Echtpaar v.d. Scheur
uit Eist
vloog naar Canada
Restauratie Cuneratoren duurt
nog minstens drie jaar
lekker en gezond
Seller Sel
Sigaren brengen
EDERVEEN
Ontruiming wegens ernstige overlast
DE DROOGSTAANDE KOE
ARAM
ARAM
Snuif en wrijf
TWEEDE BLAD „DE VALLEI"
VRIJDAG 28 FEBRUARI 1964
Nr. 17
Op bezoek bij geëmigreerde familie
Vliegtocht
■»- Mr..-- - .sr-re». üwmv
Onderweg-noord wordt
Munnikenweg
Uren vertellen
Moet overlast laakbaar zijn?
VOOR DE BOER
U doetlanger met
nylons
Fa. L. HEY
DE
GROTE
OPSTAND
Schoenneuzen en streefcijfer
van aankoop ronder
Voortdurende onderhoudswerkzaamheden
ONZEKER
Onder toezicht
Vorige week keerden de heer en mevrouw v. d. Scheur - wonende
aan de Houweg in Eist - terug van een bezoek aan Canada. Een reis
van ongeveer negen weken naar twee broers en twee zusters (met
hun gezinnen) van mevrouw v. d. Scheur - „Ik kom uit Achterberg"
- die naar Canada geëmigreerd zijn. De familie v. d. Scheur heeft
niet nagelaten alle mogelijke indrukken op te doen tijdens deze trip.
Lang lag het al in hun gedachte de tocht te wagen. En in december
vorig jaar kwam het ervan. Opeens, want binnen vijf dagen waren
zij vertrokken.
In 1952 vertrokken twee familieleden
van mevr. v. d. Scheur met hun gezinnen
naar Canada om zich daar voorgoed te
vestigen, al gauw gevolgd door een derde
familielid. In 1951 waagde nummer vier
de grote sprong, zodat mevr. v. d. Scheur
uit Eist nu twee broers en twee zusters
heeft die met hun gezinnen, in totaal 17
neefjes en nichtjes, in Canada wonen.
Zij wonen allen - voor Canadese be
grippen - vrij dicht bij elkaar. Eén zwa
ger - C. J. Pelts - woont in Norwich,
zwager W. Rouw in Tillsenburg en de
broers van mevr. v. d. Scheur, de fami
lies Rijksen in Harley en Burgersville.
In de jaren die op de emigratie volgden
werden er - over en weer - heel wat
brieven geschreven. En vaak kwam er
dat ene zinnetje in voor: „Wanneer ko
men jullie eens kijken!" De plannen hier
voor bleven echter in de ijskast.
Tot december van het vorig jaar! In
een brief naar Canada werd vanuit Eist
geschreven: Hij heeft dit jaar weer zo
veel sigaren gekregen op zijn verjaardag."
Prompt kwam er antwoord: „Kom ze dan
nou maar eens brengen!"
De plannen die al langer bestonden
werden gerealiseerd en binnen vijf dagen
werden de nodige voorzieningen getrof
fen en waren de heer en mevrouw v. d.
Scheur afgereisd!
„Ik zou iedereen die een dergelijke
tocht wil maken willen aanraden met het
vliegtuig te gaan", zegt de heer v. d.
Scheur - nu teruggekeerd in de woning
aan de Houweg in Eist. „Dat neemt niet
zoveel tijd in beslag en die gewonnen tijd
kun je in Canada doorbrengen".
Hebben de broers en zwagers van me
vrouw v. d. Scheur het in Canada naar
de zin. „Heel goed. Drie hebben er een
farm en een werkt op een fabriek. Voor
wie hard wil werken, ligt daar zeker een
De farm van de heer W. Rouw - een zwager van mevrouw v. d. Scheur - die in
Canada een gezond bedryf heeft opgebouwd.
