Langs gebaande en ongebaande wegen RAIFFEISENBANK VEENENDAAL Omó tuinbouw hoekje df TROEF in Waalwijk: 650.000 maal buigen Jaarverslag ETI-litrecht is belangrijk rapport Nieuwsblad „DE VALLEI" vrijdag 12 augustus 1966 6 Over de berg gaat de koning onder de boswegen en iets over een bezoek aan het Huis Amerongen de zilvervloot: jong gespaard, jong verdiend! spaarbank en alle bankzaken Hoe dat kan? Droge kindervoeten. DOOR: ADRIAAN P. DE KLEUVER Recreatie - recreatie - recreatie, ziedaar, het toverwoord van de planologen, de mannen die ons lieve vaderland leefbaar moeten houden. Oh, en er zijn zo veel vormen van recreatie. Voor wie 't betalen kan zijn er de dure buitenlandse reizen. Voor de smalle beurs altijd nog het tentje op de kampeerterreinen. En voor de aller rustigsten het eigen home. Maar die laatsten willen er óók wel eens uit. Ik ken ze wel, de échte natuurvrienden die liever een ommetje rond De Hel maken of wat toeven op de top van de Emmikhuizerberg. 't Zijn altijd dezelfde mensen die je op je tochten tegen komt. Want wie „bij" wil blijven moet er op uit. En als een plekje je volle belangstelling heeft dan kom je daar télkens weer. En graag! Zo'n plek is gelegen tussen het Elsterse molentje en de omwalling van de ridderhofstad van Amerongen. Je kunt er van alle kanten komen. Maar die van Veenendaal raad ik aan de „koninklijke" weg te nemen. En dan bedoel ik de koning onder de boswegen, de Oude Scherpenzeelse weg. Je fietst die zo fijn vanaf de voet van de Prinseveldse hucht in Over- berg in de richting van Eist. Deze weg was ééns de enige verbinding tussen de Opslag te Eist, het haventje aan de Rijn, en de binnenlanden van de Gelderse vallei. De karrevoerders hebben deze brede weg eeuw in eeuw uit ingereden. Breed en majestueus werd ze omdat er steeds nieuwe karresporen gemaakt werden als een oud vol kuilen en gaten raakte. Dat ging al slingerend om de kopjes heen om toch een vlakke weg te krij gen. En zo werd ze wat ze nu is. Oude, gebochelde berken omzomen haar hier en daar. Vandaar dat ze zo vriendelijk is. Want er is geen vriendelijker boom dan een zilverberk. Weet u waar het allermooiste berkenbos ligt? Langs de eerste plas in het Leersumse veld. Op de excursies kom je daar nooit. Maar laatst heb ik die lange wandeling tóch eens gemaakt. En dan denk ik dat de tweede plaats met berken altijd nog onze Oude Scherpenzeelse weg is. Een prachtig punt is waar de eeuwen oude Veenweg, waarlangs het fietspad naar Amerongen gaat, onze karrevoer- dersweg kruist. Wij gaan rechtuit om dan af te buigen naar de straatweg. Je zit daar in het alleroudste gebied van Zuid-Oost-Utrecht. Hier ligt een Ger maanse begraafplaats. Het was ook hier dat ik voor het eerst kennis maakte met Derk van Oort van de Opslag te Eist. Een zeldzame figuur in het dorps leven en bovenal iemand die met veel verve en elan de meest fantastische verhalen op weet te dissen. En Derk bracht mij op de plek die hij het „ko ningsgraf" noemde. En inderdaad ligt daar midden in een dicht strueel van eikenhakhout een machtige tumulis en nog enige kleinere grafheuvels er omheen. Zeker van vrou wen en kinderen dacht ik. Je staat er dan toch maar van te kijken hoe zo'n eenvoudige man dit allemaal haarfijn weet te liggen. En dan kom je op de Boerenlaan. Daar heb je de rode heg. Derk vertelde dat daar in de Spaanse tijd zó gevochten is dat het bloed de grond rood gekleurd had. Vandaar die naam. Maar in dat „rode" herken ik óók het woord rooien, dus de uitge- rooide heg. En dat lijkt mij juister. Er is daar een doorbraak gemaakt in de onafgebroken wildwal. Vroeger noem de men dat heggen, vandaar dat wij van een heggenlandschap spreken. En je spreekt toch van „langs heg en steg". En dat laatste is dan een steeg. In Achterberg heb je al die stegen nog. In Amerongen evenwel hebben ze de oude Koenesteeg