Rlieiien's Raad bijeen De tieden bent zo veraandert" Setter Set ROSELLA IN MIDDEN- DRENTE EEN HISTORISCHE SAGE Vier gebroeders in Jeugd-appèl RHENEN ELST r-^ NYLONS in de nieuwste kleuren KIEST U BIJ: Fa. L. HEY FLORYN DERDE BLAD „DE VALLEI" VRIJDAG 20 NOVEMBER 1964 Nr. 92 Veenkeet in Drente. Het dak is gedeeltelijk van heide. Om het pannendak dichter te maken, liggen er dokkenonder, ten dele van „bente", pijpestrootje, deels van stro gemaakt. tt In een grote boog leidt rijksweg E 35 om Zwolle heen, dat zijn nevelig silhouet aftekent tegen de rozekleurige oostelijke och tendhemel. Eindeloos lijkt de tocht langs het Lichtmiskanaal, vervelend recht en vreselijk saai. Maar Aurora, de rozevingeri- ge, doet het leed vergeten. Zij heeft de gouden hemelpoorten wijd geopend, ontvouwt nu verre verschieten op het westen en werpt haar prachtige dageraadstinten op de langzaam voort- schuivende wolkenstoeten, die als paarlemoer iriseren. Bij de oude herberg „De Lichtmis" ne men wij de route over Rouveen en Stap horst, plaatsjes rijk aan oude hoeven met heel lage daken, zodat er hoge baander- deuren nodig zijn om flink beladen wa gens de schuur binnen te kunnen rijden. Heldere kleuren als wit, pruisisch blauw en Zaans groen geven er een ongeloof lijke bekoring aan. Zelfs de rekken met melkbussen zijn fris geschilderd: ultra marijn met een wit kartelrandje en aan de zijkanten versierd met witte rosetten, vermoedelijk een overgeleverd vóór-chris telijk zonnesymbool, waarvan de bevol king zich natuurlijk niet meer bewust is. De kinderen kijken je met hun onkin derlijke, vroeg-ernstige gezichtjes onder zoekend aan, de vlasblonde kopjes boven de fleurige kledij. Alles is hier kleurrijk tot de tuinhekken en de raamhorren toe. In de „gang" je valt overigens letterlijk met de deur in huis! is in elke boerde rij een tegelmuurtje om te stelen! En al die boerderijen in een weelderig loof van bomen op de wijde erven, een onvergetelijke herinnering aan een zon nige zomer in een allergroenste wereld, weldadig aandoende in de lichtloze dagen van deze herfst. In zijn Staphorster periode heeft de hartstochtelijke schilder Jan Sluyters de mensen hier geschilderd, het harde lot der boeren, hun zware arbeid, hun eenzaam heid en schuwheid, hun in de aarde wor telend bestaan in en rond hun hoeven, alles in duistere brandende kleuren. Geen wonder dat een fel levend schilder als Sluyters met zijn grote liefde voor vorm en kleur dit dorp en zijn grote mensen tot object koos. In „de Olde Lantschap" Voorbij het blauwe en groene dorp sloegen wij de weg in naar De Wijk aan de overzijde van het grensri viert je De Reest, die in mooie meanders door de vlakke landen slingert: wij waren in de Olde Lantschap aangekomen. Nu ging het op Zuidwolde aan waar de essen met hun zachtgolvende lijnen rogge- schoven en roggemijten droegen. Bij Hoogeveen, dat aan Veenendaal doet den ken, gingen wij even zuidwaarts om de karakteristieke veenkoloniale huizen uit de laatste eeuwen daterend te zien, hui zen waarvan ook Veenendaal nog enige bezit. Terug in het stadse Hoogeveen wan delden wij langs de Vaart naar het Noord- sche Schut, een smal pad met om de honderd meter een ijzeren brugje, zoals voorheen talloze houten brugjes aan het Benedeneind te onzent te vinden waren. Het is altijd een bijzonder genoegen langs water te gaan. Het heeft iets tinte- lends, levendigs. Prikkelende aromen van teer en touw en turf hangen bij het Noordsche schut over de oude veenka- nalen met hun armelijke huizen en pri mitieve brugjes. Teruggekeerd naar Hoogeveen trokken we Midden Drente binnen, dat bekoort door de lieflijke helderheid van zijn blon de