ONWEERSTAANBAAR VOOR VA KANTIE WERKERS Omó uinbouwkoehje VERZEKERINGEN HYPOTHEKEN FINANCIERINGEN ARAM ARAM BEELDENDE KUNST TE ARNHEM Aantrekkingskracht van geld: ASSURANTIEKANTOOR MULDER De Gouden Cobra Nieuwsblad „DE VALLEI" dinsdag 26 juli 1966 Vele Jongens en meisjes hebben omstreeks deze tyd vakantie van school ge kregen. Ongeveer twee lange maanden duurt het vrjj z\jn van school. Voor velen is dat te lang en om niet aan de verveling toe te geven gaan ze werken. Ook op hen heeft het geld een onweerstaanbare aantrekkingskracht. Daarby komt dan nog veelal het belangrijke feit dat door vele scholieren ongeveer gedurende twee weken „echt" vakantie gehouden wordt, waarmee wy bedoelen dat ze de woonplaats verlaten en veel, soms zeer veel, geld „er doorjagen". Daar dit een tyd is van veel jeugdig initiatief, wil men ook niet meer zo graag met zijn ouders op vakantie. Vrij zijn, met een stel kameraden er op uit trekken, dat is het ideaal. Maar dan missen ze ook de portemonnee van hun vader. De beste man mag nu zo'n vijftig gulden meegeven, maar dan houdt het in de meeste gevallen wel op. En daar dat bedrag in deze dure tijden veelal ontoereikend is, luidt het devies: zelf geld verdienen. Dat is mede een oorzaak dat scholieren voor korte tijd hun schoolkleren verwisselen voor een overall. Als het idee om te gaan werken opkomt in het jonge hoofd, moet dat meestal direkt tot uitvoering gebracht worden en men stapt naar een bedrijf. Als men daar hun krachten nodig heeft, krijgt de scholier een sollicitatieformulier onder zijn neus geschoven en dat vult hy of zij zonder veel omhaal in. Het belangrykste is het loon dat zy wekelyks gaan verdienen en om alle wetteiyke en sociale voor schriften en voorzieningen maken ze zich weinig zorgen. Nu zit dat meestal wel goed. De personeelschef zorgt voor alles, formulieren, loonopgaves by de belas tingen, e.d., en de nieuwe werknemer bekommert zich daar niet meer om. Hy gaat verdienen en dat is de hoofdzaak. De heer Van Hal, personeelschef bij de Mopavi in Veenendaal, vertelde het een en ander over de vakantiewerkers. „Sinds ongeveer vijf jaar hebben wy elke zomer en ook wel eens met andere schoolvakanties, een aantal scholieren in ons bedrijf gehad. Ze vragen direkt naar wat ze gaan verdienen en wat voor werk ze moeten gaan doen. Hun werk bestaat by ons uit schoonmaken, inpak ken e.d. Wat betreft hun loon, ze ver dienen volgens de CAO en het gaat dus om de leeftyd. Daarbij hebben ze nog het voordeel dat ze geen premies voor de ziektewet, ziekenfonds en de werk loosheidswet betalen. Dat scheelt hen ongeveer vijf k zes procent in het loon. Wanneer ze in het bedrijf letsel oplopen, vallen ze in de ongevallenwet en krijgen de daaruit voortkomende onkosten uit betaald. Worden ze echter ziek, dan ont vangen ze geen loon. Ze betalen ook loonbelasting, maar kunnen deze, wanneer het inkomen be neden een bepaalde limiet biyft, bij de Belastingen terug krijgen. De voorgaande jaren konden wy slechts een derde of een vierde van de aanvragers te werk stellen. Meestal zyn het bij ons elk jaar dezelfde scholieren; het schijnt dat het werk en het loon ze bevalt. Ze laten zich meestal voor ieder jaar noteren. Ook komen ze zelfs al met Kerstmis informeren naar werk. Moe ders zijn ook geen zeldzame verschynin- gen. Als zoon nog op school zit, komen soms de moeders al by ons langs. Enke le jaren geleden hebben wy ook meisjes in ons bedrijf tewerkgesteld. De mening die het vaste personeel zich over vakantiewerkers gevormd heeft is in de meeste gevallen niet on gunstig. Ook vele karweitjes die zij zelf niet graag doen, knappen