centrum
Proefboerderij
»De
van
onderzoekingen
Ossekampen
VEESTAPEL
Tal van excursies
naar liet bedrijf
AMERONGEN
ARAM
ARAM
VIERDE BLAD „DE VALLEI" VRIJDAG 9 APRIL 1965 Nr. 28
Centrale melkplaats
bouwvakbladen ter kennis brengen van de Nederlandse landbouwers en veehouders in het
algemeen. Een zeer nuttig instituut dus, waarvan iedere agrariër zijn vruchten kan pluk
ken. De heer A. Zijlstra, belast met de dagelijkse leiding van de proefboerderij, leidde ons
welwillend rond en bracht ons met verschillende aspecten op de hoogte.
Contact
Onderzoek
HuSh Puppies'
Voordeel
Onder de rook van Wageningen bevindt zich de moderne proefboerderij „De Ossekampen",
in exploitatie bij de Stichting Bureau voor gemeenschappelijke Diensten, kortweg B.G.D.
Het proefbedrijf fungeert als onderzoekcentrum, niet alleen voor de wetenschap, maar
schiedt. De uitkomsten van het onderzoek worden ter beschikking gesteld van de Rijks-
landbouwconsulenten, die de eventuele verbeteringen en/of moderniseringen via de land-
Excursies
Exploitatie
Inrichting gebouwen
Proeven
ANWB AVOND
Allergisch
Het
spookslot
aan
de
Tiber
delijke besmetting met maag- en
darmparasieten kan worden voor
voorkomen.
Er worden drie methoden toegepast:
a. uitsluitend omweiden, de lammeren
worden op een leeftijd van ongeveer
twee maanden gespeend en daarna voor
de ooien uit geweid; b. omweiden, af
gewisseld door maaien, zodanig dat de
dieren hoogstens 7 dagen op een per
ceel grazen en eerst na zes weken weer
terugkomen. De lammeren blijven bij
de schapen; c. precies als het voorgaan
de, de tijd tussen de beweidingen is
echter 12 weken. Op elk object weiden
10 schapen met 20 lammeren.
Zeer onlangs is nabij deze plaats,
waar de schapenproef wordt gehou
den een aanvang gemaakt met de
bouw van hokken voor pluimvee
voor de Landbouwhogeschool te
Wageningen, waarvan iedere
pluimveehouder zijn profijt kan
trekken.
Op „De Ossekampen" wordt het hooi
in de tas met koude lucht nagedroogd
en wordt beproefd of het met de hui
dige norm van 40 ms lucht per
m3 hooi mogelijk is hogedrukbalen te
ventileren. Het gevaar voor broei moet
totaal worden uitgeschakeld.
Er zijn op de proef boerderij grote
De moderne en prachtig ingerichte ge
reedschapsafdeling van „De Ossekam
pen".
silo's aanwezig, een van 112 m3 en
twaalf stuks ronde silo's ieder met een
inhoud van 21 m3.
Zowel op „De Ossekampen" als op
„De Veenkampen" treft men een cen
trale melkplaats aan voor het melken
in de weide. Op beide plaatsen
is de melkstal ingericht als een dubbele
tweestands doorloopmelkstal (met zij
uitgangen). In deze stal kunnen vier
koeien tegelijk worden gemolken.
De heer Zijlstra verklaarde tijdens
dit gesprek, dat men wel contact heeft
met boeren uit de omgeving, maar men
fungeert toch niet speciaal als voor
lichtingsorgaan. Men beproeft de ver
schillende dingen en brengt de resul
taten ter kennis aan de geëigende
landbouwinstituten.
Dat neemt niet weg dat „De Ossekam
pen" ingeschreven staat bij de fokver.
en dat het vee van de proefboerderij
op provinciale fokdagen wordt tentoon
gesteld. De samenwerking met de boe
ren uit de streek is zeer prettig.
De gewone boer zou niet in staat znn
een dergelijk onderzoek als op deze
proefboerderij plaatsvindt zelfstandig
te verrichten. Hem ontbreekt daarvoor
ten enemale de tijd en (meestal) ook
het materiaal. Neem de voederproeven.
