Over
zwarte zwanen
witte zwanen
en
grijze zwanen
Natuurleven
in
eigen
omgeving (IV)
HET
BOZE
BELETSEL
VAN
BENNEKOM
Talentenjacht te
Bennekom
12
Pl
I
Opnieuw beginnen
VLIEGENDE WILDE -zwaan
1964
1965
1966
1966 zal deze sigarenkenner op sigarengebied
niets nieuws brengen. Hij zal gewoon bij Panter blijven.
Dat heb je met Panter-rokers. Logisch.
Kleine sigaren koop je van de specialist
in kleine sigaren. En dat is Panter. Die maakt er
12 in 3 smaken, 8 modellen en 12 prijzen.
Nieuwsblad „DE VALLEI"
vrijdag 31 december 1965
van onze
biologische medewerker
„Zeven zwarte zwanen zwommen in de Zuiderzee, in de Zui
derzee zwommen zeven zwarte zwanen." Dit was een van de
gezegden, die wij als kinderen bij wijze van spel snel moesten
uitspreken om er dan onze tong op te „breken". De Zuiderzee
is echter nooit een gebied geweest waar zwarte zwanen zich
hebben thuis gevoeld. Toevallig is er de laatste jaren bij de
Afsluitdijk in het IJselmeer herhaaldelijk één zwarte zwaan ge
signaleerd, maar dit moet een ontsnappeling zijn die de vrij
heid heeft verkozen en gevonden. De Zwarte Zwaan is een
dier dat thuishoort in Zuid-Australië en dat soms als siervogel
gehouden wordt in dierentuinen en op een enkele buitenplaats
met waterpartij. Eerlijk gezegd zouden we onze blanke zwa
nen niet graag willen ruilen tegen hun Australische zwarte
neven. Laten we het dus in dit artikel hebben over de inheem
se witte zwanensoorten. Inderdaad, zwanensoorten, want in
Europa komen drie soorten zwanen voor, die in voorkomen en
leefwijze veel interessants te zien geven.
LERZ3N HERKENNEN.
Bijgaande, pretentieloze tekening heeft
geen ander doel dan bij voorkomende
gelegenheid deze soorten te leren her
kennen.
De soort die we allen van jongsaf
kennen als de vogel van stadsgrachten,
waterpartijen in stads- en kasteelpar
ken is de KNOBBELZWAAN, kenbaar
aan de echte gebogen „zwaanshals", de
Knobbel aan de snavelbasis, vooral ont
wikkeld bij het mannetje tijdens de
paar- en broedtijd.
Kop en gebogen hals van Knobbel
zwaan, a. rood.
Het woongebied van deze soort is
Midden-Europa en Midden-Azië; Enge
land, Duitsland, Polen, Midden-Rusland,
Midden-Siberië. Vreemd genoeg ontbrak
tot voor kort het dier als wilde vogel
in Nederland, dat toch vergeleken met
genoemde landen rijk met water is be
deeld.
In de vogelboeken kon men iets le
zen als: „In ons land broedende Knob
belzwanen zyn tamme of verwilderde
dieren; echt wilde bezoeken ons land
in gering aantal in strenge winters".
Het vogelboek waarin we zoiets lezen
is echter wel aan vervanging toe.
Sinds een vijftiental ren is de Knob
belzwaan in ons land als wilde vogel
volkomen ingeburgerd geraakt. Waar
schijnlijk is hun populatie in de eerste
naoorlogse jaren ontstaan door huwe
lijken aangegaan door verwilderde Ne
derlandse vogels met winterse trekkers
die blijvers werden.
Anno 1965 is het zo, dat in ons land
enkele honderden paren wilde Knobbel
zwanen broeden.
