OM EN Bil DE BOSHUT Jeugd, DE LANGZAME WIJZERS VEENENDAAL AMERONGEN Vestigingsmogelijkheden beperkt SCHER I'ENZEEL DERDE BLAD „DE VALLEI" VRIJDAG 12 JUNI 1964 Nr 47 Hannes Bos werd 'n legende, maar ver geten, neen, dat kunnen wij hem nooit In ,den Egelmeer' bloeien de blauwe gen tianen en bootsen de vogels hun naam na PARKLANDSCHAP Weerprofeet Koninklijke vogel JyJOOIT was het bij mij opgekomen dat er grootgrondbezitters zouden zijn die U als het ware gaan smeken „bezoek onze bos sen toch eens". Dat schijnt nu het geval te zijn met de eigenaar van het landgoed Prattenburg. Tenminste, dat meen ik te mogen opmaken uit een artikel dat in de „Vallei" verscheen, 't Kan verkeren, zei Bredero eens En daar houden we het dan maar op. In mijn laatste artikel heb ik niet gerept over het gedeelte van Prattenburg ten oosten van de provinciale weg Veenen- daal-Elst; nu ga ik evenmin de loftrompet steken van dat Prattenburgse bos. Niet dat ik het niet mooi vind, verre van dat, maar om de doodeenvoudige reden dat zo'n verzameling van voornamelijk naaldhout wél recreatieve betekenis heeft en slechts weinig plaats overlaat voor het bestuderen van de bosdieren en de flora. Werkelijk, dennenbos IS arm. Om van vogels en bloemen te genieten, moet men de singels en vooral de uitlopers van de bossen, die met eikenhakhout bezet zijn en meer valleiwaarts gelegen zijn, als wandelterrein kiezen. En dan 't liefst waar een beetje water te vinden is. Al is 't maar een slootje. Als in de alpen ZO WAS HET VROEGER Beloning voor onze jeugd -puistjes PUROL-POEDER DOOR ADRIAAN P. DE KLEUVER met tekeningen van de schrijver HET IDYLISCH GELEGEN HUTJE VAN DE GEBROEDERS BOS Gekoesterd door de omarming van de er rondom geslingerde Defensieweg (wat een prozaïsche naam voor zulk een poëtisch plekje), omwolkt door de penetrante aroma van uitbundig bloeiende vlieren, verscholen achter hoog opgaand loofhout, verdroomd in de kleine wereld van die paar mensen daar, zo kennen wij het kleine huis bij het Egelmeer. Als een ongekroonde koning beheerste de markante figuur van Johannes Bos dit plekje. Dat hij ruste in alle mede. (Tekening A. P. de Kleuver, 1950) HET HUIS PRATTENBURG Hoewel het huis Prattenburg niet gerangschikt kan worden onder de officiële Stichtse kastelen, bewaart het in zijn bouwstijl dezelfde normen als het voor malige buiten Remmerstein. De aangebouwde schuur zou de suggestie kunnen wekken dat het een hofstede geweest is, maar de voorgevel toont ondanks de vervallen toestand iets van een oudtijds deftig herenhuis. De hoge stenen stoep doet eveneens vermoeden dat het huis betere dagen gekend heeft. In alle be schikbare publicaties wordt steeds gesproken over „huis", maar nimmer over een hofstede. Een vergelijking met het Achterbergse Stuyvenest is nog het beste te maken. Ook daar bouwde men tegen een stevige donjon uit de veertiende eeuw een boerderij, zoals ook bij het huis Prattenburg het geval was. Evenwel is het mogelijk dat door de bouwvalligheid het voormalige herenhuis als boerde rij ingericht werd. Ongetwijfeld was de oorspronkelijke bestemming van andere aard. De bewoners van dit soort huizen waren meestal landjonkers en bovendien zelf verzorger. Hoezeer de kleine adel met de boerenstand verweven was verhaalt het volgende voorval: De beroemde operacomponist Friedrich von Flotow (1812- 1883) stamde uit een geslacht van landjonkers. Op een dag ontving hij bezoek van een