FLITSEN UIT 1 Amerikaanse balansopruiming Vroon's schoenhandel EETHOEKEN KElJZE BANK STELLEN l m hr ■pp f] SLAAPKAMERS VEENENDAAL EN OMSTREKEN nu f 214,— voor f 222- nu f 268,— voor f 236- nu f 250,— nu f 104- SALONTAFELS BERGMEUBELS EETKAMER TAFELS LINNEN- EN KEUKENKASTEN als bouwpakket nu f 560- nu f 190- HET KIKKERKOOR Officiële bekendmaking 50 STUKS door Kik Valkenburg 5. Rondom de stromijt VERHAAL VOOR DE KLEUTERS Zoekt zelf de schoen van uw keus DAMESSCHOENEN in zeer goede fabrikaten HERENSCHOENEN van sportmodellen tot geklede schoenen MEISJES-, JONGENS- en KINDERSCHOENEN en PANTOFFELS f 5,f 7,— - f 9- f 12,— - f 14,- f 16,— - f 20,— - f 25,— Over Vroon's opruiming wordt altijd gesproken. Hoofdstraat 105, Veenendaal MET INGANG VAN 14 JANUARI 1965 OM 9 UUR ENKELE PRIJZEN EETHOEK bekleed met Nappa kunstleer, kleur rood of zwart. Bijpassende tafel, rond of recht. EETHOEK, kuipmodel. Prima stof, kleur blauw-grijs. Met tafel rond of recht van f 326, 4 EETHOEK STOELEN, staal, Nieuw: kubusmodel gestoffeerd op schuimrubber met skai kunst leer 4 EETHOEK STOELEN. Afro- teak met zuiver wollen stof, kleur groen, van f 316, 4 EETHOEK STOELEN. Afro- teak, bekleed met bruine stof, 5 jaar garantie 4 EETHOEK STOELEN spijltjes model. Zitting bekleed m. kunst leer van f 550,NU f 350, van f 1020,— NU f 800,— verder verschillende met 20% korting vanaf f 37,90 30 verschillende vanaf f 164, waarbij enkele met 25% korting ruime keuze. Enkele beschadigde tui- meltafels vanaf f 65, MC* 20 verschillende maten - zeer scherp in prijs! KERKEWIJK 37-29 TELEFOON 2730 HOUTEN SLAAPKAMER. Geheel van meubelplaat gemaakt, bestaande uit: 3 deurs linnenkast 2 nachtkastjes 2 stoelen 1 tafel 1 ledikant 2 pers. COMPLEET SLAAPKAMER STAAL 2 pers. ledikant 2 stoelen 1 bedkastje 1 tafel COMPLEET van f 266,— 1 PERS. DIVANBED van f 42— NU f 37,50 LOSSE LINNENKASTEN, verschillende maten. Mooie Bonkonko linnen kast, half leg, half hang, 110 cm breed NU f 159, AtöS Een gesprek met de heer A. van Ame- rongen, kolenhandelaar aan de Vallei straat, leverde stof voor onderstaand waar verhaal. De heer van Amerongen is een gezellig causeur, die met smaak de vroegere ge beurtenissen weet voor te schotelen. Hij vertelt zonder opsmuk en kruidt alles met humoristische invallen. „Zeg, Ries, ik zou best een clandestien keugie willen houen, waar de moffrikaan- tjes niks vanaf weten, maarre't is te gevaarlijk" „O, maar daar weet ik wel wat op. Wacht maar eens een paar dagen" Aldus Ries van Kruistum, tegen zijn kostbaas Aart van Amerongen Sr., aan het „Klein Schutje" (tegenwoordig Val leistraat) anno 1942. Ries gaat ijverig aan de slag. Tussen de kippenschuur en de hooiberg is nog net ruimte genoeg voor het doel wat hij zich gesteld heeft. Hij bouwt er van stammen een flink hok met een zeuning (trog) er voor. De afmeting wordt 2 x 3'/2 m. Er komt gaas omheen waarin Ries een be hoorlijke hoeveelheid verwerkt van wat men vroeger in Veenendaal streuïng noemde. Daarna stopt hij er twee keugies in en gaat buiten de stromijt even luis teren. Het knor-knorvan de biggen is absoluut niet te horen. Ries is dik te vreden en haalt zijn kostbaas erbij. Aart Sr. geeft hem een welgemeend pluimpje voor dit stukje prachtig camouflagewerk. Als Ries echter had geweten welke taak dit verborgen varkenshok wachtte „Houd je kalm, jongens. Veel te ge vaarlijk, zoveel herrie!" „Ben je mal, Ries, ze horen ons im mers toch niet. Wij zijn onkwetsbaar" Dat had je gedacht. Allez mannen, in stappen en menagekleppen dicht!" Enkele jongelui, onderduikers, stappen in de gereedliggende kano en worden door Rica van Kruistum over de Grift geped deld. Voor de zoveelste keer. Vaak door regen en wind. 't Is eigenlijk geen doen. Maar js, wat moet je?Laat de jon gens maar eens in de steek. Dat gaat toch immers niet. Behoedzaam sluipen de jonge kerels naar ern eenzame schuur in de „Kleine Pek" (ergens in de Engelenburg). Daar zijn zc heel wat veiliger voor de speur zin van de bezetters. Kies is altijd trouw op zijn post, maar het \ermoeiende gesjouw gaat hem toch verdrieten. Waar nog bij komt dat de club enderduikers die bij de heer van Amerongen een gastvrij, onderdak vinden, steeds groter wordt 't Wordt er een gezellige verzamelplaats van door de vijand gezochte jongenlui Ries is weer druk aan het werk. Het camouflage-vakenshok achter de stromijt, wordt weer duchtig door hem onderhan den genomen. Hij is aan het schrobben en boenen dat het een lieve lust is. Als alles goed schoon is en de best gedijde „keu gies" ondertussen letterlijk een kopje kleiner gemaakt zijn, gaat Ries met grote stukken board het hok binnen. Weldra is het een getimmer van jewelste. Als ook deze fase achter de rug is, legt hij een lichtpuntje aan. Hij ziet zelfs kans een leiding aan te leggen die naar het huis loopt en bevestigd is aan een elektrische installatie, die het mogelijk maakt een alarmsignaal te laten klinken. Weer is Ries dik tevreden als hij zijn werkstuk bekjjkt. „Hier kunnen er best een stuk of acht in"mompelt hij voor zich heen. Hij zuigt nog eens extra aan zijn pijp. In gedachten laat hij de jongens de re vue passeren. In de eerste plaats denkt hij aan Dick en Jaap, die bij tante Marie van Ginkel ondergedoken zijn en alleen als het heel erg gevaarlijk is, zijn hulp inroepen. Verder Gert van de Lustgraaf, Adrie van Manen, Gert van de Heuvel, Steven Diepeveen, Kees van de kostbaas. Machtig, dat hij nu deze club in het ver volg zulk een schuilplaats zal kunnen aanbieden. Geen Grüne Polizei of Gesta- po-agent die hier zal zoeken. Aan één kant van de stromijt is een luchtgat. Daar tegen plaatst hij een hoe veelheid bonestaken en rijshout. Keurig gecamoufleerd De deur heeft hij gemaakt van gaas en hooi, ook al onzichtbaar. De heer Spies, portier van de Hollandia Wolfabrieken, door Ries altijd „De Musch" genoemd, die altijd elk gevaar ruikt, zal wel zorgen voor een seintje als er iets aan de knik ker is De eerste bijeenkomst van de jongens van de club, in deze unieke schuilplaats, had een gezellig verloop. Vele keren volg den. Immers, er was vaak gevaar. De tijd werd vaak gedood met het vertellen van sterke verhalen en „bamzwaaien" Er is iets gebeurd in Veenendaal. Het bevolkingsregister is gestolen. De Duitsers zijn woedend! Er komt bevel van hoger hand om heel Veenendaal uit te kammen. Een razzia dus! Gelukkig dat Spies het gevaar spoedig ruikt en snel een waarschuwing zendt naar de clubleden. In een ommezien zijn de jongens bij elkaar en duiken in hun schuilplaats. Nu met kloppende harten, want het is bittere ernst Er wordt geen woord gesproken achter het beschutte stro. Alleen maar gebeden.. Weldra klinken schreeuwerige stemmen over