Het centrum van hun verspreidings
gebied vormen de plassen in de Kop
van Overijsel, de randmc.en van Noord
oost- en Flevopolder, de Friese IJssel-
meerkust. De uitbreiding van deze po
pulatie zal nog wel verder gaan, want
anders dan bij ganzen, mag er op de
zwanensoorten in het geheel niet ge
jaagd worden. Ook zijn er weinig roof
vogels of viervoetige roofdieren die
zich aan een weerbare zwaan zullen
vergrijpen. Voorlopig blijft de enige rem
op hun forse uitbreidingsmogelijkheden
het invallen van een strenge en aanhou
dende vorstperiode waarvan alle water
vogels veel te lijden hebben.
OP HET BENEDENEIND
LOSGELATEN.
Onze naaste omgeving wordt de laat
ste jaren ook gestoffeerd door Knob
belzwanen.
Een paar Veenendaalse vogelliefheb
bers, die indertijd e— paar zwanen
hebben losgelaten in de Grift op het
Benedeneind, beleven plezier van hun
werk.
Al duurde het enige tijd voor de die
ren tot broeden kwamen en mislukten
er wel esns broedsels geheel of gedeel
telijk door verstoring, roverij door die
ren of tijdelijke verontreiniging van het
Griftenwater, nu zijn ze wel voorgoed
gevestigd. Het vroeger zo scïr" Verach
tige Benedeneind, geteisterd door de
oorlog, landschappelijk verarmd door
het verdwijnen van bruggen, bruggetjes,
„scheepvaartverkeer", oude huisjes,
heeft enige compensatie gevonden in de
verschijning van de zwanen, die er sinds
enkele jaren geheel bijhoren.
Nu de vele regens de landerijen aan
weerskanten van de Grift onder water
gezet hebben zijn de dieren prachtig in
hun element. Aan het zuideinde van de
Grift leveren nakomelingen van de Wa-
geningse stadszwanen hun aandeel in
de uitbreiding van de zwanenstand. We
kunnen ze ook gezegeld aantreffen op
de plassen van de Blauwe Kamer en el
ders op de plassen benoorden en bezui
den de Rijn.
VOLLEDIG GEVLEUGELD.
Vroeger was een grote zorg van de
eigenaar van zwanen de jongen kort na
hun geboorte in handen te krijgen om
ze te bewieken, d.w.z. het laatste lid
van een van beide vleugels te ampute
ren, waardoor ze hun vliegvermogen
verliezen.
De jongere generatie van Griftzwa-
nen is echter, zoals de Engelsen het kort
uitdrukken „fully winged", volledig ge
vleugeld.
Gelukkig, want zo kunnen de vogels
zich verspreiden en bovendien, een vlie
gende zwaan biedt een zeker zo inte
ressant schouwspel als een zwemmend
dier.
Het opvliegen, van een aantal zwanen
geeft wel een heel bijzondere aanblik!
Vliegt een eend of gans vlot op uit hel
water en met vlugge vleugelslag, bij een
zwaan is het een ingewikkelder operatie die
een langer aanloop vergt. Alle vier de lede
maten komen eraan te pas! De lange vleu
gels slaan op het water, dat opspat, de
poten worden snel voortbewogen over het
watervlakpas na tien a twintig m.
gecombineerd vliegenroeien is de zwaan
vlot.
Met de hals naar voren gestrekt
vliegt hij dan krachtig met rustige vleu-
Kop en rechte hals van Wilde Zwaan,
a. zwart, b. geel, spits eindigend in de
richting van de snavelpunt.
gelslag. De troep vliegt in een lange
linie, soms ook in lichte V-vorm, maar
veel minder consequent dan ganzen dit
doen.
Niets is sierlijker dan zo'n vlucht wit
te zwanen in het zonlicht, afstekend
tegen een donkere wolk.
De vliegende zwaan lijkt nog veel
slanker dan het zwemmende dier; een
en al stroomlijn!
GRIJZE ZWANEN.
Waar blijven inmiddels de grijze zwa
nen? Wel, dit is geen aparte soort, zo
als de Zwarte Zwaan. Jonge dieren van
de Europe _e zwanensoorten zijn in hun
eerste en soms ook in hun tweede le
vensjaren grijs of bruingrijs gekleurd.
