OM EN Bil DE BOSHUT
Jeugd,
DE LANGZAME WIJZERS
VEENENDAAL
AMERONGEN
Vestigingsmogelijkheden beperkt
SCHER I'ENZEEL
DERDE BLAD „DE VALLEI"
VRIJDAG 12 JUNI 1964
Nr 47
Hannes Bos werd 'n legende, maar ver
geten, neen, dat kunnen wij hem nooit
In ,den Egelmeer' bloeien de blauwe gen
tianen en bootsen de vogels hun naam na
PARKLANDSCHAP
Weerprofeet
Koninklijke vogel
JyJOOIT was het bij mij opgekomen dat er grootgrondbezitters zouden zijn die U als het ware gaan smeken „bezoek onze bos
sen toch eens". Dat schijnt nu het geval te zijn met de eigenaar van het landgoed Prattenburg. Tenminste, dat meen ik te
mogen opmaken uit een artikel dat in de „Vallei" verscheen, 't Kan verkeren, zei Bredero eens En daar houden we het dan
maar op. In mijn laatste artikel heb ik niet gerept over het gedeelte van Prattenburg ten oosten van de provinciale weg Veenen-
daal-Elst; nu ga ik evenmin de loftrompet steken van dat Prattenburgse bos. Niet dat ik het niet mooi vind, verre van dat, maar
om de doodeenvoudige reden dat zo'n verzameling van voornamelijk naaldhout wél recreatieve betekenis heeft
en slechts weinig plaats overlaat voor het bestuderen van de bosdieren en de flora. Werkelijk, dennenbos IS arm. Om van vogels
en bloemen te genieten, moet men de singels en vooral de uitlopers van de bossen, die met eikenhakhout bezet zijn en meer
valleiwaarts gelegen zijn, als wandelterrein kiezen. En dan 't liefst waar een beetje water te vinden is. Al is 't maar een slootje.
Als in de alpen
ZO WAS HET VROEGER
Beloning voor onze jeugd
-puistjes
PUROL-POEDER
DOOR ADRIAAN P. DE KLEUVER
met tekeningen van de schrijver
HET IDYLISCH GELEGEN HUTJE VAN DE GEBROEDERS BOS
Gekoesterd door de omarming van de er rondom geslingerde Defensieweg
(wat een prozaïsche naam voor zulk een poëtisch plekje), omwolkt door de
penetrante aroma van uitbundig bloeiende vlieren, verscholen achter hoog
opgaand loofhout, verdroomd in de kleine wereld van die paar mensen daar,
zo kennen wij het kleine huis bij het Egelmeer. Als een ongekroonde koning
beheerste de markante figuur van Johannes Bos dit plekje. Dat hij ruste
in alle mede. (Tekening A. P. de Kleuver, 1950)
HET HUIS PRATTENBURG
Hoewel het huis Prattenburg niet gerangschikt kan worden onder de officiële
Stichtse kastelen, bewaart het in zijn bouwstijl dezelfde normen als het voor
malige buiten Remmerstein. De aangebouwde schuur zou de suggestie kunnen
wekken dat het een hofstede geweest is, maar de voorgevel toont ondanks de
vervallen toestand iets van een oudtijds deftig herenhuis. De hoge stenen stoep
doet eveneens vermoeden dat het huis betere dagen gekend heeft. In alle be
schikbare publicaties wordt steeds gesproken over „huis", maar nimmer over
een hofstede. Een vergelijking met het Achterbergse Stuyvenest is nog het beste
te maken. Ook daar bouwde men tegen een stevige donjon uit de veertiende
eeuw een boerderij, zoals ook bij het huis Prattenburg het geval was. Evenwel
is het mogelijk dat door de bouwvalligheid het voormalige herenhuis als boerde
rij ingericht werd. Ongetwijfeld was de oorspronkelijke bestemming van andere
aard. De bewoners van dit soort huizen waren meestal landjonkers en bovendien
zelf verzorger. Hoezeer de kleine adel met de boerenstand verweven was verhaalt
het volgende voorval: De beroemde operacomponist Friedrich von Flotow (1812-
1883) stamde uit een geslacht van landjonkers. Op een dag ontving hij bezoek
van een belastingambtenaar die zijn beroep wilde weten. Von Flotow noemde
het „vak" van componist. Dit nu vond de bezoeker een raar beroep voor zulk een
deftig man en meende dat zijn weledelgeborene hem in de maling nam en vroeg
langs zijn neus weg of de jonker wat anders deed „voor de kost". „Kerel",
snauwde de componist van „Martha", „ik houd nog koeien en mijn huishoudster
verkoopt de melk." „O", antwoordde de plichtsgetrouwe ambtenaar, „dan bent
U Milchmeyer". Ddt vond de goede man niet zo vreemd en zo prijkte op het be
lastingpapier van de deftige jonker niet componist, maar eenvoudigweg melk
boer En Prattenburg dan, zult U vragen? Mogelijk iets van dien aard zou
den wij menen, 'k Zie een lachje om Uw lippen krullen. Was ddt nu Pratten
burg? Jazeker!, m'n beste lezers, ddt was het dan. Wat er nu staat is maar ersatz.
