HET PARADIJS MET DE VREEMDE NAAM
Een
zomer
ochtend
in de Hel
Ons voorgeslacht gaf aan de
plassen en moerassen in de
zuidelijke Gelderse Vallei de naam
„de Hel"
EERSTE NEDERLANDSE KRUISER MET
RAKETTEN
De nationaliteit van de vrouw in verband
met haar huwelijk
BANK
ARAM
ARAM
TWEEDE BLAD „DE VALLEI"
VRIJDAG 20 MAART 1964
Nr. 23
door ADRIAAN P. DE KLEUVER
Met tekeningen van de schrijver
Scherpenzeel-Maluka muda
2-2
In augustus in de (proef-vaart
DE
GROTE
OPSTAND
Vroeg stappen wij uit de veren en over
tuigen er ons van dat het uitstekend weer
is om er opuit te trekken. Niet dat wij
bang zijn voor een buitje regen of voor
kou, maar als het zo uitkomt, dan is
een beetje medewerking van de weer
goden tóch wel prettig, 't Is een fijne
morgen, vol beloften. Het dorp lijkt wel
uitgestorven als wij de fiets van stal
halen. Een vroege bromfietser is al op
weg naar zijn werk wanneer wij wel
gemoed en verwachtingsvol de kortste
weg nemen naar de groene velden van
de vallei. Er hangt een dunne nevel. De
zon, die zich juist over de oosterkim
heenwerkt, tracht er doorheen te drin
gen. Nog is de einder koel en heiig, maar
straks zal de zon de zilverige sluiers van
het veld wegtrekken en langs de heuvel
rug het dampgordijn openschuiven. De
dag belooft veel goeds te brengen.
In dolle tuimelvlucht scheren boven de
weilanden de kievitten voorbij en hoog
hartig stappen de grutto's door het lange
gras. Op een paaltje staat een tureluur
driftig door de knieën te knikken en hoog
in de nog gelige lucht tjakkert een wa
tersnip al mekkerend in glijvlucht om
laag. Burgemeester scholekster draait op
een droog plekje van de Blauwe Hel
vleiend om zijn bonte Pietje heen.
Wij allen zijn wel bekend met het
bestaan van het natuurreservaat
,De Hel'. Zonder er eigenlijk ooit bij
te hebben stilgestaan zouden wij
met dit natuurgebied zeer verheugd
moeten zijn. Ongetwijfeld kwamen
we daar vele malen langs en vroe
gen ons af: Wat zou daar nu leven
en hoe is er de plantengroei e.d.?
Dit heeft u wellicht nieuwsgierig
gemaakt en daarom hebben wy de
heer A. P. de Kleuver, bekend veld-
bioloog en opzichter van het reser
vaat bereid gevonden exclusief voor
ons blad een drietal artikelen te
schrijven over al wat daar groeit en
bloeit en leeft. Wij vestigen er de
nadruk op dat het natuurreservaat
eigendom is van bet ministerie van
O. K. en W.
Het eerste artikel van de heer de
heer de Kleuver, getiteld „Een
zomerochtend in de Hel", treft u op
deze pagina aan.
En dan zijn wij de poort van de Hel
genaderd. Neen, schrik maar niet.
„Onze" Hel is geen plaats des ver-
derfs. Het is veeleer een paradijs. Een
paradijs van vogels en bloemen.
Door een weiland komen wij in het elzen
broek en bereiken vervolgens het wijde
rietland, waar bitterzoet met trossen
violetlila bloemen haar lianen slingert en
de zeldzame moeraslathyrus met bleek-
purperen bloemtrossen omhoog rankt.
Zachtgele poederdonsjes van poelkruit
geuren er zoet en de pluimen van de
moerasspirea geven opdringerig hun
aroma af. Dan opent zich de rietkraag en
kijken wij over de plas, waar tussen gro
te, ovale donkergroene bladeren de puur
witte, wijd opengevouwen waterlelie
bloemen zich verdringen. Zó veel zijn er.
