een bom barst in Overberg HET BOZE BELETSEL Bondsvoorzitter Th. de Jong gaf uiteenzetting over de voorstellen betreffende de nieuwe C.A.O. Nieuwsblad „DE VALLEI" vrijdag 10 december 1965 6 ons ware verhaal door Rik Valkenburg II. IN 'T DODELIJKST TIJDSGEWRICHT De vijf jongens lopen nog steeds met de handen op eikaars schouder langs de spoorrails. Nog enkele meters en dan zijn ze bij de bom- trechter. Zal dat hun graf worden? De vrienden krijgen het bevel op de kant van de bomtrechter te gaan zitten, met de benen in het gat. Wat ging er veel in hen om, toen ze daar zo zaten. Burgemeester Mon- yé voert op luide toon een gesprek met één van zijn kameraden. Het gaat erover of ze er een paar zullen neerschieten, of alle vijf. Het antwoord is voor hen duidelijk hoorbaar. Alle vijf zullen ze neerge schoten worden. Als slachtvee! De jongelui worden zo mogelijk nog een tint bleker. Is er dan nergens uitkomst of redding? Damnieuws TAFELTENNIS RTTV aan de kop door twee nederlag van STV-Climax De christen en de politiek ONS NIEUWE FEUILLETON HET BOZE BELETSEL FEUILLETON DOOR LEIDA GRAAFLAND Op dc jaarvergadering van de Algemene Bedrijfsbond voor Textiel en Kleding „De Eendracht" te Veenendaal is door de voorzitter van deze bond in Nederland, de heer Th. de Jong een interessante uiteenzetting gedaan over de voorstellen die 25 november j.l. zijn ingediend bij de werkgeversorganisaties. Deze voorstellen houden een geheel nieuwe C.A.O. in die voor drie jaar zal worden afgesloten. De genoemde voor' stellen komen in de praktijk op het volgende neer: HOGERE LONEN EN MEERDERJARIGE C.A.O. In beide bedrijfstakken is het nodig dat het loonpeil wordt verhoogd in ver band met de achterstand die de afge lopen jaren is ontstaan in vergelijking tot ande bedrijfstakken. Voor de textiel houdt deze verhoging in dat de uurlonen met 20 cent omhoog- zullen gaan en in de kleding daarente gen slechts met 10 cent. Voorts is door de organisaties voorgesteld te komen tot een meerderjarige C.A.O. dat zeer gunstige aspecten biedt voor de werk gevers. Hierbij wordt gedacht aan de planning van de produktie en de kost prijsberekeningen die dan al voor enkele jaren gemaakt kunnen worden. De or- VDC II heeft het in Ba am tegen de reserves van de hoofdklasser OKK niet verder kunnen brengen dan een ver deling der punten. Hadden De Gooijer en Verhoef in een goedgeefse „Sinter klaasbui" hun partijen, die ze reeds in hun zak hadden, niet geheel en gedeel telijk cadeau gedaan dan had de uit slag beter dan nu de krachtsverhouding weergegeven. De volledige uitslag luidt: OKK II VDC H C. T. de Bruin - D. Bouman 0-2 A. Stroo - B. Valkenburg2-0 C. Kommandeur - A. v. Dijk 0-2 D. Hut - J. H. de Roder 0-2 T. Willemsen - A. Kalter2-0 J. Bremer - W. de Kleuver0-2 E. v. d. Kaa - D. van Leeuwen 1-1 F. Dijs - H. v. d. Bovenkamp 2-0 N. Limper - W. de Gooijer 2-0 G. A. v. d. Laan H. Verhoef 1-1 Uitslag 10-10 Nu de UPDB-competitie haar einde nadert, begint de onderlinge clubcom petitie weer te draaien. Voor de dam liefhebbers, die er in Veenendaal zeker nog zijn, is het nu de mooiste tijd om voor 't eerst of opnieuw kennis te ma ken met de damclub in 't Trefpunt. Ze zijn daar steeds van harte welkom! Hier volgen de eerste uitslagen voor „de onderlinge": E. Schaap - A. de Kleuver2-0 D. v. Leeuwen - A. Keijman 0-2 J. H. de Roder - H. v. d. Brandhof 0-2 B. Valkenburg - D. Bouman 1-1 DAMNIEUWS Maandag j.l. wist VDC I haar vierde wedstrijd met 13-7 te winnen. Evenals tegen Amerongen kwam de grote winst aan de onderste vijf borden. Voor de eerste maal sneuvelde de club kampioen v. d. Brandhof tegen Van Snippenberg, die, wat damcapaciteiten betreft, in zijn club Vriendenkring uit Utrecht vrij sterk domineert. De gedetailleerde uitslag luidt: VDC I VRIENDENKRING I v. d. Brandhof v. Snippenberg 02 J. v. d. Vliest R. v. 