SI MCA
1000
Jeugdwerk „De Instuif" organiseert
kinderoptocht en tiener-dansavond
WILLEM S IDEALEN
BEELDENDE KUNST TE VEENENDAAL
Gesprek met de trainer van de
Veenendaalse Atletiek Vereniging
W. ter Haar
E LST
Nieuwsblad „DE VALLEI"
vrijdag 16 septembei 1966
6
LAMPEGIETERS AV OND 1966
Opgeven
The Royal Rockers
en QUIBIS FIVE
Acht schilders, tekenaars en grafici, drie beeldhouwers,
twee wevers en één pottenbakker
Sculptuur
Wevers
Potterie
„DE AFRIKAANSE NATUURTALENTEN KOMEN
OPZETTEN"
DE HEILIGE KOE
si-
Si-
Si-
Motorclub MAC in aktic
voor chronische zieken
Musketiers won wederom
4-1
De derde maandag in september betekent in Nederland niet meer dan wat de
woorden vertellen. In Veenendaal .is dat anders, want in deze plaats betekent het
traditioneel Lampegietersavondfeest. Met de jaren is er veel aaij veranderd. Was
het vroeger uitsluitend een optocht van kinderen en een rustig optrekken van
jeugd en ouderen met lamjfcons naar het centrum om daarna thuis de chocolade
melk en beschuit te eten, tegenwoordig is het Lampegietersavondfeest op moderne
leest geschoeid. Dat moderne komt vooral tot uitdrukking in de dansavond die
voor de wat oudere jeugd in de Garage van de fa. Schoonhoven gehouden zal
worden. Voor de kinderen staat een optocht op het programma en hieraan kan
iedereen deelnemen.
Evenals voorgaande jaren zal het eer
ste gedeelte van de avond het centrum
van Veenendaal voor de kinderen ge
reserveerd zijn. Het moderne verkeer zal
plaats moeten maken voor de rijen licht
jes van de overbekende lampions.
Aan deze optocht kan een ieder die in
staat is om een laippion te dragen mee
doen. Ook vaders en moeders die hun
kinderen willen begeleiden zijn welkom
in de stoet. Deze optocht houdt niet al
leen in dat er door het centrum gelopen
wordt om de toeschouwers te laten zien
wat voor bijzondere uitvindingen de kin
deren hebben gedaan en wat ze met wa
gentjes en bepaalde klederdrachten wil
len uitbeelden, er is tevens een wedstrijd
aan verbonden. Voor de kinderen, de
verenigingen, de gezinnen en de straat-
groepen zullen er aardige pryzen be
schikbaar gesteld worden.
Gelegenheid tot opgeven voor deze op
tocht bestaat op woensdag 14 september
van 3 tot 5 uur en op donderdag van 7
tot 8 uur in het jeugdgebouw van de
„Instuif" aan de Sandbrinkstraat.
Op Lampegietersavond kan men zich
vanaf 6.45, uur opstellen achter het Be
jaardencentrum „De Engelenburgh". Alle
groepen krijgen daar een plaats aange
wezen. Om 7.30 zal het vertreksein ge
geven worden en de route die dan ge
volgd zal worden is: Kerkewijk - Hoofd
straat - Hoogstraat - Zandstraat - Kost-
verloren en de finish zal de Eierhal zijn
waar chocolademelk en beschuit gereed
zullen staan.
Voor de muzikale begeleiding zullen
de Scheepjeswolharmonie en Caecilia
zorgen.
Eventuele inlichtingen kan men ver
krijgen bij het jeugdwerk „De Instuif"
in de Sandbrinkstraat 5, tel. 4038.
Voor de oudere jeugd zal er in de
garage van de fk. Schoonhoven een groot
dansfeest gehouden worden. Vele hon
derden dansliefhebbers zullen om 8 uur
In zuidoost Utrecht en het aangrenzend deel van Gelderland vertoont het cul
turele leven - wij beperken ons tot de beeldende kunsten - een zekere groei,
blijkens de organisatie van tentoonstellingen te Rhenen, Veenendaal, Amerongen
en Ede.
Pionierswerk is en wordt hierbij verricht door het Streekmuseum te Rhenen en de
Galerie 't- Lanteerntje te Veenendaal, die beide het publiek telkens weer doen
kennismaken met werken van oude of nieuwe kunstenaars. Voorts zijn er de jaar.
lijkse tentoonstellingen onder auspiciën van de Stichting Stichtse Culturele Raad,
te Amerongen en Veenendaal. Bovendien exposeert de „Groep 8" werken van
kunstenaars te Ede en wordt jaarlijks de Kersttentoonstelling van Edese kunst
schilders gehouden.
