'dB voltei pootde j P ARAM ARAM KRUISWOORDPUZZEL PAK0-RHENEN vraagt: DE GEVAARLIJKE VOORRUIT €H!S¥ll@lliT ASSISTENT-PLANNING SPIONNE in plastic Het spookslot aan de Tiber Opgave 86 „ZITTENDE STIER" KOMT IJ EENS PRATÈM OOK VOOR HEEFT PAKO-RHENEN EEN PASSENDE EN GOEDBETAALDE WERKKRING) TELEFOON (08376) 2024 K V. A. B. RPESTEIN CITY-MOTORS-EDE HOLLANDIA TRICOTAGEFABRIEK N.V. v<0 Verschijnt als bijlage van het streekblad „DE VALLEI" onder redactie van Tante Jos. Correspondentie te richten aan Tante Jos, per adres Parallelweg 10 - VeenendaaL ONZE JARIGEN 15aug.: Freddy de Vries Jaap Bos 16 aug.: Lettie Bos Geurt Valkenburg 17 aug.: Tonnie Maesbergen Corrie Wortman Clazien van Barneveld (Amerongen) 18 aug: Elly Weisfeit Willy Bos Ditje Teunisen Benny Budding 19 aug.: Marinus de Kruiff 20 aug.: Nard van der Wee 21 aug.: Menno v. Ginkel (Rhenen) Allemaal van harte gefeliciteerd. ZILVERPAPIER EN CAPSULES Beste jongens en meisjes. Fijn zeg, van de week kreeg ik weer veel zilver papier en capsules. Zijn jullie allemaal al terug van vakantie? Dan kunnen jullie weer hard sparen. Degenen, die van de week iets brachten waren Jan, Reiny en Erik Schrijver, kinderen Katz, Mienke van Kooten, Wilma Cornelis- sen, Steef je en Marijke v. d. Steeg, Ellie Beyk, Dinie v. d. Pavert en Bas de Haan bracht zelfs twee keer zilverpa pier en capsules. Sparen de anderen ook weer hard mee? Ik reken op jullie allemaal hoor. Hartelijke groeten van Tante Jos Figuur a. IETS OVER MENSEN IN DE RUIMTE De mensen zijn aan het veranderen, zo zeggen de geleerden. Eens hadden wij haren over ons gehele lichaam, maar sinds die tijd is onze huid zodanig veranderd, dat de huid ons beter tegen hitteverlies beschermt dan zij deed in de tijd, waarin de mensheid het gehele jaar door een „bontjas" droeg. Tege lijkertijd zijn wij bezig onze verstands kiezen te verliezen, terwijl onze kleine tenen kleiner en kleiner worden. In Zuid-Amerika hebben de Indianen zich eraan gewend te leven en te wer ken op hoogten, waar de lucht zeer ijl is. De mensen in Tibet kunnen de nor male temperatuur van hun huid bewa ren, zelfs als de lucht om hen heen beneden nul is. En de Eskimo's kunnen fiet volhouden op een dieet, dat zo rijk is aan vetten, dat andere mensen er be slist onpasselijk van zouden worden. Dit alles heeft de geleerden ertoe ge bracht zich af te vragen: tot hoever kunnen de mensen gaan zonder zich zelf schade te berokkenen? Zij vragen dit omdat zij wel voorzien, dat er een grens is, welke de mensen niet mogen overschrijden als zij zich bezig houden met het bouwen van ruimteschepen, want dat zal dan zo moeten gebeuren, dat de mensen daarin niet alleen in leven kunnen blijven, maar ook gedu rende de tocht hun noodzakelijke plich ten moeten kunnen vervullen. Het zou misschien het makkelijkst en goed koopst zijn als ruimtevaarders konden worden getraind het uit te houden op zo weinig zuurstof als de inheemse bergbeklimmers in de Himalaya, op zo weinig voedsel als kluizenaars en als hun huid kon worden aangepast, zodat deze net zo weinig schade van hitte zou ondervinden als die van een In dische fakir. Figuur b. DE „HOFFELIJKE" ECHTGENOOT Er leefde eens een onderwijzer in klein Azië. Hij heette Nasreddin Khod- ja en hij was zowel geestig als scherp zinnig en. ofschoon het al meer dan 600 jaar geleden is, dat hij werd ge boren, worden sommige van zijn ver halen nog op de dag van vandaag ver teld. Hier is er