't Land 20 J. Vermeer G. Buizert 11 E. de Kleuver A. Wierts 02 H. v. Beek B. Miché 11 A. Keijman G. J. Derksen20 W. v. d. Hor A. v. 't Land20 E. Schaap W. Verhoef20 H. v. Nieuwamerongen Kraal 11 B. Valkenburg E. Bulthuis 20 Uitslag 137 Maandag a.s. speelt VDC I h^ar laat ste wedstrijd in Zeist tegen OG II, dat beslist moet winnen om zich kampioen te kunnen noemen. De Veenendalers, die goed in vorm zijn, maar geen enkel belang meer hebben, zullen ongetwij feld hun sportieve plichten niet ver zaken. Ze zag de man binnenkomen. Voorin de zaal bleef hij staan, verstoord kij kend. Als bij intuïtie voelde de vrouw aan het tafeltje in de nis, dat hij het niet kon zijn. In gedachten spelde ze de brief: „Ik ben vrij lang, sommigen zullen van mij zeggen, dat ik een tik keltje gezet ben, hoogblond haar Deze man was normaal van postuur en lengte en zeker geen veertig jaar, zoals de briefschrijver. Langer wachten had feitelijk geen zin meer. Die liet rustig verstek gaan. Om welke reden dan ook. Misschien had hij haar ongemerkt geobserveerd. Of hij had haar hier naar binnen zien gaan. En stond ze hem niet aan. Wie kon het weten? In ieder geval had ze voor de zoveelste keer voor niets zitten wach ten. Met haar boek voor zich op de tafel als herkenningsteken. De vrouw bemerkte, d«.t een haastig toegeschoten ober met de man stond te praten. Hij kerk naar haar tafeltje, waaraan zij alleen zat en de man' deed het eveneer waarbij hun blikken el kaar een paar sekonden kruisten. Dat mankeerde er nog net aan. De ober zou hem wel deze kant uit loodsen, zodat hij tegenover haar kwam te zitten. En stel je nu voor, dat hij toch nog komt. Hij kan vertraging gehad hebben. Op maandag is het misschien drukker op de wegen. Alles kan tenslotte. Met de ober kwam de man naderbij. Ze hoorde zyn stem: „Hebt u er be zwaar tegen, dame als deze heer hier gaat zitten?" Hoe kon je daar bezwaar tegen heb ben? Ze schudde haar hoofd. „Niet in het minst," antwoordde ze met vlakke stem. Malle vraag overigens. Je kon moeilijk in je eentje een tafel reserve ren. Al zat je feitelijk op iemand te wachten, die nu wel niet meer zou ko- jnen. Een zotte toestand. Dp nieuwe gast boog even voor haar, ganisaties zyn bereid deze meerderjari ge C.A.O. af te sluiten mits er voldoen de waarborgen kunnen worden gegeven dat de lonen en de overige arbeidsvoor waarden verbeterd worden. De heer De Jong ging tevens in op de voorstellen die zijn ingediend ten aanzien van de vrije lonen. In de voor stellen staat hierover dat bij de zoge naamde gemengde functies het loon voor de vrouwelyke werknemers per 1 januari 1965 gebracht dient te wor den op 100 procent van het betreffende mannenloon. WERKTIJDVERKORTING In de textielindustrie zal uiterlijk 1 juli 1968 de werktijd voor de dagploeg moeten worden teruggebracht tot 43% uur met gelijktijdige aanpassing van de loon tabellen voor alle werknemers. Voor Het is STV-Climax niet gelukt z'n on geslagen positie aan de kop van de le klas te handhaven. Tweemaal achtereen moest er met een nederlaag genoegen worden genomen en STV-Climax zakte nu zelfs af naar de derde plaats, daar het zowel door RTTV als door Ritac voorb\j werd gestreefd. RitacSTV-Climax 1 7—3 Zowel van Wely als v. d. Weerd wa ren deze avond in ongenaakbare vorm. Beide spelers bleven ongeslagen in drie enkelspelen en wonnen samen ook het dubbelspel. De STV-Climax-spelers wis ten alleen enkel van G. van de Weert te