Expressie en impressie FLITSEN UIT ARAM Blijf bij me Marianne air-TtfSïSSrsas^ EENMORE— VEENENDAAL EN OMSTREKEN CHEVROLET ARNHEM 15 ADVERTEREN DOET VERKOPEN door Kik Volkenburg - V. A. B. KIRPESTEIN CITY-MOTORS-EDE 33 I Iedere automobiel-liefhebber- maar hij niet alleen! - dient dit grootse evenement te bezoeken. Renault nodigt u uit voor deze manifestatie.Toegang vrij! U bent van harte welkom op: ig april van 17.00-22.00 uur 17 19/20/21/22 april van 10.00-22.00 u. 18 april van 13.00-18.00 uur. In: Musis Sacrum, Velperplein Een manchet met een onderscheiding. De manchet van een Kenmore Spanofast overhemdEen prachtig overhemd - een practisch overhemd. Want hoe U het wast en hoe U het droogt: de extra versterkte boord en manchetten blijven altijd perfect! GOED VAN GAAT LANGER MEE Ze komen naar hem toe en schelden hem de huid vol. Het duurt wat voor Die- peveen weet wat er aan de hand is. Dan buldert hij van het lachen. Wat een mop! Tenslotte lachen de zustertjes ook maar mee en gaan weer opnieuw aan het sjouwen. Op een goede dag staan er een stelletje zusters geïnspireerd naar buiten te tu ren. Diepeveen gaat er ook bij staan. En dandaar gaan ze, Amerikaanse tanks met infanteristen. Ongelooflijk! De bevrijding nadert dus. Duidelijk zien ze de gevechtwagens een omtrekkende be- „Herr Diweven, wieviel Marken habe Sle „Funf Mark, Herr". „Das 1st zu wenig. Sie müssen hier arbeiten Als een moker dreunde dit antwoord in Diepeveen. Weg vrijheid! Wat eenj narigheid toch weer. Ondanks zijn gezwollen been, moest hy uren lopen, voor dat men werk voor hem gevonden had. Hy kwam terecht op een boerdery» Daar moest hy voor de koe zorgen. Er waren nog meer buitenlanders op de boerdery. Twee Fransen en twee Russen. Verder nog een Russische vrouw en een Russisch meisje. Diepeveen mocht wel met de Fransen omgaan maar niet met de Russen. De Russen waren van een verachteiyk ras, volgens de Duitsers. Aan de Fransen had Diepeveen echter geen steek. Maar de Russen noemde hy prachtkerels. Ze gaven hem van hun eigen verdiende geld. Verder probeerden ze hem overal mee te helpen, zyn voornaam, Marinus, konden ze niet uitspreken. Ze brachten het niet verder dan Marjoes. Na een paar dagen kreeg Diepeveen vreselijke dikke voeten en benen. De Russen schakelden de boerin in en deze stuurde hem naar de dokter. De dokter vroeg hem: „Was haben Sie gemacht? Haben Sie nicht gefressen? Oder sind Sie terrorist, oder sabotist Hij geeft een zalfje mee, maar na enige tijd wordt Diepeveen in een boerenkar naar een ziekenhuis gebracht. Hij gaat regelrecht naar de operatiekamer. Zijn toestand is zeer ernstig. Zijn hele been veretterd. Hongeroedeem! Duizenden zijn er in de oorlog aangestorven en ook daarna nog. Diepeveen kreeg de narcosekap op en moest aftellen. Toen hij wegzonk in de roes, dacht hij: Marie, zal ik je ooit weerzien 's Middags kwam hij weer bij. Gelijk loeiden de sirenes. Luchtalarm. Ze zetten hem in een rolstoel en zo ging hij naar de schuilkelder. Elke dag moest hy een tijdlang met het behandelde been in het bad. Hij deed dat zelf, want hij mocht op krukken lopen. Op een keer was de waterleiding uit gevallen, maar dat wist hij niet. 