GESLAAGDEN
Voor het praktijkdiploma Franse
stenografie van de Nederlandse Unie
slaagde mej. R. van Ruiswijk. Voor
Engelse stenografie mej. A. A. Ipren-
burg te Scherpenzeel. Voor kantoorty-
pist(e) de dames H. Boers, M. Dubbel-
deman te Rhenen, G. W. van Ginkel te
Renswoude, M. F. M. Goverde, E.
Heemskerk, C. J. Hootsen, J. van de
Haar te Achterberg; J. L. Huiberts, M.
W. Jansen, E. I. M. Odijk, C. M. van
Schaik, J. Valkenburg, H. Vos, J. Wil-
lemsen en J. A. van Wijk. Voor Engels
de dames T. van der Meijden, A. van de
Pol en M. Veenhof.
Voor algemene ontwikkeling de dames
S. M. Diepeveen, W. van de Haar te
Achterberg, J. M. W. van Hardeveld,
A. F. Henken, A. J. van de Klift-Hen-
zen te Eist, W. H. van Mourik te Eist,
W. E. van Nieuw-Amerongen en P. W.
Rebergen.
De gediplomeerden werden opgeleid
door het Handelsinstituut Van Rijswijk
te Veenendaal.
In Edcrveen ontstond nogal eens ver
warring over de twee wegen Onderweg-
Zuid en Onderweg-Noord. Hoewel de we
gen wel in eikaars verlengde liggen, kan
men niet zomaar van Onderweg-Noord
naar Onderweg-Zuid overstappen.
Men moet dan een behoorlijke omweg
maken. Onlangs gebeurde het bovendien
dat de brandweer naar de verkeerde On
derweg uitrukte omdat het bijvoegsel
Noord of Zuid niet was gemeld. Op grond
van deze overwegingen achten b. en w.
het noodzakelijk de namen van deze On
derwegen te veranderen. Punt 4 van de
agenda van de gemeenteraadsvergadering
van woensdag wijst hierop. B. en w. stel
len de raad voor om de Onderweg-Zuid
gewoon Onderweg te noemen en de On
derweg-Noord te wijzigen in Munniken
weg.
De heer en mevrouw v. d. Scheur met een Canadees kalfje dat door de hulp van
de heer v. d. Scheur in leven is gebleven.
toekomst. Je bent er veel vrijer en je
kunt er beter iets opbouwen als in Hol
land. Als je er een boerderij wilt hebben
kun je er zo een kopen. Met het bouwen
van een huis dito. Alles gaat er veel ge
makkelijker. Je gaat met de tekening naar
het gemeentehuis en het is bij wijze van
spreken binnen twee dagen voor elkaar."
Natuurlijk heeft de heer v. d. Scheur
deze reis benut om het een en ander van
het boerenbedrijf in Canada te bekijken.
Hij heeft diverse boerderijen bezocht, ook
van Hollandse families. Het leven in Ca
nada is ruiger, 'je moet er harder werken.
Maar dan zit er ook toekomst genoeg in.
Van de Scheur vertelt erover, vlot en
met gedegen kennis, want hij heeft er
wel uitgekeken. Hij zou er uren over kun
nen praten.
Er zal nog menige brief vanuit Eist
naar Canada geschreven worden en nog
menig uur zal er in de huiskamer en bij
de familie over deze trip gepraat wor
den.
Zij hebben een prachtreis gehad, de
heer en mevrouw v. d. Scheur, en zullen
het niet gauw vergeten.
Na het einde van een huurovereenkomst heeft de huurder van gebouwd on
roerend goed recht op huurbeseherming. Krachtens dit recht kan hij in het ge
not van het goed blijven. De Huurwet noemt echter enkele gevallen, waarin de
huurder geen recht op huurbeseherming heeft. Zo kan de verhuurder o.a. ont
ruiming vorderen, indien de huurder zyn medebewoners dan wel de verhuurder
ernstige overlast aandoet en van de verhuurder niet kan worden gevergd, dat de
huurder nog langer in het genot van het goed blyft.
