Dorp aan de Grift (111) avqtfts droop i Veel liefs van Ronnie Ds. F. Mallan: Verschillende kerken geven steun aan Mbuma zending Kloosterwezen en monnikschap Een centrum van schilderkunst Een custos te Emmikhuizen Nieuwsblad „DE VALLEI' vrijdag 20 augustus 1965 De vroegste geschiedenis van Emmikhuizen en Veenendaal hangt samen met een kloosterstichting te Utrecht, namelijk die van het Karthuizerklooster Nieuw Licht aan de Vecht. In mijn vorige bijdrage citeerde ik reeds de woorden van do minee Dr. R. C. H. Römer in diens met goud bekroonde geschiedenis der Hollandse kloosters: Wie de geschiedenis van eenig land, van eenig gewest, van eenige stad wenscht te kennen, hij zal dien wensch niet vervuld kunnen achten, zoolang hij onbekend is met de kloostergestichten, die er bestonden en werkten. Wij worden hier noodzakelijk geconfronteerd met het verschijnsel van het kloosterwezen zelf. Hoewel het uiteraard hier niet de plaats is daarover te schrijven en het in het geheel niet tot mijn taak de geschiedenis van Emmikhuizen en Veenendaal uit de archiefstukken te reconstrueren behoort, kan ik er toch niet geheel aan voorbijgaan, evenmin als dat dominee Römer mogelijk was. Römer dari schrijft: „Eene hoogst- merkwaardige plaats bekleedt in de ge schiedenis het kloosterwezen. Het dankt haar zoowel aan zijnen oorsprong en zijne uitbreiding, als aan zijne verbaste ring en zijnen invloed. Men denke zich de zucht naar een godsdienstig leven, die kloostermuren als een bolwerk tegen de wereld en hare begeerlijkheid op werpt; men stelle zich voor hoe die zucht menschen onder verschillende hemelstre ken, van verschillende rangen, in ver schillende eeuwen beheerscht; men zie haar ontaarden in eenen wereldzin, voor wien het dierlijke niet te laag is; men merke op, hoe zij eenen invloed uitoefent, die in duizenderlei opzigten in het bur gerlijke en kerkelijke zich openbaart en men zal gaarne toestemmen, dat dit ver schijnsel op het gebied der geschiedenis de belangstelling des geschiedvorschers volkomen verdient" (1854). De anti-revolutionaire historicus Groen van Prinsterer zei het korter in zijn Handboek der geschiedenis van het vaderland (1846), maar hij schreef over „velerlei vereenigingen van Monniken, oorspronkelijk gevormd met het doel zich aan boete, overdenking en nuttige werkzaamheid te wijden; doch welke spoedig afweken van die bestemming". Hoe prijst Groen in zijn werk de kloos terstichter Bernard van Clairvaux. Verdediging van bezit door Moll In het vorige hoofdstuk wees ik op het grootgrondbezit der kloosters, in de loop der eeuwen ontstaan, een gevaar voor gezonde sociaal-economische ver houdingen. Toch was enig bezit nood- zakelyk, vooral in de beginperiode van een convent. De reformatorische ge schiedschrijver Willem Moll aarzelde dan ook niet in deel I van zijn Kerkge schiedenis van Nederland vóór de Her vorming (1864), een werk, dat nóg waardevol is, over de grote belangstel ling voor de vermeerdering en het be houd der kerkelijke goederen en inkom sten, „ofschoon somtijds aangevoerd als een bewijs van laakbare aardschgezind- heid" te schrijven dat zij zich „gereede- lijk laat verklaren en verdedigen, als men opmerkt, dat het bestaan der jonge kerk en de werkzaamheden harer die naren zonder bezit van tijdelijk goed vol strekt onmogelijk was. Evenmin als men het den filanthroop van onze dagen ten kwade zal duiden, dat hij voor eene stichting van openbare liefdadigheid financiëele krachten verzamelt, waar door zijn instelling tot stand zal komen en voor den ondergang bewaard worden, evenmin mag men een Willebrord of Balderik berispen, dat zij van de vorsten, onder wier bescherming, of van hunne bekeerlingen, tot wier heil zij arbeidden, aanzienlijke geschenken