UIT DE GESCHIEDENIS VAN RHENEN XI
PUROLtSupcrieufê
^blijft altijd nieuw
PAKO-RHENEN
MAAND JUNI: NIEUW LAAGTEPUNT
VAN DE WERKELOOSHEID
ARAM
ARAM
vraagt:
PAKO-RHENEN
TWEEDE BLAD „DE VALLEI"
VRIJDAG 17 JULI 1964
Nr. 57
„Liever zuurkool"
Elisabeth Stuart in haar brieven
Lijdensvol vorstinneleven
Brieven
Elisabeths levensloop
Stuart
Rampspoedige jaren
Lijdensvol leven
Haar uiterlijk
Haar brieven
Van kind tot weduwe
DE
GROTE
OPSTAND
Onrustige Zenuwen?
VERBETERINGEN
Brand in keuken
Na de slag op de Witte Berg verscheen in 1621 van katholieke zijde een gravure als spotprent, Frederik van de Palts en
Elisabeth Stuart voorstellende in een parodie op de verzoeking van Christus. Katholieke ijveraars laakten namelijk de eerzucht
van Elisabeth bij Frederiks aanvaarding van de Boheemse koningskroon, waarop zij zou hebben aangedrongen. Deze mening
gaf later aanleiding tot het ontstaan van het fabeltje, dat zij gezegd zou hebben liever zuurkool te eten aan een koningstafel
dan zich te verlustigen in heerlijke spijzen, gegeten aan die van een keurvorst! Hoewel het verhaaltje toentertijd allerwegen
geloofd werd, zelfs door de Boheemse afgevaardigden en velen overtuigd waren dat Elisabeth een grote rol gespeeld had bij
Frederiks besluit, is het historisch ontvaar gebleken. Eerst later, nadat zij de raad gevraagd en verkregen had van George
Abbot, Anglicaans aartsbisschop van Canterbury, steunde zij haar man in zijn beslissing.
ten boden hun bovendien een zomer
verblijf te Wijk bij Duurstede aan en
nadien een stuk grond te Rhenen,
waar het Koningshuis in 1631 voltooid
werd. Helaas stierf Frederik reeds een
jaar later te Bacharach aan de Rijn
in hetzelfde jaar waarin Gustaaf
Adolf, op wie hij zijn vertrouwen ge
steld had, sneuvelde in de slag bij
Lützen.
Elisabeth, met tien kinderen
achterblijvend, bleef in Den Haag
onder toenemende moeilijkheden
wonen, maar bracht soms de zomer
te Rhenen door, blijkens haar brie
ven daar geschreven o.a. in 1638,
1639 en 1649.
De Engelse burgeroorlog waarin haar
broer Karei I verwikkeld was om
streeks 1640 sneed voor haar een bron
van hulp af, wat nieuwe zorgen baarde.
Haar oudste zoon Karl Ludwig steun
de openlijk het parlement tegen Karei
I en poogde zijn moeder over te halen
openlijk de koningsgezinde houding
van haar jongere zonen Ruprecht en
Maurits af te keuren. Elisabeths sym
pathieën voor Karei I werden echter
uit onderschepte brieven bekend met
het gevolg, dat het parlement verdere
financiële hulp weigerde.
Toen Karl Ludwig in 1648 bij de
vrede van Munster als keurvorst van
de Palts erkend werd, kon Elisabeth
toch niet naar Heidelberg terugkeren,
zulks door misverstand en onenigheid
met haar zoon. Zij bleef in Den Haag
tot zij bij de restauratie van Karei II
in 1661 naar Londen ging, waar Wil
liam Lord Craven, die reeds dertig
jaren haar toegewijde raadsman was
geweest, haar zijn huis aanbood. Op
23 februari 1662 stierf zij, 65 jaar oud.
Elisabeth Stuart, in 1613 gehuwd met Frederik V, keurvorst van de Rijn-Palts,
en Schotse van geboorte, verbleef meerdere zomers op het Koningshuis te
Rhenen.
Onder de talloze historische beschei
den, gedeponeerd in archieven, zoals
oorkonden, requesten, protocollen, re
keningen, doop-, trouw- en begraaf-
registers, om er maar enige te noemen,
nemen brieven een bijzondere plaats in.
