze trip gepraat wor den. Zij hebben een prachtreis gehad, de heer en mevrouw v. d. Scheur, en zullen het niet gauw vergeten. Na het einde van een huurovereenkomst heeft de huurder van gebouwd on roerend goed recht op huurbeseherming. Krachtens dit recht kan hij in het ge not van het goed blijven. De Huurwet noemt echter enkele gevallen, waarin de huurder geen recht op huurbeseherming heeft. Zo kan de verhuurder o.a. ont ruiming vorderen, indien de huurder zyn medebewoners dan wel de verhuurder ernstige overlast aandoet en van de verhuurder niet kan worden gevergd, dat de huurder nog langer in het genot van het goed blyft. Aan de rechter is de beslissing overgelaten, of een bepaalde overlast van zo danige aard is, dat daarop ontruiming moet volgen. By deze outraimingsgrond doet zich ook de vraag voor, of en in hoeverre de huurder zich aan een laakbare gedraging moet hebben schuldig gemaakt. Kan een overlast ook tot ontruiming leiden, indien de huurder daarvan geen enkel verwijt kan worden gemaakt? Aan de hand van enkele rechteriyke uitspraken zullen wij een antwoord op deze vra gen trachten te geven. voortzetting van de uitoefening van het huurgenot door de huurder als een on dragelijke last is gaan ondervinden. Met deze motivering verwierp de Hoge Raad het beroep van de caféhouder. PSYCHISCHE OVERLAST In het volgende geval vorderde een ver huurder voor de kantonrechter te 's-Gra- venhage de ontruiming van een bij hem inwonende weduwe. Hij beschuldigde haar van diverse misdragingen. Zij zou opzettelijke lekkages veroorzaken. Zij zou een pan met kokend water over de traploper hebben uitgestort. Zij zou enige malen de inhoud van haar nacht spiegel hebben geledigd op de vloer van de hal en over een kledingstuk van de echtgenote van de verhuurder. Zij zou opzettelijk het licht hebben laten bran den in de gemeenschappelijke ruimten. Zij zou de tuinslang hebben losgekop peld van de zich binnenshuis bevindende kraan, waardoor overstromingen waren veroorzaakt. Zij zou aan de echtgenote van de verhuurder hebben toegevoegd: „Wacht maar, ik zal je laten lopen tot je er gek van wordt." De kantonrechter droeg de verhuur der op de door hem gestelde feiten te bewyzen. Uit de verklaringen van de opgeroepen getuigen kwam ech ter niet vast te staan, dat de we duwe zich schuldig had gemaakt aan genoemde misdragingen. Mits dien oordeelde de kantonrechter, dat de verhuurder niet geslaagd was in het hem opgedragen bewtys. Wel was duidelijk naar voren gekomen, dat de verhouding tussen party en veel te wensen overliet en dat er geen sprake was van een vredelievende samenwo ning. Integendeel, er heerste een ge spannen verhouding, waaraan de echt genote van de verhuurder kenneiyk geen weerstand kon bieden. Zij verklaarde voor de kantonrechter, dat de samen woning met de weduwe haar drukte en dat zij daar niet meer tegen op kon. Dit werd niet weersproken door de weduwe. De Kantonrechter had de overtuiging gekregen, dat de gehele sfeer in het ge- meenschappelgk bewoonde huis onver draaglijk kon zijn voor een psychisch minder krachtige figuur. Ten opzichte van zo'n psychisch minder krachtige fi guur als de echtgenote van de verhuur der moest een dergelijke samenwoning als psychische overlast worden aange merkt. Naar het oordeel van de kantonrechter ging het er nu maar om, of de verhuur der en zijn echtgenote zich zelfstandig aan de samenwoning konden onttrekken dan wel of de weduwe tot opheffing van die samenwoning behoorde te worden gedwongen. De kantonrechter besliste, dat dit laatste het geval was, daar im mers van de verhuurder en zijn echtge note niet kon worden gevergd, dat zg de hun in eigendom toebehorende wo ning zouden verlaten en anderzijds de weduwe er gemakkelijk in kon slagen een haar passende kamer te vinden. Al dus werd de weduwe tot ontruiming veroordeeld. De kantonrechter onthield zich evenwel uitdrukkelijk van iedere beantwoording van de vraag, of aan de weduwe actieve handelingen konden worden verweten, welke als het veroor zaken van overlast konden worden aan gemerkt. Mr. C. A. Baron Bentinck. Een oud, maar steeds actueel punt in de rundveevoeding is de voeding van de droogstaande koe. Met name in jaren met een krappe voerpositie is dit van veel belang. Aldus ir. F. de Boer, rijksconsulent voor de veevoeding, onlangs voor de