Rond het Overbergse poppenkerkje
Boeken Gids
0 de versnapering van de eerste
I
É!fj»
Gewestelijke brandweerwedstrijden
in Rhenen
Diploma-uitreiking gemeentelijke
middelbare handelsavondschool Rhenen
TWEEDE BLAD „DE VALLEI"
VRIJDAG 26 JUNI 1964
Van albasten berken, „mooie" bomen, oeroude we
gen en pittoreske hofsteden en tot slot en besluit
een ijskoude duik.
Chinese kolen naar
Nederland
Eduard Braun
MET EEN CAMERA
HET LEVEN
ACHTERNA
Middelbrand in oude Raadhuiscomplex
V. A. B.
KIRPESTEIN
Nr. 51
Aan de rand van 't bos staan berken
Stil te staren voor zich heen.
Altijd gaan hun blijde blikken
Over 't wijde, wijde veen
DOOR ADRIAAN P. DE KLEUVER
'k Hou van oude berken die er uitzien als vriendelijke mensjes; door de jaren gebogen, maar nooit ge
knakt. 't Hou van die eenzame berk, die ergens met wijd uitwaaierende kroon, als een prinses op haar
geliefde, op het moment staat te wachten waarop prins Aeolus het fijne berkenhaar zal strelen, 'k Hou
van de stille berkenlaantjes waar je in je verliefde dagen hand in hand liep te wandelen, 'k Hou van de
verspreid staande berken op onze heidevelden, die zó maar in het wilde weg door de wind uitgezaaid
zijn. Maar het meest hou ik van die berken langs de Oude Scherpenzeelse weg, zoals die hun gebochelde
en kromgegroeide stammen krampachtig omhoog houden op de richel langs de brede strook heide naast
het looppad. Die Oude Scherpenzeelse weg is nog van het type hessenweg, waar de karrevoerders een
voudig een nieuw spoor reden, wanneer het oude spoor onbegaanbaar werd. Nu ze praktisch ongebruikt
ligt, verdroomd als een oud winkeltje in een stille zijstraat, nu is dat allemaal verleden tijd. Er gaan
geen blauwgekielde karmannen meer naast moeizaam voortsjokkende paarden, die hun waren, de berg
over, naar de vallei voeren op hoogwielige huifkarren. Op de plek waar wij de vorige maal naar links
afgeslagen zijn gaan wij nu naar rechts, het Overbergse in.
Waar onze oudste bosweg de Prinse-
veldseweg kruist steken wij over en ver
volgen ons tracé. Dan komen wg op de
Bergweg naar Amerongen uit. Dit stukje
vooral is bijzonder interessant. Zo vond
ik in één van de bosjes met eiken hak
hout een flinke plek met dalkruid, ons
mooie bosplantje met het gle trosje, fijne
bloempjes. Dat is een familielid van het
Lelietje van dalen en ik zou niet weten
wie van de twee de mooiste moest zijn.
laatst een breed en diep dal; een dal
vol bomen. En dan bemerk je in eens
dat het dal in een ander dal verzonken
schynt te zyn. En dat pad, dat \v\j be
wandelen, is óók al in dat eerste dal
ingesneden. Wat is hier gebeurd?
U weet uit een vorig artikel dat de
Gelderse Vallei eens opgevuld was met
een geweldige gletsjertong. Juist, die ys-
tijdgeschiedenis. Er zijn toen uiteraard
ook „zomers" geweest en dan smolt dat
ijs geweldig af. Net als nü nog in het
hooggebergte gebeurt! Dan worden de
rivieren angstwekkend hoog soms
(1855!). Tussen dat langgerekte ijsveld
en de heuvelrug kwam dan een enorme
„gracht" met smeltwater te staan, dat
Hier en daar vinden wij de heldergele
stekelbrem en waar het wat vochtiger
is óók de tormentil. Zo'n plekje herken je
onmiddellijk aan de dopheide die er staat;
soms ook aan de pollen buntgras. Maar
veel heeft de flora er niet te betekenen.
