UIT DE GESCHIEDENIS VAN RHENEN XI PUROLtSupcrieufê ^blijft altijd nieuw PAKO-RHENEN MAAND JUNI: NIEUW LAAGTEPUNT VAN DE WERKELOOSHEID ARAM ARAM vraagt: PAKO-RHENEN TWEEDE BLAD „DE VALLEI" VRIJDAG 17 JULI 1964 Nr. 57 „Liever zuurkool" Elisabeth Stuart in haar brieven Lijdensvol vorstinneleven Brieven Elisabeths levensloop Stuart Rampspoedige jaren Lijdensvol leven Haar uiterlijk Haar brieven Van kind tot weduwe DE GROTE OPSTAND Onrustige Zenuwen? VERBETERINGEN Brand in keuken Na de slag op de Witte Berg verscheen in 1621 van katholieke zijde een gravure als spotprent, Frederik van de Palts en Elisabeth Stuart voorstellende in een parodie op de verzoeking van Christus. Katholieke ijveraars laakten namelijk de eerzucht van Elisabeth bij Frederiks aanvaarding van de Boheemse koningskroon, waarop zij zou hebben aangedrongen. Deze mening gaf later aanleiding tot het ontstaan van het fabeltje, dat zij gezegd zou hebben liever zuurkool te eten aan een koningstafel dan zich te verlustigen in heerlijke spijzen, gegeten aan die van een keurvorst! Hoewel het verhaaltje toentertijd allerwegen geloofd werd, zelfs door de Boheemse afgevaardigden en velen overtuigd waren dat Elisabeth een grote rol gespeeld had bij Frederiks besluit, is het historisch ontvaar gebleken. Eerst later, nadat zij de raad gevraagd en verkregen had van George Abbot, Anglicaans aartsbisschop van Canterbury, steunde zij haar man in zijn beslissing. ten boden hun bovendien een zomer verblijf te Wijk bij Duurstede aan en nadien een stuk grond te Rhenen, waar het Koningshuis in 1631 voltooid werd. Helaas stierf Frederik reeds een jaar later te Bacharach aan de Rijn in hetzelfde jaar waarin Gustaaf Adolf, op wie hij zijn vertrouwen ge steld had, sneuvelde in de slag bij Lützen. Elisabeth, met tien kinderen achterblijvend, bleef in Den Haag onder toenemende moeilijkheden wonen, maar bracht soms de zomer te Rhenen door, blijkens haar brie ven daar geschreven o.a. in 1638, 1639 en 1649. De Engelse burgeroorlog waarin haar broer Karei I verwikkeld was om streeks 1640 sneed voor haar een bron van hulp af, wat nieuwe zorgen baarde. Haar oudste zoon Karl Ludwig steun de openlijk het parlement tegen Karei I en poogde zijn moeder over te halen openlijk de koningsgezinde houding van haar jongere zonen Ruprecht en Maurits af te keuren. Elisabeths sym pathieën voor Karei I werden echter uit onderschepte brieven bekend met het gevolg, dat het parlement verdere financiële hulp weigerde. Toen Karl Ludwig in 1648 bij de vrede van Munster als keurvorst van de Palts erkend werd, kon Elisabeth toch niet naar Heidelberg terugkeren, zulks door misverstand en onenigheid met haar zoon. Zij bleef in Den Haag tot zij bij de restauratie van Karei II in 1661 naar Londen ging, waar Wil liam Lord Craven, die reeds dertig jaren haar toegewijde raadsman was geweest, haar zijn huis aanbood. Op 23 februari 1662 stierf zij, 65 jaar oud. Elisabeth Stuart, in 1613 gehuwd met Frederik V, keurvorst van de Rijn-Palts, en Schotse van geboorte, verbleef meerdere zomers op het Koningshuis te Rhenen. Onder de talloze historische beschei den, gedeponeerd in archieven, zoals oorkonden, requesten, protocollen, re keningen, doop-, trouw- en begraaf- registers, om er maar enige te noemen, nemen brieven een bijzondere plaats in. Geven de