RA1FFEISENBANK VEENENDAAL ,Les Surfs9 Hoge waterburcht en paleis in de vlakte Een vreemde oorkonde uit 1178 Bentheimse invloed te Rhenen Zes broertjes en zusjes van de dertien leden tellende familie Rabaraonne uit Madagaskar zingen. Iets waar vader gek op is! SCHERPENZEEL Nieuwsblad „DE VALLEI" vrijdag 17 juni 1966 DORP AAN DE GRIFT (X) uw reis naar majorca begint bij ons! spaarbank en alle bankzaken Ze wonen in Parijs en kregen de naam Sweaters Pull Polo's Dolce Vita's Zomerpantalons Weekenders Shorts Zomerpetten Weekenders Zomerhoeden Autovesten Zwemshorts Tegenover de linie van kastelen en versterkte huizen der Geldersen, van Harselo in het zuiden tot de Walburg in het noorden, legden de Stichte naren een contra-linie, die bij het kasteel de Horst begon en via Lichtenberg en Lookhorst bij het huis ter Eem boven Amersfoort eindigde. De Horst nu diende om de zuidelijke corridor bij de Grebbeberg te bewaken. Er was eens Er was eensZo begint vaak een sprookje, maar de geschiedenis van het slot de Horst die hier volgt, is geen verdichting maar werkelijkheid, nu eens liefelijk, dan weer wreed. Er was eens een edelman, hoog in aanzien bij de Duitse keizer, een edel man die omstreeks 1150 op een „berg" bij Rhenen ging wonen. Dat hg „heer" van Rhenen, dat nog geen stadsrecht had, zou geweest zijn zoals enige schrij vers beweren, wordt door Prof. Dr. W. v. Iterson categorisch ontkend. Hij heette Godefridus of Godfried van Rhenen, was machtig en vermogend, bezat vele goederen in Zuid-Brabant, te Wormersbach bij Andernach aan de Rijn, te Bemmel bij Nijmegen en te Aalburg bij Heusden. Op de heuvel bouwde hij een houten kasteel met grachten en aar den wallen, de Horst genaamd. Godfried huwde twee maal. Zijn eerste vrouw, waarschijnlijk een Zuidbrabantse, schonk hem drie zonen: Diederik, Ger- lach en Aernout, die geestelijke werd. Zijn tweede vrouw verblijdde hem met twee zonen: Hugo en Godfried, die later tot bisschop van Utrecht werd verkozen en een enige dochter Heilwig. Zes kin deren in een hooggelegen waterburcht. Toen Godfried Sr. oud werd, verdeelde hij zijn goederen op aartsvaderlijke wijze. „Hy was dan gezeten op 't hoogste van die plaats, daar nu (in 1178 namelijk de steene toren staat; en zyne kinderen by zich geroepen hebbende, heeft hy zyne huizingen en gebouwen onder hen ver deelt." De eerste drie zonen ontvingen de Brabantse goederen. Godfried Jr. kreeg Aalburg, Hugo de Horst en Heilwig Bemmel en Wormersbach. Het dochtertje heeft vermoedelijk ook landerijen by de Horst geërfd, want nóg spreekt men daar van een terrein dat Helwichscamp heet. Nóg een kasteel Hugo die de Horst erfde, had weinig geluk, want in 1163 werd het kasteel door de Geldersen verwoest. Lange ja ren bleef het een bouwval, die niet meer te bewonen was. Hugo wenste echter het vaderlijk huis te herbouwen, maar miste daartoe de middelen. Bisschop Godfried leende hem het geld. Hugo liet echter niet het kasteel op de heuvel herbouwen, maar deed een „paleis" in de vlakte op trekken. Toen heer Hugo stierf liet hij een kinderloze weduwe na, die aanspraak maakte op de bezittingen. Bisschop God fried kocht haar rechten af voor 100 mark en maakte het landgoed circa 100 ha groot. Het houten kasteel beneden kreeg een verdedigbare poort en een kapel. De ruïne op de heuvel liet hg opruimen en