de scholieren wel even op. By de DS-Van Schuppen kan men geen vakantiewerkers gebruiken. Slechts zelden trekt de DS-Van Schup pen vakantiewerkers aan. De spin machines, kammachines, het twynen e.d. vereisen op zyn minst een inwerktyd van zes k acht weken en daarom heeft men natuurlyk weinig aan onkundige scholieren die er in hun vakantie wat bij willen verdienen. Er zijn overigens wel eens vakantiewerkers geweest. In het ongeveer achthonderd werknemers tel lende bedryf nam men enige jaren ge leden enkele schoolgaande krachten aan. Deze jongeren kregen als taak het poet sen en ander schoonmaakwerk toegewe zen. Ook na het gereedkomen van het nieuwe gebouw zette men enkele vakan tiewerkers aan de arbeid, waarby hun werk ook nu weer het schoonmaken van de fabriek betrof. Ze werden aangeno men en kregen volgens de CAO een leer- lingenloon. Tevens bezoeken vry regel matig leerlingen van de Hogere Textiel School uit Tilburg en Enschede het Vee- nendaalse bedryf, maar dit valt niet on der vakantiewerk. Deze scholieren ko men om praktische kennis op te doen ten aanzien van het verven, spinnen e.d. Een kleine vergoeding ontvangen ze daarvoor. Arbeidsbureau bemoeit zich er weinig Het Arbeidsbureau heeft byna niets met de vakantiewerkers te maken. „Ze komen hier wel eens langs, maar in het algemeen stappen de jongelui linea recta naar de be dry ven," deelde men ons daar mee. Velen gaan elk jaar naar hetzelfde bedryf; ze weten welk werk ze moeten doen en kennen het vaste personeel. Ook schijnt het dat als ze eenmaal ergens geweest zijn, ze niet meer zo snel van bedryf veranderen, ondanks het al of niet bevallende werk. Tegen hun vrien den en vriendinnen vertellen de vakan tiewerkers dat „je daar moet komen; je hoeft alleen maar dat en dat te doen en je verdient niet gek". Zo komt het dat er slechts weinig werklustige scholieren bij ons langs komen en mocht dat toch het geval zijn, dan kunnen we ze meest al helpen." Fabriek schoonmaken. Pieter Vermeulen heeft reeds werk, evenals zyn vriend Jan van der Kraats uit de Prins Bernardlaan. Beide zijn zeventien jaar oud en werken sinds 1964 elk jaar enkele weken in hun lange va kantie. Pieter Vermeulen zit In de twee de klas van de Kweekschool in Ede, ter- wyl Jan van der Kraats dit jaar het ULO-diploma behaalde en een studie gaat volgen aan de MEAO-school in Oosterbeek. Beider hobby is kamperen en daarvoor is natuurlijk geld nodig. Zy informeerden by de SKF en konden in derdaad werk krygen. In de tyd van de fabrieksvakantie, terwyl het vaste per soneel van haar vakantie geniet, zullen de jongens met nog ongeveer veertig anderen de fabriek schoonmaken. Hun loon in 1964 by de SKF bedroeg veertig gulden. Pieter Vermeulen vertelde: „We moes ten machines schoonmaken, de vloer, TL-buizen en ga zo maar door. Het be ruchtste werk was het schoonmaken van de „kruipkelder". Die naam kreeg het omdat je er zo goed in kon staan. Ruim een halve meter bedroeg de hoogte en het was onze taak om al het vuil op te ruimen". Jan van der Kraats: „De werktyden; liepen van 7.30 uur 's morgens tot 12 uurj 's middags en dan verder van 1 tot 5 uur. We waren met vele andere vakan-1 tiewerkers en hadden het best naar ons zin. Ook waren er een stuk of wat Ita lianen en die galmden de hele dag of het een lieve lust was." Nieuwe kans voor bekervoetbal? Over een mogelijkheid het bekervoet bal toch nog door te laten gaan, volgend jaar, heeft de heer J. A. M. Schwirte een brief aan het KNVB-bestuur ge schreven. In deze brief doet de heer Schwirte de volgende suggesties: 1. Laat, naar de competitiestand van 1 januari (1967) de nummers 1, 2, 3. 