SetterSet
Twistgesprekken met God
Veel liefs van Ronnie
Waarom wordt „oude schrijver"
Smytegelt thans nog zoveel gelezen
Nieuwsblad „DE VALLEI"
vrijdag 3 september 1965
10
OTpfcfe
droop
u
Fa. L. HEY
EVANGELISATIE
IN MIDDEN-BETUWE.
De (gereformeerde) situatie in de
midden-Betuwe is nog steeds niet
duidelijk. Aangezien de gereformeer
de kerken van Tiel en Zetten geen
kans zien in dit gebied evangelisatie
te bedrijven, wordt dit met toestem
ming van deze beide gemeenten door
de kerk van Rhenen gedaan.
Echter, zonder de zo noodzakelijke
steun van bovenaf.
Rhenen ressorteert onder de par
ticuliere synode van Utrecht; Tiel en
Zetten onder Gelderland.
De Utrechtse synode heeft thans
uitgesproken, dat verzorging van het
gebied van de midden-Betuwe door
Rhenen noodzakelijk is. Hij heeft
daarom een commissie (waarin o.a.
de Rhenense ds. H. Volten zitting
heeft) benoemd die de zaak op korte
termijn bij de synode van Gelderland
zal toelichten.
STOFFELIJKE BELANGEN
VAN DE KERK OPNIEUW
GEREGLEMENTEERD.
Voor de hervormde gemeente van
Veenendaal staat een nieuw regle
ment op het beheer van de kerkelijke
goederen op stapel. Het regiement is
in concept gereed en zal te zijner tijd
in een vergadering, waarvoor aile
mannelijke lidmaten der gemeente
worden uitgenodigd, worden vastge
steld. De uiteindelijke beslissing over
het nieuwe reglement is dus voorbe
houden aan dat deel van de gemeente.
De aanneming dient te geschieden
door tweederde deel van de alsdan
aanwezige lidmaten.
De titel van het nieuwe reglement
is wat uitgebreid. Deze luidt „Regle
ment op het beheer van de kerkelijke
goederen en fondsen, toebehorende
aan de hervormde gemeente van
Veenendaal".
Aan de redactie van het oude regle
ment, dat nog steeds dateert van
1869 is, behoudens enkele wijzigingen
in 1928, in de loop van bijna honderd
jaar niet veel veranderd.
Uit een artikelenserie, waarmee ds.
A. Vroegindeweij in het „Veens kerk
blad" over deze materie bezig is, Kan
worden afgeleid, dat volgens het ont-
werp-reglement Veenendaal niet een
volledig aangepaste gemeente zal
worden.
Het „aangepast zijn" houdt in, dat
de kerkvoogdij een deel van de kerke-
raad is. Kerkvoogden zijn dan tevens
ouderling met volledig stemrecht in
de kerkeraad Anderzijds heeft de
kerkeraad in deze structuur de nodige
invloed op de financiën van de ge
meente.
Het ontwerp-reglement stuurt het
aan op een tussenvorm: de kerk-
voogdy staat vrij in haar beheer, doch
samenwerking tussen de colleges, die
de geestelijke en de stoffelijke belan
gen der gemeente behartigen, is ge
waarborgd. Hierdoor kan men gevrij
waard blijven van conflicten tussen
kerkvoogdij enerzijds en kerkeraad
anderzijds.
Bedankt voor beroep.
Voor de beroepen van de gerefor
meerde gemeente (synodaal) te Rhe
nen en Veenendaal bedankte kandi
daat P. Honkoop te Kloetinge.
Zendingsdirector.
Tot director van de gereformeerde
zendingsbond in de hervormde kerk
is benoemd ds. H. Harkema, hervormd
predikant te Zeist.
Beroep van Veenendaalse
predikant naar Australië
Ds. J. D. Wielenga, predikant bij
de Vrijgemaakt Gereformeerde kerk
te Veenendaal, ontving een beroep
van de kerk te Albany (Australië),
welke behoort tot The Free Re
formed Churches of Australia. Deze
kerken bestaan hoofdzakelijk uit
Nederlanders, die naar Australië
zijn geëmigreerd.
In Australië zijn thans drie ker
ken, met totaal circa 1100 leden en
drie predikanten. Door de terug
keer van ds. P. van Gurp, die nu
predikant is te Oldehove (Gr.),
kwam de kerk van Albany vakant,
in welke vakature thans ds. J. D.
Wielenga is beroepen.
De naar Canada geëmigreerde le
den, hebben daar de Canadian Re
formed Churches gesticht. In totaal
zijn daar nu 24 kerken, met ruim
8000 leden en 17 predikanten, die
eveneens uit Nederland afkomstig
zijn.
Verder bestaan nog kerken in de
Verenigde Staten van Amerika,
Midden- en Zuid-Amerika en Zuid-
Afrika, die ook een aantal predi
kanten uit Nederland beriepen,
waardoor thans reeds 10°/o van het
totaal aantal predikanten van de
Gereformeerde (Vrijgemaakte) ker
ken aan een buitenlandse kerk ver
bonden zijn. Deze kerken hebben
door de emigratie dan ook een ge
voelig verlies geleden, zowel aan
leden als aan predikanten.
Beroepen
Ds. D. van den Berg te Veenen
daal is beroepen door de Hervorm
de gemeente te Woudenberg (2e pre
dikantsplaats).
Naar de synode.
