Waarnemend voorzitter K* vKoophandel
Utrecht niet pessimistisch over 1966
CHEVROLET
HET
BOZE BELETSEL
De heer D. van Kampen kwarteeuw
bestuurslid zelfstandige melkhandel
Wanneer is een nieuw huurcontract
redelijk
0
P
E
L
Nieuwsblad „DE VALLEI"
dinsdag 11 januari 1966
4
Wel ernstige waarschuwing voor
verdergaande geldontwaarding
Wissel
Omzetten
Aanwas
Utrecht
Kritisch
Nationale en internationale contacten in zuivelwereld
RHENEN
Exclusieve woningnood
voor Maastricht
Het eerste emu-ei
Nertsen voederbedrij f
vestigt zicli te
Achterberg
V.A.B.
KIRPESTEIN
FEUILLETON DOOR LEIDA GRAAFLAND
De waarnemend voorzitter van de Utrechtse Kamer van Koophandel, Ir. A. F. C. de Ponp, heeft in
zyn woensdag gehouden Nieuwjaarsrede het jaar 1965 een goed jaar genoemd, omdat de welvaart
stabiel is gebleven. De produktie in de industrie steeg met ruim 6 terwijl de beroepsbevolking
maar met 1'/» toenam. Een reëele produktiestijging van ruim 4 dus. De export nam sterk toe
en de handelsbalans vertoonde een aanzienlijke verbetering. Voor het komende jaar verwachtte de
heer De Ponp (zich baserende op prognoses van het Centraal Planbureau) dat het bouwvolume met
7 zal toenemen. Ook de industrie verwacht een produktieverhoging van 7 a 8 De loonsom per
werknemer zal echter weer stijgen, zodat een stabiliteit van het prijspeil niet in het verschiet ligt.
Er zal een zware wissel worden ge
trokken op de veerkracht van de Ne
derlandse industrie en op de werklust
van ondernemers en werknemers, het
geen niet verontrustend is, want het
bedrijfsleven heeft getoond over deze
capaciteiten te beschikken. Het zeer
ambitieuze regeringsprogramma voor
1966 zal het extra moeilijk maken om
het groeiproces gaande te houden. De
spanningen in de economie zullen zich
dan ook nog meer toespitsen ten koste
van de investeringen en de rentabili
teit van de bedrijven.
Deze spanningen zullen tot een ver
sterking van de krachtige inflatoire
impulsen leiden. Ons land is meer en
meer in een gevaarlijke situatie beland
en het is teleurstellend dat de Europese
commissie de Nederlandse regering bij
herhaling moet vermanen zich tegen de
voortgaande ontwaarding van de gul
den te verzetten. Dit vermaan wordt,
blijkens het regeringsprogramma, niet
ter harte genomen. Het valt te vrezen
dat de spiraal zich ook in 1966 in be
weging zal zetten, hogere lonen, hoge
re prijzen met sterke neigingen naar
een inflatie.
De omzetten in 1965 konden gehand
haafd blijven. Niet zelden zijn zij aan
merkelijk gestegen, zo ging de heer De
Ponp verder. Maar ook de kosten ste
gen. Dat produktie en afzet niet in vol
doende mate de kostenstijgingen kon
den opvangen is niet te wijten aan een
verzadiging van de markt, maar aan
de onmogelijkheid om de omzet een
duw in de goede richting te geven.
Beletsels zijn daarbij het gebrek aan
bedrijfsruimte, de zeer lange wacht
tijden voor bouwvergunningen, de krap
pe en dure kapitaalmarkt, de prijs
politiek en het tekort aan arbeids
krachten. Deze zorgen drukken niet al
leen op de middelgrote en kleine be
drijven, maar ze zijn voor deze be
drijven moeilijker te dragen. Overigens
liggen juist hier, meer dan in de sector
van het grote bedrijfsleven, kansen
braak om door een betere samenwer
king tot een vollediger benutting van
de mogelijkheden te geraken.
De instelling van een saneringsfonds mid
den- en kleinbedrijf opent hoopvolle pers
pectieven volgens de wnd. voorzitter, voor
al ten aanzien van de kleinste bedrijven,
die veelal noodlijdend zijn.
