De molen
aan de Postweg
in
het
Nederwoud
SetterSet
Kernfysica, wat is dat voor een woord?
C H C VBO 1ST
Examen doen?
Puntgaaf gerestaureerd vormt ze een fijn
onderdeel van het landschap.
VOORVADER JOHAN VAN ALPEN WERD IN 1580 EIGENAAR VAN DE OUDE HOUTEN STANDAARDMOLEN VAN
WALDERVEEN.
Eén van de oudste bewoonde gebieden in de Gelderse Vallei ligt tussen Renswoude en Barneveld. Een zeldzaam mooie streek,
die in grote trekken zichzelf bleef. Oude bosgedeelten en stukjes heideveld wisselen af met weilanden en hoekjes bouwland.
En daartussen verspreid liggen de oude boerderijen. Een weinig bekend gebied overigens. Op de vele tochten die ik er per
fiets maakte ontmoette ik maar zelden Veenendalers. Nooit riep iemand een joviaal „hoj" bij het herkennen. Dat doe je dan
toch. Dat woordje houdt alles in, van „hoe staat het leven", tot „mooi weertje vandaag" toe. Met dat éne woordje „hoj" kom
je misschien wel de hele wereld door. Je behoeft het ook maar één keer te zeggen. De boer die achter de egge over het inge
zaaide land dribbelt steekt zijn hand op en roept het je toe. En de slagersjongen die op z'n fiets aan komt scheuren roept het. Het
is een echt mannelijk woord en bevat in één keer alle goeds.
Fa. L. HEY
Nog kleiner dan een atoom
Het atoom wordt
gebombardeerd
SPELDJE
HET ROODE KRUIS
IS ER VOOR ALLEN
De geschiedenis van de atoombom (II)
Welke resultaten boekten de atoomonderzoekers in de
dertiger jaren?
WAT IS EEN ATOOM?
Het atoom wordt gespleten
V. A. B.
KIRPESTEIN
CITY-MOTORS-EDE:
Radioactiviteit
Mijnhardt's Zenuwtabletten
UW GELD OM GOEDE
>ADEN TE DOEN „HELPT
HET ROODE KRUIS"
Nieuwsblad „DE VALLEI"
vrijdag 4 juni 1965
6
HET OUDE WAPEN VAN HET
MOLENAARSGESLACHT
VAN ALPHEN
ln onze nuchtere en zakelijke tijd ont
staan praktisch geen wapens meer.
Maar vroeger waren dat geliefde en
veel gebruikte familiestukken. Het wa
pen Van Alphen bezit twee zeer
karakteristieke componenten. Deze ver
deling noemt men doorsneden, dus bo
ven en beneden een ander wapen. Bó
ven: een rode haal (middeleeuwse
vorm), voor het vastzetten van het wip-
touw bij een molen, op een veld van
goud; benéden: twee zilveren gaande
hazewindhonden op een veld van groen.
De hazewindhond is een echt Gelders
wapendier en duidt op waakzaamheid,
een eigenschap die een molenaar zéker
moest bezitten.
moderne v&rn»
veilige vsarmte
door A. P. de Kleuver
met tekening van de schrijver
Van Renswoude fietsen wij naar Wal-
derveen. Verder wil ik u deze keer niet
hebben.
Kijk, en dat kan nu net zo mooi. Een
molen in het landschap, vooral een vrij
staande als die van Walderveen, doet het
altijd. Je moet niet direct van „Hollands"
spreken, want in Griekenland en Spanje
staan er mogelijk nog meer dan bij ons.
Maar wel is het type Hollandse molen
iets aparts. Wout Blauwkous heeft de
molen „De Vriendschap" aan de Nieuwe-
weg nu wel en passant afgemaakt en laat
ik beste lezers, dan geruststellen, want
als onze molen dan toch moet sneuvelen,
dan moet u weten dat precies zo'n riet-
gedekte bovenkruier aan de Barneveldse-
straatweg tot in de puntjes gerestaureerd
staat in de buurtschap Nederwoud van
het ambt Ede. En die Walderveense molen
is om meer dan een reden de moeite
waard. Mij persoonlijk ligt ze het naast
aan het hart van alle molens op de hele
wereld. Dat zit zo! Op deze plek stond
rond 1600 de wieg van een stamvader.