winnen. Treffers—STV-Climax 1 Ook in Arnhem konden de Veenenda lers niet tot winst komen. Het werd nu 64 in het voordeel van Treffers waar bij vooral T. Spaan uitstekend op dreef was. Hij bleef ongeslagen en vooral de wedstrijd tegen Vos was van hoog ge halte. Asselman en H. Spaan wisten beiden v. Eist te verslaan, terwijl het winnende punt voor Treffers in 't dub belspel werd behaald. STV-Climax 2—Ritac 3—7 Het tweede team van STV-Climax be haalde hetzelfde resultaat tegen Ritac als het eerste. Ook hier wisten alle drie de spelers van G. v. d. Weert te winnen maar konden tegen T. v. d. Weert en van Wely niet op. Door deze resultaten is de stand aan terwtfl ze neutraal knikte. „Heel vrien delijk van u," zei hij op effen toon. „Het is ook erg vol vanmiddag," ant woordde ze. De man was gaan zitten en wees met zijn duim over de schouder. „De helft van het restaurant is maar beschik baar, omdat achter de tussendeuren 'n diner is," verduidelijkte hij. Ze had het niet gemerkt, hoewel ze hier al enkele malen geweest was. Om briefschrijvers te leren kennen. Tot nog toe alles voor niets. De man ging het menu bestuderen, terwijl de ober discreet op enkele pas sen afstand stond te wachten. Ze kon net zo goed hier wat weten; ze was er nu toch. Anders moest je ergens anders naar binnen, want voor de bus naar huis ging, duurde nog een uur. Ze stak haar hand op. „Ik wou wel een uitsmijter, ober. En koffie." „Ham of rosbief, dame" O, eh ham." „Eén uitsmijter ham en koffie." „Wacht even, ober de man had in tussen zyn keuze gemaakt geef mij maar menu nummer vier. Kan ik voor spinazie wat anders krijgen?" „Doperwtjes met wortelen? Spercie- boontjes?" De man knikte. „Doe maar dorperw tjes. En breng me een glas bier." „Nummer vier met doperwtjes en een bier. Pils" „Ja." De vrouw keek in de zaal, die nu on geveer geheel bezet was. Eigenaardig, vanmorgen, vóór ze van huis was ge gaan, had ze er al een voorgevoel van gehad, dat het niets zou worden. Waar om had ze hem er eigenlijk tussen uit gekozen? Om z'n wagen? Och nee, niet bepaald. Ze kende langzamerhand al de methodes van de kandidaten. Niemand schreef: ik ben lelijk, krom, snurk 's nachts en bezit maar een beetje geld. Zo iemand zei dan in z'n brief: ik heb de ploegendienst wordt als compensatie voor het bovenstaande voorstel 3 extra dagen vakantie gevraagd. Ook wordt ondermeer voorgesteld een vakantietoe slag van 4 en 2 procent. Dit zijn enkele van de belangrijkste voorstellen die reeds bij de werkgeversorganisatie zijn ingediend. Op 21 d^- mber a.s. zullen de eerste onderhandelingen tussen werkgevers en werknemers over de voorstellen beginnen. AANVULLING BESTUUR Op deze jaarvergadering van de afde ling Veenendaal werd het bestuur uit gebreid met 3 personen. Het zijn de he ren J. Stuivenberg, A. Valkenburg en J. van Veldhuizen. Allen die aanwezig waren op deze vergadering kunnen terugzien op een interessante behandeling van de voor stellen die voor de textiel en confectie- industrie zo belangrijk zijn. De Bijbelkring van de chr. ger. kerk te Veenendaal komt maandag 13 december in de Pniël kerk in vergadering bijeen. Ds. Keuning zal op deze avond spreken over de christen en de politiek. Naar aan leiding van dit onderwerp zullen diver se belangrijke onderwerpen aan de or de komen b.v. Heeft christelijke politiek nog wel zin? Verschuift de A.R. naar links? Mag een christen lid zijn van de P.v.d.A. en is sport op zondag toegestaan. Ds. Keuning, die goed op de hoogte is van de politieke verhoudingen in ons land, zal op deze avond die om 8 uur begint trachten een goed advies te geven. Een ieder is van harte welkom. de