De schoenmaker bleef
niet bij z'n leest
m- x
P ~;£v
MBBPP8
Pierrot en de liedjes van de wind
pliiytex
Veel liefs van Ronnie
Opstelling wachtend verkeer
r - .wOTs
Verhaal voor de kleuters
D. J. ANBEEK
wtwaoiaü ,,LL VALLEI"
dinsdag 3 augustus 1365
„Schoenmaker blijf bij je leest" is een spreekwoord dat meestal figuurlijk gebruikt wordt. Bij de heer Bosman uit Eist
echter is van een letterlijk gebruik sprake. Maar hij heeft zich niet aan de raad gehouden. De laatste jaren heeft de heer
Bosman steeds meer bekendheid gekregen, doordat hij zijn schoenmakersleest in de steek liet en over ging op de handel in
antiek en curiosa. IVie nu in het kleine winkeltje tegenover de kerk in Eist komt treft daar een bonte verzameling aan van
de meest uiteenlopende voorwerpen.
HOBBY
Het nieuwe middel van bestaan van
de heer Bosman is eigenlijk voortge
komen uit een hobby. Vroeger lapte de
heer Bosman de schoenen van vele El-
stenaren, maar daarbij had hij toch een
brede belangstelling voor antiek en an
dere oudheden.
Doordat hij bij veel mensen over de
vloer kwam, zag hij nog eens wat en
daardoor kon hij wat ruilen, kopen en
verkopen. In de loop der jaren nam
dat echter zulke vormen aan dat de
handel in antiek alleen nog maar over
bleef. Het huis en werkplaats waren in
tussen veel te klein geworden om alles
op te slaan en daarom zocht de heer
Bosman naar een geschikte ruimte. De
ze werd gevonden in een huis naast de
kerk tegenover het woonhuis en daar
is nu een bonte verzameling uitgestald.
Bekijks
Doordat de heer Bosman veel van zijn
koopwaar voor zijn huis uitgestald
heeft, had hij altijd veel bekijks. Bo-|
vendien is voor zijn huis een bushalte
en wanneer de bus stopt, zitten bin
nen een mum van tijd alle mensen door
de raampjes te gluren wat er nu wel
weer staat. Een kleine greep: een ge
prepareerde bisonkop, een arreslede,
koperen ketels, kannen en kruiken, ka
bouters voor in de tuin, stallantaarns,
tuigen e.d. Vaak gebeurd het dat auto
mobilisten op doorreis stoppen en een
kijkje komen nemen in het „privé
museum" van de familie Bosman. Vaak
neuzen ze alleen maar wat rond en soms
kopen ze wat.
Verhalen
De heer Bosman is in de loop der ja
ren iemand geworden met veel erva
ring. Daarom weet hij bij elk vaasje,
lampje, beeldje en wat dies meer een
heel verhaal te vertellen over oor
sprong en herkomst van het voorwerp.
Dat is ook een van de aantrekkelijke
kanten van het vak, zegt de heer Bos
man. Als ik iets koop, koop ik iets
bijzonders, via jaartallen, geschriften
of andere hulpmiddelen. Zo heeft de
heer Bosman ook ontdekt dat aan be
paalde dingen die eigen zijn van het
voorwerp al veel is af te leiden, ouder
dom en herkomst bijvoorbeeld.
Overzicht van enkele antiquiteiten,
waarvan de heer Bosman er vele bezit.
Trots
De trots van de heer Bosman is een
verzameling tabakspotten. In de loop
der tijd heeft hij al een tachtig verschil
lende soorten bijeen weten te brengen.
Geen van deze soms heel fraaie potten
is te koop. Dat is en blijft privé bezit
van de heer Bosman. De gasten mogen
er alleen maar naar kijken en de heer
Bosman is bereid ze er alles over te ver
tellen, maar aankomen, om van ko
pen maar niet te spreken, is er niet bij.
Bij deze verzameling horen ook een
aantal fraaie pijpen, waarvan er ver
schillende de lengte hebben van 1.75 m.
In de toekomst hoopt de heer Bosman
deze verzameling nog groter te maken
en dat zal zeker lukken want telkens
zijn er nog mensen die hem zo maar
een tabakspot toezendeij.
Smaak
Uiteraard hebben de mensen die ko
men kopen een eigen smaak. Het is dan
ook moeilijk om te zeggen dat of dat is
in trek. Bovendien komen de mensen
niet met het vooropgezette doel om een
bepaald iets te kopen. Meestal kijken
ze eerst eens rond en als ze dan iets te
genkomen wat ze bevalt dan kopen ze
het. Datzelfde systeem past de heer Bos
man zelf ook toe. Hij trekt stad en
land af en alleen als hij iets tegenkomt
wat hem bevalt gaat dat naar Eist. Bij
dergelijke transakties komt ook een
enorme hoeveelheid geluk kijken. Je
moet een zeer goede neus hebben en
dan kan het gebeuren dat je wat bij
zonders tegenkomt.
