ONWEERSTAANBAAR VOOR
VA KANTIE WERKERS
Omó uinbouwkoehje
VERZEKERINGEN
HYPOTHEKEN
FINANCIERINGEN
ARAM
ARAM
BEELDENDE KUNST TE ARNHEM
Aantrekkingskracht van geld:
ASSURANTIEKANTOOR MULDER
De
Gouden
Cobra
Nieuwsblad „DE VALLEI"
dinsdag 26 juli 1966
Vele Jongens en meisjes hebben omstreeks deze tyd vakantie van school ge
kregen. Ongeveer twee lange maanden duurt het vrjj z\jn van school. Voor velen
is dat te lang en om niet aan de verveling toe te geven gaan ze werken. Ook
op hen heeft het geld een onweerstaanbare aantrekkingskracht. Daarby komt
dan nog veelal het belangrijke feit dat door vele scholieren ongeveer gedurende
twee weken „echt" vakantie gehouden wordt, waarmee wy bedoelen dat ze de
woonplaats verlaten en veel, soms zeer veel, geld „er doorjagen". Daar dit een
tyd is van veel jeugdig initiatief, wil men ook niet meer zo graag met zijn
ouders op vakantie. Vrij zijn, met een stel kameraden er op uit trekken, dat is
het ideaal. Maar dan missen ze ook de portemonnee van hun vader. De beste
man mag nu zo'n vijftig gulden meegeven, maar dan houdt het in de meeste
gevallen wel op. En daar dat bedrag in deze dure tijden veelal ontoereikend is,
luidt het devies: zelf geld verdienen. Dat is mede een oorzaak dat scholieren
voor korte tijd hun schoolkleren verwisselen voor een overall.
Als het idee om te gaan werken opkomt in het jonge hoofd, moet dat meestal
direkt tot uitvoering gebracht worden en men stapt naar een bedrijf. Als men daar
hun krachten nodig heeft, krijgt de scholier een sollicitatieformulier onder zijn
neus geschoven en dat vult hy of zij zonder veel omhaal in. Het belangrykste
is het loon dat zy wekelyks gaan verdienen en om alle wetteiyke en sociale voor
schriften en voorzieningen maken ze zich weinig zorgen. Nu zit dat meestal wel
goed. De personeelschef zorgt voor alles, formulieren, loonopgaves by de belas
tingen, e.d., en de nieuwe werknemer bekommert zich daar niet meer om. Hy
gaat verdienen en dat is de hoofdzaak.
De heer Van Hal, personeelschef bij
de Mopavi in Veenendaal, vertelde het
een en ander over de vakantiewerkers.
„Sinds ongeveer vijf jaar hebben wy
elke zomer en ook wel eens met andere
schoolvakanties, een aantal scholieren
in ons bedrijf gehad. Ze vragen direkt
naar wat ze gaan verdienen en wat voor
werk ze moeten gaan doen. Hun werk
bestaat by ons uit schoonmaken, inpak
ken e.d. Wat betreft hun loon, ze ver
dienen volgens de CAO en het gaat dus
om de leeftyd. Daarbij hebben ze nog
het voordeel dat ze geen premies voor
de ziektewet, ziekenfonds en de werk
loosheidswet betalen. Dat scheelt hen
ongeveer vijf k zes procent in het loon.
Wanneer ze in het bedrijf letsel oplopen,
vallen ze in de ongevallenwet en krijgen
de daaruit voortkomende onkosten uit
betaald. Worden ze echter ziek, dan ont
vangen ze geen loon.
Ze betalen ook loonbelasting, maar
kunnen deze, wanneer het inkomen be
neden een bepaalde limiet biyft, bij de
Belastingen terug krijgen.
De voorgaande jaren konden wy
slechts een derde of een vierde van de
aanvragers te werk stellen. Meestal zyn
het bij ons elk jaar dezelfde scholieren;
het schijnt dat het werk en het loon ze
bevalt. Ze laten zich meestal voor ieder
jaar noteren. Ook komen ze zelfs al met
Kerstmis informeren naar werk. Moe
ders zijn ook geen zeldzame verschynin-
gen. Als zoon nog op school zit, komen
soms de moeders al by ons langs. Enke
le jaren geleden hebben wy ook meisjes
in ons bedrijf tewerkgesteld.
De mening die het vaste personeel
zich over vakantiewerkers gevormd
heeft is in de meeste gevallen niet on
gunstig. Ook vele karweitjes die zij zelf
niet graag doen, knappen de scholieren
wel even op.