top van de ranglijst nu als volgt: 1. RTTV 1 9—16 pnt. 2. STV-Climax 1 9—14 pnt. 3. Ritac 813 pnt. 4. Treffers 811 pnt. De teams van RTTV en STV-Climax hebben een wedstrijd meer gespeeld doordat de beide ontmoetingen tussen het le en 2e team al in het begin der competitie zijn gespeeld. C.P.J. HOUDT ONTSPANNINGSFEESTAVOND Zaterdag 11 december houdt de Chris telijke Plattelandsjongerenbond een ont spanningsfeestavond in gebouw Eltheto. Het programma vermeldt het toneelstuk in drie bedrijven „Eenzame strijders" van Koos Beswino, wat onder regie staat van G. Groeneveld en S. v. Ede en het op treden van een muziek-gezelschap. I<n de pauze wordt een verloting gehouden. VERWERKING HUURBIJSLAGEN In de textiel confectie dient de C.A.O. te voorzien in de mogelijkheid om per onderneming hogere lonen te betalen tot 'n maximum van 5 procent. De huurbij slagen werden door de bondsvoorzitter zeer uitgebreid behan deld. In het kort samengevat werd het volgende voorgesteld. De bestaande huurcompensaties dienen gedurende de duur van het veronderstelde contract in de basisuurloontabellen te worden ver werkt. een gewoon uiterlijk, een ietsje hoge rug, maar je ziet het nauwelijks, en ben niet onbemiddeld. Tien tegen één weten ze zelf niet, dat ze snurken in hun slaap. Ze ging verzitten en trok automa tisch haar rok over de knieën. Het viel altijd tegen. Neem die keurige meneer van verleden jaar met z'n prachtige handschrift. Een vlotte, jongens! Om zo in z'n armen te vallen en er voor altijd in te blijven. Ze had geleerd scherp op te letten. Kleinigheidjes verraden ie mands fouten, feilen of bedrog. Het wa ren de rouwrandjes geweest aan z'n na gels. Op zichzelf al een teken van slor digheid, gemakzucht. En niet bepaald zindelijkheid. Meneer zei, dat-ie hoofd boekhouder was. Niet gewoon boekhou der, maar hoofd. De bollebof op het kantoor. De bazen kwamen onderdanig bij hem: wat denkt u, meneer Wiets, zou het er af kunnen? Nee, heren dat laten de financiën niet tob. Nou, jam mer, dan wachten we nog een half jaar. Een opschepper. En een idiote naam. Een hoofdboekhouder heeft geen vuil onder zijn nagels. En draagt geen por- temonnaie bij zich, waarvan de ritslui- ting stuk is. Overigens, ze had in de gauwigheid gezien, dat er maar enkele guldens in zaten. Alleen de wagen, die hij bij zich had, zag er goed uit. Ze hadden nog een afspraak ge maakt. Hij zat vol grappen, kletste aan é_én stuk door. En z'n kleren waren van goede kwaliteit. En hij was knap. On tegenzeggelijk de knapste, die ze ooit had ontmoet. Vandaar, de tweede afspraak. Op nieuw op neutraal terrein. Niet al te hard van stapel lopen, was zijn stel regel. Forceren doet vaak kwaad. Ook een redenering, waarvoor wat te zeg gen was. Maar ze had al enkele minder pret tige ervaringen achter de rug. Haar wantrouwen had hij niet weggebabbeld. De rouwrandjes en de versleten porte- monnaie met de kapotte rits hadden haar stekels omhoog doen gaan. Bij het wegrijden had ze het nummer van zijn wagen in haai geheugen opgenomen. Drie dagen later was ze naar zijn woonplaats gereisd. Heel anders ge kleed, met een zonnebril op. Waarom ze dat plan had opgevat, wist ze zelf „Jopie" smoest nog een poosje door met zijn consorten en sommeert dan on verwachts, dat de jongens weer overeind moeten komen. Ginds, bij de spoorweg overgang, daar zal het gebeuren. Hun dode lichamen zullen daarna tot een afschrik voor ieder blijven liggen. Dagen lang! Koelbloedig wordt de conversatie gevoerd in het bijzijn van de slachtof fers. De spoorwegbeambte is reeds weg. Na enige tijd lopen de jongens dus weer op dezelfde wijze als daarnet, langs de