belastingambtenaar die zijn beroep wilde weten. Von Flotow noemde het „vak" van componist. Dit nu vond de bezoeker een raar beroep voor zulk een deftig man en meende dat zijn weledelgeborene hem in de maling nam en vroeg langs zijn neus weg of de jonker wat anders deed „voor de kost". „Kerel", snauwde de componist van „Martha", „ik houd nog koeien en mijn huishoudster verkoopt de melk." „O", antwoordde de plichtsgetrouwe ambtenaar, „dan bent U Milchmeyer". Ddt vond de goede man niet zo vreemd en zo prijkte op het be lastingpapier van de deftige jonker niet componist, maar eenvoudigweg melk boer En Prattenburg dan, zult U vragen? Mogelijk iets van dien aard zou den wij menen, 'k Zie een lachje om Uw lippen krullen. Was ddt nu Pratten burg? Jazeker!, m'n beste lezers, ddt was het dan. Wat er nu staat is maar ersatz. En een kasteel is het nooit geweest ook. Dat gelooft U wel met mij indien U dit boerderijtje eens goed bekijkt. Zo gingen er honderd in een lood. Dat huis Prattenburg van nu is echt een ding dat de standing moet aangeven van de be woners. Zo iets deed men op het einde van de kitscherige negentiende eeuw. 't Is nóch vlees, noch vis. Een havezate dan? Oók niet. Er kleeft geen enkel heerlijk recht aan en „Heren" van Prattenburg bestaan niet. (Tekening naar Cornelis Pronk, door N. van de Monde) Ja, vroeger was dat mooi. Toen was het gebied met enggronden véél groter en dan ging dat over in enorme heide velden. En die engen waren net par ken. Ze waren in percelen verdeeld en om ieder perceel lag een eikenhakhout- wal. En een vogels dat je daar had! En geloof nu niét dat na het rooien van de wallen él die vogels naar de bossen verhuisden! Neen, dat ging heel an ders. Ze kwamen naar ons dorp, de mezen en de merels en de lijsters. Onze tuinen met hun struiken hadden véél meer weg van dat oude parklandschap. Om van het oude, aan vogels zo rijke landschap nog wat terug te vinden, doet U niet beter dan snel de oude Cuneraweg vóór het huis Prattenburg af te leggen en waar de aanzet van het fietspad naar Amerongen is de Defensieweg naar ja, waar gaat het dan naar toe. De één zei: „naor Hannes hüü"; een ander: ,„naor d'n Egelmeer". Ach ja, onze vriend Johannes Bos is een stukje legende geworden. Ve len heeft hij zondag aan zondag genoeglijke momenten bezorgd met zijn verhalen, die er nét tegenaan zaten waar het de waarheid be trof. Toen zijn broer Albert ging trou wen hebben ze het hutje wat opgeknapt ■en wat zo wonderlijk was, dat was dat daarbij het oude gezegde „de boer is van nature een kunstenaar" bewaar heid werd. De opknapbeurt van het huisje had niet tot gevolg dat het ver wallen hutje, dat zo onvergelijkelijk ro mantisch door de omarming van de weg gekoesterd werd, een verslechte ring onderging. Landschappelijk blééf het een wondermooi gevalletje. Je moet er cp een warme dag in juni zijn, als de vlieren er bloeien en er die pene trante bloesemgeur hangt. Op zo'n erfje bloeien soms vreemde planten, 't Stond er eens vol doorn appel, dat zwaar giftige familielid van onze aardappel. Zoiets noemen wij met een geleerd woord „adventief", omdat het planten zijn die b.v. met kippen voer verwilderen. Toch wel een vreemd gezicht, zulke Russische of Hongaarse indringers. Hannes Bos bezat één bijzondere ga ve: hij wist je precies te vertellen wat voor weer het werd. Om dat te weten keek hij b.v. naar zijn bietenveld. „Er komt gauw regen", zei hij dan, „want