Over zwarte zwanen witte zwanen en grijze zwanen Natuurleven in eigen omgeving (IV) HET BOZE BELETSEL VAN BENNEKOM Talentenjacht te Bennekom 12 Pl I Opnieuw beginnen VLIEGENDE WILDE -zwaan 1964 1965 1966 1966 zal deze sigarenkenner op sigarengebied niets nieuws brengen. Hij zal gewoon bij Panter blijven. Dat heb je met Panter-rokers. Logisch. Kleine sigaren koop je van de specialist in kleine sigaren. En dat is Panter. Die maakt er 12 in 3 smaken, 8 modellen en 12 prijzen. Nieuwsblad „DE VALLEI" vrijdag 31 december 1965 van onze biologische medewerker „Zeven zwarte zwanen zwommen in de Zuiderzee, in de Zui derzee zwommen zeven zwarte zwanen." Dit was een van de gezegden, die wij als kinderen bij wijze van spel snel moesten uitspreken om er dan onze tong op te „breken". De Zuiderzee is echter nooit een gebied geweest waar zwarte zwanen zich hebben thuis gevoeld. Toevallig is er de laatste jaren bij de Afsluitdijk in het IJselmeer herhaaldelijk één zwarte zwaan ge signaleerd, maar dit moet een ontsnappeling zijn die de vrij heid heeft verkozen en gevonden. De Zwarte Zwaan is een dier dat thuishoort in Zuid-Australië en dat soms als siervogel gehouden wordt in dierentuinen en op een enkele buitenplaats met waterpartij. Eerlijk gezegd zouden we onze blanke zwa nen niet graag willen ruilen tegen hun Australische zwarte neven. Laten we het dus in dit artikel hebben over de inheem se witte zwanensoorten. Inderdaad, zwanensoorten, want in Europa komen drie soorten zwanen voor, die in voorkomen en leefwijze veel interessants te zien geven. LERZ3N HERKENNEN. Bijgaande, pretentieloze tekening heeft geen ander doel dan bij voorkomende gelegenheid deze soorten te leren her kennen. De soort die we allen van jongsaf kennen als de vogel van stadsgrachten, waterpartijen in stads- en kasteelpar ken is de KNOBBELZWAAN, kenbaar aan de echte gebogen „zwaanshals", de Knobbel aan de snavelbasis, vooral ont wikkeld bij het mannetje tijdens de paar- en broedtijd. Kop en gebogen hals van Knobbel zwaan, a. rood. Het woongebied van deze soort is Midden-Europa en Midden-Azië; Enge land, Duitsland, Polen, Midden-Rusland, Midden-Siberië. Vreemd genoeg ontbrak tot voor kort het dier als wilde vogel in Nederland, dat toch vergeleken met genoemde landen rijk met water is be deeld. In de vogelboeken kon men iets le zen als: „In ons land broedende Knob belzwanen zyn tamme of verwilderde dieren; echt wilde bezoeken ons land in gering aantal in strenge winters". Het vogelboek waarin we zoiets lezen is echter wel aan vervanging toe. Sinds een vijftiental ren is de Knob belzwaan in ons land als wilde vogel volkomen ingeburgerd geraakt. Waar schijnlijk is hun populatie in de eerste naoorlogse jaren ontstaan door huwe lijken aangegaan door verwilderde Ne derlandse vogels met winterse trekkers die blijvers werden. Anno 1965 is het zo, dat in ons land enkele honderden paren wilde Knobbel zwanen broeden. Het centrum van hun verspreidings gebied vormen de plassen in de Kop van Overijsel, de randmc.en van Noord oost- en Flevopolder, de Friese IJssel- meerkust. De uitbreiding van deze po pulatie zal nog wel verder gaan, want anders dan bij ganzen, mag er op de zwanensoorten in het geheel niet ge jaagd worden. Ook zijn er weinig roof vogels of viervoetige roofdieren die zich aan een weerbare zwaan zullen vergrijpen. Voorlopig blijft de enige rem op hun forse uitbreidingsmogelijkheden het invallen van een strenge en aanhou dende vorstperiode waarvan alle water vogels veel te lijden hebben. OP HET BENEDENEIND LOSGELATEN. Onze naaste omgeving wordt de laat ste jaren ook gestoffeerd door Knob belzwanen. Een paar Veenendaalse vogelliefheb bers, die indertijd e— paar