bouwde er een stenen toren, een kostbare zeldzaamheid in die dagen. Ook verrees er een domus, een huis. Nu waren er dus twee stichtingen: op de heuvel een stenen toren met huis, versterkt door grachten en wallen, het zogenaamde castrum superius, de hoog gelegen vesting èn in de vlakte een houten kasteel met poort en kapel, het castrum inferius, de benedenste vesting. De stenen toren op de berg met het woonhuis, geheel afgezonderd van het „paleis" beneden, werd grensvesting van het Sticht tegen Gelder, zoals Montfoort en Woerden tegen Holland en Vollen- hove tegen Friesland. Er ligt thans nog aan de Cuneraweg tussen Sngder- en Friesesteeg een later gebouwde stenen toren, een voorpoort van het huis Horst in de vlakte. Roman tiek en poëzie hebben een sfeer van mysterie rond deze eenvoudige toren ge weven, met goudschat en al. Die toren was echter niets dan een voorraadschuur, een bewaarplaats en heette dan ook Ste nen kamer, het laatste woord in de be tekenis van schuur zowel als van buurt schap. Een andere naam is Stuivenesse. Een nesse is in het Utrechts gewoonlijk een landtong. Wijst „stuive" op losse zandgrond Of vinden we hier de Vlaam se mensnaam Stüf? Een derde naam is Luytjescamp (Luitjes waren horigen). Wat de goudschat aangaat, de bis schoppen waren gewoon hun schatten op hun verbiyf De Horst te bewaren. Bis schop Diederik van der Are byvoorbeeld had door succesvolle oorlogen en ont vangen hoge losgelden zoveel schatten verzameld, dat hij de schulden van zijn voorgangers en die van het Sticht zelf kon voldoen. Wat hij overhield een aanmerkelijke schat bracht hg op de Horst in veiligheid. De safe-deposit van de Horst is vermoedeiyk de bron van de goudschat-verhalen. Ringwal en waterburcht Onlangs heeft Prof. Dr. J. A. Huis man in een studie over „Namen van vroeg-middeleeuwse ringwallen" gesteld dat, toen de ringwallen eenvoudige vormen van versterking door aarden wallen, zoals de Hunnenschans of Dano bg Oosterbeek, de Hunnenberg en het Valkhof te Nijmegen, de Montferland, de Grebbeberg toen de ringwallen hun strategische betekenis verloren, bg verschillende ervan een waterburcht ontstond, lager gelegen. De sterke ring wal daalde als het ware af en gaf het voordeel van de hoge ligging prijs. De van de Duno afgedaalde burcht is de Doorwerths en de ringwal van de Greb beberg die zich aan de overzijde van de Rgn duidelijk in de bebossing aftekent en ook in het terrein goed geconser veerd is, heeft als bybehorende water burcht volgens Huisman het slot de Horst op de heuvel. Wat was bisschop Godfried die in feite geheel de Horst bezat nu voor een Gaat u niet naar Majorca? U gaat dit jaar naar... Geeft niet, uw reis begint tóch bij ons. Want u heeft voor uw reis buitenlands geld nodig. En een reisverzekering. En als u het risico van baar geld niet wilt nemen dan koopt u relschequea. Het is inderdaad veiliger! Komt u vóór de reis maar even langs, 't Is zó geregeldl man? Prof. Rogier noemt hem met Jan van Zyrik gunstige uitzonderingen te midden van de bisschoppen die tussen 1054 en 1456 hun ambt uitoefenden en noch er toe geroepen, noch er geschikt toe waren. Dr. Post erkent dat hg zelfs enige tekenen van byzondere vroomheid heeft gegeven. (Hg doelt hier op de ge weldige watersnood van 1673, toen God fried in een boetetocht blootsvoets door de straten van