Veenendaals natuurvriend
Henk J* Spies krijgt nooit genoeg van
vogels
ARAM
ARAM
uinbouwhoekje
Nieuwsblad „DE VALLEI"
vrijdag 17 juni 1966
10
Al vroeg op pad
De
Gouden
Cobra
Opgetekend door Rik Valkenburg
Op 24 februari 1942 werd Henk J. Spies, als zoon
van een bouwvakarbeider te Renkum geboren.
Al spoedig bleek zijn voorliefde voor de natuur.
Zijn schoolvriendGert van de Velde, die zelf op
en top natuurvriend was, stimuleerde hem om
vogels te gaan bestuderen. Toen de jongens der
tien a veertien jaar waren, trokken ze er samen
heel wat keertjes op uit. Gert van de Velde had
een grote verzameling natuurvoorwerpen. Hier
onder waren ook eierschalen, die hij gevonden
had in overgebleven nesten, of welke door be
paalde omstandigheden niet bebroed waren ge
worden. Een geheel nieuwe wereld ging voor
Henk, die nu in de Zandstraat te Veenendaal
woont, open. Een wereld die hij buitengewoon
interessant vond.
Hier de opname die we maakten van
het nest van de tortelduif, prachtig ver
scholen tussen het lover. En ei lag er
in, de tweede zou weldra volgen.
Gegevens: De foto werd van bovenaf
genomen. SI. sn. 1/125 - diafr. 8. Scherp-
stelling op 1.20 m. Op Kodak 22° Din.
kl. bid.
GERED UIT STRIK.
„als wij op pad gingen, liepen wg
meestal elk een kant uit", aldus de heer
Spies. „Ontdekten we iets bijzonders dan
waarschuwden wij elkaar. Op een keer
hoorde ik bij mg in de buurt een ver
vaarlijk geschreeuw. Ik er op af. Eerst
floot ik even op mijn vingers, waarna
ook mijn maat dezelfde kant uit kwam.
We vonden een Vlaamse Gaai, die met
half verbrijzelde poten in een klem zat.
Het beest schreeuwde van belang, vooral
toen wij naderden. Het lukte ons het dier
te bevrijden. We gaven het beest onmid
dellijk de vrijheid, achteraf bekeken had
den we het dier beter eerst naar een
dierenarts kunnen brengen, omdat de
poten zwaar beschadigd waren. We
waren toen schijnbaar nog te jong om
dat te beseffen"
Henk Spies bouwt eerst even een
shagje. Dan hervat hij weer: „Eens liep
ik speurend door de bossen en velden.
Overal waar ik wat ontdekte, wat met
vogels te maken had, bestudeerde ik. Al
verschillende keren meende ik deze mid
dag beweging achter me te bespeuren.
Toen ik weer gebogen stond over het
nest van één of andere vogel, zag ik
plotseling tussen het struikgewas een
paar ogen naar mg kijken.
„Vast de boswachter"flitste het
door mij heen.
Later bleek dit inderdaad zo te zgn.
De man kwam op me af toen hg in de
gaten had dat ik geen kwaad in het
schild voerde en zei mij dat ik op ver
boden terrein liep. Door mgn aandacht
voor de vogels had ik daar geen erg in
gehad. We maakten een gezellig praatje
en scheidden als vrienden"
AL WEER DE STRIK
„nog een voorval herinner ik mg.
Toen ik over een bospad liep, ontdekte
ik iets eigenaardigs aan de kant van het
pad. Ik kon het niet goed definiëren, dus
ging ik er op af. Toen zag ik een ang
stig, in elkaar gedoken konijn zitten. Een
pluk afgerukte haren om hem heen. Br
glinsterde doodsangst in de ogen en een
klem rond zijn hals. In zijn ogen las ik
een nameloos weeToen ik btj het
beestje kwam, bleef het precies zo zit
ten. Gekromd en roerloos. Ik bevrijdde
het van de strik en hield het beestje even
vast. Zodra mijn greep iets losser werd
rukte het dier zich los en hipte weg, de
vrijheid inOp deze manier heb ik in
de Renkumse bossen heel wat konijnen
de vrijheid terug gegeven."