Honderd keer misschien ben ik er langs
gekomen zonder dit te weten Dat dit ju
weel van een molen iets met mijn voor
geslacht van doen heeft, neen, dat zou
toch niet bij je opkomen! En nu ze er
weer zo puntgaaf bij staat doet mij dat
bijzonder veel deugd. Nou ja, het was wel
niet deze molen, maar een veel oudere
houten standaardmolen waar mijn voorge
slacht het levenslicht aanschouwde. Toch
was het dit plekje grond. Mijn neef Evert
van Alphen, een uit Ambon terug geko
men zendeling-predikant, sprong mij bij
toen ik met het onderzoek naar de her
komst van het geslacht van Alphen ln
Montfoort vastliep. Het spoor liep naar
Utrecht waar een van de onzen molenaar
was op de beroemde molen Klaarwater
bij de Weerdpoort. De vermaarde Catrijn
van de Leemputte kwam van daar. En
toen vonden wij de Van Alphen's op de
molens van Abcoude, Haarzuilen en
Kockengen en tenslotte op de Walderveen
se molen onder Barneveld. Daar woonde
omstreeks 1580 Johan Hendrikszoon van
Alpen die huwde met Itje, de weduwe
van de stichter van de Walderveense mo
len Gerrit Sijmensz Verhoeff, die de mo
len in 1569 liet bouwen. Er is over deze
molen heel wat geprocedeerd. Het was
een allodiaal bezit. Niemand kon onze
Johan van Alpen dus commanderen. En
toen met de huizen van het dorp Barne
veld daar ook beide molens in 1615 ver
brandden, toen was voorvader Johan er
als de kippen bij voor de Barnevelders
het koren te gaan malen. Zaken zijn za
ken, zal hij geredeneerd hebben. Maar
toen de molens herbouwd waren, wilde
de weduwe Van Ommeren uit Barneveld
de klanten terug hebben. Tuut maar,
zo dacht Johan, en bleef zijn nieuwe klan
ten bedienen. Wat drommel, hij was im
mers een vrije molenaar. Het Landge-
recht van Veluwe kwam er aan te pas,
maar molenaar Van Alpen zei van al
die wetten uit 1500 dat het „slapers" wa
ren en voor hem van nul en gener waar
de. Hij heeft de geëiste 500 carolus guldens
nooit betaald.... 't Ja, de eeuwen door
zijn de Van Alphen's al stijfkoppen ge
weest. Zo trouwde zijn kleinzoon Henrick
twee maal over in de Gereformeerde kerk
van Scherpenzeel, maar als er kinderen
gedoopt moesten worden ging hij er mede
naar de pastoor van Stoutenburg.... Zijn
oom op de molen van Renswoude evenwel
liet de kinderen in de Gereformeerde koe
pelkerk aldaar dopen en ze huwden daar
later ook. Maar die zat daar dan ook op
een molen van de heer van Renswoude!
Henrick van Alpen verkocht de Wal
derveense molen aan een zoon van de
Veenendaalse molenaar Melis van Voort
huizen en werd zelf molenaar op de molen
van Abcoude.
„ambtenaar" van de burgerlijke stand te
Rhenen schreef drie broers in als De
Rhoter, De Rooder en De Roder en dat
bleef zo.
Toch wel een beetje gek, nietwaar? Op
't laatst zou je niet meer weten wie wie
was. En wat ik nu in verband met de
Walderveense molen zo toevallig vind? Na
veel omzwervingen van de familie ze
woonden vanaf 1588 te Walderveen, Scher
penzeel, Abcoude, Haarzuylen, Kocken
gen, Utrecht, Zuylen, Echteld, Giesbeek
bij Doesburg, Eek en Wiel en tenslotte te
Randwijk bij Wageningen na bijna vier
eeuwen werden op slechts een paar kilo
meters afstand van de oude geboorte-
nylons VMm J.98
SetterSet nylons in de nieuwe
Rosella kleuren ziet U bij:
Hoofdstraat 45. tel 2165
Frans Halslaan 26,
tel. 3044
DE MOORSTERBEEK BIJ WALDERVEEN
Zó romantisch is het dan in het stroomgebied van dit vriendelijke beekje.