By de DS-Van Schuppen kan men geen
vakantiewerkers gebruiken.
Slechts zelden trekt de DS-Van Schup
pen vakantiewerkers aan. De spin
machines, kammachines, het twynen e.d.
vereisen op zyn minst een inwerktyd
van zes k acht weken en daarom heeft
men natuurlyk weinig aan onkundige
scholieren die er in hun vakantie wat bij
willen verdienen. Er zijn overigens wel
eens vakantiewerkers geweest. In het
ongeveer achthonderd werknemers tel
lende bedryf nam men enige jaren ge
leden enkele schoolgaande krachten aan.
Deze jongeren kregen als taak het poet
sen en ander schoonmaakwerk toegewe
zen. Ook na het gereedkomen van het
nieuwe gebouw zette men enkele vakan
tiewerkers aan de arbeid, waarby hun
werk ook nu weer het schoonmaken van
de fabriek betrof. Ze werden aangeno
men en kregen volgens de CAO een leer-
lingenloon. Tevens bezoeken vry regel
matig leerlingen van de Hogere Textiel
School uit Tilburg en Enschede het Vee-
nendaalse bedryf, maar dit valt niet on
der vakantiewerk. Deze scholieren ko
men om praktische kennis op te doen
ten aanzien van het verven, spinnen e.d.
Een kleine vergoeding ontvangen ze
daarvoor.
Arbeidsbureau bemoeit zich er weinig
Het Arbeidsbureau heeft byna niets
met de vakantiewerkers te maken. „Ze
komen hier wel eens langs, maar in het
algemeen stappen de jongelui linea recta
naar de be dry ven," deelde men ons daar
mee. Velen gaan elk jaar naar hetzelfde
bedryf; ze weten welk werk ze moeten
doen en kennen het vaste personeel. Ook
schijnt het dat als ze eenmaal ergens
geweest zijn, ze niet meer zo snel van
bedryf veranderen, ondanks het al of
niet bevallende werk. Tegen hun vrien
den en vriendinnen vertellen de vakan
tiewerkers dat „je daar moet komen; je
hoeft alleen maar dat en dat te doen en
je verdient niet gek". Zo komt het dat
er slechts weinig werklustige scholieren
bij ons langs komen en mocht dat toch
het geval zijn, dan kunnen we ze meest
al helpen."
Fabriek schoonmaken.
Pieter Vermeulen heeft reeds werk,
evenals zyn vriend Jan van der Kraats
uit de Prins Bernardlaan. Beide zijn
zeventien jaar oud en werken sinds 1964
elk jaar enkele weken in hun lange va
kantie. Pieter Vermeulen zit In de twee
de klas van de Kweekschool in Ede, ter-
wyl Jan van der Kraats dit jaar het
ULO-diploma behaalde en een studie
gaat volgen aan de MEAO-school in
Oosterbeek. Beider hobby is kamperen
en daarvoor is natuurlijk geld nodig. Zy
informeerden by de SKF en konden in
derdaad werk krygen. In de tyd van de
fabrieksvakantie, terwyl het vaste per
soneel van haar vakantie geniet, zullen
de jongens met nog ongeveer veertig
anderen de fabriek schoonmaken.
Hun loon in 1964 by de SKF bedroeg
veertig gulden.
Pieter Vermeulen vertelde: „We moes
ten machines schoonmaken, de vloer,
TL-buizen en ga zo maar door. Het be
ruchtste werk was het schoonmaken van
de „kruipkelder". Die naam kreeg het
omdat je er zo goed in kon staan. Ruim
een halve meter bedroeg de hoogte en
het was onze taak om al het vuil op te
ruimen".
Jan van der Kraats: „De werktyden;
liepen van 7.30 uur 's morgens tot 12 uurj
's middags en dan verder van 1 tot 5
uur. We waren met vele andere vakan-1
tiewerkers en hadden het best naar ons
zin. Ook waren er een stuk of wat Ita
lianen en die galmden de hele dag of het
een lieve lust was."
Nieuwe kans voor
bekervoetbal?
Over een mogelijkheid het bekervoet
bal toch nog door te laten gaan, volgend
jaar, heeft de heer J. A. M. Schwirte
een brief aan het KNVB-bestuur ge
schreven. In deze brief doet de heer
Schwirte de volgende suggesties:
1. Laat, naar de competitiestand van
1 januari (1967) de nummers 1, 2, 3.