de bieten vragen er om." Dat dank je de koekoek, dacht ik in zulke gevallen, het blad ligt plat op de grond! Maar het gekke was dat, vóór ik op de fiets thuis was, het al pijpestelen regende, 'k Ben er nooit achter kunnen komen hóé hij dat zo feilloos wist. Mensen die zó met de natuur verweven zijn als wijlen onze vriend Hannes, of als Ger- rit de molenaar, hebben voor het aan voelen van weersveranderingen een zes de zintuig schijnt het wel. Je kunt daar bij dat idylische plekje maar moeilijk wegkomen. Het is maar goed dat het Egelmeer een paar honderd meter verder ligt en ons lokt. Water zit er praktisch niet meer in. Dat is de schuld van de „knappe" waterhuishoudkundigen, die zo no dig het waterpijl van het Valleika naal met een dikke 80 cm moesten verlagen! Trouwens, de gehele om geving is als gevolg daarvan aan het verdrogen. De Benedeneindse boeren vinden het best. Vroeger verzoop je in de hooi landen; nu zijn dat beste weilanden geworden. En tóch betreuren wij het dat die paar waterrijke gebiedjes in het voorland van de heuvelrug onher roepelijk ten dode opgeschreven zijn. Voor de oorlog was het Egelmeer nog een flinke plas en in mijn jeugd lag er achter ook nog een flink moeras. Daar groeiden héél zeldzame orchideeën, b.v. de herfstschroeforchis en de sturmia. Dat is helaas óllemaal verleden tijd. Hoe prachtig was dat ruggetje in de plas met dat rijtje kromgewaaide ber zeldzame kwartelkoning bedoeld. Nog maar zelden hoor je in de korenvelden, dicht bij waterrijke plekjes, het sner pende kreks-kreks van de vogel De laatste tijd komt bij het Egelmeer wel eens een havik op bezoek. Jammer dat het er zo druk geworden is. 't Is er een uitgezocht plekje voor een ha vikenhorst. U weet misschien wel dat hier geïmporteerde haviken uitgezet zijn. Nu ben ik persoonlijk niet zo'n voorstander van zulk invoeren. De mou- flons op de Hoge Veluwe laten mij een voudig koud. Zo had iemand in de Hel een zeld zame plant uitgezet. Wat een tramme lant heeft men daar bij het Natuur- beschermingsconsulentschap te Utrecht over gemaakt. En nu gaat het met de haviken precies omgekeerd. Als wij er bezwaar tegen maken, omdat wij rede neren dat planten en vogels die van nature verdwijnen omdat er het miljeu niet meer voor is, dan redeneren de mannen van fauna-beheer dat het zo zonde is dat de havik verdwijnende is. Vroeger roeiden de boswachters die roofvogels uit; nu krijgen ze vijf gulden premie voor ieder haviken- horst dat met jongen bezet is. Wer kelijk, ik héb niets tegen haviken. Het zijn koninklijke vogels en écht wild zijn ze me van harte welkom. Maar dit is me wat te dierentuinerig. Om dezelfde reden maken ze me wild met hun verhalen over de verdelging van vossen. Oude dieren afschieten en dan de jongen laten kreperen, dat lijkt nergens op. Zo iemand mogen ze voor mijn part zonder eten en drinken op een eilandje in de Stille Zuidzee zetten. Bindt men de strijd aan tegen roverij, dan moet men sportief blijven. Uit moorden is onsympathiek. Ik houd niet van die Batholomeusnacht orgiën on der de bewoners van bos en veld. En daarmede zal iéder weldenkend mens het eens zijn. Ongetwijfeld, zou Luns zeggen. Voor wij - node wel te verstaan - van deze idylische plekjes afscheid ne men, wil ik nog een herinnering aan Hannes Bos ophalen, 't Was op een ex cursie dat ik verteld had dat het een bakerpraatje is om te beweren dat ie dere overwinterende „krem" in de zo mertijd een