Daar is het overwegend weer wat té
droog voor.
Waar een zijweg ons pad kruist ziet
men veelal reeënprenten in het zand
getrapt staan. Onze ranke bosbewo-
ners treft men tegenwoordig letterlijk
overal Vijfentwintig jaar geleden was
dat nog niet zo. Onze reeënstand hand
haaft zich uitstekend.
Je vroeg je wel eens af waar het heen
moest, maar 't valt gelukkig flink mee.
Ze zijn je zó vertrouwd geworden, dat je
al niet beter weet of ze zijn er altijd ge
weest. Zou vroeger iemand je gevraagd
hebben om mee reeën te gaan kijken, dan
had je de schouders opgehaald. Nu is het
de gewoonste zaak van de wereld.
Dan zijn wfl by de Bergweg gekomen
en rgden naar de Dwarsweg. Dat klinkt
al heel wat vertrouwder. Je kunt ook de
weg naar Scherpenzeel nemen, maar dat
is voor later, 'k Wil U meenemen naar
de mooiste boerderg die in deze buurt
staat. Wanneer ik nu maar zeg dat het
dié is waar naast en achter elkaar twee
prachtige schaapskooien staan. En échter
de hoeve zelf die rechthoekige, hoge
schuur van gecarbolineumde planken, een
naargeestig geval waar ik minder ver
rukt over ben. Het wordt hóóg tyd dat
er een aparte monumentenwet komt voor
gebouwen die op het platteland staan. Al
te veel concentreert zich de monumenten
zorg op de steden. Het wordt hoog tijd
dat de gemeenten van Zuid-Oost Utrecht
de monumentenrekening gaan opmaken.
Hoeveel wérkelijk aardige boerderijtjes
zgn in de loop der jaren al niet grondig
verknoeid? Gave voorgevels met oude
vensters werden weggebroken en nieuw
herbouwd met moderne ramen van een
burgeriyk type. Zo'n oude, rietgedekte
hofstede werd evenzeer mishandeld als
het lieve gelaat van een oude vrouw, dat
met schmink een jeugdiger uiterlqk ver
leend werd. Oude mensen en oude huizen
hebben hun eigen charme's en die moet
men geen geweld aan doen.
Iets dat oud is, dat is van zichzelf al
mooi. De t(jd overtrok de ouderdom met
haar eigen patina. Onder de jongeren
woedt een hevige passie voor alles wat
z.g. modern is. Wat zo vast stond als
een paal boven water, het gezegde dat
de boer van nature een kunstenaar was
en dat als een onwankelbaar dogma ge
huldigd werd, bleek slechts als een leer
stellige uitspraak geïnterpreteerd te
mogen worden.
En U weet het: de leer van vandaag is
nogal eens de leugen van morgen
Het verval begon met de intrede der
stomvervelende en foeilelgke golfplaten,
product van Amerikaanse gemakzucht.
Het van nature by het landschap passen
de rieten dak, ja zelfs het pannendak,
erfenis van Romeinse degelgkheid, moest
wyken voor deze overzeese kitsch. De
boer, een koning op eigen erf, werd de
vazal van de moderne tgd. Hg gaf zgn
levensstyi prys voor een schotel smake
loze rommel. Niet langer was zijn hoeve
één met de grond waarop ze stond. Oude
vensters met hun uitgebalanceerde roede
verdeling werden vervangen door cliché-
ramen. Het vertrouwde van zulk een
boerderg raakte voorgoed zoek. Je gaat
er als aan een vreemde aan voorby.
Gelukkig is deze gaaf bewaarde, sterk
Saksisch beïnvloede hofstede nog in het
bezit van een ongeschonden voorgevel.
Nóg prgken oude geschoren linden er
vóór.
