Een merkwaardige vrouw uit de veertiende eeuw Purol Lokkende verten Üfl Fa. J. F. Tak bestaat 60 jaar FLORTN SCHERPENZEEL Bronchileften RHENEN CHEVROLET ARAM ARAM TWEEDE BLAD „DE VALLEI" VRIJDAG 16 OKTOBER 1964 Nr. 82 Zwedera van RechterenVrouwe van Ruinen De Oldenhove De heren van Ruinen Jonkvrouwe Zwedera Religieuze verdieping Zwedera's devies Duivels plan Verbouwing en vernieuwing DE LEZER GESLAAGD JAZZCONCERT VAN EUTERPE Hoestdrank in tab let vorm.95 ct Judoka's behaalden diverse banden V. A. B. KIRPESTEIN CITY-MOTORS-EDE dient heel de huid Het spookslot aan de Tiber De trouwe en geduldige lezer van onze artikelen zal zich wel eens afgevraagd hebben om welke redenen wij onze opstellen over de geschiedenis van V eenend aal, Rhenen en omgeving afwisselen met verhandelingen over streken, personen en ge beurtenissen in andere gewesten, zelfs in het buitenland, zoals over het Neanderdal, 's Gravenmoer in Noord-Brabant, Moer- beke-Waas in Oost-V laanderen, Gaasbeek in Belgisch Brabant, de Vechtstreek, de Rijn- en Opper-Palts, Tecklenburg, Drente. Naast de bijkomende omstandigheid dat wie nabije of verre reizen maakt veel kan verhalen, zijn het enerzijds de relaties, die tussen Veenendaal en enige van de genoemde plaatsen en streken bestaan hebben, de beweegreden van deze zwerflust. Anderzijds zit bij ons nog een andere gedachte voor, namelijk ons te hoeden voor een zeker lokaal patriottisme, een plaatselijk chauvinisme. De wereld toch is groter dan Veenendaal en RhenenEn de geschiedenis van andere plaatsen en streken is mins tens even boeiend en belangwekkend. Alle beoefening van geschiedenis is immers herschepping van het leven en niet het bezoeken van een rariteitenkabinet of van een dodenakker. Wat het landschappelijke aangaat, hoe zeer wij de schoonheid van onze omge ving bewonderen en beminnen, de werke lijkheid gebiedt ons te erkennen dat er grootsere landschappen zijn. De melodi sche lijn van die rondom Veenendaal ken merkt zich om het met een term uit de muziek te zeggen door grote hori zontale eenvoud die echter vaak heel in tieme schoonheid verbergt. Dwaalt men wat verder, bijvoorbeeld in de landschap pen bij Leersum, in de heuvels van Zui- lenstein en het majestueuze veld noorde lijk van de Utrechtse baan, dan bemerkt men dat deze landschappen niet alleen een rijkere melodische lijn bezitten in de welvingen en glooiingen der heuvels, maar ook een markanter, verrassender ritme in de afwisseling van beboste hellingen, dalende en rijzende wegen, groen- en ak kerlanden, heuvels en lage velden, bossen en heide, holle wegen en vlakke paden. Om bij de beelden uit de muziek te blij ven: de vloeiende lijnen van de lage vel den en de golvende contouren van de heuvels vormen daar een goed klinkend contrapunt. Welnu, zoals vreemde landschappen boeien, zo doen het ook historische per sonen, gebeurtenissen en toestanden uit nabije of verre streken. Bovenstaande gedachten kwamen in ons op toen wij in de voorbije zomer door Zuid-Drente dwaalden en ons in de ge schiedenis van Ruinen verdiepten, een plaats waar het enige adellijke huis van Drente gelegen was: de Oldenhove. Be halve dit enige kasteel vond men in de omgeving de meeste havezaten, landelijke huizen, die zelf of wier bewoners be paalde rechten bezaten, gewoonlijk in betrekking tot de ridderschap. Om dit kasteel en deze havezaten in