UIT DE OUDE DOOS (11)
„De Burgemeester is
trots op
zijn
dahlia
Veenendaal en omstreken
Gttó uinbouwhoekje
Ontmoetingsavonden voor jeugd in
gezellige sfeer
uhUtófL
Nieuwsblad ..DE VALLEI"
vrijdag 14 oktober 1966
10
Jan Verhoef heeft nog meer te vertellen
Ds. Overduin sprak in
O.C.B.
Coupe de La Montagne
VDC II won ook
„Jeugdzorg Rlienen"' weer aktief
ZUIVERE HUID
v
PREDIKING EN TOEPASSING
„Heel vroeger zo begint Jan Verhoef weer was
het oude Boersland zo'n beetje de mesthoop van Veenen
daal. Honderden tonnen „meststoffen" van menselyke af
komst werden daar leeggekiept. Uit diverse delen van Vee
nendaal had de aanvoer plaats. Als je het oude Boersland-
sepad betrad, kwam de lucht je al tegen. Vandaar een reac
tie van my, toen ik een jongetje van een jaar of zeven was.
Ik liep aan de hand van m(jn vader naar de kerk. De domi
nee preekte over Psalm 14. We zongen het derde vers van
deze psalm, waarvan de derde regel luidde: „Het land is
vol van stinkende gebreken". Over deze regel wydde de
dominee nogal uit. Hy sprak met een sombere stem en ik
begon hem geducht te kn\jpen. Schichtig keek lk een paar
keer schuin omhoog naar myn vader, of die het ook wel
hoorde
Voor my stond het vast dat de dominee de toestanden
hekelde op het Boersland. Ik wist dat wy er ook wel eens
een „vrachtje" brachten, en voelde me echt schuldig
Toen de kerk uitging, zei lk tegen myn vader: De domi
nee wist het ook al, vao, van het Boersland. Wat bedoel
je, joggie?, reageerde myn vader. Nou, antwoordde lk, van
die stinkende gebreken op het Boersland!"...
Myn vader moest er om lachen. Dat snapte lk natuuriyk
niet. Trouwens grote mensen begreep je toch nooit. Maar
ik bleef zielsovertuigd, dat de dominee, met het oog op het
Boersland, uit deze Psalm gepreekt had"
ZO BEGROEF MEN VROEGER
„Bekende persoonlijkheden in Vee
nendaal waren vroeger ook de „doodaanzeg-
gers". Zo had je bijvoorbeeld Piet de Kleu-
ver, Jan de Man. Gerrit Hey, enz. Gerrit
Hey was wel de bekendste. Als hij bij de
mensen kwam om mededeling te doen van
«en sterfgeval, deed hij overal hetzelfde pre-
velementje aan de deur. Dat hoorde beslist
zo. Het was natuurlijk maar een formali
teit want in die tijd, kende iedereen, ieder
een. Bijna altijd droegen de buren de baar.
Waren er te weinig, dan namen ze ook de
buren van overkant. De begrafenis had
meestal plaats om een uur of tien. Dat is
dus beduidend wat vroeger dan tegenwoor-
Hi'i.'c Vctsiends-u
Wv-nSsciu' Sehïit
gehuwd. In de buurtschappen Boveneind en
Benedeneind, werd het eerste gedeelte van
de begrafenis afgelegd op een aak. Deze
werd, vanaf het pad naast de gracht, ge
duwd, terwijl de kist onder het rouwkleed
op de aak stond. Waar de sloot ophield,
werd de begrafenisstoet over de weg voort
gezet
DE GARREBAL
„Op een keer was er een sterfgeval
bij ons in de buurt. Het was een kind, dus
werd er gedragen door jonge mensen. Ook
mij werd verzocht te dragen. Nu was het de
gewoonte dat volwassenen bij een begrafenis
egwoonte dat volwassenen bij een begrafenis
een hoge hoed droegen. De jongeren echter,
ik was toen 17, droegen meestal een gari
baldi. Wij spraken dan v. e. „garrebar.