Geven de genoemde archiefstukken
gewoonlijk een juridisch getuigenis om
trent een persoon of een zaak, brieven
echter hebben de bedoeling vaak iets
van minder zakelijke aard mede te
delen. Werden de gewone archivalia
volgens een vast schema in kanselerij-
termen opgesteld, brieven daarentegen
vertonen een veel vrijere vorm en zijn
uiteraard veel meer persoonlijk en ook
veel meer gevarieerd van inhoud. Ook
stilistisch winnen zij het van de in
geijkte bewoordingen gestelde andere
archiefstukken.
Zo is het een genot de brieven van
Elisabeth Stuart, die meerdere zomers
doorbracht op het Koningshuis te Rhe
nen, te lezen. Door de goede zorgen
van Miss C. J. Wedgnood werden zij
enige jaren geleden in een compilatie
uitgegeven.
Haar leven weerspiegelt zich in haar
geestvolle helder geschreven brieven
van de tijd af dat zij als kind ontroe-
rend-stuntelig aan haar oudere broer
Henry schreef, van wie zij zielsveel hield,
tot aan haar veelbewogen levensavond.
Haar brieven reflecteren de persoon
lijkheid van deze moedige intelligente
edele en uiterlijk ook mooie vrouw.
Maar alvorens iets er uit aan te halen,
volge hier een korte samenvatting van
haar leven, reeds ten dele verhaald in
onze vorige artikelen.
De Stuarts waren een Schots ge
slacht, geheten naar de functie van
hun stamvader Alan, die „stewart"
of steward van Dol in Bretagne was,
een soort hoogwaardigheidsbekleder.
Elisabeth nu werd geboren op Falk
land Castle in augustus 1596 als doch
ter van Jacobus VI van Schotland, die,
toen zij zeven jaar was, koning van
Engeland werd onder de naam Jaco
bus I. Op 14 februari 1613 huwde zij
Frederik V, keurvorst van de Rijn-
Palts, zoon van Frederik IV en Louise
Juiiane. De laatste was een dochter van
Dc Zwijger en Louise de Coligny. Of
schoon tot hun huwelijk uit politieke
redenen werd besloten, was het er toch
een uit liefde, op zeventienjarige leef
tijd van beiden aangegaan.
Shakespeare, wiens geboortedag in
1564 wij dit jaar gedenken, had juist
omstreeks 1613 zijn sprookjesachtig
spel „De Storm", vol sprankelende
fantasie, waarschijnlijk zijn laatste
werk geschreven.
Het werd by het feeërieke hu-
vvelijk tijdens de bruiloftsfeesten
opgevoerd. Deze zomer in het
Drentse Diever in de open lucht
te zien.
In 1609 werd de kroon van Bohemen
door de protestanten Frederik aange
boden. Ondanks dat zijn moeder Louise
Juiiane en anderen het hem met klem
ontrieden, accepteerde hij ondoordacht
het aanbod. Men beweert, omdat de
politiek van zijn kanselier Christiaan
von Anhalt het hem onmogelijk maakte
anders te handelen. Wat hiervan zij,
het risico, dat hij liep, was groot. Zijn
tegenstander was de afgezette Boheem
se koning Ferdinand, intussen tegen
veler verwachting tot keizer van Duits
land gekozen, hoofd van het huis Habs-
burg. Alle hoop op steun van zijn
schoonvader Jacobus, van Denemarken,
onze Republiek en van de Duitse pro
testantse vorsten was zo goed als ver
geefs zodat Frederiks leger op 8 no
vember 1620 in de slag bij de Witte
Berg onder de wallen van zijn residen
tie Praag vernietigend verslagen werd.
Veel ernstiger dan het verlies van
Bohemen, waarvan de nieuwbakken
vorst maar één winter koning was
geweest, was voor hem en de zijnen
het teloorgaan van de Rijn- en Opper-
Palts. De Spaanse troepen verwoest
ten de Rijn-Palts en zijn mooie hoofd
stad Heidelberg. De Opper-Palts kwam
voorgoed aan Beieren.
Frederik en Elisabeth vluchtten met
hun kinderen naar de Nederlanden,
van ouds wijkplaats voor ballingen.