genoemde archiefstukken gewoonlijk een juridisch getuigenis om trent een persoon of een zaak, brieven echter hebben de bedoeling vaak iets van minder zakelijke aard mede te delen. Werden de gewone archivalia volgens een vast schema in kanselerij- termen opgesteld, brieven daarentegen vertonen een veel vrijere vorm en zijn uiteraard veel meer persoonlijk en ook veel meer gevarieerd van inhoud. Ook stilistisch winnen zij het van de in geijkte bewoordingen gestelde andere archiefstukken. Zo is het een genot de brieven van Elisabeth Stuart, die meerdere zomers doorbracht op het Koningshuis te Rhe nen, te lezen. Door de goede zorgen van Miss C. J. Wedgnood werden zij enige jaren geleden in een compilatie uitgegeven. Haar leven weerspiegelt zich in haar geestvolle helder geschreven brieven van de tijd af dat zij als kind ontroe- rend-stuntelig aan haar oudere broer Henry schreef, van wie zij zielsveel hield, tot aan haar veelbewogen levensavond. Haar brieven reflecteren de persoon lijkheid van deze moedige intelligente edele en uiterlijk ook mooie vrouw. Maar alvorens iets er uit aan te halen, volge hier een korte samenvatting van haar leven, reeds ten dele verhaald in onze vorige artikelen. De Stuarts waren een Schots ge slacht, geheten naar de functie van hun stamvader Alan, die „stewart" of steward van Dol in Bretagne was, een soort hoogwaardigheidsbekleder. Elisabeth nu werd geboren op Falk land Castle in augustus 1596 als doch ter van Jacobus VI van Schotland, die, toen zij zeven jaar was, koning van Engeland werd onder de naam Jaco bus I. Op 14 februari 1613 huwde zij Frederik V, keurvorst van de Rijn- Palts, zoon van Frederik IV en Louise Juiiane. De laatste was een dochter van Dc Zwijger en Louise de Coligny. Of schoon tot hun huwelijk uit politieke redenen werd besloten, was het er toch een uit liefde, op zeventienjarige leef tijd van beiden aangegaan. Shakespeare, wiens geboortedag in 1564 wij dit jaar gedenken, had juist omstreeks 1613 zijn sprookjesachtig spel „De Storm", vol sprankelende fantasie, waarschijnlijk zijn laatste werk geschreven. Het werd by het feeërieke hu- vvelijk tijdens de bruiloftsfeesten opgevoerd. Deze zomer in het Drentse Diever in de open lucht te zien. In 1609 werd de kroon van Bohemen door de protestanten Frederik aange boden. Ondanks dat zijn moeder Louise Juiiane en anderen het hem met klem ontrieden, accepteerde hij ondoordacht het aanbod. Men beweert, omdat de politiek van zijn kanselier Christiaan von Anhalt het hem onmogelijk maakte anders te handelen. Wat hiervan zij, het risico, dat hij liep, was groot. Zijn tegenstander was de afgezette Boheem se koning Ferdinand, intussen tegen veler verwachting tot keizer van Duits land gekozen, hoofd van het huis Habs- burg. Alle hoop op steun van zijn schoonvader Jacobus, van Denemarken, onze Republiek en van de Duitse pro testantse vorsten was zo goed als ver geefs zodat Frederiks leger op 8 no vember 1620 in de slag bij de Witte Berg onder de wallen van zijn residen tie Praag vernietigend verslagen werd. Veel ernstiger dan het verlies van Bohemen, waarvan de nieuwbakken vorst maar één winter koning was geweest, was voor hem en de zijnen het teloorgaan van de Rijn- en Opper- Palts. De Spaanse troepen verwoest ten de Rijn-Palts en zijn mooie hoofd stad Heidelberg. De