Langs gebaande en
ongebaande wegen
RAIFFEISENBANK
VEENENDAAL
Omó tuinbouw hoekje
df
TROEF
in Waalwijk:
650.000 maal buigen
Jaarverslag ETI-litrecht is belangrijk
rapport
Nieuwsblad „DE VALLEI"
vrijdag 12 augustus 1966
6
Over de berg gaat de koning onder de boswegen
en
iets over een bezoek aan het Huis Amerongen
de zilvervloot: jong gespaard, jong verdiend!
spaarbank en alle bankzaken
Hoe dat kan?
Droge kindervoeten.
DOOR: ADRIAAN P. DE KLEUVER
Recreatie - recreatie - recreatie, ziedaar, het toverwoord van de planologen, de mannen die ons lieve vaderland leefbaar
moeten houden. Oh, en er zijn zo veel vormen van recreatie. Voor wie 't betalen kan zijn er de dure buitenlandse reizen.
Voor de smalle beurs altijd nog het tentje op de kampeerterreinen. En voor de aller rustigsten het eigen home. Maar
die laatsten willen er óók wel eens uit. Ik ken ze wel, de échte natuurvrienden die liever een ommetje rond De Hel maken
of wat toeven op de top van de Emmikhuizerberg. 't Zijn altijd dezelfde mensen die je op je tochten tegen komt. Want
wie „bij" wil blijven moet er op uit. En als een plekje je volle belangstelling heeft dan kom je daar télkens weer. En graag!
Zo'n plek is gelegen tussen het Elsterse molentje en de omwalling van de ridderhofstad van Amerongen. Je kunt er van
alle kanten komen. Maar die van Veenendaal raad ik aan de „koninklijke" weg te nemen. En dan bedoel ik de koning
onder de boswegen, de Oude Scherpenzeelse weg. Je fietst die zo fijn vanaf de voet van de Prinseveldse hucht in Over-
berg in de richting van Eist. Deze weg was ééns de enige verbinding tussen de Opslag te Eist, het haventje aan de Rijn,
en de binnenlanden van de Gelderse vallei.
De karrevoerders hebben deze brede
weg eeuw in eeuw uit ingereden. Breed
en majestueus werd ze omdat er steeds
nieuwe karresporen gemaakt werden
als een oud vol kuilen en gaten raakte.
Dat ging al slingerend om de kopjes
heen om toch een vlakke weg te krij
gen. En zo werd ze wat ze nu is. Oude,
gebochelde berken omzomen haar hier
en daar. Vandaar dat ze zo vriendelijk
is. Want er is geen vriendelijker boom
dan een zilverberk. Weet u waar het
allermooiste berkenbos ligt? Langs de
eerste plas in het Leersumse veld. Op
de excursies kom je daar nooit. Maar
laatst heb ik die lange wandeling tóch
eens gemaakt. En dan denk ik dat de
tweede plaats met berken altijd nog
onze Oude Scherpenzeelse weg is.
Een prachtig punt is waar de eeuwen
oude Veenweg, waarlangs het fietspad
naar Amerongen gaat, onze karrevoer-
dersweg kruist. Wij gaan rechtuit om
dan af te buigen naar de straatweg. Je
zit daar in het alleroudste gebied van
Zuid-Oost-Utrecht. Hier ligt een Ger
maanse begraafplaats. Het was ook hier
dat ik voor het eerst kennis maakte
met Derk van Oort van de Opslag te
Eist. Een zeldzame figuur in het dorps
leven en bovenal iemand die met veel
verve en elan de meest fantastische
verhalen op weet te dissen. En Derk
bracht mij op de plek die hij het „ko
ningsgraf" noemde.
En inderdaad ligt daar midden in
een dicht strueel van eikenhakhout een
machtige tumulis en nog enige kleinere
grafheuvels er omheen. Zeker van vrou
wen en kinderen dacht ik. Je staat er
dan toch maar van te kijken hoe zo'n
eenvoudige man dit allemaal haarfijn
weet te liggen. En dan kom je op de
Boerenlaan. Daar heb je de rode heg.
