EEN MILDE AVOND OP DE GREBBEBERG Boeken Gids B m B ip M M L. f as UteehM* *v6j. C. DROST êj&kjriseU. koken. - dof- is 'h ruimte Toen ging de zon slapen in haar purperen hemelbed en toverde de maan een vurige baan in de Rijn KRUISWOORDPUZZEL Coöp. Raiffeisenbank TWEEDE BLAD „DE VALLEI" VRIJDAG 1 MEI 1964 Nr. 35 door Adriaan P. de Kleuver Oplossing puzzel D 1 Rolf Hochhuth DE PLAATSBEKLEDER OPGAVE NR. D 2 „Ijsberen'' al weer actief in Bergbad Nieuw product bij Hollantor N.V. 18 36 49 Boslaan 17 Veenendaal Telefoon 3364 Hoogstraat313-15 - Veenendaal ZITTING ACHTERBERG W»'u> if Xlii..«r MET TEKENINGEN VAN DE SCHRIJVER Gezicht vanaf de Grebbeberg. Niet dat ik Rhenen als stad niet mooi vind, neen, daarom geenszins sla ik het tracé Remmerden-Grebbe op onze tocht over. Wij willen de loftrompet over ons geliefde stadje zelf laten steken. Nu fietsen wij door naar de ingang van de Heimenberg, die tegenover de militaire begraafplaats gelegen is. Ik zie verwondering in uw ogen, want van een Heimenberg, neen, daarvan hebt u nooit gehoord. En toch is het zuidelijke deel van onze Grebbeberg in het verleden nooit anders genoemd. En de Achterbergse zij de heette Laarseberg. En zo noemt men die zijde nog steeds. Deze keer dan doen wij de oude Heimenberg de eer aan die ze toekomt. Nog geen honderd passen ben je het bos in gewandeld of alle geluiden van de mensenwereld zijn als het ware opgeslurpt door al dat groen onder, boven en aan alle kanten rond ons. Het geronk van de moeizaam de Grebbeberg opklimmende bromfietsen, het getoeter van haastige lieden die een voortsukke lend autootje voorbij willen glippen, de schallende stemmen van een clubje op de pendalen omhoog- wiegende jongens, dat alles valt weg. 't Is er gewoon niet meer. De stilte valt over ons als een donzen deken 'k Moet altijd denken aan wat mijn vrouw zegt wanneer ze op de 4e mei thuis komt van haar bezoek aan de ochtendherdenking op de militaire be graafplaats. Dan speelt de K.M.K. al tijd dat innig mooie „Letster Frühling" van Edward Grieg. Ja, het was voor velen daar de laatste lente van hun leven En als mijn vrouw dan later haar in drukken weergeeft over het moment waarop twee minuten stilte in acht wordt genomen, ieder het hoofd ont bloot en de militairen stram in de hou ding staan, dan is dat met de volgende woorden: dat is altijd zó plechtig; je hoort alléén de vogels en de wind in de bomen." En dat is dan daar op de weg één van de weinige momenten van het jaar waarin alléén de natuur nog spreekt. Zo hebben ook de vogels gezongen, in de adempauzes, gedurende die waan zinnige strijd daar, toen de horden van een dwaas mens die mateloze rust in de natuur kwam verstoren. Een van de aardigste planten van de Grebbeberg is de bosrank. Ze hoort er écht wel thuis. Maar tóch was het de mens die er voor zorgde dat ze hier en daar rond dit heuvelmassief voor komt. In de tuinen van Heimerstein, Levendaal en Remmerstein werden ze wel gekweekt en het pluizige zaad werd weggeblazen door de wind. En zó werd ons gebied verrijkt met een plant die van nature volledig wild is. Je moet dus van de grote weg af om die volkomen rust in te treden. Zelfs niet bij onze doden op de Grebbeberg is die rust te vinden. Die is er maar een paar minuutjes per jaar. Wél op de plaatsen waar ze gevallen zijn, waar ze om hun moeder geroepen hebben in hun hoogste nood en waar ineengezakt, met een glimlach op het gelaat, die sol daat tegen een boomstam zat met in een hand zijn open geslagen bijbeltje Ja, de tijd heelde ook de wonden die granaatscherven in de stammen kerf den. Ze zitten nu ingekapseld onder een ruige plek op de bast. Ieder jaar bekijk ik de plek op een dikke beuke- stam waar een reep bast afgerukt was. Die plek is al bijna overgroeid. Daar gaan vijfentwintig jaar over heen Dat de natuur mild en wreed tegelijkertijd is, dat weten