aannamen of hen zelfs tot het doen van schenkingen aanspoorden. Hadden onze apostelen en kerkvoogden dit niet gedaan, en zich omtrent het bezit van tijdelijke middelen onverschillig betoond, zij hadden zeker den roem verdiend van onbaatzuchtige, maar niet van welberaden mannen ge weest te zijn. Zij moesten hunnen onder- hoorigen geestelijken het noodige levens onderhoud verschaffen, kerken bouwen, de openbare godsdienst bezorgen met al hare toenmalige vormen, die in betrek- kelijken zin kostbaar wax-en, en daaren boven de aimenverpleging, die in een pas gekerstend land trouwe behartiging behoefde". Weliswaar schreef Moll over de tijd van de eerste geloofsverkondiging, maar geldt zijn oordeel ook niet voor de latere kloosters, die godsdienstig, maatschap pelijk en cultureel werkzaam waren? (Ik spreek natuurlijk niet over de ver valtijd Poortgebouw van het Karthuizerkloos ter te Utrecht. Omstreeks 1770 door A. F. Schürman vervaardigde kopie naar een in 1744 getekend gezicht op het klooster Chartroise. In het onderschrift staat St. Roosen, een verhaspeling van Chartroise. veel goederen by Emmikhuizen „gelegen in den gerechte van Rijnswoude mit bosch ende heyde, water ende meyde, mit sinen (zijn) venen ende mit allen sinen toebehooren". De Munnikenweg vormde de zuidgrens. Er hebben geen monniken langs die weg gedwaald, noch hebben zij in de Emmikhuizervenen ge werkt. Slechts een enkele maal kwam de prior of de procurator of een lekebx-oe- der uit Utrecht. De bezittingen waren immers verpacht. Wat zouden de mon niken daar dan hebben moeten doen Het Rijksarchief te Antwerpen bezit een cartularium, een verzameling oorkonden, van het Utrechtse klooster. De archiva ris was zo welwillend mij van de inhoud te doen kennisnemen door het tydelijk aan het Rijksarchief te Utrecht af te staan. Ik vond er de namen van Cornelis Gijsbert, Otto van Wolfswinkel, Willem Reformatorische kloosters Tenslotte moge ik mijn reformatori sche lezers er op wijzen, dat het kloos terwezen ook bij hen weer zijn intrede heeft gedaan. In ons land nog niet, maar in Duitsland, Frankrijk, Zwitserland en elders vindt men protestantse klooster gemeenschappen. Taizé en Grandchamp zijn bekend en daarvóór waren er al an dere conventen. Ze bestaan niet slechts, maar er bestaat in reformatorische krin gen ook opmerkelijke belangstelling voor. In de Regel van Taizé lees ik: „Om doordrongen te zijn van Christus' heer lijkheid is het niet voldoende haar te beschouwen alsof ge een zuivere geest zijt, resoluut moet ge u inzetten met li chaam en ziel" en „Om uw gebed waar achtig te doen zijn, moet ge de hardheid van de arbeid ervaren". Men volgt daar dus de oude raad op: Bid en werk, of zoals de Duitsers zeggen: Brüder, bleibt der Erde treu! Goederen bij Emmikhuizen Keren wij nu terug naar Emmikhui zen, waar géén klooster was. Dat stond te Utrecht aan de Vecht. Wel bezat het van Batelaar, Gerrit van Culemborch (de kasteelheer van Renswoude), Jan Willem Arntsz, Jan van Zuylen van Natewisch, Cornelia van Muyden, Goo- sen van Amerongen en Jan Theodoor van Mijnen, die allen iets uitstaande hadden met het Utrechtse klooster en zijn eigendommen te Emmikhuizen, het zij als pachters, hetzij als schenkers, ko pers of verkopers. Een stuk uit 1478 bij voorbeeld vermeldt dat het goed van Emmikhuizen, gekocht van Cornelis Gijsbert en Otto van Wolfswinkel, ten hoogste voor 22 mud rogge verhuurd werd. Een kwitantie uit hetzelfde jaar draagt weer de naam van Otto, die een bedrag van 600 Rijnguldens zegt ontvan gen te hebben. Schilderkunst op Nieuw Licht De Utrechtse monniken kwamen zel den te Emmikhuizen. Zij hielden zich onledig met het afschrijven en verluch ten van boeken, die nu bewaard worden in de Universiteits