Een reiger gaat op de wieken, de hals
gekromd, als had ze zojuist een paling
ingeslikt. Zo volgen een tiental familie
leden, die allemaal stokstijf op het ach
terste ingevaren stuk de wacht hielden.
Op wat? Dat komen wij niet te weten.
Ze hebben er alleen de hele nacht ge
slapen en nemen nu bij het minst of ge
ringste geluid de lange benen.
Al meer dan een minuut snort in het riet
land naast ons een naaimachientje. Is dat
een sprinkhaanrietzanger of een snor?
Wij besluiten op de eerste, want de snor
heeft niet zoveel adem om dat „swrr
zo lang vol te houden. Beide vogels zou
den anders, zo denk ik, een goed figuur
slaan als rateltje in de (ten onrechte aan
Haydn toegeschreven) „Kindersympho-
nie" van vader Leopold Mozart.
Een grote karekiet kraakt zeer nadruk
kelijk zijn zangnoten stuk. Zijn kleinere
broertje doet dat vrij wat bedeesder. Te
gen de achtergrond van dit snorrende en
krakende kwartet laat uit een wilgen
struik een bosrietzanger zijn parelende
strofen horen. Ons neem je niet, jjj klei
ne bedrieger, al doe je soms net of je een
andere vogel bent, jij spotvogel van het
rietland. Broer rietzanger is wat dat be
treft vrij wat eerlijker. Die laat er geen
twijfel over bestaan dat ze in de „paren-
tatie" valt van de karekieten.
In de elzen achter ons begint een tjiftjaf
zijn intervallen op te zeggen en een fitis
probeert wijs te houden, wat mooi lukt,
omdat stééds weer het met zoveel elan
ZWANEN BOVEN DE HEL. Het kan u gebeuren dat u één dezer dagen een
vlucht wilde zwanen over de vallei ziet gaan in noordelijke richting. Dan kunt u
er op rekenen dat de lente in aantocht is. En over het natuurleven in en om ons
onvolprezen mooie natuurreservaat de Hel zal in een drietal artikelen onze me
dewerker veldbioloog Adriaan P. de Kleuver U meer vertellen.
ingezette wijsje al lispelend wegebt. Een
zanglijster overstemt met het gemak van
een coloratuurzangeres heel dit vogelor
kest en een merel geeft er zijn militante
fanfares bij ten beste.
Ze hebben geen conservatorium-diplo
ma, deze zangers van de Hel, en toch
gaat het nooit fout. Het is als met de
veldbloemen. Duizenden kleurnuances
zie je en toch vloekt het één nooit
met het ander. Alles is puur harmo
nie. Ook in de vogelwereld. Van het
stamelend voorgedragen wijsje van
de zwartgekopte rietgors daar, tot het
tweetonig gezaag van onze geelgors
toe, alles stemt volkomen samen in dit
als door een onzichtbare meesterhand
geleide natuurorkest.
hoen. Ze is niet erg schuw, maar door
haar verborgen leven zie je toch dit aar
dige ding zo zelden.
Nog verder gaan wij. Nu op ongebaande
wegen. In het riet staan statige grote
boterbloemen te glanzen en de bijna
manshoge melkeppe is aan bloeien toe.
Fluweelrode wateraardbei, boerenkool-
gekroesd kartelblad, wolfspoot, zeegroe
ne muur en moerasbastaardwederik
schijnen zich te verdringen om hun
plaatsje in de zon. En wanneer de wind
het riet doet golven, dan voeren de gele
lissen hun zwaarddans uit.
Dan staan wij temidden van vervaarlijk
deinende drijftillen op een steviger stuk
je „land". Drom nu niet te dicht op el
kaar, want dan zak je toch nog tot de
knieën weg. De pittige geur van kalmoes
omwolkt ons. Midden in de dichte velden
buigzame mattebies staan wij en een mi
niatuur carboonwond van moeraspaarde-
staart waarschuwt ons dat je daar beter
De zeldzaamste zomergast van
de Hel is wel de Wielewaal.