Er waren nog meer jongeren en het was dus
een heel gezoek om voor ieder een passen
de garrebal te vinden. Ik slaagde be
hoorlijk en kon beslag leggen op een goed
passende garrebal. En als de hoed
niet paste, dan werd hij met krantenpapier
wel passend gemaakt.
We waren natuurlijk allen wel een beetje
nerveus, op de dag van de begrafenis. Te
meer daar het sterfgeval echt wel indruk
op ons maakte.
Op de gebruikelijke wijze zette de stoet
zich in beweging, nadat wij onze plaatsen
Huize Veenendaal
Noordsche Schut
aan de baar hadden ingenomen. Alles ging
goed. Toen we zo ongeveer in de buurt bij
de kapper van Eden kwamen, keek ik toe
vallig een keer achterom. Had ik dat
maar niet gedaan. Wat ik zag werkte
namelijk, ondanks de ernstige omstandighe
den sterk op mijn lachspieren. Mijn vriend
die achter mij liep had n.l. een veel te
grote garrebal op z'n hoofd. Ik denk dat
hij de hoed met wat papier passend had ge
maakt, maar dan waarschijnlijk niet doel
treffend genoeg. De hoed hing n.l. bij
na op zijn neus. Evenwel stapte hij dood
ernstig voort. Het was geen gezicht
Ik kon het wel uitbrullen, terwijl ik mijzelf
gelijktijdig beschuldigde hierover. Ieder kent
misschien wel zulk een situatie. Gelukkig
kon ik me bedwingen, maar ik durfde niet
meer te kijken. Ik vónd het al erg
genoeg dat ik zijn gezicht met de overgezak-
te garrebal steeds voor mij had ja, het
was soms wat, vroeger, met die begrafenis
sen. Je kunt je niet voorstellen wat voor een
verzameling hoeden je dan soms te zien
kreeg. Er was van alles bij. Stokoude hoe
den. Groene hoeden. Veel te hoge hoeden.
Scheve hoeden. Te grote en te kleine hoe
den. En ga zo maar door. Het was soms
meer dan erg. Maar wat moest je? De
meeste mensen hadden geen geld om een
nieuwe te kopen. En de traditie bleef voor
schrijven dat er 'n hoge hoed of *n
garrebal moest gedragen worden"
We namen afscheid van De Heer Ver
hoef. terwijl we hem bedankte voor zijn
medewerking aan deze artikelen uit de
oude doos. die hij zelf, zoals hij zeide,
ook altijd met belangstelling las.
Reeds nieuwe kandidaten, met interes
sante verhalen over „vrogger" meldden
zich om ons van „stof' te voorzien
dig Een dag vóór de begrafenis, ging Ger
rit Hey de mensen verzoeken, die bij de be
grafenis aanwezig beliefden te zijn.
Als de dag van de begrafenis was aan
gebroken, werd door sommigen de doods
baar gehaald en onder het raam gezet. Kor
te tijd daarna werd de kist daarop geplaatst.
Met de hoed in de hand liepen de dragers
erop toe. Als tenslotte de stoet achter de
baar had plaatsgenomen, ging Hey voor de
baar staan en keek de dragers even aan.
Dan zei hij twee woorden. En dat waren
altijd dezelfde woorden. Zacht maar uiti
drukkelijk sprak hij: „Nou, jongens!"
Dan namen de dragers de baar op, en zette
de stoet zich in beweging. Alles ging
n.l. te voet. Als ze een eindweegs gelo
pen hadden en de dragers kennelijk teke
nen van vermoeidheid vertoonden, sprak
Gerrit Hey: „Nou, jongens, zèt maar
•ven"
Dan werd de baar neergezet, de stoet
hield een poosje halt en de dragers wis
selden van plaats. Hierna ging de stoet weer
verder. Totdat men eindelijk de begraaf
plaats, in het Achterkerk, bereikte"
Dinsdagmiddag hield ds. J. Overduin
uit Veenendaal een lezing ln het OCB-
gebouw tydens de Ontspanningsmiddag
voor bejaarden. Zijn onderwerp handel
de over de tyd. die hy als evangelisatie
predikant in Amsterdam heeft doorge
bracht.