één van: Nasreddins vrouw vroeg hem eens wat fris water te halen. De hoffelijke echtgenoot nam onmiddellijk een kom, die hij bij de bron ging vullen. Hij keek het water zorgvuldig na voordat hij het haar gaf. Zijn vrouw was dor stig, dronk daarom het grootste deel van het water op en gaf toen de kom aan haar man terug. Hij staarde lang naar het overgebleven water in de kom, zo lang, dat zijn vrouw zei: „Ik kan me begrijpen, dat je het water nakeek vóór je het mij gaf om te drinken, maar waarom kijk je er nu zolang naar?" „Dat zal ik je zeggen," antwoordde Nasreddin. „Toen ijc je de kom gaf, zwommen er drie kleine wormen in. Ik vroeg me af, wat er van hen zou wor den en nu is er nog maar één in de kom". Figuur c. EEN HELEBOEL PINGUÏNS Om deze pinguins te maken heb je papier nodig, dat aan een kant wit is en aan de andere kant zwart. Dat zwartmaken kun je wel doen met je potlood of met krijt. Vouw het papier dubbel met de zwarte kant naar bui ten en teken dan de halve pinguin dan uit. De vleugels worden apart geknipt; dat zie je in de tekening. Maak een gleufje in het lichaam^ een aan elke kant, zoals je ziet aan de stippellijn bij de schouder van de pinguin, en duw daar de vleugels door heen. Buig het papier aan de voorkant van elke pin guin om en dan zo, dat de binnenkant naar buiten komt, waardoor je iedere pinguin een ronde, witte buik geeft. Als je denkt dat de pinguins er dan be ter zullen gaan uitzien, kun je er kleine stukjes wit papier op lijmen voor de ogen en je kunt ook een klein stukje papier (zwart) knippen voor de staart. OPLOSSING PUZZEL Nr. 57 HORIZONTAAL: 1 maske, 5 koper, 10 die, 11 A.D., 13 Dan, 15 ode, 17 iede- 123 De zomerzon, die de hele dag de huizen van het Italiaanse bergdorpje in haar blakerende hitte gestoofd heeft, zakt als een bloedrode schijf traag weg achter de bomen. Ergens blaft een hond en het hese geluid schijnt de stilte van het slapende dorp nog te vergroten. Dan wordt plotseling de deur van de dorpsherberg wijd opengegooid. „Pak je weg, Peppone! En laat je rode neus hier niet eerder zien, dan wanneer je je schulden kunt betalen!" klinkt een luide stem en een klein dik mannetje wordt onzacht over de drempel geduwd. De deur slaat met luide klap weer dicht. Met een wrevelig schouder ophalen draait het mannetje zich om en waggelend zigzagt hij de dorpsstraat uit, terwijl zijn drink liedje langs de stille huizen schalt. Hij heeft het dorp reeds ver achter zich gelaten en zijn wankele schreden v«eren hem langs een smal bospad tot aan de oever van een traag stro mende rivier. En dan opeens zakt zijn mond wijd open van verbazing en laat hij van schrik zijn stok in het zand vallen re, 20 gal, 22 Ee, 23 Rome, 24 ra, 25 eel, 27 Geleen, 29 man, 30 Ier, 32 fr, 33 opa, 35 barok, 37 arena, 39 oneer, 40 sneek, 42 end, 43 o.e., 45 eng, 47 aan, 49 Eisden, 52 elk, 54 ra, 55 Epen, 56 e.k., 57 olm, 59 Drente, 61 mee, 62 ami, 64 L.S., 65 Leo, 67 alles, 68 Lisse. VERTIKAAL: 2 adé, 3 si, 4 kei, 6 ode, 7 pa, 8 eng, 9 poëet, 11 Adolf, 12 demer, 14 slang, 16 Dee, 18 ere, 19 ree, 21 ara, 26 lianen, 27 Groede, 28 Nornen, 29 manege, 31 eren, 34 peen, 35 bo, 36 kr, 37 as, 38 a.k., 41 baron, 43 Ospel, 44 Edens, 46 akker, 48 aal, 50 Ier, 51 ent, 53 Lee, 58 mal, 59 die, 60 Eli, 61 mos, 63 ml, 66 es. Horizontaal: 1 wijnsoort; 5 hoofddeksel; 8 inwendig lichaamsdeel; 13 stadje in België; 14 metaalsoort; 16 bijwoord 17 vlaktemaat 18 deel van een