landschappen, de stilte der dorps brinken, het mysterieuze van hunebedden en grafheuvels, de frisheid der slingeren de beken, de eenzaamheid der heidevel den, waarin de stille vennen de hoge he mel spiegelen, de rust der bossen Het nieuwe Drente Enige jaren geleden hield de jonge Drentse socioloog Dr. K. van Dijk voor Hoofdstraat 45, Telefoon 2165 Frans Halslaan 26 Telefoon 3044 de Regionale Omroep Noord een reeks causerieën over het veranderende Drente. Hij beschouwde allereerst het gezin, dat zijn oude patriarchale beslotenheid en zijn werkgemeenschap verloor. De ge moedelijke huiselijke omgang van de Drentse boer met zijn knechten en meiden, die als gezinsleden beschouwd werden, verdween eveneens. Steedse trekken be gint het platteland meer en meer te ver tonen. De boeredorpsgemeenschappen zijn ver broken. Dat zij hun verlengstuk zouden vinden in de coöperaties is alleen maat theorie. Zij zijn opgelost in evenzovele gezinnen als het dorp telt. Naober of burenplichten sterven uit. Het beewerk, dat is: het hulp aan elkander verlenen, zo genoemd naar het „beden", het ver zoek enom hulp bij de dorpsgenoten, be staat in feite niet meer. De gezinnen heb ben onderling een veel minder hechte band dan voorheen tengevolge waarvan het verkeer tussen hen ook verminderd is. De status van de „schoolmeester" echter, die vroeger een dienaar van de boeren en niet méér was dan een keuterboertje en maatschappelijk op één lijn stond met de scheper of herder, ook een dienst knecht van de boeren, is verhoogd. De macht van de vrije boeren, van wie eertijds gold: Een volle boer in de marke Is een volle boer in de karke is verminderd. De marken, de oude dorps organisaties, gebaseerd op het gemeen schappelijk bezit der dorpsgronden, wer den reeds na de Franse tijd opgeheven. De eenheid van het culturele, sociale en economische leven viel uiteen. De eco nomische betekenis van markten zoals te Zuidlaren, Roden en Zweelo nam wel toe, maar hun belang voor het sociale en cul turele leven is minimaal. Gelukkig kent deze ontwikkelingsgang, die wellicht in grote trekken ook voor plaatsen als Veenendaal wel zal gelden, ook lichtzijden. Voor velen was „de goede, oude tijd" nu juist niet zo goed. Integen deel. Zij ervaren de nieuwe tijd als een bevrijding, een verademing, een verlos sing uit armoede en dienstbaarheid. Een groot winstpunt is ook het leer lingstelsel, reeds in 1891 in Drente ingesteld: de jonge vakman werd niet alleen door de school, maar ook door de baas opgeleid, die dat deed aan de hand van voorschriften. Al werkende leerde de jonge man zo doende zijn vak en na bepaalde tijd moest hij zijn werkstukken laten zien en examen doen. Zo had men in Drente reeds een diploma voor het vakmanschap, vóórdat er in ons land van een ambacht- of tech nische school sprake was. Harm Smeenge was de vader van dit leerlingstelsel, dat niet verdwenen is na de oprichting van de technische scholen. Het is een stelsel, dat thans zijn tijd al ver vooruit is. Na 1945 is het nog eens geheel nieuw opgezet. Ook als men een technische school be zocht heeft, kan men nu in bijna alle am bachten een leerovereenkomst aangaan door bemiddeling van de Stichting Vakon derwijs in Drente.. Drente is ons land voorgegaan in deze vernieuwingsgedachte in het onderwijs, dat hulde brengt aan de vinder Harm Smeenge. Liefde tot het eigene Wat er ook veranderd of verdwenen moge zijn, de liefde tot het eigene, die een aantal jaren kwijnde om plaats te maken voor belangstelling is Canada, Australië en de nieuwe polders in het IJsselmeer, is gebleven en weer opgeleefd. Meer en meer ontdekt men dat Drente altijd een interessant gewest is geweest en