Als U een aantal zwanen aantreft, zit
ten er vaak enkele, soms veel van die
grauwe exemplaren tussen. Eigenlijk
bederven zij het kleureffect een beetje,
maar hoe groter hun aantal is, hoe suc
cesvoller moet het voorbijbroedseizoen
geweest zijn! Door een leek worden
belzwaan even voorspoedig als in Ne
derland: „Introduced from Europe, es
caped and naturalised, now spreading
rapidly in the district of the Great La
kes and elsewher".
Gehoopt en verwacht mag worden dat
de Amerikanen meer plezier zullen bele
ven van deze immigranten, dan van de
„European sparrow" (huismus) en
„European starling" (spreeuw) die zich
op explosieve wijze hebben uitgebreid
en waarvan vooral de laatste tot een
plaag is geworden.
DE WILDE ZWAAN.
De tweede soort is de wilde zwaan.
Deze bewoont Noord'':jk Midden-Euro
pa, het woongebied sluit dus zuidwaarts
ongeveer aan op dat v: n de Knobbel
zwaan. Grootte als van Knobbelzwaan,
geen „zwaanshals" maar rechte hals,
voor verdeling van zwart en geel op de
snavel, zie de figuur.
De wilde zwaan is hier te lande een
niet talrijke wintergast, talrijker naar
mate de winter strenger is. In de felle
vorstperiode van januari/februari 1956
verscheen een twintigtal van deze die
ren in de sterk vervuilde en daardoor
niet toegevroren Grift benedenstrooms
van de Rode Haan. De uitgeputte die
ren zijn daar door Veenendaalse vogel
vrienden en politie onthaald op brood
en graan. Na de inval van de dooi heb
ben ze het open water van De Hel
enkele weken als sanatorium gebruikt
om eind maart gesterkt naar hun broed
gebied te vertrekken.
DE KLEINE ZWAAN
DE TALRIJKSTE.
De laatste soort is de Kleine Zwaan.
De vogel is inderdaad nogal wat klei
ner dan Knobbel- en wilde zwaan. Ver
der lijkt hij sprekend op de laatste soort.
Men herkent ze direct aan hun formaat
als er Knobbelzwanen of wilde zwanen
in de buurt zijn.
Is dat niet het geval, dan is een goe
de kijker en goede belichting nodig om
de snaveltekening te onderscheiden (zie
tekening)
Deze kleine zwaan is in Nederland
de talrijkste zwaan in het winter
seizoen.
v
I 'wr x 7
v it. isS ;<v
- r*m
j|
'M-
mm
•V-V* f
deze grauwe dieren in de troep grif
voor ganzen aangezien, vooral op enige
afstand.
Zwanenfokkers hebben zich van ouds
her toegelegd op het kweken van een
ras dat reeds in het eerste jaar een wit
verenpak draagt.
De in het gebied tussen Breukelen en
Woerden gefokte zwanen werden als ze
uitgegroeid waren in de herfst opge
vangen en dan verkocht naar Engeland
of Amerika. Ze kregc.i dan als kwali
ficatie mee „white-born Dutch swans"
(wit geboren Hollandse zwanen), wat
hun handelswaarde verhoogde.
We schrijven „werden" en „kregen",
want genoemde landen zijn geen grote
afnemers meer.
In Noord-Amerika is de Europese
Knobbelzwaan van lieverlede ingebur
gerd en ook verwilderd.
In recente Amerikaanse vogelboeken
komt nu ook de „European Mute Swan"
voor. Mute Swan, de Engelse naam, wil
zeggen: „stomme zwaan, zwijgzame
zwaan". De Knobbelzwaan immers is
zwijgzaam, afgezien van de legenda
rische „zwai. nzang" bij zijn sterven,
die wel op dichterlijke fantasie berust.