Het zal er in de komende 35 jaar tot
aan het jaar 2000 om gaan om die voor
zieningen te treffen welke nodig zijn om een
bevolkingsaanwas van 7 a 8 miljoen zielen,
(misschien zelfs nog meer) te kunnen op
vangen. Het produktie en dienstpotentieel
zal aanzienlijk uitgebreid moeten worden
eigenlijk nog in naar verhouding sterkere
mate dan met de bevolkingsgroei corres
pondeert. Ook aan andere sectoren (huis
vesting. verkeer, onderwijs) zullen bijzon
dere eisen worden gesteld. Om ons land
leefbaar te houden zullen zeer veel recrea
tieve voorzieningen getroffen moeten wor
den. De zuiverheid van de lucht en de be
perking van de geluidshinder zal aan het
bedrijfsleven zware eisen opleggen.
Ook de provincie Utrecht zal te maken
krijgen met een aanzienlijke bevolkingsver
dichting met naar schattii j een half mil
joen zielen. Dit gewest zal onverminderd
een rol blijven spelen als verkeersknoop
punt en recreatiegebied. De Kamer van
Koophandel adviseerde het Provinciaal Be
stuur met klem om tot een provinciaal
schema te komen dat aansluit op het lan
delijke en tijd, plaats en omvang aan te
geven waar de economische expansie moet
worden voortgezet en de industriële bevol
king kan worden gehuisvest. Het college
heeft hiervoor een open oor. Van groot be
lang acht de Heer de Ponp de regionale sa
menwerking tussen de gemeenten, welke
zich in enkele delen van de prov. Utrecht
reeds aftekent. Dit moet echter in versneld
tempo gaan. Met verontrusting wees de
voorzitter op het dreigende tekort aan
bouwgrond voor industrieterreinen. De ver
betering van wegen moet in de hele pro
vincie ter hand worden genomen, terwijl het
telefoonverkeer moeilijk is omdat er een
grote achterstand is.
De Heer de Pont meende hier en daar
een kritische kanttekening te moeten plaat
sen en een waarschuwend geluid te laten
horen. Daaruit mag niet worden afgeleid
dat hij pessimistisch zou zijn tegenover de
conjunctuur in 1966, want daarvoor be
staat thans geen reden. Integendeel er is
een verdere groei te verwachten. Er zijn
echter tekenen, die tot voorzichtigheid ma
nen. De rentabiliteit van de bedrijven mag
niet in gevaar komen, omdat dit ernstige
gevolgen kan hebben voor de werkgelegen
heid en voor onze welvaart in het alge
meen zo concludeerde de Heer de Ponp.
toen collectief af te nemen van da plaat
selijke fabriek (welk bedrijf vorig jaar
haar 25-jarig bestaan herdacht).
In eigen kring kwamen voorstellen
omtrent het mede-bewind van de han
delaren en na voorbereidend werk van
de heren Van Kampen, C. van Dflk en
A. v. d. Haar werden op 1 jan. 1941 de
plannen uitgevoerd. Er werd gestart met
een voor Nederland unieke vorm van
een naamloze vennootschap met maxi
maal stemrecht. De aandelen werden op
fifty-fifty basis verdeeld, de eigenaar
50%, de melkslijters 50%. De heer Van
Kampen had direct zitting in het be
stuur, vijf jaar als secretaris, daarna als
voorzitter. Hij heeft hier verdienstelijk
werk verricht, want de uitbreiding van
de N.V. Vemiez naar een wijdere om
geving is mede dank zij zijn arbeid en
relaties tot stand gekomen. De heer Van
Kampen had een grote stem in het ka
pittel ook b\j de landelijke organisatie,
waarvan hij tot 1962 voorzitter was en
door zijn presentatie in die functie zich
overal in Europa liet horen. Niet alleen
de plaatselijke, maar ook de landelijke
melkhandelaren eren de heer Van Kam
pen om zijn doorzettingsvermogen, des
kundigheid, spreekgaven en zijn bijzon
dere ijver als het erom ging de belangen
van de melkhandel te bepleiten. Het zal
op 26 januari bijzonder druk zijn op de
ere-receptie.