Hoe jammer dat wU u de vogel
niet in kleur kunnen laten zien.
Helder geel en glanzend zwart
is het verenkleed van deze Iys-
terachtige vogel. Het nest zit er
gens in de vork van een tak
gevlochten. Een mooi en veilig
plekje, waar geen kat, marter
of zo bjj kan komen.
Genoeglijk knorren in het rietland de
waterratten. Gekke dingen zijn dat toch.
Soms gilt er een als een biggetje dat aan
zijn staartje getrokken wordt. Langzaam
roeien de meerkoeten weg uit het midden
van de plas en ook neefje waterhoen gaat
snel de overzijde inspecteren. Wat een
rusteloze dingen zijn dat toch! Met snelle
wiekslag cirkelt een paartje zomertalin-
gen rond en gaat tegen de wind in te
water. Geen vogel trekt er zich iets van
aan. Ze zijn onder elkaar.
't Ia eigenlijk maar een rare vogel, zo'n koekoeksjong. Vetgemest en volgepropt
met harige rupsen barst het hongerige geval al gauw uit het nestje en dan volgen
de pleegouders als slaven.
In een zeer matige wedstrijd waarin bel
de ploegen hebben voorgestaan hebben zij
uiteindelijk de punten broederlijk gedeeld.
Met de twee-twee eindstand kregen zo
wel de thuisclub als hun bezoekers meer
dan hun toekwam want het futloze par
tijtje dat beide ploegen op de Wittcnberg-
se grasmat legden had eigenlijk niet met
doelpunten gehonoreerd moeten worden.
Dat dit toch gebeurde was te wijten
aan een viertal blunders welke door de
keepers van beide ploegen werden ge
maakt en aangezien beide keepers even
veel blunders maakten en hieruit voor
beide ploegen twee treffers ontstonden,
is de 2-2 eindscore verklaard.
Voor de rust speelden de gasten met
de sterke wind in de rug en in deze
periode waren zij wat meer in de aan
val dan de thuisclub, na de rust had
deze het windvoordeel maar dit bleek
hun niet tot grote daden te inspireren,
zodat er voor de weinige bezoekers niet
veel viel te genieten.
In het eerste kwartier van de wed
strijd waren de gasten het meest in de
aanval zonder echter tot gevaarlijke
acties te komen. Toch wisten zij in deze
periode de leiding te nemen toen bij een
vrije schop op het Scherpenzeel-doel de
bal voor de voeten van Tuhusula stuitte
en deze een tam rollertje losliet dat tot
ieders verbazing langs de niet reageren
de keeper Vlastuin in het doel rolde.
weg kunt blijven. Tussen een warreling
van waterdrieblad en wateraardbei ste
ken de albasten bloemschermpjes van het
pijptorkruid omhoog. Het gevaarlijkste
deel van de Hel heeft de Schepper ge
tooid met het helle ultramarijn van de
blauwe Godsgenade en de hemelsblauwe
oogjes met gouden pupillen van de moe-
rasvergeetmijnietjes kijken ons guitig
aan. Hoe verrukkelijk mengt zich dit
warmgeel van de mimosaachtige bolle
tjes in de bladoksels van de moeraswede
rik.
Aan de rand van het kleine plasje
brengt een verlaat bloeiende dotter
bloem ons een laatste lentegroet.
Daar ook steken de varkenssnuitjes
van de geel-gehalskraagde plompe-
bloemen tussen een overvloed van
drijvende bladeren omhoog.
Voorzichtig trek ik zo'n bloem los van de
met het bodemveen vergroeide wortel
stok en laat de bloem rondgaan om van
de vreemd aromatische geur te genieten.