zwanen hebben losgelaten in de Grift op het Benedeneind, beleven plezier van hun werk. Al duurde het enige tijd voor de die ren tot broeden kwamen en mislukten er wel esns broedsels geheel of gedeel telijk door verstoring, roverij door die ren of tijdelijke verontreiniging van het Griftenwater, nu zijn ze wel voorgoed gevestigd. Het vroeger zo scïr" Verach tige Benedeneind, geteisterd door de oorlog, landschappelijk verarmd door het verdwijnen van bruggen, bruggetjes, „scheepvaartverkeer", oude huisjes, heeft enige compensatie gevonden in de verschijning van de zwanen, die er sinds enkele jaren geheel bijhoren. Nu de vele regens de landerijen aan weerskanten van de Grift onder water gezet hebben zijn de dieren prachtig in hun element. Aan het zuideinde van de Grift leveren nakomelingen van de Wa- geningse stadszwanen hun aandeel in de uitbreiding van de zwanenstand. We kunnen ze ook gezegeld aantreffen op de plassen van de Blauwe Kamer en el ders op de plassen benoorden en bezui den de Rijn. VOLLEDIG GEVLEUGELD. Vroeger was een grote zorg van de eigenaar van zwanen de jongen kort na hun geboorte in handen te krijgen om ze te bewieken, d.w.z. het laatste lid van een van beide vleugels te ampute ren, waardoor ze hun vliegvermogen verliezen. De jongere generatie van Griftzwa- nen is echter, zoals de Engelsen het kort uitdrukken „fully winged", volledig ge vleugeld. Gelukkig, want zo kunnen de vogels zich verspreiden en bovendien, een vlie gende zwaan biedt een zeker zo inte ressant schouwspel als een zwemmend dier. Het opvliegen, van een aantal zwanen geeft wel een heel bijzondere aanblik! Vliegt een eend of gans vlot op uit hel water en met vlugge vleugelslag, bij een zwaan is het een ingewikkelder operatie die een langer aanloop vergt. Alle vier de lede maten komen eraan te pas! De lange vleu gels slaan op het water, dat opspat, de poten worden snel voortbewogen over het watervlakpas na tien a twintig m. gecombineerd vliegenroeien is de zwaan vlot. Met de hals naar voren gestrekt vliegt hij dan krachtig met rustige vleu- Kop en rechte hals van Wilde Zwaan, a. zwart, b. geel, spits eindigend in de richting van de snavelpunt. gelslag. De troep vliegt in een lange linie, soms ook in lichte V-vorm, maar veel minder consequent dan ganzen dit doen. Niets is sierlijker dan zo'n vlucht wit te zwanen in het zonlicht, afstekend tegen een donkere wolk. De vliegende zwaan lijkt nog veel slanker dan het zwemmende dier; een en al stroomlijn! GRIJZE ZWANEN. Waar blijven inmiddels de grijze zwa nen? Wel, dit is geen aparte soort, zo als de Zwarte Zwaan. Jonge dieren van de Europe _e zwanensoorten zijn in hun eerste en soms ook in hun tweede le vensjaren grijs of bruingrijs gekleurd. Als U een aantal zwanen aantreft, zit ten er vaak enkele, soms veel van die grauwe exemplaren tussen. Eigenlijk bederven zij het kleureffect een beetje, maar hoe groter hun aantal is, hoe suc cesvoller moet het voorbijbroedseizoen geweest zijn! Door een leek worden belzwaan even voorspoedig als in Ne derland: „Introduced from Europe, es caped and naturalised, now spreading rapidly in the district of the Great La kes and elsewher". Gehoopt en verwacht mag worden dat de Amerikanen meer plezier zullen bele ven van deze immigranten, dan van de „European sparrow" (huismus) en „European starling" (spreeuw) die zich op explosieve wijze hebben uitgebreid en waarvan vooral de laatste tot een plaag is geworden. DE WILDE ZWAAN. De tweede soort is de wilde zwaan. Deze bewoont Noord'':jk Midden-Euro pa, het woongebied sluit dus zuidwaarts ongeveer aan op dat v: n de Knobbel zwaan. Grootte als van Knobbelzwaan, geen „zwaanshals" maar rechte hals, voor verdeling van