4 van de ere-divisie de nummers 1, 2, 3 van de eerste divisie en nummer 1 van de tweede divisie spelen om de KNVB-beker. Totaal zijn dit dus 8 verenigingen. Of: 2. Laat, naar de competitiestand op de zelfde datum, de nummers 1, 2, 3, 4 van de eredivisie, de nummers 1 en 2 van de eerste en nummer 1 van de tweede divisie, alsmede de amateur kampioen van Nederland spelen om de KNVB-beker. In totaal dus ook 8 verenigingen. In beide gevallen bedraagt het aantal speeldagen slechts 3, waarbij de heer Schwirte opmerkt, dat de bekerwedstrij den niet per sé op zondag behoeven te worden gespeeld. Hij prefereert de tweede suggestie, omdat ook het ama teurvoetbal vertegenwoordigd moet zijn. En hoewel hij er van overtuigd is, dat het niet de JUISTE oplossing is, lijkt het hem toch beter het zo te doen, dan in het geheel niet. De redactie van de Sportkroniek, waaruit wij dit ontlenen, tekent hierbij aan, dat zij liever een zo groot mogelijk aantal clubs aan de bekerwedstrijden zou zien meedoen, maar dat het te be twijfelen valt dat er vooral als herfst en winter storend tussenbeide komen voldoende ruimte overblijft voor deze activiteit. „Van een noodsituatie uitgaande", al dus Sportkroniek, „ziet het idee van de briefschryver er niet gek uit. Hy redt tenminste iets van de Beker en zyn uit gangspunt, dat wy vertegenwoordigd moeten biyven in de Europa Cup II is ongetwijfeld juist. Wy zyn het met hem eens, dat de tweede oplossing met de amateurkampioen er by te verkiezen valt boven de eerste". Het wachten is nu dus op de uitspraak van het Bondsbestuur, misschien is de beker toch nog niet bevroren. Piet Glasbergen Pieter Vermeulen: „Eens moest ik een TL-buis schoonmaken. Daarvoor ging ik op een stapel kisten staan. De stofzui gerslang had een behoorlijke lengte en het ding slingerde vervaarlijk heen en weer. Op een gegeven moment kwam er een man eens even kijken hoe ik dat zakie zou gaan opknappen. Hy had een sigaar in zijn mond hangen en de han den in de zakken. Heel wijs stond hij naar boven te gapen. Plotseling stootte ik door de onhandige stofzuigerslang per ongeluk de TL-buis los en het ding suis de naar beneden en klapte zo hard op de grond uit elkaar, dat de sigaar uit Klimrozen: Welk een bloemenweelde geven de klimrozen Behandel de jonge scheuten met zorg, want zij houden een schone belofte in voor de toekomst. Deze scheuten moet men r geregeld aanbinden. Ja, ik weet wel, t naar al te vaak worden klimrozen f in de zomermaanden stiefmoederlijk behandeld. Is de bloei afgelopen dan wordt er niet meer naar omgezien. Zó is het, waar of niet Is het dan niet vaak zó, dat de klimroos geen blik meer voor u waard is Dat wreekt zich ter zijnertijd! Zul ke „rozenliefhebbers" krijgen de trekken er van wel thuis of liever gezegd „aan huis", want het geheel geeft een slordig aanzien en daarbij hebben de jonge scheute-i die onaan- gebonden zijn het bij slagregens en sterke wind swaar verduren. Zelfs worden ze danig beschadigd, hetgeen funest is. Dus: bindt de jonge scheuten ge regeld aan. Neem deze raad ter harte! Ziet men rode puistjes aan de onderzijde der bladeren, dan deze bladeren afplukken en verbranden. Dit, om erger te voorkomen ont dekt men bladluizen dan deze be strijden met een Parathyonhoudend middel, hetwelk uw bloemist of zaadleverancier wel voor u in pet to heeft. Volg vooral de op de verpakking voorkomende gebruiks aanwijzing op. De Oleander zien wc voor meer dere ramen in bloei staan. De oor spronkelijke soort heeft rode-rose bloemen, naar er zijn er ook die witte, gele of rode bloemen geven. Er zijn er die enkele doch ook die dubbele