verheven tot Koene straat. Een steeg lijkt op iets smoeze ligs en rommeligs en daaraan kun je toch al die keurige nette mensen niet laten wonen. Waarmede ik maar wil zeggen dat bij straatnaam herzieningen ze best iets zuiniger met wat door de historie overgeleverd werd kunnen om springen. De Boerenlaan dan. Wat een vreemd geval. De dubbele beukenlaan en dat brede zandspoor vol kuilen en gaten. En als je nu de moeite neemt om de omwalling ervan eens helemaal te vol gen dan ontdek je dat je in een onge- lijkbenige trap terecht gekomen bent. Een enorm door een zandwal omsloten terrein met op een paar plekken nog iets van de machtige oude beukenbe planting. Wat is dit toch? Heel niet gek om te denken aan een omsloten legerkamp. In 1672 kan dit kamp gemaakt zijn voor het leger van Lodewijk XIV. Het heet in de volksmond ook Paardekop. En dat zette die van Eist al weer aan het fantaseren. Er zouden daar een heleboel koppen (sorry: hoofden!) van paarden gevonden zijn. Wat mij betreft misschien een bevestiging van de hy pothese over een legerkamp. Maar de naam Paardekop komt vrij veel voor en net als hier heeft overal een per ceel van deze naam de vorm van een paardekop. Goed, die sterk romantisch gekleurde volksverhalen vind ik zeer interessant. Je bemerkt er door dat rampen op het volk altijd al een on uitwisbare indruk achtergelaten hebben Maar als 't effe kan heb ik persoonlijk tóch liever een redelijker verklaring van de perceelsnamen. Je moet die Boerenlaan verlaten via de weg die langs de oude „vin- kenbaan" gaat. Inderdaad hebben de vogelaars op dat perceel vroeger de vinkerij beoefend. Er werd van alles gevangen: goudvinken, putters, keep- vinkenboekvinken en vanzelf sijsjes en kneuen als dat zo uit kwam. Deze zielepoten van vogels werden zó uit de vrijheid gehaald en in héél klei ne kooitjes gedaan. De mannetjes wel en dóór wreed. Machteloos stond je daarbij. Als je stampvoette van woede en er tranen in je ogen stonden, dan was een brede grijnslach het enige dat zo'n verweerd stuk bruut geweld kon voortbrengen. Toen kwam de Vogelwet en werd dit alles verboden. De échte vogelvrienden hebben dat voor elkaar gekregen. De steden werden él groter en het vrije veld él kleiner. De vogelstand kromp jaar in jaar uit meer en meer in. Het kon niet meer. En zo raakte deze vin- kenbaan ook in de vergetelheid. Dat vogelvangen was in de 18e-19e eeuw zelfs een deftige sport. De studenten van de universiteiten kregen er zelfs „vinkenvakantie" voor. In België doen 4»*>*r|»inacr/sf DE OUDE SCHERPENZEELSEYVEG „Een ruig bosgezicht moet je ruig behandelen", zegt onze schrijver, tekenaar, veldbioloog enz. Deze tekening maakte hij met een forse penseel en een potje Oost-Indische inkt. Eerst durfde hij niet zo best, maar op den duur merkte hij toch dat het op deze wijze ook kon. Hij heeft getracht in deze tekening het ene moment vast te leggen waarop hij het zag. Hij vertelde ons: „Je zou op dat moment een foto kunnen nemen. Het is dus een impressie van een moment." te verstaan, want daar ging het om. Om de zang! Meestal er werd ook wel eens soep van gekookt. In mijn jongenstijd had je nog wel van die louche figuren. Mijn liefde voor de na tuur is eigenlijk het gevolg geweest van de praktijken van één zo'n kerel. Als kind heb ik gezien hoe zo'n boef tussen vinger en duim de kopjes van de popjes (vrouwtjes) van de goudvin ken plat drukte en de dode vogeltjes wegsmeet. Die vent prikte met een gloeiende breipen de mannen de oogjes uit. Dan werden ze bij het zingen niet afgeleid Wreed beste mensen, dóór Als je tussen de 15 en 21 jaar bent, sta je er financieel goed voor! Want je kunt dan sparen tegen een aantrekkelijke rente PLUS 10% extra spaarpremie. Tien procent, zomaar, cadeau! Dat is het jeugd- spaarplan "De Zilvervloot". Doe er aan mee. dan sta je er goed voor. Ons advies: even langskomen, informaties inwinnen en dan meteen beginnen. Hoe jónger je begint, hoe méér je verdient! Ms'&n fc'j prins van de kerk. 