Aan de rechter is de beslissing overgelaten, of een bepaalde overlast van zo
danige aard is, dat daarop ontruiming moet volgen. By deze outraimingsgrond
doet zich ook de vraag voor, of en in hoeverre de huurder zich aan een laakbare
gedraging moet hebben schuldig gemaakt. Kan een overlast ook tot ontruiming
leiden, indien de huurder daarvan geen enkel verwijt kan worden gemaakt? Aan
de hand van enkele rechteriyke uitspraken zullen wij een antwoord op deze vra
gen trachten te geven.
voortzetting van de uitoefening van het
huurgenot door de huurder als een on
dragelijke last is gaan ondervinden.
Met deze motivering verwierp de Hoge
Raad het beroep van de caféhouder.
PSYCHISCHE OVERLAST
In het volgende geval vorderde een ver
huurder voor de kantonrechter te 's-Gra-
venhage de ontruiming van een bij hem
inwonende weduwe. Hij beschuldigde
haar van diverse misdragingen. Zij zou
opzettelijke lekkages veroorzaken. Zij
zou een pan met kokend water over de
traploper hebben uitgestort. Zij zou
enige malen de inhoud van haar nacht
spiegel hebben geledigd op de vloer van
de hal en over een kledingstuk van de
echtgenote van de verhuurder. Zij zou
opzettelijk het licht hebben laten bran
den in de gemeenschappelijke ruimten.
Zij zou de tuinslang hebben losgekop
peld van de zich binnenshuis bevindende
kraan, waardoor overstromingen waren
veroorzaakt. Zij zou aan de echtgenote
van de verhuurder hebben toegevoegd:
„Wacht maar, ik zal je laten lopen tot
je er gek van wordt."
De kantonrechter droeg de verhuur
der op de door hem gestelde feiten
te bewyzen. Uit de verklaringen van
de opgeroepen getuigen kwam ech
ter niet vast te staan, dat de we
duwe zich schuldig had gemaakt
aan genoemde misdragingen. Mits
dien oordeelde de kantonrechter, dat
de verhuurder niet geslaagd was in
het hem opgedragen bewtys.
Wel was duidelijk naar voren gekomen,
dat de verhouding tussen party en veel
te wensen overliet en dat er geen sprake
was van een vredelievende samenwo
ning. Integendeel, er heerste een ge
spannen verhouding, waaraan de echt
genote van de verhuurder kenneiyk geen
weerstand kon bieden. Zij verklaarde
voor de kantonrechter, dat de samen
woning met de weduwe haar drukte en
dat zij daar niet meer tegen op kon. Dit
werd niet weersproken door de weduwe.
De Kantonrechter had de overtuiging
gekregen, dat de gehele sfeer in het ge-
meenschappelgk bewoonde huis onver
draaglijk kon zijn voor een psychisch
minder krachtige figuur. Ten opzichte
van zo'n psychisch minder krachtige fi
guur als de echtgenote van de verhuur
der moest een dergelijke samenwoning
als psychische overlast worden aange
merkt.
Naar het oordeel van de kantonrechter
ging het er nu maar om, of de verhuur
der en zijn echtgenote zich zelfstandig
aan de samenwoning konden onttrekken
dan wel of de weduwe tot opheffing van
die samenwoning behoorde te worden
gedwongen. De kantonrechter besliste,
dat dit laatste het geval was, daar im
mers van de verhuurder en zijn echtge
note niet kon worden gevergd, dat zg
de hun in eigendom toebehorende wo
ning zouden verlaten en anderzijds de
weduwe er gemakkelijk in kon slagen
een haar passende kamer te vinden. Al
dus werd de weduwe tot ontruiming
veroordeeld. De kantonrechter onthield
zich evenwel uitdrukkelijk van iedere
beantwoording van de vraag, of aan de
weduwe actieve handelingen konden
worden verweten, welke als het veroor
zaken van overlast konden worden aan
gemerkt. Mr. C. A. Baron Bentinck.