Naar de particuliere synode van
het oosten van de christelijk gerefor
meerde kerken in Nederland zijn af
gevaardigd ds. J. Keuning en de heer
L. Sprong te Veenendaal.
Beroep aangenomen.
Kandidaat H. A. van de Pol te Ede,
zoon van de vroegere Veenendaalse
predikant ds. K. van de Pol, heeft het
beroep van de hervormde gemeente
te Leerbroek aangenomen.
De hervormde gemeente te Scher-
penzeel ontving een legaat van een
oud-gemeentelid, groot 500 gulden.
20 mille terecht
Ds. J. C. de Bie, Hervormd predi
kant te Ederveen, laat in zijn kerk
bode zijn spijt afdrukken over een
verkeerde berichtgeving die via ons
blad in de Hervormde gemeente van
Ederveen terecht is gekomen.
Wij hadden ons bij de bedoelde
berichtgeving verlaten op een cir
culaire van de kerkvoogdij over de
benodigde financiën voor het ker-
kewerk. En afgaande op deze cir
culaire, waarin een opsomming van
de geraamde uitgaven en inkomsten,
schreven wij, dat men er in Eder
veen volgens deze berekeningen nog
20 mille aan tekort zou komen.
Ieder die de gemeente-avond be
zocht heeft weet, schrijft ds. De
Bie, dat de kerkvoogdij nog wel
andere bronnen van inkomsten
heeft (o.a. de plaatsenverhuur) en
ons berichtje getuigde, volgens de
predikant, van ondeskundigheid.
Wij zouden dit gaarne wijzigen
in: getuigde van afwezigheid, want
wij waren op de bewuste gemeente
avond, zoals gebruikelijk, niet pre
sent. In ieder geval zijn wij - en
waarschijnlijk nog wel een enkel
gemeentelid dat verhinderd was -
blij met deze pastorale klaarheid.
ONDANKS WELVAART
MINDER VOOR DE KERK.
De kerkelijke bijdragen geven in
ons land, ondanks de stijging van het
welvaartspeil, een aflopend beeld te
zien.
In 1949 ging 0.36% van het gezins
inkomen naar de kerk, in 1955 0.33
en in 1959 0.31%.
GEMEENTE-AVOND
IN TEKEN VAN ZENDING.
De eerstvolgende gemeente-avond
van de hervormde gemeente „Sola
Fide" te Veenendaal, op donderdag
23 september a.s., zal in het teken
van de zending staan.
Spreker is dr. P. J. Mackaay, secre
taris van de raad voor de zending
van de Ned. Hervormde kerk. Hy zal
het zendingswerk in Afrika, met be
hulp van zelfgemaakte dia's, behan
delen.
OP DE STOEL BRENGEN
In „De Kerkklok" wordt een nadere
verklaring gegeven van de handdruk
die gewisseld wordt tussen de predi
kant en de dienstdoende ouderling
vóór- en na de dienst; in de volks
mond gezeg ,,het op de stoel brengen".
Volgens de schrijver moet men dit
niet zien als een betuiging van be-
mond gezegd „het op de stoel
brengen".
Het preken is geen zaak van de
predikant persoonlijk. Hij gaat voor
namens de kerkeraad. Deze roept de
gemeente samen en vertrouwt de lei
ding van de dienst toe aan de predi
kant. Dit komt, volgens de schryver,
tot uitdrukking in een bepaald ge
baar, in dit geval: de handdruk.
Bovendien erkennen kerkeraad en
gemeente door deze handdruk de pre
dikant als gezant van Christus.
JEUGDZONDAG.
Ter opening van het seizoen voor
het verenigingswerk e.d. voor de
jeugd wordt in beide Veenendaalse
christelijk gereformeerde kerken zon
dag a.s. een „Jeugdzondag" gehouden.
In de kerkdiensten zal het jeugd
werk extra aandacht krijgen, terwyl
ook voor deze zaak wordt gecollec
teerd.
Kerkdiensten
De morgendiensten in de Ned.
Herv. kerk te Overberg beginnen
zondag a.s. weer om 10 uur. Hier
mee vervalt ook de tweede morgen
dienst.
Zomerconcert
In de Herv. St. Andrieskerk te
Amerongen wordt donderdag 16
september a.s. het laatste zomer
concert van dit seizoen gegeven.
Medewerking verlenen Else de
Graaff (alt) en het Utrechts Kamer
koor o.l.v. Mees van Huis, die te
vens het orgel zal bespelen.
Driehonderd jaar geleden geboren
Enkele dagen geleden werd in de grootste kerk van Middelburg herdacht, dat
precies 300 jaar geleden Bernardus Smytegelt werd geboren. Het feit dat deze
eenvoudige plattelandsdominee ontelbaar vele preken heeft nagelaten, die tot
op de dag van vandaag - ook in deze omgeving - nog tal van lezers tellen,
zodat er nog steeds herdrukken plaatsvinden, gaf ons aanleiding de persoon
van Smytegelt, zij het in een wat summiere vorm, nader te beschouwen.
BOEIEND
Bernardus Smytegelt leefde van
1665 tot 1739 en was predikant te
Middelburg. Hij heeft ontelbare pre
ken het licht doen zien. Preken, die
in vele kringen thans - 300 jaar na
zijn geboorte - nog volop aftrek
vinden. Wat kan hiervan de oor
zaak zijn?