In samenwerking van genoemde
Stichtse Culturele Raad en de gemeente
Veenendaal wordt thans voor de tweede
maal een tentoonstelling gehouden in de
bovenzaal van de brandweerkazerne aan
de Industrielaan, vrijdag j.l. door de bur
gemeester mr. dr. J. Hazenberg geopend
„Kunst in 't brandpunt" is zij getiteld
Duidt deze naam op het streven de
kunstwerken in het middelpunt van de
belangstelling te plaatsen? Of sugge
reert hij dat de getoonde werken om
streden kunst gouden zijn.?. Het laatste
is stèllig niet het "geval. Bijna alle wer
ken hebben de band met het door de
ogen waarneembare bewaard, zijn dus
figuratief en noch met kleur, noch met
vorm wordt hier opzienbarend geëxperi
menteerd.
Er zijn werken zowel van wat oudere
als vèn jonge kunstenaars. Het gaat bij
kunstwerken, abstract of figuratief,
steeds om de wijze van voorstelling of
uitbeelding. De jongeren leggen daarbij
de nadruk op de esthetische structuur
of de factuur van het werk, op het ge
heim van de artistieke werking van kleu
ren, lijnen en vormen; soms zelfs op de
daad van het schilderen zelf.
Dergelijke verzamelingen van hetero
gene werken wekken voldoening, maar
rpepen ook bezwaren op. Hun lichtzijde
is de verrassende diversiteit van kunst
uitingen, hun bezwaar de eis aan de be
schouwer zich met de geest van elke af
zonderlijke kunstenaar te acclimatiseren,
zoals ook bij een bloemlezing van poëzie
of proza. Bij een éénmans-expositie ligt
het gemakkelijker. Maar wie de energie
kan opbrengen zich op deze tentoonstel
ling te vereenzelvigen met de mentali
teit der verschillende kunstenaars, wordt
rijkelijk beloond.
De collectie omvat werken van veer
tien kunstenaars, de meeste uit de stad
UtrechL
Dirk Breed 1920, een Wavervener,
toont schilderijen en tekeningen met een
originele visie op steden erudorpen. Zijn
stad (3) in alle kleuren \fen het spec-
met drie tuiten (65) kan mij echter wei
nig bekoren: hier is het schone geof
ferd aan het functionele. Daarentegen is
zijn tweedelig gedraaid notenschaaltje
(66) van grijze klei met pink glazuur
heel fraai. Bijzondere effecten bereikt
hij door zijn glazuren, niet fantastisch
goedvol als Frans Slot onlangs in Rhe
nen liet zien, maar zijn grote ingetogen
heid. Zie de grote handgeknede vaas
(68) uit grijze grove chamotteklei, van
boven uit oranjeklei, met een loodbichro-
maat glazuur over het donkere deel be-
optrekken naar de garage, waar ze tot
11.30 uur de spieren kunnen laten vieren.
Er zullen twee bands spelen, één daar
van is The Royal Rockers uit Veenen
daal, die in voorgaande jaren voor prima
muziek zorgden. Deze keer is hun op
treden nog interessanter, want sinds kort
maakt een zangeresje deel uit van The
Royal Rockers. Het schijnt zelfs dat en
kele platenmaatschappijen veel zien in
de zangkwaliteiten van dit meisje.
De andere band luistert naar een
prachtige naam, de Quibis Five. De kwi
bussen traden vaak op in de omgeving
van Veenendaal en, met het oog op hun
naam, mag men aannemen dat ook deze
band voor voldoende plezier en ontspan
ning kan zorgen.
van de natuur getuigen het Zuringblad
(56) een zogenaamde suikerets, een
werkwijze door Hercules Seghers uitge
vonden in de 17de eeuw, herontdekt in
onze tijd door Willem van Leusden,
voorts de droge naald Onkruid (55) en
Hangende distel (58). Van de etsplaat
Herfstbloem maakte hij door toepassing
van allerlei technieken twee afdrukken
in diep-, twee in hoogdruk. Het fraaist
komt mij prent 2 voor, na lange diepe
inwerking van het salpeter «toch hoog
afgedrukt, waardoor mooie toonverschil
len ontstonden.
De Bilthovenaar Henny Visch 1926 is
in zijn reisschets Andorra in donkere
kleuren genietelijker dan in het mo
zaïek zelf, dat starheid heeft. Zijn zes
monotypes zijn geïnspireerd door bijbel
episoden. Suggestieve verbeeldingen zijn
De derde dag (75), de schepping der
planten, een conglomeraat van blauwen,
gelen, groenen en zwarten, en De eerste
dag (76), de komst van het licht, in
rood, oranjerood, grijs en zwart. De
rechte meetkundige lijnen storen echter
zeer. Uit Jesaja verbeeldde hij de tove
naar, een figuur in mysterieus zwart,
boven een kleurige vogel. De schepping
van vissen en vogels kreeg gestalte in
no 78: enige kleine witte kringen in een
zwart en oranjerood geheel. In den be
ginne (79), de woeste en ledige aarde,
is een prent waarin vormgeving en
kleurgevoel faalde. Ik noteerde nog no
80 in de portefeuille, Gezicht over Je
ruzalem ook uit Jesaja, maar de Droom
van Nebukadnezar uit Daniël lijkt mij
een vergissing. Hij doet mij denken aan
beelden uit de film Metropolis van Fritz
Lang!