Utrecht trok.) Noch Ro gier, noch Post laakt in hem het nepo tisme, begunstiging van familieleden. Toen hg zyn einde nabg was, maakte hij zyn testament. De vesting op de heu vel vermaakte hij aan het bisdom. Als teken hiervan liet hy drie dagen en nachten lang de standaard van St. Maar ten van de hoge toren wapperen. Deze toren zou altyd ten gebruike staan van de Utrechtse bisschop, maar niet van zyn eventuele erfgenaam. Het huis in de vlakte met het landgoed schonk hy in 1178 op Paasdag 9 april gedurende de kerkdienst in de Dom aan het altaar van St. Maarten te leen aan zijn tweede broer Gerlach. zyn oudste broer Diede rik was door zijn invloed reeds tot burg graaf van Utrecht benoemd. (Een burg graaf was in het Sticht een functie in de ambteiyke hiërarchie.) Toen Diederik zonder manneiyke nakomelingen stierf, ontving Gerlach het burggraafschap. Wel had Diederik een dochter, Sophia van Rhenen, gehuwd met Henrik van Kuik. Met haar huweiyk begon de in vloed van de Van Kuiks in Rhenen en Veenendaal, die van Godfried ook rech ten ontvingen. Godfrieds bloedverwanten zouden dus het landgoed in de vlakte behouden. Wel verplichtten zy zich de bisschop van Utrecht steeds in hun huis te ontvangen en te herbergen. Mocht de leenman Gerlach of zijn opvolger onmachtig zy'n het kasteel op de berg te verdedigen, dan kon de bisschop zelf enige wachters aanstellen. De manschappen ter verdedi ging, de burgzaten, woonden vóór de poort beneden. Bisschop Godfried stierf kort nadat hij zyn testament had gemaakt en nog vóór dit op schrift was gesteld, op 27 mei 1178 en werd in de Dom begraven. Zijn graf schrift luidt: De kerkvoogd Godefroy heeft 't machtig slot oan Rheene Geschonken aan het Stift; en nog van klare steenen De Sloter Voüenho, Montfoort en Horst gebouwd, En dat van Woerden, 't welk de stad beteugeld houdt. In 1580 werd zijn graf geopend en bleek dat hij van reusachtige gestalte e-eweest. moet zijn. Een vreemde oorkonde De geschiedenis van de Horst is zon der de toevoegingen en beschouwingen van myn hand te vinden in een oorkonde fraai op perkament geschreven door een klerk van de bisschoppeiyke kanse larij. De inhoud ïykt op een verhaal, af- wykend van de gebruikeiyke inhoud van oorkonden, die doorgaans niet vertellen hoe de erflater aan zyn recht op zijn goederen gekomen is. Te veel zaken staan in bedoelde oorkonde uit 1178 abusievelijk staat er 1188 vermeld, die in een eenvoudige schenkingsakte uit de 12de eeuw niet thuishoren. Boven dien ontbreken de zegels. Wel vertoont het perkament insnydingen voor twee zegels. Het eerste zegel had dat van bisschop Godfried moeten zijn. Wie de tweede bezegelaar had moeten zijn blijkt niet uit de oorkonde, die soms zo gemoedelijk en boeiend vertelt: Mijn va der, Godefridus van Rhenen, had de plaats Horst al toebereid om er een kas teel te bouwen en haar reeds met enige werken en lichte huizingen gesterkt. Wat kan toch het geheim zijn van al die afwykingen, een vraag die Dr. Mr. S. Muller Fzn. zich reeds in 1922 stelde. Bentheims invloed te Rhenen Toen ik enige tijd geleden het mooie Tecklen burgerland in Westfalen bezocht had, keerde ik over Bentheim terug om daar de hoog op de rotsen liggende trotse burcht te bezoeken, een der grootste en oudste van Noord-West Duitsland. Bij het naar boven klimmen geselden „de lange