Opper-Palts kwam voorgoed aan Beieren. Frederik en Elisabeth vluchtten met hun kinderen naar de Nederlanden, van ouds wijkplaats voor ballingen. De Staten-Generaal schonken hun een paleis en geld. De Utrechtse Sta- Elisabeth was een diep gelovig fi guur, wier persoonlijkheid en bekoor lijkheid ook na haar dood levend ble ven. Het leven van de „koningin der harte" zo genoemd om haar beminne lijke gaven van geest en gemoed, was verre van gelukkig. Na enige gelukkige en voorspoedige jaren te Heidelberg als zeer jonge gehuwde vrouw, bracht zij veertig jaren in ballingschap door, bijna altijd in zorg, vaak in grote fi nanciële moeilijkheden. De waarheid gebiedt te erkennen dat zij geen goe de huisvrouw was. Toch bleef zij ongebroken en ver viel haar brieven getuigen het niet tot zwaarmoedigheid. Haar woning in Den Haag was een centrum waar legeraanvoerders, geleerden, kunste naars en diplomaten elkander ont moetten. Haar hof was een der belang rijkste culturele centra van haar tijd, meerdere generaties lang. De vele portretten vooral die van Gerard van Honthorst tonen haar be koorlijkheid. Haar gelaat was lang met een hoog voorhoofd, een rechte klas sieke neus en ravenzwart haar. Haar schoonheid verdween niet geheel met de jaren. Hoewel de frisheid van haar huid en de glans van haar donkere haar door de „onachterhaalde" tijd moesten inboeten, behielden haar re gelmatige gelaatstrekken en mooie zielvolle ogen al hun schoonheid. Toch lag haar betekenis niet in haar inne mend uiterlijk, maar in de schrander heid, energie, wilskracht en hartelijk heid, die vooral in haar conversatie bleken. Treffend is in haar brieven de liefde tot haar vader, al stelde hij haar poli tiek vaak teleur. Behalve aan hem zijn haar brieven voornamelijk ge richt tot haar broer, haar zonen, de kanselier van de schatkist Sir Julius Caesar en tot Sir Thomas Rowe, die gedurende vele jaren een uitnemend adviseur, vriend en toegewijd dienaar van haar belangen op diplomatiek ter rein was. Met grote scherpzinnigheid volgt zy in haar brieven de politieke ge beurtenissen. Uite,raard hebben ve le van haar epistels haar ramp spoed tot onderwerp. Toch zyn zy niet somber en uitzichtloos of ver ontrustend, want Elisabeth over won in geloof haar teleurstellingen steeds. Wij zouden een reeks artikelen nodig hebben, wilden wij haar brieven op de voet volgen. Wij volstaan daarom met enige karakteristieke brieven te ver talen, pogend de toon van toewijding en het accent van hartelijke mense lijkheid te behouden. Zes jaar oud schrijft zij haar oudere broer Henry, de latere prins van Wa les: „Aan Prins Henry, Mijn lieve en achtenswaardige broer, ik groet je allerhartelijkst en verlang te horen hoe het met je gezondheid is. Hoewel ik ver weg ben, is niemand je nader in genegenheid dan je meest liefhebbende zuster Elisabeth". Als zij in 1613 gehuwd is, schrijft zij op 16 april van dat jaar aan haar vader: „Sire, ik gevoel nu de droeve gevol gen van gescheiden en verre verwij derd te zijn van Uwe Majesteit. Mijn hart, dat bedrukt en ontsteld was bij mijn vertrek, staat nu mijn ogen toe te schreien om hun gemis het waardevolste te zien, dat zij ooit in deze wereld kon den hebben aanschouwd. Ik zal wel licht nooit meer de bloem der vorsten zien, de koning der vaders, de beste en beminnelijkste vader, die