UIT DE OUDE DOOS
RAIFFEISENBANK
VEENENDAAL
Veenendaal en omstreken
WILLEM'S IDEALEN
verzekeren en vertrouwen
Kritiek op Bouwfonds Ned. Gemeenten
SCHERPENZEEL
HOOR-
TOESTEL/LEN
Nieuwsblad „DE VALLEI"
vrijdag 26 augustus 1966
8
Jan Verhoef heeft nog meer te vertellen
Brandhorens klonken door Veenendaal
i nlnmï 'A in Hn i bestemd, zulks ten behoeve van de uit-
spaarbank en alle bankzaken
A Deskundige en blijvende
service
A, Desgewenst aan huis te
ontbieden
Genoteerd door Rik Valkenburg
De Woudenbergse fabriek
Zagen wij in een vorig artikel hoe de
D.S. uit de handwolkammerg is voort
gekomen, hetzelfde kan gezegd worden
van de „Frisia Wolspinnerij N.V.". Dit
bedrijf werd in 1884 als machinale sajet-
fabriek gesticht door de heer D. v. Wou
denberg, bijgestaan door zgn zoons T. R.
en R. H. van Woudenberg. Dit bedrijf
was een voortzetting van de wolkamme-
rij en handweverij van de famillie Wou
denberg, gevestigd in het pand, gelegen
op de hoek van Markt en Hoofdstraat.
De heer Dirk van Woudenberg, be
kend als President-Kerkvoogd en als ge
meenteraadslid, huwde mej. Hendrika v.
Broekhuizen, waardoor er een fusie tot
stand kwam tussen de wolkammerij en
weverij van de familie Van Broekhuizen
in de Hoofdstraat met het bedrijf van de
familie Van Woudenberg. Dit geschied
de in 1862.
In 1890 werd de zaak uitgebreid. Als
eerste in Veenendaal werd dit bedrgf
elektrisch verlicht. De fabriek verrees op
de zgn. „duivenwei".
Op een gravure uit plm. het jaar 1750
is dat weiland, met een grote duiventil
er op, te zien. Bijgaand ziet u daar een
afbeelding van, met op de voorgrond
de genoemde duiventil. Na de dood van
de oprichter van het bedrijf, werd de
fabriek door een ramp getroffen. Op een
koude nacht in april 1907 klonken de
brandhorens door Veenendaal!
Braand braand
De heer Jan Verhoef weet dit nog
goed te herinneren.
„Het was bitter, bitter koud, in die
aprilnacht. Ik was ruim 7 jaar, maar ik
weet het nog best. Luguber verscheur
den de brandhorens de stilte van de
nacht, edereen werd wakker. Ik weet
nog dat Rijk van Manen en Teunis Stip
in het bezit waren van zo'n horen. Na
tuurlijk waren er nog wel meer, maar
daar weet ik de namen niet van. Som
mige mensen raakten in paniek, bij het
geluid van de horen. In een ommezien
was er veel volk op de been. Sommigen
riepen: „Braand BraAnd Al die
geluiden waren genoeg om je de griezels
over het lijf te laten lopen"
In die dagen beschikte noch de gemeen
te noch de grote bedrijven over een goed
geoutilleerde brandweer, zoals wij die
thans kennen. Men werkte met hand
spuiten, die met „aanjagers" werden be
diend. Behoudens de brandhorens, werd
ook door het kleppen van de kerkklok,
brandalarm gegeven. De rang van een
corpslid kon men kennen aan een stok
die de drager daarvan by zich had. Als
de brandweer oefende, had heel Veenen
daal daar lol over. Dan werd er braaf
gelachen. Als het echter menens werd,
stond men vrgwel machteloos tegenover
het geweld van de vlammen, met dit ma
terieel.
Koffie met beschuit
„Mgn vader, Hendrik Verhoef, was
ook bg de brandweer en moest zich dus
melden. Ik herinner me nog, dat, toen
het geluid van de horen klonk, mgn moe
der luid riep: „Hendrik, daar gaat de
brandhoren!" De brandweerlieden
moesten het Achterkerk in om de
„spaait" te gaan halen, naast de „kast".
