een bom
barst in
Overberg
HET
BOZE BELETSEL
Bondsvoorzitter Th. de Jong gaf
uiteenzetting over de voorstellen
betreffende de nieuwe C.A.O.
Nieuwsblad „DE VALLEI"
vrijdag 10 december 1965
6
ons ware verhaal
door Rik Valkenburg
II. IN 'T DODELIJKST TIJDSGEWRICHT
De vijf jongens lopen nog steeds met de handen op eikaars schouder
langs de spoorrails. Nog enkele meters en dan zijn ze bij de bom-
trechter. Zal dat hun graf worden? De vrienden krijgen het bevel op
de kant van de bomtrechter te gaan zitten, met de benen in het gat.
Wat ging er veel in hen om, toen ze daar zo zaten. Burgemeester Mon-
yé voert op luide toon een gesprek met één van zijn kameraden. Het
gaat erover of ze er een paar zullen neerschieten, of alle vijf. Het
antwoord is voor hen duidelijk hoorbaar. Alle vijf zullen ze neerge
schoten worden. Als slachtvee! De jongelui worden zo mogelijk nog
een tint bleker. Is er dan nergens uitkomst of redding?
Damnieuws
TAFELTENNIS
RTTV aan de kop door twee
nederlag van STV-Climax
De christen en de politiek
ONS NIEUWE FEUILLETON
HET BOZE BELETSEL
FEUILLETON DOOR LEIDA GRAAFLAND
Op dc jaarvergadering van de Algemene Bedrijfsbond voor Textiel en
Kleding „De Eendracht" te Veenendaal is door de voorzitter van deze
bond in Nederland, de heer Th. de Jong een interessante uiteenzetting
gedaan over de voorstellen die 25 november j.l. zijn ingediend bij de
werkgeversorganisaties. Deze voorstellen houden een geheel nieuwe
C.A.O. in die voor drie jaar zal worden afgesloten. De genoemde voor'
stellen komen in de praktijk op het volgende neer:
HOGERE LONEN EN
MEERDERJARIGE C.A.O.
In beide bedrijfstakken is het nodig
dat het loonpeil wordt verhoogd in ver
band met de achterstand die de afge
lopen jaren is ontstaan in vergelijking
tot ande bedrijfstakken.
Voor de textiel houdt deze verhoging
in dat de uurlonen met 20 cent omhoog-
zullen gaan en in de kleding daarente
gen slechts met 10 cent. Voorts is door
de organisaties voorgesteld te komen
tot een meerderjarige C.A.O. dat zeer
gunstige aspecten biedt voor de werk
gevers. Hierbij wordt gedacht aan de
planning van de produktie en de kost
prijsberekeningen die dan al voor enkele
jaren gemaakt kunnen worden. De or-
VDC II heeft het in Ba am tegen de
reserves van de hoofdklasser OKK niet
verder kunnen brengen dan een ver
deling der punten. Hadden De Gooijer
en Verhoef in een goedgeefse „Sinter
klaasbui" hun partijen, die ze reeds in
hun zak hadden, niet geheel en gedeel
telijk cadeau gedaan dan had de uit
slag beter dan nu de krachtsverhouding
weergegeven. De volledige uitslag luidt:
OKK II VDC H
C. T. de Bruin - D. Bouman 0-2
A. Stroo - B. Valkenburg2-0
C. Kommandeur - A. v. Dijk 0-2
D. Hut - J. H. de Roder 0-2
T. Willemsen - A. Kalter2-0
J. Bremer - W. de Kleuver0-2
E. v. d. Kaa - D. van Leeuwen 1-1
F. Dijs - H. v. d. Bovenkamp 2-0
N. Limper - W. de Gooijer 2-0
G. A. v. d. Laan H. Verhoef 1-1
Uitslag 10-10
Nu de UPDB-competitie haar einde
nadert, begint de onderlinge clubcom
petitie weer te draaien. Voor de dam
liefhebbers, die er in Veenendaal zeker
nog zijn, is het nu de mooiste tijd om
voor 't eerst of opnieuw kennis te ma
ken met de damclub in 't Trefpunt. Ze
zijn daar steeds van harte welkom!
Hier volgen de eerste uitslagen voor
„de onderlinge":
E. Schaap - A. de Kleuver2-0
D. v. Leeuwen - A. Keijman 0-2
J. H. de Roder - H. v. d. Brandhof 0-2
B. Valkenburg - D. Bouman 1-1
DAMNIEUWS
Maandag j.l. wist VDC I haar vierde
wedstrijd met 13-7 te winnen. Evenals
tegen Amerongen kwam de grote
winst aan de onderste vijf borden.