De meeste vraag is er op het ogenblik
naar een echte ouderwetse staande
petroleumlamp, daarvan zijn er ook nog
vele in de handel. Een echte oude ap
pel-ketel daarentegen is momenteel
zeer schaars en bovendien schreeuwend
duur.
Bedrog
De antiek- en curiosahandel is er een
waar men door schade en schande wijs
wordt. Men moet het kaf van het koren
kunnen onderscheiden. Bovendien zijn er
mensen die voorwerpen namaken en ze
toch uitgeven voor antiek. Iedereen
kent het verhaal wel van de fabrikant
die koperen ketels maakt, ze daarna
van een stenen trap smijt, waardoor ze
er lekker oud uit gaan zien. Oppassen
voor bedrog is dan ook het eerste ver
eiste en bovendien moet men de dingen
op hun juiste waarde kunnen schatten.
Uitersten
Wie een rondgang door de zaak van
de heer Bosman maakt, ziet vreemde
dingen, waarbij men zich afvraagt: „hoe
verzinnen ze het".
We geven u een kleine opsomming:
een meer dan manshoge klok waarin
een compleet orgel met 48 pijpen ge-
Uil
r-
Jt V - -i
"•RVA.. .4 ,-■&&
\.r'. j
Hebben jullie wel eens
gehoord van dat bijzon
dere jongetje dat de we
reld introk om de muziek
te zoeken die de wind
maakt in de toppen van
de bomen?
Dat was zo:
In een dorpje, wel twin
tig dagen reizen hiervan
daan woonde een jongetje
dat Pierrot heette. Aan
z'n naam kon je al wel
horen dat hij een beetje
bijzonder was, want wie
hoorde nu ooit de clowns-
naam Pierrot voor een
gewoon jongetje?
De mensen in het dorp
praatten wel eens over
hem en zeiden tegen el
kaar: „Wat zou er toch
met die Pierrot aan de
hand zijn? Hij doet nooit
mee aan de spelletjes van
de andere jongens en
soms is hij dagen lang
nergens te vinden".
■fr
Ja, ze hadden eigenlijk
wel gelijk. Pierrot was
het liefst alleen.
Hij wandelde door de
bossen, hij wist alle ver
borgen plekjes en hij
kende de plaats waar de
dieren uit het bos 's a-
vonds kwamen drinken.
Hij kende de bosduiven,
de eekhoorns, de reeën
met hun jonkies en de
dieren voelden ook dat ze
van hem niets te vrezen
hadden.
Hij keek naar hen als
ze hun dorst lesten bij
het bosmeer dat wel zil
ver leek door de mane
schijn.
Niemand wist echter
precies waarom Pierrot
zo van het bos hield.
Dat was natuurlijk om
de dieren, maar toch het
meest om het ruisen van
de wind in de bomen.
Pierrot luisterde heel
aandachtig en hij hoorde
dan de mooiste melodie-
en. Liedjes die hij nog
nooit door iemand had
horen spelen. Wat zou het
toch heerlijk zijn deze
liedjes zelf te kunnen
spelen en voor altijd te
kunnen onthouden!
Dat zou eens iets an
ders zijn dan die krassen
de muziek uit het orgeltje
van Oude Willem. Die
was alleen leuk als er
kermis was en je door
het vele lawaai uit de
schiettenten en de draai
molen de valse tonen en
gekke piepgeluiden toch
niet kon horen.
Maar de muziek die
Pier root in het bos hoor-
Afscheid Ds. W. Heerma
Ds. W. Heerma zal woensdagavond 11
augustus a.s. afscheid nemen van de
Chr. Gereformeerde Kerk van Nunspeet
en veertien dagen later, n.l. woensdag
avond 25 augustus a.s. na vooraf in die
zelfde dienst te zijn bevestigd door zijn
ambtsvoorganger, ds. J. W. van de Gron
den, die in maart 1963 naar Almelo is
vertrokken, intrede doen als predikant
van de Christelijke Gereformeerde Kerk
van Enschedé-Oost.