het erf. Duitse laarzen schoppen overal tegen. De spanning stijgt Ten huize van de heer van Amerongen werd niets gevonden, maar de Duitsers schijnen het zaakje hier toch niet te ver trouwen Vlakbij klinken nu de mopperkreten van de militairen. De jongens houden hun adem in. Enkele soldaten klimmen reeds in de hooiberg naast de stromijt. Sommige steken hun bajonetten in het hooi. Aan de andere kant van de stromijt dringen en kele Duitsers de kippenschuur binnen. „Was ist loss!!!"wordt er gebruld. Even later lopen verschillende soldaten langs de stromijt, zonder echter te be denken dat daar ook wel eens een schuil plaats kon zijn.... De camouflage is wel zo voortreffelijk dat niemand een onderzoek instelt. Na enige tijd sterft het gebrul van de zoeken de Duitsers geheel weg. De jongens zijn gespaard gebleven. Een danktoon stijgt op. Dit was op het nippertje. Een lange tijd gaat voorbij. Dan gebeurt er dit en dan weer dat. Elke dag in de oorlog had zijn eigen belevenissen. Soms was er gevaar maar ook was er veel ge zelligheid. De onderduikers vormden vaak één groot gezin, die er niet aan dachten elkaar in de steek te laten. Maar dan plotseling gebeurt er weer iets! Gert van de Lustgraaf en Kees van Amerongen helpen hooien bij de brug „De Pekkesloot". Ze zijn druk bezig. Het is fijn op het land. Heel wat beter dan altijd maar in een kamertje te zitten, als onderduiker. Of in de schuilplaats, waar het uiteraard ook niet alles is bij mooi zomerweer. Vader van Amerongen geeft aan wat er gebeuren moet. Ze werken met z'n drie- en op en het vlot aardig. Niet ver hier vandaan sluipen twee Feldgendarmes rond. Ze hebben opdracht om onderduikers op te sporen. Ze zijn goed gewapend en verlangen naar buit. Ze weten echter dat de Hollanders niet mak kelijk te verschalken zijn!Maar ze zullen hun best doen. Hun jachtinstinkt steekt fel de kop op, als ze in de verte twee jonge mannen gewaar worden in het hooiland. Dat is niet pluis, beseffen ze. Jongelui van die leeftijd horen in Duitsland te werken. Behoedzaam sluipen ze naderbij Achter het raam van de achterkamer staat Nel, de zuster van Kees. Zij ziet de Feldgendarmes sluipen en vertrouwt dat niet. Ze tuurt verder naar buiten en wie beschrijft haar schrik als ze in de verte haar broer Kees en zijn vriend Gert ziet werken, bij. haar vader. Zij heeft onmid dellijk de situatie door en snapt dat de jongens niets in de gaten hebben. Ze be gint te huilen maar ze weet dat ze hande len moet! Snel neemt ze een besluit. In een schaaltje deponeert ze enkele panne koeken, die ze zojuist gebakken heeft, en rent langs een omweg, zodat de Duitsers haar niet kunnen zien, naar haar vader, alsof ze hem eten brengt, zoals te doen gebruikelijk. Buiten adem komt ze daar aan en weet nog net op tijd de jongens te waarschuwen, die onmiddellijk naar het roggeland vluchten en verdwijnen tussen het hoog opschietende gewas. De Feldgen darmes geven een boze schreeuw naar Nel. Zouden ze iets in de gaten hebben? Ze gunnen zich echter geen tijd om haar te ondervragen en rennen ook het rogge veld in. Een heel eind verder zien ze ten slotte twee jongelui lopen. Ha, eindelijk zullen ze succes hebben. Ze schieten een keer in de lucht en gebaren de jongens stil te staan. Helaas worden de jonge mannen gearresteerd. Het is Karei van Nieuwamerongen met nog een onderdui