Iemand trok een vies gezicht. Maar dat
kwam door het schijfje kalmoeswortel
dat hij in zijn mond genomen had
Laag en geheimzinnig komt juffrouw
koekoek overvliegen. Die zit wel met
haar ei verlegen. Ik zou zo zeggen dat er
nestkeuze genoeg is: karekieten, rietzan
gers; m'n hartje, wat wil je nog meer
als pleegouders voor je kind. 't Is me zo'n
ontaarde dame van lichte zeden! Juf
frouw koekoek woont niet voor niets in
de wallen rond de Hel
De zon is al hoger geklommen, wanneer
wij huistoe gaan. Op de terugweg denk
ik aan Beethoven, die in zijn „Pastorale"
een verrukkelijke natuurimpressie heeft
weergegeven. En tóch is daar in dat gees
tige vogelgeluidengrapje van de geniale
meester slechts imitatie.
Niets haalt bij het lied van de Schep
ping. Zoals dat op een zomerochtend
in de Hel weerklinkt.
Dieper dringen \vQ in de Hel door en
volgen een wel wat gevaarlyk privé
paadje van myzelf. Haastig rent een
donkere, witgestippelde vogel weg,
wanneer wij het einde van dat paadje
bereikt hebben.
Ja, u zag het goed. 't Was een porcelein-
Eén en al oor is Beet
hoven op deze geesti
ge tekening van onze
medewerker. Zo moet
men ook één en al oor
worden wanneer men
in Gods vrye natuur
Zyn wonderen gaat
beluisteren en zien.
De Nederlandse Koninkiyke Marine krijgt in augustus een oud bezit in een nieu
we jas terug. Het is de kruiser „De Zeven Provinciën", de eerste Nederlandse
oorlogsbodem, die met raketten wordt uitgerust. Het trotse schip heeft nu bijna
twee jaren op de werf gelegen. Nijvere handen hebben met behulp van snijbran
ders en stevige kranen het schip een geduchte verandering doen ondergaan. Ei
genlijk is het helemaal verkeerd om te zeggen, dat de kruiser een nieuwe jas
heeft gekregen. In feite is de huid van het schip het enige dat bewaard is geble
ven. De inhoud is geheel veranderd.
Het bovendek van de Zeven Provinciën
vertoont nog maar weinig gelijkenis met
wat men van een oorlogsschip zou ver
wachten. De Nederlandse kruiser is een
typisch mengprodukt van een tijd, waar
in nieuwigheidjes al verouderd zijn vóór
zij in de praktijk kunnen worden toege
past. Op het voordek wyzen nog de trotse
lopen van de geschutstorens vooruit,
klaar om ieder moment de granaten hui
lend weg te slingeren. Met de snelle vier-
loopsmitrailleurs vormen zij de conven
tionele bewapening. Het achterdek ziet er
heel anders uit. Hier staan enorme radar
ogen, die kilometers ver het luchtruim
kunnen aftasten. Hier staat ook de
vreemdsoortige toren, vanwaar twee
Terrier-raketten tegelijk kunnen worden
afgevuurd.
Terrier betekent eigenlijk jager of sol
daat. De raketten, welke nu aan boord
van de Zeven Provinciën worden aange
bracht, moeten ook jagen, nl. op vlieg
tuigen, die een convooi bedreigen. Zij wor
den geleid door radar en kunnen hun doel
haast niet missen. Zij kunnen ook atoom
ladingen meevoeren om grote formaties
vliegtuigen in één klap uit de lucht te
halen. Die atoomladingen zijn echter niet
in Nederland. Zij zullen pas aan boord
van het schip worden gebracht als Ame
rika hiervoor toestemming heeft gege
ven.
De verbouwing van de Zeven Provin
ciën kost ruim vijftig miljoen gulden.
Daarbij komt nog een Amerikaanse
schenking van ongeveer zestig mil
joen gulden aan apparatuur. De krui
ser wordt een kostbaar schip. In vele
opzichten.
