SI MCA 1000 Jeugdwerk „De Instuif" organiseert kinderoptocht en tiener-dansavond WILLEM S IDEALEN BEELDENDE KUNST TE VEENENDAAL Gesprek met de trainer van de Veenendaalse Atletiek Vereniging W. ter Haar E LST Nieuwsblad „DE VALLEI" vrijdag 16 septembei 1966 6 LAMPEGIETERS AV OND 1966 Opgeven The Royal Rockers en QUIBIS FIVE Acht schilders, tekenaars en grafici, drie beeldhouwers, twee wevers en één pottenbakker Sculptuur Wevers Potterie „DE AFRIKAANSE NATUURTALENTEN KOMEN OPZETTEN" DE HEILIGE KOE si- Si- Si- Motorclub MAC in aktic voor chronische zieken Musketiers won wederom 4-1 De derde maandag in september betekent in Nederland niet meer dan wat de woorden vertellen. In Veenendaal .is dat anders, want in deze plaats betekent het traditioneel Lampegietersavondfeest. Met de jaren is er veel aaij veranderd. Was het vroeger uitsluitend een optocht van kinderen en een rustig optrekken van jeugd en ouderen met lamjfcons naar het centrum om daarna thuis de chocolade melk en beschuit te eten, tegenwoordig is het Lampegietersavondfeest op moderne leest geschoeid. Dat moderne komt vooral tot uitdrukking in de dansavond die voor de wat oudere jeugd in de Garage van de fa. Schoonhoven gehouden zal worden. Voor de kinderen staat een optocht op het programma en hieraan kan iedereen deelnemen. Evenals voorgaande jaren zal het eer ste gedeelte van de avond het centrum van Veenendaal voor de kinderen ge reserveerd zijn. Het moderne verkeer zal plaats moeten maken voor de rijen licht jes van de overbekende lampions. Aan deze optocht kan een ieder die in staat is om een laippion te dragen mee doen. Ook vaders en moeders die hun kinderen willen begeleiden zijn welkom in de stoet. Deze optocht houdt niet al leen in dat er door het centrum gelopen wordt om de toeschouwers te laten zien wat voor bijzondere uitvindingen de kin deren hebben gedaan en wat ze met wa gentjes en bepaalde klederdrachten wil len uitbeelden, er is tevens een wedstrijd aan verbonden. Voor de kinderen, de verenigingen, de gezinnen en de straat- groepen zullen er aardige pryzen be schikbaar gesteld worden. Gelegenheid tot opgeven voor deze op tocht bestaat op woensdag 14 september van 3 tot 5 uur en op donderdag van 7 tot 8 uur in het jeugdgebouw van de „Instuif" aan de Sandbrinkstraat. Op Lampegietersavond kan men zich vanaf 6.45, uur opstellen achter het Be jaardencentrum „De Engelenburgh". Alle groepen krijgen daar een plaats aange wezen. Om 7.30 zal het vertreksein ge geven worden en de route die dan ge volgd zal worden is: Kerkewijk - Hoofd straat - Hoogstraat - Zandstraat - Kost- verloren en de finish zal de Eierhal zijn waar chocolademelk en beschuit gereed zullen staan. Voor de muzikale begeleiding zullen de Scheepjeswolharmonie en Caecilia zorgen. Eventuele inlichtingen kan men ver krijgen bij het jeugdwerk „De Instuif" in de Sandbrinkstraat 5, tel. 4038. Voor de oudere jeugd zal er in de garage van de fk. Schoonhoven een groot dansfeest gehouden worden. Vele hon derden dansliefhebbers zullen om 8 uur In zuidoost Utrecht en het aangrenzend deel van Gelderland vertoont het cul turele leven - wij beperken ons tot de beeldende kunsten - een zekere groei, blijkens de organisatie van tentoonstellingen te Rhenen, Veenendaal, Amerongen en Ede. Pionierswerk is en wordt hierbij verricht door het Streekmuseum te Rhenen en de Galerie 't- Lanteerntje te Veenendaal, die beide het publiek telkens weer doen kennismaken met werken van oude of nieuwe kunstenaars. Voorts zijn er de jaar. lijkse tentoonstellingen onder auspiciën van de Stichting Stichtse Culturele Raad, te Amerongen en Veenendaal. Bovendien exposeert de „Groep 8" werken van kunstenaars te Ede en wordt jaarlijks de Kersttentoonstelling van Edese kunst schilders gehouden. In samenwerking van genoemde Stichtse Culturele Raad en de gemeente Veenendaal wordt thans voor de tweede maal een tentoonstelling gehouden in de bovenzaal van de brandweerkazerne aan de Industrielaan, vrijdag j.l. door