dat men veel kan leren juist uit de geschiedenis van het eigene. Er is weer belangstelling ontwaakt voor eigen volksleven en histo rie, een interesse waarop Oost-Utrecht jaloers moet zijn. Slaan wij het in 1954 verschenen boek van J. Poortman Drents Geestesleven, een bloemlezing uit de Drentse literatuur, open, dan vinden wij daarin een reeks schilderingen van het eigene van de diverse streken van Drente, in verhaal, novelle of gedicht. Het tekort van Oost-Utrecht Indien wij poogden een dergelijk werk over de Gelderse Vallei samen te stellen, waren wij spoedig gereed en zou het de omvang van een brochure krijgen. Wij bezitten voor Oost-Utrecht geen boeken met .sagen, legenden, streekverhalen, hoe wel het rijk is aan zulke overleveringen. Veel verdiensten verwierf wijlen de heer T. Pluim, die in 1930 twee artikelen over volksgeloof in de Gelderse Vallei publi ceerde in het tijdschrift Eigen Volk. Slaan wij Sinninghe's Utrechtsch Sagenboek uit 1938 op, dan blijkt dat hij ze aan Pluims publicaties ontleende. In Panorama van 20 januari 1962 vertelde Hans Hoffman de spookgeschiedenis van Groot Wolfswinkel bij Renswoude opnieuw, helaas in weinig eenvoudige taal. Vertellers In de Oostelijke streken van ons land vond en vindt men nóg sprookjes- en sagenvertellers als de Drent Egbert Ger- rits, in 1942 op 89-jarige leeftijd overle den, aan wie Gottfried Henszen in 1951 zelfs een boek wijdde „Die Erzahlungen und Lieder des Egbert Gerrits", dat zijn gehele repertoire bevat: 100 vertellingen en 44 gedichten en liederen „de apotheose van Nederlands vertellersschap". Waarom schreef een Nederlander niet over hem? Een nog levende verteller is de mollen- vanger en wonderdokter Anders Bijma, een 72-jarige Fries. Bij mijn weten kennen andere gewesten van ons land dergelijke declamators niet, laat staan Oost-Utrecht. Professor Maartje Draak weet in 1960 die geringe belangstelling voor het sprookje aan het feit dat wij ons generen door te gaan voor kinderlijk en sentimenteel. Als individualisten vieren wij echter ons ro mantisch sentiment bot door romans te lezen, inplaats van te luistei'en naar voor dragers. In 1962 om nog een voorbeeld te ge ven publiceerde Charlotte Oberfeld een bundel Volksmarchen aus Hessen, een boek dat ook een reeks portretten van vertellers en vertelsters bevat, niet al leen primitieve boeremensen, maar ook ontwikkelde lieden. Romans V/at de romans, spelend in de provin cie Utrecht, aangaat, het zijn er menige en die spelen nog voornamelijk in de stad Utrecht, de Vechtstreek, de Lopikerwaard of, in Ina Boudier Bakkers De straat in een landelijk plaatsje als Vianen. Terloops wordt Oost-Utrecht genoemd in histo rische romans zoals in Van Oordts War- hold en Oltmans' De schaapsherder. De oogst is schraal. Toch zijn er historische gebeurtenissen en toestanden, die boeien de taferelen in een historische roman zou den kunnen vormen. Om bij Veenendaal en omgeving te blijven: de rampspoedige tachtiger jaren van de 16de eeuw, de over val bij Remmersteyn in 1586, de Engelse furie in 1587, het voorval op de heide bij Amerongen en zovele andere gebeurtenis sen kerkelijk en staatkundig. Wanneer zet zich een literator aan het schrijven van een historische roman, spe lend in onze omgeving? Drentse schrijvers Keren wij terug naar Drente. Reeds in de 17de eeuw bezat het een eigen ge schiedschrijver in de persoon van dominee Johan Picardt, die bijvoorbeeld heel boeiend de slag bij Ane in 1227 beschreef. Begin 19c eeuw werd de Coevorder kring van de drie Podagristen gesticht, waar van dominee Lesturgeon de stuwer was. Bezaten wij in de Vallei slechts een lande lijk schrijver als dominee