het adelarme Drente is het zuiden historisch zo interes sant. De helft van de achttien havezaten bleef behouden, voornamelijk te Echten, Dwingelo, waar er oorspronkelijk vier la gen, gelijk het gemeentewapen nog aan duidt: „vier burchten van keel (rood), ge voegd, geopend en verlicht van sabel (zwart)", Oosterhesselen en De Wijk. In het noorden ligt er een bij Roden en een te Zuidlaren. In feite was het huis Ruinen of Olden hove een van de grootste havezaten. Maar Zuid-Drente is niet alleen histo risch belangwekkend om het bezit van zijn havezaten, maar ook om de her komst van zijn oude bewoners, die name lijk stamden uit het verreLotharingen. 'n Onvermoede relatie: Drente-Lotharin- gen! De Lotharingse christen-kolonisten, die ongevraagd grote stukken der mar ken, gemeenschappelijk bezeten gronden, in bezit namen, werden uiteraard niet met open armen ontvangen. Hun komst betekende een aanval en een aantasting van het grondbezit. Op den duur gingen vreemdelingen en inheemse bevolking in elkaar over. De taal van Ruinen verraadt nog zuidelijke invloeden: zij is een sterk verfrankischt Drents. Ook de heren van Ruinen, die op de Oldenhove resideerden, waren van Fran kische afkomst. In een akte van 1139 wordt reeds Otto van Ruinen genoemd als leenman van de Utrechtse bisschop. Maar al waren deze heren aan hem onder horig, toch waren zij machtig en zelfstan dig genoeg. Ruinen had bijvoorbeeld eigen rechtspraak onder voorzitterschap van de heer. Het gebeurt niet vaak dat men bij stu die van lokale geschiedenis mensen van bijzonder formaat ontmoet. In de vroege geschiedenis van Veenendaal bijvoor beeld steekt alleen een man als Frans van Nijenrode boven allen uit. hij is de groot-econoom, de eerste vroeg- kapita list in de Stichts-Gelderse venen. In Ruinen is het heer Jan van Ruinen, die zich onderscheidt. Hij leefde omstreeks 1335 en weerde zich geducht in de binnen landse twisten van die dagen tussen Schie- ringers en Vetkopers, Heekerens en Bronkhorsten, als aanvoerder van de Schieringers en Heekerens. Niet uit liefde, maar uit berekening De Oldenhove in 1732, Pentekening van Cornelis Prónck (uit Nieuwe Drentse Volksalmanak 1959). huwde hij omstreeks 1362 de veel jongere Zwedera van Rechteren, dochter van de machtige Frederik van Rechteren. Een jonkvrouwe van nauwelijks 16 jaar deed haar intrede op de stille Oldenhove, waar het leven door haar komst geheel veran derde. Als jong meisje ging zij graag op jacht, waarbij zij het „binnen de paden blijven vaak vergat tot woede van de boeren. Het was een vrolijk leventje, dat zij op de Oldenhove leidde tot er een ommekeer in haar plaatsgreep onder in vloed van de Ruinense pastoor, broeder Egbert, die haar steeds vermaand had haar lichtzinnig gedrag te staken. Reeds vóór haar in 1363 een dochter Bertrade ge boren werd kwam zij tot bezinning en inzicht. Zielsgelukkig was Jan van Rui nen, na hem een kind geschonken was: zijn stam zou niet uitsterven. De tijd waarin Jan en Zwedera leefden, de veertiende eeuw, was er een van gods dienstig verval. De kracht van het Evan gelie bleek te wijken, zowel in de kloos ters als bij het volk. Ondanks de over- tafel sneed zij aan of liet zij aansnijden om het aan de armen te kunnen geven. Door dergelijke gebruiken werd de Oldenhove een huis van milddadigheid. Te Ruinen was oorspronkelijk een kloos- ster van de