Voor een aandachtig gehoor vertelde ds.
Overduin in chronologische volgorde hoe
zijn werk daar geweest was. In het begin
was alles nog klein maar langzamerhand
groeide het uit tot een werk dat alleen
met vele medewerkers nog gedaan kon
worden. Ds. Overduin wist met zeer vele
voorbeelden duidelijk te maken, dat het
enige wat er op aan komt is het geloof
in Christus. Na de thee beantwoordde de
spreker de gestelde vragen zeer uitvoe
rig.
Volgende week dinsdag zal de heer Wil
mink een filmmiddag verzorgen in het
OCB-gebouw. Ondermeer zal hij een mooie
film over het koninklijk bezoek aan de
West draaien.
THE QUIBUS FIVE SPEELT
WEER
Zaterdag 22 oktober zal de beatgroep
The Quibus Five weer spelen ln de dan
cing-bar „De Ruif" aan de Nieuweweg. In
verband met de komst van een vermake
lijkheidsbelastingambtenaar moest de eer
ste dansavond onderbroken worden.
BUURTSCHAPPEN
Hoe klein Veenendaal ook was. toch
vormde verschillende delen van het dorp
nog buurtschappen op zichzelf. „Gelders"
verschilde van „Stichts". 't „Beneden
eind" dat alleen bereikbaar was langs een
smal voetpad of per schuit, vormde in zijn
isolement een dorpje op zichzelf.
De bewoners van zulk een buurtschap
hingen gewoonlijk als klitten aan elkaar.
Een huwelijk met iemand uit een andere
buurt kwam niet zo gemakkelijk tot stand.
Wilde b.v. een jongen uit de „Haspel" een
amoreuze relatie aanknopen met een jonk
vrouw van het Benedeneind, dan kon hij ge
rust rekenen op het verzet van de jonge
lingschap, van deze buurtschap.
Maar ook bij de begrafenis speelden de
buurtschappen 'n rol. Woonde men wat
uit elkaar, men bleef toch als buren sterk
betrokken bij een sterfgeval. Er werd door
gaans bij gehuwden, óók door gehuwden
gedragen! Stierf er iemand die ongehuwd
was, dan waren meestal ook de dragers on-
„In 1930 begon ik in Aalsmeer voor de veiling te wer
ken. Het was geen beste tijd, want in die crisisjaren wa
ren de mensen niet erg kooplustig. Een dahliastek bracht
vier cent op en je was blij als je een week-inkomen had
van zestien gulden".
Dat zegt de heer A. van Luyk, nadat hij enkele klan
ten aan een aantal fraaie dahlia's heeft geholpen. Zijn
bloemenkwekerij, twee jaar geleden op doktersadvies in
het hoger gelegen Rhenen begonnen, ligt tegen de zuid
helling van de Grebbeberg, dichtbij de Rijn.
„Twee jaar geleden kwamen we ons hier vestigen, het
was een rimboe op deze plaats, er stonden een aantal
oude, vervallen kippenhokken, maar nadat de bulldozer
verscheen, was het pleit gauw beslecht en konden we be
ginnen met het bouwen van de kassen. Mijn zoon bevond
zich al langer in Rhenen, hij werkt op Heimerstein, maar
wanneer hij zich enigszins kan vrijmaken, dan helpt hij
hier in de kwekerij".
Men zou het niet direkt zeggen, maar
van een bloemenkwekerij valt bijzonder
veel te vertellen. De heer Van Luyk
praat graag over zijn begintijd, over het
opkomen van het bedrijf en van zijn
komst naar Rhenen.
„Als jongen had ik altijd al een zwak
voor bloemen, in het bijzonder voor dah
lia's. Ik denk dat het in 1930 was, dat
ik voor de veiling begon te werken. Toen
brachten stekken, want daarvan kweek
te ik er per jaar zo'n 150.000, slechts
vier cent op. Tegenwoordig brengt een
stek ongeveer twee kwartjes op. Sinds
die begintijd zijn mijn bloemen al 24
keer tentoongesteld, o.a. op de Floriade
in Rotterdam. Dat was in 1960 en toen
won ik goud".