En een kasteel is het nooit geweest ook. Dat gelooft U wel met mij indien U
dit boerderijtje eens goed bekijkt. Zo gingen er honderd in een lood. Dat huis
Prattenburg van nu is echt een ding dat de standing moet aangeven van de be
woners. Zo iets deed men op het einde van de kitscherige negentiende eeuw. 't Is
nóch vlees, noch vis. Een havezate dan? Oók niet. Er kleeft geen enkel heerlijk
recht aan en „Heren" van Prattenburg bestaan niet.
(Tekening naar Cornelis Pronk, door N. van de Monde)
Ja, vroeger was dat mooi. Toen was
het gebied met enggronden véél groter
en dan ging dat over in enorme heide
velden. En die engen waren net par
ken. Ze waren in percelen verdeeld en
om ieder perceel lag een eikenhakhout-
wal. En een vogels dat je daar had! En
geloof nu niét dat na het rooien van de
wallen él die vogels naar de bossen
verhuisden! Neen, dat ging heel an
ders.
Ze kwamen naar ons dorp, de mezen
en de merels en de lijsters. Onze tuinen
met hun struiken hadden véél meer weg
van dat oude parklandschap. Om van
het oude, aan vogels zo rijke landschap
nog wat terug te vinden, doet U niet
beter dan snel de oude Cuneraweg vóór
het huis Prattenburg af te leggen en
waar de aanzet van het fietspad naar
Amerongen is de Defensieweg naar
ja, waar gaat het dan naar toe. De één
zei: „naor Hannes hüü"; een ander:
,„naor d'n Egelmeer".
Ach ja, onze vriend Johannes Bos
is een stukje legende geworden. Ve
len heeft hij zondag aan zondag
genoeglijke momenten bezorgd met
zijn verhalen, die er nét tegenaan
zaten waar het de waarheid be
trof.
Toen zijn broer Albert ging trou
wen hebben ze het hutje wat opgeknapt
■en wat zo wonderlijk was, dat was dat
daarbij het oude gezegde „de boer is
van nature een kunstenaar" bewaar
heid werd. De opknapbeurt van het
huisje had niet tot gevolg dat het ver
wallen hutje, dat zo onvergelijkelijk ro
mantisch door de omarming van de
weg gekoesterd werd, een verslechte
ring onderging. Landschappelijk blééf
het een wondermooi gevalletje. Je moet
er cp een warme dag in juni zijn, als
de vlieren er bloeien en er die pene
trante bloesemgeur hangt.
Op zo'n erfje bloeien soms vreemde
planten, 't Stond er eens vol doorn
appel, dat zwaar giftige familielid van
onze aardappel. Zoiets noemen wij met
een geleerd woord „adventief", omdat
het planten zijn die b.v. met kippen
voer verwilderen. Toch wel een vreemd
gezicht, zulke Russische of Hongaarse
indringers.