de zon ooit zal zien. Niettemin eer ik hem met zeer onderdanige eerbied en genegen heid. Uwe Majesteit kan nooit de her innering uitwissen aan haar, die in deze plaats op een gunstige wind wacht (Canterbury namelijk) en dié weer wil terugkeren om de handen van U. M. te kussen, als de stand van zaken en haar omstandigheden het veroorloven, om U. M. te tonen met welke vurige liefde zij is en wil zijn, zelfs tot de dood U. M. zeer liefhebbende, zeer onderdanige en zeer gehoorzame dochter en diena res Elisabeth". Na de slag bij de Witte Berg schrijft zij hem: „U. M. zal begrijpen hoe de Palts gevaar loopt geheel verloren te gaan, als U. M. ons niet enige hulp verleent. Het spijt mij dat wij verplicht zijn U. M. zo dikwijls met onze zaken leed te doen. Maar de noodzaak is zo drin gend, de nood zo groot, dat wij niet anders kunnen handelen. Ik smeek U daarom zeer onderdanig mij te ver ontschuldigen als ik bij U. M. voort durend aandring voor ons te blijven zorgen, zoals het U altijd behaagd heeft de zorg van ons weg te nemen en ons wederom te helpen in de nood waar in wij verkeren en ons ook te doen blijven in Uw gunst." Tenslotte volge een lange brief die Elisabeth na de dood van haar man richtte tot haar broer. Aan koning Karei I, 24 december 1632. „Mijn lieve enige broer. Ik weet niet hoe ik voldoende mijn nederigste dank kan uiten voor de twee liefdevolle brieven, die ik op dezelfde dag van U ontving door bemiddeling van Uw zaakwaarnemer Boswell en onze trou we dienaar Nethersole. Zij bevonden mij het ongelukkigste schepsel, dat ooit ter wereld leefde en dat ik altijd zal blijven, daar ik de beste vriend, die ik ooit bezat, verloren heb, in wie mijn hele geluk was. Ik had mij zo volko men in liefde aan hem gehecht, dat ik zou hebben verlangd te zijn waar hij nu is, ware het niet dat zijn kinderen zodoende geheel hulpbehoevend geble ven zouden zijn. Nu echter heb ik nog een reden om te wensen te blijven le ven, omdat ik voor ik sterf de enige troost mag ontvangen, die ik in de droefenis van mijn oneindig verlies be hoef: de vreugde te smaken U te be zoeken, overeenkomstig Uw bevel, een gunst die ik met zorg zal aannemen. Aangezien het een zo groot bewijs van Uw deelneming jegens mij is, weet ik niet hoe ik U voldoende mijn nederigste dank kan betuigen. En ik bid U te geloven dat het voor wie ook onmogelijk is iets vuriger te verlan gen dan ik, want het is het hoogste geluk waarop ik in deze wereld mag hopen. Niettemin smeek ik U mij te ver ontschuldigen dat ik thans niet aan Uw bevel en aan mijn eigen wensen kan gehoorzamen, de gewoonte in Duitsland gebiedt na zulk een ongeluk gedurende enige tijd niet uit te gaan. En aangezien ik in dat land gehuwd ben, wens ik de gebruiken daar zorg vuldig te respecteren. Zulks om geen aanleiding tot ergernis te geven. Bovendien betwijfel ik of ik zelfs na het verstrijken van de rouwtijd in staat zal zijn zo spoedig dit geluk te smaken, vooraleer jnijn arme kinderen weer in het koninkrijk zijn of tenmin ste flink op weg er heen. U moogt zelf oordelen of mijn re denen billijk zijn, overeenstemmend met Uw eigen opvattingen, vertolkt in Uw gesprek met Nethersole, welke me ningen, geloof ik, nog overtuigender zijn dan te voren. Ik bid U ook acht te slaan op de zeer zonderlinge samenloop van om standigheden in