'k Wed dat kardi-taluud der omwalling de nachtegalen- zang eens van zéér dichtbij kunnen be luisteren. En daar vond ik tussen hoog opschietende brandnetels in de dode tronk van een meidoorn dat nachte- galennest met vier al flink uit de klui ten gewassen jongen. En op nog geen tien meter afstand het nestje van een fitisje. Zó mooi als ik het nog nóóit gezien had. Het overhuizende kapje was helemaal gemaakt van gele lis bladeren. Een wonderbaarlijk bouw werkje. 66-158 19 ze maar voort. En in Zuid-Limburg heb je nog verenigingen waar de vinkerij in ere gehouden wordt. Maar de ge vangen vogels komen klandestien uit België binnen. In ons land mogen de vogels niet eens vervoerd worden! Nu kun je een melkerspaadje nemen, maar ook het weggetje naar de molen. Doe dat laatste maar. Eens ging de straatweg langs de molen. De weg- coupure ligt er nog. Bij hoog water stond dit deel meermalen blank. Ze legden de weg een weinig hoger op en haalden er zo tevens een bocht uit. Toch is dat pad naar de molen al erg oud. Wel meer dan driehonderd jaar zou ik menen. Links van de weg, vóór de molen komt. staat aan de kant zo'n merkwaardige „jachtpaal" van grijze hardsteen met het wapen van de Van Reede's er in gebeiteld. Dit soort limiet stenen duidden de grens van het adel lijke jachtterrein af. Als je omhoog zou fietsen kwam je er in rechte lijn van hier op de berg ook een paar tegen. Dat jachtveld van de Vrijheren ^van Amerongen was onmetelijk groot. Ja, tot aan Leersum toe en op 't laatst nog Leersum op de koop toe er bij. Vroeger mochten Jan en Piet en Klaas niet eens jagen. Wat dat betreft is alles zo ver anderd. Wat staat het molentje er nu weer tot in de puntjes verzorgd bij. Maar wij laten het voor wat het is: een mooie molen. Wij gaan rechts af en volgen het weggetje dat in de plaats kwam van het oude rijks wegdek. Je moet maar denken dat over dit weggetje eens de legers van Lodewijk XIV en van Napoleon marcheerden! Napoleon heeft het zelfs laten be straten. Het was een deel van de kei zerlijke weg! Net als de oude hessen weg van Arnhem naar De Klomp. Niets herinnert hier nog aan die glo rie. Nou, zo'n glorie was die bezetting nu ook weer niet. Vooral de soldaten van de Zonnekoning hebben hier ruig huisgehouden. En daarvóór nog veel en veel erger de Spanjaarden. Wat er over bleef ademt de meest Intense landelijke rust uit. Kom hier nu eens terug wat later in de tijd als de kardinaalsmuts vol vruchten hangt. Ja, net van die deftige kardinaalrode baretjes van zo'n in hoogheid gezeten naai Alferink zo iets écht grappig en zeer juist gevonden zal hebben. En om 't spul nog interessanter te maken heb ben él die kardinaaltjes een hecht ver bond. gesloten met oranje. Agn dunne draden bengelen de fel-oranje gekleur de zaden naar beneden. En nu zijn er de bloemen. Niet op te noemen zo veel. En zo mooi. Zie dat gele lancetbladige kruiskruid tussen het akkermaalshout eens prachtig oplichten. En als wij nu dat melkerspaadje langs de bosrand langs het Aardmansbergje houden dan kom je langs een lage wei waar de vlammen van de rode kattestaart zo maar uitslaan. Zandvoort staat op de boerderij aan het einde van de weg. Maar ga eens om het hoekje kijken. Daar draagt het straatnaambordje de oude histo rische naam Santfoort. En dan draaien wij tussen hoge eiken om de boerderij heen enzien al het bosje van Lievendaal liggen, 't Lieven- daaltje zeggen die van Amerongen Eens stond hier - in de schaduw van de machtige ridderhofstad van Ameron gen om zo te zeggen - een klein kas teeltje. Maar tóch een écht hoor met alles er op en er aan wat zo'n trots ding tot versterkt huis maakte. Ach arme, er rest slechts een heel intiem rond grachtje van, om een kleine