Derk vertelde dat daar in de Spaanse
tijd zó gevochten is dat het bloed de
grond rood gekleurd had. Vandaar die
naam. Maar in dat „rode" herken ik
óók het woord rooien, dus de uitge-
rooide heg. En dat lijkt mij juister. Er
is daar een doorbraak gemaakt in de
onafgebroken wildwal. Vroeger noem
de men dat heggen, vandaar dat wij
van een heggenlandschap spreken. En
je spreekt toch van „langs heg en steg".
En dat laatste is dan een steeg. In
Achterberg heb je al die stegen nog.
In Amerongen evenwel hebben ze de
oude Koenesteeg verheven tot Koene
straat. Een steeg lijkt op iets smoeze
ligs en rommeligs en daaraan kun je
toch al die keurige nette mensen niet
laten wonen. Waarmede ik maar wil
zeggen dat bij straatnaam herzieningen
ze best iets zuiniger met wat door de
historie overgeleverd werd kunnen om
springen.
De Boerenlaan dan. Wat een vreemd
geval. De dubbele beukenlaan en dat
brede zandspoor vol kuilen en gaten.
En als je nu de moeite neemt om de
omwalling ervan eens helemaal te vol
gen dan ontdek je dat je in een onge-
lijkbenige trap terecht gekomen bent.
Een enorm door een zandwal omsloten
terrein met op een paar plekken nog
iets van de machtige oude beukenbe
planting. Wat is dit toch? Heel niet
gek om te denken aan een omsloten
legerkamp.
In 1672 kan dit kamp gemaakt zijn
voor het leger van Lodewijk XIV. Het
heet in de volksmond ook Paardekop.
En dat zette die van Eist al weer aan
het fantaseren. Er zouden daar een
heleboel koppen (sorry: hoofden!) van
paarden gevonden zijn. Wat mij betreft
misschien een bevestiging van de hy
pothese over een legerkamp. Maar de
naam Paardekop komt vrij veel voor
en net als hier heeft overal een per
ceel van deze naam de vorm van een
paardekop. Goed, die sterk romantisch
gekleurde volksverhalen vind ik zeer
interessant. Je bemerkt er door dat
rampen op het volk altijd al een on
uitwisbare indruk achtergelaten hebben
Maar als 't effe kan heb ik persoonlijk
tóch liever een redelijker verklaring
van de perceelsnamen.
Je moet die Boerenlaan verlaten
via de weg die langs de oude „vin-
kenbaan" gaat. Inderdaad hebben de
vogelaars op dat perceel vroeger de
vinkerij beoefend. Er werd van alles
gevangen: goudvinken, putters, keep-
vinkenboekvinken en vanzelf sijsjes
en kneuen als dat zo uit kwam.
Deze zielepoten van vogels werden zó
uit de vrijheid gehaald en in héél klei
ne kooitjes gedaan. De mannetjes wel
en dóór wreed. Machteloos stond je
daarbij. Als je stampvoette van woede
en er tranen in je ogen stonden, dan
was een brede grijnslach het enige dat
zo'n verweerd stuk bruut geweld kon
voortbrengen.
Toen kwam de Vogelwet en werd dit
alles verboden. De échte vogelvrienden
hebben dat voor elkaar gekregen. De
steden werden él groter en het vrije
veld él kleiner. De vogelstand kromp
jaar in jaar uit meer en meer in. Het
kon niet meer. En zo raakte deze vin-
kenbaan ook in de vergetelheid. Dat
vogelvangen was in de 18e-19e eeuw
zelfs een deftige sport. De studenten
van de universiteiten kregen er zelfs
„vinkenvakantie" voor. In België doen
4»*>*r|»inacr/sf
DE OUDE SCHERPENZEELSEYVEG
„Een ruig bosgezicht moet je ruig behandelen", zegt onze schrijver, tekenaar,
veldbioloog enz. Deze tekening maakte hij met een forse penseel en een potje
Oost-Indische inkt. Eerst durfde hij niet zo best, maar op den duur merkte hij
toch dat het op deze wijze ook kon. Hij heeft getracht in deze tekening het ene
moment vast te leggen waarop hij het zag. Hij vertelde ons: „Je zou op dat
moment een foto kunnen nemen. Het is dus een impressie van een moment."
te verstaan, want daar ging het om.