heel deze zaak: want het bedoelde gesprek vond plaats op dezelfde dag, dat mijn liefste echtge- 75. „Goed, kom naar boven, maar zonder je zwaard!" schreeuwt Larsson vanaf de verschansing. Een touw ladder wordt uitgegooid en even later klimt Aram aan dek. „Kijk eens hier, Larsson," begint Aram meteen, „met strijd zijn wij geen van beiden gebaat; jullie zouden het verliezen, maar ons zou het ook heel wat bloed kosten. Daarom doe ik je een voorstel. Geef ons het graan en we laten je verder ongemoeid. Jij verliest je vrachtprijs, maar je zou aan de gebroeders Avidis een hoge som kunnen vragen voor vervoer naar een andere haven. Terug naar de stad kunnen zij niet, want daar worden zij door de bevolking om hals gebracht„Begrepen," grijnst Larsson, „we zullen eerst eens gaan horen, wat Avidis er voor over heeft om zijn hachje te redden!!" Als de graanhandelaars, die in hun kajuit in koortsachtige haast hun koffers af sluiten, Aram door het kajuitvenster zien naderen, trekt de jongste van hen met een gesmoorde verwen sing een lange dolk. Snel drukt hij zich naast de deur tegen de wand en nauwelijks heeft Aram de deur geopend, of Avidis springt naar voren, de dolk in de opgeheven vuistWordt vervolgd. noot stierf en terwijl ik U schreef over de dood van de koning van Zweden, (namelijk 16 november) mij ziek voe lend van dezelfde koorts als Uw broer terzelfder tijd was. En dat alles op Uw verjaardag In onderwerp mij aan Uw oordeel, nogmaals mijn dank zeggend voor de brieven die U zo vriendelijk waart mij te zenden op een wijze zo innig lief, en in het bijzonder dat U de persoon van deze eerlijke man (Nethersole), on ze trouwe dienaar hebt gekozen, aan gezien U geen ander kon zenden bij het zien waarvan ik zo verblijd zou zijn geweest. Mijnhardt's Zenuwtabletten Ik smeek U hem altijd toe te staan bij U te blijven om voor mijn zakep te zorgen, daar wij beiden zoveel ver trouwen in zijn voorzichtigheid en op rechtheid hebben. Ik wil U ditmaal niet langer ophouden dan om U op de nederigste wijze te smeken verzekerd te zijn dat de hoogste genegenheid, waarmede het U behaagt heeft mij te koesteren in mijn droefenis, mij alle mogelijke troost geeft en dat het niet gehoorgeven aan Uw bevel om bij U te komen niets afdoet aan mijn liefde. Want God weet dat het mijn enige troost zou zijn, maar ik moet het wel zijn van mijn arme kinderen verkie zen boven mijn persoonlijke genoeg doening. Het laatste verzoek, dat hun vader mij vóór zijn heengaan deed, was alles voor hen te doen wat ik kon, hetgeen ik wens te doen zoverre het in mijn vermogen ligt, daar ik hen meer lief heb omdat zij meer van hem zijn dan van mij. Waarom ik U verzoek ons allen in Uw bescherming te nemen, want na God bent U de toevlucht van onze ziel. Vergeef mij dat ik dit schrijf inplaats van Uw bevel te gehoorzamen te gen mijn wil maar mijn ongeluk noodzaakt mij ertoe, hoewel ik on- VOOR DE AFD. KUNSTNIJVERHEID: HANDIGE JONGENS v/d INSIGNE AFD. BESTEKAFDELING mammmmmm Bn i T Wüüi FABRIEK PERSONEEL v/d AFD. TAFELGEREI PERSONEEL voor ALLE AFDELINGEN PERSONEEL v/d GALVANISCHE AFD. GEBODEN WORDT UITSTEKEND LOON, OPNAME IN PENSIOENFONDS, VERGOEDING REISKOSTEN EN AANDEEL IN DE WINST. VOORAL VOOR JONGEREN DIRECT EEN ZEER HOOG LOON EN GOEDE VOORUITZICHTEN. KOMT U EENS PRATEN OOK VOOR U HEEFT EEN PASSENDE EN