ONDERZOEK.
Henk ging boeken aanschaffen. Uiter
aard natuurboeken. De meesten handel
den over vogels. Hij begon te lezen en
ging daarna de natuur in, om het ge-
lezene te practiseren. Hg las boeken over
vogels van de gehele wereld en ook
specifieke voor Nederland. „Het zelf
onderzoeken en ontdekken vind ik echter
belangrijker en mooier", verklaart Henk.
Dit neemt echter niet weg dat hg nog
steeds vogelboeken aanschaft en vlijtig
bestudeert, ook toen hij in aanraking
kwam met een Veenendaalse schone, al
werd het toen een poosje minder. Na de
trouwdag vestigde hij zich in Veenendaal
en was verrast door de prachtige om
geving. Naar hartelust kon hg hier dwa
len door bossen, velden en beemden. Ook
in de moerassen en langs de wallen zag
hij veel schoons. Toen echter ontdekte
hij iets
VEEL VERLOREN.
Langs de wallen waar hij een interes
sant vogelleven aantrof, ontdekte hij de
volgende dag dat alles verbrand of ruw
weg afgemaaid was. Hij vond verkoolde
jonge vogels. Hij signaleerde dit aan de
Wageningselaan, in de Meentstreken by
Bennekom en Ede en ook nog op andere
plekken.
„ik geloof niet dat hier opzet in
het spel is, maar ik wou toch dat hier
door betreffende instanties op gewezen
werd. Wellicht is er dan wat aan te
doen. Voor zover ik kan nagaan gebeur
de dit bg Renkum tenminste niet. Ik
vind het bijzonder sneu, dat ik het hier
meermalen zo aantref"
WAAR HET OVERAL ZONG
Op een prachtige lentedag vergezelden
wg de heer Spies op een tocht door de
natuur. De rit op zichzelf was reeds een
feest. Waar is het mooier toeven, dan
langs de velden en beemden rondom
Veenendaal? Tenslotte kwamen we op
een plek ergens tussen Overberg en
„Is het nest nu niet verstoord?" infor
meerde ik een beetje spijtig. „Geen
sprake van", verklaarde Spies. „Het ligt
er maar aan hoe je te werk gaat"
lichtte hij nader toe.
Kort hierna riep Henk me weer, fluis
terend. Schijnbaar had hij nu iets ont
dekt wat nog interessanter was. Behoed
zaam naderde ik. W'e stonden voor een
dicht struikgewas. „Kijk wees hij mg
dat nestje daar. Zie je hoeveel eieren
er in liggen?"Ik telde er zes, keu
rig op een rijtje in het rond. Er waren
gordijntjes van blaadjes voor geschoven,
leek het. Een oud schoolliedje welde op:
Er schommelt een wiegje in 't bloeiende
hout Een wiegje met lovergordgntjes
Dat hebben twee vogeltjes samen ge
bouwd En zie eens hoe keurig en
fijntjes
PITTORESK
Even later dwaalden we weer op een
ander plekje van dit stuk puur natuur.
„Zal ik je eens een mooi bruggetje
laten zien?", vroeg mijn begeleider.
Renswoude, waar het óveral zong!
Het was in een klein bossage, met
veel struikgewas. Honderden vogels zon
gen er hun lied. De zoet weeïge geur van
verschillende bloemen en kruiden, ge
mengd met de frisse graslucht, waaide
ons tegemoet en wervelde steeds om
ons heen. Bij al deze geuren en geluiden
trof ons de uitspraak van de Hebreeuwse
dichter: Hoe goddelijk en schoon, luidt
deze hemeltoon!
LOVERGORDIJNEN
Langs smalle, kronkelende paadjes
kwamen we er! Een stukje wereld vol
lover. Het geoefende oog van Henk
Spies ontdekte weldra een nest van een
tortelduif. Hij wenkte mij naderbij te
komen met mgn fototoestel. Echter door
een onverhoedse beweging vloog de
vogel van zijn nest. Toen maakte ik een
plaatje van het nest, waarin één ei lag.
Foto boven: Zo kan Henk J. Spies vaak
in de natuur aantreffen.