Om de zang! Meestal er werd ook
wel eens soep van gekookt. In mijn
jongenstijd had je nog wel van die
louche figuren. Mijn liefde voor de na
tuur is eigenlijk het gevolg geweest
van de praktijken van één zo'n kerel.
Als kind heb ik gezien hoe zo'n boef
tussen vinger en duim de kopjes van
de popjes (vrouwtjes) van de goudvin
ken plat drukte en de dode vogeltjes
wegsmeet. Die vent prikte met een
gloeiende breipen de mannen de oogjes
uit. Dan werden ze bij het zingen niet
afgeleid Wreed beste mensen, dóór
Als je tussen de 15 en 21 jaar bent, sta je er financieel goed voor!
Want je kunt dan sparen tegen een aantrekkelijke rente PLUS 10%
extra spaarpremie. Tien procent, zomaar, cadeau! Dat is het jeugd-
spaarplan "De Zilvervloot". Doe er aan mee. dan sta je er goed
voor. Ons advies: even langskomen, informaties inwinnen en dan
meteen beginnen. Hoe jónger je begint, hoe méér je verdient!
Ms'&n fc'j
prins van de kerk. 'k Wed dat kardi-taluud der omwalling de nachtegalen-
zang eens van zéér dichtbij kunnen be
luisteren. En daar vond ik tussen hoog
opschietende brandnetels in de dode
tronk van een meidoorn dat nachte-
galennest met vier al flink uit de klui
ten gewassen jongen. En op nog geen
tien meter afstand het nestje van een
fitisje. Zó mooi als ik het nog nóóit
gezien had. Het overhuizende kapje
was helemaal gemaakt van gele lis
bladeren. Een wonderbaarlijk bouw
werkje.
66-158
19
ze maar voort. En in Zuid-Limburg heb
je nog verenigingen waar de vinkerij
in ere gehouden wordt. Maar de ge
vangen vogels komen klandestien uit
België binnen. In ons land mogen de
vogels niet eens vervoerd worden!
Nu kun je een melkerspaadje nemen,
maar ook het weggetje naar de molen.
Doe dat laatste maar. Eens ging de
straatweg langs de molen. De weg-
coupure ligt er nog. Bij hoog water
stond dit deel meermalen blank. Ze
legden de weg een weinig hoger op en
haalden er zo tevens een bocht uit.
Toch is dat pad naar de molen al erg
oud. Wel meer dan driehonderd jaar
zou ik menen. Links van de weg, vóór
de molen komt. staat aan de kant zo'n
merkwaardige „jachtpaal" van grijze
hardsteen met het wapen van de Van
Reede's er in gebeiteld. Dit soort limiet
stenen duidden de grens van het adel
lijke jachtterrein af. Als je omhoog zou
fietsen kwam je er in rechte lijn van
hier op de berg ook een paar tegen.
Dat jachtveld van de Vrijheren ^van
Amerongen was onmetelijk groot. Ja,
tot aan Leersum toe en op 't laatst nog
Leersum op de koop toe er bij. Vroeger
mochten Jan en Piet en Klaas niet eens
jagen. Wat dat betreft is alles zo ver
anderd.
Wat staat het molentje er nu weer
tot in de puntjes verzorgd bij. Maar
wij laten het voor wat het is: een
mooie molen. Wij gaan rechts af en
volgen het weggetje dat in de plaats
kwam van het oude rijks wegdek.
Je moet maar denken dat over dit
weggetje eens de legers van Lodewijk
XIV en van Napoleon marcheerden!
Napoleon heeft het zelfs laten be
straten. Het was een deel van de kei
zerlijke weg! Net als de oude hessen
weg van Arnhem naar De Klomp.
Niets herinnert hier nog aan die glo
rie. Nou, zo'n glorie was die bezetting
nu ook weer niet. Vooral de soldaten
van de Zonnekoning hebben hier ruig
huisgehouden. En daarvóór nog veel en
veel erger de Spanjaarden.
Wat er over bleef ademt de meest
Intense landelijke rust uit. Kom hier
nu eens terug wat later in de tijd als
de kardinaalsmuts vol vruchten hangt.
Ja, net van die deftige kardinaalrode
baretjes van zo'n in hoogheid gezeten
naai Alferink zo iets écht grappig en
zeer juist gevonden zal hebben. En om
't spul nog interessanter te maken heb
ben él die kardinaaltjes een hecht ver
bond. gesloten met oranje. Agn dunne
draden bengelen de fel-oranje gekleur
de zaden naar beneden. En nu zijn er
de bloemen. Niet op te noemen zo veel.
En zo mooi. Zie dat gele lancetbladige
kruiskruid tussen het akkermaalshout
eens prachtig oplichten. En als wij nu
dat melkerspaadje langs de bosrand
langs het Aardmansbergje houden dan
kom je langs een lage wei waar de
vlammen van de rode kattestaart zo
maar uitslaan.
Zandvoort staat op de boerderij aan
het einde van de weg. Maar ga eens
om het hoekje kijken. Daar draagt
het straatnaambordje de oude histo
rische naam Santfoort.
En dan draaien wij tussen hoge eiken
om de boerderij heen enzien al het
bosje van Lievendaal liggen, 't Lieven-
daaltje zeggen die van Amerongen
Eens stond hier - in de schaduw van de
machtige ridderhofstad van Ameron
gen om zo te zeggen - een klein kas
teeltje. Maar tóch een écht hoor met
alles er op en er aan wat zo'n trots
ding tot versterkt huis maakte. Ach
arme, er rest slechts een heel intiem
rond grachtje van, om een kleine terp.
Maar machtig en groots zijn de linden
op de oude kasteelwal.
En voort gaan wij. Langs bossige
meidoornstruiken waaraan de bessen al
kleuren. En zie nü eens aan! Zie daar
het lieve dorp Amerongen eens liggen.
Een juweel. Je kijkt zó maar bij de
mensen door de ramen aan de achter
kant. En hoog boven die roodgedaakte
huizen rijst de slanke Sint-Andries-
toren en er aan vastgebouwd de kerk
met dat rijzige, hoog opstrevende koor
Als daar de zon haar gouden stralen
over werpt is alles vriendelijk en puur.
Dat is zo het geheim van Amerongen.
Ja, en dan ligt vóór je het kasteel
park. Eerst de ringwal met de slecht
onderhouden gracht. En dan de uit het
water oprijzende bijgebouwen. En
déarachter dat fantastische, enorme
herenhuis. Ze noemen het een kasteel.
Nou, dat wés het eens. Er stond een
machtige waterburcht. Maar bezield
door haat en nijd heeft de al wat met
Oranje „heulde" hatende koning Lode
wijk XIV dat oude slot laten verwoes
ten. En toen die dwaze man de lage
landen de rug moest toekeren hebben
de Van Reede's van Amerongen in
groter luister dit huis laten bouwen op
de grondvesten van de oude burcht
En él dat schoons, de kerk, de ridder
hofstad, dat statige kasteelbos en héél
die mooie bosrijke omgeving danken
wij aan deze Van Reede's.
Wij fietsen rustig over de hoge om-v
walling tussen hoog opgaande eiken.
Tussen het gras staan de wilde aard
beitjes honingzoet te wachten op wie
ze wil plukken, 'k Heb er eens een
handvol afgehaald. Heerlijk! Oh, en ik
heb in het hakhout beneden aan het
En zet je je neer aan de grachtkant
dan is daar tussen de oeverbegroeiing
het gestaag beweeg van jonge water
hoentjes en eendekuikens. Soms een
koppeltje héél kleine meerkoetjes. Din
getjes zo groot als mijn pink. Wonder
lijk getekend met die vuurrode kopjes.