Bibliotheek te Utrecht. De Utrechtse calligrafen waren vermaard evenals die van Echternach en Reichenau. Nieuw Licht was het cen- Geld om te bouwen De bouwfondsaktie heeft in alle Hervormde wijkgemeenten van Vee- nendaal tesamen tot 1 mei 1965 op gebracht ruim 25.000 gulden. In mei 1963 werd met deze aktie gestart. Rondpreken In „Centraal Weekblad" (Gere- formeerd) lezen we, dat de kerke raden van Erica, Nieuw-Amsterdam en Schoonebeek (drie plaatsen in Drente) hebben besloten een „rond- preek-systeem" tussen de drie ge meenten in het leven te roepen. Dat betekent in het kort gezegd, dat de predikanten van de drie plaat sen volgens een rooster in alle drie gemeenten op de kansel zullen ver schijnen. Aan dit systeem zitten een paar praktische voordelen, w.o. het vrij komen van meer tijd voor pastorale arbeid (de predikanten behoeven slechts één preek per week te ma ken en het gemakkelijker voorzien op vrije zondagen, zondagen met classisbeurten en vakantiezondagen. Bedankt voor beroep Ds. J. van 't Ende te Onstwedde bedankte voor het beroep van de her vormde gemeente te Eist. Voor het beroep van de hervormde gemeente te Ingen bedankt ds. T. Tijsma te Twijzelereheide. Bedankt voor beroep Ds. J. Keuning te Voerendaal be dankte voor het beroep van de chr. geref. kerk te 's-Gravenzande. Zingen voor de plaat Eind oktober a.s. zal de grammo foonplatenmaatschappij Artone een langspeelplaat opnemen van het ger. kerkkoor, het Sola Fide kerkkoor en chr. geref. zangkoor te Veenendaal. De opname vindt plaats in de Bethel- kerk aan de Beatrixstraat. Chr. ger. kerken anno 1965 Het jaarboekje 1965 van de chris telijke gereformeerde kerken in Ne derland, dat onlangs is verschenen, zegt ons dat er op dit ogenblik 173 kerken en 104 predikanten bij dit kerkgenootschap behoren. Er kwa men 46 zielen bij en men is nu ge komen op een totaal van 66.171. De slechts zeer geringe vermeerdering is te wijten aan het uittreden van ds. E. Venema te Zwijndrecht met 613 leden. Het aantal vacatures bedraagt nog steeds 79. De overgangen van en naar andere kerken zijn in cijfers: 6 leden kwa men uit de r.-k. kerk, terwijl men aan deze kerk 1 lid verloor. 275 her vormden traden toe, terwijl er 305 in omgekeerde richting gingen. Van de geref. keiken kwamen 173 leden en naar deze kerken vertrokken 278 le den. De overige wisselingen zijn te verwaarlozen. In totaal kwamen 708 personen over, terwijl zich 766 aan de chr. geref. kerken onttrokken. Ene offer-proef geslaagd In de chr. geref. Pniëlkerk, Hoofd straat, Veenendaal, is bij wijze van proef gedurende drie maanden één collecte gehouden, die alle andere verving. Het experiment is zeer ge slaagd: er kwam door de ene meer binnen dan vroeger door drie collec ten. Men gaat er mee door. DRIE TON ZWAAR „Het is soms erg moeilijk uit de in advertenties (en niet alleen daar) ge bezigde afkortingen wijs te worden" aldus ds. A. Dondorp in de gerefor meerde kerkbode van Heemstede. „Zo las ik een advertentie van een heer, fabrikant, die kennismaking zocht met een degelijke, gezonde en opgewekte dame van plm. 50 jaar. Ze moest gereformeerd of orth: herv. zijn en ook vermogend. Als nadere omschrijving van eigen voortreffelijk heid had deze heer, fabrikant; nog toegevoegd de aanduiding: 3 ton. Eerst dacht ik, dat de man zo zwaar woog. Fabrikanten van middelbare leeftijd zijn meestal corpulent. Doch nadere berekening deed mij deze ge dachte verwerpen. Toen herinnerde ik mij, dat ook op kerkelijk gebied in sommige kringen wel gewerkt wordt met aanduidingen van gewicht. Er zijn immers zwaren en lichten. Wie weet, hoe zwaar deze broeder we' was, 3 ton! Wij gereformeerden, meest neo- calvinisten gescholden, zijn licht, ver geleken bij sommigen van