bloemen geven. Zij vra gen volop licht en zon. Krijgt de plant niet volop licht dan zal men tevergeefs op bloemen wachten. De knoppen komen niet uit. Geef daarbij volop water en veel bemesting. Iedere week moet zij be mest worden, het beste is vloeimest. Veel Oleanders vertikken het om te bloeien, als gevolg van te weinig gie ten of bemesten. De klaagliedjes over het niet bloeien hoort men nogal eens zingen. Zij iloeien ook niet als m haar maar raak laat groeien. Ga als volgt te werk: Na De Sjalotten blyven lang groen. Wanneer men de hals van de sjalot ten tussen duim en vinger neemt en deze nog stevig aanvoelt, dan mag u de nog niet oogsten. Indien men te vroeg oogst dan kunnen ze niet zolang bewaard blijven. Wel kan men het afsterven bevorderen door de stengels te knakken (plat druk ken op de grond). Hierdoor worden de sjalotten goed hard. Dat moeten we juist hebben om de langdurige de bloei snijdt men 'e scheuten flink in. Spoedig lopen weer jonge scheuten uit en hierop vrmen zich al heel spoedig bloemknoppen. Zet de Oleander 's winters niet te warm en geef minder water dan in de zo mer. Giet steeds met lauw-warm water. Staat uw kamer-Azalea er goed by Hebt u deze volgens mijn gegeven raad behandeld Inspecteer af en toe eens de bladkroon en mocht u op een of meerdere bladeren een dikke oorachtige opzwelhng ontdek ken die het blad misvormt, dan deze direct afplukken en verbranden. Deze ziekte wordt door een zwam veroorzaakt en noemt men oorziek te. We" it .nen tot in de late herfst zom-u-worteltjes uit eigen tuin te ha len dan kan men nu nog heel goed een bed Zaaien. Ik raad u hiervoor de soort „Amsterdamse bak" te zaaien. Deze is hiervoor het aller beste. houdbaarheid te verkrijgen. Jonge plantjes kunnen ernstig te lijden hebben van aardvlooien. 't Zijn kleine kevertjes, in het bezit van ware springpoten. Zij springen tegen de Jonge malse plantjes op en de eerste schade ont dekt men aan de vreterij, gaatjes in de bladeren. Later vallen bladeren en zelfgehele plantjes weg. Het is dus zaak de aardvlooien te bestrij den. Met DDT-stuifpoeder bij zon nig weer op de planten stuifen is een goed middel om van deze last bevrijd te worden. Hier en daar ziet men in de tuinen Rhododendrons en tuin Azalea's staan vol beladen met zaden. Dit is voor de planten funest. De zaden trekken veel sappen tot zich en ze houden de knopo wikkeling tegen. Juist nu worden de bloemknoppen gevormd om 't volgend jaar weer een bloemenweelde te kunnen geven. Verlos de planten zo spoedig moge lijk van deze zaallob .en. Bij een droge periode moet men de Rhodo dendrons en tuin-Azalea's af en toe een groot portie water toedienen. De planten vragen, om deze tijd, nu de bloemknoppen worden gevormd, veel water. Let op, dat bij droogte genoemde planten hun bladeren niet laten hangen. Dit wijst op gebrek aan water. Tomaten: De tomatendiefjes moet men uit de bladoksels wegnemen en wanneer zich twee of drie bloem trossen gevormd hebben de top van de plant insnijden tot één blad bo ven de bloemtros. De diefjes komen na het insnijden van de top pas goed los, dus dan geregeld de planten in specteren en al de diefjes wegnemen. Op een licht beschaduwd plekje (niet onder bomen of struiken) kan late peterselie en selderij gezaaid worden. Tegen de winter kan men hiervan enige jonge plantjes in een bak zetten, de andere geven verse soepgroenten tot de vorst er een eind aan maakt. E'j koolplanten, ra barber en prei kan men nu gemeng de kunstmest (Asefkorels) strooien. Tot half juli kan men nog w ter- ramenas, zomerworteltjes, bieten en kropsla zaaien. De vrijgekomen bed den moeten