Onder: Onze natuurvriend ontdekt zo
juist het „eivolle" nest van een kleinere
vogel.
Daar voelde ik wel voor. We waren
spoedig daar en genoten van het pitto
reske, aan de natuur aangepaste bouw
sel. Zacht ruiste het enigszins vallende
water onder ons. Vlinders fladderden om
ons heen. In de verte dook een kievit
naar zijn nest. Er klonk de roep van een
tortel. We wilden ons juist overgeven
aan wat gemgmer toen plotseling scheu
rend en gierend enkele laagvliegende
straaljagers met ruw geweld dit rustieke
oord verstoorden met hun irriterend ge
daver! Een door de mens in het leven
geroepen dissonant?Daarna konden
De Zomer liet zich niet aanmelden.
Wanneer we thans de plekken terug
zien, waar we de eerste voorjaars
bloemen plukten, dan zijn deze plek
ken thans in een schaduw gehuld,
zy, die zoeken en waarnemen, ont
dekken dat de ware Lentebloemen
met de lente verdwenen. De Primula
veren hebben haar half neergebogen
bloemen door styf rechtopstaande
zaaddoosjes vervangen. De bloem
stengels van het grote hoefblad zyn
geheel verwelkt, evenals van de Goud-
veil, van het Mu3kuskruid, en de
Aronskelk. O, wonderiyke Schepping;
een ander geslacht speelt thans de
door hun begonnen rol voort.
Overal om ons heen ontdekken wg
een weelderige plantengroei, zonder
dat een van ons er een hand voor be
hoefde uit te steken. De plantengroei
is niet meer, zoals bij de eerste lente
boden, naast elkander, maar groeien
thans op en over elkaar heen. Het
sneeuwwitte kleed van de Doorn, dat
in 't voorjaar onze bewondering had,
is nu in de volate zin van het woord
een lastdrager geworden, want we
zien slecht hier en daar nog een tak
met vruchtjes (bottels), daar de
meeste grotendeels door de stengels
en bladeren der windende en klim
mende planten, die by de Doorn hulp
en steun zoeken, bedekt zyn. We kun
nen nu op onze wandelingen in de
schone en vrije natuur ontdekken dat
de zoom van een bos ondoordring
baar is geworden door de Braamstrui
ken en wilde Rozen, die daar in brede
bochten tot elkaar overhangen. De
jonge, krachtige spruiten van de wil
de Hop zyn in alle richtingen door
eengevlochten en bedreigen ons met
scherpe haken en stekels.
De zomer is er, zonder dat men zyn
komst gewaar werd, want hg liet zich
niet door een heraut aanmelden. Nie
mand ziet de zomer komen. Lente, zo
mer en herfst gelijken op de drie
hoofdkleuren van de regenboog, die
wel door een aantal tussennuancen
aan elkaar verbonden, maar niet door
scherpe grenslijnen van elkaar ge
scheiden worden.
Hoe zou het ook mogelijk zijn, om de
(mag ik zeggen) aanvallige Zuster-
schaar, die tot een levendige kran3
zijn samengevlochten, vaneen te schei
den en te zeggen: gij behoort links
en gij rechts, gij behoort tot de lente
en gij tot de zomer? Neen, zo is het
niet bij moeder natuur. Lente en zo
mer worden niet door een brede dor
pel van elkaar gescheiden, maar daar
door aanéénverbonden. En bovendien
is het zó, dat zij met bloemen en
vruchten bestrooid zijn.
De aarde met haar sierlijke gewaad
te tooien was Flora's deel en daarmee
is zij nu juist gereed. Ja, zelfs ddt
wat anders onze blik onaangenaam
treft, heeft Flora thans met leven,
met groen en met bloemen opgesierd.
Moeder natuur heeft aan bepaalde
planten opgedragen om greppels, slo
ten, puinhopen, etc. etc. aan het oog
te onttrekken. Dat is duideiyk waar
te nemen voor ieder die bij de natuur
in de leer gaat. Niet met veel lawaai
en gebrom er aan voorbij vliegen,
doch wandelende zal men constateren,
dat vele onooglijke plekken door hoog-
opgeschoten Brandnetels, Duizend
knoop, Ganserik, Waterlie3 en Cruci-
feren zijn bedekt. Op vochtige puin
hopen, in de schaduw van hagen en
elders, vinden we de Stinkende Gou
we. De onooglijke plekken werden
door de natuur netjes gecamoufleerd.