lansen van een zwarte regen" ons en de oude muren van het slot dat niet meer zo imposant is als in de dagen toen Jacob van Ruis- dael het schilderde. BentheimRhenen De relatie tussen Bentheim en Rhenen ontstond toen bisschop Godfried opge volgd werd door een man uit de Bent heimse gravenfamilie: Boudewijn H. Met hem deden de Bentheimers hun intrede in de geschiedenis van de Horst en Rhe nen. Boudewijns broer Otto werd graaf van Bentheim. Meer dan Godfried be gunstigde Boudewijn zijn bloedverwan ten, vooral zijn broer Otto, de laatste ten koste van heer Gerlach. Het burg graafschap van Utrecht ging van de laatste op de eerste over. Maar Otto's nakomelingen konden door de verre afstand die goederen en rechten moeilijk beheren en zagen uit naar gelegenheden zich ervan te ont doen. In 1277 bijvoorbeeld schonk de Bentheimergraaf het patronaatrecht, dat de bevoegdheid Inhield de pastoor van de Cunerakerk te Rhenen en later die van de dochterkerk de Salvator aan de Markt te Veenendaal te mogen benoe men, aan de Balije van de Duitse Ridder orde te Utrecht, die te Rhenen een commandery bezat: het Duitse Huis. Maar niet alleen dat recht ontving de ridderorde maar ook de gruit en andere kerkelijke rechten. Het gruitrecht ver leende het monopolie tot verkoop van een stof, benodigd by het bereiden van bier. Die stof aan het ongegiste bier toe gevoegd, gaf het een betere smaak en wellicht een grotere houdbaarheid, zoals hop dat laatste ook wel doet. De Gel derse 17de-eeuwse geschiedschryver Arent van Slffchtenhorst beweert dat het gruitgeld alleen betaald moest worden voor de „dikke" bieren, die moesten gis ten, en niet voor het „dunne" bier, dat zonder gisten werd „gekookt" en anders „scharp bier" werd genoemd. Tenslotte verkocht de Bentheimse graaf in 1328 aan de Utrechtse bisschop verschillende goederen op de berg by Rhenen en ook het judicium, het ge recht, de rechtspraak, die eerst door de kastelein of burggraaf „op ter borch ter Horst" werd gehouden. Wij zijn echter vooruit gelopen en keren terug naar het jaar van Godfrieds dood 1178. Zijn toren op de berg was toen in het bezit der Bentheimers ge komen. Door ingrijpen van Godfrieds op volger, bisschop Boudewyn de Benthei- mer gingen alle goederen van de heren van Rhenen door schenking van de over leden bisschop Godfried verkregen, over aan Boudewijns broer Otto van Holland (of van Bentheim). De heren van Rhenen werden dus van hun bezittingen beroofd en zelfs uit het land gejaagd! Driehonderd jaar later, in 1476 schreef Jan Veldenaer in zyn kro niek waarby hy oudere boeken gebruikt had: „bi hulpe van desen (hy bedoelt de broers van Boudewyn) so jaechede hy alle die rovers (Godfrieds bloedverwan ten) uut sinen sticht ende berechte dat lant seer wysselick." De Rhenense heren verzetten zich na tuurlijk en lieten een akte opmaken door het generaal kapittel wellicht deden zij het zelf die hun rechten bewees. Helaas kon bisschop Godfried het stuk niet meer van zijn zegel voorzien. Van daar het ontbreken ervan. Vandaar ooit de uitvoerige uiteenzetting hoe de erf later, bisschop Godfried, aan het reflit op zijn goederen gekomen is. Deze verklaring die ik in grote trek ken ontleen aan een studie van Dr. Mr. S. Muller Fzn. in 1922 in het Neder- Getooid met zonnebril, loopt een klein negertje langs mij heen. „We wachten