Voor de eerste maal sneuvelde de club
kampioen v. d. Brandhof tegen Van
Snippenberg, die, wat damcapaciteiten
betreft, in zijn club Vriendenkring uit
Utrecht vrij sterk domineert.
De gedetailleerde uitslag luidt:
VDC I VRIENDENKRING I
v. d. Brandhof v. Snippenberg 02
J. v. d. Vliest R. v. 't Land 20
J. Vermeer G. Buizert 11
E. de Kleuver A. Wierts 02
H. v. Beek B. Miché 11
A. Keijman G. J. Derksen20
W. v. d. Hor A. v. 't Land20
E. Schaap W. Verhoef20
H. v. Nieuwamerongen Kraal 11
B. Valkenburg E. Bulthuis 20
Uitslag 137
Maandag a.s. speelt VDC I h^ar laat
ste wedstrijd in Zeist tegen OG II, dat
beslist moet winnen om zich kampioen
te kunnen noemen. De Veenendalers,
die goed in vorm zijn, maar geen enkel
belang meer hebben, zullen ongetwij
feld hun sportieve plichten niet ver
zaken.
Ze zag de man binnenkomen. Voorin
de zaal bleef hij staan, verstoord kij
kend. Als bij intuïtie voelde de vrouw
aan het tafeltje in de nis, dat hij het
niet kon zijn. In gedachten spelde ze
de brief: „Ik ben vrij lang, sommigen
zullen van mij zeggen, dat ik een tik
keltje gezet ben, hoogblond haar
Deze man was normaal van postuur en
lengte en zeker geen veertig jaar, zoals
de briefschrijver.
Langer wachten had feitelijk geen zin
meer. Die liet rustig verstek gaan. Om
welke reden dan ook. Misschien had hij
haar ongemerkt geobserveerd. Of hij
had haar hier naar binnen zien gaan.
En stond ze hem niet aan. Wie kon het
weten? In ieder geval had ze voor de
zoveelste keer voor niets zitten wach
ten. Met haar boek voor zich op de
tafel als herkenningsteken.
De vrouw bemerkte, d«.t een haastig
toegeschoten ober met de man stond
te praten. Hij kerk naar haar tafeltje,
waaraan zij alleen zat en de man' deed
het eveneer waarbij hun blikken el
kaar een paar sekonden kruisten. Dat
mankeerde er nog net aan. De ober zou
hem wel deze kant uit loodsen, zodat
hij tegenover haar kwam te zitten. En
stel je nu voor, dat hij toch nog komt.
Hij kan vertraging gehad hebben. Op
maandag is het misschien drukker op
de wegen. Alles kan tenslotte.
Met de ober kwam de man naderbij.
Ze hoorde zyn stem: „Hebt u er be
zwaar tegen, dame als deze heer hier
gaat zitten?"
Hoe kon je daar bezwaar tegen heb
ben? Ze schudde haar hoofd. „Niet in
het minst," antwoordde ze met vlakke
stem. Malle vraag overigens. Je kon
moeilijk in je eentje een tafel reserve
ren. Al zat je feitelijk op iemand te
wachten, die nu wel niet meer zou ko-
jnen. Een zotte toestand.
Dp nieuwe gast boog even voor haar,
ganisaties zyn bereid deze meerderjari
ge C.A.O. af te sluiten mits er voldoen
de waarborgen kunnen worden gegeven
dat de lonen en de overige arbeidsvoor
waarden verbeterd worden.
De heer De Jong ging tevens in op
de voorstellen die zijn ingediend ten
aanzien van de vrije lonen. In de voor
stellen staat hierover dat bij de zoge
naamde gemengde functies het loon
voor de vrouwelyke werknemers per 1
januari 1965 gebracht dient te wor
den op 100 procent van het betreffende
mannenloon.
WERKTIJDVERKORTING
In de textielindustrie zal uiterlijk 1
juli 1968 de werktijd voor de dagploeg
moeten worden teruggebracht tot 43%
uur met gelijktijdige aanpassing van de
loon tabellen voor alle werknemers. Voor
Het is STV-Climax niet gelukt z'n on
geslagen positie aan de kop van de le
klas te handhaven. Tweemaal achtereen
moest er met een nederlaag genoegen
worden genomen en STV-Climax zakte
nu zelfs af naar de derde plaats, daar
het zowel door RTTV als door Ritac
voorb\j werd gestreefd.
RitacSTV-Climax 1 7—3
Zowel van Wely als v. d. Weerd wa
ren deze avond in ongenaakbare vorm.