Niet onfortuinlijk kwam de thuisclub
in de 25e minuut gelijk, een voorzet
van middenvoor Renes werd een ge
makkelijke prooi van keeper Tamarin-
da, deze liet de bal echter weer vallen
en toen had Rebergen j»een enkele
moeite om de partijen weer op gelijke
voet te brengen.
Na de rust was de wedstrijd nauwe
lijks het aankijken waard en het zag er
naar uit dat het 1-1 zou blijven. Vrij
onverwachts vielen er echter nog twee
treffers, eerst in de 30e minuut toen
een tam schot van Rebergen via de
handen van keeper Tamarinda tergend
langzaam in het doel rolde (2-1) en vijf
minuten voor het einde, toen onoordeel
kundig uitlopen van keeper Vlastuin
door Tuhusula met een bekeken boog-
bal werd afgestraft (2-2).
Rest ons te vermelden dat de beste
man van het veld scheidsrechter Win
kelaar uit Utrecht was.
Met de nieuwe bewapening vormt zij een
geduchte tegenstander. Raketten zijn on
misbaar in de moderne zee-oorlog. Een
vliegtuig, dat het schip met een snelheid
groter dan die van het geluid nadert om
het aan te vallen is met conventionele
mitrailleurs en kanonnen niet meer uit
de lucht te halen. De Terriers echter kun
nen het met een snelheid van zo'n 2500
kilometer per uur tegemoet schieten.
Voor het vliegtuig is er dan geen ont
komen meer aan.
Tijdens zo'n gevecht zal er op het achter
dek van de kruiser geen man te zien zijn.
Het zenuwcentrum is te vinden onder het
nieuwe achterdek van de Zeven Provin
ciën. Een handvol marinemannen bekijkt
daar de radarschermen en de electro-
nische breinen, die in fracties van secon
den met behulp van de radar de baan van
het aanvallend vliegtuig berekenen en
vertellen in welke richting de Terrier
moet worden afgevuurd. De kruiser heeft
één groot radaroog voor de algemene
verkenning. Voor de Terrierinrichting
zijn twee aparte installaties aangebracht.
Elke raket, die wordt afgeschoten het
kunnen er twee tegelijk zyn wordt ge
leid door een eigen radarstraal.
De man, die de trekker overhaalt, heet
officieel „wapen-directie-officier". Hij
staat benedendeks voor een scherm,
waarop zyn doel zich vertoont. In zijn
hand heeft hij een handvat met een trek
ker. Hij behoeft de knop slechts in te
drukken en de Terrier schiet uit de toren
omhoog, een lange streep bruine rook
achter zich latend. De toren wordt auto
matisch weer geladen.
De Nederlandse kruiser kan iedere
halve minuut twee Terriers afvuren.
Het werk bij de Rotterdamse Droogdok-
maatschappij is nog niet helemaal klaar.
In augustus van dit jaar zal de kruiser
op proefvaart gaan. Volgend voorjaar zal
met de raketten worden proefgeschoten
voor de kust van Amerika. Dan pas zal
de Zeven Provinciën weer klaar zijn voor
inschakeling by de Nederlandse Marine
en die van de N.A.T.O. Het schip zal met
de nieuwe bewapening tot rond 1977
dienst kunnen doen, zo zeggen de mari
nedeskundigen. Als de bewapening niet
was veranderd zou de kruiser al tegen
het eind van de jaren zestig volkomen
zyn verouderd.
Nadruk verboden.
Op 1 maart 1964 is de Rykswet van 14 november 1963 tot wijziging van de Wet
op het Nederlanderschap en het ingezetenschap in werking getreden. Deze wijzi
gingswet heeft een nieuwe regeling gegeven van de nationaliteit van de vrouw ln
verband met haar huwelijk.
De oude regeling stoelde op het beginsel van een eenheid van nationaliteit ln het
gezin. De nationaliteit van de vrouw richtte zich naar de nationaliteit van haar
man. Indien een Nederlander met een buitenlandse vrouw trouwde, werd deze van
rechtswege Nederlandse. En de Nederlandse vrouw, die een vreemdeling huwde,
verloor automatisch het Nederlanderschap, wanneer zy by het aangaan van haar
huwelijk de nationaliteit van haar man verkreeg of door het afleggen van een
eenvoudige verklaring kon verkrygen.