4 van de ere-divisie de nummers 1, 2,
3 van de eerste divisie en nummer 1
van de tweede divisie spelen om de
KNVB-beker. Totaal zijn dit dus 8
verenigingen.
Of:
2. Laat, naar de competitiestand op de
zelfde datum, de nummers 1, 2, 3, 4
van de eredivisie, de nummers 1 en
2 van de eerste en nummer 1 van de
tweede divisie, alsmede de amateur
kampioen van Nederland spelen om
de KNVB-beker. In totaal dus ook
8 verenigingen.
In beide gevallen bedraagt het aantal
speeldagen slechts 3, waarbij de heer
Schwirte opmerkt, dat de bekerwedstrij
den niet per sé op zondag behoeven te
worden gespeeld. Hij prefereert de
tweede suggestie, omdat ook het ama
teurvoetbal vertegenwoordigd moet zijn.
En hoewel hij er van overtuigd is, dat
het niet de JUISTE oplossing is, lijkt
het hem toch beter het zo te doen, dan
in het geheel niet.
De redactie van de Sportkroniek,
waaruit wij dit ontlenen, tekent hierbij
aan, dat zij liever een zo groot mogelijk
aantal clubs aan de bekerwedstrijden
zou zien meedoen, maar dat het te be
twijfelen valt dat er vooral als herfst
en winter storend tussenbeide komen
voldoende ruimte overblijft voor deze
activiteit.
„Van een noodsituatie uitgaande", al
dus Sportkroniek, „ziet het idee van de
briefschryver er niet gek uit. Hy redt
tenminste iets van de Beker en zyn uit
gangspunt, dat wy vertegenwoordigd
moeten biyven in de Europa Cup II is
ongetwijfeld juist. Wy zyn het met hem
eens, dat de tweede oplossing met de
amateurkampioen er by te verkiezen
valt boven de eerste".
Het wachten is nu dus op de uitspraak
van het Bondsbestuur, misschien is de
beker toch nog niet bevroren.
Piet Glasbergen
Pieter Vermeulen: „Eens moest ik een
TL-buis schoonmaken. Daarvoor ging ik
op een stapel kisten staan. De stofzui
gerslang had een behoorlijke lengte en
het ding slingerde vervaarlijk heen en
weer. Op een gegeven moment kwam er
een man eens even kijken hoe ik dat
zakie zou gaan opknappen. Hy had een
sigaar in zijn mond hangen en de han
den in de zakken. Heel wijs stond hij
naar boven te gapen. Plotseling stootte
ik door de onhandige stofzuigerslang per
ongeluk de TL-buis los en het ding suis
de naar beneden en klapte zo hard op
de grond uit elkaar, dat de sigaar uit
Klimrozen: Welk een bloemenweelde
geven de klimrozen Behandel de
jonge scheuten met zorg, want zij
houden een schone belofte in voor de
toekomst. Deze scheuten moet men
r geregeld aanbinden. Ja, ik weet wel,
t naar al te vaak worden klimrozen
f in de zomermaanden stiefmoederlijk
behandeld. Is de bloei afgelopen dan
wordt er niet meer naar omgezien.
Zó is het, waar of niet Is het
dan niet vaak zó, dat de klimroos
geen blik meer voor u waard is
Dat wreekt zich ter zijnertijd! Zul
ke „rozenliefhebbers" krijgen de
trekken er van wel thuis of liever
gezegd „aan huis", want het geheel
geeft een slordig aanzien en daarbij
hebben de jonge scheute-i die onaan-
gebonden zijn het bij slagregens en
sterke wind swaar verduren. Zelfs
worden ze danig beschadigd, hetgeen
funest is.
Dus: bindt de jonge scheuten ge
regeld aan. Neem deze raad ter
harte! Ziet men rode puistjes aan de
onderzijde der bladeren, dan deze
bladeren afplukken en verbranden.
Dit, om erger te voorkomen ont
dekt men bladluizen dan deze be
strijden met een Parathyonhoudend
middel, hetwelk uw bloemist of
zaadleverancier wel voor u in pet
to heeft. Volg vooral de op de
verpakking voorkomende gebruiks
aanwijzing op.
De Oleander zien wc voor meer
dere ramen in bloei staan. De oor
spronkelijke soort heeft rode-rose
bloemen, naar er zijn er ook die
witte, gele of rode bloemen geven.