Wigger Heerma werd op 20 januari
1908 te Dokkum geboren. Hij studeerde
aan de theologische hogeshool van de
Christelijke Gereformeerde Kerken in
Nederland te Apeldoorn, waar hij in juli
1931 zijn kandidaatsexamen aflegde. Na
dat de heer Heerma toen ook door het
college van curatoren van de theologische
hogeschool te Apeldoorn was beroepbaar
verklaard in de Christelijke Gereformeer
de Kerken in Nederland werd hij op 15
november van datzelfde jaar (1931) door
nu wijlen prof. F. Lengkeek, toen nog
hoogleraar aan de theologische hoge
school van de Christelijke Gereformeerde
Kerken in Nederland te Apeldoorn, be
vestigd als eerste predikant van de op 3
telijke Gereformeerde Kerk van Aals
meer. Daarna diende ds. Heerma verder
nog de Christelijke Gereformeerde Ker-
juni 1919 zelfstandig geinstitueerde Chris-
ken van Zeist 1938 tot 1944; Rotterdam-
Centrum 1944 tot 1950; Groningen 1950 tot
1956; Veenendaal (Bethelkerk) 1956 tot
1961 en op 16 mei 1961 werd hij door ds.
De heer Bosman staande voor zijn wo
ning waarbij menig antiek voorwerp is
uitgestald.
bouwd is. Dat orgel doet het nog ook,
een arreslede die nog in zeer goede
staat verkeerd. De nodige speeldozen,
een (geprepareerde) olifantspoot, die ge
bruikt kan worden voor parapluibak.
Veel mooie kronen en lampen, een ko
peren doosje (inhoud 1 cm3), een com
pleet domineesspel bevattende minus
cuul klein uiteraard, allerlei soorten
ketels, pannen, flessen, kruiken en pot
ten. Het is moeilijk alles op te noemen.
Men kan alleen maar denken wat had
den onze voorouders soms toch vreemde
maar toch ook wel goede ideeën.
He^ blijft bestaan
De handel in antiek zal blijven be
staan. Immers de gebruiksvoorwerpen
van ons worden ook een dagje ouder
en wie weet wat men er voor over zal
hebben om over vele jaren ons nu nog
luxueuse TV-toestel of ons zondagse
theeservies op de kop te tikken. Alleen
de vraag naar antiek is in de loop der
tijden verschillend. Op het ogenblik
hoort het er allemaal bij om iets „ouds
in huis te hebben. Deze hobby is wel
prijzig, maar we leven in een welvaarts
staat dus het kan er wel af.
Daarom zal de heer Bosman onge
twijfeld nog veel klanten moeten hel
pen.
R. Slofstra uit Harlingen, toen nog predi
kant te Harderwijk, bevestigd als predi
kant van de Christelijke Gereformeerde
Kerk van Nunspeet.
Ds. Heerma werd bij herhaling afge
vaardigd naar particuliere synodes en
naar de generale synode van de Chris
telijke Gereformeerde Kerken in Neder
land en verder heeft hij in de loop der
jaren vele bestuursfunkties en deputaat-
schappen vervuld en zitting gehad in tal
van colleges en commissies. Zo is hij
thans o.a. nog: voor de generale synode
van de Christelijke Gereformeerde Ker
ken in Nederland deputaat voor de emi
gratie en deputaat voor het beheer van
de Jubileum-gave 1834-1934. Verder is hij
curator van de theologische hogeschool
van de Christelijke Gereformeerde Ker
ken in Nederland te Apeldoorn, bestuurs
lid van de Vereniging van Christelijke
gereformeerde predikanten in Nederland
en in de classis Amersfoort correspon
dent voor de theologische hogeschool van
de Christelijke Gereformeerde Kerken in
Nederland te Apeldoorn en vele jaren
examinator dogmatiek.
Van zijn hand verschenen een tweetal
boeken, n.l. over de leer van de Kerk en
over het Genadeverbond. Verder publi
ceerde hij nog tal van artikelen en bij
dragen in verschillende kerkbodes en in
„De Wekker", het wekelijks orgaan van
de Christelijke Gereformeerde Kerken in
Nederland.
Tijdens zijn ambtsbediening als predi
kant van de Christelijke Gereformeerde
Kerk van Alsmeer werd daar een chris
telijke gereformeerde kerk gebouwd en
te Rotterdam-Centrum, waar de chris
telijke gereformeerde kerk door het oor
logsgeweld geheel was verwoest, heeft
hij de bouw van een nieuwe kerk mee
voorbereid. Tijdens zijn verblijf te Vee
nendaal kwam daar op 9 oktober 1956
de aansluiting tot stand van de gemeente
van ds. R. Kok, thans predikant van de
Christelijke Gereformeerde Kerk van Al
phen aan den Rijn, bij het verband van
de Christelijke Gereformeerde Kerken
in Nederland.