De beide olieverven van Bab van Wal-
derveen 1931 zijn wel aardig van kleur,
maar doen gewild aan.
Er zijn beeldhouwers. Frits Kat 1922,
een Zeistenaar, lijkt mij het begaafdst.
Prachtig zijn de kinderkopjes Boyo en
Frankje (43 en 44). Heel plastisch is
ook het beeldje in chamotte klei, een
kleed.
Hoe een eenvoudig gebruiksvoorwerp
als een tabakspot een „thing of beauty"
kan zijn, tonen de no's 69 en 70, de eer
ste uit grijze klei met chroomglazuur,
de tweede uit boorzuurklei. Heel fraai is
ook de uit rode klei gevormde pot met
cobaltglazuur en de randpot van man-
gaanklei overdekt met boraxglazuur.
De bezoeker staat telkens verrast voor
de vernuftig samengestelde en in het
licht, dat voor de brede vensters vorste
lijk de zaal binnenstroomt, glanzende
glazuren. Schouten toont zich een man
van ingekeerdheid en contemplates.
Alles tezamen een tentoonstelling, die
vogels van diverse pluimage toont, wach
tend op bezoek van de Veenendalers.
D. Philips.
De tentoonstelling is tot en met 21
september dagelijks, behalve 's zondags,
geopend van 14-17 en van 19-21 uur.
Maak een proefrit bij:
Auto en motorhandel
W. WAAYENBERG
Veenendaal - Tel.
08385-4251
Dr. SI. de. Br.str 3
77
trum, overgaand in een pointillistisch
verschiet, is feestelijk van coloriet en
compositie. Zij heeft iets van affiches bij
reisbureaus, overigens geen geringe ver-
verdienste. 't Dorp (2) tegen de blauw-
violette achtergrond voldoet minder en
een gewaagde kleurenstelling van blauw
en zwart is wat al te cerebraal.
In zijn tekeningen tracht Breed de
ruimte en de atmosfeer te verbeelden.
Het zijn vlotte ietwat impressionistische zwanger vrouwtje (45) mysterieus weer-
notities in enkele rake lijnen, gewoonlijk gevend. De Papoea (47) in brons is Kats
in sepia neergezet, zoals Dijk te Kol- gaafste werk, mooi van ritme en allure,
horn (5) en Aan de Waver (6). Waar een in meditatie verzonken figuur, leu-
hij geometrische lijnen als suggestie van nend op een staf. De bronzeh Paljas (48)
de wijdheid in het land tekent, slaagt hijmunt uit door ritmische spanning. Kats
minder. Een grotere levendigheid bereikt chamottebeeldje Anerieke (46) blijkt af-
hy in Panorama 3 (10). 't Mooist zijn de wezig.
Bomen (11) en By Kolhorn (13) in de Edvard Zegers 1927 toont vrije pias-
portefeuille waarin hy niet experi- tieken van een dodelijke ernst. Zijn ont-
menteert. jwerp voor een tuinbeeld heeft alleen iets
Zijn vrouw Alida Maria Breed-Hom-
hof 1928 komt in haar linoleumsneden
tot een boeiend kleurig spel van zwart
en wit. Prenten als Limburg (19) Elec-
triciteitspalen (21) en Boman op heuvel
(22) sluiten aan bij de beste tradities
van de moderne linoleum- en houtsnede
in Nederland. De Kip (17) is enigszins
onrustig van compositie.
De oudere Utrechtenaar A. Frederiks
1907 laat zes dubbel-portretstudles zien
in een soort saunguine-krijt gedaan,
waarin hij de mens op zijn innerlijk be
trapt, soms met een zweem van carica-
tuur. Zijn tekening van Hartland in De-
vou is mooier dan de sterk topografische
stadsgezichten (in portefeuille).
Bertus Jonkers 1920 gebruikt in zijn
zes structuren fraaie gedempte kleuren,
zich uitermate lenend voor textielont-
werpen, waarvan hij er enige maakte
voor de Ploegstoffenfabriek. Fijne struc
turen zijn no 3 (32) in violet en rood en
no 2 (31). Zijn mozaïekpaneel 1 (39) is
ongestemd en vaag, maar no 2. (40) is
een machtig schild van gobelinachtige
kleurenmengeling.