grijze of schiere monniken. Het werd daar te druk, te rumoerig. De monniken verkozen juist „de eenzaam heid der wildernissen", waar zij onge stoord konden bidden en werken, werken namelijk aan de ontginning der woeste gronden. Het klooster werd daarom in 1325 verplaatst naar Dikninge. Jan van Ruinen wilde van de monniken niets weten: de abt keek hem te veel op de vingers, temeer omdat Jan de gevreesde rechter was en de boeren bij de abt steun vonden als de willekeur in de recht spraak over de schreef ging. Vóór zijn huwelijk had Jan het klooster te Dikninge meermalen met moord en brandstichting bedreigd. Maar na de ge boorte van zijn dochtertje was hij rede lijk geworden. Zwedera wist zelfs een verzoening tussen Jan en de abt te be werken, waarbij de eerste enige rechten tegen betaling afstond. Jans hoop ooit een stamhouder te ont- met haar gevolg in Kampen aan, waar zij asyl zochten in een kerk. Enige dagen later trok Zwedera naar haar geboortehuis Rechteren bij Dalfsen. De Utrechtse bisschop gaf haar noodge dwongen de eigendommen uit de Olden hove terug. Later vestigde zij zich te Deventer, waar de bekende Johan Brinckerinck haar leidsman werd. Met haar middelen stichtte zij het vrouwenklooster van Diepenveen, waaraan zij „arbeyden seer trouwelike in der tymmeringe van buten in den licham. Ende van bynnen arbeyden sie vlytelick om die doechden (deugden) te vercrijgen en die voetstappen Cristi na te volgen." Zij timmerde, metselde en sjouwde en leefde heel sober. Zo vol eerbied was Zwedera van de bijbel, dat zij die slechts las getooid met witte handschoenen. Brinckerinck berisp te haar daarover. „Oetmodicheit, gehoersamkeit ende mynne (liefde) onder malcanderen, waer dese drie punten syn, daer is een waer- achtich fondament eens geesteliken le vens". Groot is haar invloed geweest op allen, die met haar in aanraking kwamen, in haar Diepenveens klooster en daarbuiten. Dr. Naarding noemt haar een der edelste mensen, die ooit op Ruiner grond haar voeten hebben gezet. Op haar sterfbed hield zij haar medezusters als levens basis voor: ootmoed, gehoorzaamheid aan God, liefde, geduld, reinheid van zeden en armoede. Met het woord caritas, liefde, op de lippen is zij heengegaan Haar nagedachtenis dient, zeker in Rui nen, in hoge ere te worden gehouden. De echtgenote van de burgemeester van Die ver, mevrouw Meyboom, heeft dit enige jaren geleden, getracht te doen door aan haar een toneelstuk te wijden, waarin zij haar lijdensvol leven vol ontgoochelingen tekent. Het werd destijds te Assen opge voerd. D. Philips Monumentale boerderij te Ruinen in de buurtschap Ansen. vloed van priesters was er toch hier en daar sprake van verwaarlozing van de zielzorg. Daarbij leidden sommige pries ters een weinig voorbeeldig leven. In be paalde kloosters heersten wantoestanden. Ook de volksvroomheid toonde gebreken evenals het kerkelijk leven. Als reactie op dit verval ontstond een streven naar verinnerlijking en verdieping van het godsdienstig leven, naar bezin ning, naar aanvulling van de tekorten, uitroeiing van de misbruiken, in één woord naar een zuiver evangelisch leven. Deze diepe godsdienstige beweging, Mo derne Devotie geheten was een stroming van stille, ernstige vroomheid, die in werkte op het godsdienstig leven van bur gers en boeren, een vroomheidsbeweging onder de leken, die nergens zulk een hoge