MACHINE NEEMT POETSEN
VAN SCHOENEN OVER
Uit de Bondsrepubliek komt de schoe
nenpoets-machine, bestemd voor hotels,
maar natuurlijk ook bruikbaar overal,
waar een groot aantal personen liefst met
schone laarzen en schoenen moeten bin
nenkomen, zoals fabrieken en scholer.. Zij
betaat uit een aantal roterende boistels
gecombineerd met een soort stofzuig® die
alle vuil van de scoenen weet te verwij
deren. Na de verwijdering van het «rgste
vuil wordt de schoen of laars wercelijk
gepoetst door eveneens roterende kor-
stels, die automatisch worden vo»rzien
van schoensmeer in verschillende kleu
ren. Met eenvoudige handbewegingen kan
men aldus zijn schoenen keurig gepoetst
krijgen in weinig tijd.
SLANK SILHOUET VAN
BUSTE TOT TAILLE
LIVING LONGLINE
de Bra die past!
Geheel van Wonderlastic
zonder rubber: heerlijke
bewegingsvrijheid - echte
Playtex pasvorm.
Ook in uw maat in wit en
zwart, A, B, C cup f 26.75
D cup f29.75 - Ook in
Longiine. Kom passen bij
verkrijgbaar bij:
Korsettenhuis
Hoofdstraat 66a
Veenendaal
LBH466
Artikel 31 van het Wegenverkeersreglement geeft enkele regels aangaande de
wijze van opstelling van het verkeer op plaatsen, waar dit moet stil houden. Be
stuurders van voertuigen, ruiters en geleiders van rij- en trekdieren en vee zyn
verplicht zich in volgorde van aankomst op te stellen vóór de stopstreep of de
voetgangersoversteekplaats. Zij moeten de voetgangcrsoversteekplaats en het weg
gedeelte, dat bestemd is voor het verkeer uit de tegengestelde richting, vrij laten.
Voorts moeten bestuurders van wagens en rijwielen, ruiters en geleiders van rij
en trekdieren en vee zich zodanig opstellen, dat motorrijtuigen niet meer gehinderd
worden dan in de gegeven omstandigheden onvermijdelijk is. Deze regels klinken
zeer eenvoudig, maar in de praktijk hebben zjj tot verschillende problemen aanlei
ding gegeven, welke door de rechter opgelost moesten worden. Dientengevolge
wordt de betekenis van genoemde regels voor een belangrijk gedeelte bepaald door
de uitleg, welke de rechter daaraan gegeven heeft.
Wielrijdster loopt met fiets
naar trottoir
Een wielrijdster moest te Leeuwarden
voor een rood verkeerslicht stilhouden.
Zij stapte van haar fiets af en liep met
haar rijwiel aan de hand vóór het wach
tende verkeer langs de straat over en het
trottoir op. De kantonrechter veroordeel
de haar tot een geldboete van f 2,50, om
dat zij zich niet in volgorde van aan
komst had opgesteld op de voor haar be
stemde rijbaan en het voor het verkeer
uit de tegengestelde richting bestemde
weggedeelte niet had vrij gelaten.
In zijn vonnis wees de kantonrechter
er op, dat art. 31 van het Wegenverkeers
reglement vaststelt, hoe het verkeer zich
heeft te gedragen, wanneer het stil moet
houden. Iedere daarvan afwijkende ge
dragslijn moet geacht worden door dit ar
tikel te zijn uitgesloten. Als voorbeelden
van afwijkende en dus verboden ge
dragingen noemde de kantonrechter nog:
het zich met zijn rijwiel op het trottoir
begeven en daarover zijn weg te vervol
gen, het zich omkeren en terugrijden, het
trachten om aan de overzijde van het
geblokkeerde kruispunt op andere wijze
te komen dan door het verboden doorrij
den over het kruispunt.
De kantonrechter voegde, hieraan toe,
dat het ondenkbaar is, dat een bestuurder
van een voertuig de vrijheid zou worden
gelaten om nog, nadat het rode licht door
hem is waargenomen, ten aanzien van de
door hem te volgen route van intentie te
veranderen, daar zulks op kruispunten
van wegen, waar het verkeer door licht
signalen wordt geregeld, in plaats van
orde chaos zou doen ontstaan.
Geen verdeling van
rijverkeer in smalle en
brede voertuigen
De bestuurder van een motorrijwiel
reed daarmede te 's Gravenhage op de
Laan van Meerdervoort in de richting van
de Zeestraat. Ter hoogte van de Anna
Paulownastraat wachtte een file auto's
voor de stoplichten. De motorrijder reed
deze file rechts voorbij en hield naast de
file stil vóór de stopstreep. Hij werd door
de kantonrechter veroordeeld tot een
geldboete van f 5,—, omdat hij zich niet
in volgorde van aankomst had opgesteld.
