De schoenmaker bleef niet bij z'n leest m- x P ~;£v MBBPP8 Pierrot en de liedjes van de wind pliiytex Veel liefs van Ronnie Opstelling wachtend verkeer r - .wOTs Verhaal voor de kleuters D. J. ANBEEK wtwaoiaü ,,LL VALLEI" dinsdag 3 augustus 1365 „Schoenmaker blijf bij je leest" is een spreekwoord dat meestal figuurlijk gebruikt wordt. Bij de heer Bosman uit Eist echter is van een letterlijk gebruik sprake. Maar hij heeft zich niet aan de raad gehouden. De laatste jaren heeft de heer Bosman steeds meer bekendheid gekregen, doordat hij zijn schoenmakersleest in de steek liet en over ging op de handel in antiek en curiosa. IVie nu in het kleine winkeltje tegenover de kerk in Eist komt treft daar een bonte verzameling aan van de meest uiteenlopende voorwerpen. HOBBY Het nieuwe middel van bestaan van de heer Bosman is eigenlijk voortge komen uit een hobby. Vroeger lapte de heer Bosman de schoenen van vele El- stenaren, maar daarbij had hij toch een brede belangstelling voor antiek en an dere oudheden. Doordat hij bij veel mensen over de vloer kwam, zag hij nog eens wat en daardoor kon hij wat ruilen, kopen en verkopen. In de loop der jaren nam dat echter zulke vormen aan dat de handel in antiek alleen nog maar over bleef. Het huis en werkplaats waren in tussen veel te klein geworden om alles op te slaan en daarom zocht de heer Bosman naar een geschikte ruimte. De ze werd gevonden in een huis naast de kerk tegenover het woonhuis en daar is nu een bonte verzameling uitgestald. Bekijks Doordat de heer Bosman veel van zijn koopwaar voor zijn huis uitgestald heeft, had hij altijd veel bekijks. Bo-| vendien is voor zijn huis een bushalte en wanneer de bus stopt, zitten bin nen een mum van tijd alle mensen door de raampjes te gluren wat er nu wel weer staat. Een kleine greep: een ge prepareerde bisonkop, een arreslede, koperen ketels, kannen en kruiken, ka bouters voor in de tuin, stallantaarns, tuigen e.d. Vaak gebeurd het dat auto mobilisten op doorreis stoppen en een kijkje komen nemen in het „privé museum" van de familie Bosman. Vaak neuzen ze alleen maar wat rond en soms kopen ze wat. Verhalen De heer Bosman is in de loop der ja ren iemand geworden met veel erva ring. Daarom weet hij bij elk vaasje, lampje, beeldje en wat dies meer een heel verhaal te vertellen over oor sprong en herkomst van het voorwerp. Dat is ook een van de aantrekkelijke kanten van het vak, zegt de heer Bos man. Als ik iets koop, koop ik iets bijzonders, via jaartallen, geschriften of andere hulpmiddelen. Zo heeft de heer Bosman ook ontdekt dat aan be paalde dingen die eigen zijn van het voorwerp al veel is af te leiden, ouder dom en herkomst bijvoorbeeld. Overzicht van enkele antiquiteiten, waarvan de heer Bosman er vele bezit. Trots De trots van de heer Bosman is een verzameling tabakspotten. In de loop der tijd heeft hij al een tachtig verschil lende soorten bijeen weten te brengen. Geen van deze soms heel fraaie potten is te koop. Dat is en blijft privé bezit van de heer Bosman. De gasten mogen er alleen maar naar kijken en de heer Bosman is bereid ze er alles over te ver tellen, maar aankomen, om van ko pen maar niet te spreken, is er niet bij. Bij deze verzameling horen ook een aantal fraaie pijpen, waarvan er ver schillende de lengte hebben van 1.75 m. In de toekomst hoopt de heer Bosman deze verzameling nog groter te maken en dat zal zeker lukken want telkens zijn er nog mensen die hem zo maar een tabakspot toezendeij. Smaak Uiteraard hebben de mensen die ko men kopen een eigen smaak. Het is dan ook moeilijk om te zeggen dat of dat is in trek. Bovendien komen de mensen niet met het vooropgezette doel om een bepaald iets te kopen. Meestal kijken ze eerst eens rond en als ze dan iets te genkomen wat ze bevalt dan kopen ze het. Datzelfde systeem past de heer Bos man zelf ook toe. Hij trekt