boom; 19 soort; 21 kippenloop; 22 berg bekend uit de bijbel 23 nors; 24 term bij het schaakspel; 26 puistje; 28 stuk stof; 29 meisjesnaam 32 palmboom; 34 voegwoord; 36 vaartuig; 37 kledingstuk; 39nachtgewaad; 40 lichaamsdeel; 41 kwaad; 42 gindse; 44 zoon van Noach; 45 kever; 47 baan voor balspel; 50 keer; 52 klein kind; 54 palmmeel; 56 vis; 57 eikenschors; 58 kledingstuk; 60 landtong; 61 vracht; 62 soort van hond; 63 meisjesnaam; 65 hoofddeksel; 67 schel; 68 pret; 71 jaar (Lat.); 73 telwoord; 75 kaasworm; 76 zuidvrucht; 77 rivier in Nederland; 78 schrijfkosten. Vertikaal: 1 groente; 2 schijn voorkomen; 3 onderwijzer; 4 oude rekening (afk.); 5 mannelijk beroep; 6 waterstand (afk.); 7 voorzetsel; 9 emeritus (afk.); 10 rapport; 11 gem. in Gelderland; 12 kippenloop; 14 stuk geschut; 15 omgeslagen zoom; 18 hoogste punt; 20 levensvocht in organische lichamen; 24 bosgod; 25 sle de; 27 hangt in de gang; 28 stad in Frankrijk; 30 bijwoord; 31 bijl; 33 edel; 35 mu zieknoot; 36 lomp; 38 de binnenkring van een gemeente; 40 voorvoegsel; 43 fami lielid; 44 deel van Over.; 46 jongensnaam; 48 bedrag der belasting; 49 visje; 51 water in Noord Brabant; 52 ketting; 53 plaats in Drente; 55 voornaamwoord; 57 boom; 59 heks; 63 wiel; 64 meisjesnaam; 66 voorzetsel; 67 mandje; 69 lied; 70 onderricht; 72 oriënt expresse (afk.); 74 pers. voornaamw.; 75 voornaamw: HET INDIAANSE OPPERHOOFD 11. Zittende Stier besloot, dat vijandige Indianenstammen van het gebied der Sioux moesten worden verdreven. Hij gaf zijn mannen echter opdracht nooit te beginnen met een gevecht tegen de blanken. Slechts als de blanken aanvielen, moesten de Roodhuiden zich verdedigen. Ver volgens ging Zittende Stier met vertegenwoordigers van de Amerikaanse Regering aan het onderhandelen. Hij kreeg gedaan, dat de regering het westelijke deel van Zuid Dakota afzonderde als reservaat voor de Indianen. Daarin mocht geen één blanke een voet zetten, tenzij dat zou zijn met vreedzame bedoelingen. Het plan van Zittende Stier was goed en had zoveel effect, dat er gedurende vele jaren vrede heerste. 12. Maar de Regering brak haar woord aan Zittende Stier en zond soldaten naar het Indianenreservaat. Eén van hen, Generaal Custer, vond op één van zijn tochten goud. Toen hij thuis kwam, sneed hij daarover op, met het gevolg, dat het gerucht over de goudvondst vele blanke avonturiers naar het Indiaanse gebied deed stro men. Zittende Stier trachtte nog een oorlog te voorkomen, maartenslotte zond de Regering een echt leger, dat op de Roodhuiden begon te schieten, waardoor de oorlog tussen de Indianen en de blanken uitbrak. Wordt vervolgd. HANDEL MET RUSLAND In de Amerikaanse pers gaan gedurig meer stemmen op om tot open handel met Rusland over te gaan. Spijtig mer ken de handelskringen op, dat de bond genoten van de USA voor 4,7 miljard dollar naar Rusland verkopep en de grote USA slechts voor 125 miljoen (in 1962), een naar verhouding wel zeer mager bedrag. Anderzijds merken po litici op, dat uitbreiding van de Rus sische handel het moeilijk zou maken de economische blokkade van Cuba te handhaven. Maar, zo antwoordt men vanuit de handel, wat aan Rusland wordt verkocht komt zo de Russen en Cubanen dit wensen toch wel met Rus sische schepen naar Cuba. De gealli eerden erkennen de economische blok kade niet. Engeland verkocht dezer da gen in weerwil van het Amerikaanse protest opnieuw autobussen naar Cuba en verklaart