radio. Steeds weer is in onderzoekingen vastgesteld, dat voor de ontwikkeling van het kalf en voor de melkgift van de koe een uitstekende voeding in de drachtig heid nodig is. Nu is uiteraard deze periode niet beperkt tot de droogstand. Ook daarvoor is een juiste voeding van veel belang. Iemand had het benedengedeelte van een perceel verhuurd. In dat beneden- deelte was een café gevestigd. Zelf woonde de verhuurder boven het café lokaal. Op een gegeven moment zegde de verhuurder aan de caféhouder de huur op en vorderde ontruiming voor de kantonrechter te Heerlen. Hg wees er op, dat hij in ernstige mate lijdende was aan aderverkalking en dat het daarom absoluut noodzakelijk was om in een rustige omgeving te wonen, hetgeen uiteraard niet mogelijk was, nu zijn wo ning boven het cafélokaal was gelegen. NORMALE EXPLOITATIE VAN CAFÉ De caféhouder voerde daarentegen aan, dat hg het café op normale wgze over eenkomstig zijn bestemming exploi teerde. Naar het oordeel van de kantonrechter konden de door de verhuurder gestelde feiten een zo ernstige reden opleveren om verandering te brengen in de be staande toestand, dat - ook al had de caféhouder zich niets te verwijten - een normale exploitatie van het café aange merkt kon worden als ernstige overlast de verhuurder aangedaan. De kanton rechter stond daarom de verhuurder toe de door hem gestelde feiten door getui gen te bewijzen. Dit tussenvonnis werd in hoger beroep door de rechtbank te Maastricht beves tigd. Voor de Hoge Raad betoogde de caféhouder, dat ontruiming wegens ern stige overlast slechts kan worden gevor derd ter zake van verwijtbare gedragin gen van de huurder en zeker niet ter zake van gedragingen, waartoe de huur der op grond van de huurovereenkomst gerechtigd was. De Hoge Raad overwoog, dat de wetgever ter bescherming van de huurder een regeling heeft gegeven, welke ten doel heeft voor de huur der een tegenwicht te scheppen te genover de machtspositie van de verhuurder, welke het gevolg is van de woningsehaarste. Aan de ver huurder is het recht ontnomen om na beëindiging van de huur ontrui ming te vorderen. Vervolgens is hem deze bevoegdheid slechts in bepaalde met name genoemde gevallen weer toegekend. Ten einde te gemoet te komen aan de rechtmatige belangen van de verhuurder zijn in de wet een aantal gevallen omschreven, waarin het belang, dat de verhuurder heeft bg ontruiming, zwaarder weegt - althans onder omstandigheden, getoetst aan de daarvoor gegeven formules, zwaarder kan wegen - dan het belang van de huurder bij voortduring van het huurgenot. in de nieuwe modekleuren Hoofdstraat 45, Telefoon 2165 Frans Halslaan 26 Telefoon 3044 Ter beantwoording van de vraag, hoe het begrip overlast moet worden ver staan, ging de Hoge Raad van het stand punt uit, dat het „aandoen van overlast" een term is, welke naar Nederlands spraakgebruik niet enkel duidt op het geval van last of hinder, veroorzaakt door laakbare gedragingen. Die term omvat alle gevallen, waarin men iemand tot last strekt, ook door een gedraging, welke alleen uit hoofde van persoonlijke omstandigheden, bij de ander (de ver huurder) gelegen, als overlast wordt ondervonden. De Hoge Raad kon niet aannemen, dat de wetgever van het begrip „ernstige overlast" zou hebben willen uitsluiten het geval, waarin levensbelangen (le ven, gezondheid) van de verhuurder op het spel staan, doordat hij uit hoofde van zgnerzgds ingetreden persoonlijke omstandigheden (veranderingen in zyn physieke of psychische toestand) de In de praktijk zijn speciale voedings maatregelen dan niet vaak nodig. In ons land immers worden de meeste koeien in de eerste helft van de zomer bevrucht. De voeding van het weidende vee voldoet dan uit een oogpunt van eiwit- en vitamine voorziening aan hoge eisen. Ook de mi- neralenvoorziening laat dan op de mees te bedrijven niet te wensen over. Pas als de koeien de eerste 6 a 7 maan den van de dracht achter de rug hebben moet in het algemeen bij het opstellen van de rantsoenen met de voortschrijden de drachtigheid rekening worden gehou den. De koeien naderen de droogstand, terwijl de groeiende vrucht een zeer krachtige ontwikkeling doormaakt. De wegvallende melkgift nodigt tezelfdertijd uit tot het verminderen of staken van de krachtvoergift. Dit te meer omdat het vee inmiddels op stal is gezet, zodat de voerkosten voelbaar zijn gestegen. Het is algemeen bekend, dat het voe dingsadvies in deze tijd luidt: „Voeren op een niveau van 10 kg melk". Als dat ad vies wordt opgevolgd, moet gewoonlijk 1-2 kg krachtvoer worden gegeven. Dit betekent dat de hoeveelheid melk die uit eigen voer geproduceerd kan worden ca 5-6 liter per dag is. Uw verkoudheid van neus. keel of borat Het feit, dat vele boeren dit zeer laag voorkomt, is een aanwijzing, dat de voe- derwaarde van het eigen ruwvoer door de veehouder vaak te hoog wordt aange slagen. Vooral in de winter mag de prak tijk daar wel terdege rekening mee hou den. Zelfs echter als de voederwaarde van het eigen voer hoog is, zodat een niveau van 10 kg melk kan worden gehaald, is het gewenst de krachtvoerzak bij de hand te houden. Een rantsoen van 10 kg hooi en 20 kg kuil is bij goede kwaliteit in staat om voederwaarde voor ca 10 kg melk te le veren. Tegelijkertijd wordt echter ca 13 kg droge stof aangevoerd. Nu wijzen tal rijke waarnemingen uit, dat de ruwvoer- opname van een melkgevende koe niet vaak hoger is dan 10-11 kg droge stof per dag. Dit is vastgesteld bij vee, dat in vol le lactatie is. Het staat evenwel vast, dat droogstaand, hoogdrachtig vee niet zoveel droge stof uit ruwvoer aan kan. Het is dan ook zeer waarschijnlijk dat droge koeien op pa pier vlugger een ruwvoerrantsoen voor 10 kg melk zullen opnemen dan in werke lijkheid. Bij de gemiddelde melkveehou der is een bescheiden krachtvoergift voor droogstaand vee dan ook geen luxe. Zowel met het oog op de ontwikkeling van het kalf als met het oog op melk productie zijn in het buitenland nogal wat onderzoekingen gedaan over het z.g. „klaarstomen" van de koeien. Daaronder is te verstaan een steeds klimmende krachtvoergift naarmate de kalfdatum na dert. Ten aanzien van de verhoging van de melkopbrengst heeft men daarmee in Engeland gunstige resultaten bereikt. Bij vaarzen is echter voorzichtigheid gewenst. Zucht in de uiers wil daar nog wel eens voorkomen. Kondigt dit euvel zich aan dan moet de krachtvoergift worden ver minderd. De Engelse vrouw kocht in 1963 gemid deld 33/4 paar schoenen. Het cijfer ligt voor meisjes en jonge vrouwen hoger, voor de gehuwde dames met kinderen lager. Daar de dames aansprakelijk zijn voor 46 van de aankopen van schoenen (mannen 28 kinderen 26 °/o), is het bij zonder belangrijk voor de fabrikant en voor de detaillist, zich rekenschap te ge ven van de soms nogal grillige smaak van de vrouwelijke cliëntèle. In de schoenen-industrie speelt - met een omzet van dik twee miljard gulden - de mode een steeds toenemende rol. Daar mee is in het verleden niet altijd vol doende rekening gehouden. Het gevolg daarvan was, dat detaillisten grote orders van bepaalde modellen damesschoentjes plaatsten, waarvan dan, wanneer de mo de wisselde, een belangrijk gedeelte on verkoopbaar bleek, of tegen sterk gere duceerde prijzen aan de vrouw moest worden gebracht. Iets dergelijks deed zich voor in het be gin van 1963, toen de puntige schoen weer rond werd en het scheen dan ook een slecht jaar te worden voor de schoenen industrie, totdat een ommekeer optrad, die tegen de winter, toen de laars zijn intrede deed, zelfs leidde tot zeer grote verkopen. Tenslotte is dus 1963, ondanks de povere vooruitzichten in de eerste maanden, toch nog een „goed" jaar ge worden. Men neemt nu stappen om de coördi natie, speciaal tussen fabrikant en detail list, te verbeteren, teneinde al te grote schokken in de verkoop te voorkomen. Bovendien wil men trachten, het cijfer van de gemiddelde aankoop door vrou wen af te ronden tot vier paar per jaar. Een punt, in dit verband ook bespro ken, is, wat de vrouw prefereert: gemak kelijke schoenen of zeer modieuze. Vol gens de verkoopcijfers ligt dit ongeveer half om half. Men wil nu echter ook de gemakkelijke, prettig zittende schoenen zoveel mogelijk gaan aanpassen bij de modieuze modellen en omgekeerd, in de verwachting, dat dit de verkoop zal sti muleren. Voor aanstaande zomer verwacht de Britse industrie grote aftrek van sandaal modellen en schoentjes met open neuzen. De inwoners van Rhenen die er al vele jaren vertrouwd mee zijn de fraaie Cuneratoren in de steigers te zien, hebben kunnen constateren dat sinds enige tijd aan de westelijke kant van de toren opnieuw steigers zijn