wij al wel. Maar wat de mens haar aandoet, dat heelt ze met de zorg van een goede moeder. Dat te er varen is een gelegenheid te meer om over na te denken. Dan staan wij bij die wondermooie plek die de Rhenense bevolking de naam „Zwitserse vallei" gaf. Een merk waardig, diep ravijn, begroeid met ve lerlei mossoorten en van welks vrij stijle wanden hoge beukenstammen op rijzen. Een wonder van natuurschoon. Dat het als natuurmonument een her innering oproept aan de verre ijstijd, daaraan denkt nooit iemand. Een daar wandelende mevrouw dacht dat het eens gegraven was om er de weg door te leggen. Maar mijn lieve mevrouw, het is juist andersom! Men heeft de weg in nét zo'n ravijn gelegd. Ja, ja, zó lagen er al duizenden en tienduizenden jaren parallel aan el kaar die twee uitgesleten geulen, ge vormd door over heuvelrug gevloeid smeltwater van de landijstong, die eens de Gelderse Vallei opvulde. Dat was een tijd van ruig geweld en van on tembare oerkrachten. Op onze tochten komen wij in onze streek keer op keer zulke ijstijd relicten tegen. Net zo'n soort smeltwater beekbedding, erosie dal, waren wij al bij De Tang gepas seerd! Maar die van de Heimenberg is véél grootser. Het verwondej-t my helemaal niet dat men bü het zien er van aan Zwitserland denkt, 't Is iets ge weldigs, iets om je er klein bjj te voelen. Wat een scheppingswonder. Ja zeker, óók wij, geologen en bio logen, buigen bij het zien van Gods wondere schepping diep ons hoofd. Het scheppingsproces, dat oneindige perpe tuum mobilé van de natuur, dat onver brekelijk samengaan van de levende met de dode stof, dat manifesteert zich hier overweldigend. Oprijzende uit die oeroude bodem torenen hoog de beukenstammen. En wat al leven en vertier is daar op en om! Tien tegen één dat alle in ons land voorkomende mezensoorten acte de precense geven: kool- en pimpel mezen, glans- en matkopmezen, de grappige kuifmezen en de ware acro baten onder hen, de zo artistiek met hun lange staart balancerende staart- mezen. Wacht eens, daar tegen die eiken stam, waar die klimop zich aan hecht, daar zit het nest van zo'n staartmees. Ziet u het nóg niet? Ja, góéd zo, daar, dat mos, dat is het. Als men praat van camoufleren! En dan zijn er de water- vlugge boomklevers, die pastelblauwe met roestrood uitgedoste juwelen, en het onaanzienlijke boomkruipertje, dat nog rapper met de kop naar beneden flitst dan andere vogels het omhoog doen. Zag u al eens vogels kiekeboe met u spelen? Dót kunt u beleven met die boomklevers. De naam zegt het al: ze zitten als geplakt tegen de stam. Maar ineens gaan ze wat omhoog en zitten dan precies tegen over u aan de andere kant. En al weer komen ze tevoorschijn en wéér gaan ze naar de andere kant. Zo draait zo'n rap gevalletje al spiralende omhoog. Waarom? Om alle hoekjes en gaatjes te inspecte ren of er insecten verborgen zitten. Eerlijk, dat spelletje kan men uren lang volgen, want die kleine stijlewand- acrobaten schijnen onvermoeibaar. ieder uur van de dag genieten. Bene den ons ligt de Blauwe Kamerse plas met haar enorme vogelrijkdom. Een volgende maal gaan wij daar wel eens de vogels bespieden. Hier vanaf Ko ningstafel, zie je bij helder weer de brug van Nijmegen haar rug krommen en vér daarachter doemen de bossen van het Duitse Reichswald. Zo moet de Boheemse winterkoning Frederik van de Paltz hier toch wel met heimwee aan zijn verloren rijk, daar vér achter die bossen aan de ein der, gedacht hebben, wanneer hij hier na een vermoeiende jacht kwam uit rusten. En verhaalt niet de Cunera- legende dat het toch hier ergens ge weest moet zijn dat de jaloerse moor denares van dit vrome kind zich te pletter liet vallen. Men kan hier mijlenver uitkijken. En het mooist van alles is toch het zilveren lint van de Rijn, zoals het daar met een wjjde boog door de smaragdgroene uiterwaarden slin gert. Wat is dat allemaal overwel digend. 