Geen hoogdravendheid, geen theo
logische geleerdheid, want „vader"
Smytegelt, zoals duizenden Zeeuwen
hem nu nog noemen, was een een
voudig man. De manier waarop hij
in zijn preken de mensen in zijn
greep had moet wel bijzonder boei
end zijn geweest. Vader Smytegelt
trok overvolle kerken. Waarom?
Omdat, volgens vele volgelingen,
zijn spreektaal een taal was die
voor zijn hoorders verstaanbaar was.
Men begreep hem, omdat hij dingen
aanroerde waarmee de Zeeuwen da
gelijks bezig waren. Smytegelt was
een fijn besnaard mens, maar nam
geen blad voor de mond. Hij
schroomde niet om zelfs de over
heid de waarheid aan te zeggen.
Hij was zeer menselijk, kende de
diepe roerselen van hart en geest
en hij preekte voor zijn dagen re
alistisch. Precies waar het op stond.
De onbekeerde mens werd ver
maand en gedreigd met de straf.
Aan de andere kant werden Gods
kinderen door Smytegelt bemoedigd
en getroost. Een zwart-wit voor
stelling, zonder compromis, zonder
tussenoplossing.
Smytegelt heeft altijd geprobeerd
het kerkvolk wakker te schudden.
Hij wilde een mobiele schare van
gelovigen. Wie gelooft moet ook de
blijdschap van het Evangelie tonen.
Smytegelt was niet alleen boete
prediker. Zijn Zeeuwse hoorders
hingen aan zijn lippen.
Niet alleen Zeeland
Maar niet alleen in Zeeland had
Smytegelt zijn aanhangers. De roem
van zijn preken sloeg over naar
Utrecht en de Veluwe, waar nog
steeds uit zijn werken wordt gele
zen. Niet alleen in kringen van de
Oud Gereformeerden, maar ook in
de Hervormde en Chr. Gereformeer
de groeperingen. De preken, die van
hem zijn uitgegeven, werden zonder
zijn voorkennis op de markt ge
bracht.
Na de dood van vader Smytegelt
heeft een zekere Maria Boter al
haar gemaakte aantekeningen van
Smytegelt's preken voor publicatie
vrijgegeven. Dertig jaar lang had
zij deze preken onder het aanhoren
opgeschreven. Een liefhebberij
waarvan later velen de vruchten
mochten plukken.
Gekrookte riet
Een van zijn bekendste uitgaven
was wel de bundel van 145 preken
over het gekrookte riet, naar aan
leiding van Matth. 12 20: „Het
gekrookte riet zal Hij niet verbre
ken." Smytegelt legde dit uit als
een troostwoord voor de bekom
merden. Er zijn maar weinig origi
nele uitgaven van deze prekenbun
del - die in 1744 voor het eerst ver
scheen - in de handel. En die er
nog zijn, zijn geld waacjl. Ook voor
andere preken van Smytegelt moet
men een fors bedrag neertellen.
In mindere mate geldt dit voor
de andere oude schrijvers, die even
eens nog veel worden gelezen. Er
is een bepaalde groep navolgers van
vader Smytegelt, die in hun ver
ering zover gaan, dat ze geloven
dat hij de laatste goede verkondiger
van het Evangelie is geweest. Wat
nadien kwam kan als kaf worden
verbrand. Zij beschouwen de wer
ken van Smytegelt praktisch als
heilige boeken.
Deze, misschien wat extreme vol
gelingen, kan men nog wel in Zee
land aantreffen. Anderen zijn ge
matigder in hun verering, maar la
ten niet na de werken van Smyte
gelt te lezen en te herlezen, waarbij
men dan gewoonlijk met een ge
heel gezelschap bijeen komt.
Dat deze prediker zo geliefd was
en zelfs na 300 jaar nog is, moet
meer in het psychologische dan in
het dogmatisch theologische worden
gezocht. Vader Smytegelt betrok
zijn gemeente er helemaal bij, zijn
lezer ontkomt evenmin aan de nei
ging de stof op zichzelf toe te pas
sen.
Honderden mensen herdachten
deze „oud-vader" in de bijeenkomst
te Middelburg. Hoevelen zullen, ook
in Veenendaal, op de Veluwe of in
het Sticht de boeken van Bernardus
Smytegelt een ereplaats in de boe
kenkast hebben gegeven. We gelo
ven dat we ons niet vergissen, als
we vermoeden dat dit er ook hon
derden zijn.
„Hij spreekt nog, nadat hij gestor
ven is" en dit geldt dan wel in bij
zondere mate voor de Zeeuwse plat
telandsdominee uit de achttiende
eeuw
II
II
Dit is de titel van een boekje uit de
„Rotonde-reeks" van de uitgever Cal-
lenbach te Nijkerk. Het is geschreven
door de bekende en begaafde predi
kant Barthold van Ginkel. Deze thans
54 jarige pred. werd als candidaat
bevestigd te Renswoude en stond daai
tot 1937. Na de gemeenten van We-
zep en Katwijk a.z te hebben gediend
vertrok hij in 1945 naar Amsterdam.
Eerst behorende tot de Gereformeer
de Bond, schijnt hij thans lid te zyn
van de Ver. van Vryz. Hervormden,
zoals Prof. Van Itterzon meedeelt.
