Waarnemend voorzitter K* vKoophandel Utrecht niet pessimistisch over 1966 CHEVROLET HET BOZE BELETSEL De heer D. van Kampen kwarteeuw bestuurslid zelfstandige melkhandel Wanneer is een nieuw huurcontract redelijk 0 P E L Nieuwsblad „DE VALLEI" dinsdag 11 januari 1966 4 Wel ernstige waarschuwing voor verdergaande geldontwaarding Wissel Omzetten Aanwas Utrecht Kritisch Nationale en internationale contacten in zuivelwereld RHENEN Exclusieve woningnood voor Maastricht Het eerste emu-ei Nertsen voederbedrij f vestigt zicli te Achterberg V.A.B. KIRPESTEIN FEUILLETON DOOR LEIDA GRAAFLAND De waarnemend voorzitter van de Utrechtse Kamer van Koophandel, Ir. A. F. C. de Ponp, heeft in zyn woensdag gehouden Nieuwjaarsrede het jaar 1965 een goed jaar genoemd, omdat de welvaart stabiel is gebleven. De produktie in de industrie steeg met ruim 6 terwijl de beroepsbevolking maar met 1'/» toenam. Een reëele produktiestijging van ruim 4 dus. De export nam sterk toe en de handelsbalans vertoonde een aanzienlijke verbetering. Voor het komende jaar verwachtte de heer De Ponp (zich baserende op prognoses van het Centraal Planbureau) dat het bouwvolume met 7 zal toenemen. Ook de industrie verwacht een produktieverhoging van 7 a 8 De loonsom per werknemer zal echter weer stijgen, zodat een stabiliteit van het prijspeil niet in het verschiet ligt. Er zal een zware wissel worden ge trokken op de veerkracht van de Ne derlandse industrie en op de werklust van ondernemers en werknemers, het geen niet verontrustend is, want het bedrijfsleven heeft getoond over deze capaciteiten te beschikken. Het zeer ambitieuze regeringsprogramma voor 1966 zal het extra moeilijk maken om het groeiproces gaande te houden. De spanningen in de economie zullen zich dan ook nog meer toespitsen ten koste van de investeringen en de rentabili teit van de bedrijven. Deze spanningen zullen tot een ver sterking van de krachtige inflatoire impulsen leiden. Ons land is meer en meer in een gevaarlijke situatie beland en het is teleurstellend dat de Europese commissie de Nederlandse regering bij herhaling moet vermanen zich tegen de voortgaande ontwaarding van de gul den te verzetten. Dit vermaan wordt, blijkens het regeringsprogramma, niet ter harte genomen. Het valt te vrezen dat de spiraal zich ook in 1966 in be weging zal zetten, hogere lonen, hoge re prijzen met sterke neigingen naar een inflatie. De omzetten in 1965 konden gehand haafd blijven. Niet zelden zijn zij aan merkelijk gestegen, zo ging de heer De Ponp verder. Maar ook de kosten ste gen. Dat produktie en afzet niet in vol doende mate de kostenstijgingen kon den opvangen is niet te wijten aan een verzadiging van de markt, maar aan de onmogelijkheid om de omzet een duw in de goede richting te geven. Beletsels zijn daarbij het gebrek aan bedrijfsruimte, de zeer lange wacht tijden voor bouwvergunningen, de krap pe en dure kapitaalmarkt, de prijs politiek en het tekort aan arbeids krachten. Deze zorgen drukken niet al leen op de middelgrote en kleine be drijven, maar ze zijn voor deze be drijven moeilijker te dragen. Overigens liggen juist hier, meer dan in de sector van het grote bedrijfsleven, kansen braak om door een betere samenwer king tot een vollediger benutting van de mogelijkheden te geraken. De instelling van een saneringsfonds mid den- en kleinbedrijf opent hoopvolle pers pectieven volgens de wnd. voorzitter, voor al ten aanzien van de kleinste bedrijven, die veelal noodlijdend zijn. Het zal er in de komende 35 jaar tot aan het jaar 2000 om gaan om die voor zieningen te treffen welke nodig zijn om een bevolkingsaanwas van 7 a 8 miljoen zielen, (misschien zelfs nog meer) te kunnen op vangen. Het