Spoedig waren ze nu op de plaats des
onheils: De Woudenbergse fabriek, aan
de Kerkewyk. Vader moest slangen uit
leggen. Na verloop van tgd werd hij zo
koud, dat hij verzocht om te mogen
pompen. Dat was een zwaar karwei,
waar je heus wel warm bij werd.
Het fabrieksgebouw brandde tot de
grond toe af. Alleen een pakhuis bleef
gespaard. Ik weet nog dat 's nachts om
2 uur „Ome Geert" kwam vragen of
moeder koffie wilde zetten. Even later
zaten we met een stelletje koffie te drin
ken met beschuit. Een hele tractatie
voor die tijd. Dat onthoud ik nog als iets
gezelligs"
het granaatvuur. Er bleef geen ruit heel.
Toen we op het Verlaat woonden,
gingen we vaak over de Pekkesloot naar
de „Millebuurt" (Middelbuurtseweg). We
gingen daar nogal eens zwemmen. Je
had er het Palmergriftgat en het Diepe-
gat. Badpakken hielden we er niet op
na. Eens ging ik daar vissen met een
vriend. Ik kreeg een enorme vis beet en
wat denk je ik hield alleen de hen
gel over! De vis ging er met tuig en al
vandoor. Dat spijt me nou nog"
De diender en zijn helpers
„De meeste oudere Veenendaalers
herinneren zich Jansen de Diender nog
wel. Een gemoedelijke politieagent, die
echter terdege met de knuppel overweg
kon. Als kwajongens hadden wij flink
ontzag voor hem. Een bekeuring kreeg
je niet, maar wel een pak voor je broek,
als je tenminste buiten de perken ging.
En dat gebeurde nogal eens, want de
jeugd was vroeger heus niet zo braaf
Toch was Jansen in feite een aardige, en
Na de oorlog werd alles weer spoedig zelfs innemende man. Ik kan niet an-
hersteld. Heden ten dage is het bedrgf, ders zeggen, dan dat het een rechtvaar-
zoals iedereen kan weten, overgegaan in dige kerel was. Niettemin zag hij er
handen van de V.S.W. Over dit grote echt niet tegenop om jongekerels die 'n
Veenendaalse textielbedrijf hopen we „stuk in de kraag" hadden, de kroeg van
binnenkort een speciaal artikel uit de Sam, in de Hoofdstraat, uit te knuppe-
oude doos samen te stellen I len. En ik kan me niet herinneren dat
j er ooit een interpellatie over kwam, in
Niiver OO de Niiverheid" de Tweede Kamer... Behalve Jansen
lijver up ut „riiyverneiu was er Qok nog Branders de Ryksveid_
Toen ik 12 jaar was vertelt f wachter. Er waren ook nachtwakers die
Jan Verhoef verder ging ik naar de^egelgk klepperman waren. Zij klepten
fabriek. Dat was de Sigarenfabriek vanallerlei mededelingen rond. Verder wa
de Gebr. Van Schuppen: „De Ngver-! ren er ook nog de Gemeentewerkers,
heid". In deze tijd werd daar een merk Diepeveen en Hasselaar, die met Ossen
markt en op Koninginnedag ook als
diender, compleet met uniform, fungeer
den. Ja, wat was het toch een andere
tijd, dan tegenwoordig"
Beetgenomen
Branders, de Rijksveldwachteitippel
de er een keer aardig in
Ergens voorbij de Geer woonde een
zekere Joppie de Pruis. Deze verkocht
clandestien een „slokje". Branders was
er tuk op, hem eens op heterdaad te be
trappen. Lang prakkizeerde hij erover,
hoe hy dit het beste kon aankleden. Hij
wist dat Joppie een slimme rekel was.
Maar op een keer had Branders een
prachtig plan. Nu zou de clandestiene
kroegbaas hem niet ontlopen. De veld
wachter vermomde zich als gewoon bur-
ber en veranderde nog verschillende din
gen aan zijn voorkomen. Toen trok hij
de stoute schoenen aan en ging op stap.