Op 26 januari zal in hotel La Montagne een receptie worden gehouden ter
ere van het 25-jarig jubileum van de heer D. van Kaïnpen als bestuurslid van de
plaatselijke zelfstandige melkhandel. Met kracht en energie heeft de heer Van
Kampen zijn (niet geringe) deel bijgedragen aan de groei en bloei van de Veenen-
d aal se vereniging van melkhandelaren. Daarnaast bewoog de heer Van Kampen
zich op het nationale en Internationale vlak. Hg was jarenlang voorzitter van de
landelijke Centrale Melkhandelaren Organisatie en woonde in die kwaliteit grote
congressen bjj te Wenen, Parijs, Gent en Amsterdam waar hy de Nederlandse
melkhandel vertegenwoordigde. Van de plaatselijke vereniging was de jubilaris
v\jf jaar secretaris en twintig jaar voorzitter. Voorts is de jubilaris tien jaar
bestuurslid van het Produktsehap voor Zuivel en eveneens tien jaar van de ver
eniging voor Vakonderwijs in de Melkhandel. De heer Van Kampen had in de
vijftiger jaren voor een kleine periode zitting in de Veenendaalse gemeenteraad
voor de Staatkundig Gereformeerde party.
De heer Van Kampen kwam in 1927
vanuit 's-Graveland in Veenendaal, waar
hij een melkhandel van een familielid
overnam. Drie jaar later had hij een
actief aandeel in de oprichting van een
melkslytersvereniging, nadat tevoren al
een dergelijke vereniging ter ziele was
gegaan. Tesamen met de heer W. C. van
Doorn heeft de heer Van Kampen vanaf
1930 onafgebroken de plaatselijke orga
nisatie van melksiyters gediend. In 1934
De heer Van Kampen vertegenwoordigt
zijn land voor de zuivelsector ook in
het buitenland. Op deze foto is hij sa
men met zijn dochter vol aandacht op
een internationaal zuivelcongres in Pa
rijs.
dat de standaardisatie van de melk een
kwamen er al geluiden die erop wezen
feit zou worden en ook dat in de toe
komst de melk van de veehouder via de
melkfabriek de consument zou bereiken.
Vanuit de melkslijtersvereniging te
Veenendaal werd toen een begin ge
maakt met een spaarregeling met het
geringe bedrag van één gulden per
siyter. In 1938 vond dit idee niet vol
doende weerklank meer, er was een te
geringe deelname en het sparen werd
aan de kant gezet. De bezetter heeft in
november 1940 de standaardisatie inge
voerd. Intussen kocht de heer Broek-
meyer de Veenendaalse melkfabriek van
de toenmalige eigenaar Anbergen. Ook
werd in 1940 ingevoerd dat de melk
betrokken moest worden van de fabriek.
De melkslijters in Veenendaal besloten
Twee jaar geleden schonk Ouwe
hands Dierenpark twee jonge bruine
beren aan de gemeente Maastricht. In
het stadspark van die gemeente wer
den de beide wollige diertjes in een
speciaal voor dat doel gebouwd ver
blijf ondergebracht. Talrijke parkbe
zoekers hebben er al van genoten in
de afgelopen jaren.
Uiteraard keek elke rechtgeaarde
Maastrichtenaar zeer verlangend uit
naar berenkroost, toen de beide teddy's
volwassen waren geworden. Maar he
laas, er ging iets mis en na enkele we
ken was er geen jong leven meer te
bespeuren. De heer Ouwehand in eigen
persoon werd samen met zijn bedrijfs
leider, de heer Lambertus Radema, uit
genodigd een dagje naar het „verre"
zuiden te komen, om over het probleem
te spreken. Allerlei deskundige aan
wijzingen werden gegeven voor het ge
val de Maastrichtenaren opnieuw be
schuit met muisjes konden eten!
I Dat werd het geval op Oudejaarsdag.
11965. Opnieuw kwamen er twee jonge
beertjes ter wereld. En wat deed men
in Maastricht - totaal overstuur - men
belde onmiddellijk Ouwehands Dieren
park met de boodschap erbij: „We zijn
onderweg met twee berenbaby's!" Men
durfde geen enkel risico meer te ne
men. Men dacht laten we de jongge
borenen maar onmiddellijk naar het
dierenpark op de Grebbeberg brengen,
I dóór worden ze dan wel groot gebracht.
Welnu, de echtgenote van de heer
Radema heeft zich er over ontfermd.
De kleintjes - het zijn net jonge hond
jes - liggen nu al enkele dagen in een
lekker nestje vóór de haard in huize
Radema. Het viel de eerste uren be
slist niet mee de jonge bruine beertjes
in leven te houden. Maar uiteindelijk
is dat toch gelukt Ze krijgen om de
drie uur (dag en nacht) een flesje met
echte baby-voeding, dezelfde voeding
die via het flesje aan een mensenkind
wordt gegeven. Er zitten wèl vitamine
preparaten in, maar overigens maakt
het héél weinig verschil. Zoals alles
zich nu laat aanzien, zullen de beide
teddy's voorspoedig opgroeien.