handel met alle landen, ook met Cuba, te willen drijven en alleen stra tegische goederen hiervan te willen uit zonderen: autobussen beschouwt het echter niet als strategisch goed. Even zo denken Frankrijk, Spanje en andere landen erover. VOOR DE AFD. KUNSTNIJVERHEID: HANDIGE JONGENS v/d INSIGNE AFD. PERSONEEL v/d AFD. TAFELGEREI FABRIEK i PERSONEEL voor ALLE AFDELINGEN PERSONEEL v'd GALVANISCHE AFD. GEBODEN WORDT UITSTEKEND LOON, OPNAME IN PENSIOENFONDS, VERGOEDING REISKOSTEN EN AANDEEL IN DE WINST. VOORAL VOOR JONGEREN DIRECT EEN ZEER HOOG LOON EN GOEDE VOORUITZICHTEN. NIEUWE NEDERLANDSE BISSCHOP Mgr. J. Willebrands, secretaris van het Vaticaans bureau tot bevordering van de eenheid der Christenen en rech terhand van de leider van dit bureau kardinaal Bea, werd door paus Paulus VI tot titulair-bisschop benoemd, waar door hij ook officiëel zitting in het con cilie verkrijgt. Mgr. Willebrands, ge boortig uit Bovenkarspel in Noord-Hol land, was in Nederland het laatst Hoog leraar in de filosofie en directeur van het seminarie te Warmond. GEORGE SIMENON De Belgische auteur George Simenon is in vele landen geen onbekende, ook in Nederland niet. Hij stamt uit Luik, waar hij op 16-jarige leeftijd zijn au teursloopbaan begon. Hij had reeds 200 romans op zijn naam staan, toen hij in 1930 zijn beroemd geworden Franse criminele commissaris Jules Maigret uitvond. Hij is thans 61 jaar, voegde aan zijn thans 60 delen tellende Mai- gret-serie nog 180 andere romans toe en boekte het grootstaj>ucces, dat ooit een Frans schrijvende auteur ten deel viel. Zijn gezamenlijke werk haalde tot dusver ruim 50 miljoen exemplaren, werd in 28 talen vertaald en leverde de stof voor 50 films. Hij is niet alleen de vruchtbaarste, ook de snelste schrij ver; hij schept een doorsneeroman in 8-14 dagen en schiep er één in de re cordtijd van 25 uur. Natuurlijk leverde het succes behalve roem ook goede in komsten op; hij bezit het kasteel d'Echandens bij Lausanne en is lid van de Koninklijke Belgische Academie. POLIO OVERWONNEN Amerikaanse en Duitse artsen ver klaren, dat de polio-ziekte overwonnen is. De ziekte heet offciëel poliomyelitis (van polio grijs, en myelos merg) en heet praktisch kinderverlamming, om dat ze het meest bij kinderen optreedt. Van 1952 tot 1961 kregen 34.000 de ziek te, van wie 10% stierf en zeer velen verlammingen behielden. In 1954 kregen 38.000 Amerikanen de ziekte met gelijk gevolg. Maar in 1955 vond de Amerikaanse bacterioloog Salk het reddende serum, Salk-serum genaamd. Na invoering hiervan kregen in 1957 nog slechts 5000 Amerikanen de ziekte en dit getal loopt sindsdien zeer snel achteruit. In 1962 kwamen in Duitsland nog slechts 231 gevallen voor. Prof. Dr. G. Joppich te Göttingen verklaarde dan ook vol trots: „Zoals het thans staat kunnen we zeggen, dat de polioziekte overwonnen is". Kunt het zich voorstellen? Dat er nog steeds vaders en moeders z(jn, die hun jonge kinderen zo maar los op de voorbank van de auto laten meerijden, soms zelfs staande, vlak achter de voorruit? Men moet er niet aan denken, hoe de gezichtjes van die kinderen er uit zullen zien, wanneer pa of ma plotseling moet remmen of wanneer de auto in botsing komt met een andere wagen of met een boom. Of eigen lijk moest men er wél aan denken, schrift ons het Verbond voor Veilig Verkeer, zo dat men op andere, betere gedachten kon komen en de kinderen zou verwijzen naar de minst onveilige