aangebracht. De restauratiewerkzaam heden aan deze zijde van de toren zijn echter maar van tijdelijke aard. Op het ogenblik staat alleen afgezien van de tijde lijke iverkzaamheden aan de westkant de onderste gang van de toren nog in de steigers. De architect die onder Monu mentenzorg de leiding van de restauratiewerkzaamheden heeft, deelde desgewenst mee dat binnen 3 a 4 jaar de AL GEHELE werkzaamheden waarschijnlijk zullen worden beëindigd. (39) „Als ik het zeggen mag, Madame, het zwart fluweel van dit gewaad doet de blanke schoonheid van uw gelaat tot zijn volle recht komen!" Het mannetje, dat deze vleiende woorden spreekt, kijkt met toegeknepen oogjes naar jonkvrouwe Viola, die zichzelve in een grote spiegel keurend opneemt. „Het gewaad heeft alle charme van de laatste mode van het Bourgondische hof", kakelt hij verder „en toch geeft het u de ingetogenheid, die past bij de rouw om een overleden broederEr wordt op de deur geklopt en een der hofdames doet open. „Doctor Ambrosius en een monnik vragen om audiëntie", kondigt zij aan. „Heer kleermaker, ik neem dit gewaad", zegt de jonge Gravin, „ge kunt gaan. En gij, hofdames, laat mijn bezoekers binnen komen en laat ons alleen." Zodra de kleermaker en de hofdames verdwenen zijn, treedt Doctor Am brosius naar voren. „Hm eh deze man deze man wenst u te spreken over staatszaken", stamelt hij met een benauwd lachje. De monnik heft lang zaam het hoofd en de schaduw van de brede kap valt niet meer over zijn gelaatstrekken... „Aram!" roept het meisje met een kreet van schrik. (Wordt vervolgd) Dit houdt echter niet definitief in dat dan niet meer aan de toren gewerkt zal worden. De toren is een oud bouwwerk dat voortdurend onderhoudswerkzaam heden vereist. Op het ogenblik zijn 12 mensen de ge hele dag bij de restauratiewerkzaam heden betrokken. Het is niet met zeker heid te zeggen wanneer men het werk als beëindigd mag beschouwen. Er is wel een werkplan opgesteld maar men moet rekening houden met eventuele onvoorziene omstandigheden. In het verleden heeft men zich vaak door dit soort moeilijkheden misrekend. Men moet op de juiste tijd de vereiste grond stoffen kunnen krijgen en ook het weer moet meewerken. Als de restauratiewerkzaamheden beëindigd zijn, heeft men meer dan vierhonderd jaar aan de toren ge werkt. De bouw van de toren duurde 39 jaar - van 1492 tot 1531. In 1897 brandde een gedeelte van de toren uit en in de oorlog werd hij zwaar verwoest. De bijnaam „Klokkenverkopers" danken de Rhenenaren aan het feit dat in 1682 enige torenklokken ver kocht werden. Veel van de beelden die de toren gesierd hebben zijn naar het Rhenense streekmuseum overgebracht. Bij her stellingswerkzaamheden vond men vo rig jaar een oude krant die werklieden tijdens de restauratie van de toren na de brand in 1897 achtergelaten moeten hebben. De toren blijft ook na de restauratie - met de Cunerakerk - onder toezicht van Monumentenzorg. Van de kerk bij de toren is volgens de overlevering al sprake in 1016. Ten onrechte wordt beweerd dat zij ge bouwd is ter ere van de heilige Cunera. Uit de tijd voor 1400 is geen enkele oor De Cunera-toren stond er vorige week, toen de fotograaf dit plaatje schoot winters bg. De steigers aan de westkant die enige tgd geleden werden aange bracht, zyn slechts voor tydelyke werk zaamheden. Als de res tauratie meezit kunnen de inwoners van Rhe nen over drie jaar de fraaie toren zonder steigers zien. konde meer waarin de kerk met name Cunerakerk wordt genoemd. De kerk is oorspronkelijk gebouwd ter ere van de apostelen Petrus en Paulus en St. Bla- sius. Waarschijnlijk had men in Rhenen geen relikwieën van deze heiligen en wel van Cunera. De parochiekerk is na de Reforma tie niet meer aangewend voor de roomse religie, maar voor de her vormde godsdienst. Volgens de overlevering hebben vroeger om de kerk verschillende opvallend zware zwerfstenen gelegen. Na de tweede wereldoorlog heeft men bij werk zaamheden aan de kerk, zo'n grote zwerfsteen opgegraven. De kerk heeft in de loop der eeuwen vele veranderingen ondergaan. Men denkt dat ze oorspronkelijk van hout is geweest en later de gedaante van een kleine basiliek heeft gehad. In de 15e eeuw is zij verbouwd tot een met stenen gewelven overkluisde hallenkerk.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1964 | | pagina 3