vlucht heeft genomen als in de Neder landen. Oudere reformatorische historici beschouwden Geert Grote en die door hem gewekte beweging als voorlopers van de Hervorming, maar nieuwere schrijvers ontkennen dat. De historische werkelijk heid werd met deze „Reformatoren vor der Reformation" zoals Ullmann deze op vatting karakteriseert, geweld aangedaan: aan de ene kant werd als Hervorming beschouwd wat er weinig of niet mee te maken had, anderzijds liepen de refor matorische gedachte en het reformato rische gebeuren gevaar door te grote uitrekking hun spankracht te verliezen. Wel heeft de Moderne Devotie in zekere mate bijgedragen om de bodem te berei den, waarin later de Hervorming wortel heeft kunnen schieten (Reitsma en Linde boom). Broeder Egbert nu blijkt in zijn drang naar religieuze verdieping bezield te zijn geweest door de geest van de Moderne Devotie, waaruit de Broederschap des Gewonen Levens ontstond. Hij bemerkte de verwildering en verarming veroor zaakt door de twisten van edelen en ste den. Dat inspireerde hem in zijn streven naar herstel. In Zwedera van Rechteren, Vrouwe van Ruinen, vond hij een dankbare leerlinge, die echter in haar jeugdige onevenwichtig heid de principes van haar leermeester op een overdreven wijze ging toepassen. Zo was het destijds gewoonte wat in de hui zen der aanzienlijken na de maaltijd over bleef aan de poort uit te delen aan de bedelaars. Wat deed nu Zwedera? Al het brood op I y BR .A 4 ■S& m vangen werd niet vervuld. Tot overmaat van ramp stierf de kleine Bertrade. Jan voelde zijn einde naderen en liet zijn testament maken: alle persoonlijk bezit zou aan Zwedera komen. In een der tes tamentaire akten heet het: „Wijl onze Heiland zegt in zijn evangelie: verzamelt u schatten in de hemel, waar roest noch mot ze verteren, en in andere geschriften om ons niet te doen wanhopen aan het verwerven van zo kostbare eeuwige schatten wordt gesproken tot onze be moediging: het koninkrijk der hemelen is evenveel waard als al wat gij bezit, heben wij, overtuigd door deze woorden der Heilige Schriftna zorgvuldig over leg en rijp beraad, gezond van lichaam en helder van geest besloten enz." Zwedera wenste als haar man gestorven was, de Heer te dienen met gans haar hart en gans haar verstand. De reformato rische Drentse historicus wijlen Dr. Jan Naarding, die een geschiedenis van Ruinen schreef, oordeelt: Wij staan te ver van de geloofsexaltatie dier dagen om Zwe dera's vreugde over dit plan te kunnen aanvoelen. Jan stierf eerst drie jaar later, opge volgd als heer van Ruinen door Arend Huys, een weduwnaar. Arends moeder uit het voorname ge slacht De Vos van Steenwijk, beraamde een huwelijk van haar zoon met Zwedera Maar alle aardse eer en glans hadden voor haar afgedaan, zodat zij weigerde. „Op zekere morgen, vertelt Dr. Naar ding, toog vrouwe Zwedera met haar sta tie van zes hofdames deftig de poort van de Oldenhof uit om in Ruinen ter kerk te gaan. Na de vervulling der gods dienstige plichten, die vast nogal wat tijd hebben gevraagd, gezien haar geestestoe stand, trok ze huiswaarts. Onderweg, even buiten het dorp, ontmoette zij de moeder van Arend Huys, die erg zenuwachtig en gejaagd deed en haar blijkbaar iets wilde zeggen, doch er niet mee voor de draad durfde komen. Zwedera zag haar en be merkte haar verlegenheid en angstige spanning. Ze liep daarom op haar