Hannes Bos bezat één bijzondere ga
ve: hij wist je precies te vertellen wat
voor weer het werd. Om dat te weten
keek hij b.v. naar zijn bietenveld. „Er
komt gauw regen", zei hij dan, „want
de bieten vragen er om." Dat dank je
de koekoek, dacht ik in zulke gevallen,
het blad ligt plat op de grond! Maar
het gekke was dat, vóór ik op de fiets
thuis was, het al pijpestelen regende,
'k Ben er nooit achter kunnen komen
hóé hij dat zo feilloos wist. Mensen die
zó met de natuur verweven zijn als
wijlen onze vriend Hannes, of als Ger-
rit de molenaar, hebben voor het aan
voelen van weersveranderingen een zes
de zintuig schijnt het wel.
Je kunt daar bij dat idylische plekje
maar moeilijk wegkomen. Het is maar
goed dat het Egelmeer een paar honderd
meter verder ligt en ons lokt. Water
zit er praktisch niet meer in.
Dat is de schuld van de „knappe"
waterhuishoudkundigen, die zo no
dig het waterpijl van het Valleika
naal met een dikke 80 cm moesten
verlagen! Trouwens, de gehele om
geving is als gevolg daarvan aan
het verdrogen.
De Benedeneindse boeren vinden het
best. Vroeger verzoop je in de hooi
landen; nu zijn dat beste weilanden
geworden. En tóch betreuren wij het
dat die paar waterrijke gebiedjes in
het voorland van de heuvelrug onher
roepelijk ten dode opgeschreven zijn.
Voor de oorlog was het Egelmeer nog
een flinke plas en in mijn jeugd lag er
achter ook nog een flink moeras. Daar
groeiden héél zeldzame orchideeën, b.v.
de herfstschroeforchis en de sturmia.
Dat is helaas óllemaal verleden tijd.
Hoe prachtig was dat ruggetje in de
plas met dat rijtje kromgewaaide ber
zeldzame kwartelkoning bedoeld. Nog
maar zelden hoor je in de korenvelden,
dicht bij waterrijke plekjes, het sner
pende kreks-kreks van de vogel
De laatste tijd komt bij het Egelmeer
wel eens een havik op bezoek. Jammer
dat het er zo druk geworden is. 't Is
er een uitgezocht plekje voor een ha
vikenhorst. U weet misschien wel dat
hier geïmporteerde haviken uitgezet
zijn. Nu ben ik persoonlijk niet zo'n
voorstander van zulk invoeren. De mou-
flons op de Hoge Veluwe laten mij een
voudig koud.
Zo had iemand in de Hel een zeld
zame plant uitgezet. Wat een tramme
lant heeft men daar bij het Natuur-
beschermingsconsulentschap te Utrecht
over gemaakt. En nu gaat het met de
haviken precies omgekeerd. Als wij er
bezwaar tegen maken, omdat wij rede
neren dat planten en vogels die van
nature verdwijnen omdat er het miljeu
niet meer voor is, dan redeneren de
mannen van fauna-beheer dat het zo
zonde is dat de havik verdwijnende is.
Vroeger roeiden de boswachters die
roofvogels uit; nu krijgen ze vijf
gulden premie voor ieder haviken-
horst dat met jongen bezet is. Wer
kelijk, ik héb niets tegen haviken.
Het zijn koninklijke vogels en écht
wild zijn ze me van harte welkom.
Maar dit is me wat te dierentuinerig.
Om dezelfde reden maken ze me wild
met hun verhalen over de verdelging
van vossen. Oude dieren afschieten en
dan de jongen laten kreperen, dat lijkt
nergens op. Zo iemand mogen ze voor
mijn part zonder eten en drinken op
een eilandje in de Stille Zuidzee zetten.
Bindt men de strijd aan tegen roverij,
dan moet men sportief blijven. Uit
moorden is onsympathiek. Ik houd niet
van die Batholomeusnacht orgiën on
der de bewoners van bos en veld. En
daarmede zal iéder weldenkend mens
het eens zijn. Ongetwijfeld, zou Luns
zeggen.
Voor wij - node wel te verstaan -
van deze idylische plekjes afscheid ne
men, wil ik nog een herinnering aan
Hannes Bos ophalen, 't Was op een ex
cursie dat ik verteld had dat het een
bakerpraatje is om te beweren dat ie
dere overwinterende „krem" in de zo
mertijd een koekoek is geweest. Iemand
vroeg mij of dat waar was. In zo'n ge
val zeg ik steeds: „jij verandert in de
winter toch ook niet in een neger."
