f* O K KI II
ff D E L 11 K
OHPEE DAK.
Boeken Gids
HAASTRECHT
IN NOOD
KLOOSTER IN WAGONS
Velen van ons zullen zich
terdege die smartelijke Pink
sterdagen herinneren die
rouw, verdriet en angst mee
brachten voor heel veel Vee-
nendalers. Alle Veenendalers
werden van huis en haard
verdreven maar velen vonden
in het vriendelijke Z. H. dorp
aan de Vlist een gastvrij on
derdak in die donkere dagen.
Met angst in ons hart vier
den wij het Pinksterfeest in
die mooie oude Hervormde
kerk in Haastrecht.
De liefdevolle behandeling in
de huizen, scholen en potro-
naatsgebouw in Haastrecht
deden ons zo goed!
Nu nadat grote doorgestane
leed is Haastrecht in nood
gekomen. De mooie oude kerk
van weleer is een prooi der
vlammen geworden en al
hebben verschillende kerk
genootschappen hun hulp ge
boden, de mooie oude kerk
ging verloren.
Haastrecht moet sparen heel
hard sparen om 't kerkge
bouw terug te krijgen. Zullen
wij Veenendalers nu achter
blijven of willen wij in deze
welvaartsperiode graag, heel
graag een gift geven om de
kerk te Haastrecht weer op
te bouwen! Geef uit dank
baarheid een gift voor de des
tijds genoten gastvrijheid.
Giften kunnen worden afge
dragen aan de Amsterdam-
sche Bank, Markt, Veenen-
daal of gestort op het giro
nummer van genoemde Bank
119518, onder de naam Haas
trecht.
Paul Rogghé - Anna Colochin
In de Vlaamse Pocketreeks (uitge
verij Heideland, Hasselt) verscheen
van de Vlaamse schrijver Paul Rog
ghé het boekje Anna Golochin. Rog
ghé, die in Gent werd geboren (1904),
is eerst journalist geweest en nu
studieprefect. Z(jn litteraire sporen
heeft hij verdiend als stichter van
drie litteraire tijdschriften, en als
winnaar van litteraire prijzen.
Anna Golochin is een vreemd, maar
boeiend verhaal, dat zich in één nacht
afspeelt in de psyche van drie men
sen: een man, een vrouw en een
vreemdeling.
Ietwat storend is het lange begin.
De schrijver heeft bijna de helft van
het boek nodig om zijn karakter
schetsen en plaatsbepalingen uiteen
te zetten.
De stijl is echter van verrassende
eenvoud en zuiverheid. Aanvalkeljjk
lijkt het verhaal verward, maar wan
neer de lezer het slot gelezen heeft,
zal al het voorafgaande hem ook dui
delijk zijn.
Dit boekje dat zich afspeelt in de
omgeving van Praag en eerst een
vreemde driehoeksverhouding tot
thema schijnt te hebben, is de be
schrijving van een ongemene traditie.
Men kan het beter tweemaal dan één
maal lezen.
Vlaamse Pockets no. 128.
Minus van Looi Aloud Boerenbloed
Bij dezelfde uitgever verscheen van
Minus van Looi, schuilnaam voor
Benjamin Vandervoort, het boekje
Aloud Boerenbloed.
Zoals deze naam doet vermoeden is
het een boerenroman.
Het boek is te vergelijken met ,,De
grote stille knecht" van Aar van der
Werfhorst.
Ook in Aloud Boerenbloed is het
hoofdthema een jongen die met niets
begint en tenslotte de „eerste boer"
uit de omgeving wordt.
Alleen heeft dit boek een wat zoe
telijk happy-ending. Wat in het ge
noemde boek van Van der Werfhorst
ontbreekt.
Minus van Looi tekent zijn boeren-
figuren met de stoerheid en forsheid
die hem eigen is. Er is over hem te
recht geschreven: de man die zijn
haast kinderlijke fijngevoeligheid ver
borg achter een masker van stugheid,
de man die overmoedig alles op de
bugel speelde, ook wat moest gestre
ken worden op gedempte viool.
Minus van Looi leefde naar dit
boek, net als een van de hoofdfiguren
Dolf Dankers, eiste hij van zichzelf
zijn hoofd neer te leggen, iets wat
vaak heldhaftiger is dan hem stug
rechtop te houden.
Vlaamse Pockets no. 120.
J. G. B.
Een monnik verzonken in gebed in de „wagon-kapel"
Dit is de eetzaal met op de achtergrond de keuken.
De Benediktynen vullen hun dag met werken en bidden.
Deze doet huishoudelijke werkzaamheden.
Het nieuwe klooster verryst achter het tydelyke. Elke monnik steekt de handen uit de mouwen.
Benediktyner
monniken op de binnenplaats van hun tijdelyke klooster, gemaakt van zeven spoorwegwagons.
Vlakbij de Westduitse stad Mainz wonen vijftien Bene-
diktijnse monniken tijdelijk in een zevental afgedankte
spoorwegwagons, tot dat hun nieuwe klooster afgebouwd
is. Toen ze in begin september 1960 daar begonnen met
hun werk, hadden ze helemaal geen tehuis. Ze kochten
voor een paar honderd gulden de oude wagons en richtten
die in als kapel, keuken en woonverblijven. De monniken
horen tot een strenge orde, die gesticht werd door Eugene
von Mazenod en die armoede, hard werken en gebed
voorschrijft. De monniken beginnen hun dag al om 5.15
uur met gebeden.