orthodox- hervormden huize. Doch dit zoeken naar een rijke bruid doet mij tenslotte vermoeden, dat de man een vermogen van 3 ton bezit, zegge 300.000, Niet onwaarschijnlijk is het, dal. we de bovenstaande drie mogelijkheden moeten samenvoegen en dat we in deze combinatie een volledig portret voor ons hebben: proportioneel, prin cipieel en financieel, 3 ton zwaar. Daar hoort een dame naast, dege lijk, gezond en opgewekt. Doch het lijkt mij niet absoluut noodzakelijk dat de bruid nog geld meebrengt ook Zouden ze het met die 3 ton niet sa men eens kunnen proberen? Het leven is wel duur tegenwoor dig, doch in alle degelijkheid en zon der hoge doktersrekeningen, zou het misschien wel gaan. Tegen de ongerechtigheden van dit kapitalisme heeft Kuyper gefulmi neerd op het eerste christelijk-sftciaie congres. Maar dat is het nog niet alleen. Dat rijke kereltje is nog ge reformeerd ook! In ieder geval ortho dox. En dat zet zijn huwelijksadver tentie tussen honderden andere in een liberaal weekblad. Daarmede zegt deze zware vrome tot de wereld: „Wij heten wel christen, maar wij zijn net eender als jullie!*' Zo wordt het Christendom een aanfluiting. Wat moeten die mensen met 3 ton? Laten ze er twee aan de kerk geven. Na tuurlijk is deze man erg tegen com munisme en bang voor Rusland. Ik ook. Maar, dit zoeken van geld bij geld en daar samen op gaan zitten, dege lijk, gezond en opgewekt, is net zo werelds als het communisme. Eer nog erger. Want dit kapitalisme heeft zich vromelijk omhangen met de at tributen van gereformeerd of ortho dox-hervormd." (C. W.) Leer van Schotse kerk, die deze zending stimuleert, vertoont overeenkomst Onlangs werd te Utrecht een zendingsdag gehouden van de Mbumazending, een organisatie van Nederlanders, die steun verlenen aan de zending van de Vrije Presbyteriaanse Kerk van Schotland in Rhodesië. Op deze zendingsdag was een grote schare belangstellenden uit verschillende kerken (hervormd, chr. geref., geref. gem. in Nederland en oud-geref. gem.) aanwezig. De Veenendaalse predi kant van de Geref. Gemeente in Nederland, ds. F. Mallan, die ook op de genoemde bijeenkomst het woord voerde, vroegen wij naar het motief en de doelstellingen van deze interkerkelijke zendingsactiviteit. CONTACT Ds. Mallan gaf toe dat in genoemde kringen in het verleden weinig aan zen ding onder de heidenen werd gedaan. Hierop wil men terugkomen want het Woord: Predik het Evangelie alle crea turen geldt ook voor deze tijd, aldus ds. Mallan. De Mbuma zending in Rhodesië kreeg al lang steun van bepaalde kerken en groepen in Nederland. Met name van de synodale gereformeerde gemeenten. Maar toen deze kerkengroep zelf de zen ding ter hand ging nemen en speciaal op Nieuw-Guinea ging richten, onthield men verdere steun aan de Mbumazending in Afrika. Van deze zijde werd toen contact opgenomen met mij en andere predikan ten van de geref. gemeenten in Ned. er. met de oud-gereformeerden om het verloren gegane contact in ons land te herstellen. Aangezien de leer van de Schotse kerk, die drie zendelingen in dat gebied heeft, grote overeenstemming ver toonde met die van onze kerken hebben we gunstig gereageerd. Later sloten zich ook groepen hervormden aan, o.a. ds. Dorsman en de heer De Redelijkheid godsdienstonderwijzer in Ouderkerk, die voorzitter werd van de Nederlandse zen dingsraad. Ds. Mallan verklaarde nadrukkelijk dat deze samenwerking op zendingsterrein niet, zoals men geneigd zou zijn aan te nemen, in het politieke vlak moet worden gezien, omdat genoemde hervormde pre dikanten tot de staatkundig gereformeer de partij behoren. Dan zou ook de syno dale geref. gemeente erbij horen. Neen, ds. Mallan was van mening dat deze allen stoelen op een wortel des geloofs. Wij gaan uit