Men moei heel geduldig te werk gaan
om het juiste menu samen te stellen.
De koe heeft zoveel gram eiwit, zoveel
zetmeel nodig en moet er al of niet bij
gevoerd worden. Al deze dingen zouden
tussen het dagelijkse werk van de boer
Nieuwsgierige maar weldoorvoede scha
pen met hun lammetjes in de weide
van de proefboerderij.
niet passen. Hij zou het ook niet geheel
kunnen overzien. De boer is een prakti-
kus en de theorie hoe belangrijk ook
laai hem soms overigens zeer ten
onrechte koud.
Neem nou de nieuwe hooiwinnings-
methode. Hieraan is een paar jaar
gewerkt, aldus de heer Zijlstra.
Thans gaan 12 boeren in het gehele
land hetzelfde doen. De theorie,
door ons op lange termijn verkre
gen, wordt in de praktijk toege
past.
De boer kan niet op z'n eentje gaan
experimenteren, hij heeft hulp en steun
nodig. Trouwens, als hij proeven zou
moetep nemen met machines of trak-
toren zou hij ze waarschijnlijk eerst
moeten lenen. De boer is in vele ge
vallen afhankelijk van de loonwerker,
die niet op vastgestelde tijden kan ko-
merf dorsen. Gezien deze overwegingen
is het werk op de Ossekampen zeer nut
tig voor de gehele boerenstand. De be
drijfsleider, de heer Zijlstra werkt sa
men met een assistent voor de proef
nemingen en zes vaste arbeiders
veeverzorgers. Zo kan al dat werk ge
beuren en voortgang vinden. Uiteraard
moet er bij toerbeurt ook in de week-
einds gewerkt worden. Melken en voe
deren kan geen oponthoud lijden. Wel
is ook al door de mensen van „De Osse
kampen" onderzocht of het overslaan
van een melkbeurt b.v. op zondag mo
gelijk zou zijn. Dit leverde vooralsnog
geen positieve resultaten op.
Een groot voordeel is wel het feit dat
De Ossenkampen op de grens ligt van een
gebied met zowel zand-, veen- als klei
grond, op elk van dezer grondsoorten
de proevenx genomen kunnen worden. De
schapenproeven moeten b.v. overeenstem
men met de grondsoort op Texel waarop
de dieren daar grazen. En dat is dan ook
toegepast. In totaal beslaat de proefboer
derij bijna 20 ha. en De Veenkampen nog
eens 32 ha.
Het bedrijf heeft voorts de beschikking
over 9 ha. los land, waarvan 4 ha. zand
grond en 5 ha. veengrond. Er zouden nog
legio cijfers te noemen zijn. Het relaas
over „De Ossekampen" zou te ver voe
ren als alle details belicht zouden wor
den.
Hoofdzaak is, dat hier wetenschap
pelijk landbouwonderzoek plaats
vindt, waarbij de onderzochte pro
blemen rechtstreeks uit de praktijk
komen en na een definiëring door
het proefinstituut weer naar de
praktijk worden teruggespeeld, zij
het via aan aantal kanalen.
De gewone boer, dagelijks ploeterend
op zijn bedrijf, kan terdege profiteren
van hetgeen hier gebeurd. Niet alleen de
individuele boer kan met de resultaten
zijn kennis verrijkij, maar dit proefonder
vindelijke onderzoek is uitermate belang
rijk voor de Nederlandse landbouw in het
algemeen. Wil Nederland in het kader
van de E.E.G. zijn vooraanstaande positie
als landbouwland bij uitstek behouden en
uitdiepen dan is het een eerste eis dat
men ten opzichte van het buitenland met
kwaliteitsprodukten op de markt komt en
bovendien dat men zich heeft aangepast
aan de moderne methoden zoals ook in
vele andere landen gebruikt worden.
Stilstand is achteruitgang en met het
oog op de toekomst ook de landbouw-
toekomst moet gezegd worden: Instel
lingen zoals de Proefboerderij „De Osse
kampen" zijn de pilaren waarop het ge
bouw van de Nederlandse Landbouw rust.