Je vraagt je af of de natuur hier niet
wat te opzichtig geweest is. Of is
de meerkoet van oorsprong een zuide-
De eerste groep noemt men werkfo-
rensen, de andere woonforensen. De
woonforensen onderscheidt men in pen
delaars, dat zijn degenen, die hun werk
altgd in dezelfde plaats uitoefenen en
de „overige buiten de woonplaats wer
kenden" welke meestal te vinden zijn
onder de werkers in de interlocale ver
voersdiensten en de vertegenwoordigers.
Eigenaardig is. dat het aantal „overi
gen" onder de woonforensen in Veenen-
daal zo'n grote plaats inneemt, nl. 47%
tegen 53% pendelaars. Voor Nederland
en provincie Utrecht zijn deze cijfers
resp. 33% tegen 67% en 35% tegen
65%. In het absolute totaal van de wer
kende bevolking in Veenendaal neemt
het aantal woonforensen slechts een
klein deel in, nl. 8,7%.
Veenendaal is ook uit dit rapport
blijkt het weer een echte werkge-
meente. In feite de relatief belangrijkste
van onze gehele provincie. De onderzoe-
Als u wilt, mag u uitrekenen hoe
veel stappen dat zijn650.000 maal
in beide richtingen buigen en be
lasten. Want zo zwaar worden bij
van Haren de G AR ANTI Es ch oe
nen beproefd, om zeker te weten
dat de van Haren GARANTIE-
schoen ertegen kan.
Van Haren speurt de markt af
naar de allerbeste materialen:
jong en zacht chroom bovenleer
en de beste materialen voor
prachtig slijtvaste rubberzolen.
Die worden zó onverbrekelijk
aan elkaar gelast dat zelfs een
Hollandse plensbui er "U" tegen
zegt. Geen spatje komt er meer
doorheen: waterdichte VAN
HAREN GARANTIESCHOE
NEN.
Hoeveel zorg had u vroeger niet
om hun natte voeten als uw
kinderen door de regen naar
school moesten of zó graag bui
ten wilden spelen? Dat is dan
met VAN HAREN GARAN
TIESCHOENEN een hele zorg
Dezer dagen verscheen het verslag van het Economisch Technisch Instituut
voor de provincie Utrecht (ETI) over 1965. Dit jaarverslag heeft sterk het
karakter van een rapport en geeft cijfers, waaruit biykt, dat het forensisme in
Nederland sterk is toegenomen. Interes sant is, dat het aantal forensen onder de
hoofdarbeiders beduidend groter is, dan onder de handarbeiders. Het blijkt dus,
dat de hoofdarbeider vaak de voorkeur aan „buiten wonen" geeft, boven het
dicht by het werk wonen, wat vooral by de handarbeiders veel voorkomt. Het
steeds meer normaal worden van de eigen auto" is hier grotendeels debet
aan, zodat men verwacht, dat in de toekomst het aantal pendelende (zo noemt
men degenen, die In een andere gemeente werken, dan dat z.yn wonen) hand
arbeiders mede ten gevolge van de stygende lonen ook zal uitbreiden.
Sommige gemeentes biyken echte woongemeenten te zyn, andere zgn juist werk-
gemeente. Het overgrote deel van de gemeentes wordt echter gevormd door de
„woon-werkgemeentes", die gemeentes dus waar degenen, die vanuit een andere
plaats daar komen werken vrywel geiyk in aantal zyn met inwoners, die ergens
anders het dageiyks brood tracht te verdienen.
kers van het ETI hebben ontdekt, dat in
de provincie het aantal werkforensen,
het aantal woonforensen vrijwel opheft.
Men kan dus plaatsen, waar dit nor
maal is een verhouding van 100/100 ge
ven. Indien de getallen afwyken zal men
dus een oordeel kunnen vormen over de
mate werk. of woongemeente. Het blgkt
nu, dat Veenendaal uitkomt op een ver
houdingsgetal van 120 (ter vergelijking
andere grote werkgemeentes in Utrecht
zgn: Utrecht met 108 en Amersfoort
106). Indien we cgfers bezien uit de
naaste omgeving van de streek, waarin
„De Vallei" verschgnt, dan blqken Doorn
(98) en Woudenberg (99) echte woon-
werkgemeentes te zgn. By Doorn ver
wondert dit, omdat men dit altyd als
een „forensenplaats" ziet, maar deze
gelijke verhouding tussen woon- en
werkforensen is een gevolg van het feit,
dat in die plaats de Marinierskazerne is
gevestigd. (De dienstplichtigen zijn hier-
by dan nog niet meegerekend, evenmin
als in alle andere cgfers van het ver
slag).
Centrale ligging
Een ander belangrijk aspect van het
verslag is de belangrykheid als centrum
van zowel stad als provincie Utrecht.
Men heeft vastgesteld vanuit welke
plaats in Nederland men het gemakke-
lykst alle andere plaatsen van enig be
lang kan bereiken. Zoals men reeds
„voelde" bleek dit Utrecht te zyn. Het
is echter de eerste maal, dat dit weten-
schappeiyk is vastgesteld. Men stelde
uit een som van het aantal kilometers
over de weg plus het inwonerstal ver
meerderd met de bedryfsbevolking (x
1000) de zo genoemde moeiiykheids-
waarde vast. Indien men de plaatsen
met een geiyke moeiiykheidswaarde op
een kaart van Nederland met elkaar ver
bindt, dan krygt men zgn. Isoponen.
Zo kreeg Utrecht een moeiiykheids
waarde van 688. De isopoon van 700
loopt over Maarssen, De Bilt, Jutphaas,
die van 750 achter Amersfoort langs en
nog voorby Hilversum.
Het bedrgfsleven had dit reeds lang
„aangevoeld" en men probeerde dan ook
zo dicht mogelgk by „Oudenrgn te gaan
zitten".
Gebleken is echter, dat de isoponen-
waarde slechts gering toeneemt by af
standen, rond het centrum, terwgl in
meer uitmiddelpuntig gelegen plaatsen
dit steeds meer toeneemt.
Zo verliest men tussen Utrecht en
Amersfoort op een afstand van 21 km
slechts 55 isoponen, terwgl men er tus
sen Goes en Middelburg (23 km) 209
verspeelt. Als men bedenkt dat plaatsen
als Groningen en Maastricht ongeveer
op de 1850-isopoon liggen, dan kan men
stellen, dat alles binnen de 800-isopoon
in het centrum van het land ligt. Hier
onder valt by na de gehele provincie
Utrecht. Er is zelfs geen plaats in deze
provincie, die buiten de 850 komt.
Het is dus voor het bedrgfsleven be
slist niet noodzakelgk zo kort mogelgk
bg Oudenrijn gevestigd te zgn. Maar
men kan zich in de gehele provincie ves
tigen. Hiermede kan de overheid reke
ning houden bij het bepalen van plaatsen
voor industrievestiging, maar ook het
bedrijfsleven heeft een argument meer
om iets verder uit het centrale punt van
Nederland te gaan.
Dit zou dus voor de streek waarin „De
Vallei" verschgnt een goede mogelijkheid
voor industrievestiging of uitbrei
ding daarvan zijn, al moet men er
rekening mee houden, dat het beleid op
dit gebied door de overheid bepaald
wordt en dat bgv. de Heuvelrug als re
creatiegebied is aangewezen. Vrge vesti
ging van bedrijven is heden ten dage
natuurlijk een onmogelijkheil, maar aan
de hand van deze ETI-gegevens, is het
nu voor alle betrokkenen mogelgk de
meest juiste plaats te bepalen.
De cyfers van de Isoponenwaarde zyn
vastgesteld aan de hand van de wegaf-
standen. Het is aannemeiyk, dat de uit
komsten voor de water- of spoorwegen,
waarvoor ook Isoponen vastgesteld kun
nen worden anders zullen zyn, ai is het
zeerw aarschynlgk, dat dan ook de stad
Utrecht als meest centrale plaats in Ne
derland uit de bus komt.
lijke vogel en moeten die rode kopjes
soms gelijken op even grote rode bloe
men aan waterplanten die bij ons niet
groeien. Dat zou bést eens kunnen. Je
vraagt je zoveel af
Hoe massief en deftig ligt het Huis
Amerongen daar. Geheel van de bui
tenwereld afgesloten. Ja, die mensen
daar leven compleet hun eigen leven.
