een bom barst in Overberg ?>QS Kies Wedgwood P E L CHEVROLET HET BOZE BELETSEL 00 AMERONGEN Nieuwsblad „DE VALLEI" vrijdag 17 december 1965 6 De familie Henken zit met plus minus twaalf personen aan tafel. De pap is reeds opgediend. Ze zitten gezellig bij elkaar. Er zijn ook een paar onderduikers bij. Iemand heeft het over de bomexplosie van vanmid dag. Hij is bang voor de gevolgen daarvan. Enfin, moeder Henken komt al met de strooppot en geeft elk een behoorlijke portie op de pap. Juist zullen ze beginnen te eten, als er plotseling hevig geschoten wordt. De borden blijven onaangeroerd stagn. De onderduikers rennen weg naar hun schuilplaats. Het schieten blijft aanhouden. Niemand heeft nog trek in de pap. Hagerty verlost u voorgoed van zilverpoetsen Kop en staart van Reinaert zijn veel geld waard VEENENDAAL V.A.B. KIRPESTEIN i ons ware verhaal door Rik Valkenburg III. EEN WONDERLIJKE AFLOOP. Het is bijna tien uur, als er op de deur geklopt wordt. Mevrouw Henken gaat naar de deur en doet open. Ontzet ziet zij dat er een blocderde jongeman voor haar staat, die haar smeekt Kern te help.-i. ..De Duit sers hebben me zo geschoten", voegt hij er aan toe. Het is Tijmen Ploeg. Gastvrij als moeder H. aken is, zet ze gelijk haar huis voor de getroffene open. Ook al weet zij dat haar dit duur te staan kan komen. Deze middag had ze, als gevolg van een bepaalde, innerlijke drang, hele repen schoon, wit laken klaargelegd. Nu kwam dat goed van pas. Onmiddellijk wordt begonnen met het verbinden van Tij i's wonden. Opeens slaat de hond aan. Nieuwe schrik! Vader Henken loopt naar de keu kendeur en hoort voetstappen. De schrik slaat hem om het hart. „Duitsers", flitst het door hem heen. Bevend en toch vastberaden opent hij de deur. En dan Toen Tijmen daarnet binnenkwam, ver telde hij dat al zijn vrienden waren dood geschoten. Ook Gros Hardeman en Gert van de Brandhof. En nu Daar staan ze. Gros en Gert, allebei. Vader Henken gelooft zijn eigen ogen niet. Maar hij beseft het ge vaar van dit moment. De hond blijft maar blaffen. ..Bindt die hond z"n muil dicht!" is het eerste wat Gros zegt. Er is doods angst in zijn eigen stem, want nog steeds klinkt het geknal en het auto geronk van hun belagers. Ze zullen opmerkzaam ge maakt worden door het blaffen van de hond. Het wordt een verschrikkelijke nacht. De Henken's stellen hun leven in de waag schaal om dat van de 2 jongens te red den. Gros is totaal verkleumd van de koude en men probeert van alles om hem warm te maken. Tenslotte lukt het met een strijkijzer hem de nodige warmte te verschaffen. Na zo goed en zo kwaad als dat ging. verbonden te zijn, valt hij in een onrustige sluimering. De volgende morgen al heel vroeg gaat Riek Henken er op uit, om een dokter te halen. Het lukt. Dokter Remme verklaart zich bereid om dit gevaarlijke karweitje op zich'te nemen. In de loop van de morgen komt hij bij de boerderij aan en gaat daar naar binnen. Moeder Henken met de kinderen, stuurt hij resoluut weg, de heide op en het bos in. „Als ze de gewonden hier vinden, moorden ze alles uit. daarom mogen U en de kinderen hier niet blijven" stelt de dokter vast. Zo gezegd zo gedaan. Het blijkt dat de Duitsers overal aan het zoeken zijn na^r de „Schwein hunden" die gisteravond ontvlucht zijn. Terwijl dokter Remme de gewonden aan het behandelen is, zien ze plotseling door het raam een paar Duitsers op hun erf toelopen. „Als ze ons ontdekken, is ons laatste uur geslagen