Maar eerst dón pas komen voor
Maastricht de grootste moeilijkheden.
Er is namelijk afgesproken dat de beide
jongen weer naar de hoofdstad van het
schone Limburg zullen terugkeren,
wanneer ze zelf aan de kost kunnen
komen. En dat wil zeggen, dat ze niet
in het verblijf van Pa en Moe kunnen
worden ondergebracht, want dan wordt
het een gevecht op leven en dood.
Burgemeester en wethouders van
Maastricht zullen dus in de loop van
het pas begonnen Nieuwejaar voor een
nieuw probleem worden gesteld: wo
ningnood voor de bruine beren! Er zal
minstens in het stadspark een tweede
onderkomen moeten worden gebouwd.
Dat betekent dus exclusieve woning
nood voor een Nederlandse gemeente.
Laten we hopen dat er een extra con
tingent voor wordt beschikbaar ge
steld!
In Ouwehands Dierenpark is het eer
ste Emu-ei gelegd. De Emu's leggen er
12 tot 24. Tot vorig jaar werden de
eieren, die niet minder dan 600 gram
wegen en zo groot zijn als een cocos-
noot, nimmer uitgebroed. Men wist na
melijk niet of er twee mannetjes rond
stapten of twee vrouwtjes, of een man
netje én een vrouwtje. Men besloot toen
op goed geluk een ruiltje te „plegen"
met Artis. Dat bleek precies in de roos
te zijn, want vorig jaar werden er drie
jongen geboren. Men hoopt intussen op
véél eieren en uiteraard op véél jonge
Emu's.
Dit is het gebouw van
het nertsenvoeder-
bedrijf dat bijna gereed
is voor ingebruik
neming.
Achterberg heeft er een nieuw ge
bouw bygekregen waarin zich een voor
deze streek nieuwe industrie zal ves
tigen. Het betreft hier namelgk een
nertsen voederbedryf. De toekomstige
eigenaar van deze fabriek is de heer
E. Richardson uit Lunteren. Het is de
bedoeling dat de industrie voor de le
vering van het kant en klare nertsen-
voer gaat zorgdragen.
Vanuit deze fabriek zal dan het trans
port plaatsvinden naar de diverse nert
sen fokkerijen in Nederland. Aangezien
het fokken van deze edele pelsdieren
steeds meer in Nederland wordt be
dreven zit er zeer zeker perspectief in
genoemde firma.
Voor Achterberg kan deze industrie
een vooruitgang betekenen, want het
spreekwoord luidt nog altijd: als er
een schaap over de dam is volgen er
meer. Men streeft er naar om begin
februari met de produktie te kunnen
beginnen, maar aangezien door de
slechte weersomstandigheden van de
laatste tijd de bouw enigszins werd be
moeilijkt bestaat de mogelijkheid dat
dit enige weken later zal zijn.
AMERIKA MAAKT HET WEL BONT.
De Amerikaanse bonthandel zoekt
steeds opnieuw naar een nieuwe afzet
voor zgn produkten. Wanneer de gemid
delde Amerikaanse vrouw zich een
bontmantel heeft aangeschaft, of wel
licht één voor overdag om te winkelen
en één voor 's avonds, met misschien
ook nog een nertscape, is zg gewoonlijk
voor enige jaren tevreden gesteld. Daar
om wordt in Amerika naar nieuwe
snufjes uitgezien om de kooplust van
de vrouw te prikkelen en de afzet van
bont te stimuleren. De bonthandelaren
in Manhattan komen dit seizoen met
apenvellen, en de huiden van antilopen
en rendieren. Ook wordt steeds meer
aandacht besteed aan het voeren van
bont van jassen, mantelpakken en zelfs
lingerie. Bont zal niet meer uitsluitend
op straat gedragen moeten worden maar
ook in huis.
Elegante morgenjassen en huisjakken
van zwart-wit persianer zyn thans in de
handel. Er zijn zelfs nachthemden van
witte kongnenvellen. Een ander nieuwtje:
tot de enkel reikende bontmantels met
openingen erin, om te laten zien wat de
dame eronder draagt, of niet draagt.