Voor de Hoge Raad betoogde de motor
rijder, dat het hem vrijstond, nu de
breedte van de rijbaan dit toeliet, zich
met zijn tweewielig motorvoertuig naast
de reeds stilstaande auto's op te stellen,
wanneer hij daardoor anderen niet hin
derde. Naar zijn mening verdiende een
opstelling van het verkeer naar gelang
van de breedte der voertuigen de voor
keur. De brede voertuigen (vierwielige
motorrijtuigen en wagens) zouden zich
achter elkaar moeten opstellen, terwijl
daarnaast de smalle voertuigen (rijwielen,
bromfietsen en tweewielige motorrijtui
gen) een afzonderlijke file zouden moe
ten vormen.
Maar de Hoge Raad overwoog, dat art.
31 van het Wegenverkeersreglement geen
verdeling van het rijverkeer in smalle en
brede voertuigen kent en slechts ten
aanzien van het zogenaamde langzame
verkeer voorschrijft, dat het motorrij
tuigen niet meer mag hinderen dan in de
gegeven omstandigneden onvermijdelijk
is. De motorrijder had zich dus achter
het reeds aanwezige zogenaamde snel
verkeer moeten aansluiten.
Uit de overwegingen van de Hoge
Raad menen wij de gevolgtrekking te mo
gen maken, dat de berijders van scooters
zich evenmin tussen het langzame ver
keer mogen opstellen, daar art. 31 van
het Wegenverkeersreglement hen immers
niet tot het langzame verkeer rekent.
Aparte files voor
langzaam en snel-
keer?
Een personenauto stond stil te Amster
dam op de Weteringschans vóór een stop
streep nabij de Vijzelstraat. Een passagier,
die uit de auto wilde stappen, opende op
onvoorzichtige wijze zonder voldoende op
het verkeer te letten het rechter portier.
Een tussen de auto en het trottoir rijden
de wielrijdster kwam hierdoor te vallen.
De autopassagier werd door de kanton
rechter en daarna in hoger beroep door
de rechtbank veroordeeld tot een geld
boete van f 75,—, omdat hij op gevaarlijke
wijze het portier had geopend.
Voor de Hoge Raad stelde de autopassa
gier zich op het standpunt, dat de wiel
rijdster zich achter de verkeersfile had
behoren aan te sluiten en de auto derhal
ve niet had mogen passeren. Hieruit con
cludeerde hij, dat hij door zijn handeling
de veiligheid op de weg niet in gevaar
kon brengen, daar in de gegeven situatie
op dat moment de straat tussen auto en
trottoir voor het andere verkeer, in casu
de wielrijdster, geen weg in de zin wet
was.
De Hoge Raad deed geen uitspraak ten
aanzien van de vraag, of wielrijders zich
in een aparte file mogen opstellen tussen
het wachtende snelverkeer en het trot
toir. De Hoge Raad overwoog, dat aan
genomen al de juistheid van de door de
autopassagier verdedigde stelling, deze
hem niet zou kunnen baten. Het is im
mers van algemene bekendheid, dat het
veelvuldig voorkomt, dat wielrijders ter
rechterzijde van wachtende motorrijtuigen
oprijden naar een stopstreep. Dit brengt
mede, dat inzittenden van zodanige motor
rijtuigen de veiligheid op de weg in ge
vaar kunnen brengen, indien zij een
portier ter rechter zijde van het voertuig
openen zonder zich te vergewissen, dat
hierdoor geen andere weggebruikers kun
nen worden getroffen of gehinderd.
Dubbele file van
snelverkeer
Een automobilist reed op de Vijzelstraat
te Amsterdam een lange file van wach
tende auto's voorbij en hield stil vóór
de stopstreep links van de voorste auto
van de reeds opgestelde file, terwijl hij
niet voornemens was links af te slaan.
Voor deze handelswijze werd hij door de
rechtbank veroordeeld tot een geldboete
van f 25,
De automobilist vroeg in de onderha
vige kwestie het oordeel van de Ver-
keersafdeling van de Koninklijke Neder
landse Toeristenbond A.N.W.B. Deze deel
de de automobilst o.a. het volgende mede:
Het kan uit een verkeerstechnisch oog
punt in het belang van de vrijheid en
veiligheid van het verkeer en van de
vlotte afwikkeling van het verkeer zeker
gewenst zijn, dat het rechtdoor gaande
verkeer zich in twee files opstelt. Dat
hierbij de in de linker file opgestelde
rechtdoor gaande weggebruiker wellicht
gebruik maakt van het gedeelte van de
weg, bestemd voor het linksafslaande
verkeer, behoeft naar het inzien van de
Verkeersafdeling in zijn algemeenheid
niet als bezwaarlijk te worden aange
merkt. De Verkeersafdeling acht het in
het algemeen van groter belang, dat het
verkeer op een kruispunt zich zo vlot
mogelijk kan afwerken.