meent de dokter. Hier zijn de anderen het volkomen mee eens. Er is alleen nog maar het gebed dat overblijft Later bleek dat de Duitsers elke boerderij in deze buurt afgezocht hadden. Eu zie hier lopen ze door. De boerderij wordt ge passeerd en de zoekende Duitsers vervolgen hun weg wonderlijk Voorlopig is het gevaar geweken WmÊSmmmm Hier een goede overzichtsfoto van de boerderij Henken. Op de achtergrond ziet men duidelijk de deurwaar Tij men Ploeg en later Gros Hardeman met Gert van de Brandhof, hun toe vlucht zochten. „We zijn met Tijmen bezig", antwoordt Henken. „Gaan jullie eerst even naar de schuilplaats. Rust daar wat. Als je nu bin nenkomt, en de Duitsers komen, zijn jullie er allemaal aan." Gros en Gert proberen het in de schuil plaats, maar het gaat niet. Gros wordt dui zelig en dreigt van zijn stokje te zullen gaan, in de benauwde ruimte. Koos Mees ter, een onderduiker, tilt hem op en samen met Gert van de Brandhof gaan ze weer naar de boerderij van Henken. Met een paar woorden wordt Henken duidelijk ge maakt hoe de toestand is en dan waagt de bekende Overberger het er op. „Kom bin nen, vriend. We zullen doen wat wc kun nen, we laten je niet in de steek!" Gros wordt na .r binnengebracht. Koos Meesters gaat weer terug naar de schuil plaats en Gert van de Brandhof verdwijnt in de donkerte van de nacht. Eenzaam. Immers, hier kan hij niet blijven. Hij zwerft van het ene stuk land naar het andere, ter wijl overal de schoten nog klinken Als Tijmen Ploeg merkt dat Gros ook ge wond naar binnen gebracht is zegt hij spon taan: „Help Gros eerst maar, die is er erger aan toe dan ik. Vader Henken had 's morgens vroeg al een wandeltocht gemaakt naar de woning van Gros Hardeman, om te vertellen dat Gros nog leefde en bij hem thuis ver pleegd werd. Wat was dat een opluchting voor Gros Jonge vrouw. Ze kon het eerst bijna niet geloven. Onderweg sprak hij ook de vader van Jan Doornenbal. Tevens bracht hij een bezoek aan de familie Ploeg. En zo komt het dat in de loop van de dag de vrouw van Gros en de moeder van Tijmen op bezoek komen, terwijl het twee tal ondertussen de schuilplaats, op advies van dokter Remme. als ziekenkamer toege wezen gekregen heeft. Na verloop van tijd komen ze in con tact met een zekere meneer Tieratus. Een man waar heel verschillend over gesproken werd, in de oorlog, maar die, en dat is zeker, veel goeds gedaan heeft voor vele zieken. Hij beloofde zijn medewerking, als dat nodig mocht zijn. Op zekere dag heeft hij het voor elkaar gekregen, de twee jongens op te nemen in het noodziekenhuis in de Julianastraat. Dit verliep als volgt: Vader Ploeg kwam met zijn wagen en daar werden takkenbossen op geladen. Daartussen werd ruimte vrij gelaten waar Gros en Tijmen een plaatsje kregen. Daaroverheen weer takkenbossen. Het werd een bijkans volmaakte camou flage. Tieratus en Riek Henken gingen voorop. En zo ging het op Veenendaal aan. Niemand» die er ook maar een ver moeden van had. wat voor kostbare waar, er onder de takkenbossen schuil ging. Na een eind gereden te hebben komen er men sen die hen waarschuwen. Er worden paarden gevorderd door de Duitsers. Maar Tieratus laat zich niet afschrikken. Na een moeizame tocht komen ze bij het zieken huisje aan. Als de deuren openzwaaien zegt Tieratus tegen de heren Jos en Teus van Beek: „Ik heb hier een mooi vrachtje verboden spullen voor jullie" Terwijl de kar de gang binnenreed bleven de takkenbossen aan de poort haken