plaats in het voertuig de achterbank. Het vreemde is, dat men meestal schijnt te denken, dat men de kinderen een dienst bewijst door hen voorin te laten zitten of staan, want doorgaans ziet men achter het kind een volkomen lege ach terbank. Of ook ziet men, dat de volwas senen, die in elk geval beter tegen een stoot geen stootje kunnen dan kin deren, de „dodenplaats" naast de bestuur der aan de kinderen overlaten en zelf achterin kruipen. Natuurlijk, kinderen vinden het prachtig om vlak naast de be stuurder met al zijn handles en knopjes te mogen zitten, om recht de weg op te kunnen kijken door de voorruit heen, en van kinderen kan men ook niet verwach ten, dat ze de gevaren van die voorruit kennen. Maar volwassenen, die in de kranten de ongeluksberichten kunnen lezen, die met hun nuchtere verstand wel kunnen uit rekenen, wat er gebeurt wanneer men bij een botsing of bij krachtig remmen plot seling met enorme kracht naar voren schiet deze volwassenen dienen te be seffen, aldus het Verbond voor Veilig Verkeer, aan welke verschrikkelijke ri sico's ze de kinderen blootstellen door hen op de voorbank vlak achter de ruit te laten zitten, Onnodige risico's als of er aan het rijden in een auto al niet genoeg risico's zijn verbonden in het mo derne snel- en stadsverkeer! Dan zijn er ook nog de moeders met ba by's en kleuters. Het is begrijpelijk, dat deze moeders graag naast hun man voorin zitten en men kan er gevoeglijk van uit gaan, dat zij op de hoogte zijn van de kracht, waarmee ze bij plotseling remmen naar voren worden gedrukt. Maar die kracht geldt niet alleen hun eigen lichaam, maar ook dat van hun kind, dat nog dichter bij de voorruit zit en dat nog veel kwetsbaarder is. Waarom denken al die moeders en al die vaders, die overigens zo goed voor de veiligheid van hun kinderen zorgen, die hun kinderen dagelijks voorzien van het hele alfabet aan vitamines, die letten op de hygiëne van hun pupillen, die graag willen, dat ze goed uitkijken bij het spe len op straat, op weg naar school waarom komen ze niet op het idee, dat ze hun kinderen op de voorbank van een auto in een enorm gevaar brengen? En wat een wroeging moeten de ouders niet hebben, wanneer hun kind om het leven komt of verminkt raakt in het ge zicht doordat het in de wagen van va- dei of moeder te dicht bij de voorruit en bij het dashboard mocht zitten! Dit alles wil natuurlijk niet zeggen, dat een plaats op de achterbank volkomen veilig is voor kinderen. Zitten ze niet be vestigd in deugdelijke veiligheidsgordels, of heeft men ze vastgezet in zgn. „zitjes", kunnen ze bij hevige botsingen zelfs over vader of moeder heen naar voren schie ten en door de voorruit heen op straat belanden met alle gevolgen van dien. De grootst mogelijke veiligheid voor jeugdige passagiers in een auto wordt dan ook alleen bereikt door hen op de ach terbank! gebruik te laten maken van veiligheidsgordels. Ook al is de sortering nog niet zo groot, zijn er ook voor kinde ren toch al deugdelijke veilighèidsgordels op de markt. Die deugdelijkheid wordt gegarandeerd door het oranjekleurige RAI-TNO goedkeuringsmerk. VEENENDAAL Het Verbond voor Veilig Verkeer doet een beroep op de ouders, de volwassenen om toch vooral te beseffen, dat zij tegen over hun kinderen, hun jeugdige mede passagiers alléén zijn verantwoord door hen in het onveilige verkeer uit te rus ten met veiligheidsgordels. Het is over de gehele wereld bij ontelbare wetenschap pelijke proeven en in de praktijk meer dan duidelijk bewezen, dat het gebruik niet los te laten hangen! van vei ligheidsgordels het risico van dodelijke verwondingen bij botsingen met 60-70°/o vermindert. En zoudt u als vader en als moeder uw kind die levenskans niet gun nen? En moeder met uw kind op schoot, vergeet u niet, dat uw kind bij een bot sing met de voorruit beslist meer op loopt dan alleen maar een buil! Zoudt u voortaan maar niet in de veiligheids gordels achterin gaan zitten? Verbond voor Veilig Verkeer. Kerkewijk 57 Veenendaal vraagt voor haar bedrijf te Veenendaal een Onze gedachten gaan uit naar een energiek en zelfstandig persoon van 20-30 jaar, die zijn dienstplicht heeft vervuld en die in staat is na een inwerkperiode een zeer belangrijk ge deelte van de planning voor zijn rekening te nemen. Voor de vervulling van deze functie is een middelbare oplei ding gewenst. Eventuele ervaring met planning- en organi satievraagstukken wordt wel op prijs gesteld, doch is beslist niet noodzakelijk. Voor de geschikte functionaris liggen uit stekende perspectieven in het verschiet. Hun, die menen voor deze functie in aanmerking te komen, wordt verzocht hun brieven te richten aan de chef perso neelszaken onder de letter A.P. Hierna zal een gesprek plaats vinden, waarin nadere inlichtingen omtrent deze functie en mogelijkheden zullen worden vertrekt. ,„Maar er kan nog veel meer worden bereikt", vervolgde Bonnard. „Wist u, dat wij binnenkort plastic kunnen maken, har der dan het hardste staal? Kortom, voor alles wat niet te heet wordt kunnen we tegenwoordig plastic nemen. Speciaal de doorzichtige soorten bieden allerlei moge lijkheden. Ik heb achter in de fabriek 'n eigen laboratorium. Maandag laat ik u het hele bedrijf zien. In het lab werk ik zelf, alleen. Ik controleer mijn eigen pro- dukten en de grondstoffen die ik nodig heb. Maar ik probeer ook wat nieuws te ▼inden natuurlijk." „Dat hangt u natuurlijk niet aan de grote klok," merkte Louise op. De ander schrok op uit zijn gepeins. „Nee, nee, natuurlijk niet. Ik was even afgedwaald. Wat ik bedoelde is dit: als u soms een of ander onderwerp tegen komt, het geeft niet wat of waar, dat ook van plastic zou kunnen worden gemaakt •n beter is, noteer het en geef het aan mij door. Maar 't moet een massaal ge bruikt voorwerp zijn. Laatst was er een leraar van een technische school bij me. Die wilde een plastic demonstratiemotor oorspronkelijke roman DOOR W. GELDOF laten maken; geen echte natuurlijk, maar toch één, die alle onderdelen bevat. De cilinder natuurlijk doorzichtig". „Het lijkt me geen gek idee," vond Louise, „maar ik denk dat het vervaar digen van één enkel demonstratiemotor tje wel kapitalen zou kosten." Bonnard lachte. „Grote kapitalen zelfs. Ik kon de man nauwelijks aan zijn ver stand brengen dat wij, om zoiets te ma ken, geheel nieuwe mallen en vormen zouden moeten vervaardigen en dat dit werkje rond de 20.000 frank zou kosten. Toen hij het snapte, droop hij gauw af. Jammer, zijn idee was anders niet gek. Voor export was het misschien wat, maar gezien de produktiekosten durfde ik het toch niet aan". Nu kreeg Louise een onbedwingbare lust hem de naam Dubois te laten uit spreken. Ze wilde weten hoe hij die zou noemen en wat hij zou zeggen. „Ik heb wel eens plastic speelgoed ge zien," zei ze, „Ik meen kinder au tootjes en blokkendozen, in verschillende kleuren. Dat is toch wel een massaal artikel." „Ongetwijfeld," gaf Bonnard toe, „maar die maakt Dubois in Genève al en naar ik hoor kan hij niet of nauwelijks tegen de buitenlandse produkten in die branche op. Bovendien maak ik niet graag iets na, als ik het niet beter kan. Ieder zijn eigen artikelen, vind ik." „O, ik dacht dat u de enige plasticfa- briek van ons land bezat," merkte Louise voorzichtig op. Zij snoot haar neus om haar opwinding te camoefleren. „Nee! Dubois is er ook nog. Hij was er zelfs eerder dan ik. Maar Dubois zelf is een poos geleden gestorven en ik heb gehoord, dat zijn twee zonen van plan zijn de hele fabriek te verkopen." „Daar vergis je je dan toch echt in!" dacht Louise voldaan, maar ze zei opge wekt. „Als dat zo is, hebt u binnenkort het monopolie voor ons land. Dat staat dan toch wel vast". Bonnard lachte zijn prettige, ontwapen de en jongensachtige lach. „Van een mo nopolie zal geen sprake zijn, jongedame! Vergeet niet, dat de markt zoetjesaan overstroomd wordt met Franse, Engelse en Amerikaanse produkten. Straks komen de nog goedkopere Duitse erbij. Nee, dan zal het hard tegen hard gaan en komt het er op aan wie het vindingrijkste is bij het maken van toepassingen. Was dat niet zo, dan had ik allang prijsafspraken gemaakt met Dubois." „Waarom kan dat nu niet?" Zij vroeg het achteloos, maar de opwinding deed haar beven. Bonnard bemerkte echter niets, daar hij al zijn aandacht nodig had voor het verkeer. „O, die prijsafspraak? Omdat zoiets zin loos is. Geen mens weet hoe over een paar jaar de prijzen zullen liggen. Zou ik mij gebonden hebben aan een bepaalde prijs of prijsverhouding, dan kon ik mijn eigen doodvonnis wel eens hebben getekend. De ander zou kunnen eisen, dat ik mij eraan hield." „Maar dat behoeft toch niet," vond Louise. „U zou toch kunnen overeenko men, dat in zo'n geval beide fabrieken hun prijzen zouden verlagen." „Dat is het hem nu juist." Bonnard lachte grimmig. „Ik weet niet of dat wel zou kunnen. In de tweede plaats weet jk niet hoe de Dubois' gesitueerd zijn.. Mis schien kunnen ze wel een paar jaar dum ping toepassen om mij de nek te breken. Vergeet niet, dat zij met heel wat minder lasten zitten. Zij hebben een gevestigde onderneming, ik een gloednieuwe fabriek met hypotheken. En tenslotte wordt de levensvatbaarheid van een plasticfabriek in hoge mate bepaald door de toepassings mogelijkheden die de leiding zelf weet te ontdekken en door 3e wijze van produ ceren". „Dat is het dus," dacht Louise. „Hij weet niet hoe de zaken er bij ons voor staan en speculeert op ons einde of op ons onvermogen nieuwe toepassingen te vin den. Maar hij vergist zich: niet wij, maar hij zal het loodje leggen!" Zij hadden nu Montreux bereikt. De vergadering was in een zaal van restau rant l'Orien, een waar rookhol, waarin geen daglicht naar binnen drong. Bon nard wees haar een tafeltje, waaraan een kleine, zwartharige typiste zat en een jongeman met rood haar en sproeten. „Maakt u maar kennis met die twee," was zijn bruuske aanwijzing, „die doen ongeveer hetzelfde als u. Straks kom ik wel even nader instrueren." Het zwarte meisje bleek Marguerite te heten en afkomstig te zijn van een fabriek van bestrijdingsmiddelen voor insecten en plantenziekten. Zij was een echte, leven dige francaise en interesseerde Louise da delijk. De roodharige jongeman was een kennis van Louise. Zij had hem in Zürich ook al eens ontmoet. Hij zat in de re dactie van een chemisch weekblad, voerde daarvoor ook de advertentie-aquisitie en was bij Levêbre op kantoor geweest om in lichtingen over bepaalde fabrikaten in te winnen. Louise herinnerde hem zich wel; een opvallend type met een wonderlijk mengsel van brutaliteit, handigheid en beleefdheid. Ze vertelde hem, dat ze maandag bij Bonnard in dienst zou komen, omdat ze liever in Lausannne dan in Zürich werk te en hier veel meer kon verdienen. Hij gaf haar schoon gelijk en lichtte haar verder in. Er zou hier een vergadering worden gehouden van de chemische af deling van een industriële club. De pro fessor van de Sorbonne, die toevallig in Lausanne vertoefde, was door een van de leden ontdekt en hals over kop uitge nodigd een lezing te houden. De geleer de was specialist op een of ander gebied en dit buitenkansje wilde men zich niet laten ontgaan. Vandaar ook dat alle invi taties zo onverwachts waren gekomen. Bonnard kwam nu verder inlichten. „Luistert u even, juffrouw Batelier? Wat die prof. zegt, wilt u dat zo letterlijk mogelijk opnemen? Na afloop worden er vragen gesteld. Wilt u daaruit het be langrijkste optekenen? Bij die vragen stellers zit altijd een flink kwantum zwamneuzen, dat een half uur praat zon der wat te zeggen. Dan neemt u alleen de hoofdzaken, gesnapt? O ja, en pas op voor Tommie," hier streek Bonnard het slacht offer zo door zijn rode krulhaar dat het zijn gezicht bedekte, „want hij is in staat je aantekeningen onder je vingers van daan te halen en zelf niets uit te voeren". Tom stak als enig antwoord zijn grote tong door de haarmassa heen en ieder die het zag moest lachen om die ver toning. De vergadering begon nu echter. Bonnard zat achter de bestuurstafel. Welke functie hij in het bestuur had wist Louise niet, maar van Tom Becker hoor de ze, dat hij vice-voorzitter was. Het eerste kwartier verliep met wel komstwoorden en interne clubaangelegen heden en de beide meisjes hadden nog niets te doen. Tom maakte ijverig aante keningen maar fluisterde daarbij koddige commentaren op elk woord dat zich daar voor leende, zodat de meisjes slechts met moeite hun ernst konden bewaren. Dat ging beter, toen de professor aan het woord kwam. Gelukkig sprak hij zeer duidelijk en langzaam, maar zijn onderwerp was dermate ingewikkeld, dat de meisjes de draad van zijn betoog on mogelijk konden volgen en zich moesten bepalen tot mechanisch optekenen zonder meer. Daar kwam nog bij, dat de geleerde niet steeds in volzinnen sprak, maar zijn woorden vaak afbrak met een et voila", „et cetera", e'est tout", een ander stop woord of met een welsprekend gebaar. Zoiets is lastig als men zijn aantekeningen later uitwerkt. Louise had hierbij wel het zwaarste kar wei. Tom Becker interesseerde zich slechts voor de hoofdzaken. Marguerite bleek slechts bepaalde onderwerpen te moe ten noteren, maar zij moest onafgebro ken zwoegen. En het was al na zessen, toen de laatste vragensteller tevreden was. Tom Becker stond op, rekte zich uit en bood de meisjes aan, hen met zijn wa gentje naar Lausanne terug te brengen- Marguerite knikte genadig, maar Louise vond, dat zij eerst haar chef moest vra gen wanneer de aantekeningen uitgewerkt en getikt moesten zijn. Hij was echter in druk gesprek gewikkeld met drie andere heren en dus wachtte ze even. Gelukkig bleven de anderen nu ook even wachten. Wordt vervolgd

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1964 | | pagina 4