De Staten-Generaal schonken hun
een paleis en geld. De Utrechtse Sta-
Elisabeth was een diep gelovig fi
guur, wier persoonlijkheid en bekoor
lijkheid ook na haar dood levend ble
ven. Het leven van de „koningin der
harte" zo genoemd om haar beminne
lijke gaven van geest en gemoed, was
verre van gelukkig. Na enige gelukkige
en voorspoedige jaren te Heidelberg
als zeer jonge gehuwde vrouw, bracht
zij veertig jaren in ballingschap door,
bijna altijd in zorg, vaak in grote fi
nanciële moeilijkheden. De waarheid
gebiedt te erkennen dat zij geen goe
de huisvrouw was.
Toch bleef zij ongebroken en ver
viel haar brieven getuigen het
niet tot zwaarmoedigheid. Haar woning
in Den Haag was een centrum waar
legeraanvoerders, geleerden, kunste
naars en diplomaten elkander ont
moetten. Haar hof was een der belang
rijkste culturele centra van haar tijd,
meerdere generaties lang.
De vele portretten vooral die van
Gerard van Honthorst tonen haar be
koorlijkheid. Haar gelaat was lang met
een hoog voorhoofd, een rechte klas
sieke neus en ravenzwart haar. Haar
schoonheid verdween niet geheel met
de jaren. Hoewel de frisheid van haar
huid en de glans van haar donkere
haar door de „onachterhaalde" tijd
moesten inboeten, behielden haar re
gelmatige gelaatstrekken en mooie
zielvolle ogen al hun schoonheid. Toch
lag haar betekenis niet in haar inne
mend uiterlijk, maar in de schrander
heid, energie, wilskracht en hartelijk
heid, die vooral in haar conversatie
bleken.
Treffend is in haar brieven de liefde
tot haar vader, al stelde hij haar poli
tiek vaak teleur. Behalve aan hem
zijn haar brieven voornamelijk ge
richt tot haar broer, haar zonen, de
kanselier van de schatkist Sir Julius
Caesar en tot Sir Thomas Rowe, die
gedurende vele jaren een uitnemend
adviseur, vriend en toegewijd dienaar
van haar belangen op diplomatiek ter
rein was.
Met grote scherpzinnigheid volgt zy
in haar brieven de politieke ge
beurtenissen. Uite,raard hebben ve
le van haar epistels haar ramp
spoed tot onderwerp. Toch zyn zy
niet somber en uitzichtloos of ver
ontrustend, want Elisabeth over
won in geloof haar teleurstellingen
steeds.
Wij zouden een reeks artikelen nodig
hebben, wilden wij haar brieven op de
voet volgen. Wij volstaan daarom met
enige karakteristieke brieven te ver
talen, pogend de toon van toewijding
en het accent van hartelijke mense
lijkheid te behouden.
Zes jaar oud schrijft zij haar oudere
broer Henry, de latere prins van Wa
les:
„Aan Prins Henry,
Mijn lieve en achtenswaardige broer,
ik groet je allerhartelijkst en verlang
te horen hoe het met je gezondheid is.
Hoewel ik ver weg ben, is niemand
je nader in genegenheid dan je meest
liefhebbende zuster
Elisabeth".
Als zij in 1613 gehuwd is, schrijft
zij op 16 april van dat jaar aan haar
vader:
„Sire, ik gevoel nu de droeve gevol
gen van gescheiden en verre verwij
derd te zijn van Uwe Majesteit. Mijn
hart, dat bedrukt en ontsteld was bij
mijn vertrek, staat nu mijn ogen toe te
schreien om hun gemis het waardevolste
te zien, dat zij ooit in deze wereld kon
den hebben aanschouwd. Ik zal wel
licht nooit meer de bloem der vorsten
zien, de koning der vaders, de beste
en beminnelijkste vader, die de zon
ooit zal zien. Niettemin eer ik hem met
zeer onderdanige eerbied en genegen
heid. Uwe Majesteit kan nooit de her
innering uitwissen aan haar, die in
deze plaats op een gunstige wind wacht
(Canterbury namelijk) en dié weer wil
terugkeren om de handen van U. M. te
kussen, als de stand van zaken en haar
omstandigheden het veroorloven, om
U. M. te tonen met welke vurige liefde
zij is en wil zijn, zelfs tot de dood U. M.
zeer liefhebbende, zeer onderdanige
en zeer gehoorzame dochter en diena
res Elisabeth".
