De molen aan de Postweg in het Nederwoud SetterSet Kernfysica, wat is dat voor een woord? C H C VBO 1ST Examen doen? Puntgaaf gerestaureerd vormt ze een fijn onderdeel van het landschap. VOORVADER JOHAN VAN ALPEN WERD IN 1580 EIGENAAR VAN DE OUDE HOUTEN STANDAARDMOLEN VAN WALDERVEEN. Eén van de oudste bewoonde gebieden in de Gelderse Vallei ligt tussen Renswoude en Barneveld. Een zeldzaam mooie streek, die in grote trekken zichzelf bleef. Oude bosgedeelten en stukjes heideveld wisselen af met weilanden en hoekjes bouwland. En daartussen verspreid liggen de oude boerderijen. Een weinig bekend gebied overigens. Op de vele tochten die ik er per fiets maakte ontmoette ik maar zelden Veenendalers. Nooit riep iemand een joviaal „hoj" bij het herkennen. Dat doe je dan toch. Dat woordje houdt alles in, van „hoe staat het leven", tot „mooi weertje vandaag" toe. Met dat éne woordje „hoj" kom je misschien wel de hele wereld door. Je behoeft het ook maar één keer te zeggen. De boer die achter de egge over het inge zaaide land dribbelt steekt zijn hand op en roept het je toe. En de slagersjongen die op z'n fiets aan komt scheuren roept het. Het is een echt mannelijk woord en bevat in één keer alle goeds. Fa. L. HEY Nog kleiner dan een atoom Het atoom wordt gebombardeerd SPELDJE HET ROODE KRUIS IS ER VOOR ALLEN De geschiedenis van de atoombom (II) Welke resultaten boekten de atoomonderzoekers in de dertiger jaren? WAT IS EEN ATOOM? Het atoom wordt gespleten V. A. B. KIRPESTEIN CITY-MOTORS-EDE: Radioactiviteit Mijnhardt's Zenuwtabletten UW GELD OM GOEDE >ADEN TE DOEN „HELPT HET ROODE KRUIS" Nieuwsblad „DE VALLEI" vrijdag 4 juni 1965 6 HET OUDE WAPEN VAN HET MOLENAARSGESLACHT VAN ALPHEN ln onze nuchtere en zakelijke tijd ont staan praktisch geen wapens meer. Maar vroeger waren dat geliefde en veel gebruikte familiestukken. Het wa pen Van Alphen bezit twee zeer karakteristieke componenten. Deze ver deling noemt men doorsneden, dus bo ven en beneden een ander wapen. Bó ven: een rode haal (middeleeuwse vorm), voor het vastzetten van het wip- touw bij een molen, op een veld van goud; benéden: twee zilveren gaande hazewindhonden op een veld van groen. De hazewindhond is een echt Gelders wapendier en duidt op waakzaamheid, een eigenschap die een molenaar zéker moest bezitten. moderne v&rn» veilige vsarmte door A. P. de Kleuver met tekening van de schrijver Van Renswoude fietsen wij naar Wal- derveen. Verder wil ik u deze keer niet hebben. Kijk, en dat kan nu net zo mooi. Een molen in het landschap, vooral een vrij staande als die van Walderveen, doet het altijd. Je moet niet direct van „Hollands" spreken, want in Griekenland en Spanje staan er mogelijk nog meer dan bij ons. Maar wel is het type Hollandse molen iets aparts. Wout Blauwkous heeft de molen „De Vriendschap" aan de Nieuwe- weg nu wel en passant afgemaakt en laat ik beste lezers, dan geruststellen, want als onze molen dan toch moet sneuvelen, dan moet u weten dat precies zo'n riet- gedekte bovenkruier aan de Barneveldse- straatweg tot in de puntjes gerestaureerd staat in de buurtschap Nederwoud van het ambt Ede. En die Walderveense molen is om meer dan een reden de moeite waard. Mij persoonlijk ligt ze het naast aan het hart van alle molens op de hele wereld. Dat zit zo! Op deze plek stond rond 1600 de wieg van een stamvader. Honderd keer misschien ben ik er langs gekomen zonder dit te weten Dat dit ju weel van een molen iets met mijn voor geslacht van doen heeft, neen, dat zou toch niet bij je opkomen! En nu ze er weer zo puntgaaf