de bur gemeester mr. dr. J. Hazenberg geopend „Kunst in 't brandpunt" is zij getiteld Duidt deze naam op het streven de kunstwerken in het middelpunt van de belangstelling te plaatsen? Of sugge reert hij dat de getoonde werken om streden kunst gouden zijn.?. Het laatste is stèllig niet het "geval. Bijna alle wer ken hebben de band met het door de ogen waarneembare bewaard, zijn dus figuratief en noch met kleur, noch met vorm wordt hier opzienbarend geëxperi menteerd. Er zijn werken zowel van wat oudere als vèn jonge kunstenaars. Het gaat bij kunstwerken, abstract of figuratief, steeds om de wijze van voorstelling of uitbeelding. De jongeren leggen daarbij de nadruk op de esthetische structuur of de factuur van het werk, op het ge heim van de artistieke werking van kleu ren, lijnen en vormen; soms zelfs op de daad van het schilderen zelf. Dergelijke verzamelingen van hetero gene werken wekken voldoening, maar rpepen ook bezwaren op. Hun lichtzijde is de verrassende diversiteit van kunst uitingen, hun bezwaar de eis aan de be schouwer zich met de geest van elke af zonderlijke kunstenaar te acclimatiseren, zoals ook bij een bloemlezing van poëzie of proza. Bij een éénmans-expositie ligt het gemakkelijker. Maar wie de energie kan opbrengen zich op deze tentoonstel ling te vereenzelvigen met de mentali teit der verschillende kunstenaars, wordt rijkelijk beloond. De collectie omvat werken van veer tien kunstenaars, de meeste uit de stad UtrechL Dirk Breed 1920, een Wavervener, toont schilderijen en tekeningen met een originele visie op steden erudorpen. Zijn stad (3) in alle kleuren \fen het spec- met drie tuiten (65) kan mij echter wei nig bekoren: hier is het schone geof ferd aan het functionele. Daarentegen is zijn tweedelig gedraaid notenschaaltje (66) van grijze klei met pink glazuur heel fraai. Bijzondere effecten bereikt hij door zijn glazuren, niet fantastisch goedvol als Frans Slot onlangs in Rhe nen liet zien, maar zijn grote ingetogen heid. Zie de grote handgeknede vaas (68) uit grijze grove chamotteklei, van boven uit oranjeklei, met een loodbichro- maat glazuur over het donkere deel be- optrekken naar de garage, waar ze tot 11.30 uur de spieren kunnen laten vieren. Er zullen twee bands spelen, één daar van is The Royal Rockers uit Veenen daal, die in voorgaande jaren voor prima muziek zorgden. Deze keer is hun op treden nog interessanter, want sinds kort maakt een zangeresje deel uit van The Royal Rockers. Het schijnt zelfs dat en kele platenmaatschappijen veel zien in de zangkwaliteiten van dit meisje. De andere band luistert naar een prachtige naam, de Quibis Five. De kwi bussen traden vaak op in de omgeving van Veenendaal en, met het oog op hun naam, mag men aannemen dat ook deze band voor voldoende plezier en ontspan ning kan zorgen. van de natuur getuigen het Zuringblad (56) een zogenaamde suikerets, een werkwijze door Hercules Seghers uitge vonden in de 17de eeuw, herontdekt in onze tijd door Willem van Leusden, voorts de droge naald Onkruid (55) en Hangende distel (58). Van de etsplaat Herfstbloem maakte hij door toepassing van allerlei technieken twee afdrukken in diep-, twee in hoogdruk. Het fraaist komt mij prent 2 voor, na lange diepe inwerking van het salpeter «toch hoog afgedrukt, waardoor mooie toonverschil len ontstonden. De Bilthovenaar Henny Visch 1926 is in zijn reisschets Andorra in donkere kleuren genietelijker dan in het mo zaïek zelf, dat starheid heeft. Zijn zes monotypes zijn geïnspireerd door bijbel episoden. Suggestieve verbeeldingen zijn De derde dag (75), de schepping der planten, een conglomeraat van blauwen, gelen, groenen en zwarten, en De eerste dag (76), de komst van het licht, in rood, oranjerood, grijs en zwart. De rechte meetkundige lijnen storen echter zeer. Uit Jesaja verbeeldde hij de tove naar, een figuur in mysterieus zwart, boven een kleurige vogel. De schepping van vissen en vogels kreeg gestalte in no 78: enige kleine witte kringen in