Want zoiets moet het wel zijn. Iets dat
evenwel er zó ingeramijd zit, heeft een
taai bestaan! Dus werd het ook aan
Hannes gevraagd. Prompt zei dié dat
het wél zo was. Of hij dan wel eens
de verandering had zien plaats hebben?
„Wis en drie", zei Hannes, „op een
keer vloog een koekoek daar in de
vlierstruik en effies later ging ie
er aan de andere kant als krem
weer uit." Nu noemt men iedere
kleinere roofvogel een krem; 't is
dus een verzamelnaam.
De vraagsteller keek triomfantelijk
en Hannes voelde zich gewichtig. En
tóch draait ze, zei ééns Copernicus van
moeder aarde. Dat men 's winters geen
koekoeken ziet komt omdat ze weg ge
trokken zijn. Dergelijk bijgeloof is
volkskundig bekeken erg interessant.
De natuur houdt zich evenwel aan de
feiten. Zo'n koekoek doet al vreemd ge
noeg van zichzelf. Dat behoeft niet
„koekoek noch mees" te zijn.
Adriaan P. de Kleuver
ken. Daarop stonden tussen de ver
weerde stammen honderden keveror
chissen. Wat een pracht was dat!
Slechts één keer per jaar komt iets
van vroeger terug. Dat is wanneer het
veld er blauw ziet van de gentianen.
Daarvoor ga je nu naar de hooggeberg
ten in Oostenrijk en Zwitserland en je
krijgt ze hier cadeau, éven blauw en
éven rijk. Nu moet U er alléén maar
naar gaan kijken hoor. Beslist niet
plukken. De veldjes met orchideeën en
gentianen in onze omgeving kun je op
de vingers van één hand natellen.
Dankbaar ben ik altijd nog voor de uit
spraak van onze grote natuurbescher
mingspionier dr. Juc". P. Thijsse, toen
hij gezegd heeft: „Laat hén, die na U
komen méé genieten". Dat was nobel
gezegd door een nobel mens.
Onze „natuurbeschermers" denken
niet altijd in zijn geest. Altijd weer
moeten wij ten strijde trekken te
gen de natuur stroperijAfgesproken
dus? Dan gaan wij weer verder.
Of liever, wij speuren nog wat in
de omgeving van het Egelmeer
rond.
Op de top van een vliegden zit een
boompieper. Let nu eens op wat er gaat
gebeuren als die op de wieken gaat!
Dan barst zijn keeltje los en zingt hij
nét zo lang tot hij weer op de top van
een volgende den neerstrijkt. En ter
wijl wij staan te kijken horen wij in
het eikenhakhout alweer een ander
zangertje. Wat een mooi wijsje is dat!
En waarom klinkt het aan het slot nu
zo droevig? 't Ja, dat is zo het doen en
laten van onze fitisjes. Zijn zang ebt
weg als werd ze op de vleugelen van
de wind mede genomen. Goeie grutten,,
wat een verschil is dat met het neefje
tjif-tjaf. Die tjif-tjaft er maar onver
droten op los.
Al die vogelnamen werden door het
volk zelf bedacht: koekoek zegt de koe
koek en tjif-tjaf zegt de tjif-tjaf. En
roept de grutto niet zijn naam én
de kievit. De kwartelkoning kreeg zelfs
in het Latijn die klanknabootsing. Nog
maar een paar jaar geleden vond ik in
een stoppelveld bij het Egelmeer een
kwartelkoninghennetje met vijf kui
kens. U kent toch wel het versje van
alle vogels die in mei hun eieren leg
gen „behalve de koekoek en de spriet
(niet griet), want die leggen in de mei
maand niet." Welnu, met die spriet -
of griet zo U wilt - werd vroeger onze
HAVIK OP HORST MET JONGEN
Nauwlettend slaan de jachtopzieners het resultaat van het uitzetten van een
aantal Duitse haviken in ons land gade. Al dat gemoord onder deze vorstelijke
vogels, die eens de lievelingen van de adel waren, had tot gevolg dat ze zo goed
als geheel uit ons land verdwenen waren, 'k Heb wel oude jachtschuts gekend
die ze op een rijtje dood in hun schuur hadden hangen. Treurig gewoon. En nu
wordt het al drukker en drukker in onze bossen. Wat zullen de vogels doen?