Cornells van Schaick! Onvergetelijk is Harm Tiesing, een dagloner, die zichzelf ontwikkelde. Wijlen professor Edelman wijdde een boek aan hem, die in zijn opstellen ge gevens verschafte over de landbouwtoe- standen in oostelijk Drente. Geen enkele provincie beschikt over dergelijke over zichten uit de vorige eeuw. Welk een prachtige vrouw is de kunst zinnige Jo Beins, een onderwijzeres uit Valthe. En wie denkt by Drentse literatuur niet aan Anne de Vries' Bartje. In zijn Hllde verwerkte hy een oer- drents gegeven: het volksgericht. Drente bezit ook de Nederlandse Hermann Löns, namelijk E. Karst Jr., wiens boek Waar de korhaan baltst, jachtnovellen vol fyne natuurbeschrij vingen en observaties van het dieren leven wy nog steeds herlezen. De Drentenaren zijn ruim genoeg van geest en hart om ook eer te kunnen geven aan niet-reformatorische figuren. Zo schreef mevrouw N. Meyboom-Veltman met de historicus Jan Naarding een open luchtspel Zwedera van Rechteren, Vrou we van Runen, over wie wij laatst schre ven. Wij noemden slechts enige namen, ge noeg om te tonen hoe diep de liefde tot het eigen gewest in de Drentse ziel wor telt, waarop wij Valleibewoners jaloers zijn. Volksverhalen Naast een eigen letterkunde, bezit Dren te ook een schat aan sagen, legenden, ver telsels over duivels, witte wieven, reuzen, watergeesten, heksen en weerwolven, dwaallichten, „glunege" kerels (dat zijn oneerlijke landmeters), veurlopen, voor tekens van komende gebeurtenissen. Vele verhalen zijn oud, oeroud en leven voort in die eigenaardige Drentse sfeer van droom, verbeelding en mysterie. Bekende historische sagen zijn die van de Zwarte en Witte Ewald en van de Juffer van Ba- tinge. Maar geen is zo bekend geworden als die van Ellert en Brammert. De streek waar deze speelt, bezochten wij van Exlo gaande naar Westerbork. Wij zochten naar de Brammertshoop, een hoogte van zand en keileem bij Eeserveen. Hij bleek verdwenen bij de aanleg van de straatweg Schoonoord-Borger. Het Ellertsveld is nog niet geheel ontgonnen. Er zijn nog een zame stukken over, waar men dwalen kan, denkend aan de beide rovers, vader en zoon. Dominee Picardt, de eerste die de sage te boek stelde in 1660, verhaalt: Omtrent dese tijdt (hij bedoelt 1453) meent men dat geleeft hebben die twee vermaerde Moordenaars, ghe- naemt Ellert en Brammer, Vader en Soon, die liaer (zich) een tijdt langh onthouden hebben op dat groote ruyme Veldttusschen Scharloo (Schoonlo) en Sweel (Zweelo), dat men seydt van de- sen Ellert ghenaemt te zijn Ellers-veldt, en Brammers-hoop van desen Brammer. Dese hebben Waghens en Karren ghe- plondert, Passagiers en Landsaten ver moordt, Brandbrieven nyt-geschreven, en seer veel quaedt ghedaen: En sulex des te veyliger, vermits in die tijden de Justitie niet naar behooren ghepleegt wierde, waer in den Bisschop David van Burgunden versien soude. Van dese moordenaers wert verhaélt, dat sy een Dochter souden geroojt en beyde, Va der en Soon, die selve misbruyekt heb benalsoo dat zij soude swanger ghe- worden zijnen dat zij, in absentie des Boerderij te Staphorst. Mooie gevel met fraaie vensters van kleine ruitjes. Rechts het melkbussenrek. (Ingezonden) Wilt U op 9 december a.s. een goede daad doen? Zo ja, dan neemt U een nobel besluit. Het kost U niets en het schaadt U evenmin. HET KAN ZELFS UW EIGEN GEZONDHEID TEN GOEDE KOMEN. Wanneer U in de gelegenheid was iemand die in levensgevaar verkeert te redden, zou U dan hulp weigeren? „Natuurlijk niet!" zegt U heel beslist. In het dagelijks gebeuren zou U direkt bijspringen en een in nood verkerende medemens de hel pende hand reiken. U zou er geen vrede bij hebben als U niet al