terp. Maar machtig en groots zijn de linden op de oude kasteelwal. En voort gaan wij. Langs bossige meidoornstruiken waaraan de bessen al kleuren. En zie nü eens aan! Zie daar het lieve dorp Amerongen eens liggen. Een juweel. Je kijkt zó maar bij de mensen door de ramen aan de achter kant. En hoog boven die roodgedaakte huizen rijst de slanke Sint-Andries- toren en er aan vastgebouwd de kerk met dat rijzige, hoog opstrevende koor Als daar de zon haar gouden stralen over werpt is alles vriendelijk en puur. Dat is zo het geheim van Amerongen. Ja, en dan ligt vóór je het kasteel park. Eerst de ringwal met de slecht onderhouden gracht. En dan de uit het water oprijzende bijgebouwen. En déarachter dat fantastische, enorme herenhuis. Ze noemen het een kasteel. Nou, dat wés het eens. Er stond een machtige waterburcht. Maar bezield door haat en nijd heeft de al wat met Oranje „heulde" hatende koning Lode wijk XIV dat oude slot laten verwoes ten. En toen die dwaze man de lage landen de rug moest toekeren hebben de Van Reede's van Amerongen in groter luister dit huis laten bouwen op de grondvesten van de oude burcht En él dat schoons, de kerk, de ridder hofstad, dat statige kasteelbos en héél die mooie bosrijke omgeving danken wij aan deze Van Reede's. Wij fietsen rustig over de hoge om-v walling tussen hoog opgaande eiken. Tussen het gras staan de wilde aard beitjes honingzoet te wachten op wie ze wil plukken, 'k Heb er eens een handvol afgehaald. Heerlijk! Oh, en ik heb in het hakhout beneden aan het En zet je je neer aan de grachtkant dan is daar tussen de oeverbegroeiing het gestaag beweeg van jonge water hoentjes en eendekuikens. Soms een koppeltje héél kleine meerkoetjes. Din getjes zo groot als mijn pink. Wonder lijk getekend met die vuurrode kopjes. Je vraagt je af of de natuur hier niet wat te opzichtig geweest is. Of is de meerkoet van oorsprong een zuide- De eerste groep noemt men werkfo- rensen, de andere woonforensen. De woonforensen onderscheidt men in pen delaars, dat zijn degenen, die hun werk altgd in dezelfde plaats uitoefenen en de „overige buiten de woonplaats wer kenden" welke meestal te vinden zijn onder de werkers in de interlocale ver voersdiensten en de vertegenwoordigers. Eigenaardig is. dat het aantal „overi gen" onder de woonforensen in Veenen- daal zo'n grote plaats inneemt, nl. 47% tegen 53% pendelaars. Voor Nederland en provincie Utrecht zijn deze cijfers resp. 33% tegen 67% en 35% tegen 65%. In het absolute totaal van de wer kende bevolking in Veenendaal neemt het aantal woonforensen slechts een klein deel in, nl. 8,7%. Veenendaal is ook uit dit rapport blijkt het weer een echte werkge- meente. In feite de relatief belangrijkste van onze gehele provincie. De onderzoe- Als u wilt, mag u uitrekenen hoe veel stappen dat zijn650.000 maal in beide richtingen buigen en be lasten. Want zo zwaar worden bij van Haren de G AR ANTI Es ch oe nen beproefd, om zeker te weten dat de van Haren GARANTIE- schoen ertegen kan. Van Haren speurt de markt af naar de allerbeste materialen: jong en zacht chroom bovenleer en de beste materialen voor prachtig slijtvaste rubberzolen. Die worden zó onverbrekelijk aan elkaar gelast dat zelfs een Hollandse plensbui er "U" tegen zegt. Geen spatje komt er meer doorheen: waterdichte VAN HAREN GARANTIESCHOE NEN. Hoeveel zorg had u vroeger niet om hun natte voeten als uw kinderen door de regen naar school moesten of zó graag bui ten wilden spelen? Dat is dan met VAN HAREN GARAN TIESCHOENEN een hele zorg Dezer dagen verscheen het verslag van het Economisch Technisch Instituut voor de provincie Utrecht (ETI) over 1965. Dit jaarverslag heeft sterk het karakter van een rapport en geeft cijfers, waaruit biykt, dat het forensisme in Nederland sterk is toegenomen. Interes sant is, dat het aantal forensen onder de hoofdarbeiders