Bovenstaande mening bracht de auto
mobilist met machtiging van de A.N.W.B.
ter kennis van de Hoge Raad. Deze be
sliste, dat het voorschrift, dat men zich
moet opstellen in volgorde van aankomst,
er zich niet tegen verzet, dat zich binnen
de eigen rijbaan meer dan één file van
motorrijtuigen vormt. Het voorschrift
verbiedt slechts dat men daarbij vóór een
andere weggebruiker gaat staan.
Bij deze uitspaak maakte de Hoge Raad
wel een voorbehoud ten aanzien van be
velen en aanwijzigingen, als bedoeld in
art. 29 van de Wegenverkeerswet. Als zo
danig gelden ook pijlen en woorden, b.v.
„linksaf" of „rechtdoor", welke bij kruis
punten op het wegdek geschilderd zijn.
Het rechtdoor gaande verkeer mag zich
dus niet opstellen op het wegvak, dat
blijkens zo'n aanduiding bestemd is voor
het linksafslaande verkeer.
Het arrest opent tevens voor motorrij
ders en scooters de mogelijkheid om
wachtende auto's links voorbij te rijden
tot aan de stopstreep. Als er niet vol
doende ruimte overblijft voor een tweede
file auto's, doch wel voor motorrijwielen
en scooters, kunnen de berijders van deze
tweewielige motorrijtuigen zich dus in
een aparte file links van de auto's op
stellen, mits zij daarbij niet komen op
het weggedeelte, dat bestemd is voor het
verkeer uit de tegengestelde richting.
Uit de arresten van de Hoge Raad me
nen wij alles bij elkaar genomen
te mogen afleiden, dat het langzame ver
keer een file wachtende auto's rechts
voorbij mag rijden en zich naast die file
mag opstellen. Volgens het laatste arrest
is het slechts verboden vóór een andere
weggebruiker te gaan staan. Ook bij de
opstelling van het langzame verkéer zal
men zich dus moeten houden aan de volg
orde van aankomst.
Mr. C. A. Baron Bentinck
de bestond alleen in z'n
gedachten. Pierrot pie
kerde en piekerde hoe je
die nu zou kunnen maken
en wat voor instrument
je nodig zou hebben,
maar een oplossing vond
hij niet.
Op een goede dag be
sloot hij de wereld in te
trekken en net zo lang te
zoeken tot hij het instru
ment gevonden had wat
die prachtige muziek kon
maken.
Pierrot vulde een mand
met brood, plukte bos
bessen en ging op weg.
Hij liep elke dag ver
der de wereld in, langs
rivieren en bergen en
ontmoette allerlei soorten
mensen. Hij vroeg hen
wat voor muziek zij
maakten en leerde erg
veel van hen. Maar toch
vond hij nergens de rui
sende boommuziek.
De mensen hadden ple
zier in het weetgrage
jongetje en als Pierrot
genoeg wist, trok hij weer
verder, naar andere lan
den.
Op een gelukkige dag,
ontmoette Pierrot in een
grote stad een oude man,
die vroeger een beroemd
musicus was.
Pierrot vertelde hem van
zijn liefste wens en de
oude man zei tegen hem:
„Luister eens Pierrot.
Het instrument wat jij
zoekt bestaat op de hele
wereld niet. Om die me
lodieën te spelen heb je
niet één, maar wel 30 in
strumenten nodig. Ga
maar met mij mee naar
huis, dan leer ik je hoe je
de muziek moet opschrij
ven en moet laten spe
len".
Pierrot wilde graag en
zo leerde hij van de oude
man hoe je noten moest
schrijven en toonladders
spelen en hij was een
heel ijverige leerling.
Na een paar jaar wist
Pierrot alles van muziek
wat er maar te leren was
en kon hij de muziek uit
z'n herinnering opschrij
ven en ook voor andere
mensen verstaanbaar ma
ken.
De mensen verwonder
den zich over hem en
toen hij ouder was, werd
de dromerige jongen van
vroeger benoemd tot de
dirigent van het grootste
orkest van het land. Hij
speelde voor alle soorten
mensen, voor armen en
rijken, voor koningen en
koninginnen, voor prin
sen en prinsessen.