het mogelijke in het werk stelde om een mensenleven te redden. „Natuurlijk!" zegt weer ieder een. Dit getuigt van bereidheid tot hulp aan de naaste. Maar zeggen en DOEN is nog een groot verschil. Of is de Veenendaalse bevolking misschien onwetend van het feit dat er tweemaal per jaar gelegenheid wordt geboden een klein deel van haar bloed af te staan voor de lijdende mens? Dit vermoeden wordt gesterkt, cmdat er in verhouding tot het aantal inwoners zo weinig ingezetenen zijn, die aan de aktie van de bloedplasmadienst van het Nederlandsche Roode Kruis deelnemen. Wat de bijdrage in de jaarlijkse geldelijke inzameling betreft blijven de Vee- nendalers echt niet achter bij andere gemeenten. Dan zijn ze zelfs spontaan in het geven. Maar op de avond dat er gelegenheid geboden wordt wat bloed af te staan voor mensen in nood is men niet zo vrijgevig. Hier klopt iets niet, en daarom nogmaals de vraag: Is dit een gevolg van on wetendheid, of bent U er nog te weinig van doordrongen van hoe groot belang het bloed van een gezonde voor de genezing van een zieke kan zijn, bijv. bij operatie, ongeval etc. Stel U eens voor, dat iemand de gezondheid herkrijgt met het door U gegeven bloed. Zou U dat geen voldoening geven? MOGEN WIJ 9 DECEMBER OOK OP U REKENEN? Zie het als een voorrecht, dat U het niet bent waarvoor dit gevraagd wordt. Pleeg even overleg met Uw huisarts en kom 9 december a.s. naar de kantine van de Ritmeester Sigaren fabriek (over het spoor). U kunt daar terecht van 18.30 tot 22.00 uur. Gelukkig is er een aantal mensen dat regelmatig voor dit goede doel wat bloed afstaat. Zij worden op 9 december wéér verwacht, evenals degenen die voor de eerste maal toezegden te zullen komen. IEDER is van harte welkom, ook personen uit de omgeving van Veenendaal, waar geen gelegenheid bestaat tot het geven van bloed. BLOEDPLASMADIENST VAN HET NED. ROODE KRUIS, AFD. VEENENDAAL Soons, den slapenden Vader de strot soude afgesneden, en alsoo ontvlucht, en deze grouwelen ontdeckt hebben. Dr. Naarding stelt de historische kern vroeger in de tijd van graaf Johannes van Bentheim en ridder Hendrik van Norg, hoofdmannen der roverscharen, die van Bentheim tot Norg Drente brandschatten en plunderden omstreeks 1320. De twee rovers groeiden in de volks verbeelding uit tot reuzen uit de hune- beddentijd, die touwen over het veld span den aan een bel verbonden. Deze laatste bijzonderheid is afkomstig van schrijvers. Het meisje kwam volgens de overle vering uit Orvelterveen. dat na haar vlucht door de rovers onbewoonbaar ge maakt werd. Historisch staat vast, dat dit plaatsje omstreeks 1572 nog bestond en een jaarlijkse schatting moest opbrengen van 40 hoenders. Twintig jaar later kon het dorp deze verplichting niet meer na komen. Er stonden toen nog maar twee huizen, die „door plundering en andere axactiën ganschelijk zijn verarmd". Dooi de nood gedreven, aldus Dr. Tj. W. R. de Haan, die in Neerlands Volksleven van december 1962 een uitvoerige studie schreef over Ellert en Brammert, hebben de bewoners tussen 1568 en 1597 het dorp moeten prijsgeven, uitgeschud door langs trekkende soldaten. Bij de ontginning van de streek bleek dat de huizen verbrand waren. Wie in Schoonoord het aardige kleine openluchtmuseum „De zeven marken" be zoekt, ziet daar de reuzefiguren van Ellert en Brammert als blikvangers. Ook een holwoning is daar te bezichtigen, waar in de rovers gehuisd moeten hebben. Voorts zijn er zwerfstenen, 'n schaaps kooi, 'n hooischuur, veenketen, 'n geiten stal, 'n veenderijtje, 'n miniatuur kalk oven, 'n plaggenhut, 'n weiwaterput, 'n karakteristiek oud schooltje, 'n Saksische boerderij en 'n openluchttheater. In