Na een flinke wandeling kwam hij bij
Joppie de Pruis aan, en ging naar bin
nen. Hg speelde zy'n rol, als vreemde rei
ziger, uitstekend. Hij nam plaats op een
stoel en bestelde een „pierenverschrik-
ker". Het duurde niet lang of de „kaste
lein" bracht hem het begeerde. Smach
tend nipte Branders do borrel naar bin
nen. Hij wenkte De Pruis en vroeg wat
hij schuldig was. Een spannend moment
brak aan. Als Joppie nu de prijs noemde
was-t-ie er gelijk gloeiend bij. De slim
me Pruis overtroefde echter de veld
wachter finaal: „Die borrel kost je niets,
Branders, maar het zitten op deze stoel
kost 5 cent!"
Woedend was de Rijksveldwachter.
Maar er hielp niets aan, hij moest z'n
stuiver betalen Toen kon hij weer gaan.
Bitter ontgoocheld. Nagestaard door de
triomfantelijk grinnekende kroegbaas
aldus de overlevering.
Overigens vermelden wij graag dat de
heer Branders een uitstekend politieman
was, met bijzondere kwaliteiten. Hij liet
doorgaans niet met zich spotten. De
oudere Veenendalers spreken nog met
ontzag over hem. Trouwens ook Willem
Bouman, nachtwacht en klepperman
(beter bekend als „Rooie Willem") ge
noot veel bekendheid, in die tijd.
(wordt vervolgd).
Een interessante opname van het oude
Verlaat. Het ziet er weer gezellig uit,
met die oude pomp, de verschillende
aken of lichters, het bruggetje en de
bomen.
UIT DE RAAD VAN SCHERPENZEEL
De vroede vaderen van Scherpenzeel kwamen vorige week voor de laatste maal
van de zittingsperiode 1962-1966 ten gemeentehuize byeen. Bij de vaststelling van
de notulen merkte de heer Aarsen op, dat hy niet zoals in de notulen vermeld
stond een fruitmand had gehad maar een bloemenmand. Diverse particuliere wo
ningbouwers kregen de gemeenteiyke garantie van rente en aflossing van de door
hen te sluiten hypothecaire geldleningen. De heren J. Konyn en M. Tichelaar kre
gen een pachtschade toegekend in verband met de woningbouw in plan zuid. De
gemeentewerkman, de heer E. van Kampen, kreeg onder dankzegging voor zyn
vele diensten in het belang van de gemeente verricht (hoofdzakeiyk de gemeente
lijke begraafplaatsen) eervol ontslag in verband met het bereiken van de pensioen
gerechtigde leeftyd. In diens laats werd benoemd de heer M. van der Weerd van
de Acacialaan.
Geslaagd
Enkele strookjes grond aan de Glas
horst werden geruild, zodat ook het
laatste gedeelte van het trottoir tegen
over de Algemene Begraafplaats in het
gerede komt: Hierdoor wordt een grote
steen des aanstoots verwijderd. De bij
zondere school aan de Glashorst kreeg
een gunstige beslissing op een aan
vraag ex artikel 72 der L.O. wet en
krijgt nieuwe ramen en toiletten.
Het bestemmingsplan aan de Glas
horst werd zodanig gewijzigd, dat de
gronden ten westen van het industrie-
tpr°P 2 iuli 1966 slaagde de heer W aS S^sï^t^iï ^^n
7a1, It U C Neder- breiding van de plaatselijke industrie-
met T zeer,h?og en Het aankopen van nieuwe aande-
aanteke" len van het bouwfonds Ned. gemeen-
Opbouw en overgang
De Directie van de fabriek pakte ener
giek aan. De herbouw was spoedig een
feit. Reeds in januari 1908 kon de fa
bricage worden hervat. Er was een ge
bouw, voorzien van de voor die tijd mo
dernste machines. Na het overlijden van
de heer T. R. van Woudenberg werd de
leiding voor R. H. van Woudenberg te
zwaar. Een opvolger had hij niet. In ver
band daarmee ging in 1910 de zaak over
aan de „N.V. Frisia Wolspinnerg" onder
directie van de heer J. L. Feitz. Ook
diens zonen werden in de leiding van het
bedrijf opgenomen. Deze Veenendaalse
industrie breidde zich sterk uit. Aan het
eind van de 2e wereldoorlog werd er aan
de „Frisia" veel schade aangericht door
Op deze oude foto kijkt men vanaf de
Vaartbrug naar de Woudenbergse fa
briek. Duidelijk ziet men links de hoge
schoorsteen roken.