Een oud, maar steeds actueel punt in de rundveevoeding is de voeding van de
droogstaande koe. Met name in jaren met een krappe voerpositie is dit van veel
belang. Aldus ir. F. de Boer, rijksconsulent voor de veevoeding, onlangs voor de
radio. Steeds weer is in onderzoekingen vastgesteld, dat voor de ontwikkeling van
het kalf en voor de melkgift van de koe een uitstekende voeding in de drachtig
heid nodig is. Nu is uiteraard deze periode niet beperkt tot de droogstand. Ook
daarvoor is een juiste voeding van veel belang.
Iemand had het benedengedeelte van een
perceel verhuurd. In dat beneden-
deelte was een café gevestigd. Zelf
woonde de verhuurder boven het café
lokaal. Op een gegeven moment zegde
de verhuurder aan de caféhouder de
huur op en vorderde ontruiming voor de
kantonrechter te Heerlen. Hg wees er
op, dat hij in ernstige mate lijdende was
aan aderverkalking en dat het daarom
absoluut noodzakelijk was om in een
rustige omgeving te wonen, hetgeen
uiteraard niet mogelijk was, nu zijn wo
ning boven het cafélokaal was gelegen.
NORMALE EXPLOITATIE VAN CAFÉ
De caféhouder voerde daarentegen aan,
dat hg het café op normale wgze over
eenkomstig zijn bestemming exploi
teerde.
Naar het oordeel van de kantonrechter
konden de door de verhuurder gestelde
feiten een zo ernstige reden opleveren
om verandering te brengen in de be
staande toestand, dat - ook al had de
caféhouder zich niets te verwijten - een
normale exploitatie van het café aange
merkt kon worden als ernstige overlast
de verhuurder aangedaan. De kanton
rechter stond daarom de verhuurder toe
de door hem gestelde feiten door getui
gen te bewijzen.
Dit tussenvonnis werd in hoger beroep
door de rechtbank te Maastricht beves
tigd. Voor de Hoge Raad betoogde de
caféhouder, dat ontruiming wegens ern
stige overlast slechts kan worden gevor
derd ter zake van verwijtbare gedragin
gen van de huurder en zeker niet ter
zake van gedragingen, waartoe de huur
der op grond van de huurovereenkomst
gerechtigd was.
De Hoge Raad overwoog, dat de
wetgever ter bescherming van de
huurder een regeling heeft gegeven,
welke ten doel heeft voor de huur
der een tegenwicht te scheppen te
genover de machtspositie van de
verhuurder, welke het gevolg is van
de woningsehaarste. Aan de ver
huurder is het recht ontnomen om
na beëindiging van de huur ontrui
ming te vorderen.
Vervolgens is hem deze bevoegdheid
slechts in bepaalde met name genoemde
gevallen weer toegekend. Ten einde te
gemoet te komen aan de rechtmatige
belangen van de verhuurder zijn in de
wet een aantal gevallen omschreven,
waarin het belang, dat de verhuurder
heeft bg ontruiming, zwaarder weegt -
althans onder omstandigheden, getoetst
aan de daarvoor gegeven formules,
zwaarder kan wegen - dan het belang
van de huurder bij voortduring van het
huurgenot.
in de nieuwe modekleuren
Hoofdstraat 45, Telefoon 2165
Frans Halslaan 26 Telefoon 3044
Ter beantwoording van de vraag, hoe
het begrip overlast moet worden ver
staan, ging de Hoge Raad van het stand
punt uit, dat het „aandoen van overlast"
een term is, welke naar Nederlands
spraakgebruik niet enkel duidt op het
geval van last of hinder, veroorzaakt
door laakbare gedragingen. Die term
omvat alle gevallen, waarin men iemand
tot last strekt, ook door een gedraging,
welke alleen uit hoofde van persoonlijke
omstandigheden, bij de ander (de ver
huurder) gelegen, als overlast wordt
ondervonden.
De Hoge Raad kon niet aannemen, dat
de wetgever van het begrip „ernstige
overlast" zou hebben willen uitsluiten
het geval, waarin levensbelangen (le
ven, gezondheid) van de verhuurder op
het spel staan, doordat hij uit hoofde
van zgnerzgds ingetreden persoonlijke
omstandigheden (veranderingen in zyn
physieke of psychische toestand) de
In de praktijk zijn speciale voedings
maatregelen dan niet vaak nodig. In ons
land immers worden de meeste koeien in
de eerste helft van de zomer bevrucht. De
voeding van het weidende vee voldoet dan
uit een oogpunt van eiwit- en vitamine
voorziening aan hoge eisen. Ook de mi-
neralenvoorziening laat dan op de mees
te bedrijven niet te wensen over.
Pas als de koeien de eerste 6 a 7 maan
den van de dracht achter de rug hebben
moet in het algemeen bij het opstellen
van de rantsoenen met de voortschrijden
de drachtigheid rekening worden gehou
den. De koeien naderen de droogstand,
terwijl de groeiende vrucht een zeer
krachtige ontwikkeling doormaakt. De
wegvallende melkgift nodigt tezelfdertijd
uit tot het verminderen of staken van de
krachtvoergift. Dit te meer omdat het
vee inmiddels op stal is gezet, zodat de
voerkosten voelbaar zijn gestegen.
Het is algemeen bekend, dat het voe
dingsadvies in deze tijd luidt: „Voeren op
een niveau van 10 kg melk". Als dat ad
vies wordt opgevolgd, moet gewoonlijk
1-2 kg krachtvoer worden gegeven. Dit
betekent dat de hoeveelheid melk die uit
eigen voer geproduceerd kan worden ca
5-6 liter per dag is.
Uw verkoudheid van neus.
keel of borat
Het feit, dat vele boeren dit zeer laag
voorkomt, is een aanwijzing, dat de voe-
derwaarde van het eigen ruwvoer door
de veehouder vaak te hoog wordt aange
slagen. Vooral in de winter mag de prak
tijk daar wel terdege rekening mee hou
den. Zelfs echter als de voederwaarde van
het eigen voer hoog is, zodat een niveau
van 10 kg melk kan worden gehaald, is
het gewenst de krachtvoerzak bij de hand
te houden.
Een rantsoen van 10 kg hooi en 20 kg
kuil is bij goede kwaliteit in staat om
voederwaarde voor ca 10 kg melk te le
veren. Tegelijkertijd wordt echter ca 13
kg droge stof aangevoerd. Nu wijzen tal
rijke waarnemingen uit, dat de ruwvoer-
opname van een melkgevende koe niet
vaak hoger is dan 10-11 kg droge stof per
dag. Dit is vastgesteld bij vee, dat in vol
le lactatie is.
Het staat evenwel vast, dat droogstaand,
hoogdrachtig vee niet zoveel droge stof
uit ruwvoer aan kan. Het is dan ook zeer
waarschijnlijk dat droge koeien op pa
pier vlugger een ruwvoerrantsoen voor
10 kg melk zullen opnemen dan in werke
lijkheid. Bij de gemiddelde melkveehou
der is een bescheiden krachtvoergift voor
droogstaand vee dan ook geen luxe.
Zowel met het oog op de ontwikkeling
van het kalf als met het oog op melk
productie zijn in het buitenland nogal wat
onderzoekingen gedaan over het z.g.
„klaarstomen" van de koeien. Daaronder
is te verstaan een steeds klimmende
krachtvoergift naarmate de kalfdatum na
dert. Ten aanzien van de verhoging van
de melkopbrengst heeft men daarmee in
Engeland gunstige resultaten bereikt. Bij
vaarzen is echter voorzichtigheid gewenst.
Zucht in de uiers wil daar nog wel eens
voorkomen. Kondigt dit euvel zich aan
dan moet de krachtvoergift worden ver
minderd.
De Engelse vrouw kocht in 1963 gemid
deld 33/4 paar schoenen. Het cijfer ligt
voor meisjes en jonge vrouwen hoger,
voor de gehuwde dames met kinderen
lager. Daar de dames aansprakelijk zijn
voor 46 van de aankopen van schoenen
(mannen 28 kinderen 26 °/o), is het bij
zonder belangrijk voor de fabrikant en
voor de detaillist, zich rekenschap te ge
ven van de soms nogal grillige smaak van
de vrouwelijke cliëntèle.
In de schoenen-industrie speelt - met
een omzet van dik twee miljard gulden -
de mode een steeds toenemende rol. Daar
mee is in het verleden niet altijd vol
doende rekening gehouden. Het gevolg
daarvan was, dat detaillisten grote orders
van bepaalde modellen damesschoentjes
plaatsten, waarvan dan, wanneer de mo
de wisselde, een belangrijk gedeelte on
verkoopbaar bleek, of tegen sterk gere
duceerde prijzen aan de vrouw moest
worden gebracht.
Iets dergelijks deed zich voor in het be
gin van 1963, toen de puntige schoen weer
rond werd en het scheen dan ook een
slecht jaar te worden voor de schoenen
industrie, totdat een ommekeer optrad,
die tegen de winter, toen de laars zijn
intrede deed, zelfs leidde tot zeer grote
verkopen. Tenslotte is dus 1963, ondanks
de povere vooruitzichten in de eerste
maanden, toch nog een „goed" jaar ge
worden.
Men neemt nu stappen om de coördi
natie, speciaal tussen fabrikant en detail
list, te verbeteren, teneinde al te grote
schokken in de verkoop te voorkomen.
Bovendien wil men trachten, het cijfer
van de gemiddelde aankoop door vrou
wen af te ronden tot vier paar per jaar.
Een punt, in dit verband ook bespro
ken, is, wat de vrouw prefereert: gemak
kelijke schoenen of zeer modieuze. Vol
gens de verkoopcijfers ligt dit ongeveer
half om half. Men wil nu echter ook de
gemakkelijke, prettig zittende schoenen
zoveel mogelijk gaan aanpassen bij de
modieuze modellen en omgekeerd, in de
verwachting, dat dit de verkoop zal sti
muleren.
Voor aanstaande zomer verwacht de
Britse industrie grote aftrek van sandaal
modellen en schoentjes met open neuzen.
De inwoners van Rhenen die er al vele jaren vertrouwd mee zijn de fraaie Cuneratoren in de steigers te zien, hebben kunnen
constateren dat sinds enige tijd aan de westelijke kant van de toren opnieuw steigers zijn aangebracht. De restauratiewerkzaam
heden aan deze zijde van de toren zijn echter maar van tijdelijke aard. Op het ogenblik staat alleen afgezien van de tijde
lijke iverkzaamheden aan de westkant de onderste gang van de toren nog in de steigers. De architect die onder Monu
mentenzorg de leiding van de restauratiewerkzaamheden heeft, deelde desgewenst mee dat binnen 3 a 4 jaar de AL
GEHELE werkzaamheden waarschijnlijk zullen worden beëindigd.
(39) „Als ik het zeggen mag, Madame, het zwart
fluweel van dit gewaad doet de blanke schoonheid
van uw gelaat tot zijn volle recht komen!" Het
mannetje, dat deze vleiende woorden spreekt, kijkt
met toegeknepen oogjes naar jonkvrouwe Viola, die
zichzelve in een grote spiegel keurend opneemt.
„Het gewaad heeft alle charme van de laatste mode
van het Bourgondische hof", kakelt hij verder „en
toch geeft het u de ingetogenheid, die past bij de
rouw om een overleden broederEr wordt op
de deur geklopt en een der hofdames doet open.
