een bom
barst in
Overberg
?>QS
Kies
Wedgwood
P
E
L
CHEVROLET
HET
BOZE BELETSEL
00
AMERONGEN
Nieuwsblad „DE VALLEI"
vrijdag 17 december 1965
6
De familie Henken zit met plus minus twaalf personen aan tafel. De
pap is reeds opgediend. Ze zitten gezellig bij elkaar. Er zijn ook een paar
onderduikers bij. Iemand heeft het over de bomexplosie van vanmid
dag. Hij is bang voor de gevolgen daarvan. Enfin, moeder Henken komt
al met de strooppot en geeft elk een behoorlijke portie op de pap. Juist
zullen ze beginnen te eten, als er plotseling hevig geschoten wordt. De
borden blijven onaangeroerd stagn. De onderduikers rennen weg naar
hun schuilplaats. Het schieten blijft aanhouden. Niemand heeft nog
trek in de pap.
Hagerty verlost u
voorgoed
van zilverpoetsen
Kop en staart
van Reinaert zijn
veel geld waard
VEENENDAAL
V.A.B.
KIRPESTEIN
i
ons ware verhaal
door Rik Valkenburg
III. EEN WONDERLIJKE AFLOOP.
Het is bijna tien uur, als er op de deur
geklopt wordt. Mevrouw Henken gaat naar
de deur en doet open. Ontzet ziet zij dat er
een blocderde jongeman voor haar staat,
die haar smeekt Kern te help.-i. ..De Duit
sers hebben me zo geschoten", voegt hij er
aan toe. Het is Tijmen Ploeg.
Gastvrij als moeder H. aken is, zet ze gelijk
haar huis voor de getroffene open. Ook al
weet zij dat haar dit duur te staan kan
komen. Deze middag had ze, als gevolg
van een bepaalde, innerlijke drang, hele
repen schoon, wit laken klaargelegd. Nu
kwam dat goed van pas. Onmiddellijk
wordt begonnen met het verbinden van
Tij i's wonden.
Opeens slaat de hond aan. Nieuwe
schrik! Vader Henken loopt naar de keu
kendeur en hoort voetstappen. De schrik
slaat hem om het hart. „Duitsers", flitst het
door hem heen.
Bevend en toch vastberaden opent hij de
deur. En dan
Toen Tijmen daarnet binnenkwam, ver
telde hij dat al zijn vrienden waren dood
geschoten. Ook Gros Hardeman en Gert
van de Brandhof.
En nu Daar staan ze. Gros en
Gert, allebei. Vader Henken gelooft zijn
eigen ogen niet. Maar hij beseft het ge
vaar van dit moment. De hond blijft maar
blaffen.
..Bindt die hond z"n muil dicht!"
is het eerste wat Gros zegt. Er is doods
angst in zijn eigen stem, want nog steeds
klinkt het geknal en het auto geronk van
hun belagers. Ze zullen opmerkzaam ge
maakt worden door het blaffen van de
hond.
Het wordt een verschrikkelijke nacht. De
Henken's stellen hun leven in de waag
schaal om dat van de 2 jongens te red
den. Gros is totaal verkleumd van de koude
en men probeert van alles om hem warm te
maken.
Tenslotte lukt het met een strijkijzer hem
de nodige warmte te verschaffen. Na zo
goed en zo kwaad als dat ging. verbonden
te zijn, valt hij in een onrustige sluimering.
De volgende morgen al heel vroeg gaat
Riek Henken er op uit, om een dokter te
halen. Het lukt. Dokter Remme verklaart
zich bereid om dit gevaarlijke karweitje op
zich'te nemen.
In de loop van de morgen komt hij bij de
boerderij aan en gaat daar naar binnen.
Moeder Henken met de kinderen, stuurt
hij resoluut weg, de heide op en het bos
in. „Als ze de gewonden hier vinden,
moorden ze alles uit. daarom mogen U en
de kinderen hier niet blijven" stelt
de dokter vast. Zo gezegd zo gedaan.
