Rond het Overbergse poppenkerkje Boeken Gids 0 de versnapering van de eerste I É!fj» Gewestelijke brandweerwedstrijden in Rhenen Diploma-uitreiking gemeentelijke middelbare handelsavondschool Rhenen TWEEDE BLAD „DE VALLEI" VRIJDAG 26 JUNI 1964 Van albasten berken, „mooie" bomen, oeroude we gen en pittoreske hofsteden en tot slot en besluit een ijskoude duik. Chinese kolen naar Nederland Eduard Braun MET EEN CAMERA HET LEVEN ACHTERNA Middelbrand in oude Raadhuiscomplex V. A. B. KIRPESTEIN Nr. 51 Aan de rand van 't bos staan berken Stil te staren voor zich heen. Altijd gaan hun blijde blikken Over 't wijde, wijde veen DOOR ADRIAAN P. DE KLEUVER 'k Hou van oude berken die er uitzien als vriendelijke mensjes; door de jaren gebogen, maar nooit ge knakt. 't Hou van die eenzame berk, die ergens met wijd uitwaaierende kroon, als een prinses op haar geliefde, op het moment staat te wachten waarop prins Aeolus het fijne berkenhaar zal strelen, 'k Hou van de stille berkenlaantjes waar je in je verliefde dagen hand in hand liep te wandelen, 'k Hou van de verspreid staande berken op onze heidevelden, die zó maar in het wilde weg door de wind uitgezaaid zijn. Maar het meest hou ik van die berken langs de Oude Scherpenzeelse weg, zoals die hun gebochelde en kromgegroeide stammen krampachtig omhoog houden op de richel langs de brede strook heide naast het looppad. Die Oude Scherpenzeelse weg is nog van het type hessenweg, waar de karrevoerders een voudig een nieuw spoor reden, wanneer het oude spoor onbegaanbaar werd. Nu ze praktisch ongebruikt ligt, verdroomd als een oud winkeltje in een stille zijstraat, nu is dat allemaal verleden tijd. Er gaan geen blauwgekielde karmannen meer naast moeizaam voortsjokkende paarden, die hun waren, de berg over, naar de vallei voeren op hoogwielige huifkarren. Op de plek waar wij de vorige maal naar links afgeslagen zijn gaan wij nu naar rechts, het Overbergse in. Waar onze oudste bosweg de Prinse- veldseweg kruist steken wij over en ver volgen ons tracé. Dan komen wg op de Bergweg naar Amerongen uit. Dit stukje vooral is bijzonder interessant. Zo vond ik in één van de bosjes met eiken hak hout een flinke plek met dalkruid, ons mooie bosplantje met het gle trosje, fijne bloempjes. Dat is een familielid van het Lelietje van dalen en ik zou niet weten wie van de twee de mooiste moest zijn. laatst een breed en diep dal; een dal vol bomen. En dan bemerk je in eens dat het dal in een ander dal verzonken schynt te zyn. En dat pad, dat \v\j be wandelen, is óók al in dat eerste dal ingesneden. Wat is hier gebeurd? U weet uit een vorig artikel dat de Gelderse Vallei eens opgevuld was met een geweldige gletsjertong. Juist, die ys- tijdgeschiedenis. Er zijn toen uiteraard ook „zomers" geweest en dan smolt dat ijs geweldig af. Net als nü nog in het hooggebergte gebeurt! Dan worden de rivieren angstwekkend hoog soms (1855!). Tussen dat langgerekte ijsveld en de heuvelrug kwam dan een enorme „gracht" met smeltwater te staan, dat Hier en daar vinden wij de heldergele stekelbrem en waar het wat vochtiger is óók de tormentil. Zo'n plekje herken je onmiddellijk aan de dopheide die er staat; soms ook aan de pollen buntgras. Maar veel heeft de flora er niet te betekenen. Daar is het overwegend weer wat té droog voor. Waar een zijweg ons pad kruist ziet men veelal reeënprenten in het zand getrapt staan. Onze ranke bosbewo- ners treft men tegenwoordig letterlijk overal Vijfentwintig jaar geleden was dat nog niet zo. Onze reeënstand hand haaft zich uitstekend. Je vroeg je wel eens af waar het heen moest, maar 't valt gelukkig flink mee. Ze zijn je zó vertrouwd geworden, dat je al niet beter weet of ze zijn er altijd ge weest. Zou vroeger iemand je gevraagd