beduidend groter is, dan onder de handarbeiders. Het blijkt dus, dat de hoofdarbeider vaak de voorkeur aan „buiten wonen" geeft, boven het dicht by het werk wonen, wat vooral by de handarbeiders veel voorkomt. Het steeds meer normaal worden van de eigen auto" is hier grotendeels debet aan, zodat men verwacht, dat in de toekomst het aantal pendelende (zo noemt men degenen, die In een andere gemeente werken, dan dat z.yn wonen) hand arbeiders mede ten gevolge van de stygende lonen ook zal uitbreiden. Sommige gemeentes biyken echte woongemeenten te zyn, andere zgn juist werk- gemeente. Het overgrote deel van de gemeentes wordt echter gevormd door de „woon-werkgemeentes", die gemeentes dus waar degenen, die vanuit een andere plaats daar komen werken vrywel geiyk in aantal zyn met inwoners, die ergens anders het dageiyks brood tracht te verdienen. kers van het ETI hebben ontdekt, dat in de provincie het aantal werkforensen, het aantal woonforensen vrijwel opheft. Men kan dus plaatsen, waar dit nor maal is een verhouding van 100/100 ge ven. Indien de getallen afwyken zal men dus een oordeel kunnen vormen over de mate werk. of woongemeente. Het blgkt nu, dat Veenendaal uitkomt op een ver houdingsgetal van 120 (ter vergelijking andere grote werkgemeentes in Utrecht zgn: Utrecht met 108 en Amersfoort 106). Indien we cgfers bezien uit de naaste omgeving van de streek, waarin „De Vallei" verschgnt, dan blqken Doorn (98) en Woudenberg (99) echte woon- werkgemeentes te zgn. By Doorn ver wondert dit, omdat men dit altyd als een „forensenplaats" ziet, maar deze gelijke verhouding tussen woon- en werkforensen is een gevolg van het feit, dat in die plaats de Marinierskazerne is gevestigd. (De dienstplichtigen zijn hier- by dan nog niet meegerekend, evenmin als in alle andere cgfers van het ver slag). Centrale ligging Een ander belangrijk aspect van het verslag is de belangrykheid als centrum van zowel stad als provincie Utrecht. Men heeft vastgesteld vanuit welke plaats in Nederland men het gemakke- lykst alle andere plaatsen van enig be lang kan bereiken. Zoals men reeds „voelde" bleek dit Utrecht te zyn. Het is echter de eerste maal, dat dit weten- schappeiyk is vastgesteld. Men stelde uit een som van het aantal kilometers over de weg plus het inwonerstal ver meerderd met de bedryfsbevolking (x 1000) de zo genoemde moeiiykheids- waarde vast. Indien men de plaatsen met een geiyke moeiiykheidswaarde op een kaart van Nederland met elkaar ver bindt, dan krygt men zgn. Isoponen. Zo kreeg Utrecht een moeiiykheids waarde van 688. De isopoon van 700 loopt over Maarssen, De Bilt, Jutphaas, die van 750 achter Amersfoort langs en nog voorby Hilversum. Het bedrgfsleven had dit reeds lang „aangevoeld" en men probeerde dan ook zo dicht mogelgk by „Oudenrgn te gaan zitten". Gebleken is echter, dat de isoponen- waarde slechts gering toeneemt by af standen, rond het centrum, terwgl in meer uitmiddelpuntig gelegen plaatsen dit steeds meer toeneemt. Zo verliest men tussen Utrecht en Amersfoort op een afstand van 21 km slechts 55 isoponen, terwgl men er tus sen Goes en Middelburg (23 km) 209 verspeelt. Als men bedenkt dat plaatsen als Groningen en Maastricht ongeveer op de 1850-isopoon liggen, dan kan men stellen, dat alles binnen de 800-isopoon in het centrum van het land ligt. Hier onder valt by na de gehele provincie Utrecht. Er is zelfs geen plaats in deze provincie, die buiten de 850 komt. Het is dus voor het bedrgfsleven be slist niet noodzakelgk zo kort mogelgk bg Oudenrijn gevestigd te zgn. Maar men kan zich in de gehele provincie ves tigen. Hiermede kan de overheid reke ning houden bij het bepalen van plaatsen voor industrievestiging, maar ook het bedrijfsleven heeft een argument meer om iets verder uit het centrale punt van Nederland te gaan. Dit zou dus voor de streek waarin „De