GOEDBETAALDE WERKKRING! TELEFOON (08376) 2024 danks mijn verplichtingen nooit anders ben dan van mijn liefste en enige broer.. Uw meest toegenegen, ofschoon on gelukkigste zuster en onderdanigste dienares. Elisabeth. Naschrift. Ik heb Nethorsole opge dragen U de zorg en liefde te laten we ten, die de Prins van Oranje mij en mijn kinderen betoont, en dat hij even eens Uw getrouwste dienaar is. Den Haag, 14/24 december 1632. Uit deze brieven blijkt dat de stem van het hart met haar warm timbre telkens weer de protocollaire eerbieds betuigingen doorbreekt. Het is ons te moede, als horen wij bij het lezen de stem van Elisabeth zelf, de koningin der harten D. Philips In het eerste artikel over Fred. v. d. Palts stond: de drie landen van heren, ridderschap en steden. Dit moet zijn de drie standen. In het tweede is de naam van de katholieke historicus weggevallen. Deze is: Rogier. De Win- terkoningin werd niet door haar broers Maurits en Fr. Hendrik ontvangen maar door haar ooms. Zij stierf niet in 1862 maar in 1662. BLOEMENCORSO ZUNDERT De eerste zondag in september vind in Zundert het jaarlijkse bloemen corso plaats. Dit bekencls corso heeft al een hele geschiedenis. In 1936 is het begonnen met een op tocht van versierde fietsen ter gele genheid van koninginnefeest. Nu is dit optocht je uitgegroeid tót een groot corso bekend in heel Nederland en daar buiten. Zondagsmiddags trekt de stoet eerst aan het kijklustige publiek voorbij. Daarna stopt de stoqt en zullen de mensen langs de wagens kunnen lopen. Er is 's avonds en de dag daarop n.l. gelegenheid om de wagens nog eens te bezichtigen. Gedurende de maand juni is de geregistreerde arbeidsreserve tot een laagte- punt, wat nog nooit eerder bereikt is, gedaald. Het aantal mannen nam van 17750 af tot 16648. Ook de vraag naar mannen behaalde een nieuw rekord. Het aantal aanvragen steeg n.l. met 14000 en bereikte een tot nog toe niet eerder be.reikt ni veau van 103.000. Naast deze daling van de werkeloosheid, geven echter de be roepsgroepen landbouw en metaal een stUging van het aantal werklozen te zien. Evenals by de mannen daalde by de vrouwen de geregistreerde arbeidsreserve, hoewel er een stijging plaats had onder de jeugdigen. Als onmiddellijke oorzaak van het bereiken van het laagtepunt, deelde het Gewestelijk Arbeidsbureau in Veenendaal ons desgevraagd mee, dat die daling vooral te danken is aan de stij ging van de vraag naar personeel. Daarnaast zyn de laatste tijd nogal veel men sen die invalide zyn of in ieder geval niet in een open bedrijf kunnen werken van de lyst geregistreerde arbeidsreserve afgevoerd. Hier volgt een lijstje met getallen wat het aantal geregistreerde arbeiders geeft voor het gehele land. 1963 1964 uit. mei uit. juni uit. mei uit. juni werklozen (w.v. op soc. werkv. obj.) bezetting A.W. 18393 (7642) 2159 17082 (7647) 1651 15957 (6745) 1793 15200 (6556) 1448 gereg. arb. reserve mannen 20552 18733 17750 16648 werkloze vrouwen (w.v. op soc. werkv. obj.) 3525 (780) 3626 (795) 3340 (826) 3271 (847) openst. aanvr. vrouwen 84153 41845 96881 44853 89224 44970 103128 47873 Hierbij plaatsen wij ook de cijfers ons verstrekt door het Gewestelijk Arbeids bureau te Veenendaal, welke dus betrekking hebben op Veenendaal en omstre ken. AARBEIDSRESERVE (mannen) jan. febr. mrt. april juni 1964 