Daar ga je onaangediend zo maar niet
op de stoep staan om aan te bellen:
„met de complemente van me tènte en
of ze 'ns op de thee mag komme". Mis
hoor! U vraagt langs de juiste weg aan
of u er een bezoek mag brengen. Dan
betaalt u entreegeld. Net als voor een
museum. Die mensen doen dat van
wege de belasting zie je. De personele
belasting is voor die mensen niet te be
talen. De kunstschatten zijn tonnen
waard. Gelijk hebben ze. En de buiten
staander krijgt zo de kans él dat moois
te zien te krijgen. Laat dét nu eens de
afsluiting zijn van een fijne fietstocht.
Maar wel even vragen wanneer u wel
kom bent.
minder: die zijn waterdicht; uw
kinderen houden gezonde droge
voeten.
Dit is zo'n van Haren GARAN
TIE schoen. In zwart en bruin
vanaf f 15.75
Noem ze bij de naam;
van Haren GARANTIEschoenen.
U heeft zes maanden garantie op
de zolen: dat bespaart u veel re
paratiekosten.
Steeds meer mensen
dragen schoenen van
van Haren.
Voor dit hoekje, waarin getracht
wordi op voor iedereen begrijpelijke
wijze een praatje te houden over di
verse planten, zowel voor huis als
tuin, alsmede nuttige wenken en
raadgevingen, blgkt grote aandacht
te bestaan. Dat is zeer verheugend.
De vragen omtrent diverse aangele
genheden die gesteld worden, betref
fende planten, tuin e.d. geven ondub
belzinnig het bewijs dat de artikeltjes
aandachtig worden gelezen. Hiervan
getuigen ook de vragen die gesteld
worden en door onze tuinbouwkun
dige medewerker op bevattelijke wij
ze worden beantwoordt. Het is voor
ons een stimulans om door te gaan.
Van de heer G. de B. te Veenen
daal kwamen vragen binnen betref
fende: De Passiebloem. Inderdaad is
het mogelgk de Passieplant buiten te
planten, op een beschut plekje kunt
u deze flink groeiende klim- en slin
gerplant buiten houden, als het een
mooie warme zomer is. Ook doet zij
het heel goed op een zonnig balkon.
Ze kunnen dan bloeien tot de vorst
komt. Maar wanneer hebben wg
in ons geliefd kikvorsenland een
warme zomer? In ieder geval zet u
de buiten geplante Passieflora in
september weer in een grote pot.
Laat haar in het licht en op een
koele plaats overwinteren. Geeft u
haar tgdens de winterrust zeer matig
water: In maart verpotten in zeer
voedzame grond waarin wat leem,
scherp zand. oude mest verwerkt.
Wanneer een Passiebloem niet wil
bloeien dan is dit te wijten aan hon
gerig naar voedsel." De plant mag
geen honger lijden. Zet de plant licht
en geeft meer water. Snoei de ran
ken in tot op 6 8 ogen. De plant
houdt van rust. Als u dus de Passie
bloem tegen een rekje of rond een
koepeltje kweekt, moet u de ranken
niet al te vaak opnièuw aanbinden.
Eenmaal per week bemesten. Zet
haar, als u haar buiten wilt houden,
niet voor eind mei op de voor haar
bestemde beschutte, warme plek.
Spoedig komen er nieuwe scheuten
en knoppen. De al te lange scheuten
moet u buiten niet insnoeien, omreden
zij bloeien aan het uiteinde van de
jonge scheuten.
Waarom zij de naam Passiebloem
kreeg? Omdat men in haar bijzon
dere bloemvorm de martelwerktuigen
van Christus meende te zien.
Evenals u zingen er meer klaag
liederen over varens. De meeste lief
hebbersisters) staan er niet by stil,
hoe de varens in de natuur groeien
en dat zg het zonlicht schuwen.