Vallei" verschgnt een goede mogelijkheid voor industrievestiging of uitbrei ding daarvan zijn, al moet men er rekening mee houden, dat het beleid op dit gebied door de overheid bepaald wordt en dat bgv. de Heuvelrug als re creatiegebied is aangewezen. Vrge vesti ging van bedrijven is heden ten dage natuurlijk een onmogelijkheil, maar aan de hand van deze ETI-gegevens, is het nu voor alle betrokkenen mogelgk de meest juiste plaats te bepalen. De cyfers van de Isoponenwaarde zyn vastgesteld aan de hand van de wegaf- standen. Het is aannemeiyk, dat de uit komsten voor de water- of spoorwegen, waarvoor ook Isoponen vastgesteld kun nen worden anders zullen zyn, ai is het zeerw aarschynlgk, dat dan ook de stad Utrecht als meest centrale plaats in Ne derland uit de bus komt. lijke vogel en moeten die rode kopjes soms gelijken op even grote rode bloe men aan waterplanten die bij ons niet groeien. Dat zou bést eens kunnen. Je vraagt je zoveel af Hoe massief en deftig ligt het Huis Amerongen daar. Geheel van de bui tenwereld afgesloten. Ja, die mensen daar leven compleet hun eigen leven. Daar ga je onaangediend zo maar niet op de stoep staan om aan te bellen: „met de complemente van me tènte en of ze 'ns op de thee mag komme". Mis hoor! U vraagt langs de juiste weg aan of u er een bezoek mag brengen. Dan betaalt u entreegeld. Net als voor een museum. Die mensen doen dat van wege de belasting zie je. De personele belasting is voor die mensen niet te be talen. De kunstschatten zijn tonnen waard. Gelijk hebben ze. En de buiten staander krijgt zo de kans él dat moois te zien te krijgen. Laat dét nu eens de afsluiting zijn van een fijne fietstocht. Maar wel even vragen wanneer u wel kom bent. minder: die zijn waterdicht; uw kinderen houden gezonde droge voeten. Dit is zo'n van Haren GARAN TIE schoen. In zwart en bruin vanaf f 15.75 Noem ze bij de naam; van Haren GARANTIEschoenen. U heeft zes maanden garantie op de zolen: dat bespaart u veel re paratiekosten. Steeds meer mensen dragen schoenen van van Haren. Voor dit hoekje, waarin getracht wordi op voor iedereen begrijpelijke wijze een praatje te houden over di verse planten, zowel voor huis als tuin, alsmede nuttige wenken en raadgevingen, blgkt grote aandacht te bestaan. Dat is zeer verheugend. De vragen omtrent diverse aangele genheden die gesteld worden, betref fende planten, tuin e.d. geven ondub belzinnig het bewijs dat de artikeltjes aandachtig worden gelezen. Hiervan getuigen ook de vragen die gesteld worden en door onze tuinbouwkun dige medewerker op bevattelijke wij ze worden beantwoordt. Het is voor ons een stimulans om door te gaan. Van de heer G. de B. te Veenen daal kwamen vragen binnen betref fende: De Passiebloem. Inderdaad is het mogelgk de Passieplant buiten te planten, op een beschut plekje kunt u deze flink groeiende klim- en slin gerplant buiten houden, als het een mooie warme zomer is. Ook doet zij het heel goed op een zonnig balkon. Ze kunnen dan bloeien tot de vorst komt. Maar wanneer hebben wg in ons geliefd kikvorsenland een warme zomer? In ieder geval zet u de buiten geplante Passieflora in september weer in een grote pot. Laat haar in het licht en op een koele plaats overwinteren. Geeft u haar tgdens de winterrust zeer matig water: In maart verpotten in zeer voedzame grond waarin wat leem, scherp zand. oude mest verwerkt. Wanneer een Passiebloem niet wil bloeien dan is dit te wijten aan hon gerig naar voedsel." De plant mag geen honger lijden. Zet de plant licht en geeft meer water. Snoei de ran ken in tot op 6 8 ogen. De plant houdt van rust. Als u dus de Passie bloem tegen een rekje of rond een koepeltje kweekt, moet u de ranken niet al te vaak opnièuw aanbinden. Eenmaal per week bemesten. Zet haar, als u haar buiten wilt houden, niet voor eind mei op de voor haar bestemde beschutte, warme