bij staat doet mij dat bijzonder veel deugd. Nou ja, het was wel niet deze molen, maar een veel oudere houten standaardmolen waar mijn voorge slacht het levenslicht aanschouwde. Toch was het dit plekje grond. Mijn neef Evert van Alphen, een uit Ambon terug geko men zendeling-predikant, sprong mij bij toen ik met het onderzoek naar de her komst van het geslacht van Alphen ln Montfoort vastliep. Het spoor liep naar Utrecht waar een van de onzen molenaar was op de beroemde molen Klaarwater bij de Weerdpoort. De vermaarde Catrijn van de Leemputte kwam van daar. En toen vonden wij de Van Alphen's op de molens van Abcoude, Haarzuilen en Kockengen en tenslotte op de Walderveen se molen onder Barneveld. Daar woonde omstreeks 1580 Johan Hendrikszoon van Alpen die huwde met Itje, de weduwe van de stichter van de Walderveense mo len Gerrit Sijmensz Verhoeff, die de mo len in 1569 liet bouwen. Er is over deze molen heel wat geprocedeerd. Het was een allodiaal bezit. Niemand kon onze Johan van Alpen dus commanderen. En toen met de huizen van het dorp Barne veld daar ook beide molens in 1615 ver brandden, toen was voorvader Johan er als de kippen bij voor de Barnevelders het koren te gaan malen. Zaken zijn za ken, zal hij geredeneerd hebben. Maar toen de molens herbouwd waren, wilde de weduwe Van Ommeren uit Barneveld de klanten terug hebben. Tuut maar, zo dacht Johan, en bleef zijn nieuwe klan ten bedienen. Wat drommel, hij was im mers een vrije molenaar. Het Landge- recht van Veluwe kwam er aan te pas, maar molenaar Van Alpen zei van al die wetten uit 1500 dat het „slapers" wa ren en voor hem van nul en gener waar de. Hij heeft de geëiste 500 carolus guldens nooit betaald.... 't Ja, de eeuwen door zijn de Van Alphen's al stijfkoppen ge weest. Zo trouwde zijn kleinzoon Henrick twee maal over in de Gereformeerde kerk van Scherpenzeel, maar als er kinderen gedoopt moesten worden ging hij er mede naar de pastoor van Stoutenburg.... Zijn oom op de molen van Renswoude evenwel liet de kinderen in de Gereformeerde koe pelkerk aldaar dopen en ze huwden daar later ook. Maar die zat daar dan ook op een molen van de heer van Renswoude! Henrick van Alpen verkocht de Wal derveense molen aan een zoon van de Veenendaalse molenaar Melis van Voort huizen en werd zelf molenaar op de molen van Abcoude. „ambtenaar" van de burgerlijke stand te Rhenen schreef drie broers in als De Rhoter, De Rooder en De Roder en dat bleef zo. Toch wel een beetje gek, nietwaar? Op 't laatst zou je niet meer weten wie wie was. En wat ik nu in verband met de Walderveense molen zo toevallig vind? Na veel omzwervingen van de familie ze woonden vanaf 1588 te Walderveen, Scher penzeel, Abcoude, Haarzuylen, Kocken gen, Utrecht, Zuylen, Echteld, Giesbeek bij Doesburg, Eek en Wiel en tenslotte te Randwijk bij Wageningen na bijna vier eeuwen werden op slechts een paar kilo meters afstand van de oude geboorte- nylons VMm J.98 SetterSet nylons in de nieuwe Rosella kleuren ziet U bij: Hoofdstraat 45. tel 2165 Frans Halslaan 26, tel. 3044 DE MOORSTERBEEK BIJ WALDERVEEN Zó romantisch is het dan in het stroomgebied van dit vriendelijke beekje. Geen wonder dat men bij het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Weten schappen zit te broeden op het middel om dit alles zo gaaf mogelijk te kunnen behouden. Walderveen heeft zelfs twee schoonheden: de molen van Van Alphen en deze vrolijke spring in 't veld onder de vallei beekjes. En zo staat daar op dat punt waar de oude Postweg op Amersfoort de Barne- veldsestraatweg kruist