ker. De Feldgendarmes menen stellig dat ze de twee bewuste jongens te pakken heb ben en nemen deze twee mee naar hun bureau. Later worden ze weggevoerd naar Duitsland. Gert en Kees blijven tot het donker wordt in het roggeveld. Dan pas keren ze terug naar de familie van Ame rongen. Het spreekt vanzelf dat ze onmid dellijk hun schuilplaats opzochten, waar ze de komende nacht zullen blijven. Weer zijn zij behouden gebleven! De tijd gaat voort. De oorlog raakt ten ginde. De bevrijding komt. De stromijt heeft haar prachtige taak volbracht. Op een dag in 1945 gaat Ries weer aan het werk. Afbraak deze keer! De stromijt wordt ontluisterd en tot de grond toe af gebroken. Het is nu voorbije tijd. Pein zend kijkt Ries nog even naar de over blijfselen van de roemvolle schuilplaats. Even schudt hij zijn hoofd. Dan keert hij zich om. Met veerkrachtige tred gaat hij naar de schuur. Ja, toch is het goed dat deze tijd voorbij is Gemeente Veenendaal Burgemeester en wethouders van Veenendaal maken bekend, dat aan al le bekende houders van honden een aangiftebiljet voor het belastingjaar 1965 is toegezonden. Houders van honden, die geen aan giftebiljet hebben ontvangen, zijn ver plicht vóór 20 februari 1965 aangifte te doen ter gemeentesecretarie, Hoofd straat 92, alhier, door invulling en on dertekening van een aldaar verkrijg baar. aangiftebiljet. Zij, die in de loop van het belasting jaar houder van een hond worden, zijn verplicht hiervan opgaaf te doen ter gemeentesecretarie binnen 14 dagen na het tijdstip, waarop de belastingplicht ontstaat. Niet-invulling of onjuiste invulling heeft verhoging tot het vijfvoud van de aanslag tengevolge. Veenendaal, 12 januari 1965. Burgemeester en wethouders voornoemd De burgemeester, J. Hazenberg; De secretaris, Van Manen. BROMMER ONTVREEMD Zaterdag deed de heer P. C. M. de J. aangifte van de vermissing van zijn bromfiets, die hij op de Pr. Bernhard- laan had neergezet. De politie stelde een onderzoek in en kon de daders grij pen. Het bleek een zekere J. D. uit Ede te zijn, die in samenwerking met J. J. de brommer in Wageningen had achtergelaten. Dit verhaal gaat over een kikker die eens iets anders wilde dan andere kikkers. Kwak, zo heette die kikker, zag er precies zo groen uit als andere kikkers en hij had maar een heel ge wone kikkernaam, maar toch was er iets bijzonders met hem. Al vanaf de tijd dat hij nog maar een heel klein kikkervisje was, had hij al iets bij zonders. Kwak deed nooit mee aan kikker spelletjes, zoals van het ene gro te plompeblad op het andere springen, om het hardst zwemmen of verstop pertje spelen. Nee, Kwak zat maar het liefst op een groot blad in de zon te dromen. En waarvan droomde hij dan? Nu, dat zal ik jullie eens vertellen. De ene keer droomde hij dat hij een vogel was die naar vreemde en onbekende landen vloog, dan weer dat hij een hup pelend konijntje was én verleden week zelfs dat hij de prins was uit het sprookje van de prinses en de betoverde kikker. Ja, toen was het zelfs zo erg dat Kwak met een krans van goudgele dotterbloe men op zijn hoofd liep, omdat hij vond dat een prins zoals hij toch niet zonder kroon kon. Oh, wat hebben de andere kikkers ge lachen. Het was zo'n geschater en ge kwaak dat de vissen en watertorren en alle andere slootbewoners kwamen kijken wat daar nu wel aan de hand was. En dat