eerst gespit worden en dan bemesten met stikstof. Past wisselbouw toe, dus bladgroenten, o.a. salade, op een plek waar erw ten groeiden, wortelgewassen op bedden waar bladgroenten groeiden. Boerenkool kan mc succes no: uit- geplant worden tot begin augustus. U ziet - is nu nog volop werk in de tuin. E. J. Grijsen-Rhenen. schoonmaken e.d. Hij werkte twee we ken hard en hield-met de 150 guldens die hij verdiende goed vakantie.. Vorig jaar probeerde hy het in Veenendaal. De VSW kon zyn krachten wel gebruiken en stopte hem in de ploegendienst. Zijn loon steeg met de jaren; het was by de VSW reeds tachtig gulden schoon. Hy kwam daar in de werkplaats cn moest klossen lijmen en kisten verven. Met het verdiende geld in zijn zak stapte hij op de brommer en met vier kameraden Superreële schilderijen van Pijke Koch De grote 19de-eeuwse romantische schilder Eugène Delacroix heeft eens de beroemd geworden woorden geschreven: „Wee 't schilderij dat aan de mens met verbeelding niets anders weet te tonen dan de voorstellingDe betekenis van een schilderij schuilt in het ondefinieerbare, juist in hetgeen aan de nauwkeurige omschrijving ontsnaptkortom, het is wat de ziel aan lijn en kleur heeft toe gevoegd om tot de ziel te spreken." de man zijn mond rolde en hy voor korte tyd als versteend stond." Dit jaar gaan de jongens met vakan tie naar het eiland Ameland en het geld daarvoor gaan ze verdienen bij de SKF in de twee weken van de fabrieksvakan tie. Op onze vraag of ze wel eens gedacht hadden aan de sociale voorzieningen ant woordden ze dat hun dat weinig kon schelen. „Dat zoekt de personeelschef wel uit." Steenfabriek, plantsoenendienst en VSW Piet Glasbergen uit Rhenen begon in 1962 met vakantiewerk. Ook hem ging het enkel en alleen om geld te verdienen voor de vakantie. In 1963 werkte hy, evenals in 1962, by de plantsoenendienst In Rhenen. Hy hoefde niet hard te wer ken, maar toch was het opschieten ge blazen. Hy was toen een jaar of vijftien en bracht zyn eerste loon thuis: onge veer veertig gulden. Het jaar daarop trok hy de Betuwe in en moest in een steenfabriek stenen sjouwen, ovens Pieter Vermeulen en Jan v. d. Kraats zyn kampeerliefhebbe.rs. crosste hy door Duitsland en Luxem burg. De vijf vrienden volgden de Rijn en kwamen tot in Koblenz. Keulen de den ze ook aan, maar de geweldige druk te bezorgde hen „Kopfschmerzen" en na een half uur geloofden ze het wel en verlieten de stad met zijn beroemde ka thedraal. Piet Glasbergen slaagde dit jaar voor zyn eindexamen HBS in Veenendaal en gaat in Utrecht studeren. Zyn studie duurt ongeveer zes jaar en in die jaren is hij stellig weer van plan om in de vakantie te gaan werken. „Ze hebben me nooit genept met het geld, waarom zou ik dan in mijn lange vakanties weer niet gaan werken. Het loon is by de meeste bedrijven behooriyk hoog. Eigenaar: R. R Mulder Makelaar ln Assurantiën Kerkewijk 167 Veenendaal TeL 08385-3000 Vertegenwoordiger: H. Logtenberg, Larikslaan 4, Veenendaal sinds nov. 1922 (37) De stilte in de tent waar Aram en zijn twee metgezellen liggen te slapen wordt plotseling ver stoord door een luide gil: „Een slang! Help! Een slang!" Het is Otto, de zwaarlijvige zeerob die deze alarmkreet doet horen. Dan, als hij ziet, dat het er met snelle kronkelbewegingen naar Aram's legerstede toeglijdt doet Otto een heroïsche uitval. Zijn beide handen sluiten zich met kracht achter de kop van het reptiel. Kwaadaardig sissend slin gert de slang haar lange kronkellijf om de arm van de dappere zeeman. „Ik ik kan hem niet hou den! Hij snoert mij de pols af!" gilt Otto, die star van ontzetting in de wijd