U vraagt naar een sterke varen die
gemakkelgk in de kamer te houden
is? Dan moet ik de Cyrtomium fal-
catum oftewel de IJzervaren noemen.
Zij is de sterkste van alle kamerva
rens, heeft glanzende bladeren, die
gevind zijn. Het is een krachtig
gloeiende en gemakkelgk in cultuur.
Evenals alle varens is zij niet bestand
tegen zonbestraling. Zet deze dus
koel en luchtig op een plaats waar
weinig of geen zon zal doordringen.
Geregeld water geven en bemesting
zal de groei bevorderen. De bladeren
af en toe stofvrij maken door deze
af te spuiten met half lauw water.
In de winter zeer weinig water en
een vorstvry plaatje is ideaal.
Oorspronkelgk zgn varens bosbe-
woners en dus verlangt ze als pot
grond gewone bosgrond of bladgrond
met wat oude koemest en scherp
zand.
Ik hoop u hiermede tot voldoening
geantwoord te hebben, ook meerdere
lezers(essen) zullen er hun voordeel
mee doen.
De Grasanjers die te groot van om
vang zyn geworden, moeten nu opge
nomen en opnieuw geplant worden.
We scheuren de planten in stukken
en planten opnieuw een drietal stuk
ken bijeen. Men verkrggt dan weer 'n
flinke plant. De stukken moeten tot
aan de onderste bladeren in de grond
worden gezet. Bg droog zonnig weer
moet geregeld water gegeven worden
totdat de planten weer aan de groei
zgn. Om de drie jaar worden Gras
anjers opgenomen, gescheurd en op
genomen, gescheurd en opnieuw ge
plant.
Aardbeien worden nu geplant, het
volgend jaar kan men dan vruchten
oogsten. Neem plantjes van gezonde
moederplanten en plant deze 50 60
cm uiteen. Geef ze de ruimte! Na het
planten wordt flink gegoten. Aard
beien verlangen voedzame grond.
Op leeg gekomen land, bgv. waar
vroege aardappels groeiden, kan men
nu nog heel goed boerenkool uitplan-
ten. Het kunnen vóór de winter nog
flinke planten worden, zyn de plan
ten aan de groei dan een overbemes
ting geven met kunstmestkorrels.
Het wordt hoog tgd om winter-an-
dijvie uit te planten. Dit nu niet meer
uitstellen. De aardrupsen of enger
lingen - grauwwormen liggen op de
loer om de plantjes af te vreten. Geef
deze veelvraten geen kans! Strooi
voor het planten o.a. Heptamix of
Octaten en hark dit door de boven
grond. Een prima verdelginsmiddel,
dat uw zaadhandelaar voor u in voor
raad heeft.
Spinazie kan nu nog gezaaid wor
den. Zaai deze nu op rgtjes, daar
door breedwerpige uitzaai door re
genweer in het najaar het spinazie-
gewas vaak door ziekte wordt aan
getast. Een bedje met raapsteeltjes
kan eveneens nog gezaaid worden,
doch zaai deze ruim uiteen.
Nu de oogst van Frambozen voor-
bg is moeten alle afgedragen scheu
ten tot zo dicht mogelijk op de grond
worden weggesneden. De nieuwe
scheuten, welke zich vormden gedu
rende de afgelopen maanden, worden
uitgedund en op een onderlinge af
stand van 20 cm aangeboden. De
framboos is erg gesteld op zandgrond
met een goed vochtgehalte. Op droge
en schrale zandgrond gedgt zij arme
tierig. Bg het toedienen van kunst
mest gebruikt men korrelmest. Neem
hiervoor de rose Asef-korrels. Nim
mer chloorbevattende kunstmest ge
bruiken.
De meeste rassen van de frambo
zen gaan slechts enkele jaren mee,
zg lgdt aan een sterke degeneratie.
Jonge planten van struiken uit eigen
tuin geven steeds teleurstelling. Neem
steeds jonge planten van geselecteer
de en goedgekeurde moederplanten.
E. J. Gry'sen, Rhenen