HET PARADIJS MET DE VREEMDE NAAM
f
Een
zomer
avond
in de Hel
Ons voorgeslacht gaf aan de
plassen en moerassen in de
zuidelijke Gelderse Vallei de naam
„de Hel"
Y
Begrafenis C. A. R. W. G. A. Graaf van
Aldenburg Bentinek te Amerongen
DE KERK IN RUSLAND
SPELVERNIETIGING
ARAM
ARAM
door ADRIAAN P. DE KLEUVER
Met tekeningen van de schrijver
I
TWEEDE BLAD „DE VALLEI"
VRIJAG 3 APRIL 1964
No. 27
Gelijk het bloedrode oog van een reuzen
cycloop staart de zon over de uitgestrek
te rietlanden van de Hel. Een warmrode
gloed ligt over het landschap. De Hel
staat in brand. De vogels zijn stil gewor
den. Hier en daar lispelt een enkele na
prater en een merelman brengt vanuit
een hoge wilg nog een serenade aan zijn
geliefde. Voor de rest zwijgen de be
woners
Een verspreid troepje overzwaluwen foura-
geert nog tussen de menigte, boven de plas
óp en neer en óp en neer „dansende'' mug
gen. Morgen wéér mooi weer, meen ik te
kunnen vaststellen. Ja, zo knikken mijn vrien
den; want dansende muggen in de avond
zon, dat voorspelt goed weer.
Loom doen een paar zwarte sterntjes hun
laatste ronde. Alléén de hoogvliegers, de gier
zwaluwen, u weet wel, die schreeuwers rond
onze huizen, doen nog overmoedig. En dan;
in ééns verstomd is hun rumoer. Je ziet
er niet één meer. Ze schijnen in de lucht te
zijn opgelost. Een beetje waar is dat wel. Al
hóger en hóger stegen ze, tot ze ergens in
het zwerk „op de termiek" al zwevende gaan
slapen. Dat het toppunt van vliegen!
Gefascineerd kijken wij naar de wolk spreeu
wen, die breeduit af en aan golft; dan weer
als een reuzenzuil schijnbaar boven de Hel
stilstaat. Maar ook de spreeuwen de één
na de ander zoeken hun slaapplaatsen op.
Een deel van die kwetterende imitators was
reeds neer gestreken in de elzen en al inge
dut. Dat bemerken wij wanneer wij omzich
tig, zo goed als zonder geluid te maken, het
modderige paadje volgen. Ze gaan zelfs niet
meer verzitten. Van tijd tot tijd valt een
groepje spreeuwen van de wolk af en gaat in
het rietland een goed slaapplaatsje zoeken,
net zo lang tot ze allemaal „onder dak" zijn.
En iedere avond opnieuw beleven wij die
wondere slaaptrek van duizenden en nog
eens duizenden spreeuwen, ja, van wel hon
derden duizenden.
Wanneer deze invasie achter de rug is
komt er ëèiï moment van welhaast voel
bare stilte.
't Is al schemerig aan het worden onder het
elzenhout. Dan pas krijgt men weer iets van
de eigen geluiden van de Hel te horen. De
diep uit de huiveringwekkende eenzaamheid
van het rietland opklimmende orgelbas van
een roerdomp geeft je de zekerheid dat de
vogel ergens is. Maar waar? Dit is één van
de mysteriën van de Hel. Je denkt dat een
geluid van héél ver komt en dan is het soms
héél dicht bij. Zo'n roerdomp is en blijft de
geheimzinnigheid zelf. Opeens gaat onze
„vorst van het rietland" op nog geen twee
honderd meter van de plaats waar wij staan,
'iVn* r
•^y
W
'T.v
jkr,
iP% Vb
W
Er is niets boeiender dan de slaaptrek
van de spreeuwen waar te nemen. Op
de tekening ziet u slechts één vlucht
aanvliegen. Zó komen ze van alle kan
ten naar De Hel, waar de gehele troep
soms een wolk vormt van vele honder
den meters.
op de wieken, 't Is de hoogste tijd voor hem
op jacht te gaan. Je hoort de bruine, reiger
achtige vogel niet voorbij vliegen. Wat ook
het geval is met onze velduilen van de Hel.