Beide spelers bleven ongeslagen in drie
enkelspelen en wonnen samen ook het
dubbelspel. De STV-Climax-spelers wis
ten alleen enkel van G. van de Weert
te winnen.
Treffers—STV-Climax 1
Ook in Arnhem konden de Veenenda
lers niet tot winst komen. Het werd nu
64 in het voordeel van Treffers waar
bij vooral T. Spaan uitstekend op dreef
was. Hij bleef ongeslagen en vooral de
wedstrijd tegen Vos was van hoog ge
halte. Asselman en H. Spaan wisten
beiden v. Eist te verslaan, terwijl het
winnende punt voor Treffers in 't dub
belspel werd behaald.
STV-Climax 2—Ritac 3—7
Het tweede team van STV-Climax be
haalde hetzelfde resultaat tegen Ritac
als het eerste. Ook hier wisten alle drie
de spelers van G. v. d. Weert te winnen
maar konden tegen T. v. d. Weert en
van Wely niet op.
Door deze resultaten is de stand aan
terwtfl ze neutraal knikte. „Heel vrien
delijk van u," zei hij op effen toon.
„Het is ook erg vol vanmiddag," ant
woordde ze.
De man was gaan zitten en wees met
zijn duim over de schouder. „De helft
van het restaurant is maar beschik
baar, omdat achter de tussendeuren 'n
diner is," verduidelijkte hij.
Ze had het niet gemerkt, hoewel ze
hier al enkele malen geweest was. Om
briefschrijvers te leren kennen. Tot nog
toe alles voor niets.
De man ging het menu bestuderen,
terwijl de ober discreet op enkele pas
sen afstand stond te wachten. Ze kon
net zo goed hier wat weten; ze was er
nu toch. Anders moest je ergens anders
naar binnen, want voor de bus naar
huis ging, duurde nog een uur.
Ze stak haar hand op. „Ik wou wel
een uitsmijter, ober. En koffie."
„Ham of rosbief, dame"
O, eh ham."
„Eén uitsmijter ham en koffie."
„Wacht even, ober de man had in
tussen zyn keuze gemaakt geef mij
maar menu nummer vier. Kan ik voor
spinazie wat anders krijgen?"
„Doperwtjes met wortelen? Spercie-
boontjes?"
De man knikte. „Doe maar dorperw
tjes. En breng me een glas bier."
„Nummer vier met doperwtjes en een
bier. Pils"
„Ja."
De vrouw keek in de zaal, die nu on
geveer geheel bezet was. Eigenaardig,
vanmorgen, vóór ze van huis was ge
gaan, had ze er al een voorgevoel van
gehad, dat het niets zou worden. Waar
om had ze hem er eigenlijk tussen uit
gekozen? Om z'n wagen? Och nee, niet
bepaald. Ze kende langzamerhand al de
methodes van de kandidaten. Niemand
schreef: ik ben lelijk, krom, snurk 's
nachts en bezit maar een beetje geld.
Zo iemand zei dan in z'n brief: ik heb
de ploegendienst wordt als compensatie
voor het bovenstaande voorstel 3 extra
dagen vakantie gevraagd. Ook wordt
ondermeer voorgesteld een vakantietoe
slag van 4 en 2 procent. Dit zijn enkele
van de belangrijkste voorstellen die
reeds bij de werkgeversorganisatie zijn
ingediend. Op 21 d^- mber a.s. zullen
de eerste onderhandelingen tussen
werkgevers en werknemers over de
voorstellen beginnen.
AANVULLING BESTUUR
Op deze jaarvergadering van de afde
ling Veenendaal werd het bestuur uit
gebreid met 3 personen. Het zijn de he
ren J. Stuivenberg, A. Valkenburg en
J. van Veldhuizen.
Allen die aanwezig waren op deze
vergadering kunnen terugzien op een
interessante behandeling van de voor
stellen die voor de textiel en confectie-
industrie zo belangrijk zijn.
De Bijbelkring van de chr. ger. kerk te
Veenendaal komt maandag 13 december
in de Pniël kerk in vergadering bijeen.
Ds. Keuning zal op deze avond spreken
over de christen en de politiek. Naar aan
leiding van dit onderwerp zullen diver
se belangrijke onderwerpen aan de or
de komen b.v. Heeft christelijke politiek
nog wel zin? Verschuift de A.R. naar
links? Mag een christen lid zijn van de
P.v.d.A. en is sport op zondag toegestaan.