In 1948 schreef Ds. Van Ginkel een
artikel in „Kerkedienst" in een felle,
vr(j sarcastische toon over „Onder-
werpelijke prediking". Uit dit artikel
was reeds een verschuiving in theolo
gische gedachten af te leiden. Dat
Ds. Van Ginkel het Reformatorisch
belyden heeft losgelaten blykt ook
uit dit boekje en de discussie erover
met hen die er in de pers op reageer
den.
Het hoekje bevat 9 twist-gesprekken die eerder als voordrachten voor de
V.P.R.O. gehouden werden en in boek-vorm dienst bewijzen wil aan gespreks-
kringen. Vier overwegingen vormen de achtergrond: de onbekende mens; de
onbekende God; de onbekende gelovige en het onbekende perspectief. De Bijbels
theologische achtergrond van dit boekje wordt gevormd door drie studies van
een Nieuw-Testamenticus Ethelbert Stauffer. Splinternieuw zijn de opvattingen
van Ds. Van Ginkel niet. Men kan ze bij verschillende moderne theologen
vinden.
Felle reacties
Dit boekje heeft in de kerkelijke
bladen felle reacties en critieken op
geroepen. Leiding-gevende theologen
uit verschillende Kerken hebben een
brede discussie geopend: hun critiek
gegeven, hun teleurstelling geuit. Om
enkelen te noemen: Prof. Van Nif-
trik, Dr. Langman en Ds. H. Visser
(twee Amsterdamse collega's), Prof.
Ridderbos. Zij hebben zeer grote be
zwaren tegen de gedachten van dit
boekje en zijn theologische achter
gronden. Zij spreken van „een nieuw
soort vrijzinnigheid". Een „neo-mo-
dernisme", waarin het Evangelie
wordt aangetast. Het gaat bij dit „neo
modernisme" om de aantasting van
de fundamenten der Kerk en het be
leden geloof der Kerk.
Ds. Van Ginkel heeft zichzelf ook
in de discussies gemengd om zijn in
zichten nader toe te lichten en te
verduidelijken Nu is dit laatste wel
zeer nodig voor de leek en de gewone
man. Ds. Van Ginkel klaagt erover
dat naar hem en de zijnen niet wordt
geluisterd en dat men hem verkeerd
begrijpt. Uit de d'scussies blijkt wel
dat de theologen, die ingesteld zijn,
door hun veelzijdige studie en bele
zenheid, op het doorschouwen van
inzichten en gedachte-gangen in hun
achtergronden, elkaar nog misver
staan en in hun conslusies weer tot
uiteenlopende beschouwingen komen.
Om het eens te kunnen worden is
allereerst wel éénzelfde toets, éénzelf
de norm, éénzelfde grondslag nodig.
De discussie, het ir de laatste jaren
zo dringend aanbevolen „gesprek" zal
er toe moeten leiden dat dp inzich
ten van Ds. Van Ginkel zó duidelijk
en klaar uit de verf komen dat er
moeilijk nog sprake kan zijn van mis
verstane! en niet begrijpen. Maar dan
zal de Kerk moeten spreken. Anders
verloopt het gesprek. De gespreks-
moeheid bij deelnemers en toeschou
wers brengt de zaak op de achter
grond en komt niet tot een einde.
Dan verzandt de zaak in een theolo
gen-twist. Dat is een van de droevig
ste dingen in het kerkelijk 'even.
Vertolking van
het evangelie
Het is Ds. Van Ginkel in deze twist
gesprekken er om begonnen het Evan
gelie te vertolken voor de mens van
nu. Om het verstaanbaar te maken
voor de „afdrijvende leden der kerk".
Voor de vastgelopen vertwijfelde hou
vast en zekerheid zoekende mens voor
wie Bijbel en de kerk weinig of niets
meer te zeggen hebben. Voor de bui
tenkerkelijken en kerkelijken. Onge
twijfeld een loffelijk streven, dat bij
zondere gaven en talenten vraagt.
Ds. Van Ginkel heeft met deze mo
derne mens van velerlei stand, intel
lect en arbeid volop kennis gemaakt.
In zijn Twist-gesprekken toont hij
een grote belezenheid in de moderne
literatuur. Bij moderne dichters, fi
losofen en theologen vindt hij zijn ge
dachten vertolkt. Van dezen citeert
hij gedichten en uitspraken. Wil hij
zoeken naar een diepere eenheid van
de wereld-godsdiensten en die a.h.w.
tot het ronde-tafel gesprek brengen?
In het 4e twistgesprek over „Het
Doodsgeheim, niet te tillen" laat hij
vier gestalten nader treden, om ons
iets aangaande dit geheim te zeg
gen: De gestalte van Boeddha (een
Indische wijze; 500 v. Chr.), de ge
stalte van Plato (een Griekse wijs
geer; plm. 400 v. Chr.), de gestal
te van de schrijver van Genesis 3
en de gestalte van Jezus.
Wil Ds. van Ginkel een gelijkstel
ling van de eerste twee met de laat
ste twee als het gaat over de onder
wijzing in de weg des heils? Als de
moderne mens het antwoord zoekt op
zyn raadselen in een twistgesprek
met God?
Als hy de derde gestalte nader toe-
De oude man haalde zijn schouders
op. „Tja, ik kan niet in je portefeuille
kijken. Mijn opleiding zal je niet failliet
maken. Yolanda kent me en weel, dat ik'
met weinig tevreden ben. Ik ben een
idealist. Maar het Conservatorium kost
geld en je boeken kosten geld en je
muziek. En je moet ook leven, eten en'
drinken... Slechts weinigen zijn in staat
om dit te bekostigen".