Ten aanzien van de nationaliteit volgde
de vrouw dus de staat van haar man. Dit
systeem is in de huidige maatschappe
lijke verhoudingen uit de tijd. De gehuw
de vrouw is tegenwoordig handelingsbe-
kwaam en heeft haar eigen rechten. Zij
behoort nu ook zelf over haar nationali
teit te kunnen beslissen. Hoe dit beginsel
in de nieuwe wet is uitgewerkt, zullen wij
thans in grote lijnen trachten weer te ge
ven.
De nieuwe regeling
De nieuwe wet legt de huwende of ge
huwde vrouw geen nationaliteit op bui
ten haar verklaarde wil en laat haar in
beginsel zelf beslissen over verkrijging,
behoud of verlies van nationaliteit. De
gehuwde vrouw wordt dus gevrijwaard
tegen verrassingen, welke uit automa
tische verkrijging van een vreemde na
tionaliteit zonder haar wil kunnen voort
spruiten.
In het nieuwe systeem verkrygt of
verliest de gehuwde vrouw het Neder
landerschap niet, zolang zy generlei
verklaring aflegt jegens de Neder
landse staat of een vreemde mogend
heid.
Jegens de Nederlandse staat wordt een
verklaring, als hier bedoeld, afgelegd
voor de burgemeester of in het buiten
land voor de Nederlandse diplomatieke
vertegenwoordigers of consulaire ambte
naren. Gemakshalve zullen wij deze func
tionarissen verder aanduiden als „de
autoriteit".
De niet-Nederlandse vrouw, die met een
Nederlander trouwt, kan de Nederlandse
nationaliteit verwerven door haar wil
daartoe te kennen te geven aan de auto
riteit. Deze verklaring behoeft vanzelf
sprekend niet te worden afgelegd door
de vrouw, die het Nederlanderschap
reeds vóór 1 maart 1964 van rechtswege
had verkregen door haar huwelijk met
een Nederlander.
Trouwen met vreemdeling
De Nederlandse vrouw, die met een
vreemdeling trouwt verkrijgt ingevol
ge de wetgeving van vele landen van
rechtswege als het ware automatisch de
nationaliteit van haar man. Zij behoudt
echter volgens de nieuwe regeling
het Nederlanderschap. Als gevolg van
haar huwelijk bezit zij dan een dubbele
nationaliteit. Zij kan nu afstand doen van
het Nederlanderschap door haar wil
daartoe te kennen te geven aan de auto
riteit.
Volgens de wetgeving van andere landen
verkrijgt de Nederlandse vrouw, die met
een onderdaan uit een van die landen
trouwt, niet van rechtswege de nationa
liteit van haar man. Wil zij de nationali
teit van haar man verkrijgen, dan zal zy
de door het betreffende land voorgeschre
ven stappen moeten doen. Verkrijgt zij
langs deze weg de nationaliteit van haar
man, dan verliest zij het Nederlander
schap.
De gehuwde vrouw wordt hier op één
lijn gesteldmet een man of een onge
huwde vrouw. Indien deze door zijn of
haar wil een andere nationaliteit ver
krijgt, verliest hij of zij het Neder
landerschap.
Naturalisatie
De naturalisatie tot Nederlander van een
gehuwd man heeft niet tot rechtsgevolg,
dat zijn vrouw ook genaturaliseerd
wordt. De gehuwde vrouw zal zelf om
naturalisatie moeten verzoeken en wordt
zelfstandig genaturaliseerd.