„Doctor Ambrosius en een monnik vragen om
audiëntie", kondigt zij aan. „Heer kleermaker, ik
neem dit gewaad", zegt de jonge Gravin, „ge kunt
gaan. En gij, hofdames, laat mijn bezoekers binnen
komen en laat ons alleen." Zodra de kleermaker en
de hofdames verdwenen zijn, treedt Doctor Am
brosius naar voren. „Hm eh deze man deze
man wenst u te spreken over staatszaken", stamelt
hij met een benauwd lachje. De monnik heft lang
zaam het hoofd en de schaduw van de brede kap
valt niet meer over zijn gelaatstrekken... „Aram!"
roept het meisje met een kreet van schrik.
(Wordt vervolgd)
Dit houdt echter niet definitief in dat
dan niet meer aan de toren gewerkt zal
worden. De toren is een oud bouwwerk
dat voortdurend onderhoudswerkzaam
heden vereist.
Op het ogenblik zijn 12 mensen de ge
hele dag bij de restauratiewerkzaam
heden betrokken. Het is niet met zeker
heid te zeggen wanneer men het werk
als beëindigd mag beschouwen. Er is
wel een werkplan opgesteld maar men
moet rekening houden met eventuele
onvoorziene omstandigheden. In het
verleden heeft men zich vaak door dit
soort moeilijkheden misrekend. Men
moet op de juiste tijd de vereiste grond
stoffen kunnen krijgen en ook het weer
moet meewerken.
Als de restauratiewerkzaamheden
beëindigd zijn, heeft men meer dan
vierhonderd jaar aan de toren ge
werkt.
De bouw van de toren duurde 39 jaar
- van 1492 tot 1531. In 1897 brandde
een gedeelte van de toren uit en in de
oorlog werd hij zwaar verwoest.
De bijnaam „Klokkenverkopers"
danken de Rhenenaren aan het feit
dat in 1682 enige torenklokken ver
kocht werden.
Veel van de beelden die de toren
gesierd hebben zijn naar het Rhenense
streekmuseum overgebracht. Bij her
stellingswerkzaamheden vond men vo
rig jaar een oude krant die werklieden
tijdens de restauratie van de toren na
de brand in 1897 achtergelaten moeten
hebben.
De toren blijft ook na de restauratie
- met de Cunerakerk - onder toezicht
van Monumentenzorg.
Van de kerk bij de toren is volgens de
overlevering al sprake in 1016. Ten
onrechte wordt beweerd dat zij ge
bouwd is ter ere van de heilige Cunera.
Uit de tijd voor 1400 is geen enkele oor
De Cunera-toren stond
er vorige week, toen de
fotograaf dit plaatje
schoot winters bg.
De steigers aan de
westkant die enige tgd
geleden werden aange
bracht, zyn slechts
voor tydelyke werk
zaamheden. Als de res
tauratie meezit kunnen
de inwoners van Rhe
nen over drie jaar de
fraaie toren zonder
steigers zien.
konde meer waarin de kerk met name
Cunerakerk wordt genoemd. De kerk is
oorspronkelijk gebouwd ter ere van de
apostelen Petrus en Paulus en St. Bla-
sius. Waarschijnlijk had men in Rhenen
geen relikwieën van deze heiligen en
wel van Cunera.
De parochiekerk is na de Reforma
tie niet meer aangewend voor de
roomse religie, maar voor de her
vormde godsdienst. Volgens de
overlevering hebben vroeger om de
kerk verschillende opvallend zware
zwerfstenen gelegen. Na de tweede
wereldoorlog heeft men bij werk
zaamheden aan de kerk, zo'n grote
zwerfsteen opgegraven.
De kerk heeft in de loop der eeuwen
vele veranderingen ondergaan. Men
denkt dat ze oorspronkelijk van hout is
geweest en later de gedaante van een
kleine basiliek heeft gehad. In de 15e
eeuw is zij verbouwd tot een met stenen
gewelven overkluisde hallenkerk.