zwart en geel op de snavel, zie de figuur. De wilde zwaan is hier te lande een niet talrijke wintergast, talrijker naar mate de winter strenger is. In de felle vorstperiode van januari/februari 1956 verscheen een twintigtal van deze die ren in de sterk vervuilde en daardoor niet toegevroren Grift benedenstrooms van de Rode Haan. De uitgeputte die ren zijn daar door Veenendaalse vogel vrienden en politie onthaald op brood en graan. Na de inval van de dooi heb ben ze het open water van De Hel enkele weken als sanatorium gebruikt om eind maart gesterkt naar hun broed gebied te vertrekken. DE KLEINE ZWAAN DE TALRIJKSTE. De laatste soort is de Kleine Zwaan. De vogel is inderdaad nogal wat klei ner dan Knobbel- en wilde zwaan. Ver der lijkt hij sprekend op de laatste soort. Men herkent ze direct aan hun formaat als er Knobbelzwanen of wilde zwanen in de buurt zijn. Is dat niet het geval, dan is een goe de kijker en goede belichting nodig om de snaveltekening te onderscheiden (zie tekening) Deze kleine zwaan is in Nederland de talrijkste zwaan in het winter seizoen. v I 'wr x 7 v it. isS ;<v - r*m j| 'M- mm •V-V* f deze grauwe dieren in de troep grif voor ganzen aangezien, vooral op enige afstand. Zwanenfokkers hebben zich van ouds her toegelegd op het kweken van een ras dat reeds in het eerste jaar een wit verenpak draagt. De in het gebied tussen Breukelen en Woerden gefokte zwanen werden als ze uitgegroeid waren in de herfst opge vangen en dan verkocht naar Engeland of Amerika. Ze kregc.i dan als kwali ficatie mee „white-born Dutch swans" (wit geboren Hollandse zwanen), wat hun handelswaarde verhoogde. We schrijven „werden" en „kregen", want genoemde landen zijn geen grote afnemers meer. In Noord-Amerika is de Europese Knobbelzwaan van lieverlede ingebur gerd en ook verwilderd. In recente Amerikaanse vogelboeken komt nu ook de „European Mute Swan" voor. Mute Swan, de Engelse naam, wil zeggen: „stomme zwaan, zwijgzame zwaan". De Knobbelzwaan immers is zwijgzaam, afgezien van de legenda rische „zwai. nzang" bij zijn sterven, die wel op dichterlijke fantasie berust. In Noord-Amerika gaat het de Knob- De beide eerstgenoemde soorten gaan pas trekken als het dichtvriezen van de wateren in hun woongebied hiertoe dwingt. De kleine zwaan bewoont het toendragebied van Europa en Azië dat Kop en rechte hals van Kleine Zwaan, a. zwart, b. geel, stomp eindigend in de richting van de snavelpunt. uiteraard iedere winter verstard ligt in sneeuw en ijs. Het gevolg is dat deze soort een zeer regelmatige trekvogel is die uit ervaring weet waar het 's win ters goed toeven is. Toen de Zuiderzee nog Zuiderzee was, was het mondings- gebied van de IJsel met zoet ondiep water en daardoor weelderig planten groei zulk een oord. Na de afsluiting hebben de kleine zwanen hun winterkwartier uitgebreid naarmate de vegetatie zich uitbreidde langs de IJselmeerkust. De dieren zyn echter gebonden aan ondiep water. Schippers kunnen vaak niet zwemmen en, vreemd genoeg, zwanen zijn als watervogels de enige soorten die niet kunnen duiken! Als het dier op de kop gaat staan (grondelen heet dat) kan het hoogstens met zijn lange hals tot een diepte van één meter komen. De voorkeur gaat echter uit naar „kniediep" water. Poten en snavel moeten dan samenwerken om aan geschikt voedsel te komen. Door snel met de brede voeten op en neer te trappelen spoelt de bodem uit en de blootgekomen plantenwortels worden met de snavel gegrepen en afgerukt. Komt de kop boven voor ademhalen en verwerken van het voedsel dan is die vaak grijs bemodderd. Deze techniek wordt ook toegepast in ondergelopen weiland. Als het weiland droogvalt zit het terrein vol grote ga ten en de grasmat is