't Is al laat geworden als wij aan de weg terug gaan denken. Geboeid aan deze plek hebben wij gezien hoe lang zaam de zon, in een bed van purperen tinten, groot en gloeiend oranje, op het punt stond ver naar het westen in het eindeloos niets weg te zinken. Bo ven de laagte van de Gelderse vallei werd de hemel al donker-indigoblauw. Hoog opgestapelde cumuliswolken dre- Zodra de avond valt komen de uilen uit hun dagverblijven en jagen langs de bosranden en op de enggronden naar muizen en ander schadelijk gedierte. Vele jaren achtereen al waren ze present op de Grebbeberg, onze bosuilen, een ver schijning die wij op onze avondwandelingen maar wat graag te zien krijgen. Ze hoort bij de avondsfeer van het bos als de zon bij de dag. We wandelen weer verder, nu dwars de berg over, en staan dan voor een hoge wal. Er gaat een pad omheen. Dat nemen wij naar rechts. Het talud is be groeid met de teerwit bloeidende bos- klaverzuring. 't Heeft hier wel iets weg van de bossen van Beek bij Nijmegen. En tóch anders. Waar zag u ooit zulk een begroeiing van de bodem met adelaarsvarens! 't Lijkt wel een bos uit het Carboontijdperk. Zo machtig veel zijn er. En wat óók zo buitenge woon mooi daar zijn? De bergvlieren, straks met hun geurige crème-gele bloemtrosjes en in de herfst met ko raalrode bessen. Die wal blijkt een enorm rechthoekig terrein te omsluiten. Wat het geweest is. Zéér beslist een burgt, een soort rand-vesting. Ze is bepaald ouder dan de tijd van bisschop David van Bour- gondië, die er misschien wel de cent met zijn beeldenaar verloren heeft, die er eens gevonden is. 't Kan ook de plek geweest zijn waar de graaf van Hol land zijn tegenstander de graaf van Gelre afgewacht heeft. Dat was in de veertiende eeuw. Onderschat die aar den wallen geenszins. Over de Saksen en Romeinen dénk ik niet eens. 'k Heb er wel eens echt middeleeuwse scher ven van pottegoed gevonden. Nooit an dere. Van die echte, lichtgrijze, die wij kennen als Jacobie kannetjes. En dan staan wij op het pleintje bij de bos wachterswoning. Wat woont zo iemand daar verruk kelijk. Wel erg eenzaam. Maar van wat voor een uitzicht kan men daar V z' Het panoramisch uitzicht over de Rijn-Valleizoals de schrijver het zag en tekende vanaf Remmerden bij Rhenen. ven, omzoomd met gouden randen, tot waar ze alle glans verloren. Zij gingen de nachtschuit in. Helder der en helderder flikkerden de sterren aan en ergens boven Wageningen be klom hoger en hoger madame la Lune de hemeltrap. Kalm spoedde de stroom zich voort, dwars door de vurige baan, die de maan in het water toverde. Op die avond heb ik héél duidelijk gevoeld dat de Boheeme componist Be- drich Suretana onderging toen hij zijn geliefde rivier de Moldau in het maan licht zag liggen. Dat hield hij vast en thuis gekomen voegde hij dat tere ge deelte „Maanlicht" toe aan zijn sympho- nisch gedicht „De Moldau". Dichters, componisten en schilders zijn begenadigde mensen en ach, wat zouden wij arm zijn zo hun scheppend vermogen het kleurloze van ons leven niet op kon fleuren met woord, klank en kleur. Honderden men sen gaan naar Wijk bij Duurstede om op het oude kasteel Duurstede van het menselijk spel van woord, klank en kleur te genieten. Vraag ze eens of ze ooit op een maanverlichte avond daar op de Greb beberg gestaan hebben of er het over weldigende wonder van een zonsonder gang hebben meegemaakt. Dót kent men niet. Je krijgt het er notabene voor niets en toch: Waar blijven ze, de stille genie ters van de natuur. Gek toch, je hebt er die hun ziel en zaligheid aan óf vogels, óf plan ten verkocht hebben. Die schijnen de Schepper als een soort specia list te zien. Heus, beste vrienden, héél dat ingewikkelde raderwerk dat wij natuur noemen is één ge heel. Je kunt het één niet losden- ken van het ander. Daarmede doen wij