van het Goddelijk Woord dat er een verkiezing is. En onder die verkiezing horen ook de heidenen. Als er dus geen verkiezing was, zou er ook geen zending zijn. Lees Psalm 87 er maar op na Zij zullen allen de Filistijn, de Tyiiër en de Mooren verzameld wor den tot de gemeente, die zalig wordt. Aldus ds. Mallan. Het was ds. Mallan bekend dat in ver schillende hervormde gemeenten niet wordt gecollecteerd voor de Geref. Zen- dingsbond, maar voor de Mbuma zending (Staphorst, Houten e.a.). Iedere kerke- raad is vrij de offers te bestemmen voor welk zendingsgebied dan ook. In de chr. gereformeerde kring staat de kerk van Sliedrecht achter deze zending in Afrika. In de kringen, die de Mbumazending steunen worden vanouds graag preken gelezen van Schotse predikanten zoals Ralph Erskine, Gray e.a. vandaar waar schijnlijk de overeenstemming in leer en uitleving tussen de Schotse kerk en onze groep in Nederland. Roeping Ds. Mallan vindt dat de kerk een roe ping heeft t.o.v. de zending in de heiden- gebieden. En of wij ons al afvragen of dit werk resultaat heeft en of het het ware werk is doet niet ter zake. Gods werk is niet te doorgronden en aan Hem alleen moeten we de wasdom overlaten. Nie mand vraagt naar God, wij niet en de heidenen niet, maar wij hebben de plicht hen met Gods Woord in aanraking te brengen. De Mbuma zending geniet een grote belangstelling in alle kringen, zoals al is aangetoond. In sommige kerken wordt meer dan 6.000,gecollecteerd. Men wil in de ambulancewagen van Mbuma een couveuse aanbrengen en hier voor zijn (voorlopig) deze gelden be stemd. Ds. Mallan hoopt dat Gods zegen op dit werk mag rusten en dat de gemeenten, die toch in een welvaartstijd verkeren, de zending zullen steunen. Er is volgens de predikant geen sprake van een verdere afsplitsing op het zendingsterrein. Wij voelen ons nu eenmaal verbonden met de kerk, die deze zending ter hand neemt. Er zijn kerken, die voor de medische kant aan de geref. Zendingsbond offeren en voor de geestelijke aan de- Mbuma zen ding. Laat het zo zijn, iedere kerkeraad is daar vrij in zo besloot ds. Mallan het gesprek. Gezicht op de Emmikhuizerberg, eertijds bezit van het Karthuizerklooster te Utrecht. ;;W trum van de Noordnederlandse schilder kunst dier dagen, zoals dr. R. van Lut- tervelt en mr. H. J. J. Scholtens in het tijdschrift Oud-Holland in 1947 en 1952 hebben aangetoond. Op de tentoonstel ling Herwonnen Kunstbezit in de zomer van 1946 te Utrecht gehouden, zagen wij een fraaie Noordnederlandse triptiek uit bedoeld klooster. Waarschijnlijk heeft Jan van Huemen daar gewerkt. Omstreeks 1470 kwam aan de calli- grafie een eind, vermoedelijk, naar Van Luttervelts mening, door de uitvinding van de boekdrukkunst. Geen klooster te Emmikhuizen In 1577 schreef de Utrechtse prior „want ons nyet gelegen en es persoen- licken te reysen tot Renswoude om die- selve bouwinghen, erven, landen, huy- singhen, veenen, gronden ende turfve- nen aldaer gerechtelicken te verbinden." Hij verleende volmacht aan 'n zaak waarnemer te Emmikhuizen om hem te vertegenwoordigen bij 'n gerechtelijke overeenkomst aangaande de afwatering. Ware er een klooster geweest, dan zou de prior wel aan een kloosterbroeder die volmacht hebben verleend. Wat dan wel? Geen klooster op Emmikhuizen, wat dan wel? Daarover licht ons de kroniek van het klooster te Utrecht in, een goed bewaarde en fraai geschreven foliant van 138 perkamenten bladzijden in per kamenten band met twee schutbladen, een calligrafie, die een lust voor het oog is. Deze kroniek bevat een schat van ge gevens: de geschiedenis van de Karthui- zerorde en van de stichting van het Utrechtse convent, lijsten van priors, monniken en weldoeners, een dodenlijst of necrologium en tenslotte