hebben om mee reeën te gaan kijken, dan had je de schouders opgehaald. Nu is het de gewoonste zaak van de wereld. Dan zijn wfl by de Bergweg gekomen en rgden naar de Dwarsweg. Dat klinkt al heel wat vertrouwder. Je kunt ook de weg naar Scherpenzeel nemen, maar dat is voor later, 'k Wil U meenemen naar de mooiste boerderg die in deze buurt staat. Wanneer ik nu maar zeg dat het dié is waar naast en achter elkaar twee prachtige schaapskooien staan. En échter de hoeve zelf die rechthoekige, hoge schuur van gecarbolineumde planken, een naargeestig geval waar ik minder ver rukt over ben. Het wordt hóóg tyd dat er een aparte monumentenwet komt voor gebouwen die op het platteland staan. Al te veel concentreert zich de monumenten zorg op de steden. Het wordt hoog tijd dat de gemeenten van Zuid-Oost Utrecht de monumentenrekening gaan opmaken. Hoeveel wérkelijk aardige boerderijtjes zgn in de loop der jaren al niet grondig verknoeid? Gave voorgevels met oude vensters werden weggebroken en nieuw herbouwd met moderne ramen van een burgeriyk type. Zo'n oude, rietgedekte hofstede werd evenzeer mishandeld als het lieve gelaat van een oude vrouw, dat met schmink een jeugdiger uiterlqk ver leend werd. Oude mensen en oude huizen hebben hun eigen charme's en die moet men geen geweld aan doen. Iets dat oud is, dat is van zichzelf al mooi. De t(jd overtrok de ouderdom met haar eigen patina. Onder de jongeren woedt een hevige passie voor alles wat z.g. modern is. Wat zo vast stond als een paal boven water, het gezegde dat de boer van nature een kunstenaar was en dat als een onwankelbaar dogma ge huldigd werd, bleek slechts als een leer stellige uitspraak geïnterpreteerd te mogen worden. En U weet het: de leer van vandaag is nogal eens de leugen van morgen Het verval begon met de intrede der stomvervelende en foeilelgke golfplaten, product van Amerikaanse gemakzucht. Het van nature by het landschap passen de rieten dak, ja zelfs het pannendak, erfenis van Romeinse degelgkheid, moest wyken voor deze overzeese kitsch. De boer, een koning op eigen erf, werd de vazal van de moderne tgd. Hg gaf zgn levensstyi prys voor een schotel smake loze rommel. Niet langer was zijn hoeve één met de grond waarop ze stond. Oude vensters met hun uitgebalanceerde roede verdeling werden vervangen door cliché- ramen. Het vertrouwde van zulk een boerderg raakte voorgoed zoek. Je gaat er als aan een vreemde aan voorby. Gelukkig is deze gaaf bewaarde, sterk Saksisch beïnvloede hofstede nog in het bezit van een ongeschonden voorgevel. Nóg prgken oude geschoren linden er vóór. Tussen de beide nog in goede staat verkerende schaapskooien en het voor huis met achtergelegen deel ligt een brede inrit, die tevens toegang geeft tot het landeiyke eikenlaantje, dat in het verlengde ligt. Het is een schildery! Maar dan van een oude meester, waar van de lamlsehappeiyke waarde niet te schatten is. Hopelijk zal de kitsch er verre van ge houden worden en komt dit prachtige DE OUDE, SAKSISCH BEÏNVLOEDE BOER DERIJ AAN DE DWARSWEG Foto J. A. Em. de Kleuver Een mooie boerderg Ls zo langzamer hand een zeldzaamheid. Maar dit is nog een juweel. Bekijk die mooie voorgevel eens. Het zou doodzonde zgn als die ver knoeid zou worden met een „modern" raam. 't Zou slaan als een tang op een varken. Alleen de schuur er achter is een wat vreemd bouwsel. Maar de onafge werkte planken er van doen het wel aar dig. Wat gaat die stoere gevel machtig mooi schuil achter de brede kronen van die goed onderhouden linden. En dan dat mossige dak met die onvergelgkbaar mooie bronsgroene tint. 'k Heb het dak eens goed bekeken toen dat mos „bloei de". Er lag toen een kopergroen waas over heen en de zon toverde daar gouden glimplichtjes bij op plaatsen waar de straaltjes zonlicht door dit groene blader- gordyn heen priemden. En zoals ik nóóit genoeg kan her-zeggen: ook zo'n boer derg ligt daar altijd even mooi. Werkelijk, de boer was aanvankelijk van nature een kunstenaar. Blééf dat maar zo, dan ging een hartewens van mij in vervulling. boerenerf spoedig op de lijst van onver vangbare cultuurmonumenten. Overberg is nóg drie mooie hofsteden rgk: „De Hucht" dicht bij het poppen- kerkje van het buurschap „Het Eind" die niet ver van het Passantenkamp staat en zéker niet de minste „Nieuw Ame rongen" aan de Prinseveldseweg. „De Hucht" is het oudste en dateert wel uit de 18de eeuw. „Nieuw-Amerongen" en „Het Eind" zgn van ca. 1860. Beide laat- sten zgn na „het waoter van vèfenvéftig" herbouwd. Wat er nu staat is al het derde Nieuw-Amerongen. In 1673 werd dit reeds in 1487 genoemde tinsgoed door de vernielzucht van de Franse soldaten in de as gelegd. Roemruchte geslachten waren er de bezitters van. Zo vonden wij leden van Van Zuylen van Natewisch, Van Leefdael tot Laer, Wtenweerde en Van der Eem gezegd Broeckhuysen. Nimmer is deze hofstede evenwel een echt adelijk goed geweest. Het had geen enkele status, net zo min als Prattenburg, Rem- merstein en Laar onder Rhenen. Tóch meende in 1888 de toenmalige bezitter Hendrik Hiensch, met een ridderhofstad of zo iets van doen te hebben, door de hofstede én de naam afzonderlijk in vei ling te brengen. Omdat er geen bescheiden getoond konden worden, waaruit moest biyken dat men zich „Heer" of „Vrouwe" van Ngamerongen mocht noemen, bracht de naam niets op. Lange tgd woonde er een familie, die achter haar patro- nynicum schreef: Van Nyamerongen. U begrgpt het al wel: dat werd het recente geslacht Van Nieuwamerongen. De gevel die naar de weg gekeerd is, is de achterzijde met de fraaie deel-ingang. Bg de laatste herbouw is het mooie type dubbele deeldeur, met boven het half van het kozijn een gemetselde boogkorfstel ling, teruggebracht. Dat is allemaal héél stoer en verantwoord. Maar van het natuurwonder aan de voorzijde van het woongedeelte bemerkt U daar niets. Déér staat een vreemd gegroeide linde, die een unicum mag heten. De enorme stam van die wgd uitwaaierende linde is niet rond gegroeid, maar volkomen plat. Dat noemt men handvormige groei, 't Is uitermate zeldzaam. Dit is de tweede wonderbaarlijke linde uit Overberg. U kent vast wel de zg. „mooie boom", die eens bij de rechtspraak in het buurschap Ginkel zo'n belangrijke rol speelde. Maar daarover later. Wij volgen nu de prachtige weg door het Prinseveld, waarnaar de stgle hucht genoemd is, die voor ons oprgst. Boven gekomen laten wij onze blikken gaan over het diepe dal daar beneden. Oh, wonder van de Gelderse vallei, wat ben je toch betoverend mooi met je groene blos. Het is mijn bedoeling u naar een ander wonder des natuurs te voeren, maar je kunt haast nooit weg komen van de plaatsen waar je van wijdse pa norama's kunt genieten. Je moet hier wel de weg kennen, om op het door mij bedoelde punt te komen. En dan staan wij aan het begin. Zo op het eerste ge zicht betekent het niets. Gewoon een bospad. Dat u daar vlak bg het hoogste punt van de Utrechtse heuvelrug beland bent dringt evenmin tot u door. Je zit daar bgna 65 meter boven N.A.P.! Maar goed, nu dat wonder Volg mg wandelende dat pad op. Hé, wat is dét nu Van lieverlede gaat het over in een dalletje. Dat wordt op het BEUKENBOS Tekening J. A. Em. de Kleuver Een sfeervolle tekening met de lichte toets die aan het komende voorjaar voorafgaat. Toen stonden de knoppen op het barsten; nü is het volzomer en zoekt de mens verkoeling onder de wijd uit waaierende beukenkronen. 't Is maar hoe je het bekijkt. Zeg nu eens eerlijk wanneer u onze bossen het mooiste vindt. Weet u het niet Nouik ook niet hoor! 