Zien en waarnemen.
In de dierenwereld neemt de massa
van individuen en vormen nog steeds
toe. Eerst in het midden van de zo
mer bereiken deze het hoogste stand
punt. Talloze insecten, die tot nu toe
grotendeels in 't verborgen leefden,
als larven of poppen, komen nu in
hun ontwikkelde toestand, en dus van
vleugels voorzien, voor de dag en
vliegen in bonte menigte tussen bloe
men en planten door.
Grasmaand
De maand juni is wel niet de gras
maand van de almanak, doch is toch
wel de eigenlijke grasmaand in de na
tuur, 't is de bloeitijd der grassen.
Kom maar mee naar buiten en trek
mee de natuur in „Overal in het rond
staan de grashalmen te wuiven met
hun ontelbare bloempjes. Afzonderlijk
zijn de grasbloempjes, zó klein, dat
hij, die ze niet zoekt en ze niet weet
te vinden, haar ook niet te zien
krijgt, temeer daar niemand zijn oog
zal wapenen voorniets, en dat,
waarvan wij niet weten, is voor ons
niets. Zó is het!
Over de schoonheid van het wei
land uit te wijden, het grastapijt, het
weelderige groen er van te bezingen,
is als aan de orde van de dag en nie
mand blgft er in achter, maar
hoe weinig zijn er, die een weiland
een werkelijk opmerkzame blik waar
dig keuren.
En toch Toch heeft een wei
land zgn eigen bloei en is met dui
zenden bloemen bestrooid en getooid.
Deze zijn zeker niet minder fraai dan
die welke door haar veelkleurig aan
zien ons oog weten te stelen, haar
grootste gebrek is echter, dat de wei
de- of grasbloemen te bescheiden zijn.
De grassen zijn een bescheiden en
eenvoudig volkje. Van de in de wilde
Flora groeiendè grassoorten is er
geen die een houtige stengel heeft en
dus langer dan één zomer leeft. En
is er ook geen die zich door een an
dere dan de algemeen bekende lange,
smalle bladvorm onderscheidt, ook
geen die andere dan de eenvoudige
halfbloempje3 heeft. Zij vormen een
broederkring, waarvan geen enkel lid
zich door uiterlijk praalvertoon
hoogmoedig boven de andere tracht
te verheffenZij strekken velen on
der ons tot leer.
Antwoord aan vragenstelster
Mevr. L. v. O.-A. te Veenendaal
schreef een sterk stimulerende brief,
waarin zij enige vragen stelde die wij
volgaarne beantwoorden.
Ongetwijfeld zullen meerdere lief
hebsters van planten met het ant
woord hun voordeel doen. Mevrouw
van O. heeft een Croton waarvan de
kleurige bladeren steeds groener
gaan kleuren.
Inderdaad is de Croton (Codiacum)
een prachtige sierbladplant. Verlangt
veel warmte en moet veel gesproeid
worden met lauw water. U mag de
bladeren zeker wel 4 x per dag be
sproeien. De plant moet beslist volle
zon hebben, alleen op het heetst van
de dag in het hartje van de zomer
moet ze een weinig beschermd wor
den. Zij kan veel zon hebben! Uit de
zon zullen de bladeren steeds groe
ner kleuren. Men heeft u op die vi
site verkeerd ingelicht. De bloemen
zyn onaanzieniyk (groen-geel) en
men kan ze beter verwyderen. Zy
moet in 't voorjaar verpot worden
in voedzame bloemistengrond. Indien
nodig mogen te ver uitgegroeide tak
ken iets terug gesnoeid worden.
De Columtiea gloriosa vraagt voch
tige atmosfeer en veel warmte. Dus:
veel sproeien. Kan niet tegen de felle
zomerzon. Succes! U vraagt, wij
draaien!