een zwart en oranjerood geheel. In den be ginne (79), de woeste en ledige aarde, is een prent waarin vormgeving en kleurgevoel faalde. Ik noteerde nog no 80 in de portefeuille, Gezicht over Je ruzalem ook uit Jesaja, maar de Droom van Nebukadnezar uit Daniël lijkt mij een vergissing. Hij doet mij denken aan beelden uit de film Metropolis van Fritz Lang! De beide olieverven van Bab van Wal- derveen 1931 zijn wel aardig van kleur, maar doen gewild aan. Er zijn beeldhouwers. Frits Kat 1922, een Zeistenaar, lijkt mij het begaafdst. Prachtig zijn de kinderkopjes Boyo en Frankje (43 en 44). Heel plastisch is ook het beeldje in chamotte klei, een kleed. Hoe een eenvoudig gebruiksvoorwerp als een tabakspot een „thing of beauty" kan zijn, tonen de no's 69 en 70, de eer ste uit grijze klei met chroomglazuur, de tweede uit boorzuurklei. Heel fraai is ook de uit rode klei gevormde pot met cobaltglazuur en de randpot van man- gaanklei overdekt met boraxglazuur. De bezoeker staat telkens verrast voor de vernuftig samengestelde en in het licht, dat voor de brede vensters vorste lijk de zaal binnenstroomt, glanzende glazuren. Schouten toont zich een man van ingekeerdheid en contemplates. Alles tezamen een tentoonstelling, die vogels van diverse pluimage toont, wach tend op bezoek van de Veenendalers. D. Philips. De tentoonstelling is tot en met 21 september dagelijks, behalve 's zondags, geopend van 14-17 en van 19-21 uur. Maak een proefrit bij: Auto en motorhandel W. WAAYENBERG Veenendaal - Tel. 08385-4251 Dr. SI. de. Br.str 3 77 trum, overgaand in een pointillistisch verschiet, is feestelijk van coloriet en compositie. Zij heeft iets van affiches bij reisbureaus, overigens geen geringe ver- verdienste. 't Dorp (2) tegen de blauw- violette achtergrond voldoet minder en een gewaagde kleurenstelling van blauw en zwart is wat al te cerebraal. In zijn tekeningen tracht Breed de ruimte en de atmosfeer te verbeelden. Het zijn vlotte ietwat impressionistische zwanger vrouwtje (45) mysterieus weer- notities in enkele rake lijnen, gewoonlijk gevend. De Papoea (47) in brons is Kats in sepia neergezet, zoals Dijk te Kol- gaafste werk, mooi van ritme en allure, horn (5) en Aan de Waver (6). Waar een in meditatie verzonken figuur, leu- hij geometrische lijnen als suggestie van nend op een staf. De bronzeh Paljas (48) de wijdheid in het land tekent, slaagt hijmunt uit door ritmische spanning. Kats minder. Een grotere levendigheid bereikt chamottebeeldje Anerieke (46) blijkt af- hy in Panorama 3 (10). 't Mooist zijn de wezig. Bomen (11) en By Kolhorn (13) in de Edvard Zegers 1927 toont vrije pias- portefeuille waarin hy niet experi- tieken van een dodelijke ernst. Zijn ont- menteert. jwerp voor een tuinbeeld heeft alleen iets Zijn vrouw Alida Maria Breed-Hom- hof 1928 komt in haar linoleumsneden tot een boeiend kleurig spel van zwart en wit. Prenten als Limburg (19) Elec- triciteitspalen (21) en Boman op heuvel (22) sluiten aan bij de beste tradities van de moderne linoleum- en houtsnede in Nederland. De Kip (17) is enigszins onrustig van compositie. De oudere Utrechtenaar A. Frederiks 1907 laat zes dubbel-portretstudles zien in een soort saunguine-krijt gedaan, waarin hij de mens op zijn innerlijk be trapt, soms met een zweem van carica- tuur. Zijn tekening van Hartland in De- vou is mooier dan de sterk topografische stadsgezichten (in portefeuille). Bertus Jonkers 1920 gebruikt in zijn zes structuren fraaie gedempte kleuren, zich uitermate lenend voor textielont- werpen, waarvan hij er enige maakte voor de Ploegstoffenfabriek. Fijne struc turen zijn no 3 (32) in violet en rood en no 2 (31). Zijn mozaïekpaneel 1 (39) is ongestemd en vaag, maar no 2. (40) is een machtig schild van gobelinachtige kleurenmengeling. Jo de Rechtde Graag 1919 draagt een schilderij en drie tekeningen bij. De tekeningen doen erg sculpturaal aan en lijken wel geïinspireerd op beelden van Henri Laurens. Heel mooi is het naakt (52) in omberkleur