In Noord-Amerika gaat het de Knob-
De beide eerstgenoemde soorten gaan
pas trekken als het dichtvriezen van de
wateren in hun woongebied hiertoe
dwingt. De kleine zwaan bewoont het
toendragebied van Europa en Azië dat
Kop en rechte hals van Kleine Zwaan,
a. zwart, b. geel, stomp eindigend in
de richting van de snavelpunt.
uiteraard iedere winter verstard ligt in
sneeuw en ijs. Het gevolg is dat deze
soort een zeer regelmatige trekvogel is
die uit ervaring weet waar het 's win
ters goed toeven is. Toen de Zuiderzee
nog Zuiderzee was, was het mondings-
gebied van de IJsel met zoet ondiep
water en daardoor weelderig planten
groei zulk een oord.
Na de afsluiting hebben de kleine
zwanen hun winterkwartier uitgebreid
naarmate de vegetatie zich uitbreidde
langs de IJselmeerkust.
De dieren zyn echter gebonden aan
ondiep water. Schippers kunnen vaak
niet zwemmen en, vreemd genoeg,
zwanen zijn als watervogels de enige
soorten die niet kunnen duiken!
Als het dier op de kop gaat staan
(grondelen heet dat) kan het hoogstens
met zijn lange hals tot een diepte van
één meter komen. De voorkeur gaat
echter uit naar „kniediep" water. Poten
en snavel moeten dan samenwerken om
aan geschikt voedsel te komen. Door
snel met de brede voeten op en neer te
trappelen spoelt de bodem uit en de
blootgekomen plantenwortels worden
met de snavel gegrepen en afgerukt.
Komt de kop boven voor ademhalen en
verwerken van het voedsel dan is die
vaak grijs bemodderd.
Deze techniek wordt ook toegepast in
ondergelopen weiland. Als het weiland
droogvalt zit het terrein vol grote ga
ten en de grasmat is beschadigd. Geen
wonder dat kleine zwanen in veehou
ders vaak niet hun grootste vrienden
aantreffen.
OVERWINTEREN IN IJSSELGEBIED.
Naar het schijnt overwintert een groot
percentage van de wereldbevolking aan
kleine zwanen in het IJselmeergebied.
Vriest dit dicht dan vinden ze stee
vast in de ongeveer vorstvrije Ierse wa
teren een heenkomen. Knobbelzwanen
hebben niet zo'n uitwijkplaats. Ze trek
ken zich terug in wakken, die ze open
houden door hun zwem' wegingen; als
het hard vriest wordt het wak kleiner,
bij dooi of geringe vorst weten ze het
snel uit te breiden.
In regenrijke winters komen kleine zwanen
ook in behoorlijke aantal in onze omgeving.
Ondergelopen weilanden zijn dan de voed-
selgebieden: overstroomde landen bij de
Grift, Rijnuiterwaarden tussen Kesteren en
Randwijk, tussen Amerongen en Wijk bij
Duurstede.
Ook de Waaluiterwaarden, breder en
met nogal wat niveauverschil biedt de
dieren goede mogelijkheden.
Nu u dit artikel leest is de water
stand in de uiterwaarden wat al te
hoog. Op enkele van de genoemde
plaatsen zijn de dieren deze winter al
gesignaleerd.
Als het water één of anderhalve me
ter valt, zullen ze in de uiterwaarden
zeker weer verschijnen.
Een autorit Ochten-Dodewaard-Hien
langs de Waal en dan terug Randwijk-
Opheusden-Kesteren langs de Rijn kan
dan tientallen of zelfs honderden zwa
nen te zien geven. Mocht u toevallig de
zwanen missen, dan is deze tocht door
het rivierenland toch de moeite waard,
ook zonder de sensatie van het abnor
maal hoge water die nu menig auto
mobilist zo'n dijkrit doet maken.
Heer, roep ons terug,
wij dwalen af
en zijn de richting kwijt.