DE UIL IN EIGEN PERSOON
Gelijk als een zefieren zucht suist een
velduil langs de elzensingels. Je realiseert
jezelf niet eens dat daar, onder zijde
zachte vlerken, de dood meevliegt.
Toch is deze, je zoveel vertrouwen inboe
zemende nachtvogel, de duivel in eigen per
soon. Zie maar eens naar die grote, félle
ogen Arm dwergmuisje, dat daar in de
lange grashalmen een van in de lengte stuk
gebeten grasbladeren, kunstig in elkaar ge
draaid nestknoedeltje heeft opgehangen. Jouw
wriemelende hoopje suikergoedrose muize-
kindertjes zal gedoemd zijn de hongerdood te
sterven, zo dit verraderlijke hellebeest zijn
in dons verpakte dolkscherpe nagels in je
lijfje klem zet. Daarom maak ik maar wat
trammelant met mijn voet in het riet. Rrrrt
wij zien dat peutertje al niet meer. 't Was
misschien uitstel van executie
,.Ha," zo hoor ik zeggen, „zie je nu wel
dat die uilen rotbeesten zijn." Maar hó,
dat beweerde ik niet, al noemde ik ze
hellebeesten, en zo. Dat deed ik meer om
met de omgeving in stijl te blijven.
VISOTTER AAN DE WATERKANT
Dit schuwe dier hield het in De Hel
maar kort uit. Sinds 1956 werd geen
enkele waarneming meer gedaan op de
plas. Daarvoor werd hij op tientallen
plaatsen gesignaleerd. Het was een fors
exemplaar met een mooie, donkerbruine
pels. En nog altijd zeggen professor D.
M. de Vries en ik tegen elkaar „zeg,
weet je nog van die keer in de Lunterse
Beek. Wat een beestFantastisch
moet een solitair levende zwerver geweest
zijn. Als een blijvertje heb ik hem tenminste
nooit durven te beschouwen. Mogelijk heeft
het dier er wat rust proberen te zoeken en
ten slotte tóch niet gevonden. Een paar jaar
geleden zagen prof. dr. D. M. de Vries, diens
vrouw en schrijver dezes het dier nog de
Lunterse beek, dicht bij Renswoude, over
steken. Wat later, staande op de zuidelijke
Meentsteegbrug over de grift, zag ik het dier
in het maanlicht onder die brug door zwem
men en tijdens de strenge winter van 1955-'56
vonden wij het spoor in de sneeuw langs een
schouwsloot, die op het Omleidingskanaal
uitwatert. In de Hel vond ik toen de enorme
burcht met de onderwater in- en uitgang.
Daarna is de visotter naar ik vrees
voorgoed verdwenen. Hij had het voor
zeker niet op onze belangstelling begre
pen
Ervaring is de beste leermeester. Dieren
houden niet van al te opdringerige mensen.
Wilde dieren zelfs niet van mensen in 't
algemeen. Daarom zijn wij ook zo op onze
hoede in de Hel. De rust is al te spoedig
verstoord.
ONZE TOCHT GAAT VERDER
Onder een berceau van elzen aan weerszijden
van ons paadje, gaan wij verder. Dan staan
wij voor een sloot, waarover twee boom
stammen een brugje vormen. Aan de andere
Over het algemeen zijn onze uilen vrienden
van de boeren. In Frankrijk zeggen ze dat
God zich bij de schepping vergist heeft door
muizen in het leven te roepen en daarom
maar gauw uilen erbij geschapen heeft, om
dat anders de hele aarde mannetje-mannetje
muis zou zijn geworden. Het is slechts een
volksverhaaltje, maar typeert toch wel het
nut van onze nachtrovers. Wij weten best
dat in Gods schepping niets ongerijmds aan
te wijzen is. Door Gods wijsheid wordt het
evenwicht in de natuur in stand gehouden.
Wij, mensen, zijn het die dit evenwicht ver
storen en soms menen het béter te moeten
weten dan de Schepper. Ik vond het alleen
jammer van dat zeldzame dwergmuisje. Voor
de rest mógen ze, die velduilen van de Hel.