Er zijn er die enkele doch ook
die dubbele bloemen geven. Zij vra
gen volop licht en zon. Krijgt de
plant niet volop licht dan zal men
tevergeefs op bloemen wachten. De
knoppen komen niet uit.
Geef daarbij volop water en veel
bemesting. Iedere week moet zij be
mest worden, het beste is vloeimest.
Veel Oleanders vertikken het om te
bloeien, als gevolg van te weinig gie
ten of bemesten. De klaagliedjes
over het niet bloeien hoort men
nogal eens zingen. Zij iloeien ook
niet als m haar maar raak laat
groeien. Ga als volgt te werk: Na
De Sjalotten blyven lang groen.
Wanneer men de hals van de sjalot
ten tussen duim en vinger neemt en
deze nog stevig aanvoelt, dan mag
u de nog niet oogsten. Indien men
te vroeg oogst dan kunnen ze niet
zolang bewaard blijven. Wel kan
men het afsterven bevorderen door
de stengels te knakken (plat druk
ken op de grond). Hierdoor worden
de sjalotten goed hard. Dat moeten
we juist hebben om de langdurige
de bloei snijdt men 'e scheuten
flink in. Spoedig lopen weer jonge
scheuten uit en hierop vrmen zich
al heel spoedig bloemknoppen. Zet
de Oleander 's winters niet te warm
en geef minder water dan in de zo
mer. Giet steeds met lauw-warm
water.
Staat uw kamer-Azalea er goed by
Hebt u deze volgens mijn gegeven
raad behandeld Inspecteer af en
toe eens de bladkroon en mocht u
op een of meerdere bladeren een
dikke oorachtige opzwelhng ontdek
ken die het blad misvormt, dan deze
direct afplukken en verbranden.
Deze ziekte wordt door een zwam
veroorzaakt en noemt men oorziek
te. We" it .nen tot in de late herfst
zom-u-worteltjes uit eigen tuin te ha
len dan kan men nu nog heel goed
een bed Zaaien. Ik raad u hiervoor
de soort „Amsterdamse bak" te
zaaien. Deze is hiervoor het aller
beste.
houdbaarheid te verkrijgen.
Jonge plantjes kunnen ernstig te
lijden hebben van aardvlooien. 't Zijn
kleine kevertjes, in het bezit van
ware springpoten.
Zij springen tegen de Jonge malse
plantjes op en de eerste schade ont
dekt men aan de vreterij, gaatjes in
de bladeren. Later vallen bladeren
en zelfgehele plantjes weg. Het is
dus zaak de aardvlooien te bestrij
den. Met DDT-stuifpoeder bij zon
nig weer op de planten stuifen is
een goed middel om van deze last
bevrijd te worden.
Hier en daar ziet men in de tuinen
Rhododendrons en tuin Azalea's
staan vol beladen met zaden. Dit is
voor de planten funest. De zaden
trekken veel sappen tot zich en ze
houden de knopo wikkeling tegen.
Juist nu worden de bloemknoppen
gevormd om 't volgend jaar weer
een bloemenweelde te kunnen geven.
Verlos de planten zo spoedig moge
lijk van deze zaallob .en. Bij een
droge periode moet men de Rhodo
dendrons en tuin-Azalea's af en toe
een groot portie water toedienen.
De planten vragen, om deze tijd, nu
de bloemknoppen worden gevormd,
veel water. Let op, dat bij droogte
genoemde planten hun bladeren niet
laten hangen. Dit wijst op gebrek
aan water.
Tomaten: De tomatendiefjes moet
men uit de bladoksels wegnemen en
wanneer zich twee of drie bloem
trossen gevormd hebben de top van
de plant insnijden tot één blad bo
ven de bloemtros. De diefjes komen
na het insnijden van de top pas goed
los, dus dan geregeld de planten in
specteren en al de diefjes wegnemen.
Op een licht beschaduwd plekje
(niet onder bomen of struiken) kan
late peterselie en selderij gezaaid
worden. Tegen de winter kan men
hiervan enige jonge plantjes in een
bak zetten, de andere geven verse
soepgroenten tot de vorst er een
eind aan maakt. E'j koolplanten, ra
barber en prei kan men nu gemeng
de kunstmest (Asefkorels) strooien.