Dat dat niet de enigste prijs is, be
wijst een lijst aan de muur van een
klein kantoortje, die opgevuld is met
diverse zilveren en gouden medailles,
alsmede een aantal getuigschriften. Dat
er niet meer hangen, komt door het feit
dat de lijst niet groter is.
Kortgeleden werd de Vogeltentoonstel
ling in gebouw Irene werkelijk prachtig
opgesierd door boeketten dahlia's van
de meest uiteenlopende grootte en kleur.
De dahlia's hebben ook de vreemdste
namen. De zoon de heer J. van Luyk,
vertelt daarover.
„We hebben bijvoorbeeld een dahlia
vernoemd naar Tilly van der Zwaard, die
atlete. Dat kwam zo. Haar vader had
een winkel in Aalsmeer en wij kochten
daar vaak en kenden die mensen dus
goed. Toen won Tilly van der Zwaard
tijdens atletiek-kampioenschappen de
derde prijs en het toeval wilde dat wij
net een nieuw soort dahlia gekweekt
hadden. Als wij een nieuw soort hebben,
dan gaat die naar de keuring en zo ook
deze. De bloem werd goedgekeurd en
toen moest het geval natuurlijk een
naam hebben. Je wilt natuurlijk een
goed klinkende naam hebben, dat valt
niet altijd mee. Maar toen dat van Tilly
van der Zwaard bekendgemaakt werd,
kwamen we op het idee om de bloemen
naar haar te vernoemen. Zo gezegd, zo
gedaan, de bloem kreeg haar naam.
Tilly van der Zwaard was er bijzonder
(ANTWOORD
AAN VRAGENSTELLERS)
MevT. C. de R.-B. te Veenendaal heeft
een uitgebreide Gloxinia en vraagt,
mede namens meerdere liefhebsters,
raad ten aanzien van het overhouden
van deze planten en weer opnieuw in
bloei brengen. Zie hier mijn ant
woord: geeft u vanaf heden steeds
minder water, de plant gaat de rust
tijd in. Zet het hele geval, met pot en
al, in een niet te warme ruimte en
laat haar daar overwinteren. U laat
dus de knol in de pot en de bladeren
sterven af.
Geef gedurende de gehele winter
absoluut geen water, het geval moet
geheel droog blijven. Eind februari
begin maart maakt u de knol schoon.
Neem dan een grondmengsel bestaan
de uit bladaarde, en turfmolm, waar
aan wat scherp zand (metselzand)
wordt toegevoegd. Zet de knol in de
zelfde schoongemaakte pot. Zie toe,
dat de bovenkant van de knol na het
aandrukken van de grond gelijk komt
met het aardoppervlak van de pot
grond. Hierna geeft u flink water en
t het geval op een licht en warm
plekje. Daarna geeft u minder water
(weinig) en u geeft pas weer meer
water als de bladeren verschijnen en
de knol wortel heeft gemaakt. Dat
duurt ongeveer drie weken. Houdt u
dan de Gloxinia gelijkmatig vochtig
en geeft nu en dan wat bemesting. Al
vrij spoedig verschijnen de eerste
bloemknoppen. Komen er na langere
tijd nog geen bloemknoppen te voor
schijn, breek dan een blad weg,
meestal heeft dit tot gevolg dat er
daarna wel bloemknoppen verschij
nen.
Het is mij bekend, dat er liefheb
bers zijn die met bovenstaande be-
handeling een Gloxinia ettelijke jaren
achtereen in bloei verkregen. Succes!