produktie en dienstpotentieel zal aanzienlijk uitgebreid moeten worden eigenlijk nog in naar verhouding sterkere mate dan met de bevolkingsgroei corres pondeert. Ook aan andere sectoren (huis vesting. verkeer, onderwijs) zullen bijzon dere eisen worden gesteld. Om ons land leefbaar te houden zullen zeer veel recrea tieve voorzieningen getroffen moeten wor den. De zuiverheid van de lucht en de be perking van de geluidshinder zal aan het bedrijfsleven zware eisen opleggen. Ook de provincie Utrecht zal te maken krijgen met een aanzienlijke bevolkingsver dichting met naar schattii j een half mil joen zielen. Dit gewest zal onverminderd een rol blijven spelen als verkeersknoop punt en recreatiegebied. De Kamer van Koophandel adviseerde het Provinciaal Be stuur met klem om tot een provinciaal schema te komen dat aansluit op het lan delijke en tijd, plaats en omvang aan te geven waar de economische expansie moet worden voortgezet en de industriële bevol king kan worden gehuisvest. Het college heeft hiervoor een open oor. Van groot be lang acht de Heer de Ponp de regionale sa menwerking tussen de gemeenten, welke zich in enkele delen van de prov. Utrecht reeds aftekent. Dit moet echter in versneld tempo gaan. Met verontrusting wees de voorzitter op het dreigende tekort aan bouwgrond voor industrieterreinen. De ver betering van wegen moet in de hele pro vincie ter hand worden genomen, terwijl het telefoonverkeer moeilijk is omdat er een grote achterstand is. De Heer de Pont meende hier en daar een kritische kanttekening te moeten plaat sen en een waarschuwend geluid te laten horen. Daaruit mag niet worden afgeleid dat hij pessimistisch zou zijn tegenover de conjunctuur in 1966, want daarvoor be staat thans geen reden. Integendeel er is een verdere groei te verwachten. Er zijn echter tekenen, die tot voorzichtigheid ma nen. De rentabiliteit van de bedrijven mag niet in gevaar komen, omdat dit ernstige gevolgen kan hebben voor de werkgelegen heid en voor onze welvaart in het alge meen zo concludeerde de Heer de Ponp. toen collectief af te nemen van da plaat selijke fabriek (welk bedrijf vorig jaar haar 25-jarig bestaan herdacht). In eigen kring kwamen voorstellen omtrent het mede-bewind van de han delaren en na voorbereidend werk van de heren Van Kampen, C. van Dflk en A. v. d. Haar werden op 1 jan. 1941 de plannen uitgevoerd. Er werd gestart met een voor Nederland unieke vorm van een naamloze vennootschap met maxi maal stemrecht. De aandelen werden op fifty-fifty basis verdeeld, de eigenaar 50%, de melkslijters 50%. De heer Van Kampen had direct zitting in het be stuur, vijf jaar als secretaris, daarna als voorzitter. Hij heeft hier verdienstelijk werk verricht, want de uitbreiding van de N.V. Vemiez naar een wijdere om geving is mede dank zij zijn arbeid en relaties tot stand gekomen. De heer Van Kampen had een grote stem in het ka pittel ook b\j de landelijke organisatie, waarvan hij tot 1962 voorzitter was en door zijn presentatie in die functie zich overal in Europa liet horen. Niet alleen de plaatselijke, maar ook de landelijke melkhandelaren eren de heer Van Kam pen om zijn doorzettingsvermogen, des kundigheid, spreekgaven en zijn bijzon dere ijver als het erom ging de belangen van de melkhandel te bepleiten. Het zal op 26 januari bijzonder druk zijn op de ere-receptie. Op 26 januari zal in hotel La Montagne een receptie worden gehouden ter ere van het 25-jarig jubileum van de heer D. van Kaïnpen als bestuurslid van de plaatselijke zelfstandige melkhandel. Met kracht en energie heeft de heer Van Kampen zijn (niet geringe) deel bijgedragen aan de groei en bloei van de Veenen- d aal se vereniging van