Een zeldzame opname van het oude
„politiecorps" van Veenendaal. Staan
de, links: Jansen, de diender. Rechts:
de heer Diepeveen (Kees 't Schuppie).
Zittend, links: Branders de Rijksveld
wachter en rechts: Wouter Hasselaar.
ingevoerd dat de naam Ritmeester droeg
Deze naam sloeg nogal aan, zodat de
naam van dit merk weldra de naam van
het bedrijf werd. En nog altijd is het
deze trotse naam, die het bedrijf draagt:
Ritmeester Sigarenfabrieken, Veenen
daal"
Reeds in 1886 waren er te Veenendaal
twee kleine tabakskerverijen. De heer J.
van Schuppen, de grondvester van het
bedrgf, werkte 2 jaar als volontair op 'n
tabaksplantage in Opheusden. In 1887
stichtte hij een tabakskerverg. Omdat hij
hierin niet voldoende brood zag, begon
hg met de fabricage van sigaren. Een
jaar later voegde zich zijn broer M. v.
Schuppen bij hem. In 1900 werd de fa
briek verbouwd en uitgebreid. Er was
toen ongeveer 150 man personeel. In '13,
toen de heer Verhoef er dus een jaar
werkte, kwam er een nieuw gebouw,
waar thans nog steeds het hoofdkantoor
gevestigd is. Uit deze tijd dateert het
merk „Ritmeester". In 1920 werd de
firma omgezet in een N.V. In 1937 werd
overgegaan tot aankoop van een groot
gedeelte der voormalige fabriek van de
firma Roessingh.
Langs sloot en gat
„Omstreeks de tijd, vóór ik op de
Ngverheid werkte, verhuisden wg van de
Vinkenbuurt naar het Verlaat. Dat zag
er toen heel anders uit dan tegenwoor
dig, zoals op bijgaande foto wel merk
baar is. Er waren heel wat rangen en
standen toentertijd. Alleen de vrouw van
de dokter, de dominee en de notaris,
sprak men in die tijd aan met Mevrouw.
Juffrouw zei men tegen dames die ook
nog wel een beetje van stand waren. De
rest sprak men gewoon aan met vrouw.
Getrouwd of ongetrouwd speelde hierin
geen rol. Het was vrouw, juffrouw of
mevrouw, al naar gelang van rang of
stand.
ning voor atletiek jeugdleider.
Walkie-Talkie op
sportveld
Het was verleden week zaterdag met
de Sportdag van SKF, dat Georg Farber
het veld kwam opwandelen met een wal
kie-talkie.
Dit apparaat zou de verbinding tussen
start en finish tot stand brengen en dat
ging vanzelfsprekend heel wat beter dan
het over en weer gebrul of het heen en
weer geloop, waar je alleen maar het
„heen en weer" van kreeg.
Een origineel idee van de korfballer en
misschien zullen andere sportverenigingen
dit in hun oor knopen. En misschien gaan
nu wel bepaalde personen tussen het af
gedankte legermateriaal zoeken, om zo'n
gemakkelijk apparaatje te bemachtigen
ten lokte een felle discussie uit. De P.
v. d. A. was bij monde van de heer
Aarsen van mening, dat het bouwfonds
haar doel waarnaar gestreefd werd niet
meer nakwam. Het doel van het bouw
fonds is concurerend op te treden in
de bouwwereld teneinde de kleine man
tegen redelijke prijs aan een woning te
helpen. De praktijk is dat, gebruik ma
kend van de monopolische positie (het
bouwen buiten het contingent om),
meer grotere woningen worden ge
bouwd en dan nog wel tegen zeer hoge
prijs.
De heer H. Gerritsen en W. Veld
huizen kregen het door hen gewenste
perseeltje grond achter de eierhal in
bezit teneinde een woning te bouwen.