en gleden van de kar. Bijna zou het nog mis gelopen zijn Liefderijk werden de jongens opgenomen, maar na twee dagen werd het zieken huisje in beslag genomen en moest er nieuwe raad geschaft worden. Toen stel den Jos en Teus van Beek hun huizen spontaan beschikbaar voor de twee gewon de Overbergers. Ze beseften dat hun dat lelijk te staan zou kunnen komen, maar ze beschouwden het als hun plicht. Ook kregen ze steeds bezoek van dokter Remme. Na twee weken was Gros zover dat hij weer aan het gewone leven kon dcelpemen. Hij ging naar zijn schoonvader te Renswoude en bleef daar een tijd. Later is hij aan het zwerven gegaan en kwam in Barneveld terecht op „De Hoge Valk". Tijmen Ploeg ging gewoon weer naar huis en deed alsof er niets gebeurd was. Dat was voor hem minder riskant, dan voor Gros, omdat hij niet speciaal door Monyé ge zocht werd. Monyé kende hein niet eens. Tenslotte is het de plaats Lunteren waar Gros Hardeman de Canadezen tegen het lijf loopt. De bevrijding is er. Wat voelde Gros zich gelukkig, 't Duurde niet lang of iemand attendeerde hem erop dat burge meester Monyé in Woudenberg gevangen zat. Gros rustte niet voor hij. met Tijmen Ploeg, een bezoek had gebracht aan hun moordenaar. Deze ontmoeting zal de gewe zen burgemeester waarschijnlijk nog wel heugen Dit was de familie Henken, in oorlogs tijd. Bijna al deze personen zaten toen rond de tafel geschaard, om hun bord pap met%stroop, vóór de schoten klon ken. Zij 'stelden hun leven in de waag schaal. Een jaar of acht na de oorlog ontdekt een röntgenoloog de kogel in zijn rug, die er ingeschoten was toen hij reeds op de spoorlijn lag. Na verloop van tijd moet Gros zich onder behandeling stellen van dokter Roodenburg, in het Julianazieken- huis. De chirurg dient een plaatselijke ver doving toe en verwijdert in korte tijd de kogel, die vanaf het dijbeen „gewandeld was" tot aan het schouderblad. Dit was in 1955. Tien jaar geleden dus. Toen wij in gesprek waren met de heer Gros Hardeman, haalde deze zijn porte monnee tevoorschijn en toonde ons de ko gel. „Deze kogel gaat van de ene porte monnee over op de andere", verklaarde de heer Hardeman. „U kunt niet zoveel bie den dat ik hem daarvoor kwijt wil", be sloot hij zijn relaas. En zo is het wonder geschied dat vier ten dode gedoemden nog steeds hun rol in de maatschappij vervullen Dit is de in 1913 geboren ondexduiker, Koos Meesters, uit Voorburg. Hij leid de Gros naar de deur, vanuit de schuil plaats. Er kwam een rechtszaak en Monyé werd veroordeeld. Maar „jopic" Monyé loopt al jaren weer op vrije voeten. „Het is maar beter, dat hij mij niet tegen komt"vindt Gros Hardeman. Tijdelijk gratis (bij inlevering van deze annonce) Hagerty Zilverdoek (winkelwaarde f 4,95) bij aanschaf van grote, zuinige flakon Hagerty Tarnish Preventive. Een glansrijke besparing op twee voortreffelijke produkten, die - in kombinatie gebruikt - zilverpoet sen tot een ouderwets begrip ma ken en uw zilver jarenlang aanslag- vrij houden. Vraag uw juwelier JUWELIER HORLOGER Wij passen de modellen van onze bromfietsen zo veel mogelijk aan de smaak van de jeugd aan, zei onlangs een fabrikant van deze vervoermidde len. Zo veel mogelijk. Dat impliceert een aantal tekortkomingen die door een groep jongelui wordt betreurd. In hun ogen zijn dubbele uitlaatpijpen, zwart-wit gekleurde kabels en felle kleuren lang niet voldoende om op te vallen. Waar de fabrikant verstek laat gaan, begint de vindingrijkheid