Met de bekende radiopredikant ds. A. L.
Broer was ik eens op bezoek in onze
Hel. „Dit is nog een stukje van Gods
eigen land," zei deze op de terugweg.
Wat was ik gelukkig met zulk een uit
spraak.
EEN ZELDZAME BEZOEKER
Een paar jaar geleden hadden wij in de Hel
een zeer zeldzame bezoeker, een visotter. Het
kant vervolgt dit weggetje door hoog riet.
Een zacht-zoete geur van kamperfoelie trekt
langs mij heen. Een paar prachtige uilvlin
ders zijn bezig met hun lange roltong nectar
te puren uit de bloembuizen. Dronken van
al die zoetigheid dwarrelt een avondrood
zuid is! Voor de sloot blijft het tweetal staan.
De reegeit begint te drinken. De slurpgeluid-
jes kunnen wij horen.
Het kleintje sappelt maar wat in het water,
om vervolgens het snuitje in moeders flank te
drukken. Opeens staat de reegeit aan de over
kant van de sloot en het kalfje waagt zo
waar óók de sprong. Hoe bestaat het. Zó,
zónder aanloop. En dan óp die hobbelige
slootkantOnbegrijpelijk dat zo'n prulletje
daar de pootjes niet op breekt. Dan stappen
ze rustig over de met lang gras begroeide
dam aan de zijde van de Wageningse laan.
Wij kijken elkaar maar eens aan. Dat zat
wel weer goed, deze avond!
AAN ALLES HET EIND
Wat later fietsen wij nog een rondje om de
Hel heen. Wat is alles nu rustig geworden.
Het is al schemerig geworden, wanneer wij
bij het nu ook verlaten voetbalveldje van de
Merino's komen. Wacht eens even! Een
troepje kemphanen drentelt druk doende over
de grasmat. Wat ze daar zoeken? Pieren
en zo! Door al dat getrap en gestamp van de
voetballers zijn die naar boven gekomen. Net
als wanneer je een greep in de zode zet en
heen en heer beweegt. Wij besluiten de vol
gende morgen naar de Uilenpas tegenover de
Oude Eemwal bij de Meentsteegbrug te
gaan. In de Achterbergse meent zal dan wel
het tournooi gehouden worden van de man
netjes. Inzet? Natuurlijk een vrouw!
KEMPHANEN OP HET TOURNOOIVELD BIJ DE UILENPAS AAN DE GRIFT.
Een belevenis is zo iets. Vooral vroeg er bij zijn is het parool. Je denkt: „nou
priemen ze elkaar aan de snavel". Maar niks hoor. Veel leven om niets. Iedere
„aanval" is slechts schijn en dient nergens anders voor dan om een hennetje te
imponeren. Op de tekening het moment waarop de kemphaan zijn vrouwtje het
hof maakt. Een fantastische ceremonie is dat, zo'n kemphanen huwelijk.
vlinder aan en botst tegen mijn neus. Ho
vriend, dat moet je niet doen. In haar val
heeft zij zich aan mijn jas gehecht en nog
maar even staan wij die prachtige mooie
vlinder te bewonderen of een tweede, nu een
rood weeskind, volgt het voorbeeld.
Toe nou, ik ben niet van suiker; straks
zit ik op die manier nog vol vlinders. Dat
kwam bepaald door het takje kamper
foelie dat ik opraapte en in mijn knoops
gat gestoken had.
Dit oponthoud was achteraf welkom, want
zie eens, daór, aan de overkant van de brede
Helsloot! Door het weiland nadert een ree
geit met een dartelend reekalfje achter zich.
Wij hebben puur geluk dat de wind vrijwel
Dat was een fijne zomerdag. Laat ik eerlijk
blijven. Het waren fijne dagen. Want u
hebt toch bepaald wel begrepen dat ik u het
ideaal-beeld voorgesteld heb. Dat zie je niet
iedere dag zó. Daarvoor moet men met einde
loos geduld vele malen in een afgezonderd
hoekje zitten te gluren en te turen. Het was
de eerste maal dat u op deze wijze met ons
reservaat kennis gemaakt hebt. Het is te
hopen dat u er begrip voor op kunt brengen
dat op een plek als deze, waar rust moet
heersen, niet de mens maar af en aan kan
lopen. De vogels en dieren zien u al komen!