toe, vatte heel vriendelijk haar arm en zo samen oplopend vroeg zij, wat er wel was. En toen kwam alles eruit. Het speet haar zo, dat de hoge vrouwe nu weldra de Oldenhove zou moeten verlaten. Zo graag zou men er haar behouden als meesteres, alle mensen uit het dorp. Waarom greep ze de kans daartoe toch niet aan? Haar zoon Arend wilde haar gaarne tot vrouw, 't Was zo'n beste man. Hij was zo rijk bovendien. Al haar wensen zou hij kunnen vervullen. Wat een goed zou ze dan kun nen doen voor allen die in nood zaten. Zwedera, onbewust waarom dit her nieuwde aanzoek op zo ongelegen plaats werd gedaan, wimpelde het vriendelijk af. Juist zijn rijkdom maakte het onmoge lijk. Zij had immers niets. Neen, het ging niet, beslist niet. En heel handig bracht ze het gesprek op andere onder werpen, eer zij hoffelijk en hartelijk af scheid nam, de oudere vrouw huilend achterlatend. Ze zette de tocht naar de Oldenhof voort, gevolgd door haar dames, allen buiten elk vermoeden, wat hun wachtte." Wat was er gebeurd? Arend had tijdens Zwedera's kerkbezoek de Oldenhof met een bende gewapenden bezet en de poor ten gesloten in weerwil van Zwedera's recht een jaar lang als douairière op het kasteel te mogen wonen. Zij kreeg geen toegang. Eerst nu begon zij iets te be grijpen. Zij vluchtte. Naar Ruinen meen den de bezetters, die haar in die rich ting achtervolgden. Na een angstige tocht door dichte moeraswildernissen kwam zij Hervormde kerk te Ruinen. Forse toren van het Drentse type uit 1423. Het koor is verdwenen. Het benedendeel van de muren van kerk en toren is van tufsteen. Op de noordwand is een deel van een muurschildering blootgelegd. De kerk bezit een fraaie gesneden kansel uit 1660 en koperen kronen uit de 17e en 18e eeuw. De fa. J. F. Tak, bekende apothekers zaak, drogisterij en aanverwante artike len, bestaat dit jaar 60 jaar. Het winkel pand werd juist dezer dagen geheel ver- bowd en vernieuwd. Zowel het interieur als exterieur onderging een uitbreiding. De etalages werden ruimer en moderner. Op dit drukke punt in de Hoofdstraat springen deze veranderingen direct in 't oog. De gehele verbouwing werd uitgevoerd door het architectenbureau G. van Eden. De modernisering van de voorpui ge schiedde door de fa. Hendriks, construc tiebedrijf. Aannemersbedrijf Nieboer, Gortstraat zorgde voor de bouw zelf. De voorgevel werd in natuursteen opgetrok ken, door de fa. van Manen. Het schil derwerk werd geleverd door de fa. Kroes, terwijl de fa. W. van Schuppen de aanleg van de elektriciteit verzorgde. N.V. DISTILLEERDERIJ M. DIRKZWAGER Az SCHIEDAM De heer J. F. Tak Sr., gekomen uit Wolvega, begon in 1904 als apotheker op het adres Hoogstraat 20. Hier was het be drijf maar drie jaar gevestigd, want in 1907 werd het pand Hoogstraat 10 betrok ken. In 1929 kwam fa. Tak in het huidige pand Hoofdstraat 106. Bij de verhuizing werden op die plaats tijdens graafwerk zaamheden een aantal munten gevonden uit het jaar 1500. De heer Tak Sr. deed in 1934 de zaak over aan zijn zoon de heer J. F. Tak Jr., die in 1926 het diploma ass.