spoorlijn, maar nu in tegenge stelde richting. Welk een zware gang voor de jongens, die nog zo aan het be gin van hun leven staan... „Halt!"' wordt er geschreeuwd. Ze zijn nu de overgang op een paar meter genaderd. Met hun rug naar Vee nendaal toe en hun ogen gericht op hun eigen woongebied. Ze staan links van de rails. Achter elkaar opgesteld. In deze situatie is maar één pré, maar daar hebben ze nog geen weet van. Dit is namelijk het feit dat het viertal schut ters bijzonder onhandig is in het ge bruik van vuurwapenen. Er wordt bedisseld dat Monyé, Bos en een Duitser, de vijf jongens onder be dreiging van hun wapens, in bedwang zullen houden, terwijl de andere Duitser op één meter afstand, de dodelijke scho ten zal lossen... Op bijgaande foto's is de oorspronkelijke situatie duidelijk na te gaan. Op dezelfde plaats als toen staat hier Tymen Ploeg naast de rails, achter de boswachter, die zijn medewer king verleende voor deze constructie foto van de Rijkspolitie. ...Voorop staat Gert van de Brandhof. Dan volgt Gros en daarachter de andere drie. Monyé geeft het eerste vuurbevel. Het schot brandt los, met een luide knal. Als een blok slaat Gert na het slaken van een felle kreet, tegen de grond en blijft bewegingloos liggen. Gros ziet het en huivert... Op een meter afstand wordt nu de loop van het geweer op hem gericht. Ontzettend tijdsgewricht! Gros wendt zijn blik af... Maar terwijl gebeurt er iets... In uiterste doodsangst gaat plotseling één der vrienden, Jan Doornenbal, er tussenuit. Met enkele forse sprongen is hij bij het spoorhek, waar hij zich ra zendsnel overheen laat vallen. Schoten daveren door de stilte van de avond!... In hun verbouwereerdheid schieten de soldaten, domweg de verkeerde kant uit. Er ontstaat grote verwarring. Doornen bal is nergens meer te bekennen. Er dreigen nog meer jongens er vandoor te gaan. Monyé onderkent de toestand en brult, op de drie jongens wijzend, die nog overeind staan: „Schieten! Snel!"... De Duitser begint gelijk te schieten. Eerst wordt Gros getroffen. Hij voelt een verschrikkelijke dreun, onder tegen zijn rug en valt schreeuwend naast zijn vriend Gert neer. Hij roept om zijn moe der. Met zijn hoofd ligt hij tegen dat van Gert aan. Weer klinkt een schot. Is het van Bos, de landwachter? Het is tenminste de knal van een jachtgeweer! Zwaarge wond valt nu ook Gert's broer, Jan, in het grint. Hij huilt van pijn. Ook Gros blijft roepen. Maar dan gebeurt er iets, wat zijn leven kan redden. Plotseling klink tus sen het rumoer door een duidelijke fluis terstem in zijn oor: „Houd je mond, man. Ze schieten je nog een keer, als je kermt. Houd je dood. Dat doe ik ook. Ik mankeer niets!"... Het is de stem van Gert, die, zoals later bleek alleen maar door zijn jas geschoten was. Een bijzonder koelbloe dige vent, die Gert. Altijd zijn positieven bij elkaar. Gros weet niet wat hij hoort, maar reageert onmidellijk. Hij kreunt nog wat na en zwijgt dan. Inmiddels wordt ook Tijmen Ploeg tegen de grond geschoten. Een kogel door zijn rechterdij. Hij bloedt erg. De knallers gaan zich nu concentre ren op de ontvluchte Doornenbal. Een waar spervuur wordt de vluchteling nagezonden. De aandacht is hierdoor even van de vier neergeschoten vrienden afgeleid. Hiervan maakt Tijmen Ploeg een dankbaar gebruik. Op handen en voeten gaat hij er in de vallende duis ternis vandoor. Helaas wordt hij spoedig ontdekt. Reeds knallen de schieters er op los. Maar, zoals gezegd, het waren geen scherpschutters. Al springend weet niet. Zo maar een ingeving. Meestal volgde ze die op. Het had altijd resul taat opgeleverd, alhoewel doorgaans ne gatief. Maar nuttig. Het bespaarde een reeks teleurstellingen in de loop der maanden. Ze had alleen maar door het lange dorp gewandeld. Intussen goed haar ge camoufleerde ogen gebruikend. Het had haar alleen opgeleverd, dat ze de auto had zien staan by een garage, die wa gens met en zonder chauffeur verhuur de. Eigenlijk was dat al voldoende ge weest. Althans voor haar. Hij had na tuurlijk helemaal geen wagen. Maar zittend in de stationswachtka mer had ze hem plotseling gezien. Een ploeg arbeiders was bezig een elektrici teitskabel te leggen in een sleuf, die door anderen gegraven werd. In één der mannen, die ijverig met de spa aan het werk waren, had ze haar hoofd boekhouder herkend. In een vuil boeze roentje, van voren geheel open, waar door zijn harige, bruine borst zichtbaar was. Het duurde nog twintig minuten voor de trein ging en gedurende al die tijd had ze hem geobserveerd. En ge zien, dat hij grappen maakte met de anderen. En ze had nu meer begrepen. Vandaar de rouwrandjes. Z'n gebruinde gezicht. Hoe komt u zo bruin, als u altijd binnen zit? Pas van vakantie te- Tijmen hen te misleiden en verdwijnt in de duisternis. Ze schieten alle kanten uit, maar Tijmen kruipt in een sloot en ziet kans daar doorheen te waden, naar de andere kant. Hij komt op het land van een boer terecht en heeft maar één gedachte: „Als ik de familie Henken maar kan bereiken, aan de Dwarsweg, word ik vast wel geholpen"... En zo beweegt Tijmen zich voort, over het land, als een gejaagd dier. Zal hij zijn doel bereiken?... Vloekend richten Monyé en zijn kor nuiten zich nu weer tot het drietal, wat op de spoorlijn ligt. Hun zal verder geen kans geboden worden. Als er meer bij zijn, die nog leven, zullen zij hen het „genadeschot"' wel even geven. Alleen Jan van de Brandhof geeft ge luid. Hij is getroffen door een schot ha gel. Duidelijk ziet Gros, turend door zijn oogleden, dat zijn vriend een nekschot toegediend krijgt, waarna het akelig stil wordt... Nu zijn hij en Gert aan de beurt. Ze worden ongenadig door elkaar geram meld en krijgen een paar fikse trappen. Ze geven echter geen kik! „Ze zijn goed dood, laat ze maar lig gen", horen ze „Jopie" zeggen. Nu gaan de heren achter Jan Door nenbal en Tijmen Ploeg aan. Ze behoe ven zich nu immers niet meer te bekom meren over de getroffenen op de spoor lijn, naar zij menen... „Gros, jo... leef je nog?"... begint Gert dan. „Gelukkig wel; maar ik bloed zo"... „Laten we er vandoor gaan, man. Misschien redden we het"... „Ik durf niet, Gert... Ik vrees dat ik niet lopen kan"... „Ik zal je wel"... rug, juffrouw. En een zon, dat we had den. Waar was u? Gardameer. Elke dag op het water, elke dag roeien en vissen. Kijk maar eens naar m'n han den Hij had ze uitgespreid, zodat ze het eelt kon zien. Onzin. Op het Garda meer roei je niet. Je laat je varen. En ze gebruiken daar alleen maar zo'n wrikstok aan de achtersteven. En vis sen Had ze er ooit iemand zien vis sen Ze wist het echt niet meer. Allemaal kleinigheidjes. Ze raakte ge woon doorgewinterd. Waarom dat snoe ven en met een dure auto aankomen? Als hij nu eerlijk gezegd had: Juf, ik ben gewoon grondwerker. Kijk maar naar m'n handen. Kijk maar naar m'n verbrande kop. Maar ik verdien goed. Na' '.ijk, wie verdier. tegenwoor dig niet behoorlijk geld? Ze mocht hem wel. Omdat er iets in zijn gezicht was. dat trok. Om zijn vrolijkheid, die bij haar aanstekelijk werkte; z'n... z'n vlotheid. Maar toch een sufferd. Om te nken, da* ze alles als zoete koek zou opbikken. De vrouw ^chro' verpein- iingen op, toen de ober de litsmijter o; haar neerzette kom! er van, dame." „Dank u wel." Het zag er goed -pieei iet tomaat, stuitje» -• e eeo oaai zil- Plotseling, een hevig geschiet. Hoor, het komt dichterbij. De jongens drukken zich plat tegen de grond. Er klinken voetstappen... Monyé en zjjn mannen zijn er weer. Gros en Gert merken wel aan hun ge tier, dat ze noch Jan Doornenbal, noch Tijmen Ploeg gevonden hebben. Opnieuw worden Gros en Gert door elkaar geschud en ontvangen weer een paar trappen. Ook nu geven ze echter geen sjoege. „Goed dood!" mompelt er één. Hierna neemt Monyé zijn consorten mee naar de auto. Zullen zij:: verdwijnen? De jongens hopen het zo... Opeens, weer dat felle schietgeluid! Een grote angst overvalt de jongens, want ze merken dat op hen gericht wordt. Gros hoort de kogels om zich heen fluiten. Eén raakt zelfs zijn haren. Zijn riem wordt van zijn overall afge- Zo ging de heer Jan Doörnenbal er in het donker vandoor. schoten. Zijn klompen barsten van zijn voeten. Een felle dreun tegen zijn rech terheup verraadt dat er weer een kogel zijn lichaam binnendringt. Toch rea geert hij niet. Ook Gert zwijgt in alle talen. Gros weet niet of hij nog leeft. Eindelijk houdt het schieten op. Een portier klapt dicht. Een auto wordt ge start. Monyé rijdt weg met zijn mannen. Ze gaan de weg op, die doodloopt by Van Roekei. „Weer getroffen?" informeert Gert. „In m'n dijbeen", antwoordt Gros, die blij is dat Gert dus nog leeft. Het blijkt zelfs dat Gert ook nu weer geen schram metje opgelopen heeft. „Probeer of je staan kunt", beveelt Gert kordaat. „We moeten hier weg, anders bloed je dood". „Als ik maar kon", protesteert Gros. veruitjes. Onwillekeurig keek ze naar de man voor zich, die met het glas bier in zijn hand naar haar keek. „Eet u sma' jl- wenste hy, glim lachend. Ze boog even. „Dank u." Rustig begon ze te eten. Haar koffie werd gebracht en gelijk dekte de ober voor haar tafelge t. Het was nu toch een verloren dag. Nu ze begon, voelde ze, dat ze trek had. Het smaakte uit stekend. Toen de ober de soep had gebracht, zei ze op haar beurt: „Smakelijk eten.' De man boog. „Dank u." Ze was het eerste klaar, wilde een sigaret roken, maar bedacht zich. Niet erg beleefd, als nog iemand aan je tafel zit te eten. Ze ging achterover zitten en ;eek opnieuw door de zaal. Gelijk zag ze het pakje sigaretten, dat hij voor haar hield. „Steekt u gerust op. Tk heb er geen last van." „Ik kan anders best .;n wachten. De man lachte even. „Ik zie, dat u snakt naar een r kertje. Laat u niet weerhouden." Hij knipte zijn aansteker aan. Terwjj] ze vuur in haar sigaret zoog, zag ze. dat het een merkaanste- ker was. En dat zijn hand goed ver zorg was. Een vertegenwoordiger, was haar definitie. Zal buiten wel een wa gen hebben. „Ik help je wel. Kom op, voor het te laat is!"... Steunend komt Gros overeind. Geluk kig, het gaat! Ze werpen nog even een laatste blik op hun broer en vriend, Jan, als een afscheid voor immer Dan gaan ze. Gert ondersteunt Gros. Ze zijn nog maar nauwelijks aan de overkant, bij de sloot, of daar nadert de auto weer. Felle schrik voor het tweetal. Wat nu..? Ze laten zich onverwijld in de sloot glyden. Vreselijk is de woede van Monyé ala hij bemerkt dat ze door de twee Over- bergers misleid zijn. Ze brullen hun nijd en teleurstelling uit, als ze zien dat de twee „doden" er vandoor zyn. Als ra- zenden beginnen zij te schieten. Ze zet ten de achtervolging in op Gros en Gert, die bibberend in het koude water zitten. Was het klaarlichte dag geweest, dan zouden ze misschien gemerkt hebben, dat het water van de sloot rood kleurde. Wonderlijk genoeg wordt het tweetal niet gesnapt. Monyé rijdt weer weg. Overal klinken schoten. Heel Overberg is in onrust. De jongens klimmen weer aan wal. En dan begint de onvergetelijke tocht door de tabaksvelden van Henk van Ginkel. Tenslotte komen ze voor een gazen heg. „Kom jo, erover!"