's Morgens hadden de zusters vanuit de kelder drie-hoog de trappen op, water gesjouwd in het bad voor diverse doeleinden, maar zeker niet voor Diepeveen. Ze verzuimden hem te waarschuwen en hij kroop doodleuk in het kostbare en met zoveel moeite vergaarde water. Een uur lang. Het zag geel van de wond. Rustig kleedt hij zich aan en gaat weer naar bed. Even later hoort hij een geroep: „Wo ist der Hollander? Er ist ganss verrückt. nen om de patiënten te verwennen, die zoveel doorgemaakt hebben. Van hieruit worden de Hollanders met vijftien grote vliegtuigen naar Parijs gevlogen. Op het Parijse vliegveld zijn alle nationaliteiten bij elkaar. Er staat een groot militair mu ziekkorps. De Hollanders stappen uit. Er staan twee lange rijen Franse soldaten. Daar tussendoor lopen nu de Hollanders naar een gebouw. De militairen staan aangetreden om de Hollanders eer te bewyzen. Die peveen en zyn lotgenoten weten niet ■H Het geld dat dhr. Die peveen van de Russen kreeg. HU heeft het nog steeds bewaard en hecht er veel waarde aan. HU kon het toen niet over zUn hart krU- gen het te gebruiken. weging maken rond de stad. Dezelfde avond komen de Amerikanen al in het ziekenhuis. Met kwistige hand delen zij sigaretten uit aan de buitenlanders. Ze zijn buitengewoon vriendelijk. Het is 7 april 1945. Hoe zou het nu in Veenendaal zijn? Na enkele dagen worden de Hollanders naar een ander ziekenhuis gebracht. Lang worden ze nagewuifd door de zusters. Diepeveen komt nu terecht in Reckling- haus, waar hij volop te eten krijgt. Be kwame Amerikaanse artsen behandelen nu zijn been. Sommige patiënten sterven door een te overvloedig gebruik van voed sel. Daarna wordt alleen nog maar bis cuitspap beschikbaar gesteld. Toen ging het beter. Na enige tijd worden de zieken ondergebracht in een enorm groot veld hospitaal, bij Hannover. Daar is het een luilekkerland. Volop sigaretten, vlees, kaas, kip, enz. Bijzonder aardige Ameri kaanse verpleegsters doen wat ze kun- wat ze overkomt. Dromen zy, of is dit alles werkeiykheid? Onverwachts valt het muziekcorps in. Ze spelen het Wilhelmus! Alle Hollanders beginnen te huilen als kinderen. Ook Diepeveen, die zich altijd nog had kunnen goedhouden, fikst het niet. De ontroering wordt hem te machtig. Hij. snikt het uit, onder de "Blan ken van het volkslied. Franse meisjes, be laden met chocolade, sigaretten, broodjes en wijn, doen hun uiterste best om de Hollanders een onvergetelijk welkom te bereiden. Het is in één woord „af". Als ze later in een bus door de stad rijden, lopen overal mensen met manden-vol voedsel, om het de Hollanders aan te bie den. Weer worden ze in een groot Frans regeringsgebouw verwelkomd. Knappe, Franse meisjes geven de Hollanders op elke vermagerde wang, een klinkende zoen. -Lv, c De officiële repatrië- ringskaart van de heer Diepeveen. In een Roode Kruisgebouw worden rönt genfoto's van de mannen genomen en bloedproeven gemaakt. Ze staan daar in een lange, onafzienbare rij. Spier en spier naakt, zoals Diepeveen het uitdrukte. Dit omdat hun kleren ontluisd moesten wor den. Aan het eind van het gebouw kunnen ze weer hun inmiddels snel gereinigde kleren aantrekken. Er breekt nu een tijd aan van afwach ten. Wekenlang! Steeds schrijft Diepe veen naar zijn vrouw. Nooit komt er be richt terug. Hij spreekt een paar Hol landers die uit Rhenen kwamen. Desge vraagd zeiden zij tegen Diepeveen, dat heel Veenendaal verwoest was. Nieuwe schrik voor Diepeveen. Zouden zijn vrouw en kind niet meer leven? Dit was niet in te denken. Daarom schreef hij maar door, *1 At wtó* pttPt: wt 'ï- *sp: Zie hier het kleine, maar gewichtige papiertje MET handtekening van de dok ter, waardoor repatriëring mogeiyk was. maar er kwam geen bericht terug. Op een zondag ziet hij plotseling, als hij bij. de dokter is, een paar Veenendalers. Eén ervan is Hennie Hiensch, de bakker. Diepeveen geeft hem een brief mee voor zijn vrouw. En dan, na een week is er post voor hem. Een paar kaarten van broers en brieven van zijn vrouw. Diepe veen grist de brieven weg en rent naar zijn kamertje. Wild scheurt hij de enve- loppes los en huilend leest hij. Ze leven allen nog en maken het goed. Groot is zijn vreugde. Nu wil hij beslist naar huis. (65) Zwijgend loopt Merlins