-apotheker be haalde. Na werkzaam geweest te zijn in Wageningen en Rotterdam werd hij dus acht jaar na het behalen van het diploma eigenaar van de zaak in Veenendaal. Zowel vader als zoon hebben dus pre cies 30 jaar de zaak geleid. De winkel werd in de laatste 30 jaar al tweemaal verbouwd, de huidige, tijdens het jubileum, is de derde vernieuwing. Het personeel, bestaande uit twee man, de heren J. Die- peveen en Fr. Lansing is al lange tijd bij de heer Tak werkzaam resp. 30 en 20 jaar. De heer Tak Sr. was een vooraan staand ingezetene van Veenendaal en had zitting in verschillende besturen. De heer Tak Jr. is momenteel penningmeester van de Veenendaalse Winkeliersver. „Handel en Nijverheid". Het zal de van ouds ge vestigde fa. Tak op de openingsdag a.s. zaterdag niet aan belangstelling ont breken. In uw blad van vrijdag 9 oktober j.l. komt een ingezonden stuk voor van de Anti Revolutionaire Kiesvereniging van Veenendaal, waarover we graag enkele op merkingen willen maken. In de eerste plaats willen wij er op wij zen, dat wanneer er van verwarring spra ke is, deze werd veroorzaakt door de onkunde, ook wat de feiten aangaat, aan de zijde van de A.R. Kiesvereniging.' Reeds vijf jaar geleden is in Veenen daal een Gereformeerde Kiesvereniging opgericht. Het bestuur daarvan werd gevormd door de heren P. van der Molen, voorzitter; H. I. Huttenga, secretaris-pen ningmeester en Ds. C. J. Smelik, bestuurs lid. Deze heren zijn ongeveer drie jaar geleden bijna tegelijkertijd vertrokken resp. naar Velp, Hoogeveen en Bunscho ten en hebben zich toen aangesloten bij de Gereformeerde Kiesvereniging in die plaatsen. De veronderstelling, dat de naam Gereformeerde Kiesvereniging een speci fiek Veenendaalse uitvinding zou zijn, is dan ook onjuist. Veenendaal is zelfs één van de laatste daarvoor in aanmer king komende plaatsen waar een derge lijke kiesvereniging is opgericht. Er zijn er, die al 16 jaar bestaan. Ook in Ede bestaat een Gereformeerde Kiesvereni ging. Wij weten niet waar de A.R. Kies vereniging haar inlichtingen ingewonnen heeft, wij kunnen haar mededelen, dat de heer G. J. Idema, Doelenplein 2 de voor zitter is. Secretaris is de heer A. van de Lugt, De Ruyterstraat 16, dezelfde die dinsdagavond 8.00 uur in hotel De Koren beurs voor ons een inleiding hield over „Het ambt der overheid". In de tweede plaats willen wij iets zeggen over de naam „Gereformeerd". In het ingezonden wordt medegedeeld, dat geïnformeerd is of de op te richten kiesvereniging van de een of andere kerk zou uitgaan. Op zichzelf is dit al iets, wat men van een A.R. Kiesvereniging niet zou mogen verwachten. Immers zij weet heel goed, dat er onderscheid moet zijn tussen kerkewerk en beoefening van praktische politiek. Daarbij komt, dat de praeses en de scriba van de Gereformeerde Kerk (predi kant Ds. J. D. Wielenga) niets van een informatie weten. We moeten dus wel aan nemen, dat deze informatie even onvol ledig is geweest als die men in Ede heeft ingewonnen over het bestaan van een Gereformeerde Kiesvereniging aldaar. Mogelijk komen we dichter bij de waar heid, als we veronderstellen, dat ook de A.R. Kiesvereniging de JUISTE naam van deze kerk niet wenst te gebruiken. Daarom wijzen wij er op, dat de Gene rale Synode 1958-'59 nogmaals uitgespro ken heeft, dat de naam van de kerken is en blijft: DE GEREFORMEERDE KER KEN IN NEDERLAND, (Acta art. 68). In de derde plaats willen we een op merking maken over het Gereformeerd Politiek Verbond. Ook daarover wordt een verkeerde voorstelling van zaken ge geven. Er zijn geen kiesverenigingen die van dat Verbond uitgaan. Wel omgekeerd, zelfstandige plaatselijke kiesverenigingen, die zich