Het blijkt dat de Duitsers overal aan het
zoeken zijn na^r de „Schwein hunden" die
gisteravond ontvlucht zijn. Terwijl dokter
Remme de gewonden aan het behandelen
is, zien ze plotseling door het raam een
paar Duitsers op hun erf toelopen. „Als ze
ons ontdekken, is ons laatste uur geslagen
meent de dokter. Hier zijn de anderen het
volkomen mee eens. Er is alleen nog maar
het gebed dat overblijft
Later bleek dat de Duitsers elke boerderij
in deze buurt afgezocht hadden. Eu zie
hier lopen ze door. De boerderij wordt ge
passeerd en de zoekende Duitsers vervolgen
hun weg wonderlijk
Voorlopig is het gevaar geweken
WmÊSmmmm
Hier een goede overzichtsfoto van de
boerderij Henken. Op de achtergrond
ziet men duidelijk de deurwaar Tij
men Ploeg en later Gros Hardeman
met Gert van de Brandhof, hun toe
vlucht zochten.
„We zijn met Tijmen bezig", antwoordt
Henken. „Gaan jullie eerst even naar de
schuilplaats. Rust daar wat. Als je nu bin
nenkomt, en de Duitsers komen, zijn jullie
er allemaal aan."
Gros en Gert proberen het in de schuil
plaats, maar het gaat niet. Gros wordt dui
zelig en dreigt van zijn stokje te zullen
gaan, in de benauwde ruimte. Koos Mees
ter, een onderduiker, tilt hem op en samen
met Gert van de Brandhof gaan ze weer
naar de boerderij van Henken. Met een
paar woorden wordt Henken duidelijk ge
maakt hoe de toestand is en dan waagt de
bekende Overberger het er op. „Kom bin
nen, vriend. We zullen doen wat wc kun
nen, we laten je niet in de steek!"
Gros wordt na .r binnengebracht. Koos
Meesters gaat weer terug naar de schuil
plaats en Gert van de Brandhof verdwijnt
in de donkerte van de nacht. Eenzaam.
Immers, hier kan hij niet blijven. Hij zwerft
van het ene stuk land naar het andere, ter
wijl overal de schoten nog klinken
Als Tijmen Ploeg merkt dat Gros ook ge
wond naar binnen gebracht is zegt hij spon
taan: „Help Gros eerst maar, die is er
erger aan toe dan ik.
Vader Henken had 's morgens vroeg al
een wandeltocht gemaakt naar de woning
van Gros Hardeman, om te vertellen
dat Gros nog leefde en bij hem thuis ver
pleegd werd. Wat was dat een opluchting
voor Gros Jonge vrouw. Ze kon het eerst
bijna niet geloven. Onderweg sprak hij ook
de vader van Jan Doornenbal. Tevens
bracht hij een bezoek aan de familie Ploeg.
En zo komt het dat in de loop van de dag
de vrouw van Gros en de moeder van
Tijmen op bezoek komen, terwijl het twee
tal ondertussen de schuilplaats, op advies
van dokter Remme. als ziekenkamer toege
wezen gekregen heeft.
Na verloop van tijd komen ze in con
tact met een zekere meneer Tieratus. Een
man waar heel verschillend over gesproken
werd, in de oorlog, maar die, en dat is
zeker, veel goeds gedaan heeft voor vele
zieken. Hij beloofde zijn medewerking, als
dat nodig mocht zijn.
Op zekere dag heeft hij het voor elkaar
gekregen, de twee jongens op te nemen in
het noodziekenhuis in de Julianastraat. Dit
verliep als volgt: Vader Ploeg kwam met
zijn wagen en daar werden takkenbossen
op geladen. Daartussen werd ruimte vrij
gelaten waar Gros en Tijmen een plaatsje
kregen. Daaroverheen weer takkenbossen.
Het werd een bijkans volmaakte camou
flage. Tieratus en Riek Henken gingen
voorop. En zo ging het op Veenendaal
aan. Niemand» die er ook maar een ver
moeden van had. wat voor kostbare waar,
er onder de takkenbossen schuil ging. Na
een eind gereden te hebben komen er men
sen die hen waarschuwen. Er worden
paarden gevorderd door de Duitsers. Maar
Tieratus laat zich niet afschrikken. Na een
moeizame tocht komen ze bij het zieken
huisje aan. Als de deuren openzwaaien
zegt Tieratus tegen de heren Jos en Teus
van Beek: „Ik heb hier een mooi vrachtje
verboden spullen voor jullie"
Terwijl de kar de gang binnenreed bleven
de takkenbossen aan de poort haken en
gleden van de kar. Bijna zou het nog mis
gelopen zijn
Liefderijk werden de jongens opgenomen,
maar na twee dagen werd het zieken
huisje in beslag genomen en moest er
nieuwe raad geschaft worden. Toen stel
den Jos en Teus van Beek hun huizen
spontaan beschikbaar voor de twee gewon
de Overbergers. Ze beseften dat hun dat
lelijk te staan zou kunnen komen, maar ze
beschouwden het als hun plicht.
