Rlieiien's Raad bijeen
De tieden bent zo veraandert"
Setter Set
ROSELLA
IN
MIDDEN-
DRENTE
EEN HISTORISCHE SAGE
Vier gebroeders in Jeugd-appèl
RHENEN
ELST
r-^ NYLONS
in de
nieuwste
kleuren
KIEST U BIJ:
Fa. L. HEY
FLORYN
DERDE BLAD „DE VALLEI"
VRIJDAG 20 NOVEMBER 1964
Nr. 92
Veenkeet in Drente. Het dak is gedeeltelijk van heide. Om het pannendak
dichter te maken, liggen er dokkenonder, ten dele van „bente", pijpestrootje,
deels van stro gemaakt.
tt
In een grote boog leidt rijksweg E 35 om Zwolle heen, dat zijn
nevelig silhouet aftekent tegen de rozekleurige oostelijke och
tendhemel. Eindeloos lijkt de tocht langs het Lichtmiskanaal,
vervelend recht en vreselijk saai. Maar Aurora, de rozevingeri-
ge, doet het leed vergeten. Zij heeft de gouden hemelpoorten
wijd geopend, ontvouwt nu verre verschieten op het westen en
werpt haar prachtige dageraadstinten op de langzaam voort-
schuivende wolkenstoeten, die als paarlemoer iriseren.
Bij de oude herberg „De Lichtmis" ne
men wij de route over Rouveen en Stap
horst, plaatsjes rijk aan oude hoeven met
heel lage daken, zodat er hoge baander-
deuren nodig zijn om flink beladen wa
gens de schuur binnen te kunnen rijden.
Heldere kleuren als wit, pruisisch blauw
en Zaans groen geven er een ongeloof
lijke bekoring aan. Zelfs de rekken met
melkbussen zijn fris geschilderd: ultra
marijn met een wit kartelrandje en aan
de zijkanten versierd met witte rosetten,
vermoedelijk een overgeleverd vóór-chris
telijk zonnesymbool, waarvan de bevol
king zich natuurlijk niet meer bewust
is.
De kinderen kijken je met hun onkin
derlijke, vroeg-ernstige gezichtjes onder
zoekend aan, de vlasblonde kopjes boven
de fleurige kledij. Alles is hier kleurrijk
tot de tuinhekken en de raamhorren toe.
In de „gang" je valt overigens letterlijk
met de deur in huis! is in elke boerde
rij een tegelmuurtje om te stelen!
En al die boerderijen in een weelderig
loof van bomen op de wijde erven, een
onvergetelijke herinnering aan een zon
nige zomer in een allergroenste wereld,
weldadig aandoende in de lichtloze dagen
van deze herfst.
In zijn Staphorster periode heeft de
hartstochtelijke schilder Jan Sluyters de
mensen hier geschilderd, het harde lot der
boeren, hun zware arbeid, hun eenzaam
heid en schuwheid, hun in de aarde wor
telend bestaan in en rond hun hoeven,
alles in duistere brandende kleuren. Geen
wonder dat een fel levend schilder als
Sluyters met zijn grote liefde voor vorm
en kleur dit dorp en zijn grote mensen tot
object koos.
In „de Olde Lantschap"
Voorbij het blauwe en groene dorp
sloegen wij de weg in naar De Wijk aan
de overzijde van het grensri viert je De
Reest, die in mooie meanders door de
vlakke landen slingert: wij waren in de
Olde Lantschap aangekomen.
Nu ging het op Zuidwolde aan waar de
essen met hun zachtgolvende lijnen rogge-
schoven en roggemijten droegen. Bij
Hoogeveen, dat aan Veenendaal doet den
ken, gingen wij even zuidwaarts om de
karakteristieke veenkoloniale huizen uit
de laatste eeuwen daterend te zien, hui
zen waarvan ook Veenendaal nog enige
bezit. Terug in het stadse Hoogeveen wan
delden wij langs de Vaart naar het Noord-
sche Schut, een smal pad met om de
honderd meter een ijzeren brugje, zoals
voorheen talloze houten brugjes aan het
Benedeneind te onzent te vinden waren.
Het is altijd een bijzonder genoegen
langs water te gaan. Het heeft iets tinte-
lends, levendigs. Prikkelende aromen van
teer en touw en turf hangen bij het
Noordsche schut over de oude veenka-
nalen met hun armelijke huizen en pri
mitieve brugjes.