In de buurt van het Egelmeer zien wij er wel eens een. Maar van een broed-
geval is mij nog niets bekend. Wordt het dat en komen de jonge haviken volgend
seizoen ook hier broeden, nou, dan heb ik er vrede mede. Afwachten dus
maar (Tekening A. P. de Kleuver)
„De t(jd gaat snel, gebruik haar wel", stond er boven de klok in een druk bedrijf.
Een w(jze waarheid, die niet altjjd wordt begrepen. Er is een tegenhanger van deze
spreuk en beklagenswaardig is de mens die het aan den Rjve heeft ondervonden, dat
de tijd wel lijkt stil te staan; dat iedere tik van de klok een langzame schrede is op
de weg van weer een lange dag werkeloos in bed liggen. De zieke of invalide mens
gaat de tijd wel eens als een vijand zien, in plaats van een zegen die hij zuinig moet
beheren. Ledigheid is niet alleen des duivels oorkussen zij kan een ondraaglijke
kwelling zijn, vooral als de uren, de minuten geen uitkomst meer schijnen te brengen.
Gepieker vernielt de geestkracht, ondermijnt het gestel evenzeer als de kwaal zelf.
JOHANNES BOS
DE ONGEKROONDE
KONING
VAN
„D'N EGELMEER"
Och, het zou iemand een trap nageven zijn, zo wij na zijn dood nog maar aan de gang bleven met dat Hannes-hüu. Goed,
zo kende ieder hem. 't Dateerde uit de tijd dat hij met kar en paard zand reed naar Veenendaal en voortdurend „hüü,
hüü" tegen dat paard riep. Wie kent niet zijn verhaal over het „potlood" dat met de „pérreplü" in een boom terecht
kwam? Wie zag niet de „koninklijke" rode zakdoek om ?ïn hals, die hij, naar hij altijd ten stelligste beweerde, van de
koningin gekregen had, toen ze op 14 mei 1940 nog met hem had staan praten bij zijn hutje Dat nam je maar als
curiositeit. Hannes fantaseerde er maar kinderlijk op los. Maar een wéérprofeet was hij! Subliem!! En een beste boer
ook. En een góéd mens. Trouwens, deze foto bezorgde hem de schrik van zijn leven. Zag hij een toestel, dan ging hij
direct op de loop. Sabotage, zei hij dan. Wie deze foto in 1959 van hem gemaakt heeft weet ik niet. Maar 't was een
prestatie.
Ziekte en eenzaamheid zijn gebleven,
maar het tikken van de klok is geen kwel
ling meer. Het is veelal een element van
gezelligheid geworden, dankzij de bezig
heidstherapie die door het Nederlandse
Roode Kruis in ziekenkamers van parti
culieren, maar in nog grotere mate op de
zalen van ziekenhuizen, hospitalen, be
jaardengestichten en sanatoria wordt ge
bracht. Overal waar dat nodig is zijn er
dames, die na een grondige opleiding de
patiënten bezoeken met een mand vol
materiaal, waaruit de patiënt of de ver
zorgde rekening houdende met de om
standigheden een keus kan doen. Bor
duren, vlechten, kleuren, weven er zijn
talrijke mogelijkheden.
Zelfs voor handen die bijna alle dienst
weigeren; vergroeide handen, stram door
reuma of ouderdom, armen die gedeelte
lijk in gips zitl\i; ze worden door de ge
duldige leidsters geleidelijk aan weer tot
arbeid in staat gesteld. Niet als middel
om het zieke lichaamsdeel op de weg naar
genezing te brengen dat is het terrein
van de arbeidsthcrapie maar om de
mensen een prettige afleiding te bezorgen.
Materiaal en techniek worden door de
welfarewerkster met zorg gekozen. Zo
zal men longpatiënten uiteraard geen plui
zig materiaal te verwerken geven of men
sen, die zich in bed slecht kunnen bewe
gen, plakmiddelen of waterverf ter hand
stellen. Dat behoeft ook niet, want de
mogelijkheden zijn zeer groot.