beschadigd. Geen wonder dat kleine zwanen in veehou ders vaak niet hun grootste vrienden aantreffen. OVERWINTEREN IN IJSSELGEBIED. Naar het schijnt overwintert een groot percentage van de wereldbevolking aan kleine zwanen in het IJselmeergebied. Vriest dit dicht dan vinden ze stee vast in de ongeveer vorstvrije Ierse wa teren een heenkomen. Knobbelzwanen hebben niet zo'n uitwijkplaats. Ze trek ken zich terug in wakken, die ze open houden door hun zwem' wegingen; als het hard vriest wordt het wak kleiner, bij dooi of geringe vorst weten ze het snel uit te breiden. In regenrijke winters komen kleine zwanen ook in behoorlijke aantal in onze omgeving. Ondergelopen weilanden zijn dan de voed- selgebieden: overstroomde landen bij de Grift, Rijnuiterwaarden tussen Kesteren en Randwijk, tussen Amerongen en Wijk bij Duurstede. Ook de Waaluiterwaarden, breder en met nogal wat niveauverschil biedt de dieren goede mogelijkheden. Nu u dit artikel leest is de water stand in de uiterwaarden wat al te hoog. Op enkele van de genoemde plaatsen zijn de dieren deze winter al gesignaleerd. Als het water één of anderhalve me ter valt, zullen ze in de uiterwaarden zeker weer verschijnen. Een autorit Ochten-Dodewaard-Hien langs de Waal en dan terug Randwijk- Opheusden-Kesteren langs de Rijn kan dan tientallen of zelfs honderden zwa nen te zien geven. Mocht u toevallig de zwanen missen, dan is deze tocht door het rivierenland toch de moeite waard, ook zonder de sensatie van het abnor maal hoge water die nu menig auto mobilist zo'n dijkrit doet maken. Heer, roep ons terug, wij dwalen af en zijn de richting kwijt. De weg die nu de wereld gaat, leidt tot een eindeloze staat van duisternis en wee. Zie onso Heer, meedogend aan, en laat ons niet verloren staan; Een grondeloze zee strekt zich voor onze voeten uit. De wereld voert ons, als haar buit, begerig met zich mee. O, geef dat wij op tijd 't gevaar, van deze levenswijze herkennen, dat wij het inzien dat ons hart uw waarheid openlijk erkenne: Dat niets het leven waarde geeft, als wij in 't donker zwerven, dat niets, maar niets ook, waarde heeft zo wij Uw bijzijn derven. O, Heer, roep ons tot U terug, wij dwalen van U af; met onze rug naar U gekeerd, zien wij alleen het graf. Maar wenden wij tot U 't gezicht, dan zien wij weer het grote licht dat van Uw wezen straalt. Dan krijgt het leven glans en zin, dan zien wij weer de hemel in. En stille vrede daalt, in 't hart, dat eens onrustig sloeg, en ons langs puin en afgrond joeg, maar nu zijn richting heeft bepaald. A. H. is uw waarborg voor een deskundig advies, vakmanschap en service bij de erkende radio/tv-specialist Dan weet u waar u koopt. Op 10 maart a.s„ ter gelegenheid van het huwelijk van Prinses Beatrix en Claus von Amsberg, zal in Bennekom een ta lentenjacht worden georganiseerd. De talentenjacht zal worden gehou den in een grote tent, die plaats biedt aan ruim 1000 personen. Aan de talen tenjacht wordt deelgenomen door ver schillende jeugdbands. Om zo goed mo gelijk voor de dag te kunnen komen op 10 maart zal op enkele zaterdag middagen een voorselectie plaatsvin den in het Verenigingsgebouw te Ben nekom. De tien best geplaatste bands zullen optreden tijdens de feestelijkheden, waar ook Willy en Willeke Alberti te beluisteren zullen zijn. De muziek groepen die wensen deel te nemen aan de talentenjacht kunnen zich opgeven bij het Oranje comité te Bennekom. GEEN VOORRANG Een bezorgauto van de heer H. B. stond maandagavond j.l. voorgesor teerd op de Sandbrinkstraat om het verkeer op de Kerkewijk voorrang te verlenen. Hierbij werd door hem de bromfietser H. J. S. niet opgemerkt. Toen B. wilde oprijden ontstond een aanrijding. Bij dit