de Schepper onrecht aan. Bemerkte U al hóé moeilijk het voor mij was van Koningstafel weg te komen. Dwars door het maanverlichte bos wande len wij terug naar ons uitgangspunt. Dan, ineens, is er dat vreemde geluid, dat wij ook zo dikwijls bij het Egelmeer horen. Een nachtzwaluw vliegt met korte rukjes over de open plek in het bos. De „zang" van deze nachtbeminnende vogel heeft inderdaad weinig om het lijf. Eigen lijk is het weinig fraaier dan het kikker gekwaak van straks, dat wij vanuit de Grift hoorden komen. Al zwenkende, met de moordkuil van een bek open, is die vogel bezig rondsnorrende nachtvlinders en kevers te vangen. Zó een verdelgt wat van dat schadelijke goedje. Overdag zie je ze nooit. Wie nu eens héél goed de takken van de bomen zou gaan inspecteren, die had een kans. Zo'n nachtzwaluw is overdag net een stuk bast! Ziezo, en dan maar de fietsen opge zocht. Door de maanverlichte avond gaan wij op huis aan. Alwéér hebben wij een fijne dag beleefd in eigen omgeving. Zo zullen er nog vele volgen. Reken daar maar op. Oplossing Hor. 1. set, 4. beleefd, 6. ere. 7. rad, 9. lel, 11. Tom, 13. geste, 15. les, 17. oma, 19. nee, 21. lemma, 23. org, 25. Somme, 28. opa, 29. neurveus, 30. aar, 31. lakei, 33. Fin, 34. eenre, 36. nee, 38. ont, 39. nis, 40. veste, 43. sla, 44. ram, 45. ris, 47, moe, 49. grendel, 50. ree. Vert. 1. slede, 2. eer, 3. teelt, 4. bar, 5. dal, 8. aga, 10. een, 11. trepaan, 12. mom, 14. servies, 15. Leo, 16. Samaria, 18. manie, 20. Essen, 21. lol, 22. mak. 23. erf, 24. Gen, 26. man, 27. ere, 32. Ens, 35. ets, 37. eva, 38. oei, 41. emmer, 42. trede, 44. rog, 46. sol, 48. one. Er is de laatste tijd over geen enkel boek in de wereld zoveel ge schreven als over De Plaatsbekle der van Rolf Hochhuth. Dit blijkt ook wel uit het boek dat inmiddels uitgegeven is: „Voor en tegen De Plaatsbekleder". In Nederland is de vertaling van Hochhuths drama Der Stellvertreter uitgegeven bij Uitgeverij Contact in Amsterdam in een vertaling van Gerrit Kou- wenaar. Het is eigenlijk onmogelijk om van dit toneelstuk in de schouw burg een zuivere indruk te krijgen, omdat het drama altijd in een be werking zal worden gespeeld. Dit laatste vindt z\jn oorzaak in de lengte van het stuk. De schrijver heeft het zó breed opgezet dat de volledige uitvoering ongeveer ze ven uur zou duren, dat wil zeggen bijna drie maal te lang is. De bewerkingen zijn langzamer hand zo talrijk geworden, dat twee mensen uit verschillende landen waarschijnlijk nooit dezelfde Plaatsbekleder zullen zien. Het gegeven mag, nu er al zo veel over geschreven is, eigenlijk wel als bekend worden veronder steld: Uit het drama van Hoch huth komt de beschuldiging naar voren aan het adres van paus Pius XII, dat Z.H. niets gedaan heeft om de Jodenvervolging gedurende de tweede wereldoorlog tegen te gaan. De schrijver neemt geen blad voor de mond: één van de hoofd figuren, de jonge geestelijke Ri- cardo Fontana, die als martelaar de joden zal volgen naar Ausch witz, zegt dat de paus, die niet protesteert wanneer de joden zelfs onder de ramen van Het Vaticaan worden weggesleurd, een misdadi ger is. De paus heeft dit gedaan omdat „Herr Hitier" te vriend ge houden moest worden en „verhand- lungswürdig" moest blijven. De paus trad eerder op als slim di plomaat dan als vertegenwoordi ger van Christus op aarde. Verder kant de schrijver zich ook in hevige mate tegen de nazi's, de grote industriëlen en de weten schapsmensen, die meegedaan heb ben in welke vorm dan ook, aan de massa-moorden. Hoewel de passieve houding van Pius XII in dit stuk wel het belang rijkste is, ben ik van mening, en velen zijn dat met mij eens, dat het niet alleen de schuldige houding van de paus is, maar ook de pas sieve houding van andere kerken en van andere mensen, van ieder een die niet is opgekomen voor de joden en van een ieder die