dan „onze" molen. Bij het zien zullen velen nu wel denken: „Ha, de molen van De Kleuver". Eigen lijk heb ik liever dat u zult zeggen: „De molen van de Van Alphen's". Zo heten ze thans tenminste, die vroegere Van Al- pens. Mijn eerwaarde neeft maakt zich daar nogal dik over. Laat hij gerust zijn; velen delen zijn lot. Werd in Veenendaal de Zeeuwse naam De Cliever niet via De Kloyver en De Klover mijn naam De Kleuver. Maar ook werd in Veenendaal de vermoedelijke Westfaalse familie Klu- vers via De Kluyver vervormd tot De Kleuver Mijn beide zoons en ik hebben totaal niets te maken met al die andere De Kleuvers! Overgrootvader Jacob heette in de trouwakte d.d. 30 december 1826 nog „De Cleuver". En nu gil ik toch ook niet alles bij elkaar om aan te tonen dat ik Adriaan P. de Cleuver behoor te he ten en liever nog De Cliever. De ouwe Shakespeare vroeg zich al af wat er dan wel in een naam zat.... Vorig jaar was ik in Osnabrück (Duitsland) voor onderzoek naar de herkomst van de fa milies de Rhoter, de Rooder en de Roder uit Rhenen. In het huwelijksboek van de Cunerakerk te Rhenen vond ik dat op 8 oktober 1778 Gerrit Rothe uit „Osnabrug" huwde met Neeltje Cornelisse uit Rhenen Wij dus naar Osnabrück! En met succes! Maar de stamvader heette daar Gerhard Rudolph Rothert. Die Hollanders maakten er Gerrit de Roder van en een opererende grond de twee laatste afstammelingen van deze tak van het vermaarde molenaars- geslacht Van Alpen begraven, beiden dicht bij elkaar op het kerkhof van Vee nendaal. Mijn moeder althans heeft dit alles nooit geweten. Of dominee Van Alphen het de zuster van mijn moeder, mevrouw Hommersom-van Alphen, die woonde aan de Bergweg te Veenendaal bij de familie Thijs-Hommersom, ooit verteld heeft weet ik niet. maar zonder het te weten kan een mens toch in zijn eigen streek verzeild raken. Wonderlijk zijn de wegen van de mensen. Al te lang vertoefden wij bij de Walder veense molen. Wij stappen dus weer op de fiets en trappen in de richting Achter veld. Mijn bedoeling was om vanaf de Scherpenzeelseweg met u kris-kras over mooie landweggetjes in de richting van Renswoude te gaan. Maar dat doen wij een volgende keer. Voor wij evenwel het vervolg van de oude Postweg nemen passeren wij een beekje. Even nog afstappen om er een foto te maken. Prachtig is die mosbe- groeide kant met de rechte eikenstammen Wat is het liefelijk en nog pnur en puur natuurlijk daar by de Moorster- beek. Mensen van O, K en W doen al hun best het stroomverloop van deze beek. Mensen van O K en W doen al de met lineaal opererende water schapsbestuurders. Dit romantische plekje bij Walderveen wekt bij ons al genoeg belangstelling voor dit loffelijk streven om er geheel achter te staan. De beek stuwt haar pulserend water door de nauwe buizen onder de weg en vervolgt dan vrolijk haar weg. Dit gebied wordt trouwens doorsneden door tientallen beekjes en beken en daar mag toch wel wat van blijven bestaan. Goed, ze hebben de Lunterse beek heel dragelijk gekanaliseerd met een bochtje hier en een bochtje daar, maar meteen hebben ze van die jonge spring in 't veld een ouwe, bezadigde heer gemaakt. En met de Munnikenbeek en de Flierterbeek ging dat al net zo. Heus, wij weten drom mels goed dat de waterbeheersing in een gebied als dit een kwaad ding is. En ook dat Waterschapsbesturen heel machtige lichamen zijn. Maar men maakt mij niet wijs dat die boeren daar tussen Achter veld, Barneveld, Renswoude en Scherpen zeel nu helemaal geen oog meer voor hun eigen land hebben. Man, man, als dominee A. L. Broer uit