Tenslotte stelde de raad nog een cre-
diet beschikbaar van f 13.000,— voor
aankoop van gymnastiekwerktuigen
ten behoeve van het gymnastieklokaal.
Aan het slot van de vergadering nam
Verzekerenis een zaak van vertrouwen. Tussen u
en ons. Er zijn zoveel mogelijkheden. Onze bank helpt
u met raad en daad bij al uw verzekeringsproblemen.
Samen met u gaan wij na wat voor uw probleem de
gunstigste oplossing is.
66-29
de voorzitter afscheid van de heren
Blanken en Aarsen, die de volgende
zittingsperiode van de gemeenteraad
niet meer zullen bijwonen. De voorzit
ter dankte hen voor de vele moeiten
die zij zich getroostten om de zaken
van de gemeente te behartigen.
Na de raadsvergadering werden de
nieuwe woningen in plan zuid door de
gemeenteraadsleden bekeken. De eer
ste bewoners betrokken juist de voor
hen bestemde en gereedgekomen wo
ningen. Daarna werden de vorderin
gen van de bouw van het bejaarden
centrum bekeken. De kelder en de
fundering van het gebouw zijn gereed
en men kan een overzicht krijgen hoe
het gebouw in de toekomst zal worden.
Tenslotte werd een afscheidsdrankje
in de Hertog van Gelre gedronken,
waarbij de heren Aarsen en Blanken
een afscheidsspeech hielden in ver
band met het feit dat zij niet meer in
de gemeenteraad zullen terugkeren.
COLLECTE
Eerstdaags komen de collectanten
van het Koningin Wilhelmina Fonds
weer bij u aan de deur. Wilt u zo
vriendelijk zijn hen niet voor niets te
laten komen. Namens het Fonds dan
ken wij u bij voorbaat.
Puzzelrit Veilig Verkeer
Door de Vereniging Veilig Verkeer, afd.
Scherpenzeel, wordt ook dit jaar weer een
puzzelrit voor deelnemers van 10 tot 15
jaar georganiseerd.
Er zijn twee geheel verschillende routes
uitgezet die ieder binnen het uur gereden
kunnen worden al is dit allerminst de be
doeling. Het gaat meer om de lijsten die
de rijdertjes meekrijgen bij de juiste con
troleposten te laten aftekenen. Zij die het
parcours foutloos hebben afgelegd zullen
na afloop nog, door opperwachtmeester
B. J. Brummel, enige vragen gesteld wor
den. Hierna vindt de uitreiking van enke
le leuke prijsjes plaats. Dit evenement
zal plaats hebben op zaterdag 27 augus
tus om 2 uur. Verzamelplaats is het ge
meentehuis.
Bijeenkomst plattelands
vrouwen
Op 30 augustus a.s. zal er door de HAJA
produkten, in samenwerking met de Ne
derlandse bond van Plattelandsvrouwen
afd. Scherpenzeel, een leerzame doch te
vens gezellige huishoudshow worden ge
geven.
Het is de bedoeling om de dames zo veel
mogelijk voorlichting te geven omtrent de
nieuwste elektrische huishoudelijke ap
paraten van Kalorik-Nederland n.v. te
Vught.
De dames maken o.a. kennis met een
fantastische zelfregelbare haardroogkap,
koffiemolens, broodroosters, straalkachels,
het lichtste strijkijzer ter wereld, een
elektrische heggeschaar, enz.
Het accent op deze avond wordt gelegd
op een zeer handige keukenmachine,
waar absoluut geen afwas aan is. Men ziet
met deze machine niet alleen allerlei ge
rechten maken, maar krijgt ze tevens te
proeven, zoals: soep, jus d'orange, milk
shake, babyvoeding enz.
De avond begint om 7.45 uur en wordt
gehouden in zaal „Marktzicht".
Sportterrein niet voor
honden
Aan de Eikenlaan in Scherpenzeel
ligt het gemeentelijk sportterrein. Da
gelijks wordt dit sportterrein gebruikt
door de scholen en de v.v. Scherpen
zeel. Veel kinderen lopen op blote voe
ten.