De weg die nu de wereld gaat,
leidt tot een eindeloze staat
van duisternis en wee.
Zie onso Heer, meedogend aan,
en laat ons niet verloren staan;
Een grondeloze zee
strekt zich voor onze voeten uit.
De wereld voert ons, als haar buit,
begerig met zich mee.
O, geef dat wij op tijd 't gevaar,
van deze levenswijze herkennen,
dat wij het inzien dat ons hart
uw waarheid openlijk erkenne:
Dat niets het leven waarde geeft,
als wij in 't donker zwerven,
dat niets, maar niets ook, waarde heeft
zo wij Uw bijzijn derven.
O, Heer, roep ons tot U terug,
wij dwalen van U af;
met onze rug naar U gekeerd,
zien wij alleen het graf.
Maar wenden wij tot U 't gezicht,
dan zien wij weer het grote licht
dat van Uw wezen straalt.
Dan krijgt het leven glans en zin,
dan zien wij weer de hemel in.
En stille vrede daalt,
in 't hart, dat eens onrustig sloeg,
en ons langs puin en afgrond joeg,
maar nu zijn richting heeft bepaald.
A. H.
is uw waarborg voor een deskundig
advies, vakmanschap en service bij
de erkende radio/tv-specialist
Dan weet u waar u koopt.
Op 10 maart a.s„ ter gelegenheid van
het huwelijk van Prinses Beatrix en Claus
von Amsberg, zal in Bennekom een ta
lentenjacht worden georganiseerd.
De talentenjacht zal worden gehou
den in een grote tent, die plaats biedt
aan ruim 1000 personen. Aan de talen
tenjacht wordt deelgenomen door ver
schillende jeugdbands. Om zo goed mo
gelijk voor de dag te kunnen komen
op 10 maart zal op enkele zaterdag
middagen een voorselectie plaatsvin
den in het Verenigingsgebouw te Ben
nekom.
De tien best geplaatste bands zullen
optreden tijdens de feestelijkheden,
waar ook Willy en Willeke Alberti te
beluisteren zullen zijn. De muziek
groepen die wensen deel te nemen aan
de talentenjacht kunnen zich opgeven
bij het Oranje comité te Bennekom.
GEEN VOORRANG
Een bezorgauto van de heer H. B.
stond maandagavond j.l. voorgesor
teerd op de Sandbrinkstraat om het
verkeer op de Kerkewijk voorrang te
verlenen. Hierbij werd door hem de
bromfietser H. J. S. niet opgemerkt.
Toen B. wilde oprijden ontstond een
aanrijding. Bij dit ongeval viel lichte
schade aan beide voertuigen te be
treuren.
dé makers van kleine sigaren.
FEUILLETON DOOR LEIDA GRAAFLAND
Er is meer, dacht Willie. Het is ook
een soort jaloezie, omdat ik nog niet
getrouwd ben en m'n mooie figuur heb
behouden, terwijl zij bezig is een propje
te worden. En vooral, als ze weer
groeiende is, vergelijkt ze zichzelf met
mij. Ik heb het vaak in haar blikken
gezien. Toen ze pas getrouwd was, had
ze eens in een vertrouwelijke bui tegen
haar gezegd: Twee kinderen wil ik, en
beslist niet meer. Dat zal ik Piet goed
aan z'n verstand brengen. Ze had er
toen niet op gereageerd. En wat kon
het haar bovendien schelen? Dat was
een zaak tussen Marietje en haar broer.
Doch over dit alles had ze nooit met
haar broer gesproken. „Piet, maak je
niet iedere keer er kwaad over. En doe
geen gekke dingen, vooral nu niet.
Denk aan je vrouw's toestand. Als jul
lie nog een poosje geduld willen heb
ben
„Meid, zeur niet je blijft hier.
Ik laat wel een kamer op de zolder
bouwen. En als het niet anders kan,
richt ik de opkamer in voor de kinde
ren. We zitten er toch nooit."
Willie begon te glimlachen. „En al
die mooie meubeltjes dan?" Ze wist,
dat Marietje er zo trots op was.
„Dat is van minder belang. Jij houdt
je kamer. Daar wordt niet meer over
geredeneerd. We gaan broodeten. Dat
gezeur iedere keer, ik heb er natuurlijk
weer koppijn van gekregen."
„Ik heb boven tabletten. Ik haal ze
wel even.''
Na die middag werd de verstandhou
ding tussen Marietje en haar schoon
zuster steeds slechter. Op een morgen,
toen Piet naar de veemarkt in Den
Boch was, en ze in de grote keuken
koffie dronken, vroeg de boerin plotse
ling: „Wat ben je eigenlijk van plan
van je leven te maken Studeer je voor
begijntje? Waarom wordt je geen meid
bij de nieuwe pastoor Hij heeft nog
steeds geen goeie. Heb je een best leven.
Hij heeft centen van z'n eigen. Je kunt
er best een flinke werkster bij nemen.
Zou net iets voor jou zijn. Je trouwt
toch nooit."
Willie had een scherp woord op haat-
lippen, maar ze hield zich in, denkende
aan haar positie. Ze antwoordde alleen:
„Ik weet niet, of het in Afferden ge
woonte is, maar in deze streek wordt
een boerendochter geen pastoormeid."
De ander lachte spottend. „Nee, dat
denk ik. Bij ons trouwen de boeren
dochters, of ze gaan in een klooster.
Ze blijven in ieder geval niet hangen in
het gezin van hun broer."
„Dank je wel, Marietje,'' was haar
rustige commentaar. Ik maakt me niet
kwaad, dacht ze. Ze krijgt me vast niet
zo ver. Liever loop ik naar ui' -
„Nou? Het is toch zo? Je weet zelf,
dat wij je kamer nodig hebben. Het lijkt
wel, of je het doet om my te pesten.
Waarom laat je zelf niet ergens een
huisje bouwen Neem je er een stukje
grond bij met wat kippen. Desnoods
een paar varkens. Heb je gelijk wat om
handen. Als je geen geld hebt, kun je
het wel van my krijgen."
Willie begon rood aan te lopen. „Als
ik dat wil, Marietje, heb ik zelf geld
genoeg. Ik heb gelukkig van niemand
wat nodig."
„O nee? En dat, wat Piet je iedere
maand geeft?"
Ondanks haar kwaadheid begon ze
te lachen. „Wat een kapitaal moet hij
iedere maand voor me losmaken, he?
Je vergeet
„Dat de boerderij ook van jou is. Dat
versje heb ik sinds m'n trouwen al dui
zend keer gehoord. Ik snap niet, dat
Piet je nieL veel eerder uitgekocht heeft.
Nu kunnen we alles met jou delen."
„Kom je wat tekort, Marietje? Je
zegt het maar, dan kun je het van mij
krijgen," antwoordde ze op zachte, doch
geladen toon. Gelijk wist ze, dat ze
hiermee tegen het zere been geschopt
had, want haar schoonzuster ging er
altijd prat op, dat ze een flinke bruid
schat mee gekregen had in haar hu
welijk. Een kapitaaltje, dat belegd was
in aandelen en obligaties en waarvan
ze enkele malen per jaar flinke tan
tièmes en rente kreeg.
„Ik heb jouw geld gelukkig niet no
dig," beet ze de vrouw toe. „Dan zou
ik altyd by myn vader kunnen aanklop
pen."
„Dan heb je toch niet te klagen?