Geen wonder dat men bij het ministerie van Onderwijs, Kunsten en Weten
schappen zit te broeden op het middel om dit alles zo gaaf mogelijk te kunnen
behouden. Walderveen heeft zelfs twee schoonheden: de molen van Van
Alphen en deze vrolijke spring in 't veld onder de vallei beekjes.
En zo staat daar op dat punt waar de
oude Postweg op Amersfoort de Barne-
veldsestraatweg kruist dan „onze" molen.
Bij het zien zullen velen nu wel denken:
„Ha, de molen van De Kleuver". Eigen
lijk heb ik liever dat u zult zeggen: „De
molen van de Van Alphen's". Zo heten ze
thans tenminste, die vroegere Van Al-
pens. Mijn eerwaarde neeft maakt zich
daar nogal dik over. Laat hij gerust zijn;
velen delen zijn lot. Werd in Veenendaal
de Zeeuwse naam De Cliever niet via De
Kloyver en De Klover mijn naam De
Kleuver. Maar ook werd in Veenendaal
de vermoedelijke Westfaalse familie Klu-
vers via De Kluyver vervormd tot De
Kleuver Mijn beide zoons en ik hebben
totaal niets te maken met al die andere
De Kleuvers! Overgrootvader Jacob heette
in de trouwakte d.d. 30 december 1826
nog „De Cleuver". En nu gil ik toch ook
niet alles bij elkaar om aan te tonen dat
ik Adriaan P. de Cleuver behoor te he
ten en liever nog De Cliever.
De ouwe Shakespeare vroeg zich al af
wat er dan wel in een naam zat.... Vorig
jaar was ik in Osnabrück (Duitsland) voor
onderzoek naar de herkomst van de fa
milies de Rhoter, de Rooder en de Roder
uit Rhenen. In het huwelijksboek van de
Cunerakerk te Rhenen vond ik dat op 8
oktober 1778 Gerrit Rothe uit „Osnabrug"
huwde met Neeltje Cornelisse uit Rhenen
Wij dus naar Osnabrück! En met succes!
Maar de stamvader heette daar Gerhard
Rudolph Rothert. Die Hollanders maakten
er Gerrit de Roder van en een opererende
grond de twee laatste afstammelingen van
deze tak van het vermaarde molenaars-
geslacht Van Alpen begraven, beiden
dicht bij elkaar op het kerkhof van Vee
nendaal. Mijn moeder althans heeft dit
alles nooit geweten. Of dominee Van
Alphen het de zuster van mijn moeder,
mevrouw Hommersom-van Alphen, die
woonde aan de Bergweg te Veenendaal
bij de familie Thijs-Hommersom, ooit
verteld heeft weet ik niet. maar zonder
het te weten kan een mens toch in zijn
eigen streek verzeild raken. Wonderlijk
zijn de wegen van de mensen.
Al te lang vertoefden wij bij de Walder
veense molen. Wij stappen dus weer op de
fiets en trappen in de richting Achter
veld. Mijn bedoeling was om vanaf de
Scherpenzeelseweg met u kris-kras over
mooie landweggetjes in de richting van
Renswoude te gaan. Maar dat doen wij
een volgende keer.
Voor wij evenwel het vervolg van de
oude Postweg nemen passeren wij een
beekje. Even nog afstappen om er een
foto te maken. Prachtig is die mosbe-
groeide kant met de rechte eikenstammen
Wat is het liefelijk en nog pnur en
puur natuurlijk daar by de Moorster-
beek. Mensen van O, K en W doen al
hun best het stroomverloop van deze
beek. Mensen van O K en W doen al
de met lineaal opererende water
schapsbestuurders.
Dit romantische plekje bij Walderveen
wekt bij ons al genoeg belangstelling voor
dit loffelijk streven om er geheel achter
te staan. De beek stuwt haar pulserend
water door de nauwe buizen onder de
weg en vervolgt dan vrolijk haar weg.
Dit gebied wordt trouwens doorsneden
door tientallen beekjes en beken en daar
mag toch wel wat van blijven bestaan.