een lijst van begravenen. Toen ik het necrologium doorlas, vond ik de volgende notitie: Obiit fratre Wilhelmus Richardi, do- natus domus nostri, alias castellanus de Ymmichusen d.i.: Overleden broeder Willem Richardsz, donaat (of lekebroe- der) van ons huis, die op een andere tijd (voorheen) castellanus (zaakwaarnemer of vertegenwoordiger) te Emmikhuizen is geweest. In de graflijsten trof ik aan: Ad latus Quix-inus s(epultus) e(st) ho- nesta virgo Maria, filia Johannis Ghys- berti, dicti custodis de Ymmichusen, familiaris nostre ac nobiscum habitantis, versus coquinam d.i. Aan de zijde van Quirinus is begraven de doorluchte maagd (of joffer) Maria, dochter van Johannes Ghijsbertsz, de reeds genoemde beschermer (of opziener) van Emmik huizen, die toen tot ons dienstpersoneel behoorde en bij ons woonde, dicht bij de keuken. Er was te Emmikhuizen derhalve een vertegenwoordiger of bewaarder, die een huis daar bewoonde, eigendom van het Utrechtse klooster. In het archief van de rentmeesters, die na de confiscatie der kloostergoede ren deze beheerden, is sprake van „het conventshuis te Emmikhuizen" dat toen in erfhuur werd uitgegeven met drie percelen land. Men blijkt deze benaming „conventshuis" later verkeerdelijk als klooster te hebben opgevat in plaats van het huis van de opziener. Er is echter nog een ander feit, dat de gedachte aan een klooster heeft ge wekt, zodoende de fabel nog verster kend. Hierover een volgend maal. D. Philips Het potjeslatijn in mijn bijdrage over Luxemburg nl. Terra, valle omoenis moet luiden Terra, vallis nimis amoena, d.i. De aarde, het al te lieflijke dal, titel van een gedicht van P. C. Boutens in zijn bundel Carmina uit 1924. Gepensioneerden van Ritmeester hadden gezellig uitstapje Woensdag hebben 120 gepensioneerden van de Ritmeester Sigarenfabrieken een gezellig uitstapje gemaakt. De echtgeno ten vergezelden hun mannen. Het mooie zomerweer droeg ook nog bij tot de gezellige stemming, 's Mor gens werd naar Didam gereden waar eerst het bedrijf van Ritmeester aldaar werd bezichtigd waarna de koffie werd gebruikt. Van Didam ging de toch door de mooie Achterhoek naar het Over- ijselse Hellendoorn, waar het Veenendaal se gezelschap zich uitstekend vermaakte in en bij de sprookjestuin. In een hotel werd een consumptie gebruikt. Via De venter en Zutfen werd naar de Pos- oank gereden waar men weer uitstapte om zich te verpozen. In een opgewekte stemming keerden de oud-Ritmeester em ploye's tegen zeven uur weer in Vee nendaal terug. JONGEMAN WAS WEDERSPANNIG Woensdagavond werd de 17-jarige H. R. door de politie bekeurd wegens een verkeersovertreding. De jongeman ging hiermee niet akkoord, wilde zijn naam niet opgeven en nam een drei gende houding tegen de politie aan. Dit Kostte hem een tweede proces-verbaal en overbrenging naar het bureau. BOTSING OP KRUISPUNT Op het kruispunt Dr. de Visserstraat- Klaas Katerstraat vond woensdagavond een ogneval plaats waarbij twee per sonenwagens flink werden beschadigd. De uit de Klaas Katerstraat komende automobilist H. de K. gaf geen voor rang aan de van rechts komende auto van de heer C. de J. uit Rhenen. Een botsing was toen het gevolg. MEISJE PIKTE BROMFIETS Dinsdagavond werd de 15-jarige mej. L. door de politie aangehouden omdat ze op een bromfiets reed die ze even tevoren bij een lunchroom in de Hoofd straat had weggehaald. De bromfiets was het eigendom van de heer S., die zijn karretje weer in ontvangst kon nemen. Tijdens één van de pauzes stak hij het briefje in zijn zak, waarna hij naar het toilet liep. Daar vouwde hij op zijn gemak het kattebelletje open en las tot zijn stijgende verwondering: „Waarom bent u vanavond zo stug? Heb ik u geërgerd? Ik was vanmorgen bij u aan huis. U