ongeval viel lichte schade aan beide voertuigen te be treuren. dé makers van kleine sigaren. FEUILLETON DOOR LEIDA GRAAFLAND Er is meer, dacht Willie. Het is ook een soort jaloezie, omdat ik nog niet getrouwd ben en m'n mooie figuur heb behouden, terwijl zij bezig is een propje te worden. En vooral, als ze weer groeiende is, vergelijkt ze zichzelf met mij. Ik heb het vaak in haar blikken gezien. Toen ze pas getrouwd was, had ze eens in een vertrouwelijke bui tegen haar gezegd: Twee kinderen wil ik, en beslist niet meer. Dat zal ik Piet goed aan z'n verstand brengen. Ze had er toen niet op gereageerd. En wat kon het haar bovendien schelen? Dat was een zaak tussen Marietje en haar broer. Doch over dit alles had ze nooit met haar broer gesproken. „Piet, maak je niet iedere keer er kwaad over. En doe geen gekke dingen, vooral nu niet. Denk aan je vrouw's toestand. Als jul lie nog een poosje geduld willen heb ben „Meid, zeur niet je blijft hier. Ik laat wel een kamer op de zolder bouwen. En als het niet anders kan, richt ik de opkamer in voor de kinde ren. We zitten er toch nooit." Willie begon te glimlachen. „En al die mooie meubeltjes dan?" Ze wist, dat Marietje er zo trots op was. „Dat is van minder belang. Jij houdt je kamer. Daar wordt niet meer over geredeneerd. We gaan broodeten. Dat gezeur iedere keer, ik heb er natuurlijk weer koppijn van gekregen." „Ik heb boven tabletten. Ik haal ze wel even.'' Na die middag werd de verstandhou ding tussen Marietje en haar schoon zuster steeds slechter. Op een morgen, toen Piet naar de veemarkt in Den Boch was, en ze in de grote keuken koffie dronken, vroeg de boerin plotse ling: „Wat ben je eigenlijk van plan van je leven te maken Studeer je voor begijntje? Waarom wordt je geen meid bij de nieuwe pastoor Hij heeft nog steeds geen goeie. Heb je een best leven. Hij heeft centen van z'n eigen. Je kunt er best een flinke werkster bij nemen. Zou net iets voor jou zijn. Je trouwt toch nooit." Willie had een scherp woord op haat- lippen, maar ze hield zich in, denkende aan haar positie. Ze antwoordde alleen: „Ik weet niet, of het in Afferden ge woonte is, maar in deze streek wordt een boerendochter geen pastoormeid." De ander lachte spottend. „Nee, dat denk ik. Bij ons trouwen de boeren dochters, of ze gaan in een klooster. Ze blijven in ieder geval niet hangen in het gezin van hun broer." „Dank je wel, Marietje,'' was haar rustige commentaar. Ik maakt me niet kwaad, dacht ze. Ze krijgt me vast niet zo ver. Liever loop ik naar ui' - „Nou? Het is toch zo? Je weet zelf, dat wij je kamer nodig hebben. Het lijkt wel, of je het doet om my te pesten. Waarom laat je zelf niet ergens een huisje bouwen Neem je er een stukje grond bij met wat kippen. Desnoods een paar varkens. Heb je gelijk wat om handen. Als je geen geld hebt, kun je het wel van my krijgen." Willie begon rood aan te lopen. „Als ik dat wil, Marietje, heb ik zelf geld genoeg. Ik heb gelukkig van niemand wat nodig." „O nee? En dat, wat Piet je iedere maand geeft?" Ondanks haar kwaadheid begon ze te lachen. „Wat een kapitaal moet hij iedere maand voor me losmaken, he? Je vergeet „Dat de boerderij ook van jou is. Dat versje heb ik sinds m'n trouwen al dui zend keer gehoord. Ik snap niet, dat Piet je nieL veel eerder uitgekocht heeft. Nu kunnen we alles met jou delen." „Kom je wat tekort, Marietje? Je zegt het maar, dan kun je het van mij krijgen," antwoordde ze op zachte, doch geladen toon. Gelijk wist ze, dat ze hiermee tegen het zere been geschopt had, want haar schoonzuster ging er altijd prat op, dat ze een flinke bruid schat mee gekregen had in haar hu welijk. Een kapitaaltje, dat belegd was in aandelen en obligaties en waarvan