handlanger voor Aram uit langs het bospad en geen van beiden vermoedt, dat de tovenaar kort tevoren gedwongen werd de zelfde weg te gaan. „Toen je die nacht in Casetta mij voor een duel uitdaagde, kwam je gezicht me al bekend voor, vriend", verbreekt Aram de stilte. „En nu weet ik waardoor! Je lijkt sprekend op Georg Gratz, de verraderlijke rentmeester van Her tog Orsino!" „Dat klopt", zegt de ander stroef, „ik ben zijn zoon Inmiddels hebben zij de mijn schacht bereikt. „Naar binnen", beveelt Aram, „het zou mij niet verwonderen, als Mortin hierheen ge vlucht is om zijn goudschatten op te halen." Als het tweetal slechts enkele tientallen meters door de donkere lage schacht gelopen heeft, trekt Aram zijn gevangene haastig terug tegen de rotswand. Op korte afstand, bij het flakkerend licht van een flambouw, ziet hij de tovenaar staan. En in de man, die Merlin met getrokken zwaard in bedwang houdt, herkent Aram onmiddellijk de roverhoofd man, die hem enkele dagen geleden op de weg naar Spoleto overvallen heeft. (wordt vervolgd) Een aanvraagadvies van het afwikkelingsbureau „concentratiekampen". Taaistraat 60, Vught. ondertekend door het hoofd: A. Timmenga. landse grens passeren. Het is nacht, als dit plaatsvindt. De trein gaat stilstaan en met een brok in de keel zingen de Hol landers het volkslied. De klanken waaie ren over de heide. Het was technisch lang niet volmaakt, maar hoe oprecht klonk hier het Wilhelmus Via Eindhoven komt men, .na diverse oponthouds in Nijmegen aan en vandaar worden ze in open vrachtwagens geladen, om naar Amersfoort getransporteerd te worden. Daar is het grote opvangbureau. Alleen vandaaruit kan men zijn woon plaats bereiken, na strenge selectie. Daar gaan ze dan. Arnhem, Ede, De Klomp. Wie beschrijft de gewaarwording van Die peveen als hij Veenendaal ziet liggen? Kon hij maar uit de auto springen, hoe het wel of niet gezien hebben van haar man, als een grote vrachtwagen de Wil- helminastraat komt inrijden. De auto stopt. Er wordt geclaconneerd. Er stapt iemand uit de auto Een zuster van mevrouw Diepeveen kijkt nauwlettend toe. Haar ogen worden groot van verbazing. „Mariedaar is-t-ie Mevrouw Diepeveen kijkt. Een forse man komt op haar toesnel len „Marie .Marinus De kleine Kees kijkt verwonderd toe. Het gezin is weer herenigd. Eindelijk thuis. Thuis. Thuis. Thuis! Het eerste teken van leven. Een kaart van zUn broer G. Diepeveen uit Veenen daal. Nog steeds bewaard. Geschreven op 11 juni 1945. zou hij naar zijn gezin snellen. Vlakbij Renswoude ziet hij plotsling een kennis. Het is Jan van Wakeren. Diepeveen buigt zich uit de auto en brult: „Ha Jan!" Jan kijkt en herkent. Hij zwaait, alsof hij zeggen wil: ik begrijp je. Ik zal je vrouw waarschuwen. Dat doet Jan dan ook. Hij fietst zonder omwegen naar me vrouw Diepeveen en zegt haar het blijde nieuws. Zij gelooft het echter niet. Het wordt een lang gesprek en ze komen er niet uit. De Amerikaanse hospi taal identiteitskaart van de heer Diepeveen. Zelf9 de diagnose staat er nog op! Maar de dokter laat het niet toe, omdat hy nog niet beter is. Maar Diepeveen weet er wat op te vinden. Hij belooft een assistent van de dokter een paar pakjes sigaretten, in ruil voor de handtekening- stempel van zijn chef. Nu wordt een dok tersverklaring opgesteld en de handteke ning gaat eronder. Ziezo, Diepeveen mag naar huis. Op de ambassade nemen ze genoegen met de verklaring en Diepeveen krijgt toestemming om naar huis te gaan. De trein heeft onderweg veel vertraging. Dan is het dit en dan is het dat. Het duurt dagen voor ze via Brussel, de Hol- Diepeveen komt in Amersfoort aan en treft daar onder de bewakers, een oom van zijn vrouw. Deze zorgt ervoor dat Diepeveen met dezelfde