HET ROZE BELETSEL van den*6ascK Mooie structuurweefsels van katoen SRCHHHni^H Nieuwsblad „DE VALLEI" vrijdag 11 februari 1966 KATOENSHOW 1966 V' ZWARTROT IN SLA FEUILLETON DOOR LEIDA GRAAFLAND 8 Corduroy, een stevige katoenen ribslot, is tegenwoor dig wel zeer in trek bü de modewereld. Pletvrtf en kreukherstellend zyn deze katoenen, en dank zy de vaardigheid van de wever, die de ribbels zo grof en zo fyn kan maken als hy maar wil, hebben ze een byna onbegrensd toepassingsgebied. Het hier getoonde model „Country walk" uit de Katoenshow 1966 naar een ontwerp van Marianne David, is een ruige cor duroy van Schuttersveld, die de stof water-afstotend heeft gemaakt. Het uit een rok en driekwart jas be staande sportieve wandelpak wordt gekroond door een forse helmvormige hoed uit dezelfde ribstof. Een interessant grapje van de ontwerpster is het regen en windscherm op de hoed. Er zijn meer van derge- lyke hoeden voor de Katoenshow 1966 gemaakt en daarmee is een idee gelanceerd, dat de dikwyls met het Nederlandse klimaat in onmin levende vrouw wel zal aanstaan. Onder de 56 stoffen uit de nieuwe Nederlandse katoencollecties zoals die in de Katoenshow 1966 te zien zijn, bevinden zich vele zogenaam de structuurweefsels. Men zou kunnen zeggen dat het de stoffen zijn, waarvan aan de opper vlakte bepaalde figuren zijn te zien. Over het algemeen lijken de bekende gladde stoffen enigszins naar de achtergrond te zijn gescho ven. Op het voorplan staan de whipcords, de corduroys (grof tot bijna onzichtbaar fijn ge ribbeld), de visgraten, de piqués, de twills en de linnenstructuren. Ze geven de toch al sterke katoenen stoffen een krachtig uiterlijk en aan de ontwerper vele mogelijkheden om met de stof te „spelen". Ensembles, deux- en troispiè- ces, japonnen met bijbehorende mantels van variabele lengte, regen- en wandelkleding, het zijn allemaal modellen, waarop de reliëf-struc turen zeer toepasselijk zijn. Interessant ook zijn de katoenen stoffen met een tweed-effect, hetgeen wil zeggen, dat van de katoenen garens een lakenachtig weefsel is gemaakt in een verstelde rib- en keeperbinding. Het is een nieuwtje uit de Katoenshow, dat weer eens aantoont hoe zeer de weverijen hun fantasie kunnen uitleven als het gaat om de vervaardiging van katoenen stoffen. En ze doen het zo kunstig dat men bij die „tweeds" wel even goed moet kijken, voordat men ontdekt met katoen te maken te hebben. Deze tweed weefsels zijn echter niet zwaar en precies ge schikt voor onze weinig stabiele zomers, waar in men dikwijls niet al te luchtig gekleed moet gaan, zonder het echter warm te krijgen. ÉtitmmmmmwmB. B In sla treedt de laatste jaren in steeds sterkere mate een afwijking op, die zwart rot wordt genoemd. Deze ziekte vormt vooral bij de teelt van herfst- en wintersla dikwijls een probleem. Aldus de heer dr. K. Verhoeff van het Proef station voor de Groente- en Fruitteelt onder Glas te Naaldwyk. De veroorzaker is de in de grond levende schimmel Rhizoctonia solani. Vermoedelijk door het meer keren ach tereen telen van sla heeft deze schimmel kans gekregen zich sterk uit te breiden. De ziekte treedt zowel in jonge als in oudere slaplanten op. Bij jonge planten worden alleen de met de grond in aan raking komende bladeren aangetast. Deze verkleuren dan bruin-zwart, vaak met een glazige rand van het gezonde bladweefsel gescheiden. De schimmel groeit vrij snel door het gehele blad heen en kan, bij de plantvoet gekomen, de gehele plant doen afsterven. Van de door