Goed, ze hebben de Lunterse beek heel
dragelijk gekanaliseerd met een bochtje
hier en een bochtje daar, maar meteen
hebben ze van die jonge spring in 't veld
een ouwe, bezadigde heer gemaakt. En
met de Munnikenbeek en de Flierterbeek
ging dat al net zo. Heus, wij weten drom
mels goed dat de waterbeheersing in een
gebied als dit een kwaad ding is. En ook
dat Waterschapsbesturen heel machtige
lichamen zijn. Maar men maakt mij niet
wijs dat die boeren daar tussen Achter
veld, Barneveld, Renswoude en Scherpen
zeel nu helemaal geen oog meer voor hun
eigen land hebben. Man, man, als dominee
A. L. Broer uit Hilversum onze Moorster-
beek eens zou zien bij de Glindhorst, dan
zou hij verrukt zeggen: „Ja, dit is een
stukje van Gods eigen land".
Fort Daatselaar. Zo hier en daar een
restantje laten liggen als die Coupure van
de Flierterbeek door het Nieuwe Werk
onder Renswoude of die wijde, nu dode
meander om de Schans, dat machtig mooie
fort Daatselaar aan de kop van de Sla
perdijk, is zeer beslist niet genoeg om
het beeld van dit oude gebied van spren
gen en beken vast te leggen.
Wij zijn er echt blij mee, heren water
schapsmensen, maar het ideaal zou toch
zijn één volledig bewaard beekje met al
die fijne kantjes vol mos, varens en zeld
zame planten, met hier en daar een eiken
bosje of wat vogelkers die in het voorjaar
zo uitbundig staat te geuren. Of later in de
zomer de nachtvlinders lokkende kamper
foelie, die in de avond de bloesem be
kers, volgeschonken met bedwelmend
geurende nektar, ontrold. Waar zomer en
winter de ijsvogels komen vissen op gron-
deltjes, die je in het heldere water ziet
wegschieten Dat Moorster beekje huppelt
en huppelt maar verder. Als de lieve
maand mei in het land is ga ik met u be
slist eens naar de bosjes bij Glindhorst.
Dat gaat iets feestelijks worden.
En dan volgen wij nog een stukje de
Postweg. Links ligt dan de Walderveense
molen. Wat een Juweel toch. Niet alleen
omdat ik d'r zo'n beetje als „mijn molen"
beschouw. Wij hebben het toch altijd over
„ons landschap". Welnu dan, als dat land
schap dan van ons is, van u en van mij,
dan mogen wij daar toch best warm voor
lopen. Je bent daar op oude grond hoor!
De postkoetsen denderden hier over de
weg als ie van Ede of Rhenen kwa
men en naar Amersfoort reden. Op de
bok zat omstreeks 1800 Willem Fre-
derik Hoolharst uit Rhenen en liet s'n
posthoorn schallen.
Nieuwsgierig kwamen de mensen dan
naar Walderveen om te zien of er brieven
waren of familiebezoek. Al in de 17de
eeuw was deze postweg in gebruik. Toen
stapte Itje van Alpen al in als ze haar
zuster te Rhenen, die met molenaar De
Wijs getrouwd was, ging bezoeken. Of
Marritje, dat aardige deerntje van de
hofstede van Johan van Alpen, die nu
nog De Hoef heet, kwam eens kijken of
die knappe postillon wel op de bok zat.
Die tijden zijn voorbij. En toch.... iets
van de rust is gebleven, die ons hart ver
warmt en waar je soms heimwee naar
krijgt.
De Scherpenzeelse weg gaat door een
zelfde soort „bosgebied" als wij reeds on
der Langbroek aangetroffen hebben. Maar
hier is het toch lieflijker. Dat kastelen-
land bij Langbroek heeft wat stoers. Hier,
bij Walderveen en zo op Scherpenzeel
aan, is het landschap minder rechtlijnig
en dat komt door dat wir-war van per
ceelgrenzen.
Wat u eens moet doen? Bij de Topo
grafische Dienst te Delft de kaartbla-
den 32-G en 39-E bestellen. Dat zijn de
bladen Barneveld en Rhenen. Werke
lijk in heel ons prachtige gebied bo
ven en beneden de Emmikhuizerberg
bestaat geen weggetje of slootje, geen
bosje of wildwal, geen boerderijtje of
kippenhok of het staat er op! t
Daar ben je voor een paar gulden ln
geen avonden op uitgekeken.