Het zou spoedig afgelopen zijn Maar het
is wél goed dat u weet wat er alzo op het
spel staat: de laatste restjes natuurleven van
de Gelderse Vallei, 't Was fijn over dit alles
te mogen schrijven. En naar ik hoop voor u
om er over te lezen.
Zaterdagmiddag werd Charles Arthur Renaud William Godert Augustus Graaf
van Aldenburg Bentinek ten grave gedragen. Om 2 uur vertrok een lange stoet
vanaf Kasteel Amerongen om dwars door het dorp zijn weg te kiezen naar de
Oude Algemene Begraafplaats, waar zich de grafkelder der Van Aldenburg Ben-
tincks bevindt. Hieraan voorafgaande vond op het kasteel een uitvaartdienst
plaats, geleid door ds. Kaastra van Amerongen. Vele honderden dorpsgenoten
sloten zich daar bij de stoet aan om de overledene op zijn laatste gang op deze
aarde te vergezellen. Ook vele andere belangstellenden, w.o. Graaf van Lijnden
van Sandenburg, Commissaris der Koningin, waren aanwezig.
De kist was bedekt met talloze bloem
stukken. Over de kist was een blauw
kleed gedrapeerd met daarop een kus
sen met de eretekenen van de vele on
derscheidingen die de overledene tijdens
zijn leven heeft ontvangen. Er waaide
een koude gure wind toen de droeve
stoet zich langs de paden naar de graf
kelder begaf.
In het portaal van het mausoleum
werd door verschillende sprekers het
woord gevoerd. Helaas deden de wind en
het verkeer op de rijksweg veel van het
gesprokene verloren gaan.
Ds Kaastra, Ned. Herv. Predikant te
Amerongen zei dat de ontslapene de ge
meente heeft lief gehad. Zowel de ker
kelijke gemeente als de burgerlijke. Hij
was een edelman niet alleen naar den
bloede maar ook naar de geest. Ameron
gen neemt vandaag afscheid van een zeer
bemind man. Ik ben niet verbaasd over
de grote belangstelling, aldus spreker.
Dertig jaar geleden kwam graaf Carlos
Kunt u zich iets aandoen
lijker s, iets lievers voorstellen
dan zo'n jong reekalfje In
onze omgeving is een ontmoe
ting ermede iets heel gewoons.
Maar dan moet men wel aller
lei voorzorgen in acht nemen.
Zo'n diertje is volkomen wild.
Dat vertrouwt alleen maar de
moeder. U bent een „vijand"
voor hem. Zó voelen ze het
aan. Dat ga je zo maar niet
bekijken als een dier in een
hok. En hebt u het geluk, nou,
doe dan als wij. Héél stil blij-
en zorgen dat ze geen „lucht"
van u krijgen.
naar Amerongen terug. Amerongen had
een zeer ruime plaats in zijn hart.
Burgemeester Jhr. Mr. O. R. van den
Bosch zal deze zeer sympathieke mens
steeds in herinnering houden. Door hem
werd indertijd het luiden der klokken op
zaterdagavond ingevoerd. Dit is een sym
bool. Amerongen is zich niet voldoende
bewust geweest welk een edel mens on
der ons heeft gewoond.
De president kerkvoorgd de heer K. G.
Tiel merkte op dat het werk voor de
kerk zijn hele hart had. Op onnavolgbare
wijze heeft hij zich vele jaren in dienst
van dit werk gesteld. Wij zullen trachten
dit werk in zijn geest voort te zetten. Ik
heb in mijn hele leven niet veel mensen
getroffen als u, en ik zal er ook niet veel
meer treffen, zei de heer Tiel.
HU was een waarachtig Christen.
Niemand ging ongetroost by u van
daan. Wy hopen de uit uw handen
ontvangen fakkel te mogen verder-
dragen.