Tot half juli kan men nog w ter-
ramenas, zomerworteltjes, bieten en
kropsla zaaien. De vrijgekomen bed
den moeten eerst gespit worden en
dan bemesten met stikstof. Past
wisselbouw toe, dus bladgroenten,
o.a. salade, op een plek waar erw
ten groeiden, wortelgewassen op
bedden waar bladgroenten groeiden.
Boerenkool kan mc succes no: uit-
geplant worden tot begin augustus.
U ziet - is nu nog volop werk in
de tuin. E. J. Grijsen-Rhenen.
schoonmaken e.d. Hij werkte twee we
ken hard en hield-met de 150 guldens
die hij verdiende goed vakantie.. Vorig
jaar probeerde hy het in Veenendaal. De
VSW kon zyn krachten wel gebruiken
en stopte hem in de ploegendienst. Zijn
loon steeg met de jaren; het was by de
VSW reeds tachtig gulden schoon. Hy
kwam daar in de werkplaats cn moest
klossen lijmen en kisten verven. Met het
verdiende geld in zijn zak stapte hij op
de brommer en met vier kameraden
Superreële schilderijen van Pijke Koch
De grote 19de-eeuwse romantische schilder Eugène Delacroix heeft eens de
beroemd geworden woorden geschreven: „Wee 't schilderij dat aan de mens met
verbeelding niets anders weet te tonen dan de voorstellingDe betekenis van een
schilderij schuilt in het ondefinieerbare, juist in hetgeen aan de nauwkeurige
omschrijving ontsnaptkortom, het is wat de ziel aan lijn en kleur heeft toe
gevoegd om tot de ziel te spreken."
de man zijn mond rolde en hy voor korte
tyd als versteend stond."
Dit jaar gaan de jongens met vakan
tie naar het eiland Ameland en het geld
daarvoor gaan ze verdienen bij de SKF
in de twee weken van de fabrieksvakan
tie.
Op onze vraag of ze wel eens gedacht
hadden aan de sociale voorzieningen ant
woordden ze dat hun dat weinig kon
schelen. „Dat zoekt de personeelschef
wel uit."
Steenfabriek, plantsoenendienst en VSW
Piet Glasbergen uit Rhenen begon in
1962 met vakantiewerk. Ook hem ging
het enkel en alleen om geld te verdienen
voor de vakantie. In 1963 werkte hy,
evenals in 1962, by de plantsoenendienst
In Rhenen. Hy hoefde niet hard te wer
ken, maar toch was het opschieten ge
blazen. Hy was toen een jaar of vijftien
en bracht zyn eerste loon thuis: onge
veer veertig gulden. Het jaar daarop
trok hy de Betuwe in en moest in een
steenfabriek stenen sjouwen, ovens
Pieter Vermeulen en Jan v. d. Kraats
zyn kampeerliefhebbe.rs.
crosste hy door Duitsland en Luxem
burg. De vijf vrienden volgden de Rijn
en kwamen tot in Koblenz. Keulen de
den ze ook aan, maar de geweldige druk
te bezorgde hen „Kopfschmerzen" en na
een half uur geloofden ze het wel en
verlieten de stad met zijn beroemde ka
thedraal.
Piet Glasbergen slaagde dit jaar voor
zyn eindexamen HBS in Veenendaal en
gaat in Utrecht studeren. Zyn studie
duurt ongeveer zes jaar en in die jaren
is hij stellig weer van plan om in de
vakantie te gaan werken. „Ze hebben
me nooit genept met het geld, waarom
zou ik dan in mijn lange vakanties weer
niet gaan werken. Het loon is by de
meeste bedrijven behooriyk hoog.
Eigenaar: R. R Mulder Makelaar ln Assurantiën
Kerkewijk 167 Veenendaal TeL 08385-3000
Vertegenwoordiger: H. Logtenberg, Larikslaan 4, Veenendaal
sinds
nov. 1922
(37) De stilte in de tent waar Aram en zijn twee
metgezellen liggen te slapen wordt plotseling ver
stoord door een luide gil: „Een slang! Help! Een
slang!" Het is Otto, de zwaarlijvige zeerob die deze
alarmkreet doet horen. Dan, als hij ziet, dat het
er met snelle kronkelbewegingen naar Aram's
legerstede toeglijdt doet Otto een heroïsche uitval.