Tussen de beide nog in goede staat
verkerende schaapskooien en het voor
huis met achtergelegen deel ligt een
brede inrit, die tevens toegang geeft
tot het landeiyke eikenlaantje, dat in
het verlengde ligt. Het is een schildery!
Maar dan van een oude meester, waar
van de lamlsehappeiyke waarde niet te
schatten is.
Hopelijk zal de kitsch er verre van ge
houden worden en komt dit prachtige
DE OUDE, SAKSISCH
BEÏNVLOEDE BOER
DERIJ AAN DE
DWARSWEG
Foto
J. A. Em. de Kleuver
Een mooie boerderg Ls zo langzamer
hand een zeldzaamheid. Maar dit is nog
een juweel. Bekijk die mooie voorgevel
eens. Het zou doodzonde zgn als die ver
knoeid zou worden met een „modern"
raam. 't Zou slaan als een tang op een
varken. Alleen de schuur er achter is een
wat vreemd bouwsel. Maar de onafge
werkte planken er van doen het wel aar
dig. Wat gaat die stoere gevel machtig
mooi schuil achter de brede kronen van
die goed onderhouden linden. En dan dat
mossige dak met die onvergelgkbaar
mooie bronsgroene tint. 'k Heb het dak
eens goed bekeken toen dat mos „bloei
de". Er lag toen een kopergroen waas
over heen en de zon toverde daar gouden
glimplichtjes bij op plaatsen waar de
straaltjes zonlicht door dit groene blader-
gordyn heen priemden. En zoals ik nóóit
genoeg kan her-zeggen: ook zo'n boer
derg ligt daar altijd even mooi. Werkelijk,
de boer was aanvankelijk van nature een
kunstenaar. Blééf dat maar zo, dan ging
een hartewens van mij in vervulling.
boerenerf spoedig op de lijst van onver
vangbare cultuurmonumenten.
Overberg is nóg drie mooie hofsteden
rgk: „De Hucht" dicht bij het poppen-
kerkje van het buurschap „Het Eind" die
niet ver van het Passantenkamp staat en
zéker niet de minste „Nieuw Ame
rongen" aan de Prinseveldseweg. „De
Hucht" is het oudste en dateert wel uit
de 18de eeuw. „Nieuw-Amerongen" en
„Het Eind" zgn van ca. 1860. Beide laat-
sten zgn na „het waoter van vèfenvéftig"
herbouwd. Wat er nu staat is al het derde
Nieuw-Amerongen. In 1673 werd dit
reeds in 1487 genoemde tinsgoed door de
vernielzucht van de Franse soldaten in de
as gelegd. Roemruchte geslachten waren
er de bezitters van. Zo vonden wij leden
van Van Zuylen van Natewisch, Van
Leefdael tot Laer, Wtenweerde en Van
der Eem gezegd Broeckhuysen. Nimmer
is deze hofstede evenwel een echt adelijk
goed geweest. Het had geen enkele
status, net zo min als Prattenburg, Rem-
merstein en Laar onder Rhenen. Tóch
meende in 1888 de toenmalige bezitter
Hendrik Hiensch, met een ridderhofstad
of zo iets van doen te hebben, door de
hofstede én de naam afzonderlijk in vei
ling te brengen.
Omdat er geen bescheiden getoond
konden worden, waaruit moest biyken
dat men zich „Heer" of „Vrouwe" van
Ngamerongen mocht noemen, bracht
de naam niets op. Lange tgd woonde
er een familie, die achter haar patro-
nynicum schreef: Van Nyamerongen.
U begrgpt het al wel: dat werd het
recente geslacht Van Nieuwamerongen.
De gevel die naar de weg gekeerd is, is
de achterzijde met de fraaie deel-ingang.
Bg de laatste herbouw is het mooie type
dubbele deeldeur, met boven het half van
het kozijn een gemetselde boogkorfstel
ling, teruggebracht. Dat is allemaal héél
stoer en verantwoord. Maar van het
natuurwonder aan de voorzijde van het
woongedeelte bemerkt U daar niets.