niet ge protesteerd heeft tegen de joden vervolging, die door Hochhuth aan de kaak gesteld wordt. Het stuk is inmiddels in Neder land ook op de planken gebracht nl. door het Nieuw Rotterdams Toneel. Het laatste woord zal er dus nog niet over gezegd zijn, maar mocht het gezegd worden dan zal het ze ker positief moeten zijn. J. G. B. Het „Bergbad" staat op dit moment nog maar half vol water en de vele mooi-weerzwemmers zullen het nog wel uit hun hoofd laten om er in te gaan. De temperatuur van het Bergbadwater verschilt nog niet veel van hetgeen uit de Veenendaalse kranen komt. Toch is er al weer een groepje heren, dat zich elke morgen om zeven uur in het ijswater laat zakken. De kern van dit groepje bestaat uit enkele „ijsbe ren" die vorig jaar in november nog hun baantjes zwommen. De groep is aangevuld met enkele dapperen en al len zijn vast besloten om ook na slui ting van het bad met de pret door te gaan tot men de kuip laat leeglopen. Om van de koude dagen en het dito water in het zwemseizoen maar niet te spreken. Maar dat vinden de „ijsberen" de moeite van het noemen niet eens waard. Ze gaan steevast elke morgen te water. Ofhet moest al té warm worden. Bij de Hollantor N.V. is een nieuw product in de fabricage gekomen. Het is de z.g. Firak-matrasbeschermer. Huisvrouwen klagen er nogal eens over dat de bestaande matrasonderdekken onvoldoende bescherming bieden. De nieuwe matrasbeschermer be schermt de matras niet alleen, maar geeft ook steun, is vezelvast, stofvrij en ventilerend en dus blijvend fris. Het nieuwe product is getest door het Laboratorium van het Rijks Nijver heids Instituut en het Vezelinstituut T.N.O. te Delft. De Nederlandse Ver eniging van Huisvrouw heeft haar keurmerk aan de nieuwe matrasbe schermer verleend. 1 2 3 4 5 6 7 5 9 10 11 13 14 15 16 1? 18 19 20 21 22 23 25 26 27 28 31 32 33 34 35 37 38 39 40 41 42 44 46 48 50 Hor. 1. bijwoord, 4, jeneverstoker, 6. huisdieren, 7. water in Z.-H., 9. onder richt, 11. kleefmiddel, 13. eenjarig kalf, 15. sluitkolk, 17. voorzetsel, 19. bitter vocht, 21. herkauwend dier van het geslacht der hertachtigen, 23. radio omroep vereniging (afk.), 25. jongensnaam, 28. honigbij, 29. gem. in België, 30. telwoord (Eng.), 31. verdieping van een huis, 33, onderricht, 34. enkele, 36. tijdrekening, 38. bid (Lat.), 39. landtong, 40. langzaam (muziek), 43. cilindervormig voor werp, 44. vriend (Fr.), 45. vaartuig, 47. afkorting van een jongensnaam, 49. vogel, 50. ontkenning (spreektaal). Vert. 1. veilige ligplaats voor schepen, 2. telwoord (Eng.), 3. nobele, 4. dans partij, 5. paard, 8. telwoord, 10. arbeidseenheid, 11. lijdzaam, 12. eiland in de Ierse zee, 14. stuk grond, 15. groente, 16. steel, 18. giftslangetje, 20. stuk bouw land, 21. gem. in Gelderl., 22. vogel, 23. heks, 24. gewicht, 26. koning (Fr.), 27. als 7 hor., 32. verstandig (bargoens), 35. zot, 37. bergweide, 38. lichaamsdeel, 41. vertrouwelijk, 42. graan, 44. voegwoord, 46. voertuig, 48. eer. In de brief met folder die U onlangs van de P.U.E.M. hebt gekregen, werd U een modern electrisch fornuis met pannen 'n half jaar op proef aange boden! Dit kunt U ook krijgen via Uw in stallateur: P.U.E.M.-condities: Vlugge aflevering - Blijvende service Vlotte en nette aanleg Probeert U het ook eens! Wij geven U gaarne thuis of telefonisch alle gewenste inlichtingen. Wat voor ruimte? Ruimte om juist dat te doen wat anders moeilijk bereikbaar is. De kleine dingen èn de grote. Door de gestadige rentegroel. Want zodra die rente op uw spaar boekje bij onze bank is bijgeschreven kunt u rente-van-rente verwachten. Reken maarl Open een spaarboekje bij onze bank. Laat uw geld veilig groeien. Geef uw budget meer ruimte. Maak rentel Elke woensdagmorgen van 9.30-12.00 uur in „Bethel" AANGESLOTEN BIJ DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1964 | | pagina 3