Wie een kijkje zou nemen in het cen
trale magazijn van de welfare aan het
Leeghwaterplein in Den Haag, zou ver
steld staan van de variatie in het aan
wezige materiaal. G|rens van diverse sa
menstelling en dikten (uiteraard in vele
kleuren), vilt, leer, wol, katoen, linnen,
stramien, gaas, pitriet, raffia, plastic. Wa
terverf in tal van kleuren en voor diverse
toepassingen, breinaalden, stopnaalden,
haakpennen; zelfs een rijke sortering
poppe- en dierenogen voor speelgoed
beesten, verder gereedschappen van uit
eenlopende aard: de catalogus beslaat
tientallen bladzijden.
Aantrekkelijk is, dat de patiënten kun
nen profiteren van een centrale inkoop en
dat er zelfs een regeling bestaat voor hen
die ook een klein bedrag voor een of an
der handwerkje moeilijk kunnen missen.
Wie nu eens een blik mag werpen In
een ziekenzaal buiten het bezoekuur ziet
patiënten verdiept in een of ander werkje
dat zorgvuldig is uitgekozen uiteraard
binnen het raam van hun mogelijkheden
waarbij de tijd voorbij vliegt.
Voor piekeren is er geen tijd meer en
dat nu is juist de bedoeling van de wel
fare van het Nederlandsche Roode Kruis.
BEDROGEN
De heer Michel Simon, leider van
een Frans toneelgezelschap, voelt zich
bedrogen omdat de Zwitserse autori
teiten in het kanton Valais hem hebben
verboden het toneelstuk „Charmant
avondje" van Jacques Deval op te voe
ren. Motief: „In dit stuk wordt een
bedrogen echtgenoot ten tonele gevoerd,
wat de moraal van het huwelijk onder
mijnt". De heer Simon heeft hiertegen
ingebracht dat het stuk al honderden
keren in Frankrijk was gespeeld, dat al
sinds Moliëre de bedrogen echtgenoot
een toneelfiguur is die over de gehele
wereld miljoenen mensen heeft ver
maakt, en dat hij zelfs al vóór Moliëre
geen onbekende was. Dit heeft hem niet
gebaat.
MIS
Op de campingtentoonstelling te Ver
sailles is de knappe 21-jarige mejuf
frouw Caroline Fourmons tot Miss Cam
ping uitgeroepen. Na de ceremonie
vroeg een verslaggever haar: „En, miss,
kampeert u vaak?" Waarop miss Cam
ping antwoordde: „Nee, dat heb ik nog
nooit gedaan, als danseres in de Moulin
Rouge heb ik daar geen tijd voor."
BAD
De vooruitgang staat niet stil. De Franse
zwemkampioen Jean Boiteux heeft te
Biarritz het eerste zwembad in Europa
met verwarmd zeewater geopend. De tem
peratuur van het water is constant 27
graden en elke cabine bezit een warme
lucht ventilator die de bader in staat
stelt binnen 30 seconden droog te worden.
WIE ZEI DAT?
„Ik hoop dat de tijd niet ver meer 1b
dat alle mensen dankzij Esperanto elkaar
kunnen begrijpen zoals de bijen elkaar
al dansend verstaan".
(Jean Rostand)
LAATST*
Een dame die een glas water drinkt dat
haar kamermeisje haar heeft gebracht,
roept uit:
Verschrikkelijk. Er zat een grote vlieg
in en die heb ik doorgeslikt.
Gelukkig! roept het kamermeisje uit.
Wat zeg je! Waarom in hemelsnaam?
U hebt er geen idee van hoeveel ple
zier het me doet als ik hoor dat die vre
selijke beesten iets kwaads overkomt
ALUMINIUM ZWEMBAD
ALS BOUWDOOS
Een Amerikaanse aluminiumfabriek
brengt sinds kort een pré-fabricated
zwembad in de handel dat in elke ge
wenste grootte en diepte te leveren is.