A propos, het moet schaal 1 25000
zijn en de gekleurde uitgave! Uw buur
man of één of andere kennis of een fa
milielid zal Breeschoten of Ravenhorst,
Wolfswinkel of Donkelaar, Renes of Heij-
kamp, Langelaar of Engelaar, Overeem
of Voskuilen, Sandbrink of Hoolhorst, Van
Schaik of Van Egdom, Van Wagensveld,
Van de Bruinhorst, Van de Goor of Van
de Fliert en ga zo maar door heten
en u zult die namen op deze twee kaar
ten aantreffen. Allemaal namen van heel
oude hofsteden. Misschien wel enig in ons
land. Zonder uitzondering ontlenen al die
families hun naam aan de betreffende hof
stede. Daaraan behoeven Gert Breeschoten,
Willem Frederik Hoolhorst en de fami
lies van de Hoef of Haverkamp beslist niet
te twijfelen. Nu kan men wel een weten
schappelijk betoog opzetten en roepen
dat dit bewezen moet worden. Een paar
steekproeven hebben dit bewezen! Maar
men mag het de uitgever niet euvel dui
den dat hij van al zijn lezers de stamboom
niet zal gaan publiceren. Dat grapje zou
hem een dikke duizend gulden per fa
milie kosten.
Weet u wat, ga dat zelf eens proberen.
Maar 't is ihoeiljjk, want in die boe-
renstreek was het al Wonter Evertsen
(die woonde op de Hoef) of Cornells
Petersen (die woonde op Zwetselaar)
om een paar te noemen en men moet
er de notariële minuten of rechtelijke
protocollen op na lezen.
't Ja en dat kost tijd. Daarvoor moet je
een goed betaalde gerepatrieerde dominee
zijn als mijn eerwaarde neef. Neen, veel
zie ik van dat gestamboom niet komen.
Gelooft u nu maar wat ik u daarover ver
telde. Heus, ik zit op de waarheid!
En dan laat ik u nu maar met de Topo
grafische kaart achter. U zult eens zien
wat een plezier u er van zult hebben. En
dan vervolgen wij de volgende keer met
het beloofde crosstochtje naar Renswou
de en omgeving.
Adriaan P. de Kleuver
noemt men „elementen". In de vrije na
tuur bestaan maar 92 elementen, kunstma
tig heeft men er nog een 10-tal elemen
ten „bijgefabriceerd".
De scheikunde heeft voor ieder element
of voor tedere atoomsoort een sym
bool bedacht, een letter. Een H voor wa
terstof (Hydrogenium) om maar een voor
beeld te noemen Zuurstof heeft b.v. de
letter O van Oxygenium. Atomen heb
ben verschillend gewicht. Dit gewicht
wordt niet uitgedrukt in grammen, maar
men vergeleek de zwaarte van het éne
atoom met het gewicht van het andere,
hierbij werd het gewicht van waterstof
atoomgewicht als eenheid gekozen
en op 1 gesteld. Een goudatoom is b.v.
197 maal zo zwaar als een waterstof
atoom, het atoomgewicht van goud nu is
197.
Bestond er eeuwenlang de mening, dat
het atoom één geheel was, tegen het eind
van de vorige eeuw ontdekte men. dat een
atoom is samengesteld uit nog kleinere
deeltjes. Deze deeltjes worden subato
maire deeltjes genoemd. Nu we over de
onderdelen van het atoom gaan praten,
moeten we eigenlijk eerst een stukje
elektriciteitsleer doornemen, maar onze
natuurkundeles heeft het karakter van een
spoedcursus en daarom volstaan we met
het aannemen van de volgende stelling:
Atomen bestaan uit negatief geladen
deeltjes, die „electronen" worden ge
noemd, en positief geladen deeltjes, die
„protonen" heten.
Het electron is veel lichter dan het pro
ton. Een proton weegt wel 1837 maal zo
zwaar als een electron, (de natuurkundi
gen spreken hierbij van „massa", d.i.
het gewicht van een voorwerp, gewogen
aan de evenaar, in het luchtledige, op zee
hoogte).
te maken). Daarnaast komt óók uraan met
een massagetal 235 voor. Van elke 140
atomen, voorkomend in uraan ln de vrije
natuur, heeft er maar één (atoom) da
massa 235.
Men wist nu, dat radioaktiviteit in de
natuur het ene element deed veranderen
in het andere element.
Radium bijvoorbeeld gaat over in radon,
wordt daarna radium A, vervolgens ra
dium B en daarna radium C, radium D,
radium E, daarna polonium tenslotte lood.