melkhandelaren. Daarnaast bewoog de heer Van Kampen zich op het nationale en Internationale vlak. Hg was jarenlang voorzitter van de landelijke Centrale Melkhandelaren Organisatie en woonde in die kwaliteit grote congressen bjj te Wenen, Parijs, Gent en Amsterdam waar hy de Nederlandse melkhandel vertegenwoordigde. Van de plaatselijke vereniging was de jubilaris v\jf jaar secretaris en twintig jaar voorzitter. Voorts is de jubilaris tien jaar bestuurslid van het Produktsehap voor Zuivel en eveneens tien jaar van de ver eniging voor Vakonderwijs in de Melkhandel. De heer Van Kampen had in de vijftiger jaren voor een kleine periode zitting in de Veenendaalse gemeenteraad voor de Staatkundig Gereformeerde party. De heer Van Kampen kwam in 1927 vanuit 's-Graveland in Veenendaal, waar hij een melkhandel van een familielid overnam. Drie jaar later had hij een actief aandeel in de oprichting van een melkslytersvereniging, nadat tevoren al een dergelijke vereniging ter ziele was gegaan. Tesamen met de heer W. C. van Doorn heeft de heer Van Kampen vanaf 1930 onafgebroken de plaatselijke orga nisatie van melksiyters gediend. In 1934 De heer Van Kampen vertegenwoordigt zijn land voor de zuivelsector ook in het buitenland. Op deze foto is hij sa men met zijn dochter vol aandacht op een internationaal zuivelcongres in Pa rijs. dat de standaardisatie van de melk een kwamen er al geluiden die erop wezen feit zou worden en ook dat in de toe komst de melk van de veehouder via de melkfabriek de consument zou bereiken. Vanuit de melkslijtersvereniging te Veenendaal werd toen een begin ge maakt met een spaarregeling met het geringe bedrag van één gulden per siyter. In 1938 vond dit idee niet vol doende weerklank meer, er was een te geringe deelname en het sparen werd aan de kant gezet. De bezetter heeft in november 1940 de standaardisatie inge voerd. Intussen kocht de heer Broek- meyer de Veenendaalse melkfabriek van de toenmalige eigenaar Anbergen. Ook werd in 1940 ingevoerd dat de melk betrokken moest worden van de fabriek. De melkslijters in Veenendaal besloten Twee jaar geleden schonk Ouwe hands Dierenpark twee jonge bruine beren aan de gemeente Maastricht. In het stadspark van die gemeente wer den de beide wollige diertjes in een speciaal voor dat doel gebouwd ver blijf ondergebracht. Talrijke parkbe zoekers hebben er al van genoten in de afgelopen jaren. Uiteraard keek elke rechtgeaarde Maastrichtenaar zeer verlangend uit naar berenkroost, toen de beide teddy's volwassen waren geworden. Maar he laas, er ging iets mis en na enkele we ken was er geen jong leven meer te bespeuren. De heer Ouwehand in eigen persoon werd samen met zijn bedrijfs leider, de heer Lambertus Radema, uit genodigd een dagje naar het „verre" zuiden te komen, om over het probleem te spreken. Allerlei deskundige aan wijzingen werden gegeven voor het ge val de Maastrichtenaren opnieuw be schuit met muisjes konden eten! I Dat werd het geval op Oudejaarsdag. 11965. Opnieuw kwamen er twee jonge beertjes ter wereld. En wat deed men in Maastricht - totaal overstuur - men belde onmiddellijk Ouwehands Dieren park met de boodschap erbij: „We zijn onderweg met twee berenbaby's!" Men durfde geen enkel risico meer te ne men. Men dacht laten we de jongge borenen maar onmiddellijk naar het dierenpark op de Grebbeberg brengen, I dóór worden ze dan wel groot gebracht. Welnu, de echtgenote van de heer Radema heeft zich er over ontfermd. De kleintjes - het zijn net jonge hond jes - liggen nu al enkele dagen in een lekker nestje vóór de haard in huize Radema. Het viel de eerste uren be slist niet mee de jonge bruine beertjes in leven te houden. Maar uiteindelijk is dat