Het grote voordeel van dit bad zou
de eenvoudige constructie zijn. Het
wordt opgebouwd uit aluminium platen
die door een speciaal plastic, dat uit poly
vinyl fluoride bestaat, aan elkaar beves
tigd worden. Dit plastic zou bovendien de
ontwikkeling van algen tegengaan. Het
bad is oxidatie-vrij en bestand tegen
vele aan het water toegevoegd chemi
caliën.
BEVEILIGING VAN ETALAGES
TEGEN INBRAAK
Een Italiaan heeft een nieuw beveili
gingssysteem tegen inbraak ontworpen.
Zodra de ruit van een etalage, die
voorzien is van deze speciale beveiliging
sneuvelt, springt onmiddellijk een stalen
scherm omhoog en dekt de gehele ruit af.
Tegelijkertijd treedt een alarmsignaal in
werking. Met deze nieuwe beveiliging la
het voor de juwelier niet meer nodig zijn
etalage met vaak ingewikkelde alarm
systemen of ontsierende hekken te be
veiligen.
POSTDUIVENNBEUW8
Leden van de Veenendaalse postduiven
vereniging „De Snelpost" hadden duiven
op de wedvlucht vanaf St. Ghislain Hor-
nu in Frankrijk. In concours waren 160
duiven. Zij werden gelost om 10.15 uur.
De eerste duif werd geconstateerd om
15.33.48 uur, een vliegsnalhald van 673,4
meter per minuut.
De uitslag was:
R. van Doorn 1, 5, 9. II, SI, SI; P. W.
van Zetten 2, 14, 18, 29, 30; H. Ulrich 3,
13, 22, 24, 27; J. van Geerenstein 4, 8, IS,
15, 17; G. Diepeveen 6, 25; J. van Nieuw-
amerongen 7, 19; A. van Asselt 10, 26;
E. Heiwegen 11; E. Sukkel 16, 20; A. J. van
der Kolk 23; N. van Barneveld 28.
In verband met de blijvend voortdurende woningnood heeft het gemeentebestuur
van Amerongen besloten de mogelijkheden tot vrije vestiging in Amerongen te be
perken. Deze maatregel heeft betrekking op woningen in de vrije sector. Wil men een
dergelijke woning verkopen, dan dient eerst een advertentie te worden geplaatst in de
plaatselijke bladen. Vervolgens moet men gedurende een maand aan inwoners van
Amerongen en mensen die in Amerongen hun werk hebben de gelegenheid geven
het huis te kopen.
Is deze maand verstreken dan zal het
gemeentebestuur besluiten of vestiging
van builen de gemeente kan worden toe
gestaan of niet. Dit hangt natuurlijk af
van de resultaten van de geplaatste ad
vertentie.
Van deze regeling zijn uitgezonderd
nieuwe woningen in de vrije sector ge
bouwd, die nog niet bewoond zijn ge
weest en woningen met een prijs van
f 100.000,en meer.
Maandag j.l. zijn 3 jongelui en 5 kin
deren van de Chr. School door de Ver.
tot bescherming van dieren afd. Zeist be
loond voor hun optreden tijdens een die
renmishandeling ter plaatse.
JAARFEEST
Zaterdagavond a.s. houdt de Geref.
Jeugdvereniging „De Vijfde Vocaal" haar
jaarfeest in het zaaltje Keiman (hoek
Doolweg-Kersweg).
Belangstellenden worden uitgenodigd
op deze jaarvergadering.
Woningen welke met een rijkspremie
worden gebouwd zijn uitsluitend bestemd
voor inwoners en economisch gebondenen.
In het algemeen zal geen bewonings-
vergunning worden verleend aan niet in
woners en niet economisch gebondenen,
waarneer de oorspronkelijke eigenaar het
huis nog geen 5 jaar heeft bewoond.
Het gemeentebestuur hoopt dat deze
maatregel zal bijdragen de woningnood
tot een oplossing te brengen.
Ter voorkoming van teleurstelling wordt
in voorkomende gevallen met klem aan
geraden ter secretarie nadere inlichtingen
in te winnen.
Overigens wordt verwezen naar de ad
vertentie in dit blad.
GEMEENTERAAD BIJEEN
De openbare vergadering van de ge
meenteraad zal worden gehouden op
dinsdag 23 juni aanstaande om half-
acht 's avonds.