Teruggekeerd naar Hoogeveen trokken
we Midden Drente binnen, dat bekoort
door de lieflijke helderheid van zijn blon
de landschappen, de stilte der dorps
brinken, het mysterieuze van hunebedden
en grafheuvels, de frisheid der slingeren
de beken, de eenzaamheid der heidevel
den, waarin de stille vennen de hoge he
mel spiegelen, de rust der bossen
Het nieuwe Drente
Enige jaren geleden hield de jonge
Drentse socioloog Dr. K. van Dijk voor
Hoofdstraat 45, Telefoon 2165
Frans Halslaan 26 Telefoon 3044
de Regionale Omroep Noord een reeks
causerieën over het veranderende Drente.
Hij beschouwde allereerst het gezin, dat
zijn oude patriarchale beslotenheid en
zijn werkgemeenschap verloor. De ge
moedelijke huiselijke omgang van de
Drentse boer met zijn knechten en meiden,
die als gezinsleden beschouwd werden,
verdween eveneens. Steedse trekken be
gint het platteland meer en meer te ver
tonen.
De boeredorpsgemeenschappen zijn ver
broken. Dat zij hun verlengstuk zouden
vinden in de coöperaties is alleen maat
theorie. Zij zijn opgelost in evenzovele
gezinnen als het dorp telt. Naober of
burenplichten sterven uit. Het beewerk,
dat is: het hulp aan elkander verlenen,
zo genoemd naar het „beden", het ver
zoek enom hulp bij de dorpsgenoten, be
staat in feite niet meer. De gezinnen heb
ben onderling een veel minder hechte
band dan voorheen tengevolge waarvan
het verkeer tussen hen ook verminderd is.
De status van de „schoolmeester" echter,
die vroeger een dienaar van de boeren
en niet méér was dan een keuterboertje
en maatschappelijk op één lijn stond met
de scheper of herder, ook een dienst
knecht van de boeren, is verhoogd.
De macht van de vrije boeren, van wie
eertijds gold:
Een volle boer in de marke
Is een volle boer in de karke
is verminderd. De marken, de oude dorps
organisaties, gebaseerd op het gemeen
schappelijk bezit der dorpsgronden, wer
den reeds na de Franse tijd opgeheven.
De eenheid van het culturele, sociale en
economische leven viel uiteen. De eco
nomische betekenis van markten zoals te
Zuidlaren, Roden en Zweelo nam wel toe,
maar hun belang voor het sociale en cul
turele leven is minimaal.
Gelukkig kent deze ontwikkelingsgang,
die wellicht in grote trekken ook voor
plaatsen als Veenendaal wel zal gelden,
ook lichtzijden. Voor velen was „de goede,
oude tijd" nu juist niet zo goed. Integen
deel. Zij ervaren de nieuwe tijd als een
bevrijding, een verademing, een verlos
sing uit armoede en dienstbaarheid.
Een groot winstpunt is ook het leer
lingstelsel, reeds in 1891 in Drente
ingesteld: de jonge vakman werd niet
alleen door de school, maar ook door
de baas opgeleid, die dat deed aan
de hand van voorschriften.
Al werkende leerde de jonge man zo
doende zijn vak en na bepaalde tijd moest
hij zijn werkstukken laten zien en examen
doen. Zo had men in Drente reeds een
diploma voor het vakmanschap, vóórdat
er in ons land van een ambacht- of tech
nische school sprake was. Harm Smeenge
was de vader van dit leerlingstelsel, dat
niet verdwenen is na de oprichting van de
technische scholen. Het is een stelsel, dat
thans zijn tijd al ver vooruit is. Na 1945
is het nog eens geheel nieuw opgezet.
Ook als men een technische school be
zocht heeft, kan men nu in bijna alle am
bachten een leerovereenkomst aangaan
door bemiddeling van de Stichting Vakon
derwijs in Drente.. Drente is ons land
voorgegaan in deze vernieuwingsgedachte
in het onderwijs, dat hulde brengt aan
de vinder Harm Smeenge.
Liefde tot het eigene
Wat er ook veranderd of verdwenen
moge zijn, de liefde tot het eigene, die een
aantal jaren kwijnde om plaats te maken
voor belangstelling is Canada, Australië en
de nieuwe polders in het IJsselmeer, is
gebleven en weer opgeleefd. Meer en
meer ontdekt men dat Drente altijd een
interessant gewest is geweest en dat men
veel kan leren juist uit de geschiedenis
van het eigene. Er is weer belangstelling
ontwaakt voor eigen volksleven en histo
rie, een interesse waarop Oost-Utrecht
jaloers moet zijn. Slaan wij het in 1954
verschenen boek van J. Poortman Drents
Geestesleven, een bloemlezing uit de
Drentse literatuur, open, dan vinden wij
daarin een reeks schilderingen van het
eigene van de diverse streken van Drente,
in verhaal, novelle of gedicht.