Namens de familie werd een woord van
dank en herdenking gesproken door de
broer van de overledene, graaf Adriaan.
Hierna trok een lange stoet langs de
groeve om de ontslapene nog een laatste
groet te brengen. Sterk leefde het besef
dat door het overlijden van Graaf Carlos
een lege plaats is ontstaan, die onmoge
lijk opnieuw bezet kan worden. Ameron
gen heeft afscheid genomen van een man
die stil en onopgemerkt zijn levensweg
ging, maar een man ook die zijn taak
zag in dienst aan God en zijn medemen
sen. Door zijn nederigheid en goedheid
genoot hij de sympathie van allen die
hem kenden. Hij ruste in vrede.
Na afloop van de begrafenisplechtig
heid bestond er op het Kasteel de moge
lijkheid een condoleanceregister te teke
nen en de naaste familie met dit over
lijden te condoleren.
Poging tot redden van rust
aan Rivièra
Steeds krachtiger manifesteert zich in
het „gure" deel van West-Europa de
wens van velen, zich te onttrekken aan
de afschuwelijke consequenties van
onze beschaving: het overladen verkeer,
de vervuiling en het rumoer der grote
steden, de luchtverontreiniging, het ge
brek aan stilte en rust.
Steeds krachtiger wordt de drang - en
de gestegen welvaart stimuleert haar -
om elders, in een welwillender klimaat
en ver buiten het gewoel een nieuw
tehuis te vinden. Overal rijzen er on
dernemingen uit de grond, die aan die
wens tegemoet willen komen en de trek
uit het noorden naar het zuiden tracht
ten te kanaliseren en te organiseren.
Het gevolg is helaas, in vele gevallen,
dat in de gebieden met het fraaiste
landschapsschoon en het mildste kli
maat zich een bouwwoede demon
streert, die nu juist de voornaamste be
hoefte van de vermoeide grotestads
bewoner, althans op den duur, onver
vuld laat. Zelfs wanneer hij een rustig
en fraai plekje heeft gevonden, waar hij
in vrede kan vertoeven, is er geen ga
rantie, dat over een jaar niet in zijn
onmiddellijke omgeving een hotel van
vele verdiepingen verrijst, waarin plaats
is voor honderden die in de goede
des jaars zijn moeilijk verworven rust
en vrede volledig te gronde richten. Bij
na nergens aan de thans zo populaire
stranden van Spanje en Italië bestaat
thans de zekerheid, dat men de waarden,
die men tracht te winnen, ook inderdaad
zal behouden. De rivièra is een klassiek
voorbeeld, waartoe een onordelijke en
stijlloze bebouwing kan leiden. Voor be
paalde gedeelten aan deze verrukkelijke
kust is het gelukkig nog niet te laat. Men
heeft thans ingezien, dat slechts een goed
georganiseerde bebouwging, aan strikte
regels gebonden, mogelijkheid biedt om
nog iets te redden van de ongehoorde
pracht van dit landschap en vooral van
de rust in die omgeving.
Een Franse maatschappij: de Société F.
Leredu et Cie., S.A. te Hyères, heeft een
stoutmoedige verbeeldingrijke oplossing
gevonden voor het vraagstuk, hoe onge
rept gebied geschikt te maken voor be
woning, zonder meteen de aantrekkelijk
heid ervan teloor te laten gaan, zoals
deze foto kan bewijzen.
Oecumenische betoging
Uitgaande van Rooms-Katholieken, Protestanten en Orthodoxen vond dezer dagen een
grote oecumenische manifestatie plaats te Parijs, waarin de positie van het Christendom
en de kerk in Rusland werd besproken. Het is verheugend, dat de koude oorlog in een
lauwe oorlog overging en allengs er een verandering plaats grijpt in de verhouding van
oost en west, die doet hopen, dat de tegenstelling blijvend wordt verzacht of zelfs over
wonnen. Maar in hoever dit alles wezen of schijn is en in hoever de huidige toestand
innerlijk vertrouwen verdient, is een ernstige vraag, die de politiek van het heden en de
veiligheid van de toekomst raakt. Het Parijse congres bekeek dit probleem vanuit het
oogpunt van de kerk, inderdaad een graadmeter van grote betrouwbaarheid.