Jo de Rechtde Graag 1919 draagt
een schilderij en drie tekeningen bij. De
tekeningen doen erg sculpturaal aan en
lijken wel geïinspireerd op beelden van
Henri Laurens. Heel mooi is het naakt
(52) in omberkleur gedaan.
De veel jongere graficus Gerard van
Rooy 1938 observeert met liefde de ver
schijnselen in de natuur by planten en
dieren met een hang naar het mysterie
van het sterven en vergaan, het vergan
kelijke. De Rivieroever (53), een vis in
ontbinding, een ets in aquatint, is een
verrukkelijke prent, een fantasmagorie
van grote sterkte, evenals het Land
schap met de boomstronk (57). Van het
I gefascineerd en met overgave gadeslaan
speels. Ik zou het graag in grote afme
tingen in de zon op een grasmat willen
zien.
Otto Hamer 1938 exposeert drie ab
stracte beelden, waarvan no 29 het best
is: een openbarstende bol waarvan de
breukstukken in het ritme van ruimten
en vormen dragelijk zijn. In de hall staat
zijn bronsplastiek (27) een smeedwerk
uit halve bollen gevormd, dat iets poë
tisch heeft.
Buiten de catalogus om is er nog een
rank Paardje van Charles Weddepohl,
fraai van ritme en balans.
Het wandkleed Landschappelijk (64)
van Herman Scholten 1932, een Baam-
brugger, samengesteld uit rechthoeken
en vierkanten van geweven stof, is te
egaal van kleur. Warmer doet Sonate
(62) aan. Zomer (63) spant de kroon.
Het oranjekleurige vierkant beheerst de
compositie van dit kleed en suggereert
een zomerse gloed.
Lockie Zondag, een meisje dat reeds op
twaalfjarige leeftijd schilderde, expo
seert twee wandkleden, een collage en
een gouache. De collage (89) is heel
aardig, een plaksel goed van compositie
en bloeiend van kleur. Het kleed Soest
(87) is ook hecht van compositie en
voornaam in zijn aardekleuren, maar de
Apostelen (88) zijn krachtiger van war
me tinten en hun harmonie.
Tenslotte is daar nog de pottenbakker
Otto Schouten naar wiens vazen, potten
en schalen het een genot is te kijken. Hij
gebruikt bijzondere kleisoorten en is een
ware alchimist in zijn glazuren. Zijn vaas
Wij spraken één dezer dagen met de trainer van de Veenendaalse Atletiek Ver
eniging, de heer W. ter Haar. Met hart en ziel zit deze man in de atletieksport
en spendeert er veel tyd aan. Behalve de training van VAV die hy verzorgt, komt
hij zelf ook in wedstrijden uit.
Enthousiast kan hij vertellen over zyn favoriete sport en het gesprek schakelt
van regionaal over naar nationaal en van nationaal naar internationaal.
Kortgeleden behaalde hij het A-diploma voor atletiek-oefenmeesters in Baarn.
Zijn leraar was Wil Westphal en over de ideeën en de moderne opvattingen van
deze man is hy byzonder enthousiast. Wil Westphal is de trainer die er toe b(j-
droeg dat do Nederlandse herenestafette-ploeg in Boedapest het Nederlands
record op de vier keer honderd meter met 0,2 seconde deed sneuvelen. Oefen-
meester Ter Haar probeert de richtlijnen van de vrydenkende Westphal zoveel
mogelyk in zijn training van de VAV aan te houden.
Nieuw Delhi: Een aantal religieuze
sekten in India is vastbesloten om te
strijden voor de heilige koe. De sekten
zijn tegen het slachten van de koeien ter
aanvulling van de voedselvoorraden. Er
lopen in India miljoenen „heilige" koeien
rond.
„Wij hebben 80 leden, die actieve be
oefenaars van de atletieksport zijn.
Daarnaast verzorgen wij dan ook nog de
zogenaamde „buikiestraining". Dat laat
ste is zaterdagsmorgens en de veteranen
die daaraan deelnemen hebben een ge
middelde leeftijd van 38 k 39 jaar. Het
plan bestaat ook om dinsdagavond deze
heren op het Sportpark te gaan trainen.
Deze mensen zijn enthousiast; ook bij
hen bestaat de wens om eens los te ko
men van die kantoorhouding en de spie
ren te laten vieren.
Wij verwachten over een maand de
gymzaal achter de vroegere openbare
school tegenover het postkantoor te kun
nen betrekken.
De prestaties van de VAV zijn niet
denderend, maar voor een plaatselijke
vereniging is het toch een hele prestatie
om iemand te hebben die 1.70 m hoog-
springt en iemand die 6 m vérspringt.
Die „buikies" doen niet mee aan wed
strijden. Met hen gaan we het bos in en
alles wat we tegenkomen gebruiken we,
als het maar doelgericht is. Komen we
een kei tegen, niet langer gedraald, weg
drukken en weggooien dat ding. Komen
we een greppel tegen, idem dito, niet
langer gewacht, tien keer er over sprin
gen."