gedaan. De veel jongere graficus Gerard van Rooy 1938 observeert met liefde de ver schijnselen in de natuur by planten en dieren met een hang naar het mysterie van het sterven en vergaan, het vergan kelijke. De Rivieroever (53), een vis in ontbinding, een ets in aquatint, is een verrukkelijke prent, een fantasmagorie van grote sterkte, evenals het Land schap met de boomstronk (57). Van het I gefascineerd en met overgave gadeslaan speels. Ik zou het graag in grote afme tingen in de zon op een grasmat willen zien. Otto Hamer 1938 exposeert drie ab stracte beelden, waarvan no 29 het best is: een openbarstende bol waarvan de breukstukken in het ritme van ruimten en vormen dragelijk zijn. In de hall staat zijn bronsplastiek (27) een smeedwerk uit halve bollen gevormd, dat iets poë tisch heeft. Buiten de catalogus om is er nog een rank Paardje van Charles Weddepohl, fraai van ritme en balans. Het wandkleed Landschappelijk (64) van Herman Scholten 1932, een Baam- brugger, samengesteld uit rechthoeken en vierkanten van geweven stof, is te egaal van kleur. Warmer doet Sonate (62) aan. Zomer (63) spant de kroon. Het oranjekleurige vierkant beheerst de compositie van dit kleed en suggereert een zomerse gloed. Lockie Zondag, een meisje dat reeds op twaalfjarige leeftijd schilderde, expo seert twee wandkleden, een collage en een gouache. De collage (89) is heel aardig, een plaksel goed van compositie en bloeiend van kleur. Het kleed Soest (87) is ook hecht van compositie en voornaam in zijn aardekleuren, maar de Apostelen (88) zijn krachtiger van war me tinten en hun harmonie. Tenslotte is daar nog de pottenbakker Otto Schouten naar wiens vazen, potten en schalen het een genot is te kijken. Hij gebruikt bijzondere kleisoorten en is een ware alchimist in zijn glazuren. Zijn vaas Wij spraken één dezer dagen met de trainer van de Veenendaalse Atletiek Ver eniging, de heer W. ter Haar. Met hart en ziel zit deze man in de atletieksport en spendeert er veel tyd aan. Behalve de training van VAV die hy verzorgt, komt hij zelf ook in wedstrijden uit. Enthousiast kan hij vertellen over zyn favoriete sport en het gesprek schakelt van regionaal over naar nationaal en van nationaal naar internationaal. Kortgeleden behaalde hij het A-diploma voor atletiek-oefenmeesters in Baarn. Zijn leraar was Wil Westphal en over de ideeën en de moderne opvattingen van deze man is hy byzonder enthousiast. Wil Westphal is de trainer die er toe b(j- droeg dat do Nederlandse herenestafette-ploeg in Boedapest het Nederlands record op de vier keer honderd meter met 0,2 seconde deed sneuvelen. Oefen- meester Ter Haar probeert de richtlijnen van de vrydenkende Westphal zoveel mogelyk in zijn training van de VAV aan te houden. Nieuw Delhi: Een aantal religieuze sekten in India is vastbesloten om te strijden voor de heilige koe. De sekten zijn tegen het slachten van de koeien ter aanvulling van de voedselvoorraden. Er lopen in India miljoenen „heilige" koeien rond. „Wij hebben 80 leden, die actieve be oefenaars van de atletieksport zijn. Daarnaast verzorgen wij dan ook nog de zogenaamde „buikiestraining". Dat laat ste is zaterdagsmorgens en de veteranen die daaraan deelnemen hebben een ge middelde leeftijd van 38 k 39 jaar. Het plan bestaat ook om dinsdagavond deze heren op het Sportpark te gaan trainen. Deze mensen zijn enthousiast; ook bij hen bestaat de wens om eens los te ko men van die kantoorhouding en de spie ren te laten vieren. Wij verwachten over een maand de gymzaal achter de vroegere openbare school tegenover het postkantoor te kun nen betrekken. De prestaties van de VAV zijn niet denderend, maar voor een plaatselijke vereniging is het toch een hele prestatie om iemand te hebben die 1.70 m hoog- springt en iemand die 6 m vérspringt. Die „buikies" doen niet mee aan wed strijden. Met hen gaan we het bos in en alles wat we tegenkomen gebruiken we, als het maar doelgericht is. Komen we een kei tegen, niet langer gedraald, weg drukken