Prachtige compressor KoeiKast nog 1298.- nu f 550.- nu f 1098.- Contrifuges nu 1114.50 uierhante Agitator wasmachine t 250.- saba radio de luxe. f 339.- bell t.v. t metalen naardroognap nu t 49.50 Eigen Servicedienst - vijf vakmensen - voor T.V. - Radio - Wasmachines BERKO ELECTRO 100.- tot 150.- BERKO-WASCOMBINATIE f 200.- met beveiligde deksel Noodklokken over Washington NIEUWE PRIJS f 349.50 VERKOOPSPRIJS f 1298.- 130 Liter inhoud - met 5 jaar garantie is uw oude Wasmachine waard bij aankoop van een met verwarming. 2 pompen, oliebad, 2 motoren en extra tafelblad krijgt u van ons terug voor Uw oude wasmachine of centrifuge, bij aankoop van een A.E.G. WASAUTOMAAT TURNAMAT geheel emaille - in 15 modellen oliebad met 2 jaar garantie luxe uitvoering, moderne vormgeving met lichte transportschade f 325.- 6 druktoetsen, 4 golfbereiken met FM. schitterende kast, pracht geluid f 399. 59 cm met 2e programma met wandstatief en extra STAAND STATIEF, thermisch beveiligd I 59.50 bij aankoop hiervan voor uw oude T.V. f 100.- I 300.- terug AL ONZE APPARATEN IN HUURKOOP MET BETALINGSSPREIDING Voor T.V. Radio, Wasmachines, Centrifuges en Verlichting het beste, meest gesorteerde en goedkoopste adres Patrlm.laan 45-47 - Veenendaal Maandereind 50 - Ede berko Prijsverlagingen HONDERDEN GULDENS VOORDEEL i TELEFOON 08385-2954 TELEFOON 08380-3059 door MIA BRUYN-OUWEHAND (4) Julia lachte. „Nog altijd even roman tisch, Jessie? Goed hoor, ik kom kijken hoe je als madame President de scepter zwaait, 't Is juist een baantje voor jou." ,,'t Zal iets anders zijn dan met die Mary Lincoln, dat beloof ik je. Charles, met zijn geld, kan er een mternationaal middelpunt van maken. En dan vind ik ook wel iets voor jouw man; poor Sam kan toch niet altijdja, wat doet hij tegenwoordig?" „Hij werkt in de leerhandel van zijn vader." „Goeie hemel, een leerhandel in een pioniersstad. Boerenschoenen en grove zadels. Waarom is hij niet in de dienst gebleven?" „In Californië was niet te leven van een officierstraktement. Moest hij daar altijd alleen blijven en ik bij zijn ouders wonen? Hij kwam terug en we hebben geprobeerd een farm te drijven. Maar hij is nu eenmaal geen boer. Het ging niet. We hadden ook de pech, dat hij een tijdlang ziek was." „Nou enfin, we zullen zien. Ik vind hem een aardige jongen. Een echte goeierd. Maar hij had wat beters ver diend. Ik moet weg, lieve schat. Charles springt uit zijn vel als ik niet met het middaguur terug ben. Tot ziens. We hebben echt ouderwets gezellig gebab beld." De buggy stond voor, met de man die een paar dollar verdienen wou. Jessie wipte naast hem. Wat is ze nog jong, dacht Julia. Het paardrijden houdt haar lenig. En zo elegant ge kleed. Ze wuifde Jessie na. Ik ben een oude huissloof geworden; van mode weten we hier niet. Maar kom, laat ik de moed erin houden, 'k Heb toch het gevoel, dat ons leven veranderen zal. O, wat hoop ik het voor Lyss. Ik ben overtuigd, dat hij zoveel meer zou kun nen. Als hij de kans maar kreeg. Julia popelde om het diepe geheim aan haar man te vertellen. Ze vond niet, dat ze Jessie daarmee bedroog. Iedere getrouwde vrouw wist van een andere, dat ze niet laten zou haar man mee in het vertrouwen te nemen. Het was om zo te zeggen haar plicht. Sam Grant lachte om Jessie's fanta sieën. „De hemel beware ons voor Fré- mont. de padvinder, als president", zei hij. „Heeft hij niet de rivieren in de Ro ckies in kaart gebracht?" „Hij heeft alleen ontdekt wat al be kend was. En toen heeft hij zich ge haast Californië in te trekken om goud te delven. Niet dat hij zelf ooit een spade in zijn hand heeft genomen. Daar had hij zijn mensen voor. Schatrijk kwam hij terug. Het lijkt me niet, dat zo'n carrière voldoende is om president van de Verenigde Staten te worden. Nee, dan was McClellan een ander man. Bekwaam, energiek. Hij kwam bij me in Californië toen ik daar hoog in de bergen zat." Hij zweeg en keek voor zich uit of de herinnering hem opeens pijnlijk was. „Hij kwam bij je? Waarvoor? Is hij officier?" „Toen niet meer. Hij is de dienst uit gegaan, omdat hij ook geen promotie maakte bij de ouwe Scott. Zoon van een dokter uit Philadelphia. Stad die be kend staat om zijn anti-slavernijgevoe- lens. Dus anti-zuid. Daar moest Scott nooit iets van hebben. McClellan kwam, nog jong, bij de Pennsylvania Spoor weg. Hij kwam bij mij om kaarten voor opmetingen in de Rockies. Grote plan nen voor een transcontinentale spoor weg. Als die er ooit komt, Julia, gaan jij en ik naar Californië. Ah, dat is een land. Dat moet je zien." Julia lachte. Hij had het pioniersbloed van altijd verder westwaarts te willen. Bleven alle mannen in hun hart drome rige jongens? Want waarvan zouden ze leven daarginder? Negenendertig was hij nu. Te oud om nog weer iets anders te beginnen. „Ten slotte moet je toch stoppen voor de zee, Dudy", zei ze. „Of wou je ook nog de Pacific over?" „In de bergen daar is het nog zo wild, zo eenzaam", droomde hij hardop. „Dit land wordt me al te vol." „Hier te vol? In deze lege prairies? Dus dan zullen we maar nooit in Was hington gaan wonen." „Washington? Hoe kom je daar nu bij?" „Jessie vond dat nodig. Als haar man president is." „Jessie is een aardige meid. Maar ze zit met haar hoofd in de wolken." „O, je weet nooit wat geld vermag. En vergeet niet, dat Frémont de voor man van de abolitionisten is." Grant haalde de schouders op. En bei den vergaten Jessie's fantasieën. XXX In de wintermaanden tussen Lincoln's verkiezing en zijn installatie als presi dent, het is de winter van 1860-1861, reist kapitein Grant de noordelijke sta ten door. Zijn broer, die dit werk deed voor de leerhandel, is lijdend aan tuber culose. Ieder weet, dat hij sterven zal, alleen hij zelf gelooft in zijn herstel. Het is een truc van deze ziekte haar slachtoffers tot hun laatste dag in deze hoop te laten leven. Ze ontzien zich niet, rijden paard door weer en wind, niet beseffend, dat zij zelve hun einde ver haasten. De jongste broer blijft in de winkel. De kapitein is de aangewezene om het land af te reizen. In de kleine stadjes waar hij over nacht, die winter, komen de burgers 's avonds naar het hotel; om de kachel scharen ze zich en willen van Grant, die immers een beroepsofficier is ge weest, weten wat hij van de toestand denkt. Zal er oorlog komen? Er komt zeker oorlog, denkt hij; vijf, zes, nu al zeven slavenhoudersstaten hebben zich afgescheiden. Als wij in het noorden die in vrede laten gaan zullen ook de randstaten - waar slavernij heerst - langs het vrije noorden zich bij hen aansluiten. Wat blijft er van de Ver enigde Staten over? We zullen wel moe ten vechten. Natuurlijk zullen we deze rebellie uitstampen. Het is puur zelf moord van het zuiden de wapenen tegen ons op te nemen. De zwijgzame man wordt welspre kend als hij zijn zaak, onze zaak, ver dedigt. Het lijkt of hij erbij groeit. Ja, hij zal zeker vechten. Langer dan een maand of drie zal het niet duren. DE OPPERBEVELHEBBER Aan het spoorwegstation van Was hington (het bouwsel kon de naam station niet verdragen en werd depot genoemd) werd generaal Winfield Scott diezelfde winter door zijn kamerdienaar uit de coupé geholpen. De reis van New York naar Washington was de oude man niet meegevallen. Hij leed aan jicht, werd door pijn gemarteld. Ver slaafd als hij was aan lekker eten en goede wijnen, leed hij bovendien aan vetzucht of waterzucht; de geleerden waren het daar niet over eens, maar over zijn kortademigheid was niemand in twijfel. Het rijtuig waarmee zijn secretaris hem afhaalde, schokte en bonkte over de ongeplaveide wegen, die in de winter in modderpoelen waren veranderd. „Een avenue noemen ze dat", mom pelde de oude man met een van pijn vertrokken gezicht. „Ik noem het een landweg." „Dan toch een heel brede, generaal", merkte de secretaris op. „Goed voor muilezels. Pennsylvania Avenue, de voornaamste boulevard van Washington", hoonde hij hijgend. De generaal was ouder dan de stad. Aan de rivier de Potomac, in een wilde landstreek, hadden de Amerikanen, met een optimistische visie op de toekomst van hun jonge statenunie, hun hoofd stad ontworpen met brede verkeers wegen en wijde pleinen. Boeren reden er op hun ezelkarren met melk en groenten rond, koppels pluimvee aan hun wagens bungelend. De regerings gebouwen, het Capitool en het Witte Huis lagen verloren in braakliggende ruimten. De imposante gebouwen hoed den lage kleine woonhuizen en houten winkels in hun schaduw; de gehele stad was ongeplaveid. Het leek de gene raal nog maar kort geleden, dat hij Washington had zien bouwen: de plaats van samenkomst voor de afgevaardig den voor Congress en Senaat van noord en zuid. De zetel der Federale regering. En nu reeds dreigde de Federatie uiteen te vallen. „Wat een hoofdstad", mopperde hij. „Weet je wat onze ambassadeur in Lon den zei toen hij na jaren hier terug kwam?" Hij wachtte even of hij wel belang stelling genoeg had van zijn secretaris. Of om adem te scheppen. „Nee generaal. Maar ik ben erg ver langend te weten wat Mr. Adams ge zegd heeft." „Hij zei: nog altijd dezelfde boere ko lonie in dezelfde bossen. Een ontwerp van een hoofdstad, neergesmeten in een wildernis. Oordeel zelf. Het Witte Huis is toch niet meer dan een plantershuis, zoals je ze in het zuiden ziet. Landelijk, slordig, met die ongecultiveerde gras velden Zijn adem floot. „De gazons zijn mooi", wierp de secretaris tegen om hem een pauze te gunnen. „Gazons? Weiland voor geiten en ezels. Schuren, stallen, moestuinen, om het presidentiële paleis, zowaar als ik leef. En een stuk of zes regeringsgebou wen als ruïnes van Griekse tempels, hier en daar neergekwakt, daar heb je de hoofdstad van de Verenigde Staten". Hij kon niet meer. „Het Capitool is imposant", waagde de secretaris. (Wordt vervolgd) 4

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1964 | | pagina 10