provinciaal en landelijk hebben georganiseerd in een verbond. Of de leden daarvan alle afkomstig zijn uit één bepaalde kerk? Mogelijk voor het merendeel wel. Gelukkig komt daarin de laatste tijd verandering nu velen, beho rend bijvoorbeeld tot de Christelijke Ge reformeerde Kerken (die ook de belijdenis nog onverkort handhaven) zich aansluiten „The Diamond Five" openden het seizoen voor Jazzclub „Euterpe" met een geslaagd jazzconcert. Het zaterdagavond in gebouw De In stuif gehouden jazzconcert trok een goede belangstelling van de jazzliefhebbers. The Diamond Five wisten de toch al hoog gespannen verwachtingen nog te overtref fen. Dit ensemble, bestaande uit Jaques Schols, bas, Cees Slinger, piano,Cees Smal, trompet, Harry Verbeke, tenor-saxofoon en Johny Engels, slagwerk, verhoogden steeds het tempo en speelden doelbewust naar een climax. De uitvoering werd intens gevolgd. Vooral in de klassiek van de helaas over leden trompettist Clifford Brown genaamd „Delilah" viel het subtiele en fijne bas- werk en enkele trompetsoli op. Het pu bliek reageerde zeer enthousiast op de ver richtingen van The Diamond Five. Al met al een zeer geslaagd jazzconcert dat overduidelijk bewees dat dergelijke con certen wel zeer in de smaak vallen en navolging behoeven. BRAND Maandagmorgen omstreeks 9 uur werd de Scherpenzeelse vrijwillige brandweer gealarmeerd voor een brand op De Haar. Bij aankomst bleek er, vermoedelijk door oververhitting door een straallamp, die in een varkenshok was aangebracht, brand in dat hok te zijn uitgebroken. Met één straal water uit de tankauto was het brandje, dat geen noemenswaar dige schade had veroorzaakt, spoedig ge blust. BRANDWEERYVEDSTRIJDEN Zeven korpsen van de vrijwillige brand weer uit de kring Barneveld namen zater dagmiddag deel aan de wedstrijd die aan de Industrielaan te Scherpenzeel werd gehouden. De heer De Boer van de rijks inspectie in de provincie Gelderland en Overijssel had hierbij de leiding. Het hoogst aantal punten behaalde de vi-ijwillige brandweer uit Nijkerk en ver volgens Ede, Putten, Scherpenzel, Koot wijkerbroek, Hoevelaken en Wageningen. )ij een Gereformeerde Kiesvereniging. Ge reformeerd Maatschappelijk Verbond, Ge reformeerd Sociaal- en Economisch Ver band of zich abonneren op het Gerefor meerd Gezinsblad, dat een nationaal dag blad is geworden. Het is diep teleurstellend, dat de A.R. Kiesvereniging nu openlijk verklaard heeft dat deze, hoewel zij naar de gereformeer de belijdenis zijn bijven leven en werken, eigenlijk de naam „Gereformeerd" niet zonder meer mogen voeren. We kunnen niet inzien, waarom de naam van Mr. Dr. J. Meulink, die nog steeds lid is van de Tweede Kamer-fractie van de A.R. Partij, in dit verband genoemd moest worden. Tenzij men daarmede te kennen wilde geven, dat hij nog niet uit gerangeerd is, hoewel hij toch ook in sommige zaken een principiëler geluid heeft laten horen. Tenslotte heeft de redactie van „De Vallei" zich, met haar artikeltje in het nummer van 2 oktober, volkomen objec tief gedragen in het verslaan van plaatse lijk nieuws. Copy daarvoor is door nie mand verstrekt. Jammer, dat het ingezonden van de A.R. Kiesvereniging zo tendentieus was. Als heroprichters van de Gereformeerde Kiesvereniging, die na het vertrek van het voltallig bestuur op dood spoor was gekomen, waren wij ook voornemens in sommige zaken