Zijn beide handen sluiten zich met kracht achter
de kop van het reptiel. Kwaadaardig sissend slin
gert de slang haar lange kronkellijf om de arm van
de dappere zeeman. „Ik ik kan hem niet hou
den! Hij snoert mij de pols af!" gilt Otto, die star
van ontzetting in de wijd opensperrende bek van
het monster staart. Aram is bliksemsnel van zijn
rustbed opgesprongen. „Houd vol, Otto!'r schreeuwt
hij, zijn zwaard grijpend. Dan springt hij met het
wapen in de vuist naar voren.
(wordt vervolgd)
Nu zou de argeloze onmusische bezoe
ker die Arnhems gemeentemuseum bin
nenstapt om de werken van Pyke Koch
te zien, kunnen menen dat deze wèl en
uitsluitend een nauwkeurige, pijnlijk
nauwkeurige voorstelling van de zicht
bare werkelijkheid geven. Het is waar
dat Koch een bijna fotografische precisie
zorgvuldige weergave van de realiteit te
zien geeft, nog versterkt door de koele,
doorzichtige kleuren, bijvoorbeeld in het
aangrijpende doek De staande schoor
steenveger uit 1944 de rustende
schoorsteenveger uit 1936 uitbreekt
De stoffelijke werkelijkheid is er als op
een kleurenfoto weergegeven: de kle
ding, de attributen, het plate dak, de
schoorsteen waarvan men de stenen en
voegen stuk voor stuk kan tellen.
Maar die realiteit is voor Koch geen
doel op zichzelf, een middel integendeel
om een andere irreële werkelijkheid op
te roepen, bovenal door een ongewone
schildering van het licht. Zodoende schil
dert hij door middel van een hyperreële
uitdrukking van de waarneembare stof
in feite het raadselachtige van de din
gen en bovenal van de mensen, dus toch
weer beantwoordend aan Delacroix' eis.
Kochs ogenschijnlijk objectieve weerga
ve van de stoffelijke werkelijkheid is in
wezen een visie er op.
De Arnhemse tentoonstelling toont
eerst de doeken ontstaan tussen de jaren
1928 en 1933, de „bange jaren van 1930",
een tijd gekenmerkt en geteisterd door
crisis en angstige verwachting van na
derend onheil. Charles Wentinck karak-
te riseert dit tijdsbestek in de fraaie
catalogus als volgt: Voorspel: de beurs
krach van 1929. Frankrijk begint de
bouw van de Maginotlinie. De Duitse
groot-industrie besluit Hitier te onder
steunen. In Nederland wordt de N.S.B.
opgericht. Majakowski (een Russisch
revolutionair dichter) pleegt zelfmoord.
„Der Blauwe Engel" met Mariene Dit-
rich en Emil Jannings komt uit. Een
jaar later, 1931: De Dreigroschenoper.
Anna Paulowna sterft. De wereld produ
ceert jaarlijks 36 miljoen auto's. Crisis,
Colijn, en geen uitzicht. Wie tegen de
wand van de werkelijkheid aanschopte
hoorde een hol geluid. Er zat niets meer
onder. Niets meer achter. Niets meer in.
Oudere Vallei-lezers zullen zich onge
twijfeld die onheilspellende jaren herin
neren. Koch schilderde toen, in verweer,
zijn beroemde Schiettent: een ordinaire,
canailleuze vrouw om bang van te wor
den, staat onbeweeglijk te midden van
ledepoppen en pijpen, een brutaal uitda
gend wijf. Een sterk schilderij, evenals
Nocturne uit 1931, een voorstelling van
een urinoir, een macaber parodistisch
werk. Maar grootser want Koch keert
zich altijd weer tot de mens is Bertha
van Antwerpen, een lichte vrouw, door
Koch geschilderd in een mengeling van
afgrijzen en deernis, een zweem verto
nend van romantische melancholie.
In 1944 voltooide hij zijn reeds ge
noemde Staande schoorsteenveger, die
de dichter Adriaan Roland Holst zó frap
peerde, dat hij er in 1961, toen Koch 60
jaar werd, een gedichtje aan wijdde:
Steen voor steen, blad voor blad,
bootste hij na.
Toch zag geen ooit wat ik nu gadesla:
Verbeten nam zijn willekeur hier intrek,
Stoot af, trekt aan kom hem maar
niet te na.
Koch is geen blijmoedig mens, in
tegendeel: ongenaakbaar. Hij wendt zich
bluffend doek, herinneringen wekkend
aan het naïeve werk van Henri Rous
seau le douanier.