„Met het risico", vervolgde Ronnie sar
castisch „dat u na twee of drie jaar
zegt: het spyt me, maar u komt niet!
verder. Houd er maar mee op. Dus...
weggegooide jaren. Om van het geld nog
maar te zwijgen".
„Studie is nooit nutteloos, dat weet u
zelf. En wat dat slagen of niet slagen be-l
treft, meneer Beelen, dat hangt voor ne-l
gentig procent van uzelf af. Ik zei: u
hebt een natuurtalent. Zoals u zijn er
maar weinigen. Ik zie mogelykheden
voor u, de maximum mogeiy«heden.
Mits u zich de opofferingen kunt ge
troosten, die ik opsomde. U zult een
sterke wil moeten kunnen opbrengen. En
doorzettingsvermogen moeten bezitten.
Ik zou zeggen: probeer het een half jaar.
Dan weten u en ik, of u het kunt vol
houden. Van 't najaar kunt u dan naar
het Conservatorium, dat maak ik wel in
orde. Ik zorg voor uw vooropleiding, zo
dat u na uw toelatingsexamen een rede
lijke kans hebt, dat u verder de voorbe
reidende klas kunt overslaan. Daarvoor
hebben we nog bijna drie maanden. De
school begint ongeveer half september.
Het Conservatorium is in Den Haag op
de Korte Beestenmarkt, dus niet eens
door lYTaartjje Zeldenrijk
ver hier vandaan. Neemt u maar gerust
van my aan, dat ik u de waarheid zou
zeggen, als ik ook maar enigszins aan
u twijfelde. Maar ik geloof, dat u het
kunt halen. Als u precies doet, wat ik u
zeg. U bent Yolanda's vriend? Dan helpt
Yolanda mee, dat weet ik. Dacht u niet,
dat wij met z'n drieën kunnen bereiken,
dat u een uitstekend tenor wordt?"
Ronnie keek rond naar een stoel, vond
er een, waarop een stapel muziek lag,
welke hij op de grond deponeerde, waar
na hij ging zitten. „Ik moet hier eens
een poosje rustig over nadenken, meneer
Pottenberg. U snapt wel: dit grijpt te
veel in mijn leven tot nog toe." Opeens
schudde hij zijn hoofd. „Ach welnee, ik
hoef er niet eens over na te denken.
Waar zou ik het geld vandaan moeten
halen? Een halve ton?" Hij schoot in
een luide lach. „Waar maak ik me eigen
lijk druk over!"
Yolanda kwam overeind en liep naar
hem toe. „De financiële afdeling neem ik
voor mijn rekening, dat hadden we toch
afgesproken?"
Hij keek haar schaapachtig aan, maar
schudde meteen zijn hoofd. „We hebben
niets afgesproken. De gedachte alleen
geheel afhankelijk te moeten zijn van
„Van een vrouw. Verschrikkeiyk, hè?
En als het nu om je toekomst gaat? Heb
je dan geen eergevoel? Wil je niet ver
der komen in het leven Of blyf je liever
tot je oud wordt pianist-bandleider in
een kroeg? Het is inderdaad de gemak
kelijkste weg." Ze plantte haar handen
in de zijden. „Ik durf het aan vijftig
duizend gulden kapitaal in jou te steken.
Ik ben ervan overtuigd, dat dit geld zijn
rente dubbel en dwars zal opbrengen. Ga
mee, we gaan er thuis eens rustig over
babbelen."
Eind augustus zwichtte Ronnie Beelen.
Ze had zijn toekomst zovele malen uit
gestippeld en met zoveel overtuigings
kracht verzekerd, dat hy binnen enkele
jaren een der beroemdste tenors ter
weréld zou zijn, dat hy er zelf in begon
te geloven. Tenslotte dacht hij: Voor
lopig nemen we een half jaar een proef.
Daarna zien we wel weer. Dat half jaar
kan ik zelf betalen, dus heb ik Yolanda
niet nodig. Op die concessie werd men
het eens. Bij Willem Volland kondigde
hij de volgende avond zyn vertrek aan.
Maar wat hij ging doen, vertelde hij niet,
zelfs niet aan zijn drie collega's.
HOOFDSTUK 7.
Het winterhalfjaar is verstreken. In
de lanen van Wassenaar beginnen de
takken uit te botten. De dagen lengen;
's morgens vroeg is er een vogelenheir,
dat de dag met gejubel begroet. Het
groen verkleurt. De bloemen beginnen
hun pracht ten toon te spreiden. De
dagelykse ritten van Ronnie Beelen van
Wassenaar naar Den Haag of Rijswijk
zijn voor hem adempauzes in zijn over-
beladen lesprogramma. Gelukkig kan hy
zich altijd goed concentreren en ^Rhter
het stuur is hy de muziek en het Con
servatorium vergeten, want op de weg
moet je terdege opletten. Het tweede
hands eendje, dat Yolanda voor hem ge
kocht heeft, doet dagelijks trouw zyn
dienst. Wel had het wat voeten in de
aarde, voor hy de wagen wilde accep
teren, maar tenslotte begreep hy, dat hy
er iedere dag zeeën van tyd mee won.