stad en land af en alleen als hij iets tegenkomt wat hem bevalt gaat dat naar Eist. Bij dergelijke transakties komt ook een enorme hoeveelheid geluk kijken. Je moet een zeer goede neus hebben en dan kan het gebeuren dat je wat bij zonders tegenkomt. De meeste vraag is er op het ogenblik naar een echte ouderwetse staande petroleumlamp, daarvan zijn er ook nog vele in de handel. Een echte oude ap pel-ketel daarentegen is momenteel zeer schaars en bovendien schreeuwend duur. Bedrog De antiek- en curiosahandel is er een waar men door schade en schande wijs wordt. Men moet het kaf van het koren kunnen onderscheiden. Bovendien zijn er mensen die voorwerpen namaken en ze toch uitgeven voor antiek. Iedereen kent het verhaal wel van de fabrikant die koperen ketels maakt, ze daarna van een stenen trap smijt, waardoor ze er lekker oud uit gaan zien. Oppassen voor bedrog is dan ook het eerste ver eiste en bovendien moet men de dingen op hun juiste waarde kunnen schatten. Uitersten Wie een rondgang door de zaak van de heer Bosman maakt, ziet vreemde dingen, waarbij men zich afvraagt: „hoe verzinnen ze het". We geven u een kleine opsomming: een meer dan manshoge klok waarin een compleet orgel met 48 pijpen ge- Uil r- Jt V - -i "•RVA.. .4 ,-■&& \.r'. j Hebben jullie wel eens gehoord van dat bijzon dere jongetje dat de we reld introk om de muziek te zoeken die de wind maakt in de toppen van de bomen? Dat was zo: In een dorpje, wel twin tig dagen reizen hiervan daan woonde een jongetje dat Pierrot heette. Aan z'n naam kon je al wel horen dat hij een beetje bijzonder was, want wie hoorde nu ooit de clowns- naam Pierrot voor een gewoon jongetje? De mensen in het dorp praatten wel eens over hem en zeiden tegen el kaar: „Wat zou er toch met die Pierrot aan de hand zijn? Hij doet nooit mee aan de spelletjes van de andere jongens en soms is hij dagen lang nergens te vinden". ■fr Ja, ze hadden eigenlijk wel gelijk. Pierrot was het liefst alleen. Hij wandelde door de bossen, hij wist alle ver borgen plekjes en hij kende de plaats waar de dieren uit het bos 's a- vonds kwamen drinken. Hij kende de bosduiven, de eekhoorns, de reeën met hun jonkies en de dieren voelden ook dat ze van hem niets te vrezen hadden. Hij keek naar hen als ze hun dorst lesten bij het bosmeer dat wel zil ver leek door de mane schijn. Niemand wist echter precies waarom Pierrot zo van het bos hield. Dat was natuurlijk om de dieren, maar toch het meest om het ruisen van de wind in de bomen. Pierrot luisterde heel aandachtig en hij hoorde dan de mooiste melodie- en. Liedjes die hij nog nooit door iemand had horen spelen. Wat zou het toch heerlijk zijn deze liedjes zelf te kunnen spelen en voor altijd te kunnen onthouden! Dat zou eens iets an ders zijn dan die krassen de muziek uit het orgeltje van Oude Willem. Die was alleen leuk als er kermis was en je door het vele lawaai uit de schiettenten en de draai molen de valse tonen en gekke piepgeluiden toch niet kon horen. Maar de muziek die Pier root in het bos hoor- Afscheid Ds. W. Heerma Ds. W. Heerma zal woensdagavond 11 augustus a.s. afscheid nemen van de Chr. Gereformeerde Kerk van Nunspeet en veertien dagen later, n.l. woensdag avond 25 augustus a.s. na vooraf in die zelfde dienst te zijn bevestigd door zijn ambtsvoorganger, ds. J. W. van de Gron den, die in maart 1963 naar Almelo is vertrokken, intrede doen als predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerk van Enschedé-Oost. Wigger Heerma werd op 20 januari 1908 te Dokkum geboren. Hij studeerde aan de theologische hogeshool van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland te Apeldoorn, waar hij in juli 1931 zijn kandidaatsexamen aflegde. Na dat de heer Heerma toen ook door het college van curatoren van de theologische hogeschool te Apeldoorn was beroepbaar verklaard in de Christelijke Gereformeer de Kerken in Nederland werd hij op 15 november van datzelfde jaar (1931) door nu wijlen prof. F. Lengkeek, toen nog hoogleraar aan de theologische hoge school van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland te Apeldoorn, be vestigd als eerste predikant van de op 3 telijke Gereformeerde Kerk van Aals meer. Daarna diende ds. Heerma verder nog de Christelijke Gereformeerde Ker- juni 1919 zelfstandig geinstitueerde Chris- ken van Zeist 1938 tot 1944; Rotterdam- Centrum 1944 tot 1950; Groningen 1950 tot 1956; Veenendaal (Bethelkerk) 1956 tot 1961 en op 16 mei 1961 werd hij door ds. De heer Bosman staande voor zijn wo ning waarbij menig antiek voorwerp is uitgestald. bouwd is. Dat orgel doet het nog ook, een arreslede die nog in zeer goede staat verkeerd. De nodige speeldozen, een (geprepareerde) olifantspoot, die ge bruikt kan worden voor parapluibak. Veel mooie kronen en lampen, een ko peren doosje (inhoud 1 cm3), een com pleet domineesspel bevattende minus cuul klein uiteraard, allerlei soorten ketels, pannen, flessen, kruiken en pot ten. Het is moeilijk alles op te noemen. Men kan alleen maar denken wat had den onze voorouders soms toch vreemde maar toch ook wel goede ideeën. He^ blijft bestaan De handel in antiek zal blijven be staan. Immers de gebruiksvoorwerpen van ons worden ook een dagje ouder en wie weet wat men er voor over zal hebben om over vele jaren ons nu nog luxueuse TV-toestel of ons zondagse theeservies op de kop te tikken. Alleen de vraag naar antiek is in de loop der tijden verschillend. Op het ogenblik hoort het er allemaal bij om iets „ouds in huis te hebben. Deze hobby is wel prijzig, maar we leven in een welvaarts staat dus het kan er wel af. Daarom zal de heer Bosman onge twijfeld nog veel klanten moeten hel pen. R. Slofstra uit Harlingen, toen nog predi kant te Harderwijk, bevestigd als predi kant van de Christelijke Gereformeerde Kerk van Nunspeet. Ds. Heerma werd bij herhaling afge vaardigd naar particuliere synodes en naar de generale synode van de Chris telijke Gereformeerde Kerken in Neder land en verder heeft hij in de loop der jaren vele bestuursfunkties en deputaat- schappen vervuld en zitting gehad in tal van colleges en commissies. Zo is hij thans o.a. nog: voor de generale synode van de Christelijke Gereformeerde Ker ken in Nederland deputaat voor de emi gratie en deputaat voor het beheer van de Jubileum-gave 1834-1934. Verder is hij curator van de theologische hogeschool van de Christelijke Gereformeerde Ker ken in Nederland te Apeldoorn, bestuurs lid van de Vereniging van Christelijke gereformeerde predikanten in Nederland en in de classis Amersfoort correspon dent voor de theologische hogeschool van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland te Apeldoorn en vele jaren examinator dogmatiek. Van zijn hand verschenen een tweetal boeken, n.l. over de leer van de Kerk en over het Genadeverbond. Verder publi ceerde hij nog tal van artikelen en bij dragen in verschillende kerkbodes en in „De Wekker", het wekelijks orgaan van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland. Tijdens zijn ambtsbediening als predi kant van de Christelijke Gereformeerde Kerk van Alsmeer werd daar een chris telijke gereformeerde kerk gebouwd en te Rotterdam-Centrum, waar de chris telijke gereformeerde kerk door het oor logsgeweld geheel was verwoest, heeft hij de bouw van een nieuwe kerk mee voorbereid. Tijdens zijn verblijf te Vee nendaal kwam daar op 9 oktober 1956 de aansluiting tot stand van de gemeente van ds. R. Kok, thans predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerk van Al phen aan den Rijn, bij het verband van de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland. MACHINE NEEMT POETSEN VAN SCHOENEN OVER Uit de Bondsrepubliek komt de schoe nenpoets-machine, bestemd voor hotels, maar natuurlijk ook bruikbaar overal, waar een groot aantal personen liefst met schone laarzen en schoenen moeten bin nenkomen, zoals fabrieken en scholer.. Zij betaat uit een aantal roterende boistels gecombineerd met een soort stofzuig® die alle vuil van de scoenen weet te verwij deren. Na de verwijdering van het «rgste vuil wordt de schoen of laars wercelijk gepoetst door eveneens roterende kor- stels, die automatisch worden vo»rzien van schoensmeer in verschillende kleu ren. Met eenvoudige handbewegingen kan men aldus zijn schoenen keurig gepoetst krijgen in weinig tijd. SLANK SILHOUET VAN BUSTE TOT TAILLE LIVING LONGLINE de Bra die past! Geheel van Wonderlastic zonder rubber: heerlijke bewegingsvrijheid - echte Playtex pasvorm. Ook in uw maat in wit en zwart, A, B, C cup f 26.75 D cup f29.75 - Ook in Longiine. Kom passen bij verkrijgbaar bij: Korsettenhuis Hoofdstraat 66a Veenendaal LBH466 Artikel 31 van het Wegenverkeersreglement geeft enkele regels aangaande de wijze van opstelling van het verkeer op plaatsen, waar dit moet stil houden. Be stuurders van voertuigen, ruiters en geleiders van rij- en trekdieren en vee zyn verplicht zich in volgorde van aankomst op te stellen vóór de stopstreep of de voetgangersoversteekplaats. Zij moeten de voetgangcrsoversteekplaats en het weg gedeelte, dat bestemd is voor het verkeer uit de tegengestelde richting, vrij laten. Voorts moeten bestuurders van wagens en rijwielen, ruiters en geleiders van rij en trekdieren en vee zich zodanig opstellen, dat motorrijtuigen niet meer gehinderd worden dan in de gegeven omstandigheden onvermijdelijk is. Deze regels klinken zeer eenvoudig, maar in de praktijk hebben zjj tot verschillende problemen aanlei ding gegeven, welke door de rechter opgelost moesten worden. Dientengevolge wordt de betekenis van genoemde regels voor een belangrijk gedeelte bepaald door de uitleg, welke de rechter daaraan gegeven heeft. Wielrijdster loopt met fiets naar trottoir Een wielrijdster moest te Leeuwarden voor een rood verkeerslicht stilhouden. Zij stapte van haar fiets af en liep met haar rijwiel aan de hand vóór het wach tende verkeer langs de straat over en het trottoir op. De kantonrechter veroordeel de haar tot een geldboete van f 2,50, om dat zij zich niet in volgorde van aan komst had opgesteld op de voor haar be stemde rijbaan en het voor het verkeer uit de tegengestelde richting bestemde weggedeelte niet had vrij gelaten. In zijn vonnis wees de kantonrechter er op, dat art. 31 van het Wegenverkeers reglement vaststelt, hoe het verkeer zich heeft te gedragen, wanneer het stil moet houden. Iedere daarvan afwijkende ge dragslijn moet geacht worden door dit ar tikel te zijn uitgesloten. Als voorbeelden van afwijkende en dus verboden ge dragingen noemde de kantonrechter nog: het zich met zijn rijwiel op het trottoir begeven en daarover zijn weg te vervol gen, het zich omkeren en terugrijden, het trachten om aan de overzijde van het geblokkeerde kruispunt op andere wijze te komen dan door het verboden doorrij den over het kruispunt. De kantonrechter voegde, hieraan toe, dat het ondenkbaar is, dat een bestuurder van een voertuig de vrijheid zou worden gelaten om nog, nadat het rode licht door hem is waargenomen, ten aanzien van de door hem te volgen route van intentie te veranderen, daar zulks op kruispunten van wegen, waar het verkeer door licht signalen wordt geregeld, in plaats van orde chaos zou doen ontstaan. Geen verdeling van rijverkeer in smalle en brede voertuigen De bestuurder van een motorrijwiel reed daarmede te 's Gravenhage op de Laan van Meerdervoort in de richting van de Zeestraat. Ter hoogte van de Anna Paulownastraat wachtte een file auto's voor de stoplichten. De motorrijder reed deze file rechts voorbij en hield naast de file stil vóór de stopstreep. Hij werd door de kantonrechter veroordeeld tot een geldboete van f 5,—, omdat hij zich niet in volgorde van aankomst had opgesteld. Voor de Hoge Raad betoogde de motor rijder, dat het hem vrijstond, nu de breedte van de rijbaan dit toeliet, zich met zijn tweewielig motorvoertuig naast de reeds stilstaande auto's op te stellen, wanneer hij daardoor anderen niet hin derde. Naar zijn mening verdiende een opstelling van het verkeer naar gelang van de breedte der voertuigen de voor keur. De brede voertuigen (vierwielige motorrijtuigen en wagens) zouden zich achter elkaar moeten opstellen, terwijl daarnaast de smalle voertuigen (rijwielen, bromfietsen en tweewielige motorrijtui gen) een afzonderlijke file zouden moe ten vormen. Maar de Hoge Raad overwoog, dat art. 31 van het Wegenverkeersreglement geen verdeling van het rijverkeer in smalle en brede voertuigen kent en slechts ten aanzien van het zogenaamde langzame verkeer voorschrijft, dat het motorrij tuigen niet meer mag hinderen dan in de gegeven omstandigneden onvermijdelijk is. De motorrijder had zich dus achter het reeds aanwezige zogenaamde snel verkeer moeten aansluiten. Uit de overwegingen van de Hoge Raad menen wij de gevolgtrekking te mo gen maken, dat de berijders van scooters zich evenmin tussen het langzame ver keer mogen opstellen, daar art. 31 van het Wegenverkeersreglement hen immers niet tot het langzame verkeer rekent. Aparte files voor langzaam en snel- keer? Een personenauto stond stil te Amster dam op de Weteringschans vóór een stop streep nabij de Vijzelstraat. Een passagier, die uit de auto wilde stappen, opende op onvoorzichtige wijze zonder voldoende op het verkeer te letten het rechter portier. Een tussen de auto en het trottoir rijden de wielrijdster kwam hierdoor te vallen. De autopassagier werd door de kanton rechter en daarna in hoger beroep door de rechtbank veroordeeld tot een geld boete van f 75,—, omdat hij op gevaarlijke wijze het portier had geopend. Voor de Hoge Raad stelde de autopassa gier zich op het standpunt, dat de wiel rijdster zich achter de verkeersfile had behoren aan te sluiten en de auto derhal ve niet had mogen passeren. Hieruit con cludeerde hij, dat hij door zijn handeling de veiligheid op de weg niet in gevaar kon brengen, daar in de gegeven situatie op dat moment de straat tussen auto en trottoir voor het andere verkeer, in casu de wielrijdster, geen weg in de zin wet was. De Hoge Raad deed geen uitspraak ten aanzien van de vraag, of wielrijders zich in een aparte file mogen opstellen tussen het wachtende snelverkeer en het trot toir. De Hoge Raad overwoog, dat aan genomen al de juistheid van de door de autopassagier verdedigde stelling, deze hem niet zou kunnen baten. Het is im mers van algemene bekendheid, dat het veelvuldig voorkomt, dat wielrijders ter rechterzijde van wachtende motorrijtuigen oprijden naar een stopstreep. Dit brengt mede, dat inzittenden van zodanige motor rijtuigen de veiligheid op de weg in ge vaar kunnen brengen, indien zij een portier ter rechter zijde van het voertuig openen zonder zich te vergewissen, dat hierdoor geen andere weggebruikers kun nen worden getroffen of gehinderd. Dubbele file van snelverkeer Een automobilist reed op de Vijzelstraat te Amsterdam een lange file van wach tende auto's voorbij en hield stil vóór de stopstreep links van de voorste auto van de reeds opgestelde file, terwijl hij niet voornemens was links af te slaan. Voor deze handelswijze werd hij door de rechtbank veroordeeld tot een geldboete van f 25, De automobilist vroeg in de onderha vige kwestie het oordeel van de Ver- keersafdeling van de Koninklijke Neder landse Toeristenbond A.N.W.B. Deze deel de de automobilst o.a. het volgende mede: Het kan uit een verkeerstechnisch oog punt in het belang van de vrijheid en veiligheid van het verkeer en van de vlotte afwikkeling van het verkeer zeker gewenst zijn, dat het rechtdoor gaande verkeer zich in twee files opstelt. Dat hierbij de in de linker file opgestelde rechtdoor gaande weggebruiker wellicht gebruik maakt van het gedeelte van de weg, bestemd voor het linksafslaande verkeer, behoeft naar het inzien van de Verkeersafdeling in zijn algemeenheid niet als bezwaarlijk te worden aange merkt. De Verkeersafdeling acht het in het algemeen van groter belang, dat het verkeer op een kruispunt zich zo vlot mogelijk kan afwerken. Bovenstaande mening bracht de auto mobilist met machtiging van de A.N.W.B. ter kennis van de Hoge Raad. Deze be sliste, dat het voorschrift, dat men zich moet opstellen in volgorde van aankomst, er zich niet tegen verzet, dat zich binnen de eigen rijbaan meer dan één file van motorrijtuigen vormt. Het voorschrift verbiedt slechts dat men daarbij vóór een andere weggebruiker gaat staan. Bij deze uitspaak maakte de Hoge Raad wel een voorbehoud ten aanzien van be velen en aanwijzigingen, als bedoeld in art. 29 van de Wegenverkeerswet. Als zo danig gelden ook pijlen en woorden, b.v. „linksaf" of „rechtdoor", welke bij kruis punten op het wegdek geschilderd zijn. Het rechtdoor gaande verkeer mag zich dus niet opstellen op het wegvak, dat blijkens zo'n aanduiding bestemd is voor het linksafslaande verkeer. Het arrest opent tevens voor motorrij ders en scooters de mogelijkheid om wachtende auto's links voorbij te rijden tot aan de stopstreep. Als er niet vol doende ruimte overblijft voor een tweede file auto's, doch wel voor motorrijwielen en scooters, kunnen de berijders van deze tweewielige motorrijtuigen zich dus in een aparte file links van de auto's op stellen, mits zij daarbij niet komen op het weggedeelte, dat bestemd is voor het verkeer uit de tegengestelde richting. Uit de arresten van de Hoge Raad me nen wij alles bij elkaar genomen te mogen afleiden, dat het langzame ver keer een file wachtende auto's rechts voorbij mag rijden en zich naast die file mag opstellen. Volgens het laatste arrest is het slechts verboden vóór een andere weggebruiker te gaan staan. Ook bij de opstelling van het langzame verkéer zal men zich dus moeten houden aan de volg orde van aankomst. Mr. C. A. Baron Bentinck de bestond alleen in z'n gedachten. Pierrot pie kerde en piekerde hoe je die nu zou kunnen maken en wat voor instrument je nodig zou hebben, maar een oplossing vond hij niet. Op een goede dag be sloot hij de wereld in te trekken en net zo lang te zoeken tot hij het instru ment gevonden had wat die prachtige muziek kon maken. Pierrot vulde een mand met brood, plukte bos bessen en ging op weg. Hij liep elke dag ver der de wereld in, langs rivieren en bergen en ontmoette allerlei soorten mensen. Hij vroeg hen wat voor muziek zij maakten en leerde erg veel van hen. Maar toch vond hij nergens de rui sende boommuziek. De mensen hadden ple zier in het weetgrage jongetje en als Pierrot genoeg wist, trok hij weer verder, naar andere lan den. Op een gelukkige dag, ontmoette Pierrot in een grote stad een oude man, die vroeger een beroemd musicus was. Pierrot vertelde hem van zijn liefste wens en de oude man zei tegen hem: „Luister eens Pierrot. Het instrument wat jij zoekt bestaat op de hele wereld niet. Om die me lodieën te spelen heb je niet één, maar wel 30 in strumenten nodig. Ga maar met mij mee naar huis, dan leer ik je hoe je de muziek moet opschrij ven en moet laten spe len". Pierrot wilde graag en zo leerde hij van de oude man hoe je noten moest schrijven en toonladders spelen en hij was een heel ijverige leerling. Na een paar jaar wist Pierrot alles van muziek wat er maar te leren was en kon hij de muziek uit z'n herinnering opschrij ven en ook voor andere mensen verstaanbaar ma ken. De mensen verwonder den zich over hem en toen hij ouder was, werd de dromerige jongen van vroeger benoemd tot de dirigent van het grootste orkest van het land. Hij speelde voor alle soorten mensen, voor armen en rijken, voor koningen en koninginnen, voor prin sen en prinsessen. Iedereen ging veel van Pierrots muziek houden en ook toen hij al lang niet meer leefde maak ten zijn liedjes de men sen blij en gelukkig. J door Maartje Zeldeirijk HOOFDSTUK I Het gezelschap, dat binnenkwam, viel nauwelijks op door de vele lawaai pro ducerende mensen en dingen, die de zaal stempelde tot een avondkroeg, zo als er enkele tientallen in de stad te vinden waren. Alleen Blikkie, de enige man, die hier bediende, had het vijftal nieuwe bezoekers binnen twee of drie sekonden getaxeerd: geld. En omdat Blikkie maar één harts tocht, één hobby en één doel in zijn leven combineerde tot een soort ritus: zoveel mogelijk geld verdienen in zo kort mogelijke tijd, schoot hij op de twee vrouwen en drie mannen af, de ge- legenheidsgrijns op zijn gezicht, want hij wist niet te ver van het orkest nog een lege tafel, waarheen hij het vijftal loodste, gelijktijdig de tafel met de niet meer heldere doek schoonwrijvend. Voor zover dat mogelijk was althans. Waarna hij zeer discreet een specia liteit van hem de drankjeskaart op de schoongemaakte tafel legde, enkele passen terugtredend en een knipoogje gevend aan de drummer, wat zoveel be tekende als: dat zit wel goed aan deze tafel. Eén der mannen keek even op de kaart. Een ander begon sigaretten aan te bieden. Daarna besloot men een fles champagne te laten komen. Blikkie boog, draaide zich om en maakte een ondefinieerbaar gebaar naar het buffet, doch daar begreep men onmiddellijk zijn bedoeling: champagne. Dus klanten met goed geld. Ook het orkestje van vier man was de komst van deze nieuwe bezoekers niet ontgaan. Evenmin wat er bij Blikkie besteld was. Voor hen betekend dit, dat het repertoire gewijzigd moeslwor den. Voor beter publiek speelde .s be tere nummers. Ronnie, de pianist n te vens de leider, doofde zijn half opge rookte sigaret en keek naar de aidere drie. „Ean tango, jongens; black, slack devils." Terwijl Blikkie de glazen brach, ge volgd door een dienstertje met niet overmatig veel textiel aan, die dekoe- ler en de fles droeg, begon het orksstje. Via het spiegeltje, dat Ronnie oj een hoek van de piano had staan, kon hj die helft van de zaal overzien, welke min of meer achter zijn rug was. Waarader de tafel met de nieuw binnengekme- nen. Hij zag de verveelde uitdrukin gen op de gezichten. Gewoontebome- laars, was zijn oordeel. Eén of mecde- ren van hen bezit teveel geld. Rjke- lui's kinderen met buiten een slee Op zoek naar afleiding. Komen straksuit- eindelijk terecht in een der nachtkoe- gen en rijden dan in de vroege mcgen naar huis om niet eerder dan of twee uur wakker te worden meteen tikkeltje haarpijn. Automatisch speelde hij de tang en keek naar de dansende paren oj de kleine ruimte, die daarvoor geser veerd was. Waardeloos publiek an- avond, maar dat had je zo vaak o de dinsdag. Het weekeind was altijd nog het beste. Nu ja, er werd verteer en die vijf hadden champie besteld. Blikie hal als gewoonlijk goed gezien:die brachten een paar centen meer me De tango was uit en ze vervollen bijna meteen met een wals. Een ctke vent met wallen onder zijn ogen vas opgestaan en boog voor een der twee dames. Even later draaiden ze in het rond. Het grietje was de moeite wel waard. Die ander viel helemaal uit de toon. Te mager en vast geen achttien meer. De twee mannen, die bleven zit ten, zeiden wat tegen haar, waarover ze lachte. En daardoor won haar gezicht enigszins in aantrekkelijkheid. Na een toegift-rumba stak Ronnie een nieuwe sigaret op. Als dat vijftal bleef hijsen, werd het wel sluitingstijd en dat zou dan betekenen, dat ze er een half uurtje aan vast moesten knopen. En dat op de dinsdag. Willem, de baas in z'n smoking, wan delde door