Hilversum onze Moorster- beek eens zou zien bij de Glindhorst, dan zou hij verrukt zeggen: „Ja, dit is een stukje van Gods eigen land". Fort Daatselaar. Zo hier en daar een restantje laten liggen als die Coupure van de Flierterbeek door het Nieuwe Werk onder Renswoude of die wijde, nu dode meander om de Schans, dat machtig mooie fort Daatselaar aan de kop van de Sla perdijk, is zeer beslist niet genoeg om het beeld van dit oude gebied van spren gen en beken vast te leggen. Wij zijn er echt blij mee, heren water schapsmensen, maar het ideaal zou toch zijn één volledig bewaard beekje met al die fijne kantjes vol mos, varens en zeld zame planten, met hier en daar een eiken bosje of wat vogelkers die in het voorjaar zo uitbundig staat te geuren. Of later in de zomer de nachtvlinders lokkende kamper foelie, die in de avond de bloesem be kers, volgeschonken met bedwelmend geurende nektar, ontrold. Waar zomer en winter de ijsvogels komen vissen op gron- deltjes, die je in het heldere water ziet wegschieten Dat Moorster beekje huppelt en huppelt maar verder. Als de lieve maand mei in het land is ga ik met u be slist eens naar de bosjes bij Glindhorst. Dat gaat iets feestelijks worden. En dan volgen wij nog een stukje de Postweg. Links ligt dan de Walderveense molen. Wat een Juweel toch. Niet alleen omdat ik d'r zo'n beetje als „mijn molen" beschouw. Wij hebben het toch altijd over „ons landschap". Welnu dan, als dat land schap dan van ons is, van u en van mij, dan mogen wij daar toch best warm voor lopen. Je bent daar op oude grond hoor! De postkoetsen denderden hier over de weg als ie van Ede of Rhenen kwa men en naar Amersfoort reden. Op de bok zat omstreeks 1800 Willem Fre- derik Hoolharst uit Rhenen en liet s'n posthoorn schallen. Nieuwsgierig kwamen de mensen dan naar Walderveen om te zien of er brieven waren of familiebezoek. Al in de 17de eeuw was deze postweg in gebruik. Toen stapte Itje van Alpen al in als ze haar zuster te Rhenen, die met molenaar De Wijs getrouwd was, ging bezoeken. Of Marritje, dat aardige deerntje van de hofstede van Johan van Alpen, die nu nog De Hoef heet, kwam eens kijken of die knappe postillon wel op de bok zat. Die tijden zijn voorbij. En toch.... iets van de rust is gebleven, die ons hart ver warmt en waar je soms heimwee naar krijgt. De Scherpenzeelse weg gaat door een zelfde soort „bosgebied" als wij reeds on der Langbroek aangetroffen hebben. Maar hier is het toch lieflijker. Dat kastelen- land bij Langbroek heeft wat stoers. Hier, bij Walderveen en zo op Scherpenzeel aan, is het landschap minder rechtlijnig en dat komt door dat wir-war van per ceelgrenzen. Wat u eens moet doen? Bij de Topo grafische Dienst te Delft de kaartbla- den 32-G en 39-E bestellen. Dat zijn de bladen Barneveld en Rhenen. Werke lijk in heel ons prachtige gebied bo ven en beneden de Emmikhuizerberg bestaat geen weggetje of slootje, geen bosje of wildwal, geen boerderijtje of kippenhok of het staat er op! t Daar ben je voor een paar gulden ln geen avonden op uitgekeken. A propos, het moet schaal 1 25000 zijn en de gekleurde uitgave! Uw buur man of één of andere kennis of een fa milielid zal Breeschoten of Ravenhorst, Wolfswinkel of Donkelaar, Renes of Heij- kamp, Langelaar of Engelaar, Overeem of Voskuilen, Sandbrink of Hoolhorst, Van Schaik of Van Egdom, Van Wagensveld, Van de Bruinhorst, Van de Goor of Van de Fliert en ga zo maar door heten en u zult die namen op deze twee kaar ten aantreffen. Allemaal namen van heel oude hofsteden. Misschien wel enig in ons