Vooraanzicht van de prachtige proef
boerderij „De Ossekampen".
Precies afgewogen krijgt elke koe zijn vastgestelde hoeveelheid voedsel. ook voor de praktische bedrijfsvoering, zoals op elke willekeurige boerderij ge
Op „De Ossekampen" bevindt zich
uiteraard een behoorlijke veestapel. In
totaal zijn er ruim 80 stuks melkvee,
circa 80 stuks jongvee (waarvan 15 één
jarige ossen) en twee fokstieren in de
proefstal ondergebracht. Ook worden
er nog een dertigtal schapen en circa
60 lammeren gehouden. De koeien zijn
allemaal ingeschreven in het Neder
lands Rundveestamboek. Voor de oor
log waren de onderzoekstations over
heel Ned. verspreid, maar na 1945 werd
alles meer gecentraliseerd en speciaal
in Wageningen werd het landbouwon
derzoek geïntensiveerd. In 1956 ver
rees de proefboerderij „De Ossekam
pen" en sindsdien is het er een en al
leven en bedrijvigheid.
Het bedrijf kreeg een zodanige be
kendheid dat er meermalen verzoeken
binnen kwamen om een excursie naar
Wageningen te mogen maken. Niet al
leen deskundigen, overigens uit alle
delen van de wereld, maar ook wel de
leken op landbouwgebied, zoals de toe
rist of kamperende schooljeugd, toon
den hun belangstelling voor het proef
bedrijf. Terwijl wij onze aantekeningen
maken komt er alweer een verzoek uit
het hoge noorden of men in de zomer
met een groep landarbeiders een kijkje
mag komen nemen, hetgeen welwillend
werd toegestaan.
Het proefbedrijf wordt, zoals boven
omschreven, geëxploiteerd door het
B.G.D. te Wageningen. De onderzoekin
gen vinden plaats ten behoeve van het
Instituut voor Biologisch en Scheikun
dig Onderzoek van Landbouwgewas
sen T.B.S., het Instituut voor Bewa
ring en Verwerking van Landbouwpro-
dukten I.B.V.L. en het Proefstation voor
Akker en Weidebouw P.A.W.
De grootveestal bestaat uit één dub
bele Hollandse stal. In totaal kan
hierin 56 stuks grootvee worden ge
stald. Voor de verlichting zijn TL-bui-
zen aangebracht. In de bergplaats voor
bieten is een noodstal ingericht, die
plaats biedt aan 12 stuks grootvee. In
het najaar van 1961 heeft men een
automatische mestafvoerinstallatie in
gebruik genomen voor de groot- en
jongveestal. De installatie werkt vol
gens het schuifstangsysteem. De jong
veestal biedt plaats aan twee groe
pen dieren van ieder 24 stuks en kan
ook worden ingericht voor stieren en
ossen. De kalverstal_ in de kapschuur
is een gesloten gedeelte waarin de die
ren apart en in groepjes gehouden kun
nen worden.
Er is een speciaal voederhek met
voorzieningen voor het drenken. Voor
eventuele proefnemingen met hooiven-
tilatie met door de zon verwarmde
lucht zijn het achterschild van de groot
veestapel en het dak van de kapschuur
van speciale constructie. In de melk-
kamer is gelegenheid voor het gekoeld
bewaren van de melk. Alles is even
praktisch en modern ingericht. Niet al
leen de landbouwdeskundige, maar ook
de leek kan hier een zekere regelmaat
en orde opmerken.
Met het vee worden proeven geno
men, de melkproduktie wordt gecon
troleerd, tussen twee haakjes deze
melkproduktie steeg sinds 1958 met niet
minder dan 25°/t. het jaarlijkse vetge
halte kwam van 3,86°/o op 4,18°/o en de
melkgift per koe steeg van 4502 kg tot
4929 in vijf jaar tijds.
Op een perceel grond in Achterberg
vroeger in gebruik bij de heer H. Grif
fioen, thans wethouder der gemeente
Rhenen, wordt een schapenproef ge
houden.