Ook kregen ze steeds bezoek van dokter
Remme. Na twee weken was Gros zover
dat hij weer aan het gewone leven kon
dcelpemen. Hij ging naar zijn schoonvader
te Renswoude en bleef daar een tijd. Later
is hij aan het zwerven gegaan en kwam in
Barneveld terecht op „De Hoge Valk".
Tijmen Ploeg ging gewoon weer naar huis
en deed alsof er niets gebeurd was. Dat was
voor hem minder riskant, dan voor Gros,
omdat hij niet speciaal door Monyé ge
zocht werd. Monyé kende hein niet eens.
Tenslotte is het de plaats Lunteren waar
Gros Hardeman de Canadezen tegen het
lijf loopt. De bevrijding is er. Wat voelde
Gros zich gelukkig, 't Duurde niet lang of
iemand attendeerde hem erop dat burge
meester Monyé in Woudenberg gevangen
zat. Gros rustte niet voor hij. met Tijmen
Ploeg, een bezoek had gebracht aan hun
moordenaar. Deze ontmoeting zal de gewe
zen burgemeester waarschijnlijk nog wel
heugen
Dit was de familie Henken, in oorlogs
tijd. Bijna al deze personen zaten toen
rond de tafel geschaard, om hun bord
pap met%stroop, vóór de schoten klon
ken. Zij 'stelden hun leven in de waag
schaal.
Een jaar of acht na de oorlog ontdekt
een röntgenoloog de kogel in zijn rug, die
er ingeschoten was toen hij reeds op de
spoorlijn lag. Na verloop van tijd moet
Gros zich onder behandeling stellen van
dokter Roodenburg, in het Julianazieken-
huis. De chirurg dient een plaatselijke ver
doving toe en verwijdert in korte tijd de
kogel, die vanaf het dijbeen „gewandeld
was" tot aan het schouderblad. Dit was in
1955. Tien jaar geleden dus.
Toen wij in gesprek waren met de heer
Gros Hardeman, haalde deze zijn porte
monnee tevoorschijn en toonde ons de ko
gel. „Deze kogel gaat van de ene porte
monnee over op de andere", verklaarde de
heer Hardeman. „U kunt niet zoveel bie
den dat ik hem daarvoor kwijt wil", be
sloot hij zijn relaas.
En zo is het wonder geschied dat vier
ten dode gedoemden nog steeds hun rol
in de maatschappij vervullen
Dit is de in 1913 geboren ondexduiker,
Koos Meesters, uit Voorburg. Hij leid
de Gros naar de deur, vanuit de schuil
plaats.
Er kwam een rechtszaak en Monyé werd
veroordeeld. Maar „jopic" Monyé
loopt al jaren weer op vrije voeten. „Het
is maar beter, dat hij mij niet tegen
komt"vindt Gros Hardeman.
Tijdelijk gratis (bij inlevering van
deze annonce) Hagerty Zilverdoek
(winkelwaarde f 4,95) bij aanschaf
van grote, zuinige flakon Hagerty
Tarnish Preventive.
Een glansrijke besparing op twee
voortreffelijke produkten, die - in
kombinatie gebruikt - zilverpoet
sen tot een ouderwets begrip ma
ken en uw zilver jarenlang aanslag-
vrij houden.
Vraag uw juwelier
JUWELIER
HORLOGER
Wij passen de modellen van onze
bromfietsen zo veel mogelijk aan de
smaak van de jeugd aan, zei onlangs
een fabrikant van deze vervoermidde
len. Zo veel mogelijk. Dat impliceert
een aantal tekortkomingen die door
een groep jongelui wordt betreurd. In
hun ogen zijn dubbele uitlaatpijpen,
zwart-wit gekleurde kabels en felle
kleuren lang niet voldoende om op te
vallen.