de zaal knikte eens vrien delijk tegen een paar dames, die hij blijkbaar goed kende. Ronnie zag hem aankomen. Die zal wel weer wat heb ben, was zijn veronderstelling. Leunend tegen de piano keek hij naar de pianist. „Valt mee, vanavond." Ronnie knikte. Hij maakte een lichte beweging met zijn schouders. „Je mag niet mopperen." Diplomatiek boog de eigenaar zich voorover naar de muziek op de piano. Alsof hij de noten bestudeerde, ant woordde hij, zonder zijn blik van het papier af te wenden: „Een rijke weduwe met haar vriendjes. Ze heeft een paar textielfabrieken." „Naar wat ze aan heeft, zou je het anders niet zeggen, dat ze het voor het grijpen heeft," merkte de pianist droog op. Er kwam een glimlach op het gezicht van de ander. „Wat denk je van een half miljoen?" „Ken je haar?" „Toen hij nog leefde: haar man. Een paar jaar geleden kwam hij wel eens een enkele keer. Een vlotte vent. Op zijn manier deed hij aan filantropie." Ronnie knikte begrijpend. „Heeft zij zeker van geprofiteerd? Wie is het? Dat zwartje zeker?" „Zo ongeveer. Verleden jaar veron gelukte haar man." „Gestikt in de wollen dekens?" Willem Volland glimlachte nog steeds. Hij pakte de muziek van de piano en bladerde erin. „Uit de bocht gevlogen met zijn Mercedes. Ga maar eens kij ken bij De Vink. Aan de boom kun je het nog zien." „Zal ze wel heel wat vriendjes bezit ten." „Gaat. Ze is nogal kieskeurig. Maar ehzing eens wat, Ronnie. Iets sentimenteels." De aangesprokene knikte. „Hoe heet ze? Zal ik het doen, speciaal voor haar?" „Ze is wat ij del, als de meeste vrou wen overigens. Maar één keer, anders denkt ze over een uur, dat de tent voor haar is. Mevrouwneennoem haar meisjesnaam. Ze danste vroeger solo op het Plein: Yolanda Zolban. Ze is, als ik het wel heb, van Hongaarse orgine". „Ze krijgt dat extraatje voor haar champie. Heb je genoeg flessen in huis?" De man legde de muziek weer neer. „Maak je daarover maar geen zorgen." Ronnie kwam overeind, het drietal wenkend, met wie hij een kort fluiste rend gesprek had. Uit het geknik kon de pianist opmaken, dat ze het begre pen hadden. Hij draaide zich naar het publiek, probeerde even de microfoon, onderwijl glimlachend de zaal inkij kend. „Dames en heren," begon hij, even wachtende, tot het geroezemoes wat verstomde, „dames en heren, op verzoek zal ik nu een lied voor u zingen. Voor u allen, maar in het bijzonder voor één onzer gasten van vanavond hij wachtte even en keek naar het vijftal aan de tafel, dat nauwelijks geinteres- seerd naar hem keek want we heb ben in ons midden niemand minder dan de zeer charmante en lieftallige Yolan da Zolban, nog niet zo heel lang gele den een van de bekendste solodanseres sen van onze goede stad." Hij keek haar glimlachend aan en boog korrekt, waar na hij de zaal inkeek en zijn hand uit stak naar de jonge voruw. Enkele men sen begonnen te klappen, gelijk met de orkestleden. De drummer gaf een roffel en het applaus werd krachtiger, zodat het meisje, dat lichtelijk bloosde, niet anders kon doen dan even overeind te komen. Ze produceerde een vriendelijke lach, keek de zaal in en boog, waarna ze weer ging zitten. Ook de drie heren aan de tafel klapten. Ronnie wachtte tot het applaus weg stierf. „Dames en heren, u hebt het nu zelf kunnen constateren, dat mijn defi nitie in feite maar zeer armzalig is." Hij keek naar de jonge vrouw. „Voor u allen, maar voor onze gast in het bij zonder zing ik „Alone for you", met be geleiding van ons bandje." De dikke man met de wallen onder zijn ogen keek naar Yolanda en vroeg: „Wie is die kwast? Kennen wij hem?" Ze haalde haar schouders op. „Schijn baar kent hij mij: wat geeft het?" Hij dronk zijn glas leeg. „Ik vind het vrij brutaal. Nu ja, wat kun je anders in een gelegenheid als deze verwach ten?" (wordt vervolgd)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1965 | | pagina 2