Déér staat een vreemd gegroeide linde,
die een unicum mag heten. De enorme
stam van die wgd uitwaaierende linde is
niet rond gegroeid, maar volkomen plat.
Dat noemt men handvormige groei, 't Is
uitermate zeldzaam. Dit is de tweede
wonderbaarlijke linde uit Overberg. U
kent vast wel de zg. „mooie boom", die
eens bij de rechtspraak in het buurschap
Ginkel zo'n belangrijke rol speelde. Maar
daarover later.
Wij volgen nu de prachtige weg door
het Prinseveld, waarnaar de stgle hucht
genoemd is, die voor ons oprgst. Boven
gekomen laten wij onze blikken gaan
over het diepe dal daar beneden. Oh,
wonder van de Gelderse vallei, wat ben
je toch betoverend mooi met je groene
blos. Het is mijn bedoeling u naar een
ander wonder des natuurs te voeren,
maar je kunt haast nooit weg komen
van de plaatsen waar je van wijdse pa
norama's kunt genieten. Je moet hier
wel de weg kennen, om op het door mij
bedoelde punt te komen. En dan staan
wij aan het begin. Zo op het eerste ge
zicht betekent het niets. Gewoon een
bospad. Dat u daar vlak bg het hoogste
punt van de Utrechtse heuvelrug beland
bent dringt evenmin tot u door. Je zit
daar bgna 65 meter boven N.A.P.! Maar
goed, nu dat wonder
Volg mg wandelende dat pad op. Hé,
wat is dét nu Van lieverlede gaat het
over in een dalletje. Dat wordt op het
BEUKENBOS
Tekening J. A. Em. de Kleuver
Een sfeervolle tekening met de lichte
toets die aan het komende voorjaar
voorafgaat. Toen stonden de knoppen op
het barsten; nü is het volzomer en zoekt
de mens verkoeling onder de wijd uit
waaierende beukenkronen. 't Is maar
hoe je het bekijkt. Zeg nu eens eerlijk
wanneer u onze bossen het mooiste
vindt. Weet u het niet Nouik ook niet
hoor! 't Is mij om het even of het nu
lente, zomer, herfst of winter is. Zo moet
het ook zijn. Je moet alle jaargetijden
door. Daar helpt geen lieve moederen
aan. Iedere dag is een feest in de na
tuur. Wat heeft de Schepper alles toch
mooi gemaakt! Hoe kan het ook anders!
Staat boven menselijke kunst en weten
schap niet de Eeuwige Kunstenaar en
Alwetende Kracht waarin natuurlijke
schoonheid en feilloos kennen dat éne
vormen dat wij, kleine mensen, God dur
ven noemen1 Wat zag Jesaja daarvan f
Slechts de zóóm van Gods kleed! En dat
was al Heerlijkheid en MajesteitJa,
zo zouden wij héél schroomvallig tot dit
grenzeloze Mysterie moeten gaan. Zon
der pretenties £n zonder vragen.
Het lid van de Tweede Kamer, de heer
Maenen (K.V.P.) heeft op 6 mei 1964 aan
de regering de volgende schriftelijke vra
gen gesteld inzake export van Chinese
steenkool naar ons land.
1. Kan de Minister rr.- dedelen of het
juist is dat door China onderhande
lingen worden gevoerd over export
van Chinese steenkolen naar ons land?
2. Indien vraag 1 bevestigend wordt be
antwoord kan de Minister dan mede
delen:
a. waar deze onderhandelingen worden
gevoerd?
b. welke instantie van Nederlandse zij
de aan de onderhandelingen deel
neemt?
c. of deze onderhandelingen zijn instem
ming hebben?
3. Indien bedoelde onderhandelingen zon
der medeweten van de Minister worden
gevoerd, hoe staat dan de Minister te
genover een eventuele poging om Chi
nese kolen in ons land te importeren?