plek. Spoedig komen er nieuwe scheuten en knoppen. De al te lange scheuten moet u buiten niet insnoeien, omreden zij bloeien aan het uiteinde van de jonge scheuten. Waarom zij de naam Passiebloem kreeg? Omdat men in haar bijzon dere bloemvorm de martelwerktuigen van Christus meende te zien. Evenals u zingen er meer klaag liederen over varens. De meeste lief hebbersisters) staan er niet by stil, hoe de varens in de natuur groeien en dat zg het zonlicht schuwen. U vraagt naar een sterke varen die gemakkelgk in de kamer te houden is? Dan moet ik de Cyrtomium fal- catum oftewel de IJzervaren noemen. Zij is de sterkste van alle kamerva rens, heeft glanzende bladeren, die gevind zijn. Het is een krachtig gloeiende en gemakkelgk in cultuur. Evenals alle varens is zij niet bestand tegen zonbestraling. Zet deze dus koel en luchtig op een plaats waar weinig of geen zon zal doordringen. Geregeld water geven en bemesting zal de groei bevorderen. De bladeren af en toe stofvrij maken door deze af te spuiten met half lauw water. In de winter zeer weinig water en een vorstvry plaatje is ideaal. Oorspronkelgk zgn varens bosbe- woners en dus verlangt ze als pot grond gewone bosgrond of bladgrond met wat oude koemest en scherp zand. Ik hoop u hiermede tot voldoening geantwoord te hebben, ook meerdere lezers(essen) zullen er hun voordeel mee doen. De Grasanjers die te groot van om vang zyn geworden, moeten nu opge nomen en opnieuw geplant worden. We scheuren de planten in stukken en planten opnieuw een drietal stuk ken bijeen. Men verkrggt dan weer 'n flinke plant. De stukken moeten tot aan de onderste bladeren in de grond worden gezet. Bg droog zonnig weer moet geregeld water gegeven worden totdat de planten weer aan de groei zgn. Om de drie jaar worden Gras anjers opgenomen, gescheurd en op genomen, gescheurd en opnieuw ge plant. Aardbeien worden nu geplant, het volgend jaar kan men dan vruchten oogsten. Neem plantjes van gezonde moederplanten en plant deze 50 60 cm uiteen. Geef ze de ruimte! Na het planten wordt flink gegoten. Aard beien verlangen voedzame grond. Op leeg gekomen land, bgv. waar vroege aardappels groeiden, kan men nu nog heel goed boerenkool uitplan- ten. Het kunnen vóór de winter nog flinke planten worden, zyn de plan ten aan de groei dan een overbemes ting geven met kunstmestkorrels. Het wordt hoog tgd om winter-an- dijvie uit te planten. Dit nu niet meer uitstellen. De aardrupsen of enger lingen - grauwwormen liggen op de loer om de plantjes af te vreten. Geef deze veelvraten geen kans! Strooi voor het planten o.a. Heptamix of Octaten en hark dit door de boven grond. Een prima verdelginsmiddel, dat uw zaadhandelaar voor u in voor raad heeft. Spinazie kan nu nog gezaaid wor den. Zaai deze nu op rgtjes, daar door breedwerpige uitzaai door re genweer in het najaar het spinazie- gewas vaak door ziekte wordt aan getast. Een bedje met raapsteeltjes kan eveneens nog gezaaid worden, doch zaai deze ruim uiteen. Nu de oogst van Frambozen voor- bg is moeten alle afgedragen scheu ten tot zo dicht mogelijk op de grond worden weggesneden. De nieuwe scheuten, welke zich vormden gedu rende de afgelopen maanden, worden uitgedund en op een onderlinge af stand van 20 cm aangeboden. De framboos is erg gesteld op zandgrond met een goed vochtgehalte. Op droge en schrale zandgrond gedgt zij arme tierig. Bg het toedienen van kunst mest gebruikt men korrelmest. Neem hiervoor de rose Asef-korrels. Nim mer chloorbevattende kunstmest ge bruiken. De meeste rassen van de frambo zen gaan slechts enkele jaren mee, zg lgdt aan een sterke degeneratie. Jonge planten van struiken uit eigen tuin geven steeds teleurstelling. Neem steeds jonge planten van geselecteer de en goedgekeurde moederplanten. E. J. Gry'sen, Rhenen

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1966 | | pagina 6