Het tekort van Oost-Utrecht
Indien wij poogden een dergelijk werk
over de Gelderse Vallei samen te stellen,
waren wij spoedig gereed en zou het de
omvang van een brochure krijgen. Wij
bezitten voor Oost-Utrecht geen boeken
met .sagen, legenden, streekverhalen, hoe
wel het rijk is aan zulke overleveringen.
Veel verdiensten verwierf wijlen de heer
T. Pluim, die in 1930 twee artikelen over
volksgeloof in de Gelderse Vallei publi
ceerde in het tijdschrift Eigen Volk. Slaan
wij Sinninghe's Utrechtsch Sagenboek uit
1938 op, dan blijkt dat hij ze aan Pluims
publicaties ontleende. In Panorama van
20 januari 1962 vertelde Hans Hoffman de
spookgeschiedenis van Groot Wolfswinkel
bij Renswoude opnieuw, helaas in weinig
eenvoudige taal.
Vertellers
In de Oostelijke streken van ons land
vond en vindt men nóg sprookjes- en
sagenvertellers als de Drent Egbert Ger-
rits, in 1942 op 89-jarige leeftijd overle
den, aan wie Gottfried Henszen in 1951
zelfs een boek wijdde „Die Erzahlungen
und Lieder des Egbert Gerrits", dat zijn
gehele repertoire bevat: 100 vertellingen
en 44 gedichten en liederen „de apotheose
van Nederlands vertellersschap". Waarom
schreef een Nederlander niet over hem?
Een nog levende verteller is de mollen-
vanger en wonderdokter Anders Bijma,
een 72-jarige Fries. Bij mijn weten kennen
andere gewesten van ons land dergelijke
declamators niet, laat staan Oost-Utrecht.
Professor Maartje Draak weet in 1960 die
geringe belangstelling voor het sprookje
aan het feit dat wij ons generen door te
gaan voor kinderlijk en sentimenteel. Als
individualisten vieren wij echter ons ro
mantisch sentiment bot door romans te
lezen, inplaats van te luistei'en naar voor
dragers.
In 1962 om nog een voorbeeld te ge
ven publiceerde Charlotte Oberfeld een
bundel Volksmarchen aus Hessen, een
boek dat ook een reeks portretten van
vertellers en vertelsters bevat, niet al
leen primitieve boeremensen, maar ook
ontwikkelde lieden.
Romans
V/at de romans, spelend in de provin
cie Utrecht, aangaat, het zijn er menige en
die spelen nog voornamelijk in de stad
Utrecht, de Vechtstreek, de Lopikerwaard
of, in Ina Boudier Bakkers De straat in
een landelijk plaatsje als Vianen. Terloops
wordt Oost-Utrecht genoemd in histo
rische romans zoals in Van Oordts War-
hold en Oltmans' De schaapsherder. De
oogst is schraal. Toch zijn er historische
gebeurtenissen en toestanden, die boeien
de taferelen in een historische roman zou
den kunnen vormen. Om bij Veenendaal
en omgeving te blijven: de rampspoedige
tachtiger jaren van de 16de eeuw, de over
val bij Remmersteyn in 1586, de Engelse
furie in 1587, het voorval op de heide bij
Amerongen en zovele andere gebeurtenis
sen kerkelijk en staatkundig.
Wanneer zet zich een literator aan het
schrijven van een historische roman, spe
lend in onze omgeving?
Drentse schrijvers
Keren wij terug naar Drente. Reeds in
de 17de eeuw bezat het een eigen ge
schiedschrijver in de persoon van dominee
Johan Picardt, die bijvoorbeeld heel
boeiend de slag bij Ane in 1227 beschreef.
Begin 19c eeuw werd de Coevorder kring
van de drie Podagristen gesticht, waar
van dominee Lesturgeon de stuwer was.
Bezaten wij in de Vallei slechts een lande
lijk schrijver als dominee Cornells van
Schaick! Onvergetelijk is Harm Tiesing,
een dagloner, die zichzelf ontwikkelde.