De Minister van Econmoische Zaken,
de heer Andriessen, heeft hierop d.d. 21
mei 1964 het volgende geantwoord:
1. In antwoord op de eerste vraag deelt
ondergetekende mede, dat hem niets
bekend is van onderhandelingen over
export van Chinese steenkolen naar
ons land. Recente informaties duiden
erop dat deze ook niet worden gevoerd.
2. Gezien het antwoord op de eerste
vraag behoeft de tweede vraag geen
beantwoording.
3. Naar aanleiding van de derde vraag
moge dienen dat bij een eventuele im
port van Chinese kolen in ons land,
gezien de zeer hoge vrachtkosten,
slechts sprake kan zijn van huisbrand
kolen. Onder omstandigheden van gro
te schaarste bg een strenge winter
zal de invoer van huisbrandkolen uit
China van geval tot geval beoordeeld
worden, mede aan de hand van han
delspolitieke aspecten.
niet her of der kon. U raadt het al Dat
smeltwater liep eenvoudig op wat lagere
plekken óver de heuvelrug heen en sleet
zich op de duur een eigen bedding uit.
Zo ontstond dit verrukkelijk mooie ero
siedal en in het oudste en breedste werd
door nóg meer verhoogde watertoevoer
een tweede insnijding gemaakt, zodat
hier een zelden voorkomend terras ont
stond. En dat ingesneden pad? Dét is
nu een echte regenbeek, waar al duizen
den en duizenden jaren regenwater door
afgevoerd wordt. Tot waar het bij het
Berghuis van Amerongen vele kanten
uit gaat vloeien. Verwonder u hier, men
senkind over alles wat de Schepper
wrocht. En voel u er maar héél klein bg.
EENZAME BERK
Tekening J. A. Em. de Kleuver
Zo vdder; zó zoonhoe wordt het
oude spreekwoord bewaarheid! De oud
ste zoon van onze medewerker Adriaan
P. de Kleuver is al even begaafd als zijn
vader. Dat bewijst bovenstaande prach
tige tekening wel. Onderwijzer zijn en
goed kunnen tekenen is een prachtig
ding. Dat levert in de klas soms leuke
tekenreacties van de kinderen op. Of de
heer J. A. Em. de Kleuver veel tekent t
Niet zo gek veel. Hij is voor 100% bota
nicus en als plantenkenner neemt hij een
belangrijke plaats in onder de Neder
landse floristen. En tóch zouden wij
graag zo nu en dan zo'n fijn afgewerkte
en sfeervolle tekening van zijn hand in
onze kolommen zien afgedrukt. Dit
smaakt naar méér!
In de Vlaamse Pocket-serie
(standaardboekhandel Amster
dam) verscheen van de hand van
Eduard Braun een boekje dat de
bovengenoemde titel draagt, met
als onder-titel. „Alles dat U wilt
weten over foto's maken".
In zijn inleiding schrijft Edu
ard Braun o.a.: „Beste Fotolief
hebbers, dit boekje is geen tech
nische verhandeling vol formu
les en vraagstukken. Het is
slechts een gesprek dat ik met U
zou willen aanknopen over de
heerlijkste liefhebberij ter we
reld. Bent U een enthousiaste
liefhebber, dan zal dit boekje U
interesseren. Bent U het nog niet,
dan koop ik vurig dat U het zult
worden, nadat U deze wandeling
door de fotografie hebt meege
maakt."
Wat het eerste betreft: Eduard
Braun heeft gelijk. Ondergeteken
de is liefhebber en het boekje
heeft hem geïnteresseerd. Voor
het tweede ben ik een beetje hui
verig.
Hoewel het Braun's bedoeling
was niet „technisch" te zijn, is dit
hem toch niet gelukt. Wie zou
trouwens wel een boekje over fo
tografie kunnen schrijven van bij
na 200 bladzijden zonder een aan
tal formules en technische gege
vens te bezigen.