van de bro- zem. En die beperkt zich niet tot het beplakken van z'n vehikel met mooie (en minder mooie) vrouwen en het aan brengen van vlaggetjes, want dat wordt in die kringen slechts als kinderspel beschouwd. Veel meer indruk wekken toeters op heel hoge sturen en mocht de knalpot niet voldoende geluid produceren, dan weet men daarop wel wat te vinden. „In" is nog steeds de vossestaart die men aan een soort antenne laat wap peren. Dat is al enkele jaren zo en het ziet er niet naar uit, dat deze versiering in de naaste toekomst uit de mode zal raken. Integendeel, de vraag naar vosse- staarten neemt nog steeds toe. Bos wachters en jachtopzieners op de Ve- luwe kunnen ervan meepraten. Zij krij gen van tijd tot tijd bezoek van jonge lui die een vossestaart willen kopen. Er worden soms bedragen geboden, waarvan de boswachter kleurt. Hij krijgt vijftien gulden premie van de overheid als hij de kop van een vos inlevert, maar voor de staart wordt grif vijfentwintig gulden geboden. In De Klomp ging vorige week een vossestaart van de hand voor dertig gulden. De jeugdige koper hing de staart onmiddellijk aan zijn bromfiets, naast een andere die hij een paar weken geleden had gekocht. Voor hem waren twee vossestaarten een soort statussymbool, waarvoor hij best wat geld over had. Het ziet er naar uit, dat Reinaert de Vos het nog moeilijker zal krijgen. Vijftien gulden voor z'n kop en vijfentwintig gulden en meer voor zijn staart vindt menigeen voldoende om op de vossejacht te gaan. Arme Reinaert. Reinaert, in handen van de jachtopziener, ten voeten uitgeen streken meer. A.s. zondag kerstzangdienst in Petrakerk Op zondag 19 december a.s. des avonds om 8 uur zal een kerstzangdienst wor den gegeven door het Geref. kerkkoor Soli Deo Gloria" en het Geref. kinder koor beide o.l.v. Henny Pomp. Verder verlenen Arie van Enk-bariton, Ds. D. van Enk-liturg, Bob van Stemp- voort_organist hun medewerking aan de ze dienst. De toegang is geheel vrij. VEENENDAAL CITY-MOTORS - EDE Kluyverprijs voor oud plaatsgenoot In Delft wordt op zaterdag 18 de cember in de vergadering van de Ne derlandse Vereniging voor Micro-bio- logie aan onze vroegere plaatsgenoot drs. W. J. Middelhoven de Kluyver- prijs uitgereikt. Deze prijs van f 1000,werd door de Nederlandse Vereniging voor Micro biologie ingesteld ter nagedachtenis aan prof. dr. A. J. Kluyver. Hij wordt elke twee jaar uitgeloofd voor een on derzoek over de fysiologie van micro organismen. Dit jaar wordt de prijs aan drs. Mid delhoven toegekend voor zijn onder zoek over de stofwisseling van arginine in bakkersgist, dat hij uitvoerde in het Laboratorium voor Micro-biologie van de Landbouwhogeschool te Wagenin- gen. NUTSBIBLIOTHEEK AMERONGEN In verband met de Kerstmis en Oud jaar zal de Nutsbibliotheek op vrijdag 24 december en op vrijdag 31 december a.s. gesloten zijn. In plaats van deze dagen zal de bibliotheek zijn geopend op don derdag 23 december en op donderdag 30 december a.s. op de normale uitlenuren van 16.00 tot 17.30 uur en van 19.00 tot 20.30 uur. Minder ongevallen in luchtverkeer Volgens de statistieken van de Unie van internationale luchtvaartverzeke ringsmaatschappijen, die 25 landen-le- den telt, komt thans gemiddeld slechts op iedere 250 miljoen vliegkilometers een dodelijk ongeval voor. Nog in 1962 was het gemiddelde één op de 172 mil joen km. De meeste ongevallen zijn te wijten aan onvoldoende uitrusting van de luchthavens. Vele daarvan