Luister nou eens, Marietje: je bent
boerin van de grootste hof kilometers
in de omtrek. Je hebt een man, die boer
is in hart en nieren en het bedrijf
prachtig beheert. Laten we elkaar niet
voor de gek houden: er is de laatste
jaren heel wat op verdiend. Je hebt
snoezige kinderen, je kunt kopen wat
je wilt, je hebt nu twee meiden, zodat
je zelf niet veel meer hoeft te doen, als
je niet wilt. Je hebt een man, die van
de eerste dag van je huwelijk af goed
voor je was. Wil je nieuw behang, je
hoeft maar tegen Piet te kikken en het
komt er. Wil je andere meubels, Piet
rijdt met je naar de strd en je kunt
uitzoeken. Hij vindt alles goed.
Jullie zijn allemaal kerngezond, hebt
goede vrienden in de omgeving
wat wil je nog meer? Op één kamer
na heb je het hele huis. En wat heb ik?
Die éne kamer, die je me ternauwer
nood gunt. En wat geld. Dat is alles.
Geen doel in m'n leven. Geen man, geen
kinderen. Ik ben twee en dertig en ga
behoren tot de categorie oude vrijsters.
Waarom maak jij me het leven zuur?
Zit ik je werkelijk zo n de weg? Mij
dunkt, ik laat me al zo min mogelijk
zien by jullie tweeën. Als het nodig is,
help ik een handje mee op de boerderij.
Heb ik er ooit een cent voor gevraagd?
Voor de rest vermaak ik me op m'n
eigen manier, zonder jullie lastig te val
len. Toe, Marietje, je meent het niet zo
kwaad. I at mij alsjeblieft m'n kamer.
Het is het enige, wat ik nog heb van
dit dat toch van mijn geboorte af
mijn huis was."
Ze keken elkaar even aan. Het vol
gende ogenblik lagen ze in eikaars
armen, Marietje huilend. „Ik ben een
draak, Wil, ik weet het wel. Maar ik
kan er niets aan do«_n. Misschien komt
het door m'n toestand. Ik wou er niet
meer We hebben er al drie
dat is toch zeker mooi voor deze tijd?
We hebben al twee jongen en als ze
groot zijn is er maar één boerderij.
Waarom nog meer kinderen?"
Willie bepaalde er zich toe haar
schoonzuster, die een hoofd kleiner was,
te sussen. Wat moest ze nu zeggen
Daar kon ze zich immer niet mee be
moeien
Vijf minuten later dronken ze hun
tweede kopje, gezellig keuvelend. Maar
een week later begon de herrie opnieuw.
Langzamerhand ging het op haar ze
nuwen werken. Ik moet hier maar weg,
dacht ze, dat is de beste oplossing.
HOOFDSTUK 5
Willie Verpalen begon Jaap Wieland
een sympathieke jongen te vinden.
Eigenlijk was ze er zelf verbaasd over.
Nooit had een der vele mannen, die ze
in haar leven had ontmoet, veel voor
haar betekend. Misschien Wout, die eer
ste weken. In veel o. zichten was hij
een heer geweest. Had hij uiteindelijk
open kaart gespeeld en opgebiecht, wat
hij al in zijn le ;n had uitgehaald, maar-
dat hij zijn leven wilde beteren, dan zou
ze het misschien met hem geprobeerd
hebben. Heel voorzichtig natuurlijk. En
dan was er die meneer geweest met die
rouwrandjes onder zijn nagels. De grap
jas, die grondwerker bleek te zyn, in-
plaats van hoofdboekhouder. Van het
zelfde laken een pak. Wanneer hij me
teen die eerste keer precies had verteld,
wat hij deed voor de kost, zou het voor
haar mogelijk geen bewaar gevormd
hebben. Waarom moesten de mannen
altijd opscheppen? Dat, wat niet waar
was, kwam immers toch altyd uit?
Maar met Jar.p was het anders. Die
zondag was hi, h"\ar achterop gereden
in het bospad. In een keurig fantasie-
costuum gekleed. Ze waren eerst wat
rondgereden, hadder ergens thee ge
dronken, hoewel ze helemaal niet van
thee hield, waarna hij voorstelde om
naar Nijmegen te gaan.