Uit 1948 is de aangrijpende Daphne,
een mythologische figuur, die door Apol
lo ten huwelijk gevraagd, weigerde en
naar haar vader vluchtte en door hem
in een laurierboom werd veranderd.
Het Vrouwenportret met straaljager
uit 1954 is evenals Vrouw met dode vo
gel uit 1950 en de Portretstudie uit 1948
van een smartelijke schrijnende realiteit.
Tenslotte ontstaat in 1964 Vrouwen in
de straat. Is de rechtse vrouw niet iden
tiek aan Bertha van Antwerpen? Koel
observerend heeft Koch dit soort vrou
wen geschilderd in een realistische trant
die ver boven de werkelijkheid uitgaat
en diep-menselijk is.
De vakantieganger kan Kochs werken
tot 5 september bekijken. Kom hem
maar niet te na D. Philips.
De Boomgaard een werk van 260x220
cm, voltooid in 1954.
af van het heden, van het moderne ver
dwaasde leven. Toch lijkt er iets van
mildheido C r- te breken in De vier
jaargetijden, die hij van 1945 tot 1953
schilderde in dezelfde koele tonen. Vier
vrouwengestalten: de lente met een pas
geboren nog bebloed lam, de zomer,
schoof en sikkel op het hoofd dragend,
krachtige trekken van het boerenge
slacht in het gelaat, de herfst, een mand
druiven op het hoofd torsend, en de win
ter, in schamele kledij gehuld, een tak
kenbos op de rug, naar mijn smaak het
mooiste stuk van de vier door de een
heid in de suggestieve desolate sfeer.
In 1950 ontstaat een voorstudie voor
De boomgaard, in 1954 voltooid, een
groot werk van 260 bij 200 cm, nog rea
listischer gezien dan vorige onderwer
pen, griezelig nauwkeurig in de tegen
de bomen geplaatste ladders, een ver-
Pyke Koch's
verbeelding van
de zomer.
(1945-1953)
Wint het sterkste amateur
elftal van het zaterdag
voetbal tegenwoordig nog het
landskampioenschap
Het is alweer vier jaar geleden dat 2e
klasser Quick Boys uit Katwyk landskam
pioen by de amateurs werd. Daarna volg
de de al of niet gegronde overheersing
van de oostelijke amateurclubs. Eerst was
het in 1963 Spakenburg, daarna IJssel-
meervogels, het jaar daarop Excelsior '31
en dit jaar behaalde het Beyerlandse SHO
het kampioenschap.
Is het westelijke amateurvoetbal ge
degenereerd. Nee, zegt sportverslag
gever Meindert Leerling in „Sportkro
niek". Het westelijke voetbal is niet
achteruit gegaan, het is echter de wijze
van taktiek van de oostelijke amateurs.
Defensief voetballen en plotseling een
flitsende aanval, dat is de wijze waarop
de oostelijke verenigingen hun lands
kampioenschappen behalen.
Een spelpeilverhoging betekent het
pertinent niet. Ondanks het duidelijk
betere technische spel van de „weste
lijken", kunnen die toch niet de lands
titel grijpen. Meindert Leerling gaat
verder met te zeggen: „Is een dergelijke
taktiek verklaarbaar wanneer men in
een van de laatste competitiewedstrij
den voor het behoud van een bepaalde
plaats nog een of twee punten nodig
heeft, onbegrijpelijker is het, wanneer
men op die manier de landstitel tracht
te veroveren."
Men hoopt nu op een contact tussen
de trainers van oostelijke en westelijke
verenigingen, dat zou kunnen leiden
tot bepaalde taktische richtlijnen, die
er op gericht zouden moeten zijn om
voor alles, het beste voetbal te laten
zien En dat dan werkelijk de sterkste,
in alle opzichten, moge winnen.
ZEEPOST
Met de volgende schepen kan zee
post worden verzonden. De data, waar
op de correspondentie uiterlijk ter post
moet zijn bezorgd, staan achter de naam
van het schip vermeld. Australië: ms
Reiffenstein, 27-7; Chili: ms Loosdrecht,
27-7; Indonesië: ms Dusseldorf. 27-7;
Kenya. Oeganda, Tanganjika: ms Gan-
;ge, 27-7; Suriname: msGanymedes, 27-
7; Verenigde Staten van Amerika: ss
Rotterdam, 27-7 Inlichtingen betreffen
de de verzendingsdata van postpakket
ten geven de postkantoren.