Wijlen professor Edelman wijdde een
boek aan hem, die in zijn opstellen ge
gevens verschafte over de landbouwtoe-
standen in oostelijk Drente. Geen enkele
provincie beschikt over dergelijke over
zichten uit de vorige eeuw.
Welk een prachtige vrouw is de kunst
zinnige Jo Beins, een onderwijzeres uit
Valthe.
En wie denkt by Drentse literatuur
niet aan Anne de Vries' Bartje. In
zijn Hllde verwerkte hy een oer-
drents gegeven: het volksgericht.
Drente bezit ook de Nederlandse
Hermann Löns, namelijk E. Karst Jr.,
wiens boek Waar de korhaan baltst,
jachtnovellen vol fyne natuurbeschrij
vingen en observaties van het dieren
leven wy nog steeds herlezen.
De Drentenaren zijn ruim genoeg van
geest en hart om ook eer te kunnen geven
aan niet-reformatorische figuren. Zo
schreef mevrouw N. Meyboom-Veltman
met de historicus Jan Naarding een open
luchtspel Zwedera van Rechteren, Vrou
we van Runen, over wie wij laatst schre
ven.
Wij noemden slechts enige namen, ge
noeg om te tonen hoe diep de liefde tot
het eigen gewest in de Drentse ziel wor
telt, waarop wij Valleibewoners jaloers
zijn.
Volksverhalen
Naast een eigen letterkunde, bezit Dren
te ook een schat aan sagen, legenden, ver
telsels over duivels, witte wieven, reuzen,
watergeesten, heksen en weerwolven,
dwaallichten, „glunege" kerels (dat zijn
oneerlijke landmeters), veurlopen, voor
tekens van komende gebeurtenissen. Vele
verhalen zijn oud, oeroud en leven voort
in die eigenaardige Drentse sfeer van
droom, verbeelding en mysterie. Bekende
historische sagen zijn die van de Zwarte
en Witte Ewald en van de Juffer van Ba-
tinge. Maar geen is zo bekend geworden
als die van Ellert en Brammert. De streek
waar deze speelt, bezochten wij van Exlo
gaande naar Westerbork. Wij zochten
naar de Brammertshoop, een hoogte van
zand en keileem bij Eeserveen. Hij bleek
verdwenen bij de aanleg van de straatweg
Schoonoord-Borger. Het Ellertsveld is nog
niet geheel ontgonnen. Er zijn nog een
zame stukken over, waar men dwalen kan,
denkend aan de beide rovers, vader en
zoon.
Dominee Picardt, de eerste die de sage
te boek stelde in 1660, verhaalt:
Omtrent dese tijdt (hij bedoelt 1453)
meent men dat geleeft hebben die
twee vermaerde Moordenaars, ghe-
naemt Ellert en Brammer, Vader en
Soon, die liaer (zich) een tijdt langh
onthouden hebben op dat groote ruyme
Veldttusschen Scharloo (Schoonlo) en
Sweel (Zweelo), dat men seydt van de-
sen Ellert ghenaemt te zijn Ellers-veldt,
en Brammers-hoop van desen Brammer.
Dese hebben Waghens en Karren ghe-
plondert, Passagiers en Landsaten ver
moordt, Brandbrieven nyt-geschreven,
en seer veel quaedt ghedaen: En sulex
des te veyliger, vermits in die tijden de
Justitie niet naar behooren ghepleegt
wierde, waer in den Bisschop David van
Burgunden versien soude. Van dese
moordenaers wert verhaélt, dat sy een
Dochter souden geroojt en beyde, Va
der en Soon, die selve misbruyekt heb
benalsoo dat zij soude swanger ghe-
worden zijnen dat zij, in absentie des
Boerderij te Staphorst. Mooie gevel met fraaie vensters van kleine ruitjes.
Rechts het melkbussenrek.
(Ingezonden)
Wilt U op 9 december a.s. een goede daad doen? Zo ja, dan neemt U een nobel
besluit. Het kost U niets en het schaadt U evenmin. HET KAN ZELFS UW
EIGEN GEZONDHEID TEN GOEDE KOMEN.
Wanneer U in de gelegenheid was iemand die in levensgevaar verkeert te redden,
zou U dan hulp weigeren? „Natuurlijk niet!" zegt U heel beslist. In het dagelijks
gebeuren zou U direkt bijspringen en een in nood verkerende medemens de hel
pende hand reiken. U zou er geen vrede bij hebben als U niet al het mogelijke
in het werk stelde om een mensenleven te redden. „Natuurlijk!" zegt weer ieder
een.