Dat zijn woorden van trainer Ter
Haar. Na anderhalf jaar studeren be
haalde hij op 22 juli van dit* jaar in
Baarn het trainersdiploma A. De cursus
omvatte alle atletieknummers; eveneens
werd veel aandacht besteed aan de atle
tiek in spelvorm voor de jeugd. Het is
niet de eerste sport van trainer Ter
Haar. Judo en boksen, twee sporten die
veel van atletiek verschillen, heeft hij
ook beoefend. Nu is by hem atletiek al
twaalf jaar favoriet.
„Met de jeugd werken is prachtig. Ze
beleven alles nog zo intens. By de groten
is dat niet meer zo het geval. Jammer is
het dat meerdere jongens en meisjes bij
het bereiken van de leeftyd dat de studie
een hartig woordje mee gaat spreken, de
atletiekvereniging verlaten. Ik kan me
best het standpunt van de ouders inden
ken, die zeggen, studie gaat voor sport,
maar helemaal losrukken mogen ze de
sport van de school toch nooit. Studie is
voor de meesten inspanning, een hele
dag in dezelfde houding in een bank zit
ten en geestelijk werken. Dan is het toch
begrijpelijk dat de scholier eens alles los
wil gooien in een training, om nu eens
de geestelijke inspanning te verwisselen
voor de lichamelyke ontspanning. Vele
komen van school, van de fabriek of van
een kantoor thuis en voelen zich loom en
hangen doelloos in een stoel. Met een
Hoogspringen,
één van de
onderdelen
van de
atletieksport.
goede sporttraining valt dan al dat lome
van hen af. Natuurlijk, ze komen moe
en bezweet thuis en strekken hun benen
lui in een makkelijke stoel bij de tele
visie. Maar 't gaat niet om de uitwen
dige vermoeidheid, maar om het inwen
dige, je voelt je een stuk beter en vitaler,
alhoewel je al je spieren voelt."
„Half oktober hebben we weer de club
kampioenschappen op het Sportpark.
Dat gebeurt in samenwerking met de
Winkeliersvereniging. Ook willen we we
derom een Singellóop gaan houden, net
zoals verleden jaar. Dit jaar zal dat ech
ter in KNAU verband plaats hebben.
Deze loop valt samen met de winkeliers-
aktie, dat zal dus vermoedelijk half no
vember worden. De route zal in overleg
met de politie vastgesteld worden. Dat
zyn niet de enige programmapunten, we
hebben nog veel meer plannen. Als er
kleedgelegenheid opdaagt, willen we ook
graag een veldloop houden. Het Veenen
daalse zwembad zou een mooie kleed
gelegenheid zijn. vyf jaar geleden deden
we al eens iets in die geest, dat was een
cross-country, die vanaf hotel La Mon-
tagne van start ging. Een cross-country
is zwaarder en vermoeiender, die gaat
over woest terrein, terwyi een veldloop
gewoon over paden gaat."
Deze woorden van trainer Ter Haar
hebben hoofdzakeiyk betrekking op de
atletiek in onze streek. Het gesprek
schakelt nu over naar nationale en in
ternationale atletiek.
„Hoewel de prestaties van de Neder
landers in Boedapest met de Europese
kampioenschappen niet fantastisch wa
ren, gaat de atletiek, landelijk gezien,
toch vooruit. Ten eerste al wat betreft
het lendenaantal, dat nog steeds heel
snel aangroeit. En ook de prestaties van
de Nederlandse estafette-ploeg in Boe
dapest mag niet onderschat worden. De
vier keer honderd meter werd daar met
0,2 seconde verbeterd. In de KNAU
heerst de geest om de training vrijer te
maken, dus zuiver aangepast aan het
individu. Geen schema's meer, natuurlijk
moeten wel de richtlijnen blijven bestaan,
dat is normaal, maar het strakke wil
men laten varen. Men wil meer gaan
kijken naar de sportman of -vrouw als
zodanig. Wil Westphal is één van die
mensen die nieuwe ideeën opwerpt. Hij
is net zo'n figuur als Anton Huiskes met
het schaatsen. Huiskes werd er door de
KNSB uitgegooid. Westphal heeft geluk
kig wel gehoor bij de KNAU.
Met zijn training heeft hy de heren
estafette-ploeg naar een top gebracht.
Hij was myn leraar, 't is een jovele,
vrydenkende kerel. Ook heeft hij my bij
gebracht dat je bij een training alles
moet gebruiken wat je tegenkomt, als
het maar doelgericht is."