was er niet. Ik wil graag een onderhoud met u hebben over uw stem: Papegaaienlaan, Was senaar, villa „Modeste". Reiskosten voor mijn rekening. Als u er om half één bent, morgenmiddag, lunchen we sa men. Als u mijn uitnodiging aanneemt, wilt u dan nog eens dat Franse chanson van Charles Trenet: Retour a Paris, zingen? Yolanda." Een beetje stupide keek hij naar het briefje, dat met kleine lettertjes ge schreven was. Wat moest mevrouw Yolanda van hem? Praten over zijn stem? Wat is daarmee? Wat mankeert er aan? Of is Yolanda mijn eerste fan. Een bewonderaarster? Als er meer zo volgen, kan het leuk worden. Dus ze had door, dat ik opzettelijk zo weinig naar haar gekeken heb. Misschien heeft ze ook gemerkt, dat ik het spiegeltje 5 door Maartje Zeldenrijk weghaalde. Ja mevrouw, ik ben ge pikeerd. Ik ben niet bepaald gecharmeerd door uw belangstelling. Integendeel, ik vind die griezelig. Wil ze mij soms opnemen in haar mannenharem? Met die kwab oog en die ander, die er gisteravond bij was? Reiskosten worden vergoed. Hoe kom je in Wassenaar? Ik ben er bij m'n weten nog nooit geweest. Laat die griet de zenuwen krijgen Terug bij de piano keken de andere drie hem vragend aan. „Is er wat?" vroeg Ronnie. „Dat vragen wij ons af. Was dat briefje px-ivé, of Hij haalde het uit zijn zak en keek er even op. „Een verzoeknummer voor onze Yolanda: Retour a Paris. Ze houdt zeker van chansons". „Meteen?" „Ben je mal! Laat haar maar even wachten. We zijn geen jukebox". De guitarist glimlachte. „De originele opmerkingen van onze leider „Een wals, jongens, laten ze maar eens draaien. Krijgen ze dorst van". „Sinds waneer krijgen wij een percen tage?" „Als ze niks drinken, krijgen we nog minder Ja één-twee-drie Om half twaalf imiteerde Ronnie Trenet in zijn chanson „Retour Paris" en oogstte een dankbaar applaus, niet in het minst van Yolanda, wier gezicht nu straalde. Hij boog voor haar zonder een spier van zijn gezicht te vertrekken. Als je soms denkt, dat Je me al bij je hebt, dame, vergis je je. Misschien kom ik morgen, misschien niet. Zal er van af hangen, hoe ik morgenochtend gemutst ben. Donderdagmorgen stapte Ronnie Bee- len evenwel om tien over half elf in de trein en reed naar Den Haag. Met de bus bereikte hij Wassenaar en na enig vragen had hij de Papegaaienlaan ge vonden, waar hy de villa al heel spoedig ontdekter Precies twaalf uur drukte hij zijn vinger op de bel. De bleke deed open en herkende hem onmiddellijk. „De pianist-zanger uit Am sterdam. Komt u verder, meneer „Beelen. Ronald Beelen. Voor mijn vrienden Ronnie". Ze sloot glimlachend de deur achter hem. „Het moet een voorrecht zijn om tot uw vrienden te behoren. Mag ik u voorgaan?" In de salon zag hij Yolanda. Ze kwam overeind en liep met uitgestoken hand naar hem toe. „Ontzettend aardig, me neer Beelen, dat u aan mijn verzoek gehoor hebt gegeven". Ze stelde voor: „Bep Interna, mijn vriendin, sekretaresse en chaperonne. Gaat u zitten. Wat mag ik u aanbieden? Een aperitief je „Is het erg, als ik gewoon koffie pre fereer?" „Integendeel. Bep?" Het meisje verdween en Yolanda ging tegenover haar gast zitten. „Is het toe gestaan, dat ik u mijn compliment maak over uw zang en voordracht? Uw imita tie van Trenet was werkelijk heel aardig". Hij boog. „Dank u, mevrouw". „Voor mijn vrienden ben ik gewoon Yolanda, of Yo". Hij lachte. „En voor de mijne heet ik Ronnie". Ze knikte. Terwijl ze haar ene knie over de ander legde, keek ze hem onder zoekend aan. „Dit vergemakkelijkt het praten, Ronnie. Daar staan sigaretten. Of als je liever een sigaar wilt?" Hij schudde zijn hoofd. „Daar ben ik nog niet groot genoeg voor". „Mijn man rookte kleine sigaren. Er zijn er nog steeds over, want niemand van mijn vrienden rookt ze". Hij