zijn nog niet voorzien van de hoogst moderne doch zeer kostbare apparatuur, die bij snelheden als die van de jets feitelijk onontbeerlijk is. Het lijkt derhalve wen selijk dèt strengere voorschriften wor den uitgevaardigd met betrekking tot behoorlijke uitrusting van de havens. Dat daarbij in de eerste plaats zou moe ten worden gezorgd voor de aanwezig heid van generatoren voor een even tuele noodverlichting heeft de recente storing in de stroomaanvoer, die een groot aantal luchthavens aan de west kust van de Verenigde Staten onbruik baar maakte, wel bewezen. Ook al een slee van kunststof Nu in Nederland de eerste sneeuw ls gevallen zullen velen belangstellen in 'n nieuw model slee van plastic die in Zwitserland ontworpen en gebouwd is. Naar verluidt zou deze slee geschikt zijn voor gebruik op sneeuw van om 't even welke aard: op harde of losse sneeuw, op bevroren en op natte sneeuw. De Zyliss-slee (die haar naam ontleent aan het dorpje Lyss, waar de „uitvinder" woont) dankt haar aanpas singsvermogen aan een nieuw „vorst- vrije" plastic bouwstof en aan het feit, dat de lopers ook van plastic! breder zijn dan gewoonlijk. De Zyliss- slee heeft een stuurinrichting die ge koppeld aan een draaibaar deel van het onderstel haar volledig wendbaar maakt. De slee is bijzonder licht maar kan toch twee personen dragen, heeft een kastje voor het bergen van kleren, dekens, enz., kan gedemonteerd wor den en opgeborgen in de bagageruimte van een personenwagen. f l VOOR EEN GOED VERZORGDF Hoogstraat 9-11 Tel. 2292 Veenendaal FEUILLETON DOOR LEIDA GRAAFLAND Sinds dit nachtelijk avontuur met Ties was ze bang voor mannen. Ze ging ner gens meer heen, behalve de twee ver enigingen, waar ze lid van was. Ze be gon meer aandacht te besteden aan de berichten in de krant over aanrandingen. En ging geleidelijk aan geregeld 's mor gens naar de eerste Mis, die doorgaans alleen maar door begijntjes, een pater en een paar matineuze dorpelingen werd bezocht. In die dagen haalde ze haar akte Nuttige Handwerken, zodat ze de zusters op school kon assisteren. Tot haar verbazing kreeg ze aanvragen uit de omgeving, zodat ze een paar jaar op enkele scholen drie tot vier uur per week les gaf en aardig verdiende, hoewel ze het helemaal niet nodig had, omdat ze een behoorlijk kapitaaltje had geërfd. Marietje dacht in die jaren wel eens: misschien gaat onze Willie in 't klooster. Dat zou een goeie oplossing zijn. Ze kan een gemakkelijke orde uitzoeken, als ze wil. Gedurende die eerste jaren na Piet's huwelijk waren er eigenlijk geen moei lijkheden geweest. Een jonge, gezonde meid, een flink voorkomen, een niet on aardig snuitje, een aardige cent achter de hand, nou. daar zullen liefhebbers ge noeg voor zijn. Elke goed gesitueerde boer in de verste omtrek zou tevreden kunnen zijn met zo'n schoondochter. Want voor het boerenwerk stonden Willie's handen beslist niet verkeerd. Drika werd geboren en tante Wil werd peettante. Van eiges. Zo besliste Ma- rietje. Tenslotte besliste zij al heel gauw in alles. Of bijna in alles. Want toen ze voor de eerste keer opperde, dat het eens tijd werd, dat Willie een man zocht en vertrok, of anders een klooster uit zocht, werd Piet boos. En werd het kleine vrouwtje duidelijk aan het ver stand gebracht, dat de boerderij voor de helft eigendom was van zus Wil en dat ze er dus net zo lang of zo kort op kon blijven wonen als ze zelf verkoos. Een hele tijd werd er niet meer over