Na de slag bij de Witte Berg schrijft
zij hem:
„U. M. zal begrijpen hoe de Palts
gevaar loopt geheel verloren te gaan,
als U. M. ons niet enige hulp verleent.
Het spijt mij dat wij verplicht zijn
U. M. zo dikwijls met onze zaken leed
te doen. Maar de noodzaak is zo drin
gend, de nood zo groot, dat wij niet
anders kunnen handelen. Ik smeek U
daarom zeer onderdanig mij te ver
ontschuldigen als ik bij U. M. voort
durend aandring voor ons te blijven
zorgen, zoals het U altijd behaagd heeft
de zorg van ons weg te nemen en ons
wederom te helpen in de nood waar
in wij verkeren en ons ook te doen
blijven in Uw gunst."
Tenslotte volge een lange brief die
Elisabeth na de dood van haar man
richtte tot haar broer. Aan koning
Karei I, 24 december 1632.
„Mijn lieve enige broer. Ik weet niet
hoe ik voldoende mijn nederigste dank
kan uiten voor de twee liefdevolle
brieven, die ik op dezelfde dag van U
ontving door bemiddeling van Uw
zaakwaarnemer Boswell en onze trou
we dienaar Nethersole. Zij bevonden
mij het ongelukkigste schepsel, dat
ooit ter wereld leefde en dat ik altijd
zal blijven, daar ik de beste vriend, die
ik ooit bezat, verloren heb, in wie mijn
hele geluk was. Ik had mij zo volko
men in liefde aan hem gehecht, dat ik
zou hebben verlangd te zijn waar hij
nu is, ware het niet dat zijn kinderen
zodoende geheel hulpbehoevend geble
ven zouden zijn. Nu echter heb ik nog
een reden om te wensen te blijven le
ven, omdat ik voor ik sterf de enige
troost mag ontvangen, die ik in de
droefenis van mijn oneindig verlies be
hoef: de vreugde te smaken U te be
zoeken, overeenkomstig Uw bevel, een
gunst die ik met zorg zal aannemen.
Aangezien het een zo groot bewijs
van Uw deelneming jegens mij is,
weet ik niet hoe ik U voldoende mijn
nederigste dank kan betuigen. En ik
bid U te geloven dat het voor wie ook
onmogelijk is iets vuriger te verlan
gen dan ik, want het is het hoogste
geluk waarop ik in deze wereld mag
hopen.
Niettemin smeek ik U mij te ver
ontschuldigen dat ik thans niet aan
Uw bevel en aan mijn eigen wensen
kan gehoorzamen, de gewoonte in
Duitsland gebiedt na zulk een ongeluk
gedurende enige tijd niet uit te gaan.
En aangezien ik in dat land gehuwd
ben, wens ik de gebruiken daar zorg
vuldig te respecteren. Zulks om geen
aanleiding tot ergernis te geven.
Bovendien betwijfel ik of ik zelfs
na het verstrijken van de rouwtijd in
staat zal zijn zo spoedig dit geluk te
smaken, vooraleer jnijn arme kinderen
weer in het koninkrijk zijn of tenmin
ste flink op weg er heen.
U moogt zelf oordelen of mijn re
denen billijk zijn, overeenstemmend
met Uw eigen opvattingen, vertolkt in
Uw gesprek met Nethersole, welke me
ningen, geloof ik, nog overtuigender
zijn dan te voren.
Ik bid U ook acht te slaan op de
zeer zonderlinge samenloop van om
standigheden in heel deze zaak: want
het bedoelde gesprek vond plaats op
dezelfde dag, dat mijn liefste echtge-
75. „Goed, kom naar boven, maar zonder je zwaard!"