Reeds lang wordt bont gebruikt als
bedekking van vloer of bed. Een witte
nerts staat elegant op de grond in een
boudoir en een zilvervos doet het best
op een bed. Het laatste snufje is het
gebruik van bont op de muren. Moet het
niet heerlgk zgn by het binnenkomen
van een kamer zgn handen gestreeld te
voelen door een met bont omrand licht
knopje
Als de huurovereenkomst ten aanzien van een gebouwd onroerend goed ge
ëindigd is, kan de gewezen huurder krachtens het huurbeschermingsrecht in
het genot van het goed bleven. Dit recht handhaaft voor de gewezen huurder
en verhuurder dezelfde rechten en verplichtingen, welke zy zouden hebben, In
dien de huurovereenkomst niet geëindigd was.
In dit contractloze tydperk kan de verhuurder zyn gewezen huurder een
nieuwe huurovereenkomst aanbieden. Zodanig aanbod zal de gewezen huurder
slechts van de hand kunnen wijzen, indien hy door het nieuwe contract op on-
redeiyke wtfze in zyn belangen zou worden geschaad. De Huurwet noemt na
melijk als aparte ontruimingsgrond: niet-aanvaarding van een redeiyk aanbod
tot het aangaan van een nieuwe huurovereenkomst met betrekking tot het
zelfde onroerend goed.
Of het aanbod inderdaad redelijk is,
zal de rechter moeten beoordelen. Als
de rechter het aanbod redetijk acht, be
hoeft hij de gewezen huurder nog niet
direct tot ontruiming te veroordelen.
De rechter kan hem namelijk een ter-
myn van ten hoogste één maand gun
nen om het aanbod alsnog te aanvaar
den. In de praktijk maakt de rechter al
tijd van deze bevoegdheid gebruik.
Wanneer de gewezen huurder het op
een proces laat aankomen, loopt hg dus
nog niet onmiddellijk gevaar tot ontrui
ming te worden veroordeeld. W-l zal hg
in de proceskosten veroordeeld worden,
als hij later bakreil zal moeten halen
en genoodzaakt zal zijn het nieuwe
huurcontract a'.Tiog te aanvaarden.
BEDRIJFSPAX DEN
Sedert 1954 hebben de wettelgke
huurverhogingen van bedrijfspanden het
karakter vsu een maximum, waartoe
de huurprijs met toestemming van huur
der en verhuurder verhoogd mag wor
den. Als de huurder niet toestemt en de
oude huur blijft betalen, maakt hij zich
dus niet aan wanbetaling schuldig.
Maar in zo'n geval zal de verhuurder
de huur van het bedrijfspand kunnen
opzeggen en tevens een nieuw huurcon
tract aanbieden tegen de verhoogde
huurprijs. Indien er geen bgzondere om
standigheden zijn, wordt een wetteiyke
huurverhoging over het algemeen re
delijk geacht. Langs deze weg kan de
verhuurder van een bedrijfspand dus een
huurverhoging afdw' en, welke wet
telijk is toegestaan.
Bovenbedoelde ontruimingsgrond is dus
!n de eerste plaats van belang voor ver
huurders van bedrijfspanden, maar ook
verhuurders van woningen kunnen op
deze grond ontruiming vorderen.
VERZWAKKING VAN POSITIE VAN
HUURDER
Kan een nieuw huurcontract ook re
delijk zgn, als het geen ander doel heeft
dan de positie van de huurder te ver
zwakken
Een Bouw- i Exploitatie Maatschappij
had een complex van woningen te Am
sterdam verhuurd. De echtgenote van
een huurder van een tot dit complex
behorend bovenhuis veroorzaakte ern
stige hinder en overlast aan de omwo
nenden, allen huurders van bovenbe
doelde Maatschappij.
Na eerst een ontruimingsproces te
gen deze huurder te hebben verloren
zegde de Maatschappy hem de huur op
en bood hem vervolgens een nieuwe
huurovereenkomst aan, waar!- de vol
gende clausule was «.pgenomen: „Huur
der draagt zorg, dat aan medebewoners,
wa ronder te verstaan buren en omwo
nenden, generlei overlast of hinder
wordt aangedaan".
De kantonrechter vond deze clausule
niet onredelijk en stelde de gewezen
huurder in de gelegenheid het aanbod
te aanvaarden. Maar in hoger beroep
overwoog de rechtbank, dat de maat
schappy met de nieuwe clausule een
middel in de hand trachtte te krijgen
om tegen de overlast te kunnen optre
den, welke van de kant van de huurder
werd ondervonden. De toegevoegde be
paling heeft derhalve geen andere zin
dan om de rechtspositie van de huur
der te verzwakken, hetgeen deze niet
hoeft te gedogen. Het aanbod is dus
niet redelgk, aldus de rechtbank.