Dit getuigt van bereidheid tot hulp aan de naaste. Maar zeggen en DOEN
is nog een groot verschil. Of is de Veenendaalse bevolking misschien onwetend
van het feit dat er tweemaal per jaar gelegenheid wordt geboden een klein deel
van haar bloed af te staan voor de lijdende mens? Dit vermoeden wordt gesterkt,
cmdat er in verhouding tot het aantal inwoners zo weinig ingezetenen zijn, die
aan de aktie van de bloedplasmadienst van het Nederlandsche Roode Kruis
deelnemen.
Wat de bijdrage in de jaarlijkse geldelijke inzameling betreft blijven de Vee-
nendalers echt niet achter bij andere gemeenten. Dan zijn ze zelfs spontaan in
het geven. Maar op de avond dat er gelegenheid geboden wordt wat bloed af te
staan voor mensen in nood is men niet zo vrijgevig.
Hier klopt iets niet, en daarom nogmaals de vraag: Is dit een gevolg van on
wetendheid, of bent U er nog te weinig van doordrongen van hoe groot belang
het bloed van een gezonde voor de genezing van een zieke kan zijn, bijv. bij
operatie, ongeval etc. Stel U eens voor, dat iemand de gezondheid herkrijgt met
het door U gegeven bloed. Zou U dat geen voldoening geven?
MOGEN WIJ 9 DECEMBER OOK OP U REKENEN? Zie het als een voorrecht,
dat U het niet bent waarvoor dit gevraagd wordt. Pleeg even overleg met Uw
huisarts en kom 9 december a.s. naar de kantine van de Ritmeester Sigaren
fabriek (over het spoor). U kunt daar terecht van 18.30 tot 22.00 uur.
Gelukkig is er een aantal mensen dat regelmatig voor dit goede doel wat bloed
afstaat. Zij worden op 9 december wéér verwacht, evenals degenen die voor de
eerste maal toezegden te zullen komen.
IEDER is van harte welkom, ook personen uit de omgeving van Veenendaal,
waar geen gelegenheid bestaat tot het geven van bloed.
BLOEDPLASMADIENST VAN HET
NED. ROODE KRUIS,
AFD. VEENENDAAL
Soons, den slapenden Vader de strot
soude afgesneden, en alsoo ontvlucht,
en deze grouwelen ontdeckt hebben.
Dr. Naarding stelt de historische kern
vroeger in de tijd van graaf Johannes van
Bentheim en ridder Hendrik van Norg,
hoofdmannen der roverscharen, die van
Bentheim tot Norg Drente brandschatten
en plunderden omstreeks 1320.
De twee rovers groeiden in de volks
verbeelding uit tot reuzen uit de hune-
beddentijd, die touwen over het veld span
den aan een bel verbonden. Deze laatste
bijzonderheid is afkomstig van schrijvers.
Het meisje kwam volgens de overle
vering uit Orvelterveen. dat na haar
vlucht door de rovers onbewoonbaar ge
maakt werd. Historisch staat vast, dat dit
plaatsje omstreeks 1572 nog bestond en
een jaarlijkse schatting moest opbrengen
van 40 hoenders. Twintig jaar later kon
het dorp deze verplichting niet meer na
komen. Er stonden toen nog maar twee
huizen, die „door plundering en andere
axactiën ganschelijk zijn verarmd". Dooi
de nood gedreven, aldus Dr. Tj. W. R. de
Haan, die in Neerlands Volksleven van
december 1962 een uitvoerige studie
schreef over Ellert en Brammert, hebben
de bewoners tussen 1568 en 1597 het dorp
moeten prijsgeven, uitgeschud door langs
trekkende soldaten.
Bij de ontginning van de streek bleek
dat de huizen verbrand waren.
Wie in Schoonoord het aardige kleine
openluchtmuseum „De zeven marken" be
zoekt, ziet daar de reuzefiguren van Ellert
en Brammert als blikvangers. Ook een
holwoning is daar te bezichtigen, waar
in de rovers gehuisd moeten hebben.
Voorts zijn er zwerfstenen, 'n schaaps
kooi, 'n hooischuur, veenketen, 'n geiten
stal, 'n veenderijtje, 'n miniatuur kalk
oven, 'n plaggenhut, 'n weiwaterput, 'n
karakteristiek oud schooltje, 'n Saksische
boerderij en 'n openluchttheater. In één
woord: men ziet het oude Drente herle
ven, maar prijst zich gelukkig het nieuwe
Drente te kennen
D. Philips
rr
In de Petra-kerk wordt zondag 29 november het laatste Jeugd-Appèl
van dit jaar gehouden. In dit Jeugd-Appèl hoopt te spreken Ds. H. C.