Ds. Keuning, die goed op de hoogte is
van de politieke verhoudingen in ons
land, zal op deze avond die om 8 uur
begint trachten een goed advies te geven.
Een ieder is van harte welkom.
de top van de ranglijst nu als volgt:
1. RTTV 1 9—16 pnt.
2. STV-Climax 1 9—14 pnt.
3. Ritac 813 pnt.
4. Treffers 811 pnt.
De teams van RTTV en STV-Climax
hebben een wedstrijd meer gespeeld
doordat de beide ontmoetingen tussen
het le en 2e team al in het begin der
competitie zijn gespeeld.
C.P.J. HOUDT
ONTSPANNINGSFEESTAVOND
Zaterdag 11 december houdt de Chris
telijke Plattelandsjongerenbond een ont
spanningsfeestavond in gebouw Eltheto.
Het programma vermeldt het toneelstuk
in drie bedrijven „Eenzame strijders" van
Koos Beswino, wat onder regie staat van
G. Groeneveld en S. v. Ede en het op
treden van een muziek-gezelschap. I<n de
pauze wordt een verloting gehouden.
VERWERKING HUURBIJSLAGEN
In de textiel confectie dient de
C.A.O. te voorzien in de mogelijkheid
om per onderneming hogere lonen te
betalen tot 'n maximum van 5 procent.
De huurbij slagen werden door de
bondsvoorzitter zeer uitgebreid behan
deld. In het kort samengevat werd het
volgende voorgesteld. De bestaande
huurcompensaties dienen gedurende de
duur van het veronderstelde contract in
de basisuurloontabellen te worden ver
werkt.
een gewoon uiterlijk, een ietsje hoge
rug, maar je ziet het nauwelijks, en ben
niet onbemiddeld. Tien tegen één weten
ze zelf niet, dat ze snurken in hun
slaap.
Ze ging verzitten en trok automa
tisch haar rok over de knieën. Het viel
altijd tegen. Neem die keurige meneer
van verleden jaar met z'n prachtige
handschrift. Een vlotte, jongens! Om zo
in z'n armen te vallen en er voor altijd
in te blijven. Ze had geleerd scherp op
te letten. Kleinigheidjes verraden ie
mands fouten, feilen of bedrog. Het wa
ren de rouwrandjes geweest aan z'n na
gels. Op zichzelf al een teken van slor
digheid, gemakzucht. En niet bepaald
zindelijkheid. Meneer zei, dat-ie hoofd
boekhouder was. Niet gewoon boekhou
der, maar hoofd. De bollebof op het
kantoor. De bazen kwamen onderdanig
bij hem: wat denkt u, meneer Wiets,
zou het er af kunnen? Nee, heren dat
laten de financiën niet tob. Nou, jam
mer, dan wachten we nog een half jaar.
Een opschepper. En een idiote naam.
Een hoofdboekhouder heeft geen vuil
onder zijn nagels. En draagt geen por-
temonnaie bij zich, waarvan de ritslui-
ting stuk is. Overigens, ze had in de
gauwigheid gezien, dat er maar enkele
guldens in zaten. Alleen de wagen, die
hij bij zich had, zag er goed uit.
Ze hadden nog een afspraak ge
maakt. Hij zat vol grappen, kletste aan
é_én stuk door. En z'n kleren waren van
goede kwaliteit. En hij was knap. On
tegenzeggelijk de knapste, die ze ooit
had ontmoet.
Vandaar, de tweede afspraak. Op
nieuw op neutraal terrein. Niet al te
hard van stapel lopen, was zijn stel
regel. Forceren doet vaak kwaad. Ook
een redenering, waarvoor wat te zeg
gen was.
Maar ze had al enkele minder pret
tige ervaringen achter de rug. Haar
wantrouwen had hij niet weggebabbeld.
De rouwrandjes en de versleten porte-
monnaie met de kapotte rits hadden
haar stekels omhoog doen gaan. Bij het
wegrijden had ze het nummer van zijn
wagen in haai geheugen opgenomen.
Drie dagen later was ze naar zijn
woonplaats gereisd. Heel anders ge
kleed, met een zonnebril op. Waarom
ze dat plan had opgevat, wist ze zelf
„Jopie" smoest nog een poosje door
met zijn consorten en sommeert dan on
verwachts, dat de jongens weer overeind
moeten komen. Ginds, bij de spoorweg
overgang, daar zal het gebeuren. Hun
dode lichamen zullen daarna tot een
afschrik voor ieder blijven liggen. Dagen
lang! Koelbloedig wordt de conversatie
gevoerd in het bijzijn van de slachtof
fers. De spoorwegbeambte is reeds weg.