land. Zonder uitzondering ontlenen al die families hun naam aan de betreffende hof stede. Daaraan behoeven Gert Breeschoten, Willem Frederik Hoolhorst en de fami lies van de Hoef of Haverkamp beslist niet te twijfelen. Nu kan men wel een weten schappelijk betoog opzetten en roepen dat dit bewezen moet worden. Een paar steekproeven hebben dit bewezen! Maar men mag het de uitgever niet euvel dui den dat hij van al zijn lezers de stamboom niet zal gaan publiceren. Dat grapje zou hem een dikke duizend gulden per fa milie kosten. Weet u wat, ga dat zelf eens proberen. Maar 't is ihoeiljjk, want in die boe- renstreek was het al Wonter Evertsen (die woonde op de Hoef) of Cornells Petersen (die woonde op Zwetselaar) om een paar te noemen en men moet er de notariële minuten of rechtelijke protocollen op na lezen. 't Ja en dat kost tijd. Daarvoor moet je een goed betaalde gerepatrieerde dominee zijn als mijn eerwaarde neef. Neen, veel zie ik van dat gestamboom niet komen. Gelooft u nu maar wat ik u daarover ver telde. Heus, ik zit op de waarheid! En dan laat ik u nu maar met de Topo grafische kaart achter. U zult eens zien wat een plezier u er van zult hebben. En dan vervolgen wij de volgende keer met het beloofde crosstochtje naar Renswou de en omgeving. Adriaan P. de Kleuver noemt men „elementen". In de vrije na tuur bestaan maar 92 elementen, kunstma tig heeft men er nog een 10-tal elemen ten „bijgefabriceerd". De scheikunde heeft voor ieder element of voor tedere atoomsoort een sym bool bedacht, een letter. Een H voor wa terstof (Hydrogenium) om maar een voor beeld te noemen Zuurstof heeft b.v. de letter O van Oxygenium. Atomen heb ben verschillend gewicht. Dit gewicht wordt niet uitgedrukt in grammen, maar men vergeleek de zwaarte van het éne atoom met het gewicht van het andere, hierbij werd het gewicht van waterstof atoomgewicht als eenheid gekozen en op 1 gesteld. Een goudatoom is b.v. 197 maal zo zwaar als een waterstof atoom, het atoomgewicht van goud nu is 197. Bestond er eeuwenlang de mening, dat het atoom één geheel was, tegen het eind van de vorige eeuw ontdekte men. dat een atoom is samengesteld uit nog kleinere deeltjes. Deze deeltjes worden subato maire deeltjes genoemd. Nu we over de onderdelen van het atoom gaan praten, moeten we eigenlijk eerst een stukje elektriciteitsleer doornemen, maar onze natuurkundeles heeft het karakter van een spoedcursus en daarom volstaan we met het aannemen van de volgende stelling: Atomen bestaan uit negatief geladen deeltjes, die „electronen" worden ge noemd, en positief geladen deeltjes, die „protonen" heten. Het electron is veel lichter dan het pro ton. Een proton weegt wel 1837 maal zo zwaar als een electron, (de natuurkundi gen spreken hierbij van „massa", d.i. het gewicht van een voorwerp, gewogen aan de evenaar, in het luchtledige, op zee hoogte). te maken). Daarnaast komt óók uraan met een massagetal 235 voor. Van elke 140 atomen, voorkomend in uraan ln de vrije natuur, heeft er maar één (atoom) da massa 235. Men wist nu, dat radioaktiviteit in de natuur het ene element deed veranderen in het andere element. Radium bijvoorbeeld gaat over in radon, wordt daarna radium A, vervolgens ra dium B en daarna radium C, radium D, radium E, daarna polonium tenslotte lood. Het nooit bereiKte doel der oude alche- nisten was thans een realiteit geworden. De begeerte, die de mens eeuwenlang had, om van onedele metalen goud te maken, scheen theoretisch in vervulling te gaan. De moderne alchemisten van de 30er jaren namen nu het werk van hun collega's uit de middeleeuwen weer ter hand. Rutherford slaagde er reeds in 1919 in om van stikstof zuurstof te maken. Het „kernkanon" werd uitgevonden; later tijdelijk met 1 JAARGETIJDE Uit serie van 4 tube van f 1.