gesproken. Doch toen Emieltjc geboren werd, moest Drika, inmiddels al twee jaar van de kamer. En waarheen? Het huis was wel groot, maar niet econo misch ingericht. Boven waren maar drie kamertjes, waarvan er één permanent als logeerkamer gereserveerd was, om dat uit de grote familie van Marietje te hooi en te gras wel eens iemand een paar dagen kwam logeren. De andere twee waren in gebruik bij Willie. Willie hakte zelf de knoop door, behield de grootste van de drie kamers en stelde grootmoedig haar slaapkamertje ter be schikking van Drika. Waarna Piet en de knecht haar zitkamer omtoverden in een zit-slaapkamer. Dat ging twee jaar goed, tot Antoon voor het eerst zijn stemgeluid deed horen. Drika was toen bijna vijf en Miel ruim twee jaar, die op zijn beurt het veld moest ruimen voor zijn broertje. Maar waarheen? Marietje zei vanuit het kraambed, dat ze nu de kamer van Willie ook nodig hadden, doch Piet lachte haar uit. „En ons Willie dan? Zeker op de hooizolder wonen?"' „Ze kan beneden wonen en bóven slapen", vond Marietje. „Je bent gek", was Piet's commentaar. „Dat kan best. maar Miel kan niet meer bij ons blijven slapen. Zorg jij maar voor een oplossing". Piet deed, wat onder de gegeven om standigheden het enige was: de logeer kamer werd kinderkamer voor de oudste zoon. En gasten moesten zich dan maar redden in de ledikanten, die nu in een afgeschoten hoekje van de hooizolder stonden. Van die tijd af probeerde Marietje haar man tegen zijn zuster op te zetten. Evenwel zonder het geringste resultaat. „Al wil ze hier tot haar dood blyven wonen, dan is dat haar goed recht. Het is en blijft haar ouderlijk huis, dat voor de helft haar eigendom is". „Koop haar dan uit. Ik help je wel aan geld, als je niet genoeg hebt". Maar met zulke dingen moest je niet bij Piet komen. Marietje was en bleef nummer één, want hij was op zijn manier nog altijd stapel op zijn frêle wijfje, en de kinderen kwamen op de tweede plaats. Maar daarna volgde Wil. „Ik heb maar één zus en hoe langer ze bij me blijft, hoe liever het me is". Op haar kamer maakte ze het bed op. Maar eens beneden kijken, of er wat te doen is. Maar als ze een vervelende bui heeft, ben ik zo foetsie. Dat ze me graag weg wil hebben, weet ik al vier jaar. Van haar is immers het idee om huwe lijksadvertenties te plaatsen Ze liep naar haar kastje en ontsloot het. Daar lag nog een stapel brieven, die ze op haar advertenties had gekregen. Allen gelezen, en beantwoord. De mees ten heel kort: „Vriendelijk dank voor uw schrijven d.dmaar En daarmee was de kous dan af. Enkele had ze uitgenodigd naar de stad te komen; restaurant Pomola. Ik zal een boek voor me op tafel hebben. Om half één precies. Sommige candidaten waren gekomen. Een gesprek, een drankje en soms een etentje. Een heel enkele keer een tweede afspraak. Éénmaal dacht ze: dat zal hem zijn. Een knappe, uitstekend ge klede veertiger, behoorlyk ontwikkeld en goed in de slappe was. Tot hij op een avond tot de ontdekking kwam zijn por tefeuille vergeten te hebben. Zij gaf hem twee briefjes van vijf en twintig. Nog zonder ergens een spoor van wantrou wen. Hij bracht haar heel naar Odilia- peel terug. Met een lange zoen namen ze afscheid. „Tot zondag!" Ze had van hem gedroomd. Een sym pathieke man, flink postuur. Iedereen keek naar hem als ze met hem uit was. Uitstekende danser, briljant causeur. Maar zaterdagsmorgens las ze in de krant het relaas van een huwelykszwen- delaar. Maar liefst vier