Nu zijn er in de Scherpenzeelse bo-
menbuurt mensen, hondenbezitters, die
menen dat zij op het sportterrein hun
honden uit kunnen laten. Deze honden
doen hun behoefte ook op het sportter
rein, zodat de kinderen gevaar lopen
met blote voeten of door een valpartij
met hetgeen de honden achterlaten in
aanraking te komen.
Het wordt nu toch wel tijd, dat de
gemeente Scherpenzeel inziet dat hier
wat aan gedaan moet worden, voor
dat de kinderen een besmettelijke ziek
te oplopen. Ook de Scherpenzeelse
hondenbezitters zien toch wel in, dat
een sportterrein geen plaats is om
honden uit te laten. Hun eigen kinde
ren lopen ook gevaar.
Zuster Anke Zijlstra
vertrok naar Kenya
Dinsdag vertrok zuster Anke Zgl-
stra naar Kenya. Ter ere hiervan werd
in de Ned. Herv. kerk een dienst ge
houden. Op deze afscheidsavond is z(J
ook officieel uitgezonden door de Ge
reformeerde Zendingsbond.
Vele genodigden waren hierbij aan
wezig waaronder uiteraard vele leden
van het G.Z.B. Na afloop van de dienst
werd de gemeente nog in de gelegen
heid gesteld persoonlijk afscheid te
nemen in het koor van de kerk. Vele
genodigden vertrokken naar Filalethus
om nog enige ogenblikken samen te
zijn. Hier kwam het bejaardenkoor
voor de eerste keer in het openbaar en
zong de zuster enkele liederen toe. De
meisjesvereniging droeg nog enkele ge
dichten voor. Vele geschenken werden
mej. Zijlstra aangeboden waaronder
een bandrecorder, naaimachine, baby
artikelen en namens de gemeenteraad
een klok. Tot slot van de avond sprak
mej. Zijlstra een dankwoord waarin zij
bedankte voor de voor haar onverge
telijke avond.
A, Leveringen uitsluitend op
medisch advies
a.Volledige garantie op alle
toestellen
a, Leverancier alle zieken-
fondsen
PRINS BERNHARDLAAN 4
(ZWAAIPLEIN) VEENENDAAL
door Henk van Ileeswgk
HOOFDSTUK 1
De definities over Willem Caron's be
sluit om zijn baas goeie dag te zeggen
om voor zichzelf te beginnen, waren
kernachtig en velerlei. In een dorp als
Elzekamp wist je alles over en van el
kaar, dus was het binnen een paar da
gen bekend, dat Willem Caron zijn baan
bij Overduin's Cartonnagefabriek had
opgezegd. De een vond hem een idioot.
Wie zet zijn toekomst zó op het spel in
deze crisistijd? In een land met bijna
een half miljoen werklozen Menige
man, die al maanden zonder job is, zou
gek van vreugde zijn, als hij zo'n vaste
baan, die bovendien nog behoorlijk be
taald werd, kon krijgen. Overduin stond
er toch voor bekend, dat hij beste lonen
betaalde! Er. liep hij al niet een hele
tijd met die oudste dochter van Wolzak
Prettig voor die meid!
Getikt, zei een ander. Een normaal
mens doet zoiets niet in deze tijd. Goed,
als de banen voor het opscheppen lig
gen, maar dat komt nooit meer natuur
lijk. Vandaag of morgen zie je hem ook
wel naar het stempellokaal gaan. 't Zal
te bezien zijn, of hij uitkering krijgt.
Een ezel, zei een derde. Gewoon een
stommerd. Nogal een mooie tijd om voor
jezelf te beginnen. Vandaag de dag was
het voor iedereen, arbeider en eigen baas,
vechten voor je broodje.
Kapper Delorme had hem, toen Wil
lem Caron 's morgens zijn haar liet knip
pen, voorzichtig, heel belangstellend uit
gehoord naar zijn plannen. En die ver
telde het later door aan zijn andere klan
ten. Hij -egt, dat-ie een uitvinding ge
daan heeft in zijn vak en dat zijn baas
er niet aan wil. Veel te riskant in deze
tijd, vindt Overduin. Daarom heeft Ca
ron zijn baan opgezegd en gaat nu zelf
zijn uitvinding in de praktijk brengen.