wagen weer mee terug kan naar De Klomp. Als Diepe veen bijna aan De Klomp is, vraagt de chauffeur hem: „Is het nog ver naar je woning „Een paar kilometer!" „Voor een pakje sigaretten breng ik je thuis. Afgesproken „Oké....!" Mevrouw Diepeveen is nog druk aan het bakkeleien met Jan van Wakeren, over MUZIKALE PERIKELEN VAN DE SLANKE LIJN De last waaronder onze vrouwen, ver loofden en kinderen van het vrouwelijke geslacht sedert jaren lijden, namelijk het handhaven van de slanke lijn, heeft ook op enige zijtonelen van het artistieke le ven diepingrijpende consequenties. De halfverhongerde mannequin moge een charmante verschijning zijn, zij heeft wei nig heroïsch over zich en beantwoordt in geen enkel opzicht aan de klassieke voorstelling van de heldinnen in de Wag- ner-opera's. Wieland Wagner de erfge naam van de Wagner traditie en de lei der van de befaamde Festspiele in Bay- reuth heeft dan ook onlangs verklaard, dat de financiering van zijn Wagner- festival hem minder zorgen baart dan het feit, dat voor zijn vrouwelijke rollen vrijwel geen zangeressen te vinden zijn. De forse Walkuren, de stevige Rijndoch ters, de welgevulde Brunhildes enz. wor den schaars. Niet, dat de vrouwenrollen persé een „vollschlank" figuur eisen, maar een dergelijke lichaamsbouw is de voorwaarde voor het voortbrengen van het klankvolume, nodig om zich te kun nen meten met een volbezet Wagner-or- kest. VEENENDAAL Ze arriveerde ademloos bij Joachim en kuste hem met haar frisse lippen op wangen en mond. Hij hield haar vast. Eindelijk fluisterde hy verlangend. Ik ben maar een half uurtje weg geweest, verdedigde Marianne zich. Veel te lang verzekerde hy. Hij trok haar naast zich op de twee de ligstoel. Z'u gelaat was naar haar toegewend en met blijde trots be merkte ze, dat hij er van dag tot dag beter ui; ging zien. Zijn genezing ging vlug vooruit. Weldra zou hy weer zoals vroeger kunnen leven. Het spijt me, dat die mooie zeil tochtjes je neusje nu voorbijgaan, vond hy. Ze moest lachen. Volger.d jaar. Ja, we hebben nog vele jaren voor ons, nietwaar! Hij greep haar hand en kuste die. Tot we samen oud en grys geworden zijn, kunnen we nog zo vaak zeilen. Er gleed een boot langs de veran da. Vera stond op de boeg en zwaai de. Haar rode haren fladderden in de wind. —Ze zal zich wel gauw met haar begeleider verloven, meende Joachim Zoëvan maakte ze een dergelijke op merking tenminste. Het schijnt dat haar tante geen tijd heeft laten voor bijgaan, maar deze Roeland is een flinke man. Hy zal haar wel een toon tje lager laten zingen! Denk Je nog vaak aan haar? in formeerde Marianne zachtjes. Nooit bekende hy eerlijk. Liefste je bent toch niet jaloers? Ik heb je reeds lang geleden verteld, dat er niets meer is geweest tussen Vera en i O. geautoriseerde vertaling door Jane Roberts mij na het ongeluk. Ik wist trouwens op de keper beschouwd reeds eerder, dat alles op een vergissing berustte. Hoe kom je daar zo bij? Het bedrukt me een beetje, dat je geen jonge vrouw zult krijgen, mom pelde ze. Maar inplaats daarvan een weduwe met twee kinderen. Hij lachte luid. Jij iieve domoor! riep hy uit. Jij en je kinderen. Ik heb van hen ge houden, zoals ik van jou hield, van het begin af aan. Zij zyn immers een deel van jou. Nee, Marianne, het is heus wel goed zoals het is. Vlugge voetstappen trippelden over de houten planken. Mama! kraaide Ellie. Ze had een klein roze broekje aan. Haar mollig lichaampje was goud bruin gekleurd. In haar hand zwaaide een emmer tje heen en weer. Mama, tante Veronika komt straks riep Klaas De kinderen stormden de veranda op en begroetten stormachtig hun moeder, die hen pas een kwartier ge leder verlaten had. En wal kryg ik? innormeerde Joa chim vol