E. J. GRIJSEN—RHENEN
we echter weer volop genieten, van alles
rondom ons
HET IS OKÉ:
Toen we weer huiswaarts gingen en
langs ons loverrgke plekje kwamen,
vroeg ik de heer Spies of hg even wilde
gaan kgken, langs dat kronkelpaadje of
de tortel al weer op zgn nest zat.
Henk Spies verdween tussen de strui
ken. Na korte tijd kwam hg weer te
voorschgn. „Het is oké", riep hg, „beide
nesten zijn weer „bezet". Er is dus niets
mee aan de hand, maar dat had ik je
toch al gezegd?"
Toen we Veenendaal binnenreden,
dachten we, terwijl we al het gejakker
en gehaast weer zagen: Wat leven we
eigenüjk ver van de natuur, terwgl ze
toch zo dicht bij ons is
Verschijnt als bijlage van het
streekblad „DE VALLET
onder redactie van Tante Jos
ONZE JARIGEN
18 juni: Louisa van Viegen
19 juni: Petry van Beek
19 juni: Johan van Tuil
19 juni: Pieter van Kesteren
20 juni: Annie van Amerongen
20 juni: Truus Henken
20 juni: Anton v. d. Klift
20 juni: Gert van Veldhuizen
21 juni: Petri van Beek
22 juni: Eric Werkman
22 juniAlie Treure
23 juni: Karin v. d. Steeg
24 juni: Machiel Anderweg
Alle jarigen: heel hartelijk gefelici
teerd en een onvergetehjko dag toege
wenst
ZILVERPAPIER EN CAPSULES
Hallo jongelui.
Vandaag ben ik eens een kykje gaan
nemen hoe het met onze zilverpapier-
voorraad staat. Onze opbrengst van deze
week, die zoals jullie weten naar de blin
den gaat, bestaat jammer genoeg slechts
uit 2 schamele zakjes capsules. De enige
spaarster van deze week was onze trou
we medewerkster Margreet Kampert.
Wat zielig lagen de zakjes naast elkaar
en in m'n verbeelding hoorde ik ze zeg
gen: „Tjonge, wat is het hier een saaie
boel, waar zijn nou die bergen zilver
papier waar altijd zo enthousiast over
gerept wordt".
Jongelui, eigenlijk begrijp ik maar al te
goed, dat jullie geen tijd hebben gehad
voor het byeengaren van zilverpapier.
Het zonnetje heeft de afgelopen dagen
zóóó z'n best gedaan, dat het voor velen
gewoon een wedloop werd naar zwem
baden, bossen en andere fijne plaatsen
om naar hartelust te ravotten.
Geniet maar van al dat heeriyke om
je heen en snuif de overheerlijke bos-
lucht maar goed diep op.
Ik zal het alleen heel fijn vinden als
jullie de komende dagen toch eventjes
langs komen. Per slot van rekening
29. Vanachter de sluier, die hg op Touaregg-wgze
voor het gezicht gebonden heeft, slaakt Aram een
zucht van verlichting als zijn rijdier werktuigeiyk in
de brede voetsporen der andere kamelen op de kara
vaan begint in te lopen. Spoedig heeft hy de achterste
kamelen bereikt. Met vastgesnoerde polsen sloffen
de gevangenen gelaten door het hete zand tussen
de kamelen. Aram herkent van een afstand reeds
de athletische gestalte van Ares, de Griekse vuist
vechter, die door wraakzucht gedreven Ambre naar
dit hete land heeft ontvoerd. Van Ambre zelf be
speurt Aram aanvankelijk niets. Voor hem drijft een
der Touareggs zgn kameel tot grotere spoed door
met zijn hiel tegen de flank van het dier te schop
pen. Aram beproeft haastig hetzelfde en zowaar, ook
zijn kameel versnelt zgn passen en loopt langs de
Karavaan naai voren. En opnieuw slaakt Aram een
zucht van opluchting, want op een der kamelen, in
de schaduw van een baldakyn, krijgt hy Ambre in
het oog. Naast hem barst opeens een der gevange
nen, een korte dikke man, in jammeren uit: „Ik hou
het niet langer voldie vervloekte woestynboeven
laten ons lopen tot we er bij neervallenikik
kan niet meer (wordt vervolgd)
Correspondentie te richten aan
Tante Jos per adres:
Parallelweg 10 - Veenendaal
moeten we de blinden ook niet vergeten,
vind je niet
Tot kijk dus!