Iedereen ging veel van
Pierrots muziek houden
en ook toen hij al lang
niet meer leefde maak
ten zijn liedjes de men
sen blij en gelukkig.
J door Maartje Zeldeirijk
HOOFDSTUK I
Het gezelschap, dat binnenkwam, viel
nauwelijks op door de vele lawaai pro
ducerende mensen en dingen, die de
zaal stempelde tot een avondkroeg, zo
als er enkele tientallen in de stad te
vinden waren. Alleen Blikkie, de enige
man, die hier bediende, had het vijftal
nieuwe bezoekers binnen twee of drie
sekonden getaxeerd: geld.
En omdat Blikkie maar één harts
tocht, één hobby en één doel in zijn
leven combineerde tot een soort ritus:
zoveel mogelijk geld verdienen in zo
kort mogelijke tijd, schoot hij op de
twee vrouwen en drie mannen af, de ge-
legenheidsgrijns op zijn gezicht, want
hij wist niet te ver van het orkest nog
een lege tafel, waarheen hij het vijftal
loodste, gelijktijdig de tafel met de
niet meer heldere doek schoonwrijvend.
Voor zover dat mogelijk was althans.
Waarna hij zeer discreet een specia
liteit van hem de drankjeskaart op
de schoongemaakte tafel legde, enkele
passen terugtredend en een knipoogje
gevend aan de drummer, wat zoveel be
tekende als: dat zit wel goed aan deze
tafel.
Eén der mannen keek even op de
kaart. Een ander begon sigaretten aan
te bieden. Daarna besloot men een fles
champagne te laten komen. Blikkie
boog, draaide zich om en maakte een
ondefinieerbaar gebaar naar het buffet,
doch daar begreep men onmiddellijk
zijn bedoeling: champagne. Dus klanten
met goed geld.
Ook het orkestje van vier man was de
komst van deze nieuwe bezoekers niet
ontgaan. Evenmin wat er bij Blikkie
besteld was. Voor hen betekend dit,
dat het repertoire gewijzigd moeslwor
den. Voor beter publiek speelde .s be
tere nummers. Ronnie, de pianist n te
vens de leider, doofde zijn half opge
rookte sigaret en keek naar de aidere
drie. „Ean tango, jongens; black, slack
devils."
Terwijl Blikkie de glazen brach, ge
volgd door een dienstertje met niet
overmatig veel textiel aan, die dekoe-
ler en de fles droeg, begon het orksstje.
Via het spiegeltje, dat Ronnie oj een
hoek van de piano had staan, kon hj die
helft van de zaal overzien, welke min
of meer achter zijn rug was. Waarader
de tafel met de nieuw binnengekme-
nen. Hij zag de verveelde uitdrukin
gen op de gezichten. Gewoontebome-
laars, was zijn oordeel. Eén of mecde-
ren van hen bezit teveel geld. Rjke-
lui's kinderen met buiten een slee Op
zoek naar afleiding. Komen straksuit-
eindelijk terecht in een der nachtkoe-
gen en rijden dan in de vroege mcgen
naar huis om niet eerder dan of
twee uur wakker te worden meteen
tikkeltje haarpijn.
Automatisch speelde hij de tang en
keek naar de dansende paren oj de
kleine ruimte, die daarvoor geser
veerd was. Waardeloos publiek an-
avond, maar dat had je zo vaak o de
dinsdag. Het weekeind was altijd nog
het beste. Nu ja, er werd verteer en
die vijf hadden champie besteld. Blikie
hal als gewoonlijk goed gezien:die
brachten een paar centen meer me
De tango was uit en ze vervollen
bijna meteen met een wals. Een ctke
vent met wallen onder zijn ogen vas
opgestaan en boog voor een der twee
dames. Even later draaiden ze in het
rond. Het grietje was de moeite wel
waard. Die ander viel helemaal uit de
toon. Te mager en vast geen achttien
meer. De twee mannen, die bleven zit
ten, zeiden wat tegen haar, waarover
ze lachte. En daardoor won haar gezicht
enigszins in aantrekkelijkheid.
Na een toegift-rumba stak Ronnie een
nieuwe sigaret op. Als dat vijftal bleef
hijsen, werd het wel sluitingstijd en dat
zou dan betekenen, dat ze er een half
uurtje aan vast moesten knopen. En dat
op de dinsdag.
Willem, de baas in z'n smoking, wan
delde door de zaal knikte eens vrien
delijk tegen een paar dames, die hij
blijkbaar goed kende. Ronnie zag hem
aankomen. Die zal wel weer wat heb
ben, was zijn veronderstelling.
Leunend tegen de piano keek hij naar
de pianist. „Valt mee, vanavond."
Ronnie knikte. Hij maakte een lichte
beweging met zijn schouders. „Je mag
niet mopperen."
Diplomatiek boog de eigenaar zich
voorover naar de muziek op de piano.
Alsof hij de noten bestudeerde, ant
woordde hij, zonder zijn blik van het
papier af te wenden: „Een rijke weduwe
met haar vriendjes. Ze heeft een paar
textielfabrieken."
„Naar wat ze aan heeft, zou je het
anders niet zeggen, dat ze het voor het
grijpen heeft," merkte de pianist droog
op.
Er kwam een glimlach op het gezicht
van de ander. „Wat denk je van een
half miljoen?"
„Ken je haar?"
„Toen hij nog leefde: haar man. Een
paar jaar geleden kwam hij wel eens
een enkele keer. Een vlotte vent. Op zijn
manier deed hij aan filantropie."
Ronnie knikte begrijpend. „Heeft zij
zeker van geprofiteerd? Wie is het? Dat
zwartje zeker?"
„Zo ongeveer. Verleden jaar veron
gelukte haar man."
„Gestikt in de wollen dekens?"
Willem Volland glimlachte nog steeds.
Hij pakte de muziek van de piano en
bladerde erin. „Uit de bocht gevlogen
met zijn Mercedes. Ga maar eens kij
ken bij De Vink. Aan de boom kun je
het nog zien."
„Zal ze wel heel wat vriendjes bezit
ten."
„Gaat. Ze is nogal kieskeurig. Maar
ehzing eens wat, Ronnie. Iets
sentimenteels."
De aangesprokene knikte. „Hoe heet
ze? Zal ik het doen, speciaal voor
haar?"
„Ze is wat ij del, als de meeste vrou
wen overigens. Maar één keer, anders
denkt ze over een uur, dat de tent voor
haar is. Mevrouwneennoem
haar meisjesnaam. Ze danste vroeger
solo op het Plein: Yolanda Zolban. Ze
is, als ik het wel heb, van Hongaarse
orgine".
„Ze krijgt dat extraatje voor haar
champie. Heb je genoeg flessen in
huis?"
De man legde de muziek weer neer.
„Maak je daarover maar geen zorgen."
Ronnie kwam overeind, het drietal
wenkend, met wie hij een kort fluiste
rend gesprek had. Uit het geknik kon
de pianist opmaken, dat ze het begre
pen hadden. Hij draaide zich naar het
publiek, probeerde even de microfoon,
onderwijl glimlachend de zaal inkij
kend.
„Dames en heren," begon hij, even
wachtende, tot het geroezemoes wat
verstomde, „dames en heren, op verzoek
zal ik nu een lied voor u zingen. Voor
u allen, maar in het bijzonder voor één
onzer gasten van vanavond hij
wachtte even en keek naar het vijftal
aan de tafel, dat nauwelijks geinteres-
seerd naar hem keek want we heb
ben in ons midden niemand minder dan
de zeer charmante en lieftallige Yolan
da Zolban, nog niet zo heel lang gele
den een van de bekendste solodanseres
sen van onze goede stad." Hij keek haar
glimlachend aan en boog korrekt, waar
na hij de zaal inkeek en zijn hand uit
stak naar de jonge voruw. Enkele men
sen begonnen te klappen, gelijk met de
orkestleden. De drummer gaf een roffel
en het applaus werd krachtiger, zodat
het meisje, dat lichtelijk bloosde, niet
anders kon doen dan even overeind te
komen. Ze produceerde een vriendelijke
lach, keek de zaal in en boog, waarna
ze weer ging zitten. Ook de drie heren
aan de tafel klapten.
Ronnie wachtte tot het applaus weg
stierf. „Dames en heren, u hebt het nu
zelf kunnen constateren, dat mijn defi
nitie in feite maar zeer armzalig is."
Hij keek naar de jonge vrouw. „Voor u
allen, maar voor onze gast in het bij
zonder zing ik „Alone for you", met be
geleiding van ons bandje."
De dikke man met de wallen onder
zijn ogen keek naar Yolanda en vroeg:
„Wie is die kwast? Kennen wij hem?"
Ze haalde haar schouders op. „Schijn
baar kent hij mij: wat geeft het?"
Hij dronk zijn glas leeg. „Ik vind het
vrij brutaal. Nu ja, wat kun je anders
in een gelegenheid als deze verwach
ten?"
(wordt vervolgd)