't Is mij om het even of het nu lente, zomer, herfst of winter is. Zo moet het ook zijn. Je moet alle jaargetijden door. Daar helpt geen lieve moederen aan. Iedere dag is een feest in de na tuur. Wat heeft de Schepper alles toch mooi gemaakt! Hoe kan het ook anders! Staat boven menselijke kunst en weten schap niet de Eeuwige Kunstenaar en Alwetende Kracht waarin natuurlijke schoonheid en feilloos kennen dat éne vormen dat wij, kleine mensen, God dur ven noemen1 Wat zag Jesaja daarvan f Slechts de zóóm van Gods kleed! En dat was al Heerlijkheid en MajesteitJa, zo zouden wij héél schroomvallig tot dit grenzeloze Mysterie moeten gaan. Zon der pretenties £n zonder vragen. Het lid van de Tweede Kamer, de heer Maenen (K.V.P.) heeft op 6 mei 1964 aan de regering de volgende schriftelijke vra gen gesteld inzake export van Chinese steenkool naar ons land. 1. Kan de Minister rr.- dedelen of het juist is dat door China onderhande lingen worden gevoerd over export van Chinese steenkolen naar ons land? 2. Indien vraag 1 bevestigend wordt be antwoord kan de Minister dan mede delen: a. waar deze onderhandelingen worden gevoerd? b. welke instantie van Nederlandse zij de aan de onderhandelingen deel neemt? c. of deze onderhandelingen zijn instem ming hebben? 3. Indien bedoelde onderhandelingen zon der medeweten van de Minister worden gevoerd, hoe staat dan de Minister te genover een eventuele poging om Chi nese kolen in ons land te importeren? De Minister van Econmoische Zaken, de heer Andriessen, heeft hierop d.d. 21 mei 1964 het volgende geantwoord: 1. In antwoord op de eerste vraag deelt ondergetekende mede, dat hem niets bekend is van onderhandelingen over export van Chinese steenkolen naar ons land. Recente informaties duiden erop dat deze ook niet worden gevoerd. 2. Gezien het antwoord op de eerste vraag behoeft de tweede vraag geen beantwoording. 3. Naar aanleiding van de derde vraag moge dienen dat bij een eventuele im port van Chinese kolen in ons land, gezien de zeer hoge vrachtkosten, slechts sprake kan zijn van huisbrand kolen. Onder omstandigheden van gro te schaarste bg een strenge winter zal de invoer van huisbrandkolen uit China van geval tot geval beoordeeld worden, mede aan de hand van han delspolitieke aspecten. niet her of der kon. U raadt het al Dat smeltwater liep eenvoudig op wat lagere plekken óver de heuvelrug heen en sleet zich op de duur een eigen bedding uit. Zo ontstond dit verrukkelijk mooie ero siedal en in het oudste en breedste werd door nóg meer verhoogde watertoevoer een tweede insnijding gemaakt, zodat hier een zelden voorkomend terras ont stond. En dat ingesneden pad? Dét is nu een echte regenbeek, waar al duizen den en duizenden jaren regenwater door afgevoerd wordt. Tot waar het bij het Berghuis van Amerongen vele kanten uit gaat vloeien. Verwonder u hier, men senkind over alles wat de Schepper wrocht. En voel u er maar héél klein bg. EENZAME BERK Tekening J. A. Em. de Kleuver Zo vdder; zó zoonhoe wordt het oude spreekwoord bewaarheid! De oud ste zoon van onze medewerker Adriaan P. de Kleuver is al even begaafd als zijn vader. Dat bewijst bovenstaande prach tige tekening wel. Onderwijzer zijn en goed kunnen tekenen is een prachtig ding. Dat levert in de klas soms leuke tekenreacties van de kinderen op. Of de heer J. A. Em. de Kleuver veel tekent t Niet zo gek veel. Hij is voor 100% bota nicus en als plantenkenner neemt hij een belangrijke plaats in onder de Neder landse floristen. En tóch zouden wij graag zo nu en dan zo'n fijn afgewerkte en sfeervolle tekening van zijn hand in onze kolommen zien afgedrukt. Dit smaakt naar méér! In de Vlaamse Pocket-serie (standaardboekhandel Amster