TANTE JOS.
Figuur a.
Het maken van een boemerang.
Om het wat makkeiyker voor jullie
te maken is de boemerang in de tekening
op ware grootte afgebeeld, zodat alles
wat je te doen hebt het overtrekken van
de twee „vleugels" is op een stukje dun
karton, bijvoorbeeld een oude briefkaart,
die het juiste gewicht en de juiste dikte
heeft. Knip de beide vleugels uit en
maak een kerf langs elk der beide stip-
p:.JHjnen. Buig de beide kartonnetjes
over de kerf en haak de beide vleugels
dan kruiselings over elkaar door middel
van de gleuven, zoals je dat in de te
kening ziet voorgedaan. Het belangrijk
ste hierby is, dat de holten van de bei
de gebogen oppervlakken naar elkaar
toegekeerd zijn! En dat is dan je boe
merang! Al, wat je nu verder te doen
hebt, is het oefenen in het gooien van
de boemerang op zo'n wijze, dat deze
weer bij je terug komt. Houd daartoe
een van vleugels tussen vinger en duim
ter hoogte van je maag. Buig je pols
naar je toe en werp dan de boemerang
van je af, enigszins omhoog de lucht
in. Door geduldig oefenen zul je er in
slagen de boemerang telkens naar je
voeten te laten terugkeren. Het zal je
wel duidelijk zijn, dat des te groter de
boemerang is, des te verder deze zal weg
vliegen, zodat je dus als je goed wilt
oefenen nog eens een boemerang er by
kun maken, die tweemaal zo groot is
al- de tekening aangeeft. Ook daarmee
zul je dan fijn kunnen experimenteren.
Figuur c.
Een mozaïekpuzzel.
Vergelijk de figuurtjes 1 tot en met
6 met de figuren A tot en met F en
B. 9-66-C
dan zul je ontdekken, dat als je de fi
guren twee aan twee legt je zes vier
kant krggt. Kun je uitvinden welke
genummerde figuren je met de geletter
de figuren moeten samenvoegen?
GELD GEEFT MACHT VINDT
ZWITSERSE JEUGD
De Zwitserse bankiersvereniging heeft
in 1965 een prijsvraag onder scholieren
uitgeschreven met het doel na te gaan
hoe de jongeren over geld denken. De
deelnemers en deelneemsters werd ver
zocht hun gedachten in een opstel uit
een te zetten. Thans is de uitslag ge
publiceerd. Als het de bedoeling is ge
weest, de spaarzin aan te moedigen, is
deze prgsvraag een groot succes gewor
den. De jongeren bleken maar matig
aangetrokken door de gedachte, dat geld
van belang is om zich veilig te stellen
tegen de gevolgen van ziekte of andere
onvoorziene omstandigheden, dan wel
voor de oude dag. De Zwitserse jeugd
vindt in grote meerderheid dat geld
begerenswaardig is omdat het macht
en aanzien geeft. De resultaten van de
prgsvraag zullen in een brochure wor
den verwerkt.
AIR FRANCE GAAT OP
CHINA VLIEGEN
Voor het eerst in de geschiedenis zal
een westerse luchtvaartmaatschappij
een rechtstreekse verbinding gaan on
derhouden met de Volksrepubliek China.
Een aantal ondernemingen heeft al
geruime tijd geprobeerd een verbinding
tussen West-Europa en dit grote land
tot stand te brengen, maar dit is steeds
op verzet van Chinese zijde gestuit.
Thans echter is de Air France erin ge
slaagd, met de regering te Peking tot
overeenstemming te komen over de
opening van een wekelijkse dienst tus
sen Parijs en Shanghai, die op 19 sep
tember a.s. zal starten. De lijn zal lo
pen over Tirana of Athene, Kairo, Te
heran, Karachi en Phnopenh. De Chi
nezen krijgen een landingsvergunning
in Frankrijk, maar zijn waarschijnlijk
dit jaar nog niet in staat, waarvan ge
bruik te maken.