In cassatie wees rM Hoge Raad op de
geschiedenis van de totstandkoming
van de Huurwet. Blgkens de Memorie
van Toelichting strekt de onderhavige
bepaling van de Huurwet ten voordele
van de verhuurder, die de huurverhou-
ding wil bestendigen, mits onder voor
hem gunstiger voorwaarden dan die,
welke krachtens huurbescherming zou
den blijven gelden.
In verband met deze bedoeling van de
wetgever besliste de Hoge Raad, dat de
rechtbank een verkeerde toepassing had
gegeven aan de betreffende bepaling,
door het aanbod niet als redelgk aan te
merken op de enkele grond, dat de
voorgestelde clausule geen andere zin
had dan de rechtspositie van de gewe
zen huurder te verzwakken.
SCHRIFTELIJK HUURCOy— \CT
Een Onroerende Goede aatschappg
kocht een mondeling verhuurde winkel
woning te 's-Gravenhage, zegde de huur
op en bood de gewezen huurder een
schriftelijk huurcontract aan.
De gewezen huurder zag in dit con
tract een belangrijke verzwakking en
verslechtering van zijn positie. De kan
tonrechter achtte de bezwaren van de
gewezen huurder niet onbegrijpelgk,
aangezien het huurcontract aan de ver
huurder een grote bevoegdheid gaf tot
afwijken van de normen van het Bur
gerlijk Wetboek ten aanzien van de ver
deling van de onderhoudsverplichtingen.
Maar de kantonrechter overwoog, dat
bij het aangeboden huurcontract het
formulier gevolgd was van de 's Gra-
venhaagse Vereniging van Huis- en
Grondeigenaren, dat door duizenden in
Den Haag zonder enige aanmerking
wordt ondertekend. Bij de werking van
dit veelvuldig gebruikte contract was
de kantonrechter in het algemeen niet
van misbruik van bevoegdheid geble
ken.
Anderzijds stelt dit contract de ver
huurder in staat bijtijds in te grijpen
bg nalatigheid van de huurder in het
onderhoud en bg slechte bewoning. Dit
contract is dus van belang voor de
maatschappg. die uit hoofde van haar
werkzaamheden veelvuldig als verhuur
ster optreedt. Met deze motivering acht
te de kantonrechter het huuraanbod re
delgk.
Mr. C. A. Baron Bentinck.
VEENENDAAL
CITY-MOTORS - EDE
MUZIEK TYPEN OP NIEUWE
MACHINE
Imperial Typewriter Company te Lei-
cester in Engeland biedt thans voor de
prijs van twee duizend gulden ten ver
koop aan een schrijfmachine met 46 toet
sen waarmede men muziek kan uittik
ken. Het toetsenbord is voorzien van de
meest ingewikkelde muziektekens zodat
men ieder gewenste melodie in elke be
zetting, van piano tot orkest, kan „aan
slaan". De wagen van deze muziek-
schrijfmachine kan niet alleen in horizon
tale doch ook in verticale richting wor
den verplaatst.
Ze zuchtte, toen ze de brief gelezen had.
Gelijk voelde ze de stekende blik van
Marietje op haar. Geen aandacht aan
schenken, dacht ze. Rustig vouwde ze de
brief dicht. Met de envelop stak ze het
epistel in de zak van haar overall.
Marietje kon blijkbaar haar nieuws
gierigheid niet bedwingen. „Wat is er aan
'e hand? Wat heb jij met die garage uit-
s'aande?"
Willie voelde een kleur opkomen. Ik
ga me niet kwaad maken, dacht ze. Deze
brief maakt alles weer goed. Een nare
•amenloop van omstandigheden. Natuur
lijk ga ik vandaag naar hem toe. Ik mag
hem toch zeker niet teleurstellen?
„Heb je soms een auto gehuurd en een
aanrijding gehad?" hield Marietje aan.
Willie schoot in een lach. „Zie je mij
voor zo zot aan? Niets bizonders. Zuiver
een persoonlijke aangelegenheid. „Ze
was alweer bij de keukendeur, toen ze
baar schoonzuster hoorde vragen: „Mogen
wij het niet weten? Wat ben je geheim
zinnig?"
Met de klink in haar hand antwoordde
ze: „Ik zei toch al, dat het een privéaan-
gelegenheid is?" Meteen was ze weer
buiten, in de regen. Eerst maar afmelken.