- Ja, kernfysica, wat Is dat eigenlijk voor een woord? Wanneer we in het woor denboek het woord „fysica" opzoeken, dan vinden we: Natuurkunde. En b|) het woord „kern": Pit, het binnenste, het middelste, hoofdzaak, hoofdgroep We zjjn dus niet veel wjjzer geworden. Alleen weten we, dat het woord kern fysica iets met natuurkunde te maken heeft. We trachten nu verder te komen. Maar wanneer we een boek bemachtigen, dat over deze kern-wetenschap han delt, dan komen we zoveel vreemde woorden tegen neutronen, protonen. Iso topen, gammastralen dat we de neiging hebben om het „populair-weten- schappeljjk werk" meteen weer dicht te klappen met de verzuchting: „Daar snap ik tóch geen snars vanEn tóch, willen we iets begrijpen van de lan ge, lange en vooral moeizame weg, die de geleerden af moesten leggen voordat de atoombom werd uitgevonden, dan komen we er niet onderuit: We moeten natuurkundeles nemen. Niet te ingewikkeld natuurlijk, alleen maar om wat „in zicht" te krijgen. Vooruit dan maar. Een spoedcursus „kernfysica". Alle stoffen, of het nu gaat om hout, glas of ijzer, staal of papier, zon, maan, aarde of planeten, alle stoffen bestaan uit heel kleine deeltjes Nemen we echter een stuk hout of een stuk staal in de hand en bekijken we dit, dan zeggen we: Ik zie daar niks van! Maar, zo vragen we, stel dat u in een vliegtuig een paar hon derd meter boven het strand zou vliegen en iemand zegt: „Kijk. dat strand, dat is zand, en dat bestaat uit allemaal kleine korreltjes dan zegt u toch ook niet: Ik zie er niets van? Neen, u zegt: Dat weet ik wel Want al ziet u, vanaf 300 of 400 meter hoogte, geen korreltje, doch één grijze oppervlakte, u weet, dat die korreltjes bestaan. Want wanneet u op het strand staat en u laat het fijne zand uit uw hand lopen, dan ziet u de korreltjes wel De kleine deeltjes, waaruit alle stof bestaat, zijn echter zo klein, dat u hen niet kunt zien met het blote oog niet en met de microscoop niet Het is pas In 1952 wanneer een Duitse chemicus, Dr. Müller, met een zogenaamde punt-electronen- microscoop atomen zichtbaar maakt. Atomen. Dit woord is al genoemd voor dat we het wisten. Atoom. Dat is het woord voor dat onzichtbare „korreltje", waaruit alles om ons heen is opgebouwd. Atoom komt van het Griekse woord ato- mos, hetgeen „ondeelbaar" betekent Zo'n atoom is, dat begrijpen we nu wel, uiterst klein. Op één cm kunnen we honderd mil joen atomen naast elkaar leggen We be seffen nu ook, dat er heel wat onderzoe kingen en wetenschappelijke proeven voor nodig waren om er achter te komen dat er atomen bestonden Toch sprak de 460 jaren vooi Christus geboren filosoof De- moentus al van atomen.... We zijn nu geneigd te veronderstellen, dat er ik-weet-wel-niet-hoeveel soorten atomen moeten zijn. want er zijn toch ook intelbare soorten stoffen? Men heeft nu ontdekt, dat dit niet zo is. De meeste stoffen zijn verbindingen, d wz bestaan uit combinaties van atomen Hei aantal verbindingen nadert het miljoen Er bestaan echter ook stoffen die uit één atoomsoort bestaan. Deze stoffen De subatomaire deeltjes zijn zeer klein. We hadden al gevonden, dat op 1 cm hon derd miljoen atomen op een rijtje liggen. Nu, we kunnen honderdduizend electro nen of protonen naast elkaar leggen om de middellijn van één atoom te krijgen. In 1932 ontdekte James Chadwick nog een onderdeeltje