Er zijn lichtpunten; de Russische Orthodoxe
kerk kan naar buiten optreden; ze kon lid
worden van de Wereldraad van kerken en
kon vertegenwoordigers zenden naar het
Tweede Vaticaanse concilie te Rome. Zelfs
kon de jongste bestuursvergadering van de
Wereldraad van kerken op Russische bodem
worden gehouden, nl. te Odessa. Dit alles
zou onmogelijk zijn, indien de Sovjetregering
het niet goed vond. Maar het Parijse congres
stootte nu op de innerlijke tegenstrijdigheid,
die zich voordoet. Prof. Clément van de Or
thodoxe kerk wees erop, dat er in 1958 nog
22000 kerken in Rusland open waren, maar
dat in de periode 19581962 dit toch al reeds
zo kleine restant nog weer met de helft was
verminderd en eind 1962 niet meer dan 11500
kerken bedroeg. Deze achteruitgang ontstond
niet door gebrek aan Russische belangstel
ling, doch door geweldmaatregelen van het
atheïsme, dat de staatsapparatuur blijft ge
bruiken om de kerk uit te roeien. In deze
zelfde periode werd ook de helft van de nog
overgebleven kloosters gesloten. Mede wer
den de vijf priesterseminaries ontbonden, zo
dat de toch al reeds zo sterk ingekrompen
opleidingsmogelijkheid van geestelijken hele
maal verdwijnt. Aan schoolkinderen is het
betreden van een godsgebouw verboden, enz.
Prof. Clément betoogde aan de hand van
deze en vele andere voorbeelden, dat indien
de lauwe oorlog betrouwbaar ware, men ook
in de bestrijding van het Christendom lauwer
zou worden, en dat als dit niet het geval is,
te vrezen staat, dat de lauwe oorlog een
tijdelijke manoeuvre is van het communisme
in dienst van de koude of hete oorlog, met
andere woorden: misleiding en poging om de
waakzaamheid te doen verslappen.
Francois Mauriac onderstreepte dit in een
geestdriftige rede. Hij eiste, dat de Christen
heid de Christenen in Rusland te hulp zal
komen. Als Rusland werkelijk coëxistentie
wil, moet het ook binnenslands coëxistentie
toepassen en de Christenheid vrij laten. Het
doet dit niet. Maar dan is er onder de 225
miljoen Russen voor de beschaafde wereld
heel wat meer werk aan de winkel dan in
Angola of Mozambique waar een Christen
volk bezig is de Christelijke cultuur zo goed
mogelijk te verbreiden. De in Rusland ver
volgde en gekruisigde Christenheid moet wor
den bevrijd. We moeten hierin agressief wor
den en de strijd naar Rusland zelf overbren
gen teneinde de gewelddadigheid van het
atheïsme te weerstaan. Mauriac riep hiertoe
op met grote kracht. En andere sprekers slo
ten zich hiebij aan. De vermaarde burgemees
ter van Florence in Italië deed dit in een wel
niet erg beleefd maar toch duidelijk telegram
aan Chroestsjew, waarin hij de Russische lei
der met nadruk vroeg „zich van het cadaver
van het atheïsme los te maken".
Chroestsjew schrijft in het voorwoord van
zijn dezer dagen in het Italiaans verschijnen
de boek „Vredesproblemen", dat hij positief
staat tegenover kerk en Christendom, wan
neer dit op de wijze van paus Johannes XXIII
en Paulus VI een echte vredesboodschap ver
breidt. Uitnemend, zegt het comité van oe
cumenische solidariteit te Parijs, maar dan
moet dit ook in Rusland blijken. Zolang men
hier het Christendom vervolgt, zijn dergelijke
lieve vredeswoorden niet positief te waar
deren.