Dan belanden we bij de Olympische
Spelen. „Let op, alle sprintrecords sneu
velen in Mexico. Van de lange-afstand-
records geloof ik het niet. De Australiër
Ron Clarke heeft in Mexico City de 5000
meter gelopen. Wat bleek? Hy ging even
hard van start als anders, maar na 1800
meter zakte hij terug en was totaal leeg.
Daarom is het een allereerste vereiste
dat de atleten reeds een drie weken voor
het begin van de Olympische Spelen naar
Mexico gaan, om daar in de yie lucht te
acclimatiseren."
Dan komt het werelddeel Afrika aan
de orde. „Afrika komt omhoog, het is
het werelddeel van de natuurtalenten. De
negers hebben hun onafhankelijkheid bij
na allemaal gekregen en hebben nu
ruimschoots de gelegenheid om in het
internationale atletiekgebeuren door te
dringen. Vooral op de lange afstand zyn
het ware meesters. Denk maar eens aan
de marathon. Kortgeleden was het nog
de volslagen onbekende Temu uit Kenia
die van het wereldrecord op de 1500 me
ter, dat op naam stond van Ron Clarke,
verleden tijd maakte. Met een goede
training, en die hebben de negers in
Amerika, hetgeen ook uit hun prestaties
blijkt, moeten ook de negers uit Afrika
tot de hoogste top kunnen doordringen.
Ik sprak eens met een pater die voor
een missie in Tanzania geweest was. Het
leek me prachtig om die negers daar,
met al hun sportgaven, te trainen. Dat
zei ik tegen die pater. „Ja," antwoordde
hij, „maar daar is één grote moeilijkheid
aan verbonden. Diegene die bijvoorbeeld
in een hardloopwedstrijd verliest is in
staat om door zyn jaloersheid de ander
het hoofd af te slaan. Die mensen daar,
in hun primitieve levensstaat, hebben
geen masker op, zoals de blanken. Een
blanke weet jaloersheid goed te camou
fleren, hy hangt zelfs zyn overwinnaar
om de nek en feliciteert hem lachend,
maar van binnen gaat heel wat anders
om dan blijdschap om de winst van een
ander."
Reeds verscheidene jaren organiseert de
Veenendaalse motorclub een speciale rit
met als doel een vakantie-week te be
zorgen aan twee chronische zieken uit
ons dorp. Deze maken dan een prachtige
vakantie mee op de Roode Kruis „Henri
Dunant"-boot.
JJ. zaterdag is deze rit verreden en
velen hebben daarvan genoten. De heer
Jetten uit Ede was de winnaar, die een
Roode Kruis aandenken ontving.
De kosten van een dergelyke vakan
tieweek worden ieder jaar hoger maar
het bestuur van de MAC zorgt toch dat
er in ieder geval twee patiënten met de
boot mee kunnen. Zy moeten daarvoor
wel een belangryk bedrag uit de vereni
gingsmiddelen bypassen, afgezien van
het vele werk dat de organiserende le
den tevoren moeten verrichten. Niet al
leen het afdelingsbestuur maar ook het
Hoofdbestuur van het Roode Kruis stelt
dit zeer op prijs.
Musketiers heeft voor de tweede
maal in deze nog zo jonge competitie
een ruime overwinning behaald. Za
terdag j.l. wonnen de Elstenaren met
4-1 van Cobu Boys.
De eerste periode betekende een ge-
lijkopgaande strijd. Na ongeveer 20
minuten scoorde linksbuiten C. Hen
zen de eerste goal met een kopbal, 1-0.
Vlak hierop was het wederom C. Hen
zen die scoorde. 2-0. De ruststand zou
zelfs nog 3-0 worden, want midvoor
Henzen zag kans van de keepe'r een
geslagen man te maken.
Na rust bleef Musketiers het over
wicht behouden. Linksbuiten Henzen
bracht het totaal voor zijn ploeg op 4,
terwijl Cobu Boys de eer kon redden.
Eindstand 4-1.
door Henk van Heeswyk
„Meneer Caron, de schuldeisers heb
ben maar voor één ding belangstelling:
hoe krijg ik mijn centen terug. Bij een
faillissement houden ze misschien een
kwart over. Misschien slechts twintig
procent. U weet, hoe dat gaat. Iets. wat
je gedwongen moet verkopen, brengt
vooral in deze tijd zowat niets op. Ze
kunnen kiezen of delen. En wat denkt
u, dat ze doen zullen, als mijn bazen u
voordragen als de nieuwe directeur, die
ook nog een paar centen meebrengt?
Meneer Caron, ze vliegen u< om de hals.
Figuurlijk natuurlijk."
Willem lachte voor zich uit. „U stelt
het allemaal zo mooi en gemakkelijk
voor. De praktyk is natuurlijk veel rau
wer."
„Och, ik dacht, dat dit wel meeviel. U
bent een dubbel aanvaardbare kandi
daat, meneer Caron, want u brengt uw
eigen bedrijf er in onder. En een bedrijf
dat kerngezond is. Hoeveel dozen maakt
u nu per week?"