Daarna zie ik wel, of ik voor- of na de
middag ga.
In de stal vroeg Piet: „Toch geen narig
heid, hoop ik?"
Willie ging onder een koe zitten en
begon de uiers af te vegen. „Nee," ant
woordde ze op kalme toon. „Een zakelij
ke aangelegenheid, 't Was helemaal niet
nodig om het per expresse te sturen."
„Ik schrok al. We krijgen nooit
expresbrieven. Je denkt altyd aan iets
ergs".
Aan het ontbijt, waaraan ook de oud
ste knecht en de tweede knecht, be
nevens de twee oudste kinderen zaten,
werd over de brief niet meer gesproken.
Willie bemerkte, dat Marietje razend
nieuwsgierig was, doch in het bijzyn van
het personeel zou ze nooit over zulke
dingen praten. Daarvoor was ze de
dochter van de rijke boer uit Afferden.
Die morgen gaf ze les van half tien
tot half elf. Tydens dit schooluur nam
ze haar besluit. Ik eet thuis, help af
wassen en ga met de bus van tien over
twee. Ben ik mooi vroeg bij hem. Die
jongen heeft zich gisteren natuurlgk
doodongelukkig gevoeld, dat kon ze nu
begrijpen. Eigenaardig, zou hy wat voor
haar voelen? Dat moest haast wel. Om
gekeerd vond ze hem wel aantrekkeiyk.
Hy had een eerlgke oogopslag, wat ze
bg de verschillende candidaten op haar
huwelgksadvertenties wel eens gemist
had. Soms ontmoette je alleen maar
achterdocht en wantrouwen in de ogen,
die je dan onderzoekend aanstaarden. Of
ze probeerden door je kleren heen te
kijken, die waren er ook. Dan voelde ze
zich altgd onbehaaglijk. Er was altijd
nog iets blgven hangen van vrees, sinds
ze die laatste keer met Ties Aartsen
uit Boxmeer in zgn wagen had gezeten.
Zyn gretig voelende handen over haar
lichaam had ze nooit vergeten. Doods-
benauw was ze geweest, vandaar dat ze
uit de rgdende auto was gesprongen.
Dat soort mannen had ook tegenover
haar gezeten in Pomola. Natuuriyk had
ze niets laten merken van haar ge
moedstoestand, doch ze waren by voor
baat al uitgeschakeld.
Zondagavond, toen ze Jaap volgde, de
trap op naar zgn kamer, was er geen
vrees geweest. Iets ln zgn blik schiep
vertrouwen. Zelfs in de kamer had hy
haar niet aangeraakt. In de wagen, op
weg naar huis, had ze verwacht, dat hy
haar zou kussen, of vragen of hij haar
een zoen mocht geven. Doch hg had
correct met een handdruk afscheid ge
nomen. Verlangde ik naar een zoen? Ze
wist het zelf niet.
Die morgen was ze verstrooid. De kin
deren bemerkten het. Kinderen zijn toch
altyd scherpe opmerkers. In ieder geval
de meisjes. Vooruit, Wil, aandacht aan
je klas. Ze tikte op de lessenaar en keek
met opgetrokken wenkbrauwen over de
klas. Het geroezemoes verstomde. Ze
hield helemaal niet van kadaverdiscipli
ne en tijdens de handwerkles vond ze 't
goed, als de kinderen elkaar om raad of
Inlichtingen vroegen, mits het zacht ge
beurde. Maar geen gegiechel.
„Wat krggen we nu?'* vroeg ze, bank
voor bank af turend. „Als er meisjes bij
zgn, die graag een taak mee naar huis
willen nemen, mogen ze hun vinger op
steken. Nou?"
Er kwam geen vinger omhoog. Ieder
een zat weer gebogen over het lapje, dat
versteld moest worden.
„O, dan heb ik me zeker vergist. Ik
dacht zo even vast, dat er enkele meisjes
solliciteerden voor een extra taak".
De rest van het uurtje bleef het
rustig. Straf gaf ze hoogst zelden. Straf
fen moet een uitzondering blgven, was
haar stelregel. En slaan deed ze helemaal
nooit. Dat was ouderwets. Een flinke
taak mee naar huis deed wonderen. De
dreiging ermee alleen al was voldoende.
„Moet je vanmiddag nog weg?" vroeg
Marietje, toen de laatste borden in de
kast gezet waren.