toch gelukt Ze krijgen om de drie uur (dag en nacht) een flesje met echte baby-voeding, dezelfde voeding die via het flesje aan een mensenkind wordt gegeven. Er zitten wèl vitamine preparaten in, maar overigens maakt het héél weinig verschil. Zoals alles zich nu laat aanzien, zullen de beide teddy's voorspoedig opgroeien. Maar eerst dón pas komen voor Maastricht de grootste moeilijkheden. Er is namelijk afgesproken dat de beide jongen weer naar de hoofdstad van het schone Limburg zullen terugkeren, wanneer ze zelf aan de kost kunnen komen. En dat wil zeggen, dat ze niet in het verblijf van Pa en Moe kunnen worden ondergebracht, want dan wordt het een gevecht op leven en dood. Burgemeester en wethouders van Maastricht zullen dus in de loop van het pas begonnen Nieuwejaar voor een nieuw probleem worden gesteld: wo ningnood voor de bruine beren! Er zal minstens in het stadspark een tweede onderkomen moeten worden gebouwd. Dat betekent dus exclusieve woning nood voor een Nederlandse gemeente. Laten we hopen dat er een extra con tingent voor wordt beschikbaar ge steld! In Ouwehands Dierenpark is het eer ste Emu-ei gelegd. De Emu's leggen er 12 tot 24. Tot vorig jaar werden de eieren, die niet minder dan 600 gram wegen en zo groot zijn als een cocos- noot, nimmer uitgebroed. Men wist na melijk niet of er twee mannetjes rond stapten of twee vrouwtjes, of een man netje én een vrouwtje. Men besloot toen op goed geluk een ruiltje te „plegen" met Artis. Dat bleek precies in de roos te zijn, want vorig jaar werden er drie jongen geboren. Men hoopt intussen op véél eieren en uiteraard op véél jonge Emu's. Dit is het gebouw van het nertsenvoeder- bedrijf dat bijna gereed is voor ingebruik neming. Achterberg heeft er een nieuw ge bouw bygekregen waarin zich een voor deze streek nieuwe industrie zal ves tigen. Het betreft hier namelgk een nertsen voederbedryf. De toekomstige eigenaar van deze fabriek is de heer E. Richardson uit Lunteren. Het is de bedoeling dat de industrie voor de le vering van het kant en klare nertsen- voer gaat zorgdragen. Vanuit deze fabriek zal dan het trans port plaatsvinden naar de diverse nert sen fokkerijen in Nederland. Aangezien het fokken van deze edele pelsdieren steeds meer in Nederland wordt be dreven zit er zeer zeker perspectief in genoemde firma. Voor Achterberg kan deze industrie een vooruitgang betekenen, want het spreekwoord luidt nog altijd: als er een schaap over de dam is volgen er meer. Men streeft er naar om begin februari met de produktie te kunnen beginnen, maar aangezien door de slechte weersomstandigheden van de laatste tijd de bouw enigszins werd be moeilijkt bestaat de mogelijkheid dat dit enige weken later zal zijn. AMERIKA MAAKT HET WEL BONT. De Amerikaanse bonthandel zoekt steeds opnieuw naar een nieuwe afzet voor zgn produkten. Wanneer de gemid delde Amerikaanse vrouw zich een bontmantel heeft aangeschaft, of wel licht één voor overdag om te winkelen en één voor 's avonds, met misschien ook nog een nertscape, is zg gewoonlijk voor enige jaren tevreden gesteld. Daar om wordt in Amerika naar nieuwe snufjes uitgezien om de kooplust van de vrouw te prikkelen en de afzet van bont te stimuleren. De bonthandelaren in Manhattan komen dit seizoen met apenvellen, en de huiden van antilopen en rendieren. Ook wordt steeds meer aandacht besteed aan het voeren van bont van jassen, mantelpakken en zelfs lingerie. Bont zal niet meer uitsluitend op straat gedragen moeten worden maar ook in huis. Elegante morgenjassen en huisjakken van zwart-wit persianer zyn thans in de handel. Er zijn zelfs nachthemden van witte kongnenvellen. Een ander nieuwtje: tot de enkel reikende bontmantels met openingen erin, om te laten zien wat de dame eronder draagt, of niet draagt. Reeds lang wordt bont gebruikt als bedekking van vloer of bed. Een witte nerts staat elegant op de grond in een boudoir en een zilvervos doet het best op een bed. Het laatste snufje is het gebruik van bont op de muren. Moet het niet heerlgk zgn by het binnenkomen van een kamer zgn handen gestreeld te voelen door een met bont omrand licht knopje Als de huurovereenkomst ten aanzien van een gebouwd onroerend goed ge ëindigd is, kan de gewezen huurder krachtens het huurbeschermingsrecht in het genot van het goed bleven. Dit recht handhaaft voor de gewezen huurder en verhuurder dezelfde rechten en verplichtingen, welke zy zouden hebben, In dien de huurovereenkomst niet geëindigd was. In dit contractloze tydperk kan de verhuurder zyn gewezen huurder een nieuwe huurovereenkomst aanbieden. Zodanig aanbod zal de gewezen huurder slechts van de hand kunnen wijzen, indien hy door het nieuwe contract op on- redeiyke wtfze in zyn belangen zou worden geschaad. De Huurwet noemt na melijk als aparte ontruimingsgrond: niet-aanvaarding van een redeiyk aanbod tot het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst met betrekking tot het zelfde onroerend goed. Of het aanbod inderdaad redelijk is, zal de rechter moeten beoordelen. Als de rechter het aanbod redetijk acht, be hoeft hij de gewezen huurder nog niet direct tot ontruiming te veroordelen. De rechter kan hem namelijk een ter- myn van ten hoogste één maand gun nen om het aanbod alsnog te aanvaar den. In de praktijk maakt de rechter al tijd van deze bevoegdheid gebruik. Wanneer de gewezen huurder het op een proces laat aankomen, loopt hg dus nog niet onmiddellijk gevaar tot ontrui ming te worden veroordeeld. W-l zal hg in de proceskosten veroordeeld worden, als hij later bakreil zal moeten halen en genoodzaakt zal zijn het nieuwe huurcontract a'.Tiog te aanvaarden. BEDRIJFSPAX DEN Sedert 1954 hebben de wettelgke huurverhogingen van bedrijfspanden het karakter vsu een maximum, waartoe de huurprijs met toestemming van huur der en verhuurder verhoogd mag wor den. Als de huurder niet toestemt en de oude huur blijft betalen, maakt hij zich dus niet aan wanbetaling schuldig. Maar in zo'n geval zal de verhuurder de huur van het bedrijfspand kunnen opzeggen en tevens een nieuw huurcon tract aanbieden tegen de verhoogde huurprijs. Indien er geen bgzondere om standigheden zijn, wordt een wetteiyke huurverhoging over het algemeen re delijk geacht. Langs deze weg kan de verhuurder van een bedrijfspand dus een huurverhoging afdw' en, welke wet telijk is toegestaan. Bovenbedoelde ontruimingsgrond is dus !n de eerste plaats van belang voor ver huurders van bedrijfspanden, maar ook verhuurders van woningen kunnen op deze grond ontruiming vorderen. VERZWAKKING VAN POSITIE VAN HUURDER Kan een nieuw huurcontract ook re delijk zgn, als het geen ander doel heeft dan de positie van de huurder te ver zwakken Een Bouw- i Exploitatie Maatschappij had een complex van woningen te Am sterdam verhuurd. De echtgenote van een huurder van een tot dit complex behorend bovenhuis veroorzaakte ern stige hinder en overlast aan de omwo nenden, allen huurders van bovenbe doelde Maatschappij. Na eerst een ontruimingsproces te gen deze huurder te hebben verloren zegde de Maatschappy hem de huur op en bood hem vervolgens een nieuwe huurovereenkomst aan, waar!