Met tram en bus in het spitsuur was het
geen doen meer. En op de fiets was mooi
als het weer meewerkte, maar met een
pak sneeuw
In deze zes maanden heeft Ronnie
Beelen hard gewerkt, gestudeerd en
zonder meer iedere opdracht van zyn
leermeesters aanvaard, zowel op het
Conservatorium als in de Ryswijkse
Emmastraat. 't Is vermoeiend en de
eerste zes weken was hij niet zeker van
zichzelf, of hij dit zou kunnen volhouden.
Soms dacht hij: Ik heb me wat op de
hals gehaald. Hoe kom ik ooit hier door
heen? Er komt geen eind aan. Als ik al
die studieboeken moet doorworstelen,
ben ik honderd, voor ik ze allemaal uit
heb.
Doch dan was er de oude leermeester,
die hem prees om zijn vorderingen en
hem aanmoedigde rustig verder te gaan.
En naast hem de kritische Yolanda, die
hem onverbiddellijk tot werken en stu
deren aanzette, zorgende voor de nodige
rust in de grote villa aan de Papegaaien
laan. Haar toewijding was werkelyk ont
roerend. Hoewel met enige tegenzin had
hy er in toegestemd om te verhuizen
naar Wassenaar. Hij had twee kamers
tot zijn beschikking op de eerste verdie
ping, waar hy sliep en studeerde, 's Mor
gens zorgden Bep en Yolanda er voor,
dat hij op tyd zijn ontbijt had, terwyl de
weduwe de wagen buiten zette en con
troleerde, of er voldoende benzine in zat,
ontbeet Ronnie. Als hy tussen de middag
thuis kwam, was de lunch gereed en
's avonds, wanneer hij na het Conserva
torium nog een uur by Jan Pottenberg
gestudeerd had, kon hy thuis meteen
weer aan tafel. Daarna zat hy nog een
paar uurtjes te blokken op de theorie,
waarna Yolanda besliste, dat het nu wel
letjes was. Zy zorgde voor de afleiding:
een wandelingetje of een spelletje kaart
of een heel enkele keer een paar uurtjes
uit. Naar Leiden of Den Haag.
Al op een der eerste dagen van zijn
verblyf in Wassenaar had hij kennis ge
maakt met Yolanda's voornaamste vrien
den: August de Raet, de kwabwang, zo
als Ronnie hem in gedachten noemde,
en Han van Oirschot, beiden in Leiden
studerend. Tenminste, dat werd hem de
eerste keer verteld.
Han van Oirschot bleek een sympa
thieke jongen te zijn, die advokaat wilde
worden. Een beetje stille, teruggetrok
ken knaap en binnen een week had
Ronnie door, dat deze jongeman weg
was van Yolanda. Daarentegen was
August, die doorgaans Augie werd ge
noemd, niet bepaald vriendelyk tegen
over de nieuwe vriend van Yolanda. Heel
vaak kwam het tweetal des avonds naar
Wassenaar. Soms ging men dan de hele
avond en een deel van de nacht uit en
hoorde Ronnie, die dan doorgaans alleen
in het grote huis achterbleef, de auto
terugkomen. De beide vrouwen deden
dat wel zo zacht mogelijk om hem niet
in zyn nachtrust te storen, doch hij sliep
altijd erg licht en werd van het minste
gerucht wakker.
Op een avond, toen Yolanda er de
voorkeur aan gegeven had thuis te blij
ven, werd er in de grote salon gedanst.
Ronnie was even naar buiten gegaan om
wat frisse lucht te scheppen het was
eind september en plotseling stond
Augie naast hem.
„Een mooie avond", meende Ronnie te
moeten opmerken, maar de ander schud
de zyn hoofd.
„Flauwekul. Alle avonden zijn 't zelf
de. Ik wil je wat zeggen. Onder vier
ogen".
„Dan zul je je bril af moeten doen",
merkte Ronnie droog op.
(wordt vervolgd)
leiden van dè zaak waar het om gaat,
Waarom als Bedienaar van het God.
delrjke Woord, de bron van de pre
diking en de regel des geloofs (Art.
5 vao onze Belijdenis) niet alléén ge
opend? Om eerbiedig en gehoorzaam
te luisteren wat dat Woo. d ons leert.
Jezus leerde de schare. De Schrift on
derwijst ons in de dingen die ons
onbekend zijn.
„Twist-gesprekken met God". Dan
is de mens altyd verliezer en zal
moeten zwijgen. Vrede en blijdschap
vinden we niet door twisten met God
maar door ons gewonnen te geven en
ons door Hem te laten onderwijzen.
Wij menen dat hier een taak ligt
voor de Provinciale Kerkvergadering
van Noord-Holland. „Handhaving der
Belydenis door de kerk in haar wet
tige organen is een daad, niet van
vrijheidsaanlanding, maar van me
dedogen met mensenzielen, voor
wie er in hun gebondenheid onder de
macht van de zonde alles van af
hangt, dat zij het Evangelie woord
der vrymaking zuiver en klaar ho
ren".
Men leze het boekje zelf.
J.
AFSCHEID,
BEVESTIGING EN INTREDE
Ds. G. H. VAN KOOTEN.
licht een Joods priester die het
beroemde Bijbelhoofdstuk Genesis 3
schreef blykt wel duidelijk dat Ds.
van Ginkel zich losmaakt van de Be
lijdenis der Kerk over deze zaken.
Hij wil in Gen. 3 oosterse beeldspraak
zien. Eén citaat: „Dit (meestal ver
keerd begrepen) verhaal wil op ui
terst diepzinnige wijze zeggen dat al- Hs. H. van K°°ten za' zondagmid-
le mannen en alle vrouwen op deze -*aë» 5 september a.s., in de Oude Kerk
wereld een paradijsdroom dromen. «Wsoheid nemen van de hervormde ge-
Adam is geen voornaam, maar be- «neente van Huizen in de classis Hilver-
tekent: „de man in het algemeen". sum en de week daarop, n.l. zondagmid-
Eva is een woord dat „de vrouw van ua8 Vi september a.s. om vyf uur in de
alle tijden" aanduidt. Welnu, alle nieuwe Kerk, na vooraf 's morgens om
mannen en alle vrouwen denken: wat lien uur in datzelfde kerkgebouw te zyn
zou het een paradijs op aarde zyn, oevestigd door zyn zwager, ds. Iz. Koki)
wanneer wy mensen „gelijk aan God" uit Zegveld in de classis Breukelen, in-
zouden zyn. Als wrj konden „eten" trede doen als predikant van de her-
van de boom van de allesomvatten- i vormde gemeente van Delft, waar hy
de kennis en als wij konden „eten" beroepen is in de vakature van ds. J.
van de boom van het eeuwige leven van Kootselaar, die op 24 mei van het
dan wisten wij op elke vraag het vorige jaar (1964) naar Barneveld ver
antwoord; wij zouden dan, evenals irokKen is en die daar een week later
God, nooit sterven Alle mannen en intrede heeft gedaan,
alle vrouwen dromen die droom", j Geurt Hendrik van Kooten werd op
De Apostel Paulus spreekt over de- l8 juni 1919 uit een brood- en banket-
ze dingen toch wel gans anders in de oakkersgezin te Veenendaal geboren,
brief a.d. Romeinen. Hy bezocht eerst het christelyk lyceum
In zijn antwoord aan Ds. Visser Arnhem en studeerde daarna nog
geeft Ds. Van Ginkel een uitleg van theologie aan de rijksuniversiteit te
een citaat van de Duitse dichter Hein- utrecht, waar hij in 1946 zyn kandi-
rich Heine (gest. 1856) „Ik lees dit daats_ en ongeveer een jaar later in 1947
citaat zó, dat Heine doelt op ouder- ook zyn kerkeüjk voorbereidend examen
wetse theologen die met hun tot op auegde. (Tydens zijn theologische studie
de draad versleten formuleringen de aan de ryks uniVersiteit te Utrecht moest
Zaak waarom het gaat om zeep hel- dg beer Van booten van eind 1942 tot
pen. Dominees die als een ouderwet- aan het eindg yan de oorlog, omdat hy
se dienstbode altijd lopen in de af- wejgercje de loyaliteitsverklaring te on
gedragen kleding van hun (Duitse) hertekenen, onderduiken). Nadat de
mevrouw uit Heidelberg. Voortdurend hger Van Kooten in het begin van 1948
in de oude sleur. Die kant moeten door he(. provinciaal kerkbestuur van
we liever met op Gelderland was toegelaten tot de evan-
Wy zyn van mening dat hier op een liebedieni in de Nederlandse Her-
smadelyke wijze over een belijdenis- ®ormde Kerk en hij van september 1947
geschrift der Kerk wordt gesproken tQt a tus 194g eerst bijna een jaar t
De „eeuwige jeugd van Heidelberg Kootvv*,kerbroek werkzaam was geweest
kan ook nu nog troosten met de eni- hulJ diker werd hij 20 oktober
fv^f hef boeS 1948 ds" W' der
Ds. Van Ginkel heeft de Bijbelse "nden toen nog predikant:teKootwyk
woorden en begrippen: God, verzoe- en Kootwykerbroek, bevestigd als pre-
ning. schuld, bekering omgemunt met *kant van de hervormde gemeente van
een andere inhoud en uitgehold. Waar- Brandwyk m de classis Gonnchem. Op
om kan bij de vertolking van het J aPnl 1953 verwisselde ds. Van Kooten
Evangelie niet de Schrift, het Woord dez* gemeente met die van Genemuiden
Gods niet het enige richtsnoer zyn? in de classis Kampen en sinds 19 juni
1960 dient hij de hervormde gemeente
van Huizen in de classis Hilversum,
waar hy toen ook door zijn zwager, ds.
Iz. Kok uit Zegveld werd bevestigd.
In dat eeuwig blijvende Woord, maakt
Hij zich bekend, maakt Hy de mens
met zichzelf bekend en met de wa
re oorzaken van de menselijke no
den. Buiten dat Woord kan niemand
ons de weg wyzen tot verlossing.
Het is moeilijk precies op alle pun
ten de gedachten van Ds. van Ginkel
weer te geven. Ook zij die met hem
van gedachte wisselen moeten telkens
vragen: „Wat bedoelt u met...?"
Taalvelden
In zijn antwoord op de vragen van
Ds. Visser zegt Ds. Van Ginkel o.a.
dat de Bijbelse geloofswereld als
een wisselend berglandschap is, van
verschillende zijden te bezien. Er is
niet één thema. Er zijn vele thema's.
De Bijbelse geloofswereld is niet een
symphonie maar een rapsodie (ver
zamelwerk, brokstukken tot een ge
heel aaneengeschakeld) Stemmen
en tegenstemmen elkaar tegenspre
kend en aanvullend.
„Alle rond dat éne grondmotief:
het in Schepping Tora en Jezus aan*
wezige Woord: de roepende Stem
die ons loszingt uit de vervreem
ding".
Dit grondmotief wordt gepredikt in
drie „taalvelden", vormen en spreek
wijzen van verkondiging.
1. Het taalveld van het sacramen-
teel-liturgische, zoals in de R.K. kerk
eeuwen lang door sacraments- en
misbediening de mens werd aange
sproken en „bediend".
2. Het forensische taalveld, d.w.z.
de sprake van „de vreemde vrij
spraak, de gerechtigheid van Chris
tus, die ons als vreemden uit gena
de wordt toegerekend. De Boodschap
dat het Woord van buiten af, in een
vreemde vrijspraak, de goddeloze
rechtvaardig verklaart. Dit „taal
veld" wordt ook door Ds. Van Gin
kel aanvaard.
doet
langer
met
nylons v(u ]s98
Setter Set nylons m de nieuwe
Rosella kleuren ziet U by:
Hoofdstraat 45 tel 2165
Frans Haislaan 26,
tel 3044
Ds. Van Kooten heeft in de loop der
jaren vele bestuursfunkties vervuld en
zitting gehad in tal van colleges en com
missies. Zo was hij tydens zyn ambts-
oeaiening ais predikant van de her
vormde gemeente van Genemuiden o.a.
praetor van het breed ministerie van de
ring Kampen; voorzitter van de ring
Kampen van de Bond van hervormde
jongeiingsveremgingen op gereformeer
de grondslag; voorzitter van de afdeling
Genemuiden van „Pro Juventute"; be
stuurslid van de Stichting voor Maat
schappelijk Werk te Zwone; bestuurslid
van net Johannes Calvyn-lyceum te
Kampen en ieider van de kadercursussen
3. Het taalveld van de nieuwere van de besturen van hervormde jonge-
theologie, het existentialistische, dwz lings- en meisjesverenigingen op ge-
wat het diepste wezen (de existentie) reioimeerde grondslag in de ring Kam-
van de mens van nu r akt en aan- pen.'ie Huizen in Noord Holland was hij
spreekt.
In dit derde taalveld heeft Ds. Van
Ginkel zyn boekje geschreven. En
dat houdt ook in: „bewuste beper
king". Hij onderstreept dat „bewus
te". „Want in een bepaalde cultuur
periode moet een prediker het aan
durven het Evangelie te brengen in
een reductie (beperking; verkor
ting).
Een noodzakelijke reductie. Zich
beperkende tot dat éne „Leitmotiv"
(hoofdgedachte) dat voor een bepaal
de categorale gioepsbevryding en
nieuwe levenskracht betekenen kan.
De prediking van Ds. Van Ginkel
is dan ook niet het volle Evangelie.
Bewust wordt het beperkt tot de ver
staanbaarheid voor de afdryvende
leden der kerk. Zó wordt het Evan
gelie verschraald tot zedeleer en het
meest wezenlijke van het Christelijk
geloof prijs gegeven. Het is zeer te
leurstellend, dat Ds. Van Ginkel al
lerlei boeken, uitspraken van dich
ters, filosofen en theologen en een
enkel mythologisch verhaal gebruikt
voor de waarheid van zyn gedach
ten. Dat maakt het lezen van zijn
boekje wat vermoeiend. Telkens wor
den we afgeleid en moeten vragen:
„Wat bedoelt U"? Het -s wat vaag
en onbelijnd al is het geschreven in
beeldrijke boeiende taal. Ook in de
beantwoording der vragen van Ds.
Visser komen weer andere schryvers
naar voren. Zo verdrinken we in een
veelheid van meningen die ook weer
aanleiding zyn tot bestryding en af-
o.a. voorzitter van de Hervormde Jeugu-
raad; voorzitter van het Hervormd Ge-
reiormeerd Verband van kerkelyke
jeugdverenigingen; voorzitter van de
ring 't Gooi en Eemland van jeugdver
enigingen en voorzitter van de plaatse
lijke aideling Huizen van het Nederlands
oijoeigenootschap. Thans is ds. Van
Kooten o.a. nog vice-voorzitter van het
hoofdbestuur van de Bond van hervorm
de mannenverenigingen op gereformeer
de grondslag.
Tijdens zijn ambtsbediening als predi
kant van de hervormde gemeente van
Genemuiden heeft ds. Van Kooten zich
daar intensief bezig gehouden met het
jeugd- en instuifwerk en gaf in die
periode mede de stoot tot de oprichting
van de ring Kampen van de Bond van
hervormde meisjesverenigingen op ge
reformeerde grondslag.
Van zijn hand verschenen tal van
artikelen en bydragen in „De Hervormde
Vaan", het orgaan van de Bond van
hervormde mannenverenigingen op ge
reformeerde grondslag en ook in ,,De
Vaandrager", het orgaan van de Bond
van hervormde jongelingsverenigingen
op gereformeerde grondslag.
De bevestiger van ds. Van Kooten te
Delft, ds. Iz. Kok uit Zegveld, is een
zoon van ds. R. Kok, die van 1930
tot 1956 te Veenendaal heeft gestaan
en thans predikant van de Christe
lijke Gereformeerde Kerk van Alphen
aan de Ryn is.