Het dodende systeem
Een oud-voetbalintcrnationaal schrijft ons naar aanleiding van de door hem bijgewoonde
match-België-Ncderland te Antwerpen: De slechtste speler van het veld was Elck
Schwarz; en hij zal dit blijven zolang hij de taktiek van het elftal kan bepalen, dubbel
slecht, doordat hij het hele spel slecht maakt. Wc zagen nu het 4-2-4systcem en achten
dit moord op het wezen van deze sport. De spelers waren behoorlijk en er waren uit
blinkers onder hen; ze maakten ervan wat ze konden. Maar het systeem deugt niet.
Elek Schwarz, is nu eenmaal defensief aangelegd en denkt in de eerste plaats aan de
goals, die NIET moeten worden gemaakt; dat is geen sport; Karei Lotsy, de bezieler van
het Nederlandse elftal in zijn glorietijd, dacht in de eerste plaats aan de goals, die men
WÈL moest maken; dat is sport.
Het 4-2-4-systeem onttrekt twee man aan de
aanval ten bate van de verdediging. De Bel
gen deden het ook, met waarschijnlijk de
wrange smaak in de mond, dat zij nu wel de
„kaaskoppen" met gelijke munt betaalden,
maar er toch geen zij bij sponnen. Het voet
bal veroverde de wereld door de oude for
matie met een voorhoede van 5 spelers, be
staande uit een middenvoor en twee vleu
gels. Deze middenvoor moest behalve ka
nonnier van klasse tevens een goed spelver
deler zijn, die de beide vleugels beurtelings
in het spel kon betrekken en hun spel ver
binden tot één linie. Op hem kwam in hoofd
zaak het slagen van een aanval aan. Elek
Schwarz neemt de middenvoor weg. Hoe
een werkelijk sportman dat doen kan is een
raadsel. De idee van een rechter- en linker
vleugel is door deze daad eveneens om hals
gebracht. Men houdt vier individuele spelers
over, die systeemloos het van hun indivi
duele prestaties moeten hebben. We zagen
het te Antwerpen. Het was een voorhoede,
die eigenlijk geen voorhoede meer was, een
linie zonder schakel, een viertal waaraan
er steeds één ontbrak. Opmerkelijk was, dat
van deze vier de buitenspelers het best uit
de verf kwamen. Ze waren ook in dit sy
steem „buitenspelers" en konden hierdoor
dus een stukje „echt" voetbal handhaven.
Met weinig vrucht overigens, want de voor
hun spel onmisbare middenvoor ontbrak; de
spelverdeler ontbrak eveneens; en vleugels
waren er ook niet. Pover! Iedere toeschou
wer (behalve Elek Schwarz) verveelde
zich principieel, zij het dat individuele spe
lers hem boeien konden. En achter"? Wel,
hier was het bepaald een gedrang. De beide
spillen liepen elkaar nog al eens in de weg.
De ontvangen bevelen dreven bij elke aan
val alle hens naar de defensie, waar dan een
wirwar van benen het strafschopgebied af
schermde en de aanvallers als goochelaars
naar een gaatje moesten zoeken, waar de bal
misschien nog doorheen zou kunnen snap
pen. Het was daar menigmaal een spelver-
nietigend verwarrend geheel, waar niet goed
constructief spel ging beslissen doch het toe
val. Het is een ellendig, vervelend systeem,
dat nooit de voetballerij populair zou kun
nen maken, indien dit nog gebeuren moest
en waarbij de nul-nul-uitslag uitnemend past.
Het is het verdiende loon van een dood sy
steem en het zou zonde en jammer zijn, in
dien een of ander toevalsgoaltje dit zuiver
der resultaat zou hebben verduisterd. De
middenlinie? Die was er ook niet, want de
spil ontbrak. De middenlinie moet, zal ze
vruchtbaar spel opbouwen, uit drie man be
staan; twee is te weinig en neemt de vaart
uit het spel. Men kan gerust zeggen, dat het
publiek zich meer en meer van spel, dat op
deze wijze geleid wordt, zal afkeren en de
voorkeur zal geven aan clubvoetbal, dat
werkelijk voetbal is. Het oude systeem was
goed, trok publiek en was sport; het nieuwe
systeem deugt niet, verdrijft het publiek en
is geen sport. Bram Appel, de bekende trai
ner van PSV, zei terecht, dat hij „misselijk"
werd van het 4-2-4-systeem. Hans Kraay
onderschreef dit. Hij zei dat dit systeem fu
nest moest heten, want er kwam, zo weinig
uit". Inderdaad, dat is het; het zat er na
melijk ook niet in. Het systeem is zelfvernie
tiging van de sport, die de mooiste kon zijn.
Oranje-Wit corrigeerde in
het laatste half uur een 0-1
achterstand tegen Renswoude
in een 4-1 overwinning
GEEN INSPIRATIE
In Eist speelde Oranje-Wit een voor
haar vrij onbelangrijke, maar voor te
genstander Renswoude juist zeer be-
belangrijke wedstrijd, gezien de activi
teiten om alsnog de laatste plaats (even
tueel 2 plaatsente ontlopen.
In dit licht bezien, moet dan ook het
publiek niet voor een verrassing ge
staan hebben, want men zag van Rens-
woudse kant enthousiast en ook fris
aanvalsspel, dat door de Elster achter
hoede met moeite gestopt werd. Keeper
Van Rotterdam moest voortdurend op
zijn hoede zijn en Oranje-Wit kwam
slechts sporadisch tot een aanval. Zo
verliep de eerste helft, waarin rechts
buiten Slok van Elsterzijde een goed
schot net langs de verkeerde kant van
de paal zag gaan, maar waarin ook de
Renswoude-aanvallers kansen onbenut
lieten. Men ging de thee nuttigen met
een dubbelblanke stand.
Ook het begin van de tweede helft
was duidelijk voor Renswoude. Men
probeerde een doelpunt te forceren en
dit lukte dan in de 12e minuut toen er
even iets in de Oranje-Wit-achterhoede
haperde (0-1). Eerst hierna werden de
Elstenaren actiever, men wilde er nu
ook wat aan gaan doen en in de 20e
minuut kwamen de partijen op gelijke
voet, toen de arbiter een handsgeval
van één der Renswoude-verdedigers
wat zwaar strafte met een strafschop.
Specialist Onink faalde niet (1-1).
Oranje-Wit ging hierna door en Rens
woude kwam onder druk te staan. Zo
controleerde linksbuiten Bos in de 25e
minuut een uittrap van een Renswoude-
verdediger goed, gaf een bekeken pass
door de Renswoude-verdediging, welke
midvoor Doornspeek maar behoefde in
te lopen (2-1). Enkele minuten later een
aanval over rechts, de bal kwam scherp
voor het Renswoude-doel, keeper en
verdediging aarzelden, linksbuiten Bos
echter niet en het was 3-1. Renswoude
was geslagen, zelfs scoorde rechtsbuiten
Slok, uit een onmogelijk schijnende
hoek met een strak schot (4-1). Met deze
stand kwam het einde van deze matige
wedstrijd.
DE
GROTE
OPSTAND
(49) „Daar komen zij, zet je schrap, makkers!"
roept de aanvoerder van Viola's ruiterij. De ruiters
klemmen hun lansen vaster in de hand en drijven
hun paarden achterwaarts tegen de muur van het
huis der graanhandelaren. Dan snelt opeens een
ranke meisjesgestalte langs hen heen het markt
plein op. „Terug, jullie!" roept ze luid tegen de
ruiters, maar er verstrijken kostbare seconden voor
dat de mannen in dat haveloos geklede meisje hun
gravin herkennen. Reeds zijn Cesare en zijn op
standelingen tot op enkele meters genaderd
Aram ziet hoe Viola zich in wanhoop omdraait en
in een afwerend gebaar wijd haar armen spreidt
„Stop! stop! Ik zal al het graan opkopen van Avidis!
Ik zal de fouten van Crithon goedmaken!" klinkt
schril de hoge meisjesstem boven het gejoel der
toestormende horde. Dan heeft Cesare haar bereikt.
Met een spottende lach slaat hij zijn zeis vooruit
De houten steel treft Viola met volle kracht en
Aram slaakt een kreet van schrik, als hij haar ach
terover ziet storten (Wordt vervolgd)