Endedijk uit Arnhem. Medewerking verlenen voorts het kwartet ge
broeders Spaargaren uit Lisse.
Ds. Endedijk werd op 6 september
1926 geboren. Zijn eerste gemeente
werd Wormer, waar hij in 1950 werd
bevestigd. In juli 1953 vertrok hij naar
Workum, hier stond hij tot juli 1956.
Vanaf die tijd tot op heden dient ds.
Endedijk de Geref. Kerk van Arnhem.
Ds. Endedijk is o.m. Actuaris van de
Deputaten Classis Arnhem en Gevange
nispredikant in gedeeltelijke dienst.
Van zijn hand verschenen de zeer be
kende boekjes: „Vragen over Geloof en
Leven" en „Wat zegt de Bijbel er van?"
Op het a.s. Jeugd-Appèl hoopt ds. En
dedijk te spreken over Maleachi 2 15a:
„Preek met interrupties".
Uit Lisse komen de gebr. Spaargaren.
Ruim 5 jaar geleden besloten de vier
broers om een kwartet te gaan vor
men. Afzonderlijk gaven zij zich eerst
aan het Evangelisatiewerk. Er werd
vaak gezongen op dergelijke avonden,
tot zij zich gingen verenigingen tot
een kwartet.
Zij worden gedrongen door de liefde
van Christus. Met heel hun hart geven
zij zich aan dit werk. Op talrijke avon
den hebben zij hun medewerking reeds
gegeven. Zij zingen in heel Nederland,
zelfs in België. Zowel in Herv. als in
Geref. kerken, in Vrij Evangelische
kerken als bij het Leger des Heils heb
ben zij hun liederen doen weerklinken.
Het Spaa,rgaren-kwartet uit Lisse, dat
a.s. zondag in Jeugd-appèl zal optreden.
De vier gebr. begeleiden zichzelf op
een elektronisch orgel. In de Petrakerk
zingen zij o.a. het bekende lied: „Ik
wandel in het Licht met Jezus."
De begeleiding van de samenzang is
weer in handen van de plaatselijke or
ganist Bob van Stempvoort. Ook de
bekende trompettisten zullen die avond
te horen zijn. De aanvang is om 8 uur.
Samenzang een kwartier daar voor.
Komt U ook? U bent hartelijk welkom.
OPBRENGST COLLECTE
De van 2-7 november gehouden col
lecte t.b.v. het Geestelijk Gehandicapte
kind heeft in Veenendaal f 4319,21 op
gebracht. Een woord van dank aan
alle collectanten en gevers is zeker op
zijn plaats.
LEZING VOOR O.C.B.
Vorige week gaf de heer W. A. Tie-
man, hoofdinspecteur-chef der Utrecht
se recherche en zedenpolitie b.d. de
Veenendaalse bejaarden in het O.C.B.
gebouw een inzicht in de eigen aard en
de bijzondere moeilijkheden van het
politie-ambt.
Spreker had zich in zijn jeugd laten
verleiden door het mooie pakje en hij
moest toch zijn brood verdienen. Zo
was hij politie-agent geworden. De heer
Tieman vertelde met droge humor van
wat iemand bij de politie van de stad
Utrecht zoal mee kon maken in de uit
oefening van zijn functie, en soms meer
zijn verstand en gevoel moest raadple
gen, dan wet en verordening.
Hij wilde aantonen, dat..een politie
ambtenaar, ook al doet hij dienst bij
de recherche, niet een romantische fi
guur is, waarvoor velen hem graag
verslijten. Hij verricht veel en vaak ze
nuwslopend werk. De heer Tieman
werd met grote aandacht beluisterd.
Dammers wonnen
Uitslagen van de dam wedstrijd Aus-
terlitz I - VDC I, gespeeld op dinsdag
17 november j.l. en welke door VDC I
met 12-8 werd gewonnen.
G. v. d. Haar - H v. d. Brandhof 0-2
Th. Claver - J. v. d. Vliert1-1
G. v. d. Berg - H. v. Beek 1-1
J. Steenhuizen - W. v. d. Hor 1-1
J. Dijkhorst jr - B. Valkenburg 1-1
D. v. Kuil - A. Keyman 1-1
L. v. d. Linden - D. Bouman 0-2
B. v. Ginkel - J. Vermeer 0-2
P. H. Brinkhuis - J. Tollenaar 2-0
J. Brenesse - J. Roks1-1
De voorlopige standen in de le klas
zijn als volgt:
Amerongen 5 10
Culemborg 5 9
Vriendenkr. Utr6 7
Doorn 6 7
Veenendaal 7 6
Driebergen 5 5
O. G. Zeist II 5 3
U. D. G. II Utr3 1
Austerlitz 5 0
De raad van de gemeente Rhenen kwam dinsdagavond ten gemeentehuize in een openbare vergade
ring bijeen, ter behandeling van een veertien punten tellende agenda. De voorzitter zeide verheugd te
zijn de heer E. P. van Dijk, die wegens ziekte verschillende vergaderingen niet had kunnen bijwonen,
weer te kunnen begroeten. Bij de ingekomen stukken en mededelingen bevond zich een afschrift van
het besluit van gedeputeerde staten d.d. 26 oktober 1964 tot ongegrondverklaring van bezwaren tegen
het oprichten van een bijzondere lagere school op gereformeerde grondslag.
VOORWETENSCHAP
De heer Scholte merkte hierover op dat
adressanten hem hadden benaderd hier
over. De datum van de brief was namelijk
26 oktober en de brief was op 6 novem
ber verzonden en op 9 november door
adressanten ontvangen. Op 30 oktober
had men in de pers reeds kunnen lezen
wat gedeputeerde staten hadden besloten
en de heer Scholte vroeg zich af of dit
een officiële publicatie van ged. staten
was of een bericht door ambtelijke voor
wetenschap. Indien dit laatste het geval
was, zo stelde de heer Scholte, moest de
voorzitter zijn mening over bijtende en
niet bijtende beroepen maar eens her
zien.
De voorzitter deelde hierop mede, dat de
secretarie van Rhenen met dit bericht geen
enkele bemoeienis had gehad. Persoonlijk
had de voorzitter het ook een heel eigen
aardige gang van zaken gevonden.
Eveneens een punt van discussie was
het verzoek om rentevergoeding van de
heer B. Lodder. De heer Klaasen vond het
wel een eigenaardige situatie dat als de
gemeente wat verkoopt de andere partij
een bedrag moet storten dat die partij
verbeurt als hij zijn verplichtingen niet
nakomt. In dit geval was de termijn voor
de overdracht erg lang en als Lodder
kregel wordt kan ik me dat voorstellen,
aldus de heer Klaassen. Lodder had er
echter op aan moeten dringen dat de
overdracht eerder zou plaatsvinden.
De voorzitter zei hierover dat Lodder
niet zo ver van hem af zit. Wel was hij
het ermee eens dat het lang had geduurd,
maar dat kwam mede door de vakanties
op het notariskantoor.
De heer Deen stelde dat het meer en
meer voorkomt, dat de overheid die wat
heeft te betalen dit niet zo spoedig doet,
door rentewinst of omdat men krap zit.
Als bij de gemeente door de vertraagde
afwerking voordeel is bereikt vind ik het
niet gek als dit wordt doorgegeven. Rech
tens is er echter geen enkele aanspraak.
De voorzitter antwoordde hierop dat de
gemeente Rhenen over het algemeen be
hoorlijk op tijd betaalt en dit lag buiten
de schuld van de gemeente.
De heer Scholte haakte in op wat de
voorzitter had gezegd over het feit dat de
heer Lodder vlak bij zat. Dat is ook om
gekeerd het geval en er behoort weder
kerigheid te zijn. Het gaat mij niet om die
kleine honderd gulden, maar het gaat mij
om het spel. Waarom dit geval meer dan
vier maanden moet duren is mij niet dui
delijk.
Op 4 september op of omstreeks half
tien is door de heer Lodder een brief
overhandigd aan de Chef Algemene Zaken
en waarom moet die brief eerst op 7 sep
tember worden ingeboekt. Ik heb het ge
voel, zo zei de heer Scholte, dat er pas
bij de notaris over deze zaak is geinfor-
meerd toen deze brief was ontvangen
en daarna is deze brief pas ingeboekt.
Dit vind ik geen juiste gang van zaken.
Wethouder Griffioen vond dat als iemand
iets verkoopt, dat hij dan zelf op bespoe
diging van de overdracht moet aandrin
gen en voorzover we weten heeft de heer
Lodder nooit bij. de notaris geinformeerd.