dam) verscheen van de hand van Eduard Braun een boekje dat de bovengenoemde titel draagt, met als onder-titel. „Alles dat U wilt weten over foto's maken". In zijn inleiding schrijft Edu ard Braun o.a.: „Beste Fotolief hebbers, dit boekje is geen tech nische verhandeling vol formu les en vraagstukken. Het is slechts een gesprek dat ik met U zou willen aanknopen over de heerlijkste liefhebberij ter we reld. Bent U een enthousiaste liefhebber, dan zal dit boekje U interesseren. Bent U het nog niet, dan koop ik vurig dat U het zult worden, nadat U deze wandeling door de fotografie hebt meege maakt." Wat het eerste betreft: Eduard Braun heeft gelijk. Ondergeteken de is liefhebber en het boekje heeft hem geïnteresseerd. Voor het tweede ben ik een beetje hui verig. Hoewel het Braun's bedoeling was niet „technisch" te zijn, is dit hem toch niet gelukt. Wie zou trouwens wel een boekje over fo tografie kunnen schrijven van bij na 200 bladzijden zonder een aan tal formules en technische gege vens te bezigen. Nogmaals: voor een liefhebber is het zeker aan te bevelen. U vindt er onder andere hoofd stukken in over landschaps-, kin- der-, architectuur- en sportfoto- grafie. Achterin zijn een aantal nuttige tabellen opgenomen. Dat Braun niet zomaar" een foto graaf is zal een blik op de tekst aan de achterzijde van dit boekje U leren. Vlaamse Pockets no. 127 Roger d'Exsteyl RAPSODIE IN BLOED Dit boekje dat eveneens bij bo vengenoemde uilgever verscheen, verscheen voor het eerst in 1953 onder de titel „De Dames Ver- brugge". Het is de eerste roman van de iia Gent geboren Vlaamse schrijver d'Exsteyl, die zich op griezel-verhalen is toe gaah leg gen. Dat de schrijver wist hoe hij een moord-verhaal op moest zet ten blijkt uit dit boek, maar het uitwerken ervan laat hier en daar wel wat te wensen over. Een jon ge archeoloog neemt bij een pa triciërs-familie in Gent zijn in trek en van dat ogenblik af zijn de nare gebeurtenissen en moor den niet van de lucht. De lezer krijgt de indruk, dat wanneer de schrijver de oplos sing niet zo gauw kan vinden, hij maar weer een figuur van het toneel laat verdwijnen om aan het eind het geheel met kunst en moordwerk toch nog maar een happy-ending te kunnen geven. d'Exsteyl te vergelijken met E. A. Poe, zoals wel eens gedaan wordt, is althans wat dit werkje betreft, zeker niet gerechtvaar digd tegenover de laatst genoem de. Vlaamse Pockets no. 123 Uitgeverij Heideland, Hasselt, België J. G. B. Het was zaterdag jongstleden in de Grebbestad de gehele dag een drukte van belang met de brandweren. Er werd nameiyk een gewestelgke wedstrijd gehou den, waaraan werd deelgenomen door een tiental brandweerkorpsen In de klassen 1 en IA. Er waren korpsen uit diverse provincies van ons land en allen moesten op hun beurt een b.rand bestrgden in het oude raadhuiscomplex by de Markt. Men veronderstelde dat hier een middelbrand heerste waarby nog een slachtoffer in een der gebouwen was achtergebleven. De term middelbrand wil zeggen dat er om assistentie kon worden gevraagd. Voor het verlenen van die assistentie stond de Rhenense Vrijwillige Brand weer gereed bij de Brandweercentrale en het was zo dat negen van de tien deelnemende korpsen de hulp van hun Rhenense collega's in riepen. Er werd gewerkt vanaf de brandkraan en met een vijftal lage druk stralen. Het slachtoffer diende te worden gered door middel van persluchtmaskers. Over het algemeen kan worden ge zegd dat de wedstrijd een goed verloop had. De resultaten waren als volgt: Klasse I .Gemeentelijke korpsen: 1. Doorn; 2. Oisterwijk; 3. IJsselstein; 4, Baarn; 5. De Meern. Klasse I A: Bedrijfskorpsen: 1. Lopik Radio; 2. N.V. Aluminiumfabriek Utrecht; 3. P.T.T., Meppel; 4. Cokesfa- briek Maurits, Geleen; 5. AKU, Arn