De bezoeker telde in gedachten enkele
cijfers op. „Precies weet ik het niet eens
meer, maar het zal schommelen tusen
de veertig- en vyftigduizend."
Op dit ogenblik werd de deur geopend
en Ria van Halen stak haar hoofd om de
hoek. „Als ik soms stoor, maar ik heb
de thee klaar."
„Geweldig, kind, kom er maar mee
voor de draad. We hebben dorst gekre
gen van al dat redeneren. Meneer Caron,
maandag verhoog ik uw jaarkontrakt
met twee ton. En ik zal proberen er wat
af te krygen. Het zal wel enkele centen
blijven, maar dat is per jaar toch nog
een heel bedrag. En zal ik een balletje
opgooien voor wat de kwestie-Overduin
betreft?"
Willem nam het hele geval nog steeds
niet ernstig. „Welja, u doet maar. Heb
ben ze in Oude Pekela een vrolijke
maandagochtend."
Het meisje kwam binnen met het blad
met twee kopjes, maar Van Halen zei:
„Kom er zelf ook even bij zitten, kind,
dat is wel zo gezellig."
Willem genoot van de »hee en keek
onderhand de kamer rond. Van Halen
volgde zyn blik. „Dat is mijn vrouw,"
legde hy uit, toen de bezoeker naar een
groot damesportret keek, dat aan de
wand hing. „Helaas drie jaar geleden
gestorven." Hij streelde zyn dochter even
over de wang. „Sinds die tyd is Ria mijn
grote steun. Af en toe is het nodig, dat
we elkaar een beetje opbeuren, hè?"
Hy keek het meisje liefdevol aan.
De bezoeker keek eens naar het por
tret. Ik moet wat vriendelijks zeggen,
dacht hij, maar wat? Doch zijn gastheer
vervolgde: „Dit najaar zouden we onze
zilveren bruiloft gevierd hebben, als ze
in leven gebleven was. Maar ja hy
zuchtte dat hebben we niet in onze
hand."
„Hebt u meer kinderen1?" vroeg Wil
lem.
„Een zoon. Getrouwd met een schat
van een vrouw. O, ze zyn hier dikwyls
een weekend met hun dochtertje. Ja, ik
ben al grootvader, niet Ria?"
Ze legde haar'hand op zyn arm.. „Een
echt jeugdig uitziende grootvader, vindt
u niet, meneer Caron?"
Willem knikte naar waarheid. „Ik heb
u altyd zo begin veertig geschat."
Van Halen boog. „Dat is een compli
ment, hè Ria? Ik ben toch heus al acht
en vyftig. Mijn vrouw en ik zijn laat
getrouwd. We waren beiden al de dertig
gepasseerd."
„Nog een kopje thee, meneer Caron?"
„Om eerlyk te zeggen: heel graag."
Van Halen lachte. „Mijn dochter is
een expert in alles wat op het huishou
den slaat. De man, die haar eens ten
altaar voert, krijgt een juweel
„Vader, je maakt me verlegen
„Kom, kom, de moderne jeugd is niet
meer zo gauw verlegen."
Toen Willem afscheid nam hield hij
het handje van Ria van Halen misschien
iets langer vast dan noodzakelijk vas.
„Ik vond het erg prettig met u kennis
te maken, juffrouw van Halen."
„Zegt u maar Ria. En het genoegen
was wederzijds. Komt u nog maar eens
aanwippen, hoor. Ook zonder zaken te
bespreken. U bent welkom."
Van Halen lachte breeduit. „Nou, u
hoort het, hè? Daar komt u niet onder
uit, meneer Caron. Zaterdagsmiddags en
-'s avonds zijn we altyd thuis. En als u
zich eens een zondag verveelt mag u ook
komen. We zullen het erg op prijs stel
len."
HOOFDSTUK 6
•Willem Caron was wel wat verbaasd,
toen hij een schrijven kreeg uit Oude
Pekela, waar de directie van de Stro
kartonfabriek hem uitnodigde voor een
bespreking over de kwestie-Overduin.
Als het meneer Caron schikte, werd hy
vrijdagmorgen verwacht.
Daar feat hy toch wel even van te
kyken. „Erica" was een der grootste
strokartonfabrieken in het land, die in
menige cartonnagefabriek een vinger in
de pap had. Dat zou nu ook wel met
Overduin het geval zyn.