HERKRIJGING VAN
NEDERLANDERSCHAP
Tijdens huweiyk
De vrouw, die op 1 maart 1964 reeds ge
huwd was met een niet-Nederlander en
door of tengevolge van het huwelijk het
Nederlanderschap had verloren, kan ty-
dens haar huwelijk de Nederlandse natio
naliteit herkrijgen. Daartoe moet zij
vóór 1 maart 1965 haar wil te kennen
geven aan de autoriteit. De vrouw kan
deze kennisgeving ook op een later tijd
stip doen, mits zij op dat tijdstip ten
minste een jaar woonplaats heeft in het
Koninkrijk.
Deze overgangsbepaling geldt niet voor
de vrouw, die staande het huweiyk de
Nederlandse nationaliteit door haar wil
had verloren. Zij kan dus het Nederlan
derschap niet op bovenstaande wijze ty-
dens haar huwelijk herkrijgen.
Na ontbinding van het huweiyk
De vrouw, die bij of tijdens haar huweiyk
met een niet-Nederlander overeen
komstig de nieuwe regeling afstand
heeft gedaan van het Nederlanderschap,
kan na ontbinding van haar huwelijk de
Nederlandse nationaliteit terugkrygen.
Eenzelfde recht heeft de vrouw, die door
haar wil de nationaliteit van haar man
heeft gekregen en daardoor het Neder
landerschap heeft verloren.
Voor de herkrijging van de Nederlandse
nationaliteit moet de vrouw haar wil
daartoe binnen één jaar na de ontbinding
van haar huwelijk te kennen geven aan
de autoriteit.
De kennisgeving kan ook later worden
gedaan, maar dan moet de vrouw ten
minste één jaar woonplaats hebben ge
had in het Koninkrijk, niet hertrouwd
zijn en na de ontbinding van het huwelijk
geen andere nationaliteit door haar wil
hebben verkregen.
Hetzelfde geldt voor de vrouw, die ip 1
maart 1964 reeds gehuwd was met een
niet-Nederlander of door of ten gevolge
van dit huwelijk het Nederlanderschap
had verloren. Ook zij zal dus na ontbin
ding van het huweiyk het Nederlander
schap op bovenstaande wijze kunnen te
rugkrijgen.
Deze regeling is tenslotte van over
eenkomstige toepassing op de vrouw,
wier huweiyk met een niet-Nederlan
der vóór 1 maart 1964 was ontbonden
en die door of tengevolge van dit
huwelijk het Nederlanderschap had
verloren.
Mr. C. A. Baron Bentinck
deNHM
biedt méér
aan
spaaiders
Sparen op een spaarrekening 3i/2%
of spaardeposito 4% bij de N.H.M. betekent ook:
veilig en vertrouwd sparen
gemakkelijk sparen (geen geloop met boekjes)
volledige bankservice
geen kosten
Bel de N.H.M. eens om inlichtingen.
NEDERLANDSCHE HANDELSMAATSCHAPPIJ
AGENTSCHAP VEENENDAAL KERKEWIJK 61
45 De man, die op Arams kloppen de deur opent, ziet
er haveloos en vermagerd uit. „Wat zoeken jullie
hier?" vraagt hij op bitse toon. „Spijs of drank heb
ben we niet, daarvoor moet je bij de rijke kooplieden
aankloppen,Wij komen geen brood halen, vriend,"
glimlacht Aram, „maar brengen!" „Meent ge dat, broe
der?" stamelt de man verrast, „Hebtge daar wer
kelijk een mand vol eetwaar? Wel, dan had u geen dag
later moeten komenkom verder en overtuig U
Viola schrikt, als ze de armoedige binnenkamer be
treden. Op een leger van stro ligt een magere ver
zwakte vrouw en een al even magere jongens staart de
bezoekers vragend aan. Aram haalt haastig enige vers
gebakken broden uit de mand en deelt die uit. „God
zegene U," stamelt de vrouw, het brood in haar benige
hand klemmend, ,het w are te wensen, dat niet die
hardvochtige Gravin, maar dit meisje deze landstreek
bestuurde(Wordt vervolgd)