- de vol gende clausule was «.pgenomen: „Huur der draagt zorg, dat aan medebewoners, wa ronder te verstaan buren en omwo nenden, generlei overlast of hinder wordt aangedaan". De kantonrechter vond deze clausule niet onredelijk en stelde de gewezen huurder in de gelegenheid het aanbod te aanvaarden. Maar in hoger beroep overwoog de rechtbank, dat de maat schappy met de nieuwe clausule een middel in de hand trachtte te krijgen om tegen de overlast te kunnen optre den, welke van de kant van de huurder werd ondervonden. De toegevoegde be paling heeft derhalve geen andere zin dan om de rechtspositie van de huur der te verzwakken, hetgeen deze niet hoeft te gedogen. Het aanbod is dus niet redelgk, aldus de rechtbank. In cassatie wees rM Hoge Raad op de geschiedenis van de totstandkoming van de Huurwet. Blgkens de Memorie van Toelichting strekt de onderhavige bepaling van de Huurwet ten voordele van de verhuurder, die de huurverhou- ding wil bestendigen, mits onder voor hem gunstiger voorwaarden dan die, welke krachtens huurbescherming zou den blijven gelden. In verband met deze bedoeling van de wetgever besliste de Hoge Raad, dat de rechtbank een verkeerde toepassing had gegeven aan de betreffende bepaling, door het aanbod niet als redelgk aan te merken op de enkele grond, dat de voorgestelde clausule geen andere zin had dan de rechtspositie van de gewe zen huurder te verzwakken. SCHRIFTELIJK HUURCOy— \CT Een Onroerende Goede aatschappg kocht een mondeling verhuurde winkel woning te 's-Gravenhage, zegde de huur op en bood de gewezen huurder een schriftelijk huurcontract aan. De gewezen huurder zag in dit con tract een belangrijke verzwakking en verslechtering van zijn positie. De kan tonrechter achtte de bezwaren van de gewezen huurder niet onbegrijpelgk, aangezien het huurcontract aan de ver huurder een grote bevoegdheid gaf tot afwijken van de normen van het Bur gerlijk Wetboek ten aanzien van de ver deling van de onderhoudsverplichtingen. Maar de kantonrechter overwoog, dat bij het aangeboden huurcontract het formulier gevolgd was van de 's Gra- venhaagse Vereniging van Huis- en Grondeigenaren, dat door duizenden in Den Haag zonder enige aanmerking wordt ondertekend. Bij de werking van dit veelvuldig gebruikte contract was de kantonrechter in het algemeen niet van misbruik van bevoegdheid geble ken. Anderzijds stelt dit contract de ver huurder in staat bijtijds in te grijpen bg nalatigheid van de huurder in het onderhoud en bg slechte bewoning. Dit contract is dus van belang voor de maatschappg. die uit hoofde van haar werkzaamheden veelvuldig als verhuur ster optreedt. Met deze motivering acht te de kantonrechter het huuraanbod re delgk. Mr. C. A. Baron Bentinck. VEENENDAAL CITY-MOTORS - EDE MUZIEK TYPEN OP NIEUWE MACHINE Imperial Typewriter Company te Lei- cester in Engeland biedt thans voor de prijs van twee duizend gulden ten ver koop aan een schrijfmachine met 46 toet sen waarmede men muziek kan uittik ken. Het toetsenbord is voorzien van de meest ingewikkelde muziektekens zodat men ieder gewenste melodie in elke be zetting, van piano tot orkest, kan „aan slaan". De wagen van deze muziek- schrijfmachine kan niet alleen in horizon tale doch ook in verticale richting wor den verplaatst. Ze zuchtte, toen ze de brief gelezen had. Gelijk voelde ze de stekende blik van Marietje op haar. Geen aandacht aan schenken, dacht ze. Rustig vouwde ze de brief dicht. Met de envelop stak ze het epistel in de zak van haar overall. Marietje kon blijkbaar haar nieuws gierigheid niet bedwingen. „Wat is er aan 'e hand? Wat heb jij met die garage uit- s'aande?" Willie voelde een kleur opkomen. Ik ga me niet kwaad maken, dacht ze. Deze brief maakt alles weer goed. Een nare •amenloop van omstandigheden. Natuur lijk ga ik vandaag naar hem toe. Ik mag hem toch zeker niet teleurstellen? „Heb je soms een auto gehuurd en een aanrijding gehad?" hield Marietje aan. Willie schoot in een lach. „Zie