één woord: men ziet het oude Drente herle ven, maar prijst zich gelukkig het nieuwe Drente te kennen D. Philips rr In de Petra-kerk wordt zondag 29 november het laatste Jeugd-Appèl van dit jaar gehouden. In dit Jeugd-Appèl hoopt te spreken Ds. H. C. Endedijk uit Arnhem. Medewerking verlenen voorts het kwartet ge broeders Spaargaren uit Lisse. Ds. Endedijk werd op 6 september 1926 geboren. Zijn eerste gemeente werd Wormer, waar hij in 1950 werd bevestigd. In juli 1953 vertrok hij naar Workum, hier stond hij tot juli 1956. Vanaf die tijd tot op heden dient ds. Endedijk de Geref. Kerk van Arnhem. Ds. Endedijk is o.m. Actuaris van de Deputaten Classis Arnhem en Gevange nispredikant in gedeeltelijke dienst. Van zijn hand verschenen de zeer be kende boekjes: „Vragen over Geloof en Leven" en „Wat zegt de Bijbel er van?" Op het a.s. Jeugd-Appèl hoopt ds. En dedijk te spreken over Maleachi 2 15a: „Preek met interrupties". Uit Lisse komen de gebr. Spaargaren. Ruim 5 jaar geleden besloten de vier broers om een kwartet te gaan vor men. Afzonderlijk gaven zij zich eerst aan het Evangelisatiewerk. Er werd vaak gezongen op dergelijke avonden, tot zij zich gingen verenigingen tot een kwartet. Zij worden gedrongen door de liefde van Christus. Met heel hun hart geven zij zich aan dit werk. Op talrijke avon den hebben zij hun medewerking reeds gegeven. Zij zingen in heel Nederland, zelfs in België. Zowel in Herv. als in Geref. kerken, in Vrij Evangelische kerken als bij het Leger des Heils heb ben zij hun liederen doen weerklinken. Het Spaa,rgaren-kwartet uit Lisse, dat a.s. zondag in Jeugd-appèl zal optreden. De vier gebr. begeleiden zichzelf op een elektronisch orgel. In de Petrakerk zingen zij o.a. het bekende lied: „Ik wandel in het Licht met Jezus." De begeleiding van de samenzang is weer in handen van de plaatselijke or ganist Bob van Stempvoort. Ook de bekende trompettisten zullen die avond te horen zijn. De aanvang is om 8 uur. Samenzang een kwartier daar voor. Komt U ook? U bent hartelijk welkom. OPBRENGST COLLECTE De van 2-7 november gehouden col lecte t.b.v. het Geestelijk Gehandicapte kind heeft in Veenendaal f 4319,21 op gebracht. Een woord van dank aan alle collectanten en gevers is zeker op zijn plaats. LEZING VOOR O.C.B. Vorige week gaf de heer W. A. Tie- man, hoofdinspecteur-chef der Utrecht se recherche en zedenpolitie b.d. de Veenendaalse bejaarden in het O.C.B. gebouw een inzicht in de eigen aard en de bijzondere moeilijkheden van het politie-ambt. Spreker had zich in zijn jeugd laten verleiden door het mooie pakje en hij moest toch zijn brood verdienen. Zo was hij politie-agent geworden. De heer Tieman vertelde met droge humor van wat iemand bij de politie van de stad Utrecht zoal mee kon maken in de uit oefening van zijn functie, en soms meer zijn verstand en gevoel moest raadple gen, dan wet en verordening. Hij wilde aantonen, dat..een politie ambtenaar, ook al doet hij dienst bij de recherche, niet een romantische fi guur is, waarvoor velen hem graag verslijten. Hij verricht veel en vaak ze nuwslopend werk. De heer Tieman werd met grote aandacht beluisterd. Dammers wonnen Uitslagen van de dam wedstrijd Aus- terlitz I - VDC I, gespeeld op dinsdag 17 november j.l. en welke door VDC I met 12-8 werd gewonnen. G. v. d. Haar - H v. d. Brandhof 0-2 Th. Claver - J. v. d. Vliert1-1 G. v. d. Berg - H. v. Beek 1-1 J. Steenhuizen - W. v. d. Hor 1-1 J. Dijkhorst jr - B. Valkenburg 1-1 D. v. Kuil - A. Keyman 1-1 L. v. d. Linden - D. Bouman 0-2 B. v. Ginkel - J. Vermeer 0-2 P. H. Brinkhuis - J. Tollenaar 2-0 J. Brenesse - J. Roks1-1 De voorlopige standen in de le klas zijn als