vrouwen had hij geheel of ten dele hun spaargelden weten te bemachtigen, tot één, van hen aan gifte deed. Nu zat meneer achter de tralies. Maar de vrouwtjes waren hun zuur gespaarde centen kwijt. Benevens een illusie. Het was begonnen met kleine bedra gen, stond er in de krant. Gelijk kreeg ze eei» schok. Wout had van haar maandag ook geld geleend, omdat hij zijn porte feuille vergeten had bij zich te steken. Dat had hij tenminste gezegd. Vyftig gulden had ze hem gegeven. „Zondag krijg je het terug", had hij gezegd, toen hij haar ten afscheid kuste. Zou hij Het bleef de hele morgen in haar ge dachten. Wat kan ik er aan doen? Ik kan moeilijk naar de politie gaan en zeggen: „Ik heb verkering met iemand, die ik niet vertrouw". Ze zouden haar uitlachen en misschien adviseren: „Dan maakt u het uit". Je kon toch niet gaan zeggen: ,-,Het is misschien een huwe lijkszwendelaar", omdat je zoiets in de krant gelezen hebt? Zondags werd het wantrouwen echter versterkt, want hij vertelde zijn porte feuille verloren te hebben. „Ik ben al naar de politie geweest, maar ik weet niet precies, waar ik hem verloren heb. Reuze strop, want er zat ongeveer dui zend gulden in". Stom. Wie loopt er nu met duizend gulden in zijn zak. Wout ging verder: „En ik kryg pas eind van deze maand geld, mijn salaris: negenhonderd schoon". Willie had geprobeerd haar stem in bedwang te houden. „Je hebt toch geld op de bank? Tenminste, dat vertelde je me. Waarom heb je daar niets af gehaald?" „O, ik dacht: die portefeuille vind ik wel weer. En gisteren was het zaterdag, zijn de banken gesloten. Nu ja, een paar centen heb ik wel, maar niet genoeg voor een etentje en zo. Leen me maar vijftig pop. Krijg je aan 't eind van de maand honderd terug". Het wantrouwen groeide in snel tempo. Ze schudde haar hoofd. „Ik heb een tientje by me. En wat klein geld. Ik neem nooit zoveel mee. Hindert niet, eten we wel in een cafetaria. Dat is niet zo duur". „Kun je het thuis niet even halen?", had hij gevraagd, en ze had de rimpel in zijn voorhoofd gezien. Ze had gewei gerd. In een cafetaria hadden ze wat gegeten, hetgeen zij betaalde, omdat ze onderhand wel begreep, dat hij praktisch geen cent op zak had. De stemming was bedorven. Hij verzon een smoesje, zodat hij al gauw kon weggaan. Toen ze een half uur later met de bus naar huis reed, zag ze hem aan de kant van de weg staan om een lift. Niet eens geld om de reis naar huis te betalen 's Maandags was ze op het politie bureau. Daar nam men alle antecedenten op van Wout Overveid en behield men de brief, die hij eens aan haar geschre ven had. In de loop van de week kwam ze terug op het politiebureau en daar toonde men haar een foto, in wie ze haar Wout herkende. En lichtte de politie zijn doopceel: Oplichter, zwendelaar, vijf keer gezeten en pas vijf maanden vrij.' Of juffrouw Verpalen een aanklacht tegen Jiem wilde indienen? Nee, dat deed ze niet. Voor die vijftig gulden zeker? Maar ze wist nu, wat -voor vlees ze in de kuip had. Ze hoorde nooit meer wat van hem en haar belangstelling voor de mannen reduceerde geruime tijd tot vrywel nul. Maanden later begon ze weer van voren aan, plaatste een advertentie en kreeg brieven, die ze las, schifte en liet een paar candidaten naar „Pomola" komen voor de kennismaking. Doch nooit was er een by, voor wie ze enige bizondere belangstelling kon op brengen. (wordt vervolgd)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1965 | | pagina 6