Na enige tijd lopen de jongens dus
weer op dezelfde wijze als daarnet,
langs de spoorlijn, maar nu in tegenge
stelde richting. Welk een zware gang
voor de jongens, die nog zo aan het be
gin van hun leven staan...
„Halt!"' wordt er geschreeuwd.
Ze zijn nu de overgang op een paar
meter genaderd. Met hun rug naar Vee
nendaal toe en hun ogen gericht op hun
eigen woongebied. Ze staan links van de
rails. Achter elkaar opgesteld. In deze
situatie is maar één pré, maar daar
hebben ze nog geen weet van. Dit is
namelijk het feit dat het viertal schut
ters bijzonder onhandig is in het ge
bruik van vuurwapenen.
Er wordt bedisseld dat Monyé, Bos en
een Duitser, de vijf jongens onder be
dreiging van hun wapens, in bedwang
zullen houden, terwijl de andere Duitser
op één meter afstand, de dodelijke scho
ten zal lossen... Op bijgaande foto's is
de oorspronkelijke situatie duidelijk na
te gaan. Op dezelfde plaats als toen
staat hier Tymen Ploeg naast de rails,
achter de boswachter, die zijn medewer
king verleende voor deze constructie
foto van de Rijkspolitie.
...Voorop staat Gert van de Brandhof.
Dan volgt Gros en daarachter de andere
drie. Monyé geeft het eerste vuurbevel.
Het schot brandt los, met een luide knal.
Als een blok slaat Gert na het slaken
van een felle kreet, tegen de grond en
blijft bewegingloos liggen. Gros ziet het
en huivert...
Op een meter afstand wordt nu de
loop van het geweer op hem gericht.
Ontzettend tijdsgewricht!
Gros wendt zijn blik af...
Maar terwijl gebeurt er iets...
In uiterste doodsangst gaat plotseling
één der vrienden, Jan Doornenbal, er
tussenuit. Met enkele forse sprongen is
hij bij het spoorhek, waar hij zich ra
zendsnel overheen laat vallen.
Schoten daveren door de stilte van
de avond!...
In hun verbouwereerdheid schieten de
soldaten, domweg de verkeerde kant uit.
Er ontstaat grote verwarring. Doornen
bal is nergens meer te bekennen. Er
dreigen nog meer jongens er vandoor te
gaan. Monyé onderkent de toestand en
brult, op de drie jongens wijzend, die
nog overeind staan: „Schieten! Snel!"...
De Duitser begint gelijk te schieten.
Eerst wordt Gros getroffen. Hij voelt
een verschrikkelijke dreun, onder tegen
zijn rug en valt schreeuwend naast zijn
vriend Gert neer. Hij roept om zijn moe
der. Met zijn hoofd ligt hij tegen dat
van Gert aan.
Weer klinkt een schot. Is het van Bos,
de landwachter? Het is tenminste de
knal van een jachtgeweer! Zwaarge
wond valt nu ook Gert's broer, Jan, in
het grint. Hij huilt van pijn.
Ook Gros blijft roepen.
Maar dan gebeurt er iets, wat zijn
leven kan redden. Plotseling klink tus
sen het rumoer door een duidelijke fluis
terstem in zijn oor: „Houd je mond,
man. Ze schieten je nog een keer, als je
kermt. Houd je dood. Dat doe ik ook.
Ik mankeer niets!"...
Het is de stem van Gert, die, zoals
later bleek alleen maar door zijn jas
geschoten was. Een bijzonder koelbloe
dige vent, die Gert. Altijd zijn positieven
bij elkaar.
Gros weet niet wat hij hoort, maar
reageert onmidellijk. Hij kreunt nog wat
na en zwijgt dan. Inmiddels wordt ook
Tijmen Ploeg tegen de grond geschoten.
Een kogel door zijn rechterdij. Hij bloedt
erg.
De knallers gaan zich nu concentre
ren op de ontvluchte Doornenbal. Een
waar spervuur wordt de vluchteling
nagezonden. De aandacht is hierdoor
even van de vier neergeschoten vrienden
afgeleid. Hiervan maakt Tijmen Ploeg
een dankbaar gebruik. Op handen en
voeten gaat hij er in de vallende duis
ternis vandoor. Helaas wordt hij spoedig
ontdekt. Reeds knallen de schieters er
op los. Maar, zoals gezegd, het waren
geen scherpschutters. Al springend weet
niet. Zo maar een ingeving. Meestal
volgde ze die op. Het had altijd resul
taat opgeleverd, alhoewel doorgaans ne
gatief. Maar nuttig. Het bespaarde een
reeks teleurstellingen in de loop der
maanden.