volgt: Amerongen 5 10 Culemborg 5 9 Vriendenkr. Utr6 7 Doorn 6 7 Veenendaal 7 6 Driebergen 5 5 O. G. Zeist II 5 3 U. D. G. II Utr3 1 Austerlitz 5 0 De raad van de gemeente Rhenen kwam dinsdagavond ten gemeentehuize in een openbare vergade ring bijeen, ter behandeling van een veertien punten tellende agenda. De voorzitter zeide verheugd te zijn de heer E. P. van Dijk, die wegens ziekte verschillende vergaderingen niet had kunnen bijwonen, weer te kunnen begroeten. Bij de ingekomen stukken en mededelingen bevond zich een afschrift van het besluit van gedeputeerde staten d.d. 26 oktober 1964 tot ongegrondverklaring van bezwaren tegen het oprichten van een bijzondere lagere school op gereformeerde grondslag. VOORWETENSCHAP De heer Scholte merkte hierover op dat adressanten hem hadden benaderd hier over. De datum van de brief was namelijk 26 oktober en de brief was op 6 novem ber verzonden en op 9 november door adressanten ontvangen. Op 30 oktober had men in de pers reeds kunnen lezen wat gedeputeerde staten hadden besloten en de heer Scholte vroeg zich af of dit een officiële publicatie van ged. staten was of een bericht door ambtelijke voor wetenschap. Indien dit laatste het geval was, zo stelde de heer Scholte, moest de voorzitter zijn mening over bijtende en niet bijtende beroepen maar eens her zien. De voorzitter deelde hierop mede, dat de secretarie van Rhenen met dit bericht geen enkele bemoeienis had gehad. Persoonlijk had de voorzitter het ook een heel eigen aardige gang van zaken gevonden. Eveneens een punt van discussie was het verzoek om rentevergoeding van de heer B. Lodder. De heer Klaasen vond het wel een eigenaardige situatie dat als de gemeente wat verkoopt de andere partij een bedrag moet storten dat die partij verbeurt als hij zijn verplichtingen niet nakomt. In dit geval was de termijn voor de overdracht erg lang en als Lodder kregel wordt kan ik me dat voorstellen, aldus de heer Klaassen. Lodder had er echter op aan moeten dringen dat de overdracht eerder zou plaatsvinden. De voorzitter zei hierover dat Lodder niet zo ver van hem af zit. Wel was hij het ermee eens dat het lang had geduurd, maar dat kwam mede door de vakanties op het notariskantoor. De heer Deen stelde dat het meer en meer voorkomt, dat de overheid die wat heeft te betalen dit niet zo spoedig doet, door rentewinst of omdat men krap zit. Als bij de gemeente door de vertraagde afwerking voordeel is bereikt vind ik het niet gek als dit wordt doorgegeven. Rech tens is er echter geen enkele aanspraak. De voorzitter antwoordde hierop dat de gemeente Rhenen over het algemeen be hoorlijk op tijd betaalt en dit lag buiten de schuld van de gemeente. De heer Scholte haakte in op wat de voorzitter had gezegd over het feit dat de heer Lodder vlak bij zat. Dat is ook om gekeerd het geval en er behoort weder kerigheid te zijn. Het gaat mij niet om die kleine honderd gulden, maar het gaat mij om het spel. Waarom dit geval meer dan vier maanden moet duren is mij niet dui delijk. Op 4 september op of omstreeks half tien is door de heer Lodder een brief overhandigd aan de Chef Algemene Zaken en waarom moet die brief eerst op 7 sep tember worden ingeboekt. Ik heb het ge voel, zo zei de heer Scholte, dat er pas bij de notaris over deze zaak is geinfor- meerd toen deze brief was ontvangen en daarna is deze brief pas ingeboekt. Dit vind ik geen juiste gang van zaken. Wethouder Griffioen vond dat als iemand iets verkoopt, dat hij dan zelf op bespoe diging van de overdracht moet aandrin gen en voorzover we weten heeft de heer Lodder nooit bij. de notaris geinformeerd. De raad handelde overeenkomstig het voorstel van B