die ook verschrikkelijk moesten lachen begrijp je zeker wel. Maar Kwak kwam al gauw tot de wer kelijkheid terug, toen een oude wijze kikker hem vertelde, dat dat al een heel oud sprookje was en dat Kwak nooit de prins kon zijn omdat hij toen nog niet eens geboren was. Toen schaamde Kwak zich toch wel een beetje voor de andere kikkers. Maar deze keer heeft Kwak iets heel anders bedacht. Hij vond dat hij geknipt was voor dirigent van een groot koor. En dan nog het liefst met een orkest er bij. En hoe langer Kwak erover dacht, hoe mooier dat plan hem begon te lijken. Stel je voor, een heel groot koor en dan Kwak als dirigent ervoor op een groot plompeblad. Hij vond het werkelijk een prachtig idee. En zo ging Kwak op weg om leden te winnen voor zijn koor. Nu weten jullie allemaal wel dat kikkers dol zijn op zin gen, moet je 's avonds maar eens langs een kikkersloot komen, de een kwaakt nog harder dan de ander. In één morgen had Kwak al genoeg leden bij elkaar die allemaal beloofden 's avonds op de repetitie te komen. En daar kwamen ze dan. Elke kikker had een heleboel vrienden en familie meegebracht, dus het was daar in de sloot een drukte van belang. Kwak ging op een groot blad staan. Hij hief zijn dirigeerstok en vroeg om stilte. Maar die arme Kwak. Of hij nu beleefd om stilte vroeg of hard schreeuwde, iedereen praatte en lachte maar door. Het zweet brak onze arme Kwak uit! Hoe zou hij toch ooit van zo'n pratende en lachende menigte een goed koor kun nen maken? Had hij maar een reuze harde stem, dan zou hij om stilte roepen. Maar plotseling kreeg hij een idee. Hij pakte een rietstengel, stak hem in zijn mond, blies er op enalle kikkers schrokken van het schelle geluid en waren op slag stil. „Beste kikkervrienden", zei Kwak, „Ik vind het reuze prettig dat jullie met zo veel gekomen zijn, maar jullie begrijpen toch ook wel dat het op deze manier on mogelijk is een goed koor op te richten. Ik wil het volgende voorstellen: Alleen de kikkers die lid zijn komen morgen avond bij mij oefenen. We nemen er zo die laag kwaken, die hoog kwaken en als we dan nog wat muzikanten hebben, zijn we klaar. En zo gezegd, zo gedaan. Kwak oefende elke avond met z'n koor leden in een hoekje van de sloot. Toen er 3 weken voorbij waren kregen alle slootbewoners een uitnodiging om te komen luisteren naar „De vrolijke Kwa kers" onder leiding van dirigent Kwak. Oei, wat stond dat deftig. Vol verwachting en keurig uitgedost kwam iedereen die avond naar de zang uitvoering luisteren: Kwak, die met een grote zwarte strik om voor zijn koor stond, hief zijn dirigeer stok en daar begonnen ze. Alle aanwezi gen hielden hun adem in. Wat was dat prachtig! Iedereen zong keurig in de maat en de muzikanten trommelden en bliezen er op los dat het een lieve lust was. Kwak's gezicht glom van trots om zijn knappe koor en toen het laatste lied ge klonken had, kreeg hij zo'n applaus dat hij wel 10 keer moest buigen. Er werd afgesproken dat het kikker koor elke week een keer zou optreden en zodoende had Kwak het zo druk met steeds nieuwe versjes in te studeren dat hij geen tijd meer had om te dromen. En dat was maar goed ook! De opruiming begint donderdag 14 januari a.s. oin 9 uur OPRUIMING MEUBELS - - w VEB0TEX Zie onze etalage op Kerkewijk 29

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1965 | | pagina 6