Willie knikte.
„Jammer. Ik had de kast op Drika's
kamer willen schoonmaken. Ik dacht
misschien helpt Wil me wel".
Ze stak een sigaret op en keek haar
schoonzuster aan. Een smoesje natuur
lgk. Allemaal om die brief. Om me uit
m'n tent te lokken. „Hou jy nu maar je
gemak, dat is veel beter. Dat doe ik een
andere keer wel met Loentien. 't Heeft
toch zeker geen haast?"
„O, 't kan altgd wachten. Maar 't ls
toch geen weer, om er door te gaan?
Kijk eens, hoe het regent!"
„Ik heb een regenjas en een para-
pluie".
„Natuurlijk. Maar het is wel zo ge
zellig met z'n tweeën. Piet gaat de var-
kensschuur uitmesten. Hij lgkt wel gek
met dit weer. We zouden een spelletje
kunnen doen".
„Mag ik alsjeblief gaan, Marietje?
Het is noodzakeiyk".
De ander werd rood. „Hou ik Je
tegen? Ik zeg het voor je bestwil. Wie
gaat er nu met zulk weer de deur uit.
als het niet nodig is?"
„Ik. Omdat het inderdaad nodig is. Ik
ben meerderjarig en sta niet onder cura
tele".
„O, al goed hoor. Duvel maar op. Ik
zal me alleen wel vermaken".
Terwgl ze naar boven liep om zich te
verkleden, dacht ze: Het wordt tyd, dat
ik hier wegga. Vandaag of morgen krij
gen we anders nog eens de grootste
ruzie. En ik moet me inhouden voor
haar. Met het oog op haar toestand. Als
het mis zou lopen, zou Piet het me nooit
vergeven. Wat hg toch in dat kleine
serpent gezien heeft indertijd, is me
werkelgk een raadsel. En ze wordt met
de dag lelgker, omdat ze altijd zo
sjachrijnig kgkt.
Twintig minuten later liep Willie, diep
voorover gebogen tegen de storm in
naar het dorp.
HOOFDSTUK 7.
Hg moest op de uitkgk gestaan heb
ben. Nog maar enkele schreden was ze
van de bushalte af. toen ze hem de
garage uit zag komen, een bigde lach
op zgn gezicht.
„Nee maar Wil, dat je er met dit weer
doorgekomen bent!" Hij greep haar uit
gestoken hand en drukte die krachtig.
„Kom gauw mee, naar boven. Het is er
lekker warm. Wat ellendig, hè, gisteren.
De hele week ben ik praktisch niet weg
geweest en uitgerekend die paar uurtjes,
dat ik met meneer Van Driessen uit
Beek de proefrit maak, kom jy. Ja, een
fout van mij, ik had het de monteurs
moeten zeggen. Maar ze weten het nu...
als ik er niet ben, mag je altgd door-j
lopen".
Enigszins overrompeld door zijn har-
telgke welkom en zgn woordenstroom
volgde ze hem naar de zijkant van het
gebouw. „Hier is nog een ingang, zie je
We kunnen nu beter niet door de garage
gaan, het is er zo smerig. Er staat een
grote vrachtwagen in, die vanmorgen uit
het water is gehaald, begrgp je? We
moeten hem helemaal nakyken. Geslipt
en in een vaart gereden. Enfin, de
chauffeur mankeerde gelukkig niets".
Hg ontsloot de deur. Een helderwitte
hal met een trap aan het eind vertoon
de zich voor haar ogen. Hg sloot de deur
weer achter haar. „Ik vind het zó mach
tig, dat je gekomen bent!" Hg drukte
even haar arm, waarna hy met haar
naast zich over de brede trap naar
boven ging. Daar hielp hij haar uit de
regenmantel, die hg op een hangertje
hing. „Geef die paraplue maar hier, zet
ik in de gootsteen. Of nee, in de douche
cel is beter. Gemakkelgk, die regen
kapjes, hé? Moesten ze voor ons, man
nen. ook eens uitvinden. Ga maar vast
naar binnen, ik kom zo"
Ze liep de salon in. die behaaglijk
warm was. Heerlgk. Ze keek naar het
grote raam, waarop de wind de regen
druppels dreef, 't Houdt nu op met
zachtjes regenen. Enfin, vanavond
bracht hy haar met de auto thuis. Hoefde
ze het stuk van de bushalte naar huis
ook niet te lopen.
(Wordt vervolgd)