opensperrende bek van het monster staart. Aram is bliksemsnel van zijn rustbed opgesprongen. „Houd vol, Otto!'r schreeuwt hij, zijn zwaard grijpend. Dan springt hij met het wapen in de vuist naar voren. (wordt vervolgd) Nu zou de argeloze onmusische bezoe ker die Arnhems gemeentemuseum bin nenstapt om de werken van Pyke Koch te zien, kunnen menen dat deze wèl en uitsluitend een nauwkeurige, pijnlijk nauwkeurige voorstelling van de zicht bare werkelijkheid geven. Het is waar dat Koch een bijna fotografische precisie zorgvuldige weergave van de realiteit te zien geeft, nog versterkt door de koele, doorzichtige kleuren, bijvoorbeeld in het aangrijpende doek De staande schoor steenveger uit 1944 de rustende schoorsteenveger uit 1936 uitbreekt De stoffelijke werkelijkheid is er als op een kleurenfoto weergegeven: de kle ding, de attributen, het plate dak, de schoorsteen waarvan men de stenen en voegen stuk voor stuk kan tellen. Maar die realiteit is voor Koch geen doel op zichzelf, een middel integendeel om een andere irreële werkelijkheid op te roepen, bovenal door een ongewone schildering van het licht. Zodoende schil dert hij door middel van een hyperreële uitdrukking van de waarneembare stof in feite het raadselachtige van de din gen en bovenal van de mensen, dus toch weer beantwoordend aan Delacroix' eis. Kochs ogenschijnlijk objectieve weerga ve van de stoffelijke werkelijkheid is in wezen een visie er op. De Arnhemse tentoonstelling toont eerst de doeken ontstaan tussen de jaren 1928 en 1933, de „bange jaren van 1930", een tijd gekenmerkt en geteisterd door crisis en angstige verwachting van na derend onheil. Charles Wentinck karak- te riseert dit tijdsbestek in de fraaie catalogus als volgt: Voorspel: de beurs krach van 1929. Frankrijk begint de bouw van de Maginotlinie. De Duitse groot-industrie besluit Hitier te onder steunen. In Nederland wordt de N.S.B. opgericht. Majakowski (een Russisch revolutionair dichter) pleegt zelfmoord. „Der Blauwe Engel" met Mariene Dit- rich en Emil Jannings komt uit. Een jaar later, 1931: De Dreigroschenoper. Anna Paulowna sterft. De wereld produ ceert jaarlijks 36 miljoen auto's. Crisis, Colijn, en geen uitzicht. Wie tegen de wand van de werkelijkheid aanschopte hoorde een hol geluid. Er zat niets meer onder. Niets meer achter. Niets meer in. Oudere Vallei-lezers zullen zich onge twijfeld die onheilspellende jaren herin neren. Koch schilderde toen, in verweer, zijn beroemde Schiettent: een ordinaire, canailleuze vrouw om bang van te wor den, staat onbeweeglijk te midden van ledepoppen en pijpen, een brutaal uitda gend wijf. Een sterk schilderij, evenals Nocturne uit 1931, een voorstelling van een urinoir, een macaber parodistisch werk. Maar grootser want Koch keert zich altijd weer tot de mens is Bertha van Antwerpen, een lichte vrouw, door Koch geschilderd in een mengeling van afgrijzen en deernis, een zweem verto nend van romantische melancholie. In 1944 voltooide hij zijn reeds ge noemde Staande schoorsteenveger, die de dichter Adriaan Roland Holst zó frap peerde, dat hij er in 1961, toen Koch 60 jaar werd, een gedichtje aan wijdde: Steen voor steen, blad voor blad, bootste hij na. Toch zag geen ooit wat ik nu gadesla: Verbeten nam zijn willekeur hier intrek, Stoot af, trekt aan kom hem maar niet te na. Koch is geen blijmoedig mens, in tegendeel: ongenaakbaar. Hij wendt zich bluffend doek, herinneringen wekkend aan het naïeve werk van Henri Rous seau le douanier. Uit 1948 is de aangrijpende Daphne, een mythologische figuur, die door Apol lo ten huwelijk gevraagd, weigerde en naar haar vader vluchtte