koekoek is geweest. Iemand vroeg mij of dat waar was. In zo'n ge val zeg ik steeds: „jij verandert in de winter toch ook niet in een neger." Want zoiets moet het wel zijn. Iets dat evenwel er zó ingeramijd zit, heeft een taai bestaan! Dus werd het ook aan Hannes gevraagd. Prompt zei dié dat het wél zo was. Of hij dan wel eens de verandering had zien plaats hebben? „Wis en drie", zei Hannes, „op een keer vloog een koekoek daar in de vlierstruik en effies later ging ie er aan de andere kant als krem weer uit." Nu noemt men iedere kleinere roofvogel een krem; 't is dus een verzamelnaam. De vraagsteller keek triomfantelijk en Hannes voelde zich gewichtig. En tóch draait ze, zei ééns Copernicus van moeder aarde. Dat men 's winters geen koekoeken ziet komt omdat ze weg ge trokken zijn. Dergelijk bijgeloof is volkskundig bekeken erg interessant. De natuur houdt zich evenwel aan de feiten. Zo'n koekoek doet al vreemd ge noeg van zichzelf. Dat behoeft niet „koekoek noch mees" te zijn. Adriaan P. de Kleuver ken. Daarop stonden tussen de ver weerde stammen honderden keveror chissen. Wat een pracht was dat! Slechts één keer per jaar komt iets van vroeger terug. Dat is wanneer het veld er blauw ziet van de gentianen. Daarvoor ga je nu naar de hooggeberg ten in Oostenrijk en Zwitserland en je krijgt ze hier cadeau, éven blauw en éven rijk. Nu moet U er alléén maar naar gaan kijken hoor. Beslist niet plukken. De veldjes met orchideeën en gentianen in onze omgeving kun je op de vingers van één hand natellen. Dankbaar ben ik altijd nog voor de uit spraak van onze grote natuurbescher mingspionier dr. Juc". P. Thijsse, toen hij gezegd heeft: „Laat hén, die na U komen méé genieten". Dat was nobel gezegd door een nobel mens. Onze „natuurbeschermers" denken niet altijd in zijn geest. Altijd weer moeten wij ten strijde trekken te gen de natuur stroperijAfgesproken dus? Dan gaan wij weer verder. Of liever, wij speuren nog wat in de omgeving van het Egelmeer rond. Op de top van een vliegden zit een boompieper. Let nu eens op wat er gaat gebeuren als die op de wieken gaat! Dan barst zijn keeltje los en zingt hij nét zo lang tot hij weer op de top van een volgende den neerstrijkt. En ter wijl wij staan te kijken horen wij in het eikenhakhout alweer een ander zangertje. Wat een mooi wijsje is dat! En waarom klinkt het aan het slot nu zo droevig? 't Ja, dat is zo het doen en laten van onze fitisjes. Zijn zang ebt weg als werd ze op de vleugelen van de wind mede genomen. Goeie grutten,, wat een verschil is dat met het neefje tjif-tjaf. Die tjif-tjaft er maar onver droten op los. Al die vogelnamen werden door het volk zelf bedacht: koekoek zegt de koe koek en tjif-tjaf zegt de tjif-tjaf. En roept de grutto niet zijn naam én de kievit. De kwartelkoning kreeg zelfs in het Latijn die klanknabootsing. Nog maar een paar jaar geleden vond ik in een stoppelveld bij het Egelmeer een kwartelkoninghennetje met vijf kui kens. U kent toch wel het versje van alle vogels die in mei hun eieren leg gen „behalve de koekoek en de spriet (niet griet), want die leggen in de mei maand niet." Welnu, met die spriet - of griet zo U wilt - werd vroeger onze HAVIK OP HORST MET JONGEN Nauwlettend slaan de jachtopzieners het resultaat van het uitzetten van een aantal Duitse haviken in ons land gade. Al dat gemoord onder deze vorstelijke vogels, die eens de lievelingen van de adel waren, had tot gevolg dat