buiten", zegt hij en steekt bij wijze van groet, z'n hand omhoog. Het was Dave Rabaraonne, die samen met zes broertjes en zusjes het Franse yé yé vertolkt. Enkele minuten later stond ik buiten het Carré, waar ik de Ford Mustang van Dave in een dwarsstraat ontdekte. Zijn twee broers Rocky (22) en Coco (21) zitten bij hem in de wagen. Naast de laatste, achterin ga ik zitten en zie dat Dave nauwelijks met z'n voel bij het gaspedatl komt. „Och het gaat wel, ik heb gisteren de zittingen wat naar achteren geschoven, dan zit ik fijner. Zit je goed daar?" We ryden een eindje langs de Am- stel en komen dan in een drukke straat terecht. „Amsterdam is wel leuk. Ik heb hier een pak gekocht, ongelooflijk, wat goed koop", zegt Rocky. „Hoe we aan de naam 'les Surfs' ko men?" door: Regui M. Flohr „In Madagaskar, gingen we iedere dag surfen in de zee. We liepen dan met onze surfs op de schouder door de stad en verkregen zo de bynaam de Surfs. Eenmaal deden we mee aan een talen tenjacht, waar de mensen riepen: kyk dat zyn Surfs. We vonden dat passelyk, en hebben dat zo maar gehouden." Twee en een half jaar geleden zyn de Surfs in Pary.«= gaan wonen en maak ten van daaruit hun tourneé's door Frankrijk, Italië, ja zelfs Amerika kwam aan bod. „In Los Angeles, namen we een show op met Frankie Sinatra, terwyl we in New York met Ed Sullivan samenwerk ten. Ik denk dat we dit jaar nog, weer naar Amerika zullen gaan", opport Co- co. Dave (23) interruppeert: „dat zal wel tegen het einde van het jaar worden, we hebben toch nog de t.v. shows van de R.T.F.!" „Ja, maar daar zijn we eind juli al mee klaar", antwoordt Coco. Rocky, zegt niets, hij heeft het te druk met het naar buiten kijken. De Mustang nadert een bus volgeladen met meisjes-op-schoolreis. Eén van de bus reizigsters ontdekt plotseling in de he vig zwaaiende Rocky, één van de Surfs. r seconde later is de bus van achteren zwaarder geworden en verdring de in houd zich voor de achterruit. We zyn in een file terecht gekomen en Dave traps lichtjes op de gaspedaal. „Je kan hier geloof ik zo'n wagen niet uitrijden", zegt hij. „Gelijk toen we Nederland binnenkwa men, was het onmogelijk harder te rij den dan 120!" De kollektie's van mensen in 't vak kennende vroeg ik: „hebben jullie nog meer wagens?" „Jazeker", antwoordde Coco. „Een Citroën en eh „Zo'n eendje?" „Nee een D.S., weet je wel, kijk zo eentje", hij wees naar buiten. „Dan nog een Triumph en een Peu- giot 4040". Behalve Dave, Rocky en Coco, ma ken ook hun jongere broertje Pat en hun zusjes Nicole en Monique deel uit van de alom bekende Surfs. Zij hebben gemakshalve de Peuglot maar genomen en zyn ons reeds ver vooruit. We naderen Naarden en de Mustang is verplicht stapvoets te rijden. „Je merkt nu wel dat et hier erg klein is", zegt de eigenaar. „We rijden nu ook in het spitsuur" luidt het antwoord. Dave speelt met zijn hand over het 'pookje'. Schijnbaar verveelt het stapvoets ry den hem, want even later rijdt hij de file uit en laat de Mustang tot 90 op lopen. „Of we buiten Parijs wc „Midd in t een .