deze schimmel doorwoekerde bladeren blijven bruin-zwarte resten over. Bij oudere planten zijn het eveneens de op de grond liggende bladeren die het eerst aangetast worden. Van hieruit kunnen dan jongere, op de aangetaste bladeren liggende plantedelen ziek wor den. Dit gebeurt zonder dat dit van boven af zichtbaar is. Pas bij het oog sten wordt de schade duidelijk. De schimmel doet oudere planten niet af sterven. Wel kan secundair Botrytis- aantasting optreden, waardoor de plant alsnog ten gronde gaat. De stam van de schimmel, die zwart- rot veroorzaakt, kan geen tomateplanten aantasten, terwijl omgekeerd die van tomaat geen sla kan ziek maken. Is er Appie de Booy, in eigen, maar voor be jaarde* begrijpelijke stijl, zoals hij op trad in het O.C.B. gebouw op maandag dus zwartrot opgetreden, dan kunnen zonder enig bezwaar tomaten worden geplant. Met cultuurmaatregelen is niets tegen deze ziekte te doen. Omdat Rhizoctonia solani geen sporen vormt en de schim mel in de grond overblijft, is ontsmetten van de grond de enige bestrijdingsmoge- lijkheid. Gebleken is echter, dat ont smetten van de grond door stomen of inbrengen van chloorpicrine niet altijd afdoende is. De enige effektieve bestrijding is die met een PCNB-bevat- tend middel. Bij gebruik van dit middel is evenwel het gevaar van groeiremming aanwezig. Het minste risico wordt ech ter gelopen, als dit middel kort vóór het uitplanten over de grond wordt uitge strooid of verstoven, waarbij ongeveer 2 gram per vierkante meter wordt ge bruikt. Om het uitstrooien te vergemak kelijken, is mengen van het middel met vochtig zand aan te bevelen. Het middel mag beslist niet in de grond worden gewerkt, zoals door inharken gebeuren kan. Worden geen perspotten maar losse slaplantjes gebruikt om uit te poten, dan is de kans op groeiremming na een behandeling groot. In deze gevallen kan het middel beter een week na het plan ten worden uitgestrooid. In het Westminster Hospital in Lon den is een geheel nieuw zuurstofbed in gebruik genomen. In dit bed kun nen patiënten met een redelijk com fort in een hogere concentratie van zuurstof worden gehouden dan nor maal, wanneer meer zuurstof in de lichaamsstoffen nodig is. Het nieuwe bed is een groot succes gebleken bij de behandeling van patiënten die lijden aan thrombose van de krans slagader. VAN»—i T!smuS°tmJ 7schi£0aW Tijdens een demonstratietocht op de rivier de Theems heeft een revolu tionair vaartuig dat op een lucht kussen glijdt, getoond waartoe het in staat is door een auto te ver voeren. Het vaartuig kan last ver voeren met een snelheid van onge veer 50 kilometer per uur en kan praktisch niet zinken. Hij heeft een diepgang van slechts enkele centi meters en kan op een strand worden gereden. De romp heeft een speciale vorm aan de voorsteven en opzij beneden de waterlijn, zodat wanneer de boot vaart krijgt, lucht geperst wordt in de sleuf die gevormd wordt door de bodem van het vaartuig, de zijlopers en het water maakt dat de boot op een luchtkussen over het water glijdt. Sommige mensen in de provincie Limburg waren kortgeleden in de veronderstelling, dat James Bond zich hier ophield. Deze bekende fi guur, bijgenaamd 007, bleek een za kenman te zijn die enige gelijkenis vertoonde met de bekende filmar tiest. Zijn zakenreis had echter niets te maken met het onschadelijk ma ken van gevreesde misdadigers of het schaken van knappe vrouwen De zakenman bleek afkomstig te zijn uit Veenendaal. Haperend begon „Het is een een delicate