Er wordt bekeken hoe zgn. lam
meren op zwaar met stikstof be
meste grasland in korte tijd in een
voor de slacht geschikte positie
kunnen worden gebracht. Er wordt
daar in Achterberg ook onderzocht
in hoeverre door maaien van het
gras tussen de beweidingen scha-
Zeer intensief zijn de proeven met
de hooiwinning. Op de proefboerderij
ziet men kans het hooi in een minimum
van tijd in de schuren te krijgen, zodat
het verregenen of verrotten niet voor
komt. Ook de bewaring van het hooi
in de schuur schept voor de boer wel
eens problemen.
In de zaal van Buitenlust vond een
filmavond plaats van de ANWB. Voor
deze avond bestond een bijzonder grote
belangstelling. Helaas was de burgemees
ter plotseling verhinderd een openings
woord te spreken.
Aan de hand van kleurige dia's werd
een overzicht gegeven van het vele werk
dat door deze 700.000 tellende vereniging
wordt verricht. Om slechts enkele aktivi-
teiten te noemen: wegenwacht, toeris
tische informatie, technokeuringen, plaat
sen van wegwijzers e.d.
Een unieke organisatie is de wegen
wacht. Momenteel zijn er 450.000 leden.
Dit werk werd in een film nog duidelij
ker toegelicht. Men kreeg daarbij ook een
kijkje achter de schermen.
Een volgende film toonde de grote nood
zaak van het afleggen van een rijproef
met een deskundige van de Bond. Het
gaat hier niet om een examen, doch uit
sluitend om advies. Autorijders die reeds
vele jaren hun voertuig besturen zijn zich
vaak niet bewust van de fouten in rijstijl
en verkeerstechniek, die zij onbewust
maken. De ANWB geeft hen de gelegen
heid met een deskundige een proefrit te
maken, waarbij deze fouten al gauw aan
het licht komen.
Na de pauze, waarin men kennis kon
maken met de vele geschriften door de
Bond uitgegeven, werden enkele films
vertoond op toeristisch gebied. Bijzonder
interessant was een film over het mach
tige landschap van de Pyreneeën, waarbij
de klemtoon viel op het mooie Basken
land.
Kenneth Hunt, de 34-jarige dood
graver van het Engelse stadje Woo-
burn, is zijn baan en zijn huis kwijt.
De oorzaak is dat hij allergisch is voor
de geur van verse aarde. Een vertegen
woordiger van het gemeentebestuur
heeft verklaard dat het ontslag on
gaarne is gegeven, maar, zegt hij, onze
doden moeten nu eenmaal begraven
worden.
Andere proeven, die op „De Ossekam
pen" worden verricht zijn de veldproe
ven, waar tot in de precisie wordt vast
gesteld welke bemesting voor een be
paalde grondsoort gewenst of noodza
kelijk is, in welke hoeveelheid men
moet mesten, beweidingsverliezen wor
den vastgesteld, kortom op „De Osse-
kamp" laat men niets aan het toeval
over.
64 Inmiddels houdt Aram op de wallen van de
spookburcht Merlins knechten met zijn zwaard in be
dwang.
„Wel wel", zegt hij smalend, „mijn zwaardvechtende
vriend, die zogenaamd door Merlins toverkracht in
elkaar zakte, toen die nacht in Casetta! Dat was een
fraaie komedie! En nu, de trap af, jullie twee!"
Gelaten gehoorzaamt het tweetal zijn bevel. Als ze
de trap afgedaald zijn en een donker slaapvertrek
doorlopen, ziet Aram vanuit een klein luik in het pla
fond een afschrikwekkend masker hangen, met scheve
lege oogkassen. En terstond herkent hij de afschuwe
lijke kop, die hem tijdens zijn eerste nacht in het
kasteel dit vertrek heeft doen ontvluchten. Bij een
klein zijkamertje duwt hij. Peer, de tovenaarsknecht
hardhandig naar binnen, slaat de deur dicht en schuift
er de grendel voor. „Ziezo", zegt hij tot de ander,
„Die zit daar veilig. En nu breng jij me snel naar de
goudmijn! Vooruit!"
(wordt vervolgd)