en W en wees dit verzoek af. Verzoek om subsidie St. Gabriëlscollege Over dit verzoek om subsidie vroeg de heer v. d. Voort het woord. Dit gymna sium bestaat pas enkele jaren en krijgt geen exploitatievergoeding van het Rijk. Ik vind een subsidie van de gemeente aan dit gymnasium belangrijker dan dat er een muziekschool wordt gesubsidieerd, aldus de heer v. d. Voor. Hij verzocht B en W en de raad om dit stuk terug te ne- de heer v. d. Voort: „subsidie aan gymnasium". men en aan te houden tot de volgende raadsvergadering. De heer Deen was het ermee eens dat het beter kon worden aan gehouden. De voorzitter deelde hierover mede, dat al een reeks van jaren de verzoeken van het middelbaar onderwijs om subsidie wa ren afgewezen. Ik geloof, dat er ook als het Rijk subsidie zou hebben gegeven er eveneens een afwijzende mededeling van B en W zou zijn gekomen. Dit is niet het enige geval, maar in de loop der jaren zijn al diverse gevallen afgewezen. Het college voelde voor afwijzing. De heer Klaassen was het hiermede eens. Bij stemming bleek dat vijf van de raadsleden voor het aanhouden van het voorstel wa ren en dat er tien stemmen tegen waren, zodat dit verzoek overeenkomstig het voorstel van B en W werd afgewezen. Tot lid van de commissie op het beheer van het gemeentelijk studiefonds werd de heer H. Moret, die per 31 december a.s. N.V. DISTILLEERDERIJ M. DIRKZWAGER Az SCHIEDAM aftredend is, herbenoemd en wel voor het tijdvak van 1 januari 1965 tot en met 31 december 1969. Betreffende de 21ste wijziging van de gemeentebegroting merkte de heer Scholte nog op over de aanschaf van de nieuwe Siemag S 15 boekhoudmachine dat de ge meente hiermede misschien iets te zuinig was. Beter zou het zijn een dergelijke machine te nemen met een elektrisch toetsenbord. De voorzitter had hierover eerst ook gedacht maar meende dat men de eerste vijf tot acht jaar nog wel zonder een elektrisch toetsenbord kon. De heer Schol te maande nog dat men op dit moment hierover niet te zuinig moest zijn. Ouderavond Halschool In zijn openingswoord van de ouder avond van de halschool, die dinsdag avond werd gehouden, verwelkomde de voorzitter van de oudercommissie, de heer S. J. v. d. Oosterkamp, naast de ouders de vertegenwoordigers van de beide andere openbare scholen. Het jaarverslag van de penningmeester de heer Van Kooten ontmoette geen kri tiek en de kascommissie bestaande uit mevrouw Pieket en de heer Lodder had niets dan lof. Als nieuw lid in die commissie werd gekozen de heer J. W. Baars. Tot nieu we leden van de oudercommissie, in de plaats van mevrouw T. Bekker-Haver- kamp en de heer S. J. v. d. Ooster kamp werden gekozen mevrouw J. Cijs-Nicolaas en de heer W. Keijman. In een gloedvol speechje bedankte het hoofd der school, de heer G. B. Runge, de aftredende voorzitter van de oudercommissie voor zijn stuwende werkkracht - onder anderen voetbal kleding, instelling ouderfonds, school krant - en overhandigde hem, namens de leerkrachten en oudercommissie leden een boekenbon, bij wijze van uit zondering. De dia's gemaakt en vertoond door mej. C. E. van Eek met veel aktie- en natuurfoto's van Rhenen, vielen zeer in de smaak en de haar overhandigde fotobon was zeker verdiend. BAZAR OP ZATERDAG 21 NOVEMBER A.S. De meisjesverenigingen „Het mos terdzaadje" en „Dorcas" organiseren zaterdagmiddag 21 november a.s. een grote bazar, waarvan de opbrengst be stemd zal zijn voor het interieur van Pniël. Er is een uitgebreide sortering van allerlei goederen die verkocht wor den. Ook zijn er attracties voor de jeugd. De vereniging rekent op veel be zoek.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1964 | | pagina 5