je mij voor zo zot aan? Niets bizonders. Zuiver een persoonlijke aangelegenheid. „Ze was alweer bij de keukendeur, toen ze baar schoonzuster hoorde vragen: „Mogen wij het niet weten? Wat ben je geheim zinnig?" Met de klink in haar hand antwoordde ze: „Ik zei toch al, dat het een privéaan- gelegenheid is?" Meteen was ze weer buiten, in de regen. Eerst maar afmelken. Daarna zie ik wel, of ik voor- of na de middag ga. In de stal vroeg Piet: „Toch geen narig heid, hoop ik?" Willie ging onder een koe zitten en begon de uiers af te vegen. „Nee," ant woordde ze op kalme toon. „Een zakelij ke aangelegenheid, 't Was helemaal niet nodig om het per expresse te sturen." „Ik schrok al. We krijgen nooit expresbrieven. Je denkt altyd aan iets ergs". Aan het ontbijt, waaraan ook de oud ste knecht en de tweede knecht, be nevens de twee oudste kinderen zaten, werd over de brief niet meer gesproken. Willie bemerkte, dat Marietje razend nieuwsgierig was, doch in het bijzyn van het personeel zou ze nooit over zulke dingen praten. Daarvoor was ze de dochter van de rijke boer uit Afferden. Die morgen gaf ze les van half tien tot half elf. Tydens dit schooluur nam ze haar besluit. Ik eet thuis, help af wassen en ga met de bus van tien over twee. Ben ik mooi vroeg bij hem. Die jongen heeft zich gisteren natuurlgk doodongelukkig gevoeld, dat kon ze nu begrijpen. Eigenaardig, zou hy wat voor haar voelen? Dat moest haast wel. Om gekeerd vond ze hem wel aantrekkeiyk. Hy had een eerlgke oogopslag, wat ze bg de verschillende candidaten op haar huwelgksadvertenties wel eens gemist had. Soms ontmoette je alleen maar achterdocht en wantrouwen in de ogen, die je dan onderzoekend aanstaarden. Of ze probeerden door je kleren heen te kijken, die waren er ook. Dan voelde ze zich altgd onbehaaglijk. Er was altijd nog iets blgven hangen van vrees, sinds ze die laatste keer met Ties Aartsen uit Boxmeer in zgn wagen had gezeten. Zyn gretig voelende handen over haar lichaam had ze nooit vergeten. Doods- benauw was ze geweest, vandaar dat ze uit de rgdende auto was gesprongen. Dat soort mannen had ook tegenover haar gezeten in Pomola. Natuuriyk had ze niets laten merken van haar ge moedstoestand, doch ze waren by voor baat al uitgeschakeld. Zondagavond, toen ze Jaap volgde, de trap op naar zgn kamer, was er geen vrees geweest. Iets ln zgn blik schiep vertrouwen. Zelfs in de kamer had hy haar niet aangeraakt. In de wagen, op weg naar huis, had ze verwacht, dat hy haar zou kussen, of vragen of hij haar een zoen mocht geven. Doch hg had correct met een handdruk afscheid ge nomen. Verlangde ik naar een zoen? Ze wist het zelf niet. Die morgen was ze verstrooid. De kin deren bemerkten het. Kinderen zijn toch altyd scherpe opmerkers. In ieder geval de meisjes. Vooruit, Wil, aandacht aan je klas. Ze tikte op de lessenaar en keek met opgetrokken wenkbrauwen over de klas. Het geroezemoes verstomde. Ze hield helemaal niet van kadaverdiscipli ne en tijdens de handwerkles vond ze 't goed, als de kinderen elkaar om raad of Inlichtingen vroegen, mits het zacht ge beurde. Maar geen gegiechel. „Wat krggen we nu?'* vroeg ze, bank voor bank af turend. „Als er meisjes bij zgn, die graag een taak mee naar huis willen nemen, mogen ze hun vinger op steken. Nou?" Er kwam geen vinger omhoog. Ieder een zat weer gebogen over het lapje, dat versteld moest worden. „O, dan heb ik me zeker vergist. Ik dacht zo even vast, dat er enkele meisjes solliciteerden voor een extra taak". De rest van het uurtje bleef het rustig. Straf gaf ze hoogst zelden. Straf fen moet een uitzondering blgven, was haar stelregel. En slaan deed ze helemaal nooit. Dat was ouderwets. Een flinke taak mee naar huis deed wonderen. De dreiging ermee alleen al was voldoende. „Moet je vanmiddag nog weg?" vroeg Marietje, toen de laatste borden in de kast gezet waren. Willie knikte. „Jammer. Ik had de kast op Drika's kamer willen schoonmaken. Ik dacht misschien helpt Wil me wel". Ze stak een sigaret op en keek haar schoonzuster aan. Een smoesje natuur lgk. Allemaal om die brief. Om me uit m'n tent te lokken. „Hou jy nu maar je gemak, dat is veel beter. Dat doe ik een andere keer wel met Loentien. 