Het heeft natuurlijk wat met dozen en
met eieren te maken. Maar wat het pre
cies is, zegt hij niet.
Er waren er in het dorp, die in gezel
schap knikten, als men zich smalend om
de stommeling uitliet, doch die diep in
hun hart bewondering hadden voor de
durf. Om in deze tijd een goeie baan er
aan te geven en zelf een bedrijf te be
ginnen, jonge, daar moet je toch wel
durf voor hebben. En lef. En natuurlijk
een paar centen. Want voor niks gaat
de zon op. En heb je vrij licht overdag.
Maar meer ook niet.
Durf had de drie-en-twintigjarige Wil
helmus Johannes Caron. Dat hij een ge
weldig risico op zich nam, besefte hij in
het geheel niet. Dat zijn vinding een
mislukking kon worden, geloofde hij
geen ogenblik. Integendeel. Hij was er
rotsvast van overtuigd, dat zijn vinding
een revolutie zou ontketenen in de eier-
export. De vrachten zouden lichter wor
den, doordat de emballage grotendeels
van strokarton kon worden vervaardigd
inplaats van hout. En het tweede voor
deel was, dat zijn kartonnen kisten stuk
ken goedkoper zouden zijn en het dure
retourzenden van de lege kisten voort
aan overbodig werd. Ze moesten natuur
lijk in de prijs der eieren doorgecalcu-
leerd worden, maar dat was altijd nog
goedkoper dan het terugzenden van het
lege goed.
Al vele avonden had hij op zijn kamer
aan de Tuinstraat tekeningen gemaakt,
veranderd en verbeterd, had prijslijsten
geraadpleegd en berekeningen op papier
gezet. Tientallen malen, op velerlei ma
nieren. Maar telkens was hij stukken
goedkoper uitgekomen als wanneer hij
dezelfde berekeningen maakte met hou
ten kisten. Aan verschillende strokarton
fabrieken had hij prijsopgave gevraagd.
Latjes maakte hij zelf wel. Hit enige,
wat hij nodig had, was om te beginnen
een stevige hechtmachine en een lint
zaag, een hamer en speciale spijkers of
draadnageltjes. Als hij eerst maar eens
zover was, dat hij een honderdtal proef
kisten klaar had, dan kon hij er mee
naar de exporteurs gaan. En aan de hand
van zijn berekeningen kon hij immers
aantonen, dat ze veel goedkoper uit zou
den zijn met zijn kisten als met die
logge zware houten dingen!
Hij had alles goed overdacht. Hoewel
hij zijn baas niet alles had verteld, had
hij toch wel een ballonnetje opgelaten
over zijn uitvinding. Maar de oude heer
Overduin had alleen maar zijn schouders
opgehaald. Eerst andere tijden. Hij was
al lang blij, dat hij het nog steeds zo
kon bolwerken, dat hij zonder verlies
werkte. „Willem, we hebben allemaal
onze boterham, jij en ik. Laten we als-
je blieft dankbaar zijn, dat mijn bedrijf
kan blijven draaien, dat we Joost
mag weten, hoe ik het voor elkaar krijg,
maar ik red het tot nog toe nog altijd
voldoende orders hebben om iedereen
aan het werk te houden. Ik begin op
het ogenblik geen experiment. Kom la
ter, als de tijden wat beter zijn, nog
maar eens terug met je plannen."
Nee, bij Overduin had hij duidelijk nul
op het request gekregen. En bij de zoon
hoefde hij helemaal niet aan te komen.
Bij hem ontbrak helemaal ieder initia
tief. Klaas was doodgewoon een sufferd.
Als Pa Overduin eens onverwacht kwam
te overlijden, was Overduin's Cartonna
gefabriek binnen een paar jaar op de
fles.