ze zo goed als geheel uit ons land verdwenen waren, 'k Heb wel oude jachtschuts gekend die ze op een rijtje dood in hun schuur hadden hangen. Treurig gewoon. En nu wordt het al drukker en drukker in onze bossen. Wat zullen de vogels doen? In de buurt van het Egelmeer zien wij er wel eens een. Maar van een broed- geval is mij nog niets bekend. Wordt het dat en komen de jonge haviken volgend seizoen ook hier broeden, nou, dan heb ik er vrede mede. Afwachten dus maar (Tekening A. P. de Kleuver) „De t(jd gaat snel, gebruik haar wel", stond er boven de klok in een druk bedrijf. Een w(jze waarheid, die niet altjjd wordt begrepen. Er is een tegenhanger van deze spreuk en beklagenswaardig is de mens die het aan den Rjve heeft ondervonden, dat de tijd wel lijkt stil te staan; dat iedere tik van de klok een langzame schrede is op de weg van weer een lange dag werkeloos in bed liggen. De zieke of invalide mens gaat de tijd wel eens als een vijand zien, in plaats van een zegen die hij zuinig moet beheren. Ledigheid is niet alleen des duivels oorkussen zij kan een ondraaglijke kwelling zijn, vooral als de uren, de minuten geen uitkomst meer schijnen te brengen. Gepieker vernielt de geestkracht, ondermijnt het gestel evenzeer als de kwaal zelf. JOHANNES BOS DE ONGEKROONDE KONING VAN „D'N EGELMEER" Och, het zou iemand een trap nageven zijn, zo wij na zijn dood nog maar aan de gang bleven met dat Hannes-hüu. Goed, zo kende ieder hem. 't Dateerde uit de tijd dat hij met kar en paard zand reed naar Veenendaal en voortdurend „hüü, hüü" tegen dat paard riep. Wie kent niet zijn verhaal over het „potlood" dat met de „pérreplü" in een boom terecht kwam? Wie zag niet de „koninklijke" rode zakdoek om ?ïn hals, die hij, naar hij altijd ten stelligste beweerde, van de koningin gekregen had, toen ze op 14 mei 1940 nog met hem had staan praten bij zijn hutje Dat nam je maar als curiositeit. Hannes fantaseerde er maar kinderlijk op los. Maar een wéérprofeet was hij! Subliem!! En een beste boer ook. En een góéd mens. Trouwens, deze foto bezorgde hem de schrik van zijn leven. Zag hij een toestel, dan ging hij direct op de loop. Sabotage, zei hij dan. Wie deze foto in 1959 van hem gemaakt heeft weet ik niet. Maar 't was een prestatie. Ziekte en eenzaamheid zijn gebleven, maar het tikken van de klok is geen kwel ling meer. Het is veelal een element van gezelligheid geworden, dankzij de bezig heidstherapie die door het Nederlandse Roode Kruis in ziekenkamers van parti culieren, maar in nog grotere mate op de zalen van ziekenhuizen, hospitalen, be jaardengestichten en sanatoria wordt ge bracht. Overal waar dat nodig is zijn er dames, die na een grondige opleiding de patiënten bezoeken met een mand vol materiaal, waaruit de patiënt of de ver zorgde rekening houdende met de om standigheden een keus kan doen. Bor duren, vlechten, kleuren, weven er zijn talrijke mogelijkheden. Zelfs voor handen die bijna alle dienst weigeren; vergroeide handen, stram door reuma of ouderdom, armen die gedeelte lijk in gips zitl\i; ze worden door de ge duldige leidsters geleidelijk aan weer tot arbeid in staat gesteld. Niet als middel om het zieke lichaamsdeel op de weg naar genezing te brengen dat is het terrein van de arbeidsthcrapie maar om de mensen een prettige afleiding te bezorgen. Materiaal en techniek worden door de welfarewerkster met zorg gekozen. Zo zal men longpatiënten uiteraard geen plui zig