en weggooien dat ding. Komen we een greppel tegen, idem dito, niet langer gewacht, tien keer er over sprin gen." Dat zijn woorden van trainer Ter Haar. Na anderhalf jaar studeren be haalde hij op 22 juli van dit* jaar in Baarn het trainersdiploma A. De cursus omvatte alle atletieknummers; eveneens werd veel aandacht besteed aan de atle tiek in spelvorm voor de jeugd. Het is niet de eerste sport van trainer Ter Haar. Judo en boksen, twee sporten die veel van atletiek verschillen, heeft hij ook beoefend. Nu is by hem atletiek al twaalf jaar favoriet. „Met de jeugd werken is prachtig. Ze beleven alles nog zo intens. By de groten is dat niet meer zo het geval. Jammer is het dat meerdere jongens en meisjes bij het bereiken van de leeftyd dat de studie een hartig woordje mee gaat spreken, de atletiekvereniging verlaten. Ik kan me best het standpunt van de ouders inden ken, die zeggen, studie gaat voor sport, maar helemaal losrukken mogen ze de sport van de school toch nooit. Studie is voor de meesten inspanning, een hele dag in dezelfde houding in een bank zit ten en geestelijk werken. Dan is het toch begrijpelijk dat de scholier eens alles los wil gooien in een training, om nu eens de geestelijke inspanning te verwisselen voor de lichamelyke ontspanning. Vele komen van school, van de fabriek of van een kantoor thuis en voelen zich loom en hangen doelloos in een stoel. Met een Hoogspringen, één van de onderdelen van de atletieksport. goede sporttraining valt dan al dat lome van hen af. Natuurlijk, ze komen moe en bezweet thuis en strekken hun benen lui in een makkelijke stoel bij de tele visie. Maar 't gaat niet om de uitwen dige vermoeidheid, maar om het inwen dige, je voelt je een stuk beter en vitaler, alhoewel je al je spieren voelt." „Half oktober hebben we weer de club kampioenschappen op het Sportpark. Dat gebeurt in samenwerking met de Winkeliersvereniging. Ook willen we we derom een Singellóop gaan houden, net zoals verleden jaar. Dit jaar zal dat ech ter in KNAU verband plaats hebben. Deze loop valt samen met de winkeliers- aktie, dat zal dus vermoedelijk half no vember worden. De route zal in overleg met de politie vastgesteld worden. Dat zyn niet de enige programmapunten, we hebben nog veel meer plannen. Als er kleedgelegenheid opdaagt, willen we ook graag een veldloop houden. Het Veenen daalse zwembad zou een mooie kleed gelegenheid zijn. vyf jaar geleden deden we al eens iets in die geest, dat was een cross-country, die vanaf hotel La Mon- tagne van start ging. Een cross-country is zwaarder en vermoeiender, die gaat over woest terrein, terwyi een veldloop gewoon over paden gaat." Deze woorden van trainer Ter Haar hebben hoofdzakeiyk betrekking op de atletiek in onze streek. Het gesprek schakelt nu over naar nationale en in ternationale atletiek. „Hoewel de prestaties van de Neder landers in Boedapest met de Europese kampioenschappen niet fantastisch wa ren, gaat de atletiek, landelijk gezien, toch vooruit. Ten eerste al wat betreft het lendenaantal, dat nog steeds heel snel aangroeit. En ook de prestaties van de Nederlandse estafette-ploeg in Boe dapest mag niet onderschat worden. De vier keer honderd meter werd daar met 0,2 seconde verbeterd. In de KNAU heerst de geest om de training vrijer te maken, dus zuiver aangepast aan het individu. Geen schema's meer, natuurlijk moeten wel de richtlijnen blijven bestaan, dat is normaal, maar het strakke wil men laten varen. Men wil meer gaan kijken naar de sportman of -vrouw als zodanig. Wil Westphal is één van die mensen die nieuwe ideeën opwerpt. Hij is net zo'n figuur als Anton Huiskes met het schaatsen. Huiskes werd er door de KNSB uitgegooid. Westphal heeft geluk kig wel gehoor bij de KNAU. Met zijn training heeft hy de heren estafette-ploeg naar een top gebracht. Hij was myn leraar, 't is een jovele, vrydenkende kerel. Ook heeft hij my bij gebracht dat je bij een training alles moet gebruiken wat je tegenkomt, als het maar doelgericht