kwestie, Fons. En ik moet zeer beslist op je geheimhouding kun nen rekenen. Het is namelijk een vriendin van me, voor wie ik dit doe. Ze durft hetzelf niet zo goed, begrijp je?" „Heeft ze wat uitgespookt, waarmee ze last kan krijgen?" Willie schudde haar hoofd. ,Nee, het is iets anders. Ze ze heeft een man leren kennen. Hij woont in Nijmegen. Daar heeft hij een eigen be drijf. Ze zijn het helemaal met elkaar eens. Hun huwelijk zal volgende maand plaatsvinden. Doch er is iets tus sen gekomen. Ze er is een ano nieme brief gekomen. Daarin staat onder meer, dat zij eens moet informe ren, wat haar aanstaande man ruim negen jaar geleden heeft uitgehaald. Ze weet veel van hem, maar er is inder daad een een vacuum zal ik maar zeggen. Tussen 8 en 10 jaar geleden. Iets met een vrouw. Die man was na melijk tien jaar geleden verloofd. Vlak voor zijn huwelijk ontdekte hij, dat zijn verloofde hem bedroog. Waarschijnlijk slaat die anonieme brief daarop. Mijn vriendin vroeg me, of ik geen moge lijkheid wist, om te controleren, wat er toen is gebeurd. Ik dacht aan jou, om dat jij bij de krant werkt. Jullie heb ben waarschijnlijk wel een archief, nietwaar? Het is wel een hele tijd ge leden. Hebben jullie nog kranten van tien jaar geleden?" Hij knikte. „Veel langer. Nog van voor de oorlog. Het is na te gaan. Weet je geen preciezere periode? Ik bedoel: welk jaar en in velke maand? En hoe heet die man? Of weet je zijn naam niet?" „Jawel. Hij heet Wieland en heeft een garage in Nijmegen. Maar vroeger woonde hij in de Kempen. Waar pre cies weet ik niet. Als er wat is ge beurd, zal het daar wel voorgevallen zijn." Fons Alledonk legde zijn mes en vork neer. Achterover leunend in zijn stoel keek hij de jongevrouw naden kend aan. „Als het in mijn vermogen ligt, wil ik je met alle genoegen hel pen, dat weet je. Dat zal wel een heel gezoek worden. En als hij uit de Kem pen komt, zou je beter naar een krant in Eindhoven kunnen gaan. De Kem pen is geen verschijningsgebied voor onze krant, zie je? Natuurlijk, als het erg belangrijk is, nemen wij het ook op. Landelijk belangrijk genoeg bedoel ik. Bijvoorbeeld een grote smokkelhis- torie, een inbraak van betekenis, een grote brand, een moord. Zal ik je een briefje geven voor Eindhoven? Een der redakteuren ken ik goed. Hij zal je alle medewerking geven." Ze schudde haar hoofd. „Nee, Fons, hoe minder hiervan weten, hoe beter het is. Jij jou ken ik een beetje." Ze begon verlegen te lachen. „We heb ben wel eens gekibbeld, maar ik mag je wel, zie je?" Hij boog. „Dan zijn onze gevoelens wederkerig. Alleen veronderstelde ik wel eens, dat je een soort kruidje-roer- me-niet was. Jaren geleden ben ik eens een avond met je uit geweest dat vergeet ik nooit en we hebben het toen ontzettend leuk gehad. Doch na die avond wilde je nooit meer wat van me weten. Ik heb me maandenlang suf geprakkizeerd, wat ik misdaan had." Ze voelde, dat ze begon te kleuren „Wat zou ik tegen je hebben? Ik kom je nu toch ook op zoeken?" Omdat je me nodig hebt, dacht hij, doch hij ging er niet verder op in. Een opschrijfboekje voor de dag halend, maakte hij enkele aantekeningen. „De man heet Wielandweet je ook zijn voorletters? O, Jaap, en komt uit de Kempen. Heeft daar ruim negen jaar ge leden wat uitgespookt. Was verloofd en kwam tot de ontdekking, dat zijn ver loofde hem bedroog. En daarna was er, wat jy noemt, een vacuum. Juist. Heb je enig idee, hoe lang? O, een jaar of drie. Ik zal vanmiddag eens in oude jaar gangen snuffelen. Als