schreeuwt Larsson vanaf de verschansing. Een touw
ladder wordt uitgegooid en even later klimt Aram aan
dek. „Kijk eens hier, Larsson," begint Aram meteen,
„met strijd zijn wij geen van beiden gebaat; jullie
zouden het verliezen, maar ons zou het ook heel wat
bloed kosten. Daarom doe ik je een voorstel. Geef
ons het graan en we laten je verder ongemoeid. Jij
verliest je vrachtprijs, maar je zou aan de gebroeders
Avidis een hoge som kunnen vragen voor vervoer
naar een andere haven. Terug naar de stad kunnen zij
niet, want daar worden zij door de bevolking om hals
gebracht„Begrepen," grijnst Larsson, „we zullen
eerst eens gaan horen, wat Avidis er voor over heeft
om zijn hachje te redden!!" Als de graanhandelaars,
die in hun kajuit in koortsachtige haast hun koffers af
sluiten, Aram door het kajuitvenster zien naderen,
trekt de jongste van hen met een gesmoorde verwen
sing een lange dolk. Snel drukt hij zich naast de deur
tegen de wand en nauwelijks heeft Aram de deur
geopend, of Avidis springt naar voren, de dolk in de
opgeheven vuistWordt vervolgd.
noot stierf en terwijl ik U schreef over
de dood van de koning van Zweden,
(namelijk 16 november) mij ziek voe
lend van dezelfde koorts als Uw broer
terzelfder tijd was. En dat alles op Uw
verjaardag
In onderwerp mij aan Uw oordeel,
nogmaals mijn dank zeggend voor de
brieven die U zo vriendelijk waart mij
te zenden op een wijze zo innig lief,
en in het bijzonder dat U de persoon
van deze eerlijke man (Nethersole), on
ze trouwe dienaar hebt gekozen, aan
gezien U geen ander kon zenden bij
het zien waarvan ik zo verblijd zou
zijn geweest.
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Ik smeek U hem altijd toe te staan
bij U te blijven om voor mijn zakep te
zorgen, daar wij beiden zoveel ver
trouwen in zijn voorzichtigheid en op
rechtheid hebben. Ik wil U ditmaal
niet langer ophouden dan om U op de
nederigste wijze te smeken verzekerd
te zijn dat de hoogste genegenheid,
waarmede het U behaagt heeft mij te
koesteren in mijn droefenis, mij alle
mogelijke troost geeft en dat het niet
gehoorgeven aan Uw bevel om bij U
te komen niets afdoet aan mijn liefde.
Want God weet dat het mijn enige
troost zou zijn, maar ik moet het wel
zijn van mijn arme kinderen verkie
zen boven mijn persoonlijke genoeg
doening.
Het laatste verzoek, dat hun vader
mij vóór zijn heengaan deed, was alles
voor hen te doen wat ik kon, hetgeen
ik wens te doen zoverre het in mijn
vermogen ligt, daar ik hen meer lief
heb omdat zij meer van hem zijn dan
van mij.
Waarom ik U verzoek ons allen in
Uw bescherming te nemen, want na
God bent U de toevlucht van onze ziel.
Vergeef mij dat ik dit schrijf inplaats
van Uw bevel te gehoorzamen te
gen mijn wil maar mijn ongeluk
noodzaakt mij ertoe, hoewel ik on-
VOOR DE AFD. KUNSTNIJVERHEID:
HANDIGE JONGENS v/d INSIGNE AFD.
BESTEKAFDELING
mammmmmm
Bn i T
Wüüi
FABRIEK
PERSONEEL v/d AFD. TAFELGEREI
PERSONEEL voor ALLE AFDELINGEN
PERSONEEL v/d GALVANISCHE AFD.
GEBODEN WORDT
UITSTEKEND LOON,
OPNAME IN PENSIOENFONDS,
VERGOEDING REISKOSTEN
EN AANDEEL IN DE WINST.
VOORAL VOOR JONGEREN
DIRECT EEN ZEER HOOG LOON
EN GOEDE VOORUITZICHTEN.
KOMT U EENS PRATEN
OOK VOOR U HEEFT
EEN PASSENDE EN
GOEDBETAALDE WERKKRING!
TELEFOON (08376) 2024
danks mijn verplichtingen nooit anders
ben dan van mijn liefste en enige
broer..
Uw meest toegenegen, ofschoon on
gelukkigste zuster en onderdanigste
dienares. Elisabeth.
Naschrift. Ik heb Nethorsole opge
dragen U de zorg en liefde te laten we
ten, die de Prins van Oranje mij en
mijn kinderen betoont, en dat hij even
eens Uw getrouwste dienaar is.