van een atoom: het neutron, een deeltje, dat geen positieve en ook geen negatieve lading heeft, maar .neutraal" is. Atomen bestaan dus uit: Electronen, protonen en neutronen. Neutronen zijn ongeveer even zwaar als protonen. (Tus sen haakjes, even voor verduidelijking, men moet nog al wat protonen bij elkaar voegen om de massa van één KG te heb ben. Zouden we het aantal moeten op schrijven, dan krijgen we het getal 570 met daarachter nog eens 24 nullen). Professor Rutherford, een bekwaam geleerde in Nieuw-Zeeland geboren die va« 1907 tot zijn dood in 1937 aan de universiteit van Cambridge was verbon den, ontdekte bij een proef, dat er binnen het atoom „ruimte" was. Rondom een positieve kern, bestaande uit één of meer protonen, soms gecombineerd met één of meer neutronen, bewogen zich, op enige afstand daar omheen, één of meer negatieve electronen Een waterstofatoom bestaat b.v. uit een kern, bestaande uit één proton, waaromheen één electron draalt. De kern van een goudatoom daar entegen bevat 79 protonen en 118 neutro nen, waaromheen zich 79 electronen rond- bewegen. Toen Rutherford in 1911 zijn theorieën publiceerde, werd deze belangrijke vondst ook gelezen door de Deense natuurkundige Niels Bohr. Bohr completeerde een jaar daarna de inzichten van Rutherford door te ver klaren, dat de electronen zich volgens een beperkt aantal banen rond de kern be wegen. Zodra nu, aldus Bohr, een electron van de ene stationaire baan naar de an dere verspringt, straalt een atoom energie uit. Men ontdekte daarbij, dat de atoom ruimte bijna leeg is Het waterstofatoom, voorgesteld door een bol met een middel lijn van 100 meter, heeft een kern, zo groot als een speldeknop. Zoudt u de atoomruimte wegdenken, dan kunt u, als u de kernen overhoudt, een flinke oceaan stomer verstoppen in een hoekje van uw portemonnaie. Maar u moet zich niet ver tillen.... Want het hoopje „kernmassa" zou net zo zwaar wegen alseen oce aanstomer. werd het kernkanon „cyclotron" genoemd. Zo'n kanon is een apparaat het bespre ken van de preciese werking voert te ver dat spanning van miljoenen volt opwekt en gebruikt wordt om atomen te beschieten, met de bedoeling deze te ver anderen. Ook Nederland heeft in het instituut voor kernfysisch onderzoek te Amsterdam zo'n cyclotron, vervaar digd door een „gloeilampenfabriek in het Zuiden des lands". De dochter en schoonzoon van Madame Urie, het echtpaar Joliot, experimenteer de veel met een cyclotron en vervaardig de, op deze wijze doende, vele nieuwe radioactieve stoffen. Zo werd in de centra van wetenschap de kernfysica in hoog tempo en vol ver wachting voortgezet, niet zonder succes. Telkens werden nieuwe vondsten gemeld, telkens werden nieuwe ontdekkingen ge daan. Over en weer werden nieuwe idee- en uitgewisseld. De grenzen waren nog niet gesloten voor de geleerden. Ruther- ford, die in Cambridge werkte met de Rus Kapitza en met de Japanner Shimuzu, de Australiër Markus Oliphant en de Engelsen John Cockroft en Pat Blaket, het reeds meermalen genoemde Franse echt paar Joliot in Parijs, Fermi in Rome en Otto Hahn in Berlijn-Dahlem, zij allen onderhielden met elkaar een geregelde briefwisseling. En elke brief inspireerde de andere weer tot het doen van een volgende proefneming Naar aanleiding van een brief uit Parijs nemen op 17 december 1938 Otto Hahn en Frits Strassmann voor de zoveelste maal een proef. Zij beschieten uraan met neu tronen Zij controleren de uitkomst en vinden., barium.... Wat is er in feite gebeurd? Hier werd, voor het eerst, een atoom kern gespleten