stak een sigaret op. Wat moest hij hierop nu antwoorden? Dat ze we duwe was, wist hij van Willem Volland. Dat ze behoorlijk in haar slappe was zat, kon je wel merken aan dit huis. Een klein paleisje. Overigens, de wagen, die hij bij het huis had zien staan, kostte ook wel een kwart ton. Toen hij bleef zwijgen, vervolgde de vrouw; „Ronnie, als ik je complimenteer over je stem, zul je daarover waarschijn lijk niet vei-wonderd zijn. Je weet zelf natuurlijk, dat je heel behoorlijk kunt zingen?" Hij haalde zijn schouders op. Een be leefde glimlach kwam over zyn gelaat. „Wat verstaat u onder behoorlijk? Ik zing graag. Meestal geef Ik 's avonds enkele nummertjes weg, zo tussen het dansen door. Het publiek stelt het blijk baar op prijs, gelet op het applaus, an ders deed ik het niet. Maar bij Caruso vergeleken ben ik vanzelfsprekend maar een schor kikkertje". Zc keek hem onafgebroken aan. Ter wijl ze zich dichter naar hem toe boog, antwoordde ze zacht: „Weet u, dat u na harde en lange studie in staat zult zijn om Caruso te benaderen?" Hij begon eerst langzaam, toen harder te grinniken. „Ik zie mezelf al in de Scala van Milaan: O sole mio Me vrouw o pardon, Yolanda, ik zou haast gaan blozen". „U hebt mijn toestemming. Wat dat blozen betreft. Wij zijn hier sans gêne. Ha, daar is onze onvolprezen Bep. Ron nie, nu krijg je koffie zoals je nog nooit geproefd hebt". Bep zette de koppen neer en schudde haai hoofd. „Houd op, Yo, wat heb je er aan?" „Laat Ronnie ze eerst maar eens keu ren". Voorzichtig begon hij te drinken. De koffie was werkelijk uitstekend. Hij proefde nog eens en knikte. „Yolanda heeft gelijk". Met het kopje in zijn hand keek hij naar het bleke meisje, dat nu ook was gaan zitten. „Hoe is het, juf frouw Interna „O, alsjeblieft Bep". „Nou Bep, ik heet Ronnie. Ik heb al jaren gezocht naar een vrouw, die zulke heerlijke koffie kan zetten. Maar nooit in Wassenaar gekeken natuurlijk". Het meisje bloosde. Yolanda ant- woordde lachend: „Ze is niet verloofd, dus Maar ze moet bij mij drie maanden van tevoren opzeggen". Hij keek haar met eer ondeugende blik aan. „Het is vandaag 6 juni. Wat denk je van 7 september, Bep?" Het meisje had hem wel door. „Ik zal het aan m'n moeder vragen", pareerde ze, toch wel gevleid door zijn lof. „Dan hoor ik het resultaat wel". Yolanda vervolgde, nu weer serieus: „Ik zei net tegen Ronnie, dat hij meer in zijn stem heeft, dan hij vermoedt". Het meisje knikte. „Dat kon wel eens waar zyn. Je zingt bijzonder, Ronnie. Je hebt iets in je stem ja, hoe moet ik het zeggen? dat opvalt". „Heb je wel eens zangles gehad?" in formeerde Yolanda. Hij knikte heftig. „Nou en of: zes jaar". „Dat dacht ik al. Van wie?" „Van een juffrouw en twee meesters. Om precies te zijn: van mijn zesde tot myn twaalfde jaar. Op school". Bep begon te proesten. „Dat hebben we allemaal". De weduwe keek verstoord en Ronnie bemerkte het. Ik moet niet te ver gaan, dacht hij. „Als je bedoelt, dat ik daarna een opleiding heb gehad, moet ik je te leurstellen. In het stadje, waar ik ge woond heb, was ik een paar jaar lid van de zangvereniging. Maar verder Och, ik zing graag, dat wel". „Je weet natuurlijk, dat je een tenor stem hebt". Hij dacht na. „Ja, ik kan tamelijk hoog zingen". „Heb je enig idee, waarvoor ik je vroeg hier te komen?" „Om je eerlijk de waarheid te zeggen: nee. Ik wil niet verhelen, dat ik een tikkeltje nieuwsgierig ben geworden". „Dan zal ik je nieuwsgierigheid meteen maar bevredigen. Als ik je aan bied, als ik je in de gelegenheid stel om enige jaren te studeren met de bedoeling een klassieke, een operazanger van je te maken, zou je dit aanbod dan aanne men?" (Wordt vervolgd) 4

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1965 | | pagina 6