is." Dan belanden we bij de Olympische Spelen. „Let op, alle sprintrecords sneu velen in Mexico. Van de lange-afstand- records geloof ik het niet. De Australiër Ron Clarke heeft in Mexico City de 5000 meter gelopen. Wat bleek? Hy ging even hard van start als anders, maar na 1800 meter zakte hij terug en was totaal leeg. Daarom is het een allereerste vereiste dat de atleten reeds een drie weken voor het begin van de Olympische Spelen naar Mexico gaan, om daar in de yie lucht te acclimatiseren." Dan komt het werelddeel Afrika aan de orde. „Afrika komt omhoog, het is het werelddeel van de natuurtalenten. De negers hebben hun onafhankelijkheid bij na allemaal gekregen en hebben nu ruimschoots de gelegenheid om in het internationale atletiekgebeuren door te dringen. Vooral op de lange afstand zyn het ware meesters. Denk maar eens aan de marathon. Kortgeleden was het nog de volslagen onbekende Temu uit Kenia die van het wereldrecord op de 1500 me ter, dat op naam stond van Ron Clarke, verleden tijd maakte. Met een goede training, en die hebben de negers in Amerika, hetgeen ook uit hun prestaties blijkt, moeten ook de negers uit Afrika tot de hoogste top kunnen doordringen. Ik sprak eens met een pater die voor een missie in Tanzania geweest was. Het leek me prachtig om die negers daar, met al hun sportgaven, te trainen. Dat zei ik tegen die pater. „Ja," antwoordde hij, „maar daar is één grote moeilijkheid aan verbonden. Diegene die bijvoorbeeld in een hardloopwedstrijd verliest is in staat om door zyn jaloersheid de ander het hoofd af te slaan. Die mensen daar, in hun primitieve levensstaat, hebben geen masker op, zoals de blanken. Een blanke weet jaloersheid goed te camou fleren, hy hangt zelfs zyn overwinnaar om de nek en feliciteert hem lachend, maar van binnen gaat heel wat anders om dan blijdschap om de winst van een ander." Reeds verscheidene jaren organiseert de Veenendaalse motorclub een speciale rit met als doel een vakantie-week te be zorgen aan twee chronische zieken uit ons dorp. Deze maken dan een prachtige vakantie mee op de Roode Kruis „Henri Dunant"-boot. JJ. zaterdag is deze rit verreden en velen hebben daarvan genoten. De heer Jetten uit Ede was de winnaar, die een Roode Kruis aandenken ontving. De kosten van een dergelyke vakan tieweek worden ieder jaar hoger maar het bestuur van de MAC zorgt toch dat er in ieder geval twee patiënten met de boot mee kunnen. Zy moeten daarvoor wel een belangryk bedrag uit de vereni gingsmiddelen bypassen, afgezien van het vele werk dat de organiserende le den tevoren moeten verrichten. Niet al leen het afdelingsbestuur maar ook het Hoofdbestuur van het Roode Kruis stelt dit zeer op prijs. Musketiers heeft voor de tweede maal in deze nog zo jonge competitie een ruime overwinning behaald. Za terdag j.l. wonnen de Elstenaren met 4-1 van Cobu Boys. De eerste periode betekende een ge- lijkopgaande strijd. Na ongeveer 20 minuten scoorde linksbuiten C. Hen zen de eerste goal met een kopbal, 1-0. Vlak hierop was het wederom C. Hen zen die scoorde. 2-0. De ruststand zou zelfs nog 3-0 worden, want midvoor Henzen zag kans van de keepe'r een geslagen man te maken. Na rust bleef Musketiers het over wicht behouden. Linksbuiten Henzen bracht het totaal voor zijn ploeg op 4, terwijl Cobu Boys de eer kon redden. Eindstand 4-1. door Henk van Heeswyk „Meneer Caron, de schuldeisers heb ben maar voor één ding belangstelling: hoe krijg ik mijn centen terug. Bij een faillissement houden ze misschien een kwart over. Misschien slechts twintig procent. U weet, hoe dat gaat. Iets. wat je gedwongen moet verkopen, brengt vooral in deze tijd zowat niets op. Ze kunnen kiezen of delen. En wat denkt u, dat ze doen zullen, als mijn bazen u voordragen als de nieuwe directeur, die ook nog een paar centen meebrengt? Meneer Caron, ze vliegen u< om de hals. Figuurlijk natuurlijk." Willem lachte voor zich uit. „U stelt het allemaal zo mooi en gemakkelijk voor. De praktyk is natuurlijk veel rau wer." „Och, ik dacht, dat dit wel meeviel. U bent een dubbel aanvaardbare kandi daat, meneer Caron, want u brengt uw eigen bedrijf er in onder. En een bedrijf dat kerngezond is. Hoeveel dozen maakt u nu per week?" De bezoeker telde in gedachten enkele cijfers op. „Precies weet ik het niet eens meer, maar het zal schommelen tusen de veertig- en vyftigduizend." Op dit ogenblik werd de deur geopend en Ria van Halen stak haar hoofd om de hoek. „Als ik soms stoor, maar ik heb de thee klaar." „Geweldig, kind, kom er maar mee voor de draad. We hebben dorst gekre gen van al dat redeneren. Meneer Caron, maandag verhoog ik uw jaarkontrakt met twee ton. En ik zal proberen er wat af te krygen. Het zal wel enkele centen blijven, maar dat is per jaar toch nog een heel bedrag. En zal ik een balletje opgooien voor wat de kwestie-Overduin betreft?" Willem nam het hele geval nog steeds niet ernstig. „Welja, u doet maar. Heb ben ze in Oude Pekela een vrolijke maandagochtend." Het meisje kwam binnen met het blad met twee kopjes, maar Van Halen zei: „Kom er zelf ook even bij zitten, kind, dat is wel zo gezellig." Willem genoot van de »hee en keek onderhand de kamer rond. Van Halen volgde zyn blik. „Dat is mijn vrouw," legde hy uit, toen de bezoeker naar een groot damesportret keek, dat aan de wand hing. „Helaas drie jaar geleden gestorven." Hij streelde zyn dochter even over de wang. „Sinds die tyd is Ria mijn grote steun. Af en toe is het nodig, dat we elkaar een beetje opbeuren, hè?" Hy keek het meisje liefdevol aan. De bezoeker keek eens naar het por tret. Ik moet wat vriendelijks zeggen, dacht hij, maar wat? Doch zijn gastheer vervolgde: „Dit najaar zouden we onze zilveren bruiloft gevierd hebben, als ze in leven gebleven was. Maar ja hy zuchtte dat hebben we niet in onze hand." „Hebt u meer kinderen1?" vroeg Wil lem. „Een zoon. Getrouwd met een schat van een vrouw. O, ze zyn hier dikwyls een weekend met hun dochtertje. Ja, ik ben al grootvader, niet Ria?" Ze legde haar'hand op zyn arm.. „Een echt jeugdig uitziende grootvader, vindt u niet, meneer Caron?" Willem knikte naar waarheid. „Ik heb u altyd zo begin veertig geschat." Van Halen boog. „Dat is een compli ment, hè Ria? Ik ben toch heus al acht en vyftig. Mijn vrouw en ik zijn laat getrouwd. We waren beiden al de dertig gepasseerd." „Nog een kopje thee, meneer Caron?" „Om eerlyk te zeggen: heel graag." Van Halen lachte. „Mijn dochter is een expert in alles wat op het huishou den slaat. De man, die haar eens ten altaar voert, krijgt een juweel „Vader, je maakt me verlegen „Kom, kom, de moderne jeugd is niet meer zo gauw verlegen." Toen Willem afscheid nam hield hij het handje van Ria van Halen misschien iets langer vast dan noodzakelijk vas. „Ik vond het erg prettig met u kennis te maken, juffrouw van Halen." „Zegt u maar Ria. En het genoegen was wederzijds. Komt u nog maar eens aanwippen, hoor. Ook zonder zaken te bespreken. U bent welkom." Van Halen lachte breeduit. „Nou, u hoort het, hè? Daar komt u niet onder uit, meneer Caron. Zaterdagsmiddags en -'s avonds zijn we altyd thuis. En als u zich eens een zondag verveelt mag u ook komen. We zullen het erg op prijs stel len." HOOFDSTUK 6 •Willem Caron was wel wat verbaasd, toen hij een schrijven kreeg uit Oude Pekela, waar de directie van de Stro kartonfabriek hem uitnodigde voor een bespreking over de kwestie-Overduin. Als het meneer Caron schikte, werd hy vrijdagmorgen verwacht. Daar feat hy toch wel even van te kyken. „Erica" was een der grootste strokartonfabrieken in het land, die in menige cartonnagefabriek een vinger in de pap had. Dat zou nu ook wel met Overduin het geval zyn. Terwijl hij een sigaret opstak, keek hy door het raam naar het werk. Wat daar aan machines stond was allemaal tweedehands gekocht en by elkaar nog geen drieduizend gulden waard. Maar hij werkte er mee en leverde een goed pro- dukt af. Voor de aardigheid was hij in januari begonnen' met de produktie van kleinere eierdoZfen