De atoomkern van uranium 235 had zich n.l., door de beschieting, gesplitst in twee kernen, één barium- en één kryptonkern.. Hierbij kwamen nieuwe neutronen vrij.. Maar er kwam nog meer vrij: Een zeer grote hoeveelheid energie Het verband tussen massa en energie was al in 1906 aangetoond door de be roemde theoreticus Albert Einstein. Op grond van zijn „relativiteitstheorie" werd berekend, dat wanneer één gram massa zou worden omgezet in energie, deze energie in staat zou zijn om 200.000 ton water van 0* Celsius aan de kook te brengen.... VEENENDAAL In dezelfde tijd, waarin Engeland de eerste ontdekkingen werden gedaan over de structuur van het atoom, deed men in Frankrijk een andere vondst: het ver schijnsel van radioaktiviteit. Nadat in Duitsland Wilhelm Röntgen stralen had ontdekt met een groot doordringend ver mogen, waarvan de toepassing op medisch gebied zeer grote gevolgen had, ontdekte Henri Becquerel, dat er elementen waren, die uit zichzelf licht verspreidden Ma dame Curie ontwikkelde deze ontdekking door het vinden van twee nieuwe radio actieve elementen: Polonium en radium De stralen, die een radioactief element uitzenden, noemden men alfastralen. bèta- stralen en gammastralen Vooral de gam mastralen hebben een groot doordringend vermogen Zij oefenen tevens invloed uit op levend weefsel. Het bleek, dat de (positieve) alfadeeltj< uit de kern loskomen De bètadeeltjes (m gatief) zijn de electronen, entijdens de verandering van de atoomkern wordt energie in de vorm van gammastraling uitgezonden. Verder ontdekte men dat er elementen waren met éénzelfde kernlading, maai met een verschillend massagetal Deze elementen worden „isotopen" genoemd Uraan bijvoorbeeld Komt het meest vooi met het massageta) 238 (het massagetal heeft iets met massa, dus met „zwaarte' Bij splijting van een zware atoomkern wordt nu een gedeelte van de massa om gezet in energie We hebben al gezegd, dat bij kernsplit sing ook neutronen vrij komen Deze neu tronen zouden weer volgende kernen kun nen splijten. De mogelijkheid van een voortdurende kernsplijting (of kernsplit sing), waarbij b.v. 1 kg uraan aldus door deze „kettingreactie" gesplitst werd, hield men, na de proef van Otto Hahn, voor mogelijk. Even terzijde. Het begint nu werkelijk wel een beetje moeilijk voor ons te wor den. We moeten een eenvoudig voorbeeld hebben, waarmee een „kettingreactie" kan worden vergeleken Welnu, een kettingreactie „lijkt" een beetje op de volgende „proef": We zetten een groot aantal muizevallen vlak naast elkaar. Elke val wordt „gespannen" en op elk exemplaar leggen we een ping- pong-balletje. Op één. der muizevallen gooien we met kracht zo'n balletje. Dat balletje springt, door het dichtklappen van de val, omhoog en komt op een wille keurige andere muizeval terecht Deze klapt ook dicht, een tweede ping-pong bal springt op, komt weer op een vol gende val terecht, en tenslotte zijn alle muizevallen dichtgeslagen Nu weer terug naai die KG uraan Bij splijting ervan komt een energie vrij die, volgens de theorie van Einstein, één mil joen keer zo groot is als de energie, die vrij komt uit 1 KG normaal ontploffings middel. En natuurlijk waren de geleerden ervan op de hoogte, dat de nieuwe ontdekking van de kernsplitsing grote gevolgen kon hebben. Hoe zou, zo vroeg men zich af, die energie worden gebruikt Ten zegen van de mensheid, oftot vernie tiging ervan Toen deze vraag - in 1939 werd ge steld, brak de tweede Wereldoorlog uit.. (wordt vervolgd)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1965 | | pagina 6