Terwijl hij een sigaret opstak, keek
hy door het raam naar het werk. Wat
daar aan machines stond was allemaal
tweedehands gekocht en by elkaar nog
geen drieduizend gulden waard. Maar hij
werkte er mee en leverde een goed pro-
dukt af. Voor de aardigheid was hij in
januari begonnen' met de produktie van
kleinere eierdoZfen voor binnenlandse
verzending. Het voordeel was, dat ze
minder zwaar waren en handiger te los
sen en te laden. Naar al zijn afnemers,
die eieren leverden aan de winkeliers in
het binnenland, had hy een proefexem
plaar gezonden met de prijs. Nog die
zelfde week had hy de eerste bestelling
al in huis. Een werkloze arbeider van
Overduin had hy er by in dienst geno
men, die samen met een jongen de hele
dag deze dozen maakte.
Hij keek in het bakje, waarin de or
ders lagen. Het naar zich toe trekkend,
bekeek hij de getallen. Samen ruim een
maand werk. En er ging geen dag voor-
by, of er kwamen orders binnen. Hy ver
diende een mooie cent, kon zyn perso
neel een redelijk loon betalen. Zestien
man had hij nu in dienst. Eigeniyk kon
hij er best weer een volslagen arbeider
bij hebben. Morgen nog maar eens langs
het arbeidsbureau lopen.
Moeder ^aron was niet zo ingenomen
met de snelle uitbreiding van Caron's
Eierdozen. Iedere keer, als hy haar ver
telde weer iemand in diehst genomen te
hebben keek ze hem bedenkeiyk aan en
vroeg: „Neem je niet te veel hooi op je
vork? Als het nou eens omslaat en je
hebt geen werk genoeg? Kun je het alle
maal wel verdienen, zoveel mensen iede
re week hun loon betalen? Ik voel mé
helemaal niet rustig. Bij Overduin wist
je wat je had
Een enkele keer reageerde haar zoon:
„Maar moeder, ik heb een uitvinding ge
daan, waar Overduin niet aan wilde! U
ziet toch zelf, dat het een goeie vinding
was? De meeste grossiers en exporteurs
gebruiken nu al mijn dozen in plaats
van die dure onhandige houten kisten."
„Ja, dat is nu wel mooi. Maar ik heb
eens gelezen, dat de meeste uitvinders
in armoe en ellende gestorven zyn."
Meestal zweeg hy maar. Zyn moeder
leefde nog in een andere wereld, die
langzamerhand aan het uitsterven was.
De wereld van rang en standverschil.
Waarin het principe: eens arbeider, al
tyd arbeider gold. Als je op die plaats
gezet was in het leven, dan moest je dat
aanvaarden en tevreden zyn. Het feit,
dat haar zoon ontslag genomen had bij
„meneer" Overduin, waar hij als jongen
van nog geen zestien jaar begonnen was
en waar „meneer" Overduin hem alles
geleerd had, wat er te leren viel in zo'n
fabriek, beschouwde ze als zeer ondank
baar. En dus onfatsoenlijk. Dat was een
verkeerde stap geweest en dat kon nog
wel eens gestraft worden. Hoogmoed
komt voor de val.
Och nee, daar was niet tegen te praten.
Was hij hoogmoedig? Ben je mal. Hij
had nu vier man in dienst, die vroeger
bij Overduin zijn collega's waren ge
weest. Toen was het: „Morgen, Willem."
En: „Morgen, Kees." Daar was niets aan
veranderd, hoewel er een paar waren,
die de eerste morgen gezegd hadden:
„Morgen, meneer Caron."
Willem had de nieuweling by de schou
ders gepakt en hem diep in de ogen ge
keken. „Ben je m'n voornaam vergeten,
Rijk?" De ander had verlegen gelachen.
„Heel niet, maar je bent nu mijn baas,
nietwaar?"
„Ryk, dat maakt geen verschil. Of wil
je me nijdig hebben?"
„Ik kijk wel uit, Willem."
„Zo mag ik het horen. Nou, ga maai
naar Friezen, die zal je wei vertellen,
wat je moet doen."
„Dank je wel, Willem. Voor het werk,
zal ik maar zeggen."
„In orde jongen."
Hy keek nog steeds door het raam.
Af en toe, als hy er zin in had en ei
geen administratief werk was, trok hij
zyn jas uit en deed een voorschoot aan.
Dan stond hy tussen zijn mensen en
deed hetzelfde werk. In een monotone
regelmaat: platen snijden en hechten.
Latjes spijkeren, hoeken omplakken en
doorgeven naar een ander, voor d vol
gende bewerking. Nee, zijn handen ston
den nergens verkeerd voor. Al ben ik
honderdmaal baas, ik voel me prettig
tussen hen in, net zoals vroeger bij Over
duin. In dit opzicht is er niets veranderd.
Vrydagsmorgen stapte Willem Caron
in de eerste trein. Hij had enkele papie
ren by zich. Ze zullen natuurlijk wel
naar myn financiële toestand vragen. En
willen weten, wat ik allemaal heb. Het
zal wel een doodgeboren kindje worden.
fWordt vervolgd