Ze had alleen maar door het lange
dorp gewandeld. Intussen goed haar ge
camoufleerde ogen gebruikend. Het had
haar alleen opgeleverd, dat ze de auto
had zien staan by een garage, die wa
gens met en zonder chauffeur verhuur
de. Eigenlijk was dat al voldoende ge
weest. Althans voor haar. Hij had na
tuurlijk helemaal geen wagen.
Maar zittend in de stationswachtka
mer had ze hem plotseling gezien. Een
ploeg arbeiders was bezig een elektrici
teitskabel te leggen in een sleuf, die
door anderen gegraven werd. In één
der mannen, die ijverig met de spa aan
het werk waren, had ze haar hoofd
boekhouder herkend. In een vuil boeze
roentje, van voren geheel open, waar
door zijn harige, bruine borst zichtbaar
was. Het duurde nog twintig minuten
voor de trein ging en gedurende al die
tijd had ze hem geobserveerd. En ge
zien, dat hij grappen maakte met de
anderen. En ze had nu meer begrepen.
Vandaar de rouwrandjes. Z'n gebruinde
gezicht. Hoe komt u zo bruin, als u
altijd binnen zit? Pas van vakantie te-
Tijmen hen te misleiden en verdwijnt in
de duisternis. Ze schieten alle kanten
uit, maar Tijmen kruipt in een sloot en
ziet kans daar doorheen te waden, naar
de andere kant. Hij komt op het land
van een boer terecht en heeft maar één
gedachte: „Als ik de familie Henken
maar kan bereiken, aan de Dwarsweg,
word ik vast wel geholpen"...
En zo beweegt Tijmen zich voort, over
het land, als een gejaagd dier. Zal hij
zijn doel bereiken?...
Vloekend richten Monyé en zijn kor
nuiten zich nu weer tot het drietal, wat
op de spoorlijn ligt. Hun zal verder
geen kans geboden worden. Als er meer
bij zijn, die nog leven, zullen zij hen het
„genadeschot"' wel even geven.
Alleen Jan van de Brandhof geeft ge
luid. Hij is getroffen door een schot ha
gel. Duidelijk ziet Gros, turend door zijn
oogleden, dat zijn vriend een nekschot
toegediend krijgt, waarna het akelig
stil wordt...
Nu zijn hij en Gert aan de beurt. Ze
worden ongenadig door elkaar geram
meld en krijgen een paar fikse trappen.
Ze geven echter geen kik!
„Ze zijn goed dood, laat ze maar lig
gen", horen ze „Jopie" zeggen.
Nu gaan de heren achter Jan Door
nenbal en Tijmen Ploeg aan. Ze behoe
ven zich nu immers niet meer te bekom
meren over de getroffenen op de spoor
lijn, naar zij menen...
„Gros, jo... leef je nog?"... begint
Gert dan.
„Gelukkig wel; maar ik bloed zo"...
„Laten we er vandoor gaan, man.
Misschien redden we het"...
„Ik durf niet, Gert... Ik vrees dat ik
niet lopen kan"...
„Ik zal je wel"...
rug, juffrouw. En een zon, dat we had
den. Waar was u? Gardameer. Elke
dag op het water, elke dag roeien en
vissen. Kijk maar eens naar m'n han
den Hij had ze uitgespreid, zodat ze
het eelt kon zien. Onzin. Op het Garda
meer roei je niet. Je laat je varen. En
ze gebruiken daar alleen maar zo'n
wrikstok aan de achtersteven. En vis
sen Had ze er ooit iemand zien vis
sen Ze wist het echt niet meer.
Allemaal kleinigheidjes. Ze raakte ge
woon doorgewinterd. Waarom dat snoe
ven en met een dure auto aankomen?
Als hij nu eerlijk gezegd had: Juf, ik
ben gewoon grondwerker. Kijk maar
naar m'n handen. Kijk maar naar m'n
verbrande kop. Maar ik verdien goed.
Na' '.ijk, wie verdier. tegenwoor
dig niet behoorlijk geld? Ze mocht hem
wel. Omdat er iets in zijn gezicht was.
dat trok. Om zijn vrolijkheid, die bij
haar aanstekelijk werkte; z'n... z'n
vlotheid. Maar toch een sufferd. Om te
nken, da* ze alles als zoete koek zou
opbikken.
De vrouw ^chro' verpein-
iingen op, toen de ober de litsmijter
o; haar neerzette kom! er
van, dame."