... beveelt Gert. „Dat gaat niet, Gert. Ik kan niet klimmen!"... „Het moet! Er is geen keus. Wacht, ik zal je een paar zetjes geven"... Maar hoe de jongens ook tobben, het lukt niet. Het schieten komt weer dichter in hun buurt. Iets verderweg staat een hek. Als ze daar kunnen komen, is er kans op redding. Dat hek is veel lager dan de heg. Daar komen ze. gemakkelijk overheen. Maar... dan moeten ze zich even bloot geven. Dan zijn ze van de weg af te zien. En aan het geschiet merken ze wel, dat Monyé nog steeds bezig is. Ze moeten wat aan. Het bloedverlies van Gros brengt hen in een noodsituatie. De jongens wagen het erop en zonder ontdekt te worden klimmen ze over het hek. Een grote opluchting!... Zonder het van elkaar te weten, do mineert ook bij deze vrienden de ge dachte, evenals bij Tymen: „Als we de familie Henken, aan de Dwarsweg, maar bereiken, dan is er hoop. Die hel pen vast wel"... Zullen de jongens het halen?... Volgende week: Een wonderlijke afloop. Reconstructie-foto voor de Fotografi sche Dienst van de Rijkspolitie te Am sterdam. Terwijl zij rookte en hij verder at, bekeek ze hem. Niet onknap. Aan z'n handen draagt hij geen trouwring. Al leen 'n zegelring. Niet getrouwd waar schijnlijk. Evenmin verloofd. Toch ook niet zo jong meer. Dertig, misschien iets ouder. Ze draaide haar hoofd om. Een ver velende gewoonte om in iedere man een kandidaat te zien. Werd iedere vrouw op deze 'leeftijd zo? Toch werd haar blik weer naar hem getrokken. Hij at keurig en rustig. Zonder verder aan dacht aan haar te schenken. Geen flirt, want anders had hij wel geprobeerd een praatje met haar te maken. Hij zou wel getrouwd zijn. Heel wat mannen droe gen tegenwoordig geen ring meer. Hoe :ou hij voor een vrouw zijn? In ieder geval attent, want hij had meteen door gehad, dat ze graag na het eten rook te. Al had ze niets laten merken. En al had hij zich verder helemaal hiet met haar bemoeid. Twee uur wees de klok. Ik ga afre ienen en dan naar huis met de bus van tien voor half drie. Ze merken met een, dat het weer niets geworden is, maat dat zal me een zorg zijn. Ik doe toch zeker mijn best? Kan ik het hel pen? .•Lu-tkL.. (wordt vervolgd) Willie Verpalen wordt het leven zuur gemaakt door haar schoonzuster, omdat ze na het huwelijk van haar broer op de ouderlijke boerderij blijft wonen. Willie plaatst huwelijksadvertenties, evenwel zonder resultaat. Maar als ze op een kandidaat zit te wachten - die evenwel niet komt opdagen - komt er een man aan haar tafeltje zitten in het overvolle restaurant. Ze maken kennis, ontmoet hem vaker en gaan van elkaar houden. De trouwdatum is al vastgesteld als Willie een anonieme brief krijgt, waarin haar aangeraden wordt eerst uit te vissen, wat haar aan staande man negen jaar geleden heeft uitgehaald. dóemt eensklaps op. Ze weet duidelijk: liefde verdraagt geen trots. En je moet altijd wat prijsgeven als je gaat trouwen. Is het verleden van Jaap Wieland het waard om het uit te maken? Het hart bepaalt de waar de, maar toch Hoe zal Willie Verpalen beslissen? Zal ze dat ver leden bedekken met de mantel der liefde? Of gaan ze voortaan ieder hun eigen weg? In ons nieuwe feuilleton komen op al deze vragen antwoorden. De schrijfster, die zelf woont in de streek, waar deze roman over gaat, speelt de sentimenten goed tegen elkaar uit en zorgt voor een be vredigende oplossing van alle problemen. Redaktie.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1965 | | pagina 6