voor binnenlandse verzending. Het voordeel was, dat ze minder zwaar waren en handiger te los sen en te laden. Naar al zijn afnemers, die eieren leverden aan de winkeliers in het binnenland, had hy een proefexem plaar gezonden met de prijs. Nog die zelfde week had hy de eerste bestelling al in huis. Een werkloze arbeider van Overduin had hy er by in dienst geno men, die samen met een jongen de hele dag deze dozen maakte. Hij keek in het bakje, waarin de or ders lagen. Het naar zich toe trekkend, bekeek hij de getallen. Samen ruim een maand werk. En er ging geen dag voor- by, of er kwamen orders binnen. Hy ver diende een mooie cent, kon zyn perso neel een redelijk loon betalen. Zestien man had hij nu in dienst. Eigeniyk kon hij er best weer een volslagen arbeider bij hebben. Morgen nog maar eens langs het arbeidsbureau lopen. Moeder ^aron was niet zo ingenomen met de snelle uitbreiding van Caron's Eierdozen. Iedere keer, als hy haar ver telde weer iemand in diehst genomen te hebben keek ze hem bedenkeiyk aan en vroeg: „Neem je niet te veel hooi op je vork? Als het nou eens omslaat en je hebt geen werk genoeg? Kun je het alle maal wel verdienen, zoveel mensen iede re week hun loon betalen? Ik voel mé helemaal niet rustig. Bij Overduin wist je wat je had Een enkele keer reageerde haar zoon: „Maar moeder, ik heb een uitvinding ge daan, waar Overduin niet aan wilde! U ziet toch zelf, dat het een goeie vinding was? De meeste grossiers en exporteurs gebruiken nu al mijn dozen in plaats van die dure onhandige houten kisten." „Ja, dat is nu wel mooi. Maar ik heb eens gelezen, dat de meeste uitvinders in armoe en ellende gestorven zyn." Meestal zweeg hy maar. Zyn moeder leefde nog in een andere wereld, die langzamerhand aan het uitsterven was. De wereld van rang en standverschil. Waarin het principe: eens arbeider, al tyd arbeider gold. Als je op die plaats gezet was in het leven, dan moest je dat aanvaarden en tevreden zyn. Het feit, dat haar zoon ontslag genomen had bij „meneer" Overduin, waar hij als jongen van nog geen zestien jaar begonnen was en waar „meneer" Overduin hem alles geleerd had, wat er te leren viel in zo'n fabriek, beschouwde ze als zeer ondank baar. En dus onfatsoenlijk. Dat was een verkeerde stap geweest en dat kon nog wel eens gestraft worden. Hoogmoed komt voor de val. Och nee, daar was niet tegen te praten. Was hij hoogmoedig? Ben je mal. Hij had nu vier man in dienst, die vroeger bij Overduin zijn collega's waren ge weest. Toen was het: „Morgen, Willem." En: „Morgen, Kees." Daar was niets aan veranderd, hoewel er een paar waren, die de eerste morgen gezegd hadden: „Morgen, meneer Caron." Willem had de nieuweling by de schou ders gepakt en hem diep in de ogen ge keken. „Ben je m'n voornaam vergeten, Rijk?" De ander had verlegen gelachen. „Heel niet, maar je bent nu mijn baas, nietwaar?" „Ryk, dat maakt geen verschil. Of wil je me nijdig hebben?" „Ik kijk wel uit, Willem." „Zo mag ik het horen. Nou, ga maai naar Friezen, die zal je wei vertellen, wat je moet doen." „Dank je wel, Willem. Voor het werk, zal ik maar zeggen." „In orde jongen." Hy keek nog steeds door het raam. Af en toe, als hy er zin in had en ei geen administratief werk was, trok hij zyn jas uit en deed een voorschoot aan. Dan stond hy tussen zijn mensen en deed hetzelfde werk. In een monotone regelmaat: platen snijden en hechten. Latjes spijkeren, hoeken omplakken en doorgeven naar een ander, voor d vol gende bewerking. Nee, zijn handen ston den nergens verkeerd voor. Al ben ik honderdmaal baas, ik voel me prettig tussen hen in, net zoals vroeger bij Over duin. In dit opzicht is er niets veranderd. Vrydagsmorgen stapte Willem Caron in de eerste trein. Hij had enkele papie ren by zich. Ze zullen natuurlijk wel naar myn financiële toestand vragen. En willen weten, wat ik allemaal heb. Het zal wel een doodgeboren kindje worden. fWordt vervolgd

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1966 | | pagina 6