Waar de fabrikant verstek laat gaan,
begint de vindingrijkheid van de bro-
zem. En die beperkt zich niet tot het
beplakken van z'n vehikel met mooie
(en minder mooie) vrouwen en het aan
brengen van vlaggetjes, want dat wordt
in die kringen slechts als kinderspel
beschouwd.
Veel meer indruk wekken toeters op
heel hoge sturen en mocht de knalpot
niet voldoende geluid produceren, dan
weet men daarop wel wat te vinden.
„In" is nog steeds de vossestaart die
men aan een soort antenne laat wap
peren. Dat is al enkele jaren zo en het
ziet er niet naar uit, dat deze versiering
in de naaste toekomst uit de mode zal
raken.
Integendeel, de vraag naar vosse-
staarten neemt nog steeds toe. Bos
wachters en jachtopzieners op de Ve-
luwe kunnen ervan meepraten. Zij krij
gen van tijd tot tijd bezoek van jonge
lui die een vossestaart willen kopen.
Er worden soms bedragen geboden,
waarvan de boswachter kleurt. Hij
krijgt vijftien gulden premie van de
overheid als hij de kop van een vos
inlevert, maar voor de staart wordt
grif vijfentwintig gulden geboden.
In De Klomp ging vorige week een
vossestaart van de hand voor
dertig gulden. De jeugdige koper
hing de staart onmiddellijk aan
zijn bromfiets, naast een andere
die hij een paar weken geleden had
gekocht.
Voor hem waren twee vossestaarten
een soort statussymbool, waarvoor hij
best wat geld over had. Het ziet er
naar uit, dat Reinaert de Vos het nog
moeilijker zal krijgen. Vijftien gulden
voor z'n kop en vijfentwintig gulden en
meer voor zijn staart vindt menigeen
voldoende om op de vossejacht te gaan.
Arme Reinaert.
Reinaert, in handen van de jachtopziener, ten voeten uitgeen
streken meer.
A.s. zondag kerstzangdienst in
Petrakerk
Op zondag 19 december a.s. des avonds
om 8 uur zal een kerstzangdienst wor
den gegeven door het Geref. kerkkoor
Soli Deo Gloria" en het Geref. kinder
koor beide o.l.v. Henny Pomp.
Verder verlenen Arie van Enk-bariton,
Ds. D. van Enk-liturg, Bob van Stemp-
voort_organist hun medewerking aan de
ze dienst. De toegang is geheel vrij.
VEENENDAAL
CITY-MOTORS - EDE
Kluyverprijs voor oud
plaatsgenoot
In Delft wordt op zaterdag 18 de
cember in de vergadering van de Ne
derlandse Vereniging voor Micro-bio-
logie aan onze vroegere plaatsgenoot
drs. W. J. Middelhoven de Kluyver-
prijs uitgereikt.
Deze prijs van f 1000,werd door
de Nederlandse Vereniging voor Micro
biologie ingesteld ter nagedachtenis
aan prof. dr. A. J. Kluyver. Hij wordt
elke twee jaar uitgeloofd voor een on
derzoek over de fysiologie van micro
organismen.
Dit jaar wordt de prijs aan drs. Mid
delhoven toegekend voor zijn onder
zoek over de stofwisseling van arginine
in bakkersgist, dat hij uitvoerde in het
Laboratorium voor Micro-biologie van
de Landbouwhogeschool te Wagenin-
gen.
NUTSBIBLIOTHEEK AMERONGEN
In verband met de Kerstmis en Oud
jaar zal de Nutsbibliotheek op vrijdag 24
december en op vrijdag 31 december a.s.
gesloten zijn. In plaats van deze dagen
zal de bibliotheek zijn geopend op don
derdag 23 december en op donderdag 30
december a.s. op de normale uitlenuren
van 16.00 tot 17.30 uur en van 19.00 tot
20.30 uur.