Den Haag, 14/24 december 1632.
Uit deze brieven blijkt dat de stem
van het hart met haar warm timbre
telkens weer de protocollaire eerbieds
betuigingen doorbreekt. Het is ons te
moede, als horen wij bij het lezen de
stem van Elisabeth zelf, de koningin
der harten
D. Philips
In het eerste artikel over Fred. v. d.
Palts stond: de drie landen van heren,
ridderschap en steden. Dit moet zijn
de drie standen. In het tweede is de
naam van de katholieke historicus
weggevallen. Deze is: Rogier. De Win-
terkoningin werd niet door haar broers
Maurits en Fr. Hendrik ontvangen
maar door haar ooms. Zij stierf niet in
1862 maar in 1662.
BLOEMENCORSO ZUNDERT
De eerste zondag in september vind
in Zundert het jaarlijkse bloemen
corso plaats. Dit bekencls corso heeft al
een hele geschiedenis.
In 1936 is het begonnen met een op
tocht van versierde fietsen ter gele
genheid van koninginnefeest. Nu is
dit optocht je uitgegroeid tót een groot
corso bekend in heel Nederland en
daar buiten.
Zondagsmiddags trekt de stoet eerst
aan het kijklustige publiek voorbij.
Daarna stopt de stoqt en zullen de
mensen langs de wagens kunnen lopen.
Er is 's avonds en de dag daarop n.l.
gelegenheid om de wagens nog eens te
bezichtigen.
Gedurende de maand juni is de geregistreerde arbeidsreserve tot een laagte-
punt, wat nog nooit eerder bereikt is, gedaald. Het aantal mannen nam van 17750
af tot 16648. Ook de vraag naar mannen behaalde een nieuw rekord. Het aantal
aanvragen steeg n.l. met 14000 en bereikte een tot nog toe niet eerder be.reikt ni
veau van 103.000. Naast deze daling van de werkeloosheid, geven echter de be
roepsgroepen landbouw en metaal een stUging van het aantal werklozen te zien.
Evenals by de mannen daalde by de vrouwen de geregistreerde arbeidsreserve,
hoewel er een stijging plaats had onder de jeugdigen. Als onmiddellijke oorzaak
van het bereiken van het laagtepunt, deelde het Gewestelijk Arbeidsbureau in
Veenendaal ons desgevraagd mee, dat die daling vooral te danken is aan de stij
ging van de vraag naar personeel. Daarnaast zyn de laatste tijd nogal veel men
sen die invalide zyn of in ieder geval niet in een open bedrijf kunnen werken
van de lyst geregistreerde arbeidsreserve afgevoerd.
Hier volgt een lijstje met getallen wat het aantal geregistreerde arbeiders geeft
voor het gehele land.
1963
1964
uit. mei
uit. juni
uit. mei
uit. juni
werklozen
(w.v. op soc. werkv. obj.)
bezetting A.W.
18393
(7642)
2159
17082
(7647)
1651
15957
(6745)
1793
15200
(6556)
1448
gereg. arb. reserve mannen
20552
18733
17750
16648
werkloze vrouwen
(w.v. op soc. werkv. obj.)
3525
(780)
3626
(795)
3340
(826)
3271
(847)
openst. aanvr. vrouwen
84153
41845
96881
44853
89224
44970
103128
47873
Hierbij plaatsen wij ook de cijfers ons verstrekt door het Gewestelijk Arbeids
bureau te Veenendaal, welke dus betrekking hebben op Veenendaal en omstre
ken.
AARBEIDSRESERVE (mannen)
jan.
febr.
mrt.
april
juni
1964
1963
1962
1961
1960
B
79
175
109
137
167
3)
6)
-)
-)
3)
77
173
108
133
153
-)
4)
1)
7)
-)
64
140
101
110
118
-)
-)
-)
2)
1)
44
104
89
88
97
-)
-)
-)
2)
1)
42
90
80
80
96
-)
1)
-)
-)
2)
25 -)
96 -)
93 2)
135 58)
105 16)
GEREGISTREERDE VRAAG (mannen)
jan.
febr.
mrt.
april
mei
juni
1964
401 (199)
402 (192)
398 (181)
377 (164)
375 (166)
513 (321)
1963
365 (183)
327 (177)
326 (166)
329 (162)
331 (154)
434 (257)
1962
453 (236)
459 (233)
461 (228)
461 (227)
457 (232)
575 (348)
1961
332 (198)
360 (201)
386 (198)
381 (195)
399 (194)
506 (315)
1960
210 (120)
201 (117)
213 (117)
243 (100)
248 (104)
396 (245)
C.