materiaal te verwerken geven of men sen, die zich in bed slecht kunnen bewe gen, plakmiddelen of waterverf ter hand stellen. Dat behoeft ook niet, want de mogelijkheden zijn zeer groot. Wie een kijkje zou nemen in het cen trale magazijn van de welfare aan het Leeghwaterplein in Den Haag, zou ver steld staan van de variatie in het aan wezige materiaal. G|rens van diverse sa menstelling en dikten (uiteraard in vele kleuren), vilt, leer, wol, katoen, linnen, stramien, gaas, pitriet, raffia, plastic. Wa terverf in tal van kleuren en voor diverse toepassingen, breinaalden, stopnaalden, haakpennen; zelfs een rijke sortering poppe- en dierenogen voor speelgoed beesten, verder gereedschappen van uit eenlopende aard: de catalogus beslaat tientallen bladzijden. Aantrekkelijk is, dat de patiënten kun nen profiteren van een centrale inkoop en dat er zelfs een regeling bestaat voor hen die ook een klein bedrag voor een of an der handwerkje moeilijk kunnen missen. Wie nu eens een blik mag werpen In een ziekenzaal buiten het bezoekuur ziet patiënten verdiept in een of ander werkje dat zorgvuldig is uitgekozen uiteraard binnen het raam van hun mogelijkheden waarbij de tijd voorbij vliegt. Voor piekeren is er geen tijd meer en dat nu is juist de bedoeling van de wel fare van het Nederlandsche Roode Kruis. BEDROGEN De heer Michel Simon, leider van een Frans toneelgezelschap, voelt zich bedrogen omdat de Zwitserse autori teiten in het kanton Valais hem hebben verboden het toneelstuk „Charmant avondje" van Jacques Deval op te voe ren. Motief: „In dit stuk wordt een bedrogen echtgenoot ten tonele gevoerd, wat de moraal van het huwelijk onder mijnt". De heer Simon heeft hiertegen ingebracht dat het stuk al honderden keren in Frankrijk was gespeeld, dat al sinds Moliëre de bedrogen echtgenoot een toneelfiguur is die over de gehele wereld miljoenen mensen heeft ver maakt, en dat hij zelfs al vóór Moliëre geen onbekende was. Dit heeft hem niet gebaat. MIS Op de campingtentoonstelling te Ver sailles is de knappe 21-jarige mejuf frouw Caroline Fourmons tot Miss Cam ping uitgeroepen. Na de ceremonie vroeg een verslaggever haar: „En, miss, kampeert u vaak?" Waarop miss Cam ping antwoordde: „Nee, dat heb ik nog nooit gedaan, als danseres in de Moulin Rouge heb ik daar geen tijd voor." BAD De vooruitgang staat niet stil. De Franse zwemkampioen Jean Boiteux heeft te Biarritz het eerste zwembad in Europa met verwarmd zeewater geopend. De tem peratuur van het water is constant 27 graden en elke cabine bezit een warme lucht ventilator die de bader in staat stelt binnen 30 seconden droog te worden. WIE ZEI DAT? „Ik hoop dat de tijd niet ver meer 1b dat alle mensen dankzij Esperanto elkaar kunnen begrijpen zoals de bijen elkaar al dansend verstaan". (Jean Rostand) LAATST* Een dame die een glas water drinkt dat haar kamermeisje haar heeft gebracht, roept uit: Verschrikkelijk. Er zat een grote vlieg in en die heb ik doorgeslikt. Gelukkig! roept het kamermeisje uit. Wat zeg je! Waarom in hemelsnaam? U hebt er geen idee van hoeveel ple zier het me doet als ik hoor dat die vre selijke beesten iets kwaads overkomt ALUMINIUM ZWEMBAD ALS BOUWDOOS Een Amerikaanse aluminiumfabriek brengt sinds kort een pré-fabricated zwembad in de handel dat in elke ge wenste grootte en diepte te leveren is. Het grote voordeel van dit bad zou de eenvoudige constructie zijn. Het wordt opgebouwd uit aluminium