contact te zoeken met de A.R. Kiesvereniging. Hun felle uitval heeft dit nu eigenlijk onmogelijk gemaakt. De Gereformeerde Kiesvereniging voor Veenendaal en Omstreken: C. L. van de Griendt C. Kramer D. Mollema heroprichters G. J. Voerman B. J. van der Ziel BOOM WOEI OM Woensdagavond 6.15 uur woei op de Cu- neralaan een langs de weg staande boom om. Van gemeentewege heeft men de boom, die dwars over de weg lag, opge ruimd. Bij de Judokwai Rhenen zijn eind vorige week weer examens afgenomen. De vol gende graduaties werden behaald: Gele band jeugd meisjes: Marjo van Harn, Marijke v. d. Berg, Annemieke Wilbrink. Jongens: Peter van Harn. Oranje band jeugd meisjes: Nardi Eshuis, Ina Eshuis, Mary Stolk. Jongens: Bas Veenendaal, Theo Jansen, G. Nouris en W. Manders. Senioren, de heren Kriek en Haring. Groene band jeugd meisjes: Sonja Bosch, Jannie v. d. Burg, Mieke Cijs, Silvia Scholte, Karin Scholte. Jongens: Gerrie Blok, Roeli van Laar, Peter Cijs, Andries Schuilenburg, Evert van Walsum, Gertie Bosch, Hans v. d. Spoel, Rudi Beckes. Junioren: Willie Feldkamp, Theo v. d. Brink. Senioren: de heren Hardeman en Becker- man. Dames: mevrouw Busé en mej. G. v. Manen. Heren. H. W. F. Scholte en W. Linscho- ten. Blauwe band jeugd jongens: Mark Pinad, Wim ter Burg. Junioren jongens: G. Hartog en W. Meyer. Junioren dames: Els Blecker, Lia Glas bergen. Senioren heren: J. v. d. Wal. Bruine band jeugd jongens: Frans van Driel. Junioren jongens: H. Geitenbeek, W. v. d. Haar. Senioren heren: G. Lamme, G. Vleeming. Wij vernamen tevens dat begin novem ber de kampioenschappen van de Judo kwai Rhenen worden gehouden. VEENENDAAL HONDEN-COMPETITIE Voor de laatste wedstrijd van de compe titie werden zondag te Wageningen de tien beste gedresseerde politiehonden uit de provincie Gelderland, door hun eigena ren, ter beoordeling voor de jury geleid. In de rubriek „Jonge honden" behaalde de heer D. Plaizier met zijn hond Hector een le prijs plus beker. De heer G. A. Velthuizen, behaalde in de rubriek „Oude Honden" met zijn hond Trix een le prijs en de heer H. E. van het Spijker, met zijn hond Astaah een 2e prijs, beiden plus beker. Een mooi resultaat voor de plaatselijke afdeling. 18 Hoe ik Uw naam ken? vraagt Merlin met een vaag glimlachje. Op dezelfde wijze, waarop ik weet dat U van Barranca komtIk ben een beoefe naar van de magie, mijn waarde, vergeet dat niet. De tovenaar buigt zich plotseling over de tafel en kijkt Aram doordringend aan. U gelooft niet in het bestaan van spoken en geesten, zegt hij scherp maar Uw ongeloof, Aram, is slechts een vorm van dwaze menselijke hoogmoed!! Is het zo onaanne melijk, dat er bovennatuurlijke wezens zouden be staan, wier verschijning wij met onze beperkte zintuigen in het leven van alle dag niet vermogen waar te nemen? Welnu, dergelijke wezens houden zich op in dit kasteel!! Blijf slechts één nacht hier en U zult overtuigd zijn, dat ik de waarheid spreek. Even valt er een beklemmende stilte. Goed, zegt Aram dan kalm, ik neem Uw uitnodiging gaarne aan. Even later brengt Peer, de knecht van de to venaar Aram en Presto naar een groot, somber slaapvertrek. Hier kunt U uitrusten van Uw reis, zegt hij nors, tegen middernacht zal ik U komen wekken. En met een korte groet laat de reus het tweetal alleen. (Wordt vervolgd)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1964 | | pagina 3