-urn - we hebben vier huizen, waarvan twee in het 16e van Parijs en twee in het banlieu. ik vind Versailles ook wel mooi, maar daar is niets te bouwen, r.og niet", zegi Coco Het Motel Naarden, doel van onze terig :s, ligt voor ons en met een r hem behendige draai aan het stuur, rijdt Dave de parkeerhaven van het hotel binnen, waar fotograaf us van Schie ons f 'Idig staat op te w -hten Ik loop het motel binnen, om de rest .n het muzikale zestal op te zoeken en stuit op ma Rabaraonne. „Het is de e./ste keer, d t ik hen op reis vergezel", zegt zy. "Ticole bi''' boven te zyn terwyi 'lo nique in het restaurant haar maaltyd verorbert. Rocky rent even later langs my heen, achtervolgd door Dominique, zijn 5-jarig broertje. Pat is onvindbaar Even later komt Rinus, kompleet met •camera op buik' binnen en zetten we ons achter de door serveersters klaarge- maak koffie. Naast ons zit ma Rabaraonne met Dominique naast zich, die in het Frans om een ysje zeurt. „Heeft U nog meer dochtersen zoons?" „Nog vier, ze verbiyven met hun pa pa in Parijs, want ze zitten allemaal nog op school Nadat Dominique het op zyn lippen resterende y's heeft afgeveegd, verlaten we met de Surfs het restaurant, om bui ten een plaat te gaan maken. landsch Archievenblad geschreven, klinkt aannemeiyk. Toch bekruipt mij hierbij de gedachte, dat bisschop Boudewyn de rechten en goederen van de Horst en omgeving zag als bezit van 't Utrechtse bisdom en dat hij naar dat inzicht han delde. Indien dit juist ls. wordt Mullere zienswijze minder plausibel, zelfs ro- mantich-fantastisch. 'n Feit is 't echter dat de graven van Bentheim leenheer waren van goederen in Zuidoost Utrecht èn dat de oorkonde uit 1178 ongewone toevoegingen bevat. Complexen goederen en allerlei rechten veranderden destijds van eigenaar onder invloed van allerlei factoren: staatkun dige situaties, politieke en economische omstandigheden, koop en verkoop enzo voorts en vaak veel minder door ver erving. In de nabyheid van de Horst kwamen ook goederen voor, welker herkomst te ruggaat op bezit van de abdy Derstig naby Keulen. Het goed Dolre aan de Friese steeg was een tinsgoed van die abdy. (Tins is een zakelijk gebruiks recht tegen betaling.) De plaats Rhenen is geheel gebouwd op gronden van ge noemde abdij. Vele bezittingen dier abdy gingen over aan de graven van Bent heim. Over de lotgevallen van de Horst, dat naby de huidige Dyk heeft gelegen en waarvan men in de weilanden nog de singel kan terugvinden, lotgevallen die een verhaal op zichzelf vormen, hopen we in een volgend hoofdstuk te schryven. D. PHILIPS Prachtige velours in tien kleuren. mooie kwaliteit, in 6 moderne kleuren. Ook in strepen. in alle modekleuren. lichtbeige, donkerbeige, div. kleuren, grijs moderne ruitjes. in een grote verscheiden heid. Leuke grote verscheidenheid Vederlichte Hoofdstraat 75 - Veenendaal VOOR AL UW HERENMODE EN CONFECTIE DERDE MUZIKALE RONDGANG Zaterdagavond hield de Scherpenzeelse muziekvereniging „Caecilia", ondanks de warmte, haar derde muzikale rondgang door het dorp. Ditmaal was de oranje- buurt aan bod. De route ging ondermeer langs Dorpsstraat, Willaerlaan, Oranje- buurt, Industrielaan en Glashorst. GESLAAGD Voor het toelatingsexamen van het Christeiyk Lyceum te Veenendaal slaag den de volgende candidaten: Jan Bak ker, Frans Budding\ Willeke Esser, Marien van der Geljs, Aart van Ginkel, Foekje van Ruler. Bert Werkman en Dolf de Wyze allen uit Scherpenzeel. V.l.n.r.: Dave, Coco, Nicole. Rocky Pat en Monique Rabaraonne. Foto: Rinus van Schie.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1966 | | pagina 14