Minder ongevallen in
luchtverkeer
Volgens de statistieken van de Unie
van internationale luchtvaartverzeke
ringsmaatschappijen, die 25 landen-le-
den telt, komt thans gemiddeld slechts
op iedere 250 miljoen vliegkilometers
een dodelijk ongeval voor. Nog in 1962
was het gemiddelde één op de 172 mil
joen km. De meeste ongevallen zijn te
wijten aan onvoldoende uitrusting van
de luchthavens. Vele daarvan zijn nog
niet voorzien van de hoogst moderne
doch zeer kostbare apparatuur, die bij
snelheden als die van de jets feitelijk
onontbeerlijk is. Het lijkt derhalve wen
selijk dèt strengere voorschriften wor
den uitgevaardigd met betrekking tot
behoorlijke uitrusting van de havens.
Dat daarbij in de eerste plaats zou moe
ten worden gezorgd voor de aanwezig
heid van generatoren voor een even
tuele noodverlichting heeft de recente
storing in de stroomaanvoer, die een
groot aantal luchthavens aan de west
kust van de Verenigde Staten onbruik
baar maakte, wel bewezen.
Ook al een slee van
kunststof
Nu in Nederland de eerste sneeuw ls
gevallen zullen velen belangstellen in 'n
nieuw model slee van plastic die in
Zwitserland ontworpen en gebouwd is.
Naar verluidt zou deze slee geschikt
zijn voor gebruik op sneeuw van om 't
even welke aard: op harde of losse
sneeuw, op bevroren en op natte
sneeuw. De Zyliss-slee (die haar naam
ontleent aan het dorpje Lyss, waar de
„uitvinder" woont) dankt haar aanpas
singsvermogen aan een nieuw „vorst-
vrije" plastic bouwstof en aan het feit,
dat de lopers ook van plastic!
breder zijn dan gewoonlijk. De Zyliss-
slee heeft een stuurinrichting die ge
koppeld aan een draaibaar deel van het
onderstel haar volledig wendbaar
maakt. De slee is bijzonder licht maar
kan toch twee personen dragen, heeft
een kastje voor het bergen van kleren,
dekens, enz., kan gedemonteerd wor
den en opgeborgen in de bagageruimte
van een personenwagen.
f
l VOOR EEN GOED VERZORGDF
Hoogstraat 9-11 Tel. 2292
Veenendaal
FEUILLETON DOOR LEIDA GRAAFLAND
Sinds dit nachtelijk avontuur met Ties
was ze bang voor mannen. Ze ging ner
gens meer heen, behalve de twee ver
enigingen, waar ze lid van was. Ze be
gon meer aandacht te besteden aan de
berichten in de krant over aanrandingen.
En ging geleidelijk aan geregeld 's mor
gens naar de eerste Mis, die doorgaans
alleen maar door begijntjes, een pater
en een paar matineuze dorpelingen werd
bezocht. In die dagen haalde ze haar
akte Nuttige Handwerken, zodat ze de
zusters op school kon assisteren. Tot
haar verbazing kreeg ze aanvragen uit
de omgeving, zodat ze een paar jaar op
enkele scholen drie tot vier uur per week
les gaf en aardig verdiende, hoewel ze
het helemaal niet nodig had, omdat ze
een behoorlijk kapitaaltje had geërfd.
Marietje dacht in die jaren wel eens:
misschien gaat onze Willie in 't klooster.
Dat zou een goeie oplossing zijn. Ze kan
een gemakkelijke orde uitzoeken, als ze
wil.
Gedurende die eerste jaren na Piet's
huwelijk waren er eigenlijk geen moei
lijkheden geweest. Een jonge, gezonde
meid, een flink voorkomen, een niet on
aardig snuitje, een aardige cent achter
de hand, nou. daar zullen liefhebbers ge
noeg voor zijn. Elke goed gesitueerde
boer in de verste omtrek zou tevreden
kunnen zijn met zo'n schoondochter.
Want voor het boerenwerk stonden
Willie's handen beslist niet verkeerd.
Drika werd geboren en tante Wil werd
peettante. Van eiges. Zo besliste Ma-
rietje. Tenslotte besliste zij al heel gauw
in alles. Of bijna in alles. Want toen ze
voor de eerste keer opperde, dat het
eens tijd werd, dat Willie een man zocht
en vertrok, of anders een klooster uit
zocht, werd Piet boos. En werd het
kleine vrouwtje duidelijk aan het ver
stand gebracht, dat de boerderij voor de
helft eigendom was van zus Wil en dat
ze er dus net zo lang of zo kort op kon
blijven wonen als ze zelf verkoos.
Een hele tijd werd er niet meer over
gesproken. Doch toen Emieltjc geboren
werd, moest Drika, inmiddels al twee
jaar van de kamer. En waarheen? Het
huis was wel groot, maar niet econo
misch ingericht. Boven waren maar drie
kamertjes, waarvan er één permanent
als logeerkamer gereserveerd was, om
dat uit de grote familie van Marietje te
hooi en te gras wel eens iemand een
paar dagen kwam logeren. De andere
twee waren in gebruik bij Willie.
Willie hakte zelf de knoop door, behield
de grootste van de drie kamers en stelde
grootmoedig haar slaapkamertje ter be
schikking van Drika. Waarna Piet en de
knecht haar zitkamer omtoverden in een
zit-slaapkamer.
Dat ging twee jaar goed, tot Antoon
voor het eerst zijn stemgeluid deed
horen. Drika was toen bijna vijf en Miel
ruim twee jaar, die op zijn beurt het veld
moest ruimen voor zijn broertje. Maar
waarheen? Marietje zei vanuit het
kraambed, dat ze nu de kamer van
Willie ook nodig hadden, doch Piet
lachte haar uit. „En ons Willie dan?
Zeker op de hooizolder wonen?"'
„Ze kan beneden wonen en bóven
slapen", vond Marietje.
„Je bent gek", was Piet's commentaar.
„Dat kan best. maar Miel kan niet
meer bij ons blijven slapen. Zorg jij maar
voor een oplossing".
Piet deed, wat onder de gegeven om
standigheden het enige was: de logeer
kamer werd kinderkamer voor de oudste
zoon. En gasten moesten zich dan maar
redden in de ledikanten, die nu in een
afgeschoten hoekje van de hooizolder
stonden.
Van die tijd af probeerde Marietje
haar man tegen zijn zuster op te zetten.
Evenwel zonder het geringste resultaat.
„Al wil ze hier tot haar dood blyven
wonen, dan is dat haar goed recht. Het
is en blijft haar ouderlijk huis, dat voor
de helft haar eigendom is".
„Koop haar dan uit. Ik help je wel aan
geld, als je niet genoeg hebt".
Maar met zulke dingen moest je niet
bij Piet komen. Marietje was en bleef
nummer één, want hij was op zijn
manier nog altijd stapel op zijn frêle
wijfje, en de kinderen kwamen op de
tweede plaats. Maar daarna volgde Wil.
„Ik heb maar één zus en hoe langer ze
bij me blijft, hoe liever het me is".
Op haar kamer maakte ze het bed op.
Maar eens beneden kijken, of er wat te
doen is. Maar als ze een vervelende bui
heeft, ben ik zo foetsie. Dat ze me graag
weg wil hebben, weet ik al vier jaar.
Van haar is immers het idee om huwe
lijksadvertenties te plaatsen
Ze liep naar haar kastje en ontsloot
het. Daar lag nog een stapel brieven, die
ze op haar advertenties had gekregen.
Allen gelezen, en beantwoord. De mees
ten heel kort: „Vriendelijk dank voor
uw schrijven d.dmaar
En daarmee was de kous dan af. Enkele
had ze uitgenodigd naar de stad te
komen; restaurant Pomola. Ik zal een
boek voor me op tafel hebben. Om half
één precies.
Sommige candidaten waren gekomen.
Een gesprek, een drankje en soms een
etentje. Een heel enkele keer een tweede
afspraak. Éénmaal dacht ze: dat zal
hem zijn. Een knappe, uitstekend ge
klede veertiger, behoorlyk ontwikkeld en
goed in de slappe was. Tot hij op een
avond tot de ontdekking kwam zijn por
tefeuille vergeten te hebben. Zij gaf hem
twee briefjes van vijf en twintig. Nog
zonder ergens een spoor van wantrou
wen. Hij bracht haar heel naar Odilia-
peel terug. Met een lange zoen namen ze
afscheid. „Tot zondag!"
Ze had van hem gedroomd. Een sym
pathieke man, flink postuur. Iedereen
keek naar hem als ze met hem uit was.
Uitstekende danser, briljant causeur.