't Heeft toch zeker geen haast?" „O, 't kan altgd wachten. Maar 't ls toch geen weer, om er door te gaan? Kijk eens, hoe het regent!" „Ik heb een regenjas en een para- pluie". „Natuurlijk. Maar het is wel zo ge zellig met z'n tweeën. Piet gaat de var- kensschuur uitmesten. Hij lgkt wel gek met dit weer. We zouden een spelletje kunnen doen". „Mag ik alsjeblief gaan, Marietje? Het is noodzakeiyk". De ander werd rood. „Hou ik Je tegen? Ik zeg het voor je bestwil. Wie gaat er nu met zulk weer de deur uit. als het niet nodig is?" „Ik. Omdat het inderdaad nodig is. Ik ben meerderjarig en sta niet onder cura tele". „O, al goed hoor. Duvel maar op. Ik zal me alleen wel vermaken". Terwgl ze naar boven liep om zich te verkleden, dacht ze: Het wordt tyd, dat ik hier wegga. Vandaag of morgen krij gen we anders nog eens de grootste ruzie. En ik moet me inhouden voor haar. Met het oog op haar toestand. Als het mis zou lopen, zou Piet het me nooit vergeven. Wat hg toch in dat kleine serpent gezien heeft indertijd, is me werkelgk een raadsel. En ze wordt met de dag lelgker, omdat ze altijd zo sjachrijnig kgkt. Twintig minuten later liep Willie, diep voorover gebogen tegen de storm in naar het dorp. HOOFDSTUK 7. Hg moest op de uitkgk gestaan heb ben. Nog maar enkele schreden was ze van de bushalte af. toen ze hem de garage uit zag komen, een bigde lach op zgn gezicht. „Nee maar Wil, dat je er met dit weer doorgekomen bent!" Hij greep haar uit gestoken hand en drukte die krachtig. „Kom gauw mee, naar boven. Het is er lekker warm. Wat ellendig, hè, gisteren. De hele week ben ik praktisch niet weg geweest en uitgerekend die paar uurtjes, dat ik met meneer Van Driessen uit Beek de proefrit maak, kom jy. Ja, een fout van mij, ik had het de monteurs moeten zeggen. Maar ze weten het nu... als ik er niet ben, mag je altgd door-j lopen". Enigszins overrompeld door zijn har- telgke welkom en zgn woordenstroom volgde ze hem naar de zijkant van het gebouw. „Hier is nog een ingang, zie je We kunnen nu beter niet door de garage gaan, het is er zo smerig. Er staat een grote vrachtwagen in, die vanmorgen uit het water is gehaald, begrgp je? We moeten hem helemaal nakyken. Geslipt en in een vaart gereden. Enfin, de chauffeur mankeerde gelukkig niets". Hg ontsloot de deur. Een helderwitte hal met een trap aan het eind vertoon de zich voor haar ogen. Hg sloot de deur weer achter haar. „Ik vind het zó mach tig, dat je gekomen bent!" Hg drukte even haar arm, waarna hy met haar naast zich over de brede trap naar boven ging. Daar hielp hij haar uit de regenmantel, die hg op een hangertje hing. „Geef die paraplue maar hier, zet ik in de gootsteen. Of nee, in de douche cel is beter. Gemakkelgk, die regen kapjes, hé? Moesten ze voor ons, man nen. ook eens uitvinden. Ga maar vast naar binnen, ik kom zo" Ze liep de salon in. die behaaglijk warm was. Heerlgk. Ze keek naar het grote raam, waarop de wind de regen druppels dreef, 't Houdt nu op met zachtjes regenen. Enfin, vanavond bracht hy haar met de auto thuis. Hoefde ze het stuk van de bushalte naar huis ook niet te lopen. (Wordt vervolgd)

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1966 | | pagina 4