„Dank u wel."
Het zag er goed -pieei iet
tomaat, stuitje» -• e eeo oaai zil-
Plotseling, een hevig geschiet. Hoor,
het komt dichterbij. De jongens drukken
zich plat tegen de grond. Er klinken
voetstappen...
Monyé en zjjn mannen zijn er weer.
Gros en Gert merken wel aan hun ge
tier, dat ze noch Jan Doornenbal, noch
Tijmen Ploeg gevonden hebben.
Opnieuw worden Gros en Gert door
elkaar geschud en ontvangen weer een
paar trappen. Ook nu geven ze echter
geen sjoege.
„Goed dood!" mompelt er één.
Hierna neemt Monyé zijn consorten
mee naar de auto.
Zullen zij:: verdwijnen? De jongens
hopen het zo...
Opeens, weer dat felle schietgeluid!
Een grote angst overvalt de jongens,
want ze merken dat op hen gericht
wordt. Gros hoort de kogels om zich
heen fluiten. Eén raakt zelfs zijn haren.
Zijn riem wordt van zijn overall afge-
Zo ging de
heer Jan
Doörnenbal
er in het
donker
vandoor.
schoten. Zijn klompen barsten van zijn
voeten. Een felle dreun tegen zijn rech
terheup verraadt dat er weer een kogel
zijn lichaam binnendringt. Toch rea
geert hij niet. Ook Gert zwijgt in alle
talen. Gros weet niet of hij nog leeft.
Eindelijk houdt het schieten op. Een
portier klapt dicht. Een auto wordt ge
start. Monyé rijdt weg met zijn mannen.
Ze gaan de weg op, die doodloopt by
Van Roekei.
„Weer getroffen?" informeert Gert.
„In m'n dijbeen", antwoordt Gros, die
blij is dat Gert dus nog leeft. Het blijkt
zelfs dat Gert ook nu weer geen schram
metje opgelopen heeft.
„Probeer of je staan kunt", beveelt
Gert kordaat. „We moeten hier weg,
anders bloed je dood".
„Als ik maar kon", protesteert Gros.
veruitjes. Onwillekeurig keek ze naar
de man voor zich, die met het glas bier
in zijn hand naar haar keek.
„Eet u sma' jl- wenste hy, glim
lachend.
Ze boog even. „Dank u."
Rustig begon ze te eten. Haar koffie
werd gebracht en gelijk dekte de ober
voor haar tafelge t. Het was nu toch
een verloren dag. Nu ze begon, voelde
ze, dat ze trek had. Het smaakte uit
stekend.
Toen de ober de soep had gebracht,
zei ze op haar beurt: „Smakelijk eten.'
De man boog. „Dank u."
Ze was het eerste klaar, wilde een
sigaret roken, maar bedacht zich. Niet
erg beleefd, als nog iemand aan je tafel
zit te eten. Ze ging achterover zitten
en ;eek opnieuw door de zaal. Gelijk
zag ze het pakje sigaretten, dat hij
voor haar hield. „Steekt u gerust op.
Tk heb er geen last van."
„Ik kan anders best .;n wachten.
De man lachte even. „Ik zie, dat u
snakt naar een r kertje. Laat u niet
weerhouden." Hij knipte zijn aansteker
aan. Terwjj] ze vuur in haar sigaret
zoog, zag ze. dat het een merkaanste-
ker was. En dat zijn hand goed ver
zorg was. Een vertegenwoordiger, was
haar definitie. Zal buiten wel een wa
gen hebben.
„Ik help je wel. Kom op, voor het te
laat is!"...
Steunend komt Gros overeind. Geluk
kig, het gaat! Ze werpen nog even een
laatste blik op hun broer en vriend, Jan,
als een afscheid voor immer Dan gaan
ze. Gert ondersteunt Gros. Ze zijn nog
maar nauwelijks aan de overkant, bij de
sloot, of daar nadert de auto weer. Felle
schrik voor het tweetal. Wat nu..?
Ze laten zich onverwijld in de sloot
glyden.
Vreselijk is de woede van Monyé ala
hij bemerkt dat ze door de twee Over-
bergers misleid zijn. Ze brullen hun nijd
en teleurstelling uit, als ze zien dat de
twee „doden" er vandoor zyn. Als ra-
zenden beginnen zij te schieten. Ze zet
ten de achtervolging in op Gros en Gert,
die bibberend in het koude water zitten.
Was het klaarlichte dag geweest, dan
zouden ze misschien gemerkt hebben,
dat het water van de sloot rood kleurde.