ik wat weet, hoe kan ik het je dan laten weten?" „Ik kan m'n adres opgeven, maar het lijkt me beter van niet. Of...... wat is er eigenlijk op tegen? Schrijf me maar, Hoogeind 98 in Rijkevoort. Eventuele kosten vergoed ik, dat begrijp je. Als je wat weet, hoor ik het wel." Hij klapte zijn boekje dicht. „Dat is dat. Ik ga vanmiddag meteen neuzen. Je maakt me nieuwsgierig. Ja, dat wordt een vervelende geschiedenis. Anonieme briefjes zyn vreselijke wapens. Degene, die dit wapen hanteert, is altyd een laf bek. Natuurlijk geen idee wie het ge schreven kan hebben? Je hebt 't briefje zeker niet bij je?" Ze schudde haar hoofd. ,,M'n vriendin heeft het gehouden," loog ze. „Zal wel de een of andere jaloerse knul zijn. Zo gaat dat doorgaans. Een soort wraakneming voor het blauwtje, dat ze gelopen hebben." Terwyl ze in de bus naar huis terug reed, begreep ze plotseling, wie het briefje geschreven had. Fons had het over wraakneming van een knul, die een blauwtje gelopen had. Dus kon niemand anders dan Sjef van Haren het briefj^ geschreven hebben. Zo'n lammeling. Maar hoe was hij 't te weten gekomen? En wat wist hij van Jaap? HOOFDSTUK 11 Die avond was ze een paar uur in Nij megen, maar ze had weinig aan Jaap, omdat hij een bespreking had met een aspirant-klant, waar nog een proefrit op volgde, zodat ze om half tien een kort briefje schreef en met de bus naar huis ging. De volgende middag stond Dientje Wieland plotseling bij haar op de stoep. Willie keek blij verrast. „Kom verder leuk zeg. Heb je vroege dienst?" Ze trok haar korte jasje uit en hing het in de gang aan de kapstok. „Hele maal geen dienst meer. Ik heb m'n ont slag. Ruzie gehad met m'n chef. Ik zal maar geen bijzonderheden vertellen. Mis schien begrijp je het wel." Willie keek haar verbaasd aan. „Dat ook wat? Hoe lang werkte je daar al?" Ze gingen naar de zitkamer. „Bijna vier jaar. O, het boterde al enige tijd niet tussen ons. Op een gegeven ogen blik barst de bom. Ik ben nogal een driftkop. Nou. ik heb 'm uitgekafferd... Ze lachte en imiteerde: „Juffrouw Wie land, gaat u maar naar de kassier en verdwijnt u zo gauw mogelijk." Het leek me het beste dit advies meteen maar op te volgen. Dus stond ik om half drie op straat." „Vind je het dan niet erg?" De ander haalde haar schouders op. „Welnee, waarom? Werk genoeg in de wereld. Ik heb m'n diploma's, hoor. Ik ga eerst eens een week vakantie houden. Daarna zie ik wel weer. Ik zal de kran ten wel eens nakijken." „En alsals je ergens solliciteert en ze vragen naar je laatste betrek king? Je hebt zeker geen getuigschrift gekregen?" „Niet nodig. Dan zeg ik: meneer, neemt u de telefoon en vraagt u maar, waarom ik weg ben gegaan. Tien tegen één, dat ze het snappen. Weten ze gelijk, wat ze aan me hebben." Willie kwam overeind. „Fijn, dat je er bent, zeg. Ik ga thee zettenik heb ook nog wat lekkers „Thee graag, en een koekje. Ik moet zo verschrikkelijk aan m'n figuur den ken." Een kwartier later, terwijl ze thee zaten te drinken, ging de bel. Willie keek naar buiten en zag aan de over kant een lelijk eendje staan. Jaap in ieder geval niet, of hij zou de wagen ingeruild moeten hebben. „Verwacht je bezoek?", vroeg Dientje. „Needat is te zeggenik heb nog wel eens aanloop. Soms komt Piet even aanwippen. Een ogenblik." Toen ze de deur opende, verbleekte Willie meteen, want voor haar stond Fons van Alledonk haar lachend aan te kijken. „Hallo, ik heb nieuwsbegon hij, doch toen hij zag. dat Willie de vinger op haar mond legde, zweeg