en door hem in een laurierboom werd veranderd. Het Vrouwenportret met straaljager uit 1954 is evenals Vrouw met dode vo gel uit 1950 en de Portretstudie uit 1948 van een smartelijke schrijnende realiteit. Tenslotte ontstaat in 1964 Vrouwen in de straat. Is de rechtse vrouw niet iden tiek aan Bertha van Antwerpen? Koel observerend heeft Koch dit soort vrou wen geschilderd in een realistische trant die ver boven de werkelijkheid uitgaat en diep-menselijk is. De vakantieganger kan Kochs werken tot 5 september bekijken. Kom hem maar niet te na D. Philips. De Boomgaard een werk van 260x220 cm, voltooid in 1954. af van het heden, van het moderne ver dwaasde leven. Toch lijkt er iets van mildheido C r- te breken in De vier jaargetijden, die hij van 1945 tot 1953 schilderde in dezelfde koele tonen. Vier vrouwengestalten: de lente met een pas geboren nog bebloed lam, de zomer, schoof en sikkel op het hoofd dragend, krachtige trekken van het boerenge slacht in het gelaat, de herfst, een mand druiven op het hoofd torsend, en de win ter, in schamele kledij gehuld, een tak kenbos op de rug, naar mijn smaak het mooiste stuk van de vier door de een heid in de suggestieve desolate sfeer. In 1950 ontstaat een voorstudie voor De boomgaard, in 1954 voltooid, een groot werk van 260 bij 200 cm, nog rea listischer gezien dan vorige onderwer pen, griezelig nauwkeurig in de tegen de bomen geplaatste ladders, een ver- Pyke Koch's verbeelding van de zomer. (1945-1953) Wint het sterkste amateur elftal van het zaterdag voetbal tegenwoordig nog het landskampioenschap Het is alweer vier jaar geleden dat 2e klasser Quick Boys uit Katwyk landskam pioen by de amateurs werd. Daarna volg de de al of niet gegronde overheersing van de oostelijke amateurclubs. Eerst was het in 1963 Spakenburg, daarna IJssel- meervogels, het jaar daarop Excelsior '31 en dit jaar behaalde het Beyerlandse SHO het kampioenschap. Is het westelijke amateurvoetbal ge degenereerd. Nee, zegt sportverslag gever Meindert Leerling in „Sportkro niek". Het westelijke voetbal is niet achteruit gegaan, het is echter de wijze van taktiek van de oostelijke amateurs. Defensief voetballen en plotseling een flitsende aanval, dat is de wijze waarop de oostelijke verenigingen hun lands kampioenschappen behalen. Een spelpeilverhoging betekent het pertinent niet. Ondanks het duidelijk betere technische spel van de „weste lijken", kunnen die toch niet de lands titel grijpen. Meindert Leerling gaat verder met te zeggen: „Is een dergelijke taktiek verklaarbaar wanneer men in een van de laatste competitiewedstrij den voor het behoud van een bepaalde plaats nog een of twee punten nodig heeft, onbegrijpelijker is het, wanneer men op die manier de landstitel tracht te veroveren." Men hoopt nu op een contact tussen de trainers van oostelijke en westelijke verenigingen, dat zou kunnen leiden tot bepaalde taktische richtlijnen, die er op gericht zouden moeten zijn om voor alles, het beste voetbal te laten zien En dat dan werkelijk de sterkste, in alle opzichten, moge winnen. ZEEPOST Met de volgende schepen kan zee post worden verzonden. De data, waar op de correspondentie uiterlijk ter post moet zijn bezorgd, staan achter de naam van het schip vermeld. Australië: ms Reiffenstein, 27-7; Chili: ms Loosdrecht, 27-7; Indonesië: ms Dusseldorf. 27-7; Kenya. Oeganda, Tanganjika: ms Gan- ;ge, 27-7; Suriname: msGanymedes, 27- 7; Verenigde Staten van Amerika: ss Rotterdam, 27-7 Inlichtingen betreffen de de verzendingsdata van postpakket ten geven de postkantoren.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1966 | | pagina 3