Het nooit bereiKte doel der oude alche-
nisten was thans een realiteit geworden.
De begeerte, die de mens eeuwenlang had,
om van onedele metalen goud te maken,
scheen theoretisch in vervulling te gaan.
De moderne alchemisten van de 30er jaren
namen nu het werk van hun collega's
uit de middeleeuwen weer ter hand.
Rutherford slaagde er reeds in 1919 in
om van stikstof zuurstof te maken. Het
„kernkanon" werd uitgevonden; later
tijdelijk met
1 JAARGETIJDE
Uit serie van 4
tube van f 1.-
Ja, kernfysica, wat Is dat eigenlijk voor een woord? Wanneer we in het woor
denboek het woord „fysica" opzoeken, dan vinden we: Natuurkunde. En b|)
het woord „kern": Pit, het binnenste, het middelste, hoofdzaak, hoofdgroep
We zjjn dus niet veel wjjzer geworden. Alleen weten we, dat het woord kern
fysica iets met natuurkunde te maken heeft. We trachten nu verder te komen.
Maar wanneer we een boek bemachtigen, dat over deze kern-wetenschap han
delt, dan komen we zoveel vreemde woorden tegen neutronen, protonen. Iso
topen, gammastralen dat we de neiging hebben om het „populair-weten-
schappeljjk werk" meteen weer dicht te klappen met de verzuchting: „Daar
snap ik tóch geen snars vanEn tóch, willen we iets begrijpen van de lan
ge, lange en vooral moeizame weg, die de geleerden af moesten leggen voordat
de atoombom werd uitgevonden, dan komen we er niet onderuit: We moeten
natuurkundeles nemen. Niet te ingewikkeld natuurlijk, alleen maar om wat „in
zicht" te krijgen. Vooruit dan maar. Een spoedcursus „kernfysica".
Alle stoffen, of het nu gaat om hout,
glas of ijzer, staal of papier, zon, maan,
aarde of planeten, alle stoffen bestaan
uit heel kleine deeltjes Nemen we echter
een stuk hout of een stuk staal in de
hand en bekijken we dit, dan zeggen we:
Ik zie daar niks van! Maar, zo vragen we,
stel dat u in een vliegtuig een paar hon
derd meter boven het strand zou vliegen
en iemand zegt: „Kijk. dat strand, dat is
zand, en dat bestaat uit allemaal kleine
korreltjes dan zegt u toch ook niet:
Ik zie er niets van? Neen, u zegt: Dat
weet ik wel Want al ziet u, vanaf 300
of 400 meter hoogte, geen korreltje, doch
één grijze oppervlakte, u weet, dat die
korreltjes bestaan. Want wanneet u op het
strand staat en u laat het fijne zand uit
uw hand lopen, dan ziet u de korreltjes
wel
De kleine deeltjes, waaruit alle stof
bestaat, zijn echter zo klein, dat u hen
niet kunt zien met het blote oog niet en
met de microscoop niet Het is pas In 1952
wanneer een Duitse chemicus, Dr. Müller,
met een zogenaamde punt-electronen-
microscoop atomen zichtbaar maakt.
Atomen. Dit woord is al genoemd voor
dat we het wisten. Atoom. Dat is het
woord voor dat onzichtbare „korreltje",
waaruit alles om ons heen is opgebouwd.
Atoom komt van het Griekse woord ato-
mos, hetgeen „ondeelbaar" betekent Zo'n
atoom is, dat begrijpen we nu wel, uiterst
klein. Op één cm kunnen we honderd mil
joen atomen naast elkaar leggen We be
seffen nu ook, dat er heel wat onderzoe
kingen en wetenschappelijke proeven voor
nodig waren om er achter te komen dat
er atomen bestonden Toch sprak de 460
jaren vooi Christus geboren filosoof De-
moentus al van atomen....
We zijn nu geneigd te veronderstellen,
dat er ik-weet-wel-niet-hoeveel soorten
atomen moeten zijn. want er zijn toch ook
intelbare soorten stoffen? Men heeft nu
ontdekt, dat dit niet zo is. De meeste
stoffen zijn verbindingen, d wz bestaan
uit combinaties van atomen Hei aantal
verbindingen nadert het miljoen
Er bestaan echter ook stoffen die uit
één atoomsoort bestaan. Deze stoffen
De subatomaire deeltjes zijn zeer klein.
We hadden al gevonden, dat op 1 cm hon
derd miljoen atomen op een rijtje liggen.
Nu, we kunnen honderdduizend electro
nen of protonen naast elkaar leggen om
de middellijn van één atoom te krijgen.
In 1932 ontdekte James Chadwick nog
een onderdeeltje van een atoom: het
neutron, een deeltje, dat geen positieve
en ook geen negatieve lading heeft, maar
.neutraal" is.
Atomen bestaan dus uit: Electronen,
protonen en neutronen. Neutronen zijn
ongeveer even zwaar als protonen. (Tus
sen haakjes, even voor verduidelijking,
men moet nog al wat protonen bij elkaar
voegen om de massa van één KG te heb
ben. Zouden we het aantal moeten op
schrijven, dan krijgen we het getal 570
met daarachter nog eens 24 nullen).
Professor Rutherford, een bekwaam
geleerde in Nieuw-Zeeland geboren
die va« 1907 tot zijn dood in 1937 aan de
universiteit van Cambridge was verbon
den, ontdekte bij een proef, dat er binnen
het atoom „ruimte" was. Rondom een
positieve kern, bestaande uit één of meer
protonen, soms gecombineerd met één
of meer neutronen, bewogen zich, op
enige afstand daar omheen, één of meer
negatieve electronen Een waterstofatoom
bestaat b.v. uit een kern, bestaande uit
één proton, waaromheen één electron
draalt. De kern van een goudatoom daar
entegen bevat 79 protonen en 118 neutro
nen, waaromheen zich 79 electronen rond-
bewegen.
Toen Rutherford in 1911 zijn theorieën
publiceerde, werd deze belangrijke vondst
ook gelezen door de Deense natuurkundige
Niels Bohr.
Bohr completeerde een jaar daarna de
inzichten van Rutherford door te ver
klaren, dat de electronen zich volgens een
beperkt aantal banen rond de kern be
wegen. Zodra nu, aldus Bohr, een electron
van de ene stationaire baan naar de an
dere verspringt, straalt een atoom energie
uit. Men ontdekte daarbij, dat de atoom
ruimte bijna leeg is Het waterstofatoom,
voorgesteld door een bol met een middel
lijn van 100 meter, heeft een kern, zo
groot als een speldeknop. Zoudt u de
atoomruimte wegdenken, dan kunt u, als
u de kernen overhoudt, een flinke oceaan
stomer verstoppen in een hoekje van uw
portemonnaie. Maar u moet zich niet ver
tillen.... Want het hoopje „kernmassa"
zou net zo zwaar wegen alseen oce
aanstomer.
werd het kernkanon „cyclotron" genoemd.
Zo'n kanon is een apparaat het bespre
ken van de preciese werking voert te
ver dat spanning van miljoenen volt
opwekt en gebruikt wordt om atomen te
beschieten, met de bedoeling deze te ver
anderen. Ook Nederland heeft in het
instituut voor kernfysisch onderzoek te
Amsterdam zo'n cyclotron, vervaar
digd door een „gloeilampenfabriek in het
Zuiden des lands".
De dochter en schoonzoon van Madame
Urie, het echtpaar Joliot, experimenteer
de veel met een cyclotron en vervaardig
de, op deze wijze doende, vele nieuwe
radioactieve stoffen.
Zo werd in de centra van wetenschap
de kernfysica in hoog tempo en vol ver
wachting voortgezet, niet zonder succes.
Telkens werden nieuwe vondsten gemeld,
telkens werden nieuwe ontdekkingen ge
daan. Over en weer werden nieuwe idee-
en uitgewisseld. De grenzen waren nog
niet gesloten voor de geleerden. Ruther-
ford, die in Cambridge werkte met de Rus
Kapitza en met de Japanner Shimuzu,
de Australiër Markus Oliphant en de
Engelsen John Cockroft en Pat Blaket, het
reeds meermalen genoemde Franse echt
paar Joliot in Parijs, Fermi in Rome en
Otto Hahn in Berlijn-Dahlem, zij allen
onderhielden met elkaar een geregelde
briefwisseling. En elke brief inspireerde
de andere weer tot het doen van een
volgende proefneming
Naar aanleiding van een brief uit Parijs
nemen op 17 december 1938 Otto Hahn en
Frits Strassmann voor de zoveelste maal
een proef. Zij beschieten uraan met neu
tronen
Zij controleren de uitkomst en vinden.,
barium....
Wat is er in feite gebeurd?
Hier werd, voor het eerst, een atoom
kern gespleten
De atoomkern van uranium 235 had zich
n.l., door de beschieting, gesplitst in twee
kernen, één barium- en één kryptonkern..
Hierbij kwamen nieuwe neutronen vrij..
Maar er kwam nog meer vrij: Een zeer
grote hoeveelheid energie
Het verband tussen massa en energie
was al in 1906 aangetoond door de be
roemde theoreticus Albert Einstein. Op
grond van zijn „relativiteitstheorie"
werd berekend, dat wanneer één gram
massa zou worden omgezet in energie,
deze energie in staat zou zijn om 200.000
ton water van 0* Celsius aan de kook te
brengen....
VEENENDAAL
In dezelfde tijd, waarin Engeland de
eerste ontdekkingen werden gedaan over
de structuur van het atoom, deed men in
Frankrijk een andere vondst: het ver
schijnsel van radioaktiviteit. Nadat in
Duitsland Wilhelm Röntgen stralen had
ontdekt met een groot doordringend ver
mogen, waarvan de toepassing op medisch
gebied zeer grote gevolgen had, ontdekte
Henri Becquerel, dat er elementen waren,
die uit zichzelf licht verspreidden Ma
dame Curie ontwikkelde deze ontdekking
door het vinden van twee nieuwe radio
actieve elementen: Polonium en radium
De stralen, die een radioactief element
uitzenden, noemden men alfastralen. bèta-
stralen en gammastralen Vooral de gam
mastralen hebben een groot doordringend
vermogen Zij oefenen tevens invloed uit
op levend weefsel.
Het bleek, dat de (positieve) alfadeeltj<
uit de kern loskomen De bètadeeltjes (m
gatief) zijn de electronen, entijdens
de verandering van de atoomkern wordt
energie in de vorm van gammastraling
uitgezonden.
Verder ontdekte men dat er elementen
waren met éénzelfde kernlading, maai
met een verschillend massagetal Deze
elementen worden „isotopen" genoemd
Uraan bijvoorbeeld Komt het meest vooi
met het massageta) 238 (het massagetal
heeft iets met massa, dus met „zwaarte'
Bij splijting van een zware atoomkern
wordt nu een gedeelte van de massa om
gezet in energie
We hebben al gezegd, dat bij kernsplit
sing ook neutronen vrij komen Deze neu
tronen zouden weer volgende kernen kun
nen splijten. De mogelijkheid van een
voortdurende kernsplijting (of kernsplit
sing), waarbij b.v. 1 kg uraan aldus door
deze „kettingreactie" gesplitst werd, hield
men, na de proef van Otto Hahn, voor
mogelijk.
Even terzijde. Het begint nu werkelijk
wel een beetje moeilijk voor ons te wor
den. We moeten een eenvoudig voorbeeld
hebben, waarmee een „kettingreactie" kan
worden vergeleken
Welnu, een kettingreactie „lijkt" een
beetje op de volgende „proef": We zetten
een groot aantal muizevallen vlak naast
elkaar. Elke val wordt „gespannen" en
op elk exemplaar leggen we een ping-
pong-balletje. Op één. der muizevallen
gooien we met kracht zo'n balletje. Dat
balletje springt, door het dichtklappen
van de val, omhoog en komt op een wille
keurige andere muizeval terecht Deze
klapt ook dicht, een tweede ping-pong
bal springt op, komt weer op een vol
gende val terecht, en tenslotte zijn alle
muizevallen dichtgeslagen
Nu weer terug naai die KG uraan Bij
splijting ervan komt een energie vrij die,
volgens de theorie van Einstein, één mil
joen keer zo groot is als de energie, die
vrij komt uit 1 KG normaal ontploffings
middel.
En natuurlijk waren de geleerden ervan
op de hoogte, dat de nieuwe ontdekking
van de kernsplitsing grote gevolgen kon
hebben. Hoe zou, zo vroeg men zich af,
die energie worden gebruikt Ten
zegen van de mensheid, oftot vernie
tiging ervan
Toen deze vraag - in 1939 werd ge
steld, brak de tweede Wereldoorlog uit..
(wordt vervolgd)