ARBEIDSRESERVE (vrouwen)
jan.
febr.
mrt.
april
mei
juni
1964
23 5)
19 5)
19 3)
11 4)
13 4)
9 5)
1963
29 10)
30 11)
33 14)
26 13)
25 12)
36 23)
1962
22 10)
23 11)
27 14)
22 14)
26 19)
27 17)
1961
11 3)
8 1)
8 2)
12 7)
6 2)
22 16)
1960
10 -)
10 1)
7 -)
6 1)
2 1)
10 5)
D
GEREGISTREERDE VRAAG (vrouwen)
jan.
febr.
mrt.
april
mei
juni
1964
395 (270)
403 (278)
368 (247)
381 (261)
397 (277)
431 (327)
1963
308 (237)
322 (239)
309 (223)
300 (218)
315 (224)
413 (304)
1962
274 (216)
288 (227)
277 (226)
296 (238)
311 (251)
440 (396)
1961
294 (226)
292 (222)
285 (216)
288 (220)
282 (217)
333 (271)
1960
245 (180)
243 (158)
242 (157)
253 (165)
270 (181)
314 (260)
N.B. de tussen haakjes geplaatste getallen hebben betrekking op jeugdig perso
neel tot 19 jaar.
Voor de provincie Utrecht noteerden wij de volgende cijfers:
mei 1963 juni 1963 mei 1964 juni 1964
Werklozen: 912 859 683 611
Openstaande aanvragen: 4014 4347 4437 5158
Tot besluit volgen hier nog cijfers die betrekking hebben op de verschillende
beroepsgroepen, ons verstrekt door het Gewestelijk Arbeidsbureau te Veenen
daal betrekking hebbend op de vraag naar personeel.
GEREGISTREERDE VRAAG METAALNIJVERHEID
Jan.
febr.
mrt
april
mei
juni
1960
44
35
40
39
33
98
1961
70
72
81
83
83
112
1962
82
87
94
88
94
149
1963
72
78
74
73
76
111
1964
103
107
117
109
100
184
(w.v. 135 jeugdvraag)
GEREGISTEERDE VRAAG
TEXTIELINDUSTRIE
Jan.
febr.
mrt
april
mei
juni
1960
56
51
48
46
49
64
1961
93
96
91
89
89
88
1962
91
99
92
91
88
111
1963
113
71
65
65
61
71
1964
66
65
64
67
66
79
(w.v. 47 jeugdvraag)
GEREGISTREERDE VRAAG
VOEDINGS-
EN GENOTMIDDELENINDUSTRIE
Jan.
febr.
mrt
ap'rTT
mei
juni
1960
58
58
58
58
57
57
1961
61
61
61
60
80
82
1962
74
74
73
74
73
62
1963
72
71
71
69
68
69
1964
60
59
56
56
58
45
Terwijl alleen de dochter van de fami
lie van B. aan de Wilhelminastraat thuis
was ontstond er in de keuken een brand
je. Dit brandje was waarschtfnlyk ont
staan doordat in de keuken een petro
leumstel stond te branden en er een lek
was in de slang naar de gasfles.
Toen de dochter de brand ontdekte
durfde zij niet de keuken in, daar de
fles met gas zich vlak bij de vuurhaard
bevond en zij bang was voor mogelijke
ontploffing. De gealarmeerde brandweer
ging het vuur met de nevelspuit te lijf
en even later konden een tweetal leden
van de brandweer zich, voorzien van
persluchtmaskers naar binnen begeven en
de fles gas naar buiten brengen.
Zowel de brandschade als de water
schade bleef tot de keuken beperkt.
Op deze foto zijn mensen bezig de inboedel uit de keuken van het huis in de
Wilhelminastraat te dragen. Hier is men bezig met het „stoffelijk overschot"
van een tafel.