verwahting. Ellie klom meteen by hem in de ligstoel. Ze omhelsde hem tot hy by- na slikte en toen bedacht ze hem met 'n luid kusje. Klaas als man ge droeg zich een beetje styver, maar toen Joachim by hem informeerde naar zyn vooruitgang in het duiken leefde hy meteen op. Veronika bracht een mand met thee, koekjes en broodjes mee. Ter- wyl de beide vrouwen de tafel dek ten omringden de kinderen Joachim en vertelden hem hun belevenissen van de ochtend. Ik geloof, dat we juist op tyd ko men, vond dokter Gryssens, toen hy een kwartier later de veranda betrad. Hy was niet alleen doch in gezel schap van een schuchtere onopval lende jonge vrouw, die zwygend wachtte tot hy haar voorstelde. Juffrouw De Haas, ik bedoel... hm, Hy schraapte zyn keel en werd rood en vermeed het hardnekkig in Mari annes richting te kyken. Myn ver loofde Lieve deugd, dokter Gryssens! Ve ronika sloeg de handen ineen. Wat een verrassing. Ik geloof dat ieder een zich op het ogenblik verlooft. Gryssens glimlachte bescheiden. Moeder vind took, dat het de hoog ste tyd voor my wordt. Myn ver loofde is dokters-assistente. Ze zal my bystaan in het werk. Wat fyn voor u. Nog steeds keek Gryssens Marianne Ja, inderdaad, niet aan. Hy voelde Joachims pols, vroeg hoe hy had geslapen. Tenslotte schreef hy een recept uit en beloof de de volgende dag weer eens langs te komen om het verband te verver sen. Doet u mee? informeerde Joachim. We zullen ons erover verheugen, u en uw verloofde nog een dronk aan te bieden. Moeder wacht al met de thee op ons antwoordde Gryssnes op ge wichtige toon. Maar vriendelyk be dankt voor de uitnodiging. Veronika kon nog juist wachten, tot het paar zich verwyderd had, dan proestte ze het uit. Dat meisje is natuuriyk door zyn moeder uitgezocht. Ach, dat arme ding! Ze zag er zo schuchter uit. Ik vind haar erg aardig, meende Marianne. En Gryssens maakte een echt gelukkige indruk, vond je niet? Ja, hy moet ook we1 in de wolken zyn, nu het hem eindeiyk zal geluk ken, twee vrouwen onder zyn dak te verenigen. De oude dame meent het vast on zeker goed met hem. Ja, dat wel. We zullen maar hopen, dat ze gelukkig worden Zo, kinderen, maar nu gaan we gauw het water in. Veronika klapte in de handen. Jullie hebben weliswaar weer een vreselyk grote hoeveelheid koekjes verorberd maar een beetje rondplassen mogen jullie wel. Wie weet, dat heerlijke weer kan wel ineens omslaan. Veronika knipoogde tegen haar zus ter, alsof ze zeggen wilde: Zo ben ik nu. Ik ontferm me over Jouw kin deren opdat je met Joachim alleen kunt zijn. Marianne glimlachte dankbaar te gen haar. Ze kuste Ellie en Klaas, dan gaf ze hen een licht duwtje en liet hen aan Veronika over. Ze waren weer alleen. Het water glinsterde in het zonlicht. In de verte gleed een elegante motorboot door de golven. Marianne meende een groene sjaal in de wind te zien zwaai en. Wat een herfst! meende Joachim. Ze tastte naar zyn hand, vond hem en hield hem stevig omvat. Wat een herfst! herhaalde ze, diep ademhalend. Het was alsof de angst en de pyn van de zomer er nooit geweest was. De herfst schonk hen haar gehele gloed, de algehele warmte der ver vulling. Weldra zouden ze vooi altyd verenigd zyn, hier, waar hun tehuis was. Hun ogen zochten en vonden el kaar, Mariannes mond werd zacht, bloeide op en in haar geluk scheen ze Joachim zo ontroerend jong en mooi toe als een meisje aan de ochtend vsn haar leven. Liefste, glimlachte hy teder. Myn hart, fluisterde ze en boog zich over hem heen, om hem te kus sen... EINDE. 'sis f'—r 1 MjS/ ...'(TV i 1 I\JB ~w- t KENMORE VINDT U BIJ: Hoofdstraat 75 Tel. 2658 Veenendaal OVERHEMDEN DIE ZICH ONDERSCHEIDEN

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1965 | | pagina 4