hij. „Kom verder," zei ze zacht. „Ik heb visitezuster van die Wieland. Houd je mond over ehje weet wel." „Zal ik een andere keer terugkomen?" „Ben je maldan zoekt ze er mis schien wat achter. We zijn toch zeker oude kennissen?" In de kamer stelde Willie voor: „Dit is Dientje Wieland, uit Gennep. En dit is Fons van Alledonk, krantenman uit Venlo. Broer van mijn schoonzus Marietje." „Thee, Fons?" „Graag, Wil." Dientje keek de bezoeker belangstel lend aan. „Zo, krantenman, mogen we wel voorzichtig worden, Wil. met wat we zeggen. Die lui houden immers van kleine schandaaltjes?" „Maakt u zich geen zorgen, juffrouw Wieland. Ik heb alleen maar interesse voor grote schandalen. En u ziet er hele maal niet naar uit, dat u er in betrok ken bent." „Gelukkig niet. Waar ziet u me voor aan „Voor een knappe jongedame. En daar kan ik, als man, over oordelen." Dientje keek met grote ogen de gast vrouw aan. „Zeg, is hij altijd zo'n flirt?" Wille bracht thee binnen en lachte. „Kijk maar uit met 'm. Zeg maar zo min mogelijk, want hy zet alles in zijn krant." „Dat is niet aardig, Wil. Ik ben hier privé, dus....... enfin, u hoeft Wil niet te geloven, juffrouw Wieland. Ik kan bij- voorbeeld heel goed vergeten." „Wat zo in uw kraam te pas komt, zeker?" „Bijvoorbeeld Nu u weet, dat ik in de journalistiek zit, is het redelijk, dat u me vertelt, wat u voor de kost doet." „O, dat is gauw gezegd." Het meisje vouwde haar armen over elkaar. „Ik rentenier." Hy knikte begrypend. „Ook al zo'n kapitaliste als onze Wil?" „Was het maar waar. Kunt u soms een privé-secretaresse gebruiken op uw krant? Ik ben namelijk ze keek op haar horloge precies vier en twintig uur zonder emplooi." „Ha. haIk zou zeggen: plaatst u een advertentie in onze krant." „Daar heb je de zakenman. Maar ik heb voorlopig geen haast. Eerst een Hoogstraat 9-11 - Veenendaal weekje vakantie. Het begint er net weer voor te worden." „Bent u werkelijk zonder?" „Jazeker. Als u wat voor me weet, houd ik me aanbevolen. Ik heb m'n diploma's niet bij me, maar ik heb ze voor typen, steno en handelscorrespon dentie. Wel niet zo gek veel. O ja en ik kan Duits. Dat is in deze streek gemakkelijk." Fons keek haar enige tijd aan. „Ik houd het in m'n gedachten, juffrouw Wieland. Echt als ik wat weet, hoort u het. Geeft u me uw adres maar." Het meisje keek Wil aan. „Meent-ie het, Wil?" De man schudde zijn hoofd en wendde zich eveneens tot de gastvrouw. „Zie ik er werkelijk zo onbetrouwbaar uit. Wil?" Ze lachte. „Nee, hoor. Als Fons iets belooft, doet hij het." „Nou, meneer Fons, dan houd ik me aanbevolen." „Als u dat meneer er eens afliet?" Hii keek haar lachend aan. „Welja, waarom ook niet. Hoewel ik vind het een rotnaam." „Maar Dientje Wordt vervolgd Een van Nederlands bekwaamste mannequins, Tanja Trybels, laat hier een zeer geslaagd ontwerp van Marian ne David zien uit de katoenshow 1966. De door Ter Kui- le Cromhoff geleverde katoenen whipcord is hier ver werkt in de kleuren van de zeemeeuw, gebroken wit en zacht grys. Onder de mantel wordt een mouwloze ja pon gedragen van dezelfde kleuren. Het hoedje heeft dezelfde kleuren als de mantel. Arnould Diepeveen uit een zeer spre kend, zwart-wit katoenen visgraat- weefsel van Ten Hoopen een en semble vervaar digd, waarvan hier de mantel wordt getoond. Dit model uit de Katoenshow 1966 is afgebiesd met een vry brede zwarte band, die de strakke lyn van de mantel des te beter doet uitko men.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1966 | | pagina 8