Nogmaals: voor een liefhebber
is het zeker aan te bevelen. U
vindt er onder andere hoofd
stukken in over landschaps-, kin-
der-, architectuur- en sportfoto-
grafie. Achterin zijn een aantal
nuttige tabellen opgenomen. Dat
Braun niet zomaar" een foto
graaf is zal een blik op de tekst
aan de achterzijde van dit boekje
U leren.
Vlaamse Pockets no. 127
Roger d'Exsteyl
RAPSODIE IN BLOED
Dit boekje dat eveneens bij bo
vengenoemde uilgever verscheen,
verscheen voor het eerst in 1953
onder de titel „De Dames Ver-
brugge". Het is de eerste roman
van de iia Gent geboren Vlaamse
schrijver d'Exsteyl, die zich op
griezel-verhalen is toe gaah leg
gen.
Dat de schrijver wist hoe hij
een moord-verhaal op moest zet
ten blijkt uit dit boek, maar het
uitwerken ervan laat hier en daar
wel wat te wensen over. Een jon
ge archeoloog neemt bij een pa
triciërs-familie in Gent zijn in
trek en van dat ogenblik af zijn
de nare gebeurtenissen en moor
den niet van de lucht.
De lezer krijgt de indruk, dat
wanneer de schrijver de oplos
sing niet zo gauw kan vinden, hij
maar weer een figuur van het
toneel laat verdwijnen om aan
het eind het geheel met kunst
en moordwerk toch nog maar een
happy-ending te kunnen geven.
d'Exsteyl te vergelijken met E.
A. Poe, zoals wel eens gedaan
wordt, is althans wat dit werkje
betreft, zeker niet gerechtvaar
digd tegenover de laatst genoem
de.
Vlaamse Pockets no. 123
Uitgeverij Heideland,
Hasselt, België
J. G. B.
Het was zaterdag jongstleden in de Grebbestad de gehele dag een drukte van
belang met de brandweren. Er werd nameiyk een gewestelgke wedstrijd gehou
den, waaraan werd deelgenomen door een tiental brandweerkorpsen In de klassen
1 en IA. Er waren korpsen uit diverse provincies van ons land en allen moesten
op hun beurt een b.rand bestrgden in het oude raadhuiscomplex by de Markt.
Men veronderstelde dat hier een middelbrand heerste waarby nog een slachtoffer
in een der gebouwen was achtergebleven.
De term middelbrand wil zeggen dat
er om assistentie kon worden gevraagd.
Voor het verlenen van die assistentie
stond de Rhenense Vrijwillige Brand
weer gereed bij de Brandweercentrale
en het was zo dat negen van de tien
deelnemende korpsen de hulp van hun
Rhenense collega's in riepen.
Er werd gewerkt vanaf de brandkraan
en met een vijftal lage druk stralen.
Het slachtoffer diende te worden gered
door middel van persluchtmaskers.
Over het algemeen kan worden ge
zegd dat de wedstrijd een goed verloop
had.
De resultaten waren als volgt: Klasse
I .Gemeentelijke korpsen: 1. Doorn; 2.
Oisterwijk; 3. IJsselstein; 4, Baarn; 5.
De Meern.
Klasse I A: Bedrijfskorpsen: 1. Lopik
Radio; 2. N.V. Aluminiumfabriek
Utrecht; 3. P.T.T., Meppel; 4. Cokesfa-
briek Maurits, Geleen; 5. AKU, Arn
hem.
De nummers één van beide groepen
zullen naar de landelijke wedstrijden
gaan.
De prijsuitreiking vond plaats in Ho
tel de Stichtse Oever, waar de prijzen
namens het ontvangende korps werden
uitgereikt door de heer J. Meijer.
Er werd in verband met het reeds
late uur slechts 'n korte nabeschouwing
over de wedstrijd gehouden, daar er nog
bezoekers waren die een hele reis voor
de boeg hadden. De jury heeft voor
deze wedstrijden bestaan uit leden van
niet deelnemende korpsen en van de
brandweerinspectie.