Maar zaterdagsmorgens las ze in de
krant het relaas van een huwelykszwen-
delaar. Maar liefst vier vrouwen had hij
geheel of ten dele hun spaargelden weten
te bemachtigen, tot één, van hen aan
gifte deed. Nu zat meneer achter de
tralies. Maar de vrouwtjes waren hun
zuur gespaarde centen kwijt. Benevens
een illusie.
Het was begonnen met kleine bedra
gen, stond er in de krant. Gelijk kreeg ze
eei» schok. Wout had van haar maandag
ook geld geleend, omdat hij zijn porte
feuille vergeten had bij zich te steken.
Dat had hij tenminste gezegd. Vyftig
gulden had ze hem gegeven. „Zondag
krijg je het terug", had hij gezegd, toen
hij haar ten afscheid kuste. Zou hij
Het bleef de hele morgen in haar ge
dachten. Wat kan ik er aan doen? Ik
kan moeilijk naar de politie gaan en
zeggen: „Ik heb verkering met iemand,
die ik niet vertrouw". Ze zouden haar
uitlachen en misschien adviseren: „Dan
maakt u het uit". Je kon toch niet gaan
zeggen: ,-,Het is misschien een huwe
lijkszwendelaar", omdat je zoiets in de
krant gelezen hebt?
Zondags werd het wantrouwen echter
versterkt, want hij vertelde zijn porte
feuille verloren te hebben. „Ik ben al
naar de politie geweest, maar ik weet
niet precies, waar ik hem verloren heb.
Reuze strop, want er zat ongeveer dui
zend gulden in".
Stom. Wie loopt er nu met duizend
gulden in zijn zak. Wout ging verder:
„En ik kryg pas eind van deze
maand geld, mijn salaris: negenhonderd
schoon".
Willie had geprobeerd haar stem in
bedwang te houden. „Je hebt toch geld
op de bank? Tenminste, dat vertelde je
me. Waarom heb je daar niets af
gehaald?"
„O, ik dacht: die portefeuille vind ik
wel weer. En gisteren was het zaterdag,
zijn de banken gesloten. Nu ja, een paar
centen heb ik wel, maar niet genoeg
voor een etentje en zo. Leen me maar
vijftig pop. Krijg je aan 't eind van de
maand honderd terug".
Het wantrouwen groeide in snel
tempo. Ze schudde haar hoofd. „Ik heb
een tientje by me. En wat klein geld. Ik
neem nooit zoveel mee. Hindert niet,
eten we wel in een cafetaria. Dat is niet
zo duur".
„Kun je het thuis niet even halen?",
had hij gevraagd, en ze had de rimpel
in zijn voorhoofd gezien. Ze had gewei
gerd. In een cafetaria hadden ze wat
gegeten, hetgeen zij betaalde, omdat ze
onderhand wel begreep, dat hij praktisch
geen cent op zak had. De stemming was
bedorven. Hij verzon een smoesje, zodat
hij al gauw kon weggaan. Toen ze een
half uur later met de bus naar huis reed,
zag ze hem aan de kant van de weg
staan om een lift. Niet eens geld om
de reis naar huis te betalen
's Maandags was ze op het politie
bureau. Daar nam men alle antecedenten
op van Wout Overveid en behield men
de brief, die hij eens aan haar geschre
ven had. In de loop van de week kwam
ze terug op het politiebureau en daar
toonde men haar een foto, in wie ze haar
Wout herkende. En lichtte de politie zijn
doopceel: Oplichter, zwendelaar, vijf
keer gezeten en pas vijf maanden vrij.'
Of juffrouw Verpalen een aanklacht
tegen Jiem wilde indienen? Nee, dat
deed ze niet. Voor die vijftig gulden
zeker? Maar ze wist nu, wat -voor vlees
ze in de kuip had. Ze hoorde nooit meer
wat van hem en haar belangstelling voor
de mannen reduceerde geruime tijd tot
vrywel nul. Maanden later begon ze
weer van voren aan, plaatste een
advertentie en kreeg brieven, die ze las,
schifte en liet een paar candidaten naar
„Pomola" komen voor de kennismaking.
Doch nooit was er een by, voor wie ze
enige bizondere belangstelling kon op
brengen.
(wordt vervolgd)