De raad handelde overeenkomstig het
voorstel van B en W en wees dit verzoek
af.
Verzoek om subsidie St. Gabriëlscollege
Over dit verzoek om subsidie vroeg de
heer v. d. Voort het woord. Dit gymna
sium bestaat pas enkele jaren en krijgt
geen exploitatievergoeding van het Rijk.
Ik vind een subsidie van de gemeente
aan dit gymnasium belangrijker dan dat
er een muziekschool wordt gesubsidieerd,
aldus de heer v. d. Voor. Hij verzocht B
en W en de raad om dit stuk terug te ne-
de heer
v. d. Voort:
„subsidie aan
gymnasium".
men en aan te houden tot de volgende
raadsvergadering. De heer Deen was het
ermee eens dat het beter kon worden aan
gehouden.
De voorzitter deelde hierover mede, dat
al een reeks van jaren de verzoeken van
het middelbaar onderwijs om subsidie wa
ren afgewezen. Ik geloof, dat er ook als
het Rijk subsidie zou hebben gegeven er
eveneens een afwijzende mededeling van
B en W zou zijn gekomen. Dit is niet het
enige geval, maar in de loop der jaren
zijn al diverse gevallen afgewezen. Het
college voelde voor afwijzing. De heer
Klaassen was het hiermede eens. Bij
stemming bleek dat vijf van de raadsleden
voor het aanhouden van het voorstel wa
ren en dat er tien stemmen tegen waren,
zodat dit verzoek overeenkomstig het
voorstel van B en W werd afgewezen.
Tot lid van de commissie op het beheer
van het gemeentelijk studiefonds werd
de heer H. Moret, die per 31 december a.s.
N.V. DISTILLEERDERIJ M. DIRKZWAGER Az SCHIEDAM
aftredend is, herbenoemd en wel voor het
tijdvak van 1 januari 1965 tot en met 31
december 1969.
Betreffende de 21ste wijziging van de
gemeentebegroting merkte de heer Scholte
nog op over de aanschaf van de nieuwe
Siemag S 15 boekhoudmachine dat de ge
meente hiermede misschien iets te zuinig
was. Beter zou het zijn een dergelijke
machine te nemen met een elektrisch
toetsenbord.
De voorzitter had hierover eerst ook
gedacht maar meende dat men de eerste
vijf tot acht jaar nog wel zonder een
elektrisch toetsenbord kon. De heer Schol
te maande nog dat men op dit moment
hierover niet te zuinig moest zijn.
Ouderavond Halschool
In zijn openingswoord van de ouder
avond van de halschool, die dinsdag
avond werd gehouden, verwelkomde de
voorzitter van de oudercommissie, de
heer S. J. v. d. Oosterkamp, naast de
ouders de vertegenwoordigers van de
beide andere openbare scholen. Het
jaarverslag van de penningmeester de
heer Van Kooten ontmoette geen kri
tiek en de kascommissie bestaande uit
mevrouw Pieket en de heer Lodder had
niets dan lof.
Als nieuw lid in die commissie werd
gekozen de heer J. W. Baars. Tot nieu
we leden van de oudercommissie, in de
plaats van mevrouw T. Bekker-Haver-
kamp en de heer S. J. v. d. Ooster
kamp werden gekozen mevrouw J.
Cijs-Nicolaas en de heer W. Keijman.
In een gloedvol speechje bedankte
het hoofd der school, de heer G. B.
Runge, de aftredende voorzitter van de
oudercommissie voor zijn stuwende
werkkracht - onder anderen voetbal
kleding, instelling ouderfonds, school
krant - en overhandigde hem, namens
de leerkrachten en oudercommissie
leden een boekenbon, bij wijze van uit
zondering.
De dia's gemaakt en vertoond door
mej. C. E. van Eek met veel aktie- en
natuurfoto's van Rhenen, vielen zeer
in de smaak en de haar overhandigde
fotobon was zeker verdiend.
BAZAR OP ZATERDAG 21
NOVEMBER A.S.
De meisjesverenigingen „Het mos
terdzaadje" en „Dorcas" organiseren
zaterdagmiddag 21 november a.s. een
grote bazar, waarvan de opbrengst be
stemd zal zijn voor het interieur van
Pniël. Er is een uitgebreide sortering
van allerlei goederen die verkocht wor
den. Ook zijn er attracties voor de
jeugd. De vereniging rekent op veel be
zoek.