O.B.K. ORGANISEERDE BAZAR
De bazar die de Muziekvereniging Oefe
ning Baart Kunst jongstleden donderdag,
vrijdag en zaterdag in het Eigen Gebouw
organiseerde is behoorlijk druk bezocht.
Hoeveel de opbrengst bedroeg was op he
den echter nog niet bekend.
De radio- of dia-projector is gevallen
op lot nummer 494 en de eigenaar had zich
hiervoor nog niet gemeld. Van de op
brengst van deze bazar hoopt men nieuwe
instrumenten aan te schaffen.
Op vrydag 19 juni werden de diploma's uitgereikt aan de geslaagde leerlingen van
de gemeenteiyke middelbare handelsavondschool te Rhenen. Directeur is de heer H.
Moret. In totaal zyn nu reeds 174 leerlingen in het bezit van dit diploma, hetwelk
volgens een beschikking van het College van Rgksbemiddelaars recht geeft op een
hoger salaris dan normaal voor jeugdig administratief personeel toegestaan is. Boven
dien geeft dit diploma vrystelling voor het verplichte middenstandsdiploma.
Volgens Rijksvoorschrift wordt de uit
slag van het examen bepaald door de
Commissie van Gecommitteerden, hiertoe
door het Gemeentebestuur benoemd. Bo
vendien staat de school onder toezicht van
de Rijksinspecteur voor Voorbereidend en
Hoger Middelbaar Onderwijs, terwijl hier
ook een taak is toevertrouwd aan de ge-
meentelgke commissie van toezicht. Hoe
nuttig deze veelzijdige controle is, blijkt
wel uit het feit, dat voor het derde achter
eenvolgend jaar alle veertien leerlingen
slaagden. Juist door de beperking tot de
vijf voornaamste handelsvakken biedt de
opleiding aan de Gemeentelijke Handels
avondschool een prachtige kans voor leer
lingen, die niet in staat blijken de oplei
ding aan de ULO-school of aan het ly
ceum te voltooien.
Afhankelijk van de vooropleiding is
plaatsing mogelijk ln het eerste, tweede
of in het derde leerjaar zowel voor jon
geren als voor ouderen.
De burgemeester van Rhenen, Jhr. Mr. L.
H. N. F. M. Bosch ridder van Rosenthal,
gaf in een hartelijke toespraak uiting aan
zijn grote waardering voor de ijver en
het doorzettingsvermogen van de leer
lingen, waarna hij de diploma's uitreikte.
In opdracht van de Khmer van Koop
handel en Fabrieken te Utrecht schonk
de heer Rosmalen aan Henk Jager uit
Kesteren een prachtig boekwerk, om dat
deze met 43 punten voor de vgf vakken
de beste prestatie had geleverd.
De heer B. Drost, directeur van de Pako
en lid van de commissie van toezicht,
wees vooral op het feit, dat het bedrgfs-
leven snakt naar jonge mensen, die een
goede schoolopleiding hebben genoten.
Zijn woorden werden nog eens onder
streept door de heer H. W. F. Scholte, di
recteur van de Stoomhamer N.V., tevens
lid van de commissie van gecommitteer
den, die eveneens vol lof was over de
bereikte resultaten.
Hij sprak de hoop uit, dat veel leerlin
gen het goede voorbeeld van de geslaag
den zullen volgen.
Deze geslaagden zijn: N. Eickhoff, A.
W. de Jong, G. G. van Veenendaal, W. H.
van Breda, F. J. v. d. Scheur, E. E. A.
Ariesen, allen uit Rhenen; G. H. Ggs-
berts en N. W. v. d. Brink uit Eist; R.
J. van Schuppen en H. de Jongh uit Leer-
sum: J. L. Görtemöller uit Amerongen;
J. C. M. Hol uit Maurik; H. A. van Zome
ren uit Amerongen en H. Jager uit Kes
teren.