Wat uw vraag over de Caladium
betreft, het volgende: het is absoluut
een heel gewoon verschijnsel dat in
de loop van de zomer de fraaie sier-
bladplant Caladium, haar bladeren
liet vallen. Dan mag geen water
meer gegeven worden. Zet de knol
met pot en al in een droge kamer-
kast en laat haar de hele winter aan
haar lot over. Vroeg in het voorjaar
verwijdert u alle grond en pot de
plant opnieuw in verse bloemisten-
grond op. De Caladium is één
van de weinige planten die beslist
volle zon moeten hebben.
In vele tuinen werd bij de aanplant
van diverse heestergewassen onvol
doende rekening gehouden met de
decoratieve tinten van de bladeren
en vruchten. Dat wreekt zich om
deze tijd van het jaar. Weinig of in
het geheel niets bemerkt men in zulk
een tuin van het fraaie kleurenspel
dat vrie-d herfst ons biedt. Zo'n tuin
is dood en spreekt niet. Rooi die oude
heesters er uit en plant er die hees
tersoorten voor in de plaats die in de
herfst een fraai kleuren- en vlam
menspel opvoeren met hun bladeren
en fraaie besvruchten.
Oktober is de maand die ons naar
het bos lokt om te genieten van de
ongemeen fraaie hefsttinten. De
herfst staat op het punt om ons voor
geruime tijd te verlaten, zij heeft
haar afscheidskleed reeds aangetrok
ken en wij voelen dat de herfst al
reeds een heel eind op weg is. Men
ziet het leven der bladeren in een
fraai kleurenspel ten onder gaan met
vliegende vaandels, spelende pijpers
en slaande trommels.
Oktober is een maand van verlief
den, deze maand omvat alle seizoe
nen: zonnige dagen, verhullende mist,
stormen waar men tegenop moet tor
nen, alles schoonspoelende regen en
soms vorst die de wereld wit maakt.
Wanneer wij thans onze blik rich
ten op het vele moois dat Vadertje
Herfst ons schenkt, dan overmees
terd de echte natuurliefhebber een
gevoel van dankbaarheid, van ach
ting en eerbied voor dit zo produc
tieve voorwerp der schepping. Het is
een gevoel, de mens waardig, wan
neer men met een gevoel van dank
baarheid het bewustzijn in zich leven
dig voelt worden van de afhankelijk
heid van wat ons omringt, onverschil
lig of het nu een milddragende
vruchtboom of een sierheester is.
De herfst noemt afscheid. De laat
ste ogenblikken die wij nu nog met
zijn decoratieve kleurenspel mogen
doorbrengen zijn heilige ogenblikken.
Door dezelfde gedachten worden wij
beheerst, de gedachten aan de ledig
heid, de verlatenheid, die onvermij
delijk op het ogenblik van scheiden
volgt. Dit bewustzijn is het zekerste
kenmerk van vriendschap. Op schone
herfstdagen komen gedachten van
't vele moois dat de herfst ons biedt.
sterk naar voren. Het scheiden wekt
een droevige, maar tevens verster
kende gewaarwording voor het ge
moed.
Ik durf vertrouwen, dat mijn lezers
en lezeressen het mij, nu voor ons
zulk een ogenblik van scheiden in de
bloemtijd spoedig gaat aanbreken,
wel ten goede zullen rekenen, wan
neer ik hier enige dichtregelen laat
volgen, die ik voor jaren terug eens
in het album van een vriend schreef:
Als ik van u, o goede! scheiden moet,
Dan, zeker, schokt de droefheid mijn
[gemoed.
Toch is 't geen smart, die ik vliedt,
Als griefden mij de tranen al te zeer:
Neen, weet, Vriend! waarom ik altijd
[weer
Aan het droef vaarwel het hoofd
[kloekmoedig biedt:
Zie, als het uur des afscheids slaat,
En 't WARE en SCHOON, dat ooit
[mijn ziel mocht vinden,
Recht levend mij voor de ogen staat
En ik weet, dat ook de ziel van mijn
[vriend.
Die rijkdom deeld, die nimmer ons
[verlaat,
Dan is het, of mij alles opengaat.
In zulk een uur wordt ons een nieuw
[geluk gegeven:
Want week is 't hart, waarin men
[dan
Op ieder sluimerend edