Veenendaler reisde
naar Tokio
JOB SCHAAP
tuinbouwhcekje
KRUISWOORDPUZZEL
HOBBY
VIERDE BLAD „DE VALLEI"
VRIJDAG 2 OKTOBER 1964
Nr. 78
samen met
ANTON GEESINK
De heer R. J. van Doorn arriveerde weer in Veenendaal, na
een 7-daags uitstapje naar het land van de „rijzende zon". Als
of 't de gewoonste zaak van de wereld is, zo even vice versa
Veenendaal-Tokio. Een duidelijk aspect van deze moderne tijd,
waarin een zakenreis naar het andere eind van de wereld eigen
lijk geen „nieuws" is. Desniettemin zochten we de heer van
Doorn (25) in zijn moderne woning aan de Rembrandtlaan op,
om zijn bevindingen die gezien de korte tijdsduur van zijn ver
blijf in Japan slechts van vluchtige aard kunnen zijn, op te te
kenen.
Zevendaagse
zakenreis van
antenne-importeur
R. J. van Doorn
Op reis
Tempo
Verkeer
Welvaart
VERHAAL VOOR DE
KLEUTERS
OPGAVE NR. 79
Dynamiek
Jong en oud
modern
gekleed. New
Belt pantalons
voor alle
leeftijden.
Jong van
karakter,
slank van
model.. New
Belt met ge-
iTD cVl R A V patenteerde
I l\ l y l l\ H j dubbel geweven
I plooi houdend elastische
band. De
pantalon met
SÜSSSflBHI£ gepatenteer
de perfektie.
Het enorme stadsverkeer in de metropool Tokio, met op de achtergrond
de hyper moderne flatwoningen.
Blik in het stadscentrum van de wereldstad. Honderden lichtreclame's
flitsen uit en aan.
De heer van Doorn is geboren en ge
togen Veenendaler. Van zijn hobby, het
knutselen met allerlei draden en draad
jes, heeft de heer van Doorn zijn beroep
gemaakt. Hij bezit een groothandel in
televisieantennes en elektrische appara-
ten. De aanleg van het centraal anten
nesysteem in Veenendaal komt onder
zijn supervisie tot stand, omdat de
Duitse firma uit Wuppertal, die de on
derdelen fabriceert hem als importeur
heeft aangesteld. Zijn grootste hobby is
wel het elektronisch orgel, dat althans
volgens deskundigen een glorieuse toe
komst tegemoet gaat. De heer van
Doorn is antennebouwer geweest bij de
maatschappij die nu Radio Veronica
exploiteert. Omdat hij steeds „bij" wil
blijven, hetgeen in deze tijd van verder
schrijdende techniek betekent dat er
iedere week nieuwigheden op de markt
komen, leest de heer van Doorn een
groot aantal vakbladen uit binnen, en
buitenland.
In een dezer vakbladen las hij onlangs
het bericht, dat er in Tokio een „elek
tronische show" zou worden gehouden.
En dat typeert de heer van Doorn, hij
weifelt niet, maar gaat recht op z'n doel
af. Snel de K.L.M. gebeld of er een
machine ging, en zowaar had hij geluk.
Reeds de volgende dag kon hij vertrek
ken. Op 't laatste moment, juist voor
het vertrek, nog een paar vaccinaties en
de vliegreis kon beginnen. Het toestel
zou de reis over de Pool maken en
alleen een tussenlanding maken in
Alaska. Toen de heer van Doorn zich
wat ging vertreden ontmoette hij in de
pantry zowaar onze bekende judokam
pioen Anton Geesink, die als kwartier
maker naar Tokio ging in verband met
de voorbereidingen voor de Olympische
Spelen. Na een korte kennismaking
(tenslotte komen we uit een en dezelfde
provincie) raakten de twee mannen in
gesprek en bleven bij elkaar.
De heer van Doorn was met de vriend
schap gebaat, want Geesink kent Tokio
op z'n duimpje (nou duimpje, zeg maar
duim) en kon onze Veenendaalse vriend
dus op alle punten wegwijs maken.
Want je staat wel even met je ogen te
knipperen als je op het gigantische
vliegveld neerstrijkt.
Het was prachtig weer, niet te warm
niet te koud, constant zo'n 27 graden,
zegt de heer van Doorn. Je wordt al
direct opgenomen in de Japanse leef
gewoonten. Zo heb ik in een echt Japans
saunabad gezeten en „sokiakki" ge
geten. Precies als de Japanners, met
stokjes en op m'n hurken. Het is een
vreemd, maar imponerend land. Naar
Aziatische maatstaven gemeten is het
werktempo er moordend, vertelt de heer
van Doorn. Ik heb gereisd van de ene
fabriek naar de andere over afstanden
van honderden kilometers. Maar alles
gaat met 't vliegtuig. Ieder half uur
vertrekt er een vliegtuig van Tokio
naar Osaka. Het traject wordt door
twee vliegtuigmaatschappijen onderhou
den. Met de taal is 't wel eens moeilijk.
De meeste Japanners verstaan erbar
melijk slecht Engels. Als je dus een
vervoermiddel nodig hebt, moet je dit
door hotelbedienden laten bestellen. Ook
vreemd is, dat iedereen van het vlieg
tuig gebruik schijnt te maken. Ver
schrompelde vrouwtjes in kimono ge
huld stappen met het grootste gemak
de trap op. Dat is doodnormaal. Aan de
ene kant conservatieve kleding en ge
bruiken, aan de andere zijde een
modern, gejaagde maatschappij. Een
jong meisje van 20, ook al in kimono,
zit tegenover je in het vliegtuig, slaat
de knieën over elkaar en steekt, nau
welijks gezeten, een Amerikaanse siga
ret op, die uit een gouden koker te voor
schijn wordt gehaald. Schrille tegenstel
lingen dus tussen oud en nieuw.
Tokio zelf is een razende miljoenen
stad. Het juiste aantal inwoners schijnt
niet bekend te zijn, vertelt de heer van
Doorn, maar het moet schommelen tus
sen de 8V2 en 11 miljoen. Er rijden,
schrik niet, 800 000 taxi's. Er wordt een
zeer druk gebruik van gemaakt. In de
hoofdstraten van Tokio rijden de auto's
12 rijen dik, 6 rijen links en 6 rechts.
Er is links verkeer (zoals in Engeland).
Links en rechts inhalen is daarbij toe
gestaan. Hier geldt het recht van de
snelste. Het is een wonder dat er niet
meer ongelukken gebeuren. Men schijnt
eraan gewend te zijn, aan die wir-war
van duizenden auto's, maar ons als
Europeanen duizelt het toch even.
Officieel mag men in de binnenstad 50
kilometer rijden, maar onofficieel rijdt
men zo hard als het kan. Verkeers
agenten met witte handschoenen ge
tooid staan er bij duizenden op de kruis
punten. Als je een taxirit wilt maken,
vraag je een in Japanse letters gesteld
kaartje bij je hotel en geeft dat aan de
chauffeur. Fooien geven is er niet bij.
Zou je dat wel doen, dan wordt het
waarschijnlijk als een belediging opge
vat, vertelt onze wereldreiziger. Kost
baar is zo'n taxirit ook niet, want de
eerste mijl kost 1,en elke volgende
500 meter 0,20.
Hoewel de wereldstad Tokio goede
wegen kent, is het op het platteland
allerbedroevendst. Dat is waarschijnlijk
de reden dat men liever het vliegtuig
pikt.
De welvaart in Japan klimt steeds
hoger en is het Europese peil zo niet
voorbij, dan toch wel genaderd, vindt
de heer van Doorn. De grote bedrijven
kennen allerlei sociale voorzieningen en
alles is er ongelooflijk goedkoop, be
halve de woonruimte want die is bijna
niet te krijgen of peperduur. Uiteraard
heb ik de grote concerns in mijn branche
bezocht, vertelt de heer van Doorn. Er
zijn 10 machtige concerns in electro-
nica met honderden merken transistor
radiootjes enz. Alles is gericht op de
massafabricage. Eir bestaat een concern
dat door samenwerking met onze
Philips tot een grote expansie kwam.
Hier worden de Philishave's in duizen
den vervaardigd. De opbloei van het
maatschappelijk leven is enorm, vindt
de heer van Doorn. Er was daar een
zekere heer Matsushucita, die in 1918
begon met wat aan stekkers te prutsen.
Nu heeft deze industrieel meer dan
40 000 man in dienst, die in 63 fabrie
ken werken. Het bedrijf heeft 52 000
dealers. Zo is nu Japan, alles in het
veelvoud. In Yokohama b.v. rollen per
jaar 40 000 autoradiootjes van de lopen
de band in 8 verschillende typen. Van
de produktie blijft veel in eigen land,
want de consumptie is enorm. De tele-
De heer Van Doorn,
10e van rechts,
temidden van een
reisgezelschap voor het
keizerlijk paleis.
enthousiast over zijn. De kleuren vloeien
nog te veel ineen. Is er b.v. een forum,
waarbij de sprekers achter een groene
tafel zitten met een wit overhemd aan
tegen een blauwe achtergrond, dan is
het overhemd groenachtig en de tafel
blauw. Maar men is hard bezig met
experimenteren, zodat het uiteindelijk
resultaat, wel niet lang op zich zal laten
wachten.
De heer van Doorn is weer terug,
weer in ons eigen Veenendaal. Het ver
schil is uiteraard enorm, maar ja, wat
wil je. De indrukken, die ik opdeed heb
ben mij overstelpt al ben ik maar van
donderdag tot donderdag weggeweest.
Je wordt moe van al deze gewaarwor
dingen, moe ook van het tempo daar,
want in die ene week heb ik meer
zakengesprekken gevoerd, dan hier in
een maand, zegt de heer van Doorn.
Of de Japanners gelukkig zijn? Dat
kun je in een week natuurlijk niet ge
waar worden, maar zo uiterlijk gezien
zou je dit kunnen bevestigen, want
overal ontmoet je vriendelijkheid en
lachende gezichten, is het antwoord
van *de heer van Doorn. We moeten wel
bedenken dat Japan hoewel misschien
nog veelal trouw aan bepaalde zeden en
gewoonten, toch meer en meer op weg
is een hypermoderne maatschappij op te
bouwen, waarbij comfort en moderne
vormgeving geen vage begrippen zijn,
maar keiharde realiteit. Ik ben er mis
schien wat door meegesleept, maar het
heeft me dan ook beslist wat gedaan,
is de slotconclusie van de Veenendaalse
zakenman R. J. van Doorn.
In het weiland van boer Groeneman
liepen een heleboel schapen. Dikke en
niet zulke dikke schapen, grote, en
kleine lammetjes.
Het was voorjaar en ze konden alle
maal volop mals gras eten.
Het lentezonnetje scheen al de hele
dag en kriebelde door hun dikke vacht
heen tot op hun huid.
Iedere dag werd het warmer en zo ge
beurde het dat boer Groeneman op een
dag zei: „Jongens, het is te warm ge
worden voor jullie dikke winterjas. Mor
gen komen m'n knecht en ik en dan wor
den jullie geschoren".
De schapen keken elkaar eens aan en
dachten bij zichzelf: „Heerlijk om weer
zonder die nare kriebelvacht in de zon te
lopen, was het maar vast morgen."
Maar niet alle schapen dachter er zo
over. Job, een groot en dik schaap met
prachtige horens hoorde ook wat de boer
zei. Hij was er niet blij om. „Bah", dacht
hij, „nu is m'n vacht juist zo mooi en
krullerig en nu moet hij er weer af. Ik
vind een dikke wollige vacht veel mooier
dan zo'n geschoren velletje. Je lijkt dan
meer op een kale kikker dan op een
schaap. Nee hoor, dat is niets voor mij."
Maar ja, er was niets aan te doen. Mor
gen zou de boer komen en dan zou Job
net als z'n vriendjes kaal geschoren wor
den. Als Job aan het idee dacht liepen de
rillingen hem ondanks z'n dikke vacht
over de rug. Hij moest toch echt een op
lossing vinden. Maar welke?
Het enige wat er op zat, was weg te
lopen of zich te verstoppen.
Van deze twee mogelijkheden leek ver
stoppen toch wel het beste.
Immers, als de mensen een schaap op
de weg zouden zien lopen, zouden ze hem
toch zo pakken en terugbrengen.
Dus dan maar wegkruipen. Maar
waar
Job keek eens goed om zich heen.
Helemaal achterin het weiland stond
een schuurtje. En daarnaast een grote
berg hooi. Ja, dat was het! In die grote
hooiberg zou niemand hem vinden.
De volgende morgen, toen de zon net
opging en de andere schapen nog sliepen,
sloop Job naar de hooiberg.
Met zijn horens en poten groef hij een
gat in de hooiberg en kroop er in. Job
zorgde er wel voor dat er een spleetje
was waar hij doorheen kon kijken.
En daar kwam de boer al aan.
„Goeie morgen" riep hij naar de scha
pen, die al aan kwamen springen.
„Rustig maar, jullie krijgen allemaal
een beurt, ga maar in de rij staan."
En zo gebeurde het.
Knip, knip, knip ging de schaar. Er
waren zoveel schapen, dat de boer de tel
kwijtraakte en Job niet eens miste.
Job keek alles vanuit z'n hooiberg eens
aan en lachte stilletjes.
Ha, al die kale schapen, ze leken nu
allemaal zo klein en mager. Zou je ze
straks allemaal afgunstig naar hem moe
ten zien kijken als de boer weg was en
Job uit de hooiberg zou komen.
„Ziezo" zei de boer, „klaar ls Kees.
Jullie hadden allemaal een fijne dikke
vacht en nu heeft m'n vrouw wol ge
noeg om truien en hemdjes voor de kin
deren te breien. Jullie zijn een best stel
schapen."
En tevreden ging de boer naar huis.
Toen de boer verdwenen was, kwam
Job te voorschijn.
De andere schapen stonden stomver
baasd.
„Oh", riepen ze, „Job, ben jij niet ge
schoren?".
„Beste vrienden, schapen en lamme
ren", sprak Job plechtig, „ik heb beslo
ten om me niet meer te laten scheren.
Ik laat m'n vacht staan!"
Nou, had je toen die gezichten moeten
zien. Alle schapenmonden bleven open
staan van verbazing. Wat moesten ze
daar nu op zeggen. Zo iets hadden ze nog
nooit mee gemaakt.
Het was nu nog niet zo erg, maar wat
moest er gebeuren als Job's vacht steeds
langer en langer zou worden?
Maar onze Job trok zich er niets van
aan. Als de boer er aan kwam verstopte
hij zich in de hooiberg en zo ging dag
na dag voorbij.
Alles ging goed tot er een heel warme
dag kwam. Job's vacht was al heel lang
en dik geworden en op die warme dag liep
Job in de zon door het weiland. Pfffff,
wat was het warm. De zon kriebelde en
kriebelde maar, Job liet er niets van mer
ken. Wat zouden de anderen dan lachen.
Job stak z'n hele kop al in de water
put om toch maar een beetje koelte te
krijgen, maar dat hielp ook maar voor
even.
De andere schapen merkten heus wel
wat er met Job aan de hand was, maar
ze lieten 't niet merken. Hij moest maar
met schade en schande wijs worden.
Het was voor Job niet meer om uit te
houden, z'n vacht prikte verschrikkelijk
en hij pufte en blies als een stoomketel.
En toen nam Job een dapper besluit.
Vastberaden stapte hij naar de boerderij.
Daar aangekomen blaatte hij net zo
lang aan de achterdeur tot de boer naar
buiten kwam. Die wreef zich in z'n ogen
als of hij droomde. Wat stond daar nu
voor z'n achterdeur? Het leek wel een
grote bol wol waaruit zielig geblaat
kwam.
„Wat heb ik nu aan m'n pet" zei de
boer, „daar staat me iets voor m'n deur,
dat aan het geblaat te horen een schaap
moet zijn, maar wat meer op een bol wol
lijkt. Daar zullen we eens gauw verande
ring in brengen".
Hij pakte een grote schaar, knip, knip,
knip ging het een poosje en daar kwam
Job te voorschijn. Hij zag er nu tenmin
ste weer uit als een normaal schaap. Wat
voelde hij zich opgelucht.
„Vooruit" zei de boer, „ga je vrienden
maar weer opzoeken en bedankt voor de
wol".
Nu, dat liet Job zich geen twee keer
zeggen. Hij holde terug naar de weide om
met z'n vriendjes te gaan spelen en als
de boer nu komt om de schapen te sche
ren, zorgt Job er altijd voor om het eerst
aan de beurt te zijn.
OPLOSSING PUZZEL OPGAVE 83
HORIZONTAAL: 1 bel, 4 kan, 5 do,
6 bis, 7 pal, 8 pon, 9 kol, 10 ei, 11 et,
13 na. 15 het, 16 no, 17 da, 18 en, 19
rek, 21 big, 23 Don, 24 Son, 25 in, 26
rit, 27 lek, 29 tik, 30 ma, 31 pos, 32 lap,
33 pap, 34 gen, 35 ba, 36 ik, 38 pa, 40
tot, 41 ee, 42 al, 43 es, 44 lol, 46 ven,
48 bes, 49 kok, 50 os, 51 was, 52 pet.
VERTIKAAL: 1 bas, 2 en, 3 wol, 4
kin, 5 Dalen, 6 bo, 7 po, 8 pand, 9 kit,
10 een, 12 tong, 14 aaron, 15 hek, 20 en,
21 bot, 22 in, 23 dis, 24 sik, 26 rek, 27
lis, 28 hap, 29 top, 30 manie, 31 pa, 32
le, 33 pipa, 34 gat, 35 bos, 37 keen, 39
alles, 40 tel, 45 os, 46 vos, 47 e.k., 48
bol, 49 kat, 51 we.
Omdat het voor diverse bolgewas
sen hoog tyd wordt deze in uw tuin
te planten, wil ik hierover thans een
„praatje" houden, waarbij nuttige
wenken.
Het aantal variëteiten van de
diverse bolgewassen is zeer groot en
nog steeds worden door de kwekers
nieuwe vormen gevonden. Er zijn
enkele en dubbele tulpen, waarvan de
vroege soorten reeds bloeien in april,
in diverse kleuren. Ik wijs u op de
volgende tulpenvariëteiten: Mendel-
tulpen, Triumphtulpen, Darwintulpen,
Breedertulpen (een ouderwetse tulp
met doffe bloemen, die vroeger op
buitenplaatsen werden geplant in
grote groepen en tegen een achter
grond van heesters en coniferen),
Cortagetulpen, Leliebloemige tulpen,
Rembrandttulpen (een der oudste
rassen van Oud-Hollandse tulpen,
bloemen bont gevlamd, minder ge
schikt voor perkbeplanting, echter
wel geschikt voor kleine groepen
tegen een rustige achtergrond).
Papegaaitulpen zijn grillig van vorm
met gefranjerde bloemen, bloeien
vroeg; Botanische tulpen, waarin
zeer uiteenlopende soorten betreffen
de bloeitijd, bloemkleur, hoogte en
bloeivorm. Deze zijn echt sierlijk in
een rotstuin en kunnen ook voor ver
wildering worden aangeplant. De
bloeitijd is april, ze worden 25 cm
hoog.
Narcissen. Ook onder de Narcissen
zijn vele groepen, o.a.: Trompet
narcis, Groot- en Kortkronige, dub
bele Narcis, Triadrus hybriden (sier
lijke kleine narcissen, uitstekend
voor de rotstuin) (bloeit april-mei),
Poëtaznarcissen, Dichternarcis (heeft
een groot wit bloemdek (schotel)
en een klein kroontje), Botanische
Narcissen (hebben sierlijke kleine
bloemen), prima voor de rotstuin en
om te laten verwilderen.
Plant narcissen vooral vroeg, dus
nu zo spoedig mogelijk! Tulpen wor
den 8 cm, narcissen 1012 cm diep
geplant.
Ook met het planten van Crocus-
sen mag niet meer gewacht worden.
Wanneer men het loof 's zomers laat
uitgroeien en afsterven zullen ze zich
steeds meer uitbreiden. Veelal wordt
het loof na de bloei afgesneden, doch
dat is zeer funest. De plantdiepte is
57 cm.
De plantdiepte van Hyacinten is
tot 10 cm, de onderlinge afstand 20
cm. De grond mag 's winters niet te
nat zijn en diep losgewerkt. Oude
verteerde mest is zeer aan te be
velen.
Voor alle bloembollen in de tuin
geldt het volgende: Tijdens en na de
bloei moet de bol weer reservevoedsel
opnemen en deze vastleggen, zodat
men vooral het blad niet mag ver
wijderen. Dus zolang de bladeren nog
groen zijn mogen deze niet worden
afgesneden. Dit mag na het verdor
ren worden weggenomen. Bij Cro-
cussen, in het gazon geplant, ziet
men nog vaak, dat na de bloei het
loof wordt afgeknipt of -gemaaid,
met het gevolg dat de bollen uitgeput
raken en er geen bloei meer valt te
verwachten. Het zaad dat zich vormt
moet direct na de bloei verwijderd
worden. Heeft men in 't voorjaar
bolgewassen op perken geplant,
waarop weer andere gewassen moe
ten worden gezet, dan moeten deze
worden opgenomen en op een
Kleur, vorm en geur in uw tuin.
Plant ook altijd levend groen.
andere plek worden ingekuild. Is het
loof geheel afgestorven, dan kunnen
de bollen worden opgenomen. Nadat
deze gedroogd zijn (niet in de zon!)
moeten ze luchtig en droog worden
bewaard tot de volgende planttijd.
Voor de Ezemurus (ook wel Step-
penkaars of Naald van Cleopatra
genoemd) is het nu ook de hoogste
tijd. Veel te weinig ziet men deze
aangeplant, hetgeen onbegrijpelijk is.
Of is het misschien „Onbekend maakt
onbemind". Het ztfn schitterend
bloeiende planten die stengels van
meer dan twee meter lengte ontwik
kelen, die over 75 cm dicht met
fraaie bloempjes bezet zijn. De wortel
stok ziet er eigenaardig uit en gelijkt
op een reuze grote spin. Het wortel
rozet heeft een grote omvang, is on
geveer 40 cm breed, zodat men een
flink plantgat moet maken. In het
midden hiervan maken we een kleine
verhoging (een soort miniatuur
heuveltje) waarop men de wortels
uitspreidt en daarna het geheel weer
met grond aanvult. Ze houden van
een zeer voedzame grond, doch geen
verse mest. Het loof wordt na de
bloei spoedig geel-bruin en onooglijk.
Ik raad u dus aan om ze zo te plan
ten, dat ze na de bloei door andere
planten gecamoufleerd worden. Ik
zag in Nijmegen eens een groep
Ezemurus, waartusen Vuurpijlen ge
plant. Fantastisch mooi! Een groep
Ezemurus waaromheen Mignon
Dahlia's zou mijns Inziens ook een
aardig effect geven en deze zouden
de onooglijke bladeren ook aan het
gezicht onttrekken. Met klem raad
ik u aan: plant een groep van deze
ongemeen schone bloeiers in uw tuin!
Groenhovende heesters, die in de
wintermaanden afwisseling geven
door het rustige groen en evenals de
dennen en coniferen een symbool zyn
van de altijd levende natuur, kan
men thans met succes planten. Zeker,
de bloemstruiken die zich in het
voorjaar of zomer met een bloemen
weelde tooien kunnen we niet missen,
doch in de winter zou de tuin er wat
troosteloos uitzien wanneer men de
aantrekkelijkheid niet zou verhogen
door de aanplant van altijd groenen,
die ons door de somberheid van de
wintermaanden heen helpen. Ik noem
onder meer Aucaba, Rhododendrons,
Japanse groenblijvende Azalea's, Hex
aquifolium (scherpe hulst), Osman-
thus aquifolium, Coniferen. Al deze
genoemden kunnen nu geplant wor
den. Coniferen mogen in geen villa-
tuin ontbreken. Zij geven naast het
symbool van „altijd levend" tevens
een beeld van „Standvastigheid"
Luister
O. lied van de Coniferen,
zacht als 't ruisen
Van een zangerige harp,
waar 't windje in zucht,
Machtig en prachtig
als het stormende bruisen
Van water, dat neerploft
met schaterend gerucht.
Er is in uw zangen,
o lied der Coniferen,
Iets dat spreekt van
een hogere sfeer
E. J. Grjjsen - Rhenen.
visiedichtheid is stukken groter dan bij
ons. Wij hebben nog wel eens de indruk
dat de Oosterling al tevreden is met een
hapje rijst en verder basta. Maar u zou
versteld staan, als u zag hoeveel brom
mers en scooters er bereden werden. De
lonen zijn, gezien de goedkope levens
standaard behoorlijk, volgens de heer
van Doorn. Een schoenpoetser verdient
's avonds al gauw 20,en een teke
naar, die ik ontmoette, maakte een bij
verdienste van 85,per week boven
zijn normale weekloon.
Ik ben dus in verschillende fabrieken
geweest. Als resultaat van de zakenreis
kan ik het feit zien dat ik ben aange
steld voor de alleenverkoop voor de
Benelux van de aldaar vervaardigde
elektronische orgels.
Volgend voorjaar komen ze volop aan
de markt, en dan zal ik er wel druk
mee worden, verwacht de heer van
Doorn.
We kunnen constateren dat Japan een
dynamisch land is. Op dit ogenblik met
de Olympische Spelen voor de deur, is
Tokio een en al bedrijvigheid. Men wil
z'n gasten in luxe ontvangen en geen
moeite is te veel. Overal tref je b.v. air
conditioning aan. De kleurentelevisie is er
ook al, maar daar kan ik nou niet zo
HORIZONTAAL: 3 Turks bevelhebber, 7 vis, 9 thans, 10 gelijkenis, 11 het uit
spansel, 13 oude vlaktemaat, 15 voorzetsel, 16 kolenemmer, 18 cilindervormig
voorwerp, 20 grondslag, 23 plaats in Friesland, 24 toethoorn, 25 edel, 27 meis
jesnaam, 29 troefkaart, 30 Europeaan, 32 zichtbare voorstelling, 34 dorpje in
N. Brab., 35 fel plagend, 36 vroeger bewoonster v. e. begijnenhof. 37 platte ge
bakken steen, 38 gewicht.
VERTIKAAL: 1 neep, 2 specerij, 4 kosteloos, 5 kweker, 6 plant, 8 staafje om
een rad vast te zetten, 9 haag, 12 zangwijs, 14 mannelijk beroep, 16 stuk geschut,
17 naam of opschrift van een boek, 19 boom, 20 mandje, 21 muzieknoot, 22 vaar
tuig, 26 Europeanen, 27 lengtemaat, 28 steeds, 30 oorzaak, 31 vaartuig, 33 boom,
34 voorvoegsel.