hem. De nummers één van beide groepen zullen naar de landelijke wedstrijden gaan. De prijsuitreiking vond plaats in Ho tel de Stichtse Oever, waar de prijzen namens het ontvangende korps werden uitgereikt door de heer J. Meijer. Er werd in verband met het reeds late uur slechts 'n korte nabeschouwing over de wedstrijd gehouden, daar er nog bezoekers waren die een hele reis voor de boeg hadden. De jury heeft voor deze wedstrijden bestaan uit leden van niet deelnemende korpsen en van de brandweerinspectie. O.B.K. ORGANISEERDE BAZAR De bazar die de Muziekvereniging Oefe ning Baart Kunst jongstleden donderdag, vrijdag en zaterdag in het Eigen Gebouw organiseerde is behoorlijk druk bezocht. Hoeveel de opbrengst bedroeg was op he den echter nog niet bekend. De radio- of dia-projector is gevallen op lot nummer 494 en de eigenaar had zich hiervoor nog niet gemeld. Van de op brengst van deze bazar hoopt men nieuwe instrumenten aan te schaffen. Op vrydag 19 juni werden de diploma's uitgereikt aan de geslaagde leerlingen van de gemeenteiyke middelbare handelsavondschool te Rhenen. Directeur is de heer H. Moret. In totaal zyn nu reeds 174 leerlingen in het bezit van dit diploma, hetwelk volgens een beschikking van het College van Rgksbemiddelaars recht geeft op een hoger salaris dan normaal voor jeugdig administratief personeel toegestaan is. Boven dien geeft dit diploma vrystelling voor het verplichte middenstandsdiploma. Volgens Rijksvoorschrift wordt de uit slag van het examen bepaald door de Commissie van Gecommitteerden, hiertoe door het Gemeentebestuur benoemd. Bo vendien staat de school onder toezicht van de Rijksinspecteur voor Voorbereidend en Hoger Middelbaar Onderwijs, terwijl hier ook een taak is toevertrouwd aan de ge- meentelgke commissie van toezicht. Hoe nuttig deze veelzijdige controle is, blijkt wel uit het feit, dat voor het derde achter eenvolgend jaar alle veertien leerlingen slaagden. Juist door de beperking tot de vijf voornaamste handelsvakken biedt de opleiding aan de Gemeentelijke Handels avondschool een prachtige kans voor leer lingen, die niet in staat blijken de oplei ding aan de ULO-school of aan het ly ceum te voltooien. Afhankelijk van de vooropleiding is plaatsing mogelijk ln het eerste, tweede of in het derde leerjaar zowel voor jon geren als voor ouderen. De burgemeester van Rhenen, Jhr. Mr. L. H. N. F. M. Bosch ridder van Rosenthal, gaf in een hartelijke toespraak uiting aan zijn grote waardering voor de ijver en het doorzettingsvermogen van de leer lingen, waarna hij de diploma's uitreikte. In opdracht van de Khmer van Koop handel en Fabrieken te Utrecht schonk de heer Rosmalen aan Henk Jager uit Kesteren een prachtig boekwerk, om dat deze met 43 punten voor de vgf vakken de beste prestatie had geleverd. De heer B. Drost, directeur van de Pako en lid van de commissie van toezicht, wees vooral op het feit, dat het bedrgfs- leven snakt naar jonge mensen, die een goede schoolopleiding hebben genoten. Zijn woorden werden nog eens onder streept door de heer H. W. F. Scholte, di recteur van de Stoomhamer N.V., tevens lid van de commissie van gecommitteer den, die eveneens vol lof was over de bereikte resultaten. Hij sprak de hoop uit, dat veel leerlin gen het goede voorbeeld van de geslaag den zullen volgen. Deze geslaagden zijn: N. Eickhoff, A. W. de Jong, G. G. van Veenendaal, W. H. van Breda, F. J. v. d. Scheur, E. E. A. Ariesen, allen uit Rhenen; G. H. Ggs- berts en N. W. v. d. Brink uit Eist; R. J. van Schuppen en H. de Jongh uit Leer- sum: J. L. Görtemöller uit Amerongen; J. C. M. Hol uit Maurik; H. A. van Zome ren uit Amerongen en H. Jager uit Kes teren.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1964 | | pagina 3