ze enkele malen per jaar flinke tan tièmes en rente kreeg. „Ik heb jouw geld gelukkig niet no dig," beet ze de vrouw toe. „Dan zou ik altyd by myn vader kunnen aanklop pen." „Dan heb je toch niet te klagen? Luister nou eens, Marietje: je bent boerin van de grootste hof kilometers in de omtrek. Je hebt een man, die boer is in hart en nieren en het bedrijf prachtig beheert. Laten we elkaar niet voor de gek houden: er is de laatste jaren heel wat op verdiend. Je hebt snoezige kinderen, je kunt kopen wat je wilt, je hebt nu twee meiden, zodat je zelf niet veel meer hoeft te doen, als je niet wilt. Je hebt een man, die van de eerste dag van je huwelijk af goed voor je was. Wil je nieuw behang, je hoeft maar tegen Piet te kikken en het komt er. Wil je andere meubels, Piet rijdt met je naar de strd en je kunt uitzoeken. Hij vindt alles goed. Jullie zijn allemaal kerngezond, hebt goede vrienden in de omgeving wat wil je nog meer? Op één kamer na heb je het hele huis. En wat heb ik? Die éne kamer, die je me ternauwer nood gunt. En wat geld. Dat is alles. Geen doel in m'n leven. Geen man, geen kinderen. Ik ben twee en dertig en ga behoren tot de categorie oude vrijsters. Waarom maak jij me het leven zuur? Zit ik je werkelijk zo n de weg? Mij dunkt, ik laat me al zo min mogelijk zien by jullie tweeën. Als het nodig is, help ik een handje mee op de boerderij. Heb ik er ooit een cent voor gevraagd? Voor de rest vermaak ik me op m'n eigen manier, zonder jullie lastig te val len. Toe, Marietje, je meent het niet zo kwaad. I at mij alsjeblieft m'n kamer. Het is het enige, wat ik nog heb van dit dat toch van mijn geboorte af mijn huis was." Ze keken elkaar even aan. Het vol gende ogenblik lagen ze in eikaars armen, Marietje huilend. „Ik ben een draak, Wil, ik weet het wel. Maar ik kan er niets aan do«_n. Misschien komt het door m'n toestand. Ik wou er niet meer We hebben er al drie dat is toch zeker mooi voor deze tijd? We hebben al twee jongen en als ze groot zijn is er maar één boerderij. Waarom nog meer kinderen?" Willie bepaalde er zich toe haar schoonzuster, die een hoofd kleiner was, te sussen. Wat moest ze nu zeggen Daar kon ze zich immer niet mee be moeien Vijf minuten later dronken ze hun tweede kopje, gezellig keuvelend. Maar een week later begon de herrie opnieuw. Langzamerhand ging het op haar ze nuwen werken. Ik moet hier maar weg, dacht ze, dat is de beste oplossing. HOOFDSTUK 5 Willie Verpalen begon Jaap Wieland een sympathieke jongen te vinden. Eigenlijk was ze er zelf verbaasd over. Nooit had een der vele mannen, die ze in haar leven had ontmoet, veel voor haar betekend. Misschien Wout, die eer ste weken. In veel o. zichten was hij een heer geweest. Had hij uiteindelijk open kaart gespeeld en opgebiecht, wat hij al in zijn le ;n had uitgehaald, maar- dat hij zijn leven wilde beteren, dan zou ze het misschien met hem geprobeerd hebben. Heel voorzichtig natuurlijk. En dan was er die meneer geweest met die rouwrandjes onder zijn nagels. De grap jas, die grondwerker bleek te zyn, in- plaats van hoofdboekhouder. Van het zelfde laken een pak. Wanneer hij me teen die eerste keer precies had verteld, wat hij deed voor de kost, zou het voor haar mogelijk geen bewaar gevormd hebben. Waarom moesten de mannen altijd opscheppen? Dat, wat niet waar was, kwam immers toch altyd uit? Maar met Jar.p was het anders. Die zondag was hi, h"\ar achterop gereden in het bospad. In een keurig fantasie- costuum gekleed. Ze waren eerst wat rondgereden, hadder ergens thee ge dronken, hoewel ze helemaal niet van thee hield, waarna hij voorstelde om naar Nijmegen te gaan.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1965 | | pagina 12