1963 1962 1961 1960 B 79 175 109 137 167 3) 6) -) -) 3) 77 173 108 133 153 -) 4) 1) 7) -) 64 140 101 110 118 -) -) -) 2) 1) 44 104 89 88 97 -) -) -) 2) 1) 42 90 80 80 96 -) 1) -) -) 2) 25 -) 96 -) 93 2) 135 58) 105 16) GEREGISTREERDE VRAAG (mannen) jan. febr. mrt. april mei juni 1964 401 (199) 402 (192) 398 (181) 377 (164) 375 (166) 513 (321) 1963 365 (183) 327 (177) 326 (166) 329 (162) 331 (154) 434 (257) 1962 453 (236) 459 (233) 461 (228) 461 (227) 457 (232) 575 (348) 1961 332 (198) 360 (201) 386 (198) 381 (195) 399 (194) 506 (315) 1960 210 (120) 201 (117) 213 (117) 243 (100) 248 (104) 396 (245) C. ARBEIDSRESERVE (vrouwen) jan. febr. mrt. april mei juni 1964 23 5) 19 5) 19 3) 11 4) 13 4) 9 5) 1963 29 10) 30 11) 33 14) 26 13) 25 12) 36 23) 1962 22 10) 23 11) 27 14) 22 14) 26 19) 27 17) 1961 11 3) 8 1) 8 2) 12 7) 6 2) 22 16) 1960 10 -) 10 1) 7 -) 6 1) 2 1) 10 5) D GEREGISTREERDE VRAAG (vrouwen) jan. febr. mrt. april mei juni 1964 395 (270) 403 (278) 368 (247) 381 (261) 397 (277) 431 (327) 1963 308 (237) 322 (239) 309 (223) 300 (218) 315 (224) 413 (304) 1962 274 (216) 288 (227) 277 (226) 296 (238) 311 (251) 440 (396) 1961 294 (226) 292 (222) 285 (216) 288 (220) 282 (217) 333 (271) 1960 245 (180) 243 (158) 242 (157) 253 (165) 270 (181) 314 (260) N.B. de tussen haakjes geplaatste getallen hebben betrekking op jeugdig perso neel tot 19 jaar. Voor de provincie Utrecht noteerden wij de volgende cijfers: mei 1963 juni 1963 mei 1964 juni 1964 Werklozen: 912 859 683 611 Openstaande aanvragen: 4014 4347 4437 5158 Tot besluit volgen hier nog cijfers die betrekking hebben op de verschillende beroepsgroepen, ons verstrekt door het Gewestelijk Arbeidsbureau te Veenen daal betrekking hebbend op de vraag naar personeel. GEREGISTREERDE VRAAG METAALNIJVERHEID Jan. febr. mrt april mei juni 1960 44 35 40 39 33 98 1961 70 72 81 83 83 112 1962 82 87 94 88 94 149 1963 72 78 74 73 76 111 1964 103 107 117 109 100 184 (w.v. 135 jeugdvraag) GEREGISTEERDE VRAAG TEXTIELINDUSTRIE Jan. febr. mrt april mei juni 1960 56 51 48 46 49 64 1961 93 96 91 89 89 88 1962 91 99 92 91 88 111 1963 113 71 65 65 61 71 1964 66 65 64 67 66 79 (w.v. 47 jeugdvraag) GEREGISTREERDE VRAAG VOEDINGS- EN GENOTMIDDELENINDUSTRIE Jan. febr. mrt ap'rTT mei juni 1960 58 58 58 58 57 57 1961 61 61 61 60 80 82 1962 74 74 73 74 73 62 1963 72 71 71 69 68 69 1964 60 59 56 56 58 45 Terwijl alleen de dochter van de fami lie van B. aan de Wilhelminastraat thuis was ontstond er in de keuken een brand je. Dit brandje was waarschtfnlyk ont staan doordat in de keuken een petro leumstel stond te branden en er een lek was in de slang naar de gasfles. Toen de dochter de brand ontdekte durfde zij niet de keuken in, daar de fles met gas zich vlak bij de vuurhaard bevond en zij bang was voor mogelijke ontploffing. De gealarmeerde brandweer ging het vuur met de nevelspuit te lijf en even later konden een tweetal leden van de brandweer zich, voorzien van persluchtmaskers naar binnen begeven en de fles gas naar buiten brengen. Zowel de brandschade als de water schade bleef tot de keuken beperkt. Op deze foto zijn mensen bezig de inboedel uit de keuken van het huis in de Wilhelminastraat te dragen. Hier is men bezig met het „stoffelijk overschot" van een tafel.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1964 | | pagina 3