Wonderlijk genoeg wordt het tweetal
niet gesnapt. Monyé rijdt weer weg.
Overal klinken schoten. Heel Overberg
is in onrust.
De jongens klimmen weer aan wal.
En dan begint de onvergetelijke tocht
door de tabaksvelden van Henk van
Ginkel. Tenslotte komen ze voor een
gazen heg.
„Kom jo, erover!"... beveelt Gert.
„Dat gaat niet, Gert. Ik kan niet
klimmen!"...
„Het moet! Er is geen keus. Wacht, ik
zal je een paar zetjes geven"... Maar
hoe de jongens ook tobben, het lukt niet.
Het schieten komt weer dichter in
hun buurt. Iets verderweg staat een hek.
Als ze daar kunnen komen, is er kans
op redding. Dat hek is veel lager dan
de heg. Daar komen ze. gemakkelijk
overheen. Maar... dan moeten ze zich
even bloot geven. Dan zijn ze van de
weg af te zien. En aan het geschiet
merken ze wel, dat Monyé nog steeds
bezig is.
Ze moeten wat aan. Het bloedverlies
van Gros brengt hen in een noodsituatie.
De jongens wagen het erop en zonder
ontdekt te worden klimmen ze over het
hek. Een grote opluchting!...
Zonder het van elkaar te weten, do
mineert ook bij deze vrienden de ge
dachte, evenals bij Tymen: „Als we de
familie Henken, aan de Dwarsweg,
maar bereiken, dan is er hoop. Die hel
pen vast wel"...
Zullen de jongens het halen?...
Volgende week: Een wonderlijke afloop.
Reconstructie-foto voor de Fotografi
sche Dienst van de Rijkspolitie te Am
sterdam.
Terwijl zij rookte en hij verder at,
bekeek ze hem. Niet onknap. Aan z'n
handen draagt hij geen trouwring. Al
leen 'n zegelring. Niet getrouwd waar
schijnlijk. Evenmin verloofd. Toch ook
niet zo jong meer. Dertig, misschien
iets ouder.
Ze draaide haar hoofd om. Een ver
velende gewoonte om in iedere man een
kandidaat te zien. Werd iedere vrouw
op deze 'leeftijd zo? Toch werd haar
blik weer naar hem getrokken. Hij at
keurig en rustig. Zonder verder aan
dacht aan haar te schenken. Geen flirt,
want anders had hij wel geprobeerd een
praatje met haar te maken. Hij zou wel
getrouwd zijn. Heel wat mannen droe
gen tegenwoordig geen ring meer. Hoe
:ou hij voor een vrouw zijn? In ieder
geval attent, want hij had meteen door
gehad, dat ze graag na het eten rook
te. Al had ze niets laten merken. En al
had hij zich verder helemaal hiet met
haar bemoeid.
Twee uur wees de klok. Ik ga afre
ienen en dan naar huis met de bus van
tien voor half drie. Ze merken met
een, dat het weer niets geworden is,
maat dat zal me een zorg zijn. Ik doe
toch zeker mijn best? Kan ik het hel
pen?
.•Lu-tkL.. (wordt vervolgd)
Willie Verpalen wordt het leven zuur gemaakt door haar schoonzuster,
omdat ze na het huwelijk van haar broer op de ouderlijke boerderij blijft
wonen. Willie plaatst huwelijksadvertenties, evenwel zonder resultaat.
Maar als ze op een kandidaat zit te wachten - die evenwel niet komt
opdagen - komt er een man aan haar tafeltje zitten in het overvolle
restaurant. Ze maken kennis, ontmoet hem vaker en gaan van elkaar
houden. De trouwdatum is al vastgesteld als Willie een anonieme brief
krijgt, waarin haar aangeraden wordt eerst uit te vissen, wat haar aan
staande man negen jaar geleden heeft uitgehaald.
dóemt eensklaps op. Ze weet duidelijk: liefde verdraagt geen trots. En
je moet altijd wat prijsgeven als je gaat trouwen. Is het verleden van
Jaap Wieland het waard om het uit te maken? Het hart bepaalt de waar
de, maar toch Hoe zal Willie Verpalen beslissen? Zal ze dat ver
leden bedekken met de mantel der liefde? Of gaan ze voortaan ieder
hun eigen weg?
In ons nieuwe feuilleton komen op al deze vragen antwoorden. De
schrijfster, die zelf woont in de streek, waar deze roman over gaat,
speelt de sentimenten goed tegen elkaar uit en zorgt voor een be
vredigende oplossing van alle problemen.
Redaktie.