platen die door een speciaal plastic, dat uit poly vinyl fluoride bestaat, aan elkaar beves tigd worden. Dit plastic zou bovendien de ontwikkeling van algen tegengaan. Het bad is oxidatie-vrij en bestand tegen vele aan het water toegevoegd chemi caliën. BEVEILIGING VAN ETALAGES TEGEN INBRAAK Een Italiaan heeft een nieuw beveili gingssysteem tegen inbraak ontworpen. Zodra de ruit van een etalage, die voorzien is van deze speciale beveiliging sneuvelt, springt onmiddellijk een stalen scherm omhoog en dekt de gehele ruit af. Tegelijkertijd treedt een alarmsignaal in werking. Met deze nieuwe beveiliging la het voor de juwelier niet meer nodig zijn etalage met vaak ingewikkelde alarm systemen of ontsierende hekken te be veiligen. POSTDUIVENNBEUW8 Leden van de Veenendaalse postduiven vereniging „De Snelpost" hadden duiven op de wedvlucht vanaf St. Ghislain Hor- nu in Frankrijk. In concours waren 160 duiven. Zij werden gelost om 10.15 uur. De eerste duif werd geconstateerd om 15.33.48 uur, een vliegsnalhald van 673,4 meter per minuut. De uitslag was: R. van Doorn 1, 5, 9. II, SI, SI; P. W. van Zetten 2, 14, 18, 29, 30; H. Ulrich 3, 13, 22, 24, 27; J. van Geerenstein 4, 8, IS, 15, 17; G. Diepeveen 6, 25; J. van Nieuw- amerongen 7, 19; A. van Asselt 10, 26; E. Heiwegen 11; E. Sukkel 16, 20; A. J. van der Kolk 23; N. van Barneveld 28. In verband met de blijvend voortdurende woningnood heeft het gemeentebestuur van Amerongen besloten de mogelijkheden tot vrije vestiging in Amerongen te be perken. Deze maatregel heeft betrekking op woningen in de vrije sector. Wil men een dergelijke woning verkopen, dan dient eerst een advertentie te worden geplaatst in de plaatselijke bladen. Vervolgens moet men gedurende een maand aan inwoners van Amerongen en mensen die in Amerongen hun werk hebben de gelegenheid geven het huis te kopen. Is deze maand verstreken dan zal het gemeentebestuur besluiten of vestiging van builen de gemeente kan worden toe gestaan of niet. Dit hangt natuurlijk af van de resultaten van de geplaatste ad vertentie. Van deze regeling zijn uitgezonderd nieuwe woningen in de vrije sector ge bouwd, die nog niet bewoond zijn ge weest en woningen met een prijs van f 100.000,en meer. Maandag j.l. zijn 3 jongelui en 5 kin deren van de Chr. School door de Ver. tot bescherming van dieren afd. Zeist be loond voor hun optreden tijdens een die renmishandeling ter plaatse. JAARFEEST Zaterdagavond a.s. houdt de Geref. Jeugdvereniging „De Vijfde Vocaal" haar jaarfeest in het zaaltje Keiman (hoek Doolweg-Kersweg). Belangstellenden worden uitgenodigd op deze jaarvergadering. Woningen welke met een rijkspremie worden gebouwd zijn uitsluitend bestemd voor inwoners en economisch gebondenen. In het algemeen zal geen bewonings- vergunning worden verleend aan niet in woners en niet economisch gebondenen, waarneer de oorspronkelijke eigenaar het huis nog geen 5 jaar heeft bewoond. Het gemeentebestuur hoopt dat deze maatregel zal bijdragen de woningnood tot een oplossing te brengen. Ter voorkoming van teleurstelling wordt in voorkomende gevallen met klem aan geraden ter secretarie nadere inlichtingen in te winnen. Overigens wordt verwezen naar de ad vertentie in dit blad. GEMEENTERAAD BIJEEN De openbare vergadering van de ge meenteraad zal worden gehouden op dinsdag 23 juni aanstaande om half- acht 's avonds.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1964 | | pagina 5