Maar koppig als hij was, ging Willem
verder met het uitwerken van zijn vin
ding. Dit moet kunnen, zei hij tientallen
malen op een dag tot zichzelf. En als
Overduin er dan geen belangstelling voor
heeft, waarom zal ik dan niet zelf mijn
project gaan maken en aan de man
brengen
Dit idee nam vrij snel vaste vormen
aan in zijn gedachtengang. Nog éénmaal
deed hij een poging om de oude heer er
toe te brengen een paar proefkistjes te
maken, maar Overduin dacht er gewoon
niet aan. Hij werd kregelig en zei op
een avond, na werktijd, toen Willem
naar zijn kantoor gegaan was: „Willem,
schei er nou eens een keer over uit. Je
weet onderhand hoe de zaken er voor
staan. Ik denk er niet aan. En daarmee
basta."
Willem Caron was niet driftig gewor
den, niet boos en had geen ondoordachte
daad gedaan. Integendeel, hij had alles
tot in de kleinste bijzonderheden van
het begin af aan goed overwogen. Ik doe
nog één keer een poging, was zijn be
sluit geworden. En als Overduin er dan
nog niets van wil weten, neem ik mijn
ontslag. Ga ik voor mezelf beginnen. Het
moet gek gaan, als ik geen drie of vier
tienen in de week kan maken. Ik ben
vrijgezel en heb niet veel nodig. Ik heb
een spaarpotje, waar zelfs Leida niets
van weet, en die besteed ik dan. Een
paar maanden kan ik het uitzingen en
dan ga ik vast en zeker verdienen. Meer
als ik nu bij Overduin heb.
Daarom was dit gesprek in het kan
toor bij Overduin geëindigd in de ont
slagaanvrage van Willem Caron, de drie-
en-twintigjarige stanzer, plakker en ja.
wat al niet meer. Hij kon immers op
alle cartonnagemachines werken? En op
de degelpers? En aan de snijmachine?
En aan de bordschaar? Nee, zijn han
den stonden nergens verkeerd voor. In
de zeven jaar, dat hij bij Overduin werk
te, wist hij zowat alles af van het vak.
Al had hij dan geen diploma's. Maar die
had de oude heer Overduin evenmin en
toch woonde hij in en villatje aan de
Geert van Elzeweg.
Ditmaal was Overduin werkelijk nij
dig geworden. Of dat de dank was, dat
hij hem helemaal in het vak opgeleid
had? Om nu de benen te nemen voor
een hersenschim? Enfin, hij wist het al
lang: ondank was altijd 's werelds loon
geweest en dat zou wel blijven. Nou, hij
kon zaterdag bij de boekhouder zijn
rentekaart ophalen. „Over een paar
maanden zie ik je wel bij het stempel
lokaal staan. Als je er maar rekening
mee houdt, dat ik je nooit meer terug
neem. Onder geen enkele vooiwaarde.
Weet dus goed, wat je doet, Caron."
Als Overduin Caron zei, inplaats van
het joviale Willem, dan was er iets mis.
Maar op dit moment kon het hem niet
meer schelen. „Bedankt voor alles, me
neer," zei hij bij de deu-, en daarmede
was de zevenjarige periode bij Over
duin's Cartonnagefabriek, voor wat Wil
lem Caron betreft, ten einde.
In de fabriek gaf Willem de laatste
dagen geen commentaar. „Wat hoor ik?
Ga je weg? Heb je een betere baan?
Betaalt het meer' Waar ga je heen?
Heb je ruzie gehad? Wat is er aan de
hand?"
Willem liet ze raden, maar zei niets.
Doch na werktijd reed hij op de fiets
door het dorp en bekeek de leegstaande
schuren, pakhuizen, magazijnen en
werkplaatsen. Vroeg hier en daar ter
loops naar de huurprijs en probeerde
door de stoffige of gebroken ruiten naar
binnen te kijken. Nog voor hij zijn laat
ste werkdag bij Overduin rol maakte,
liet hij zijn oog vallen op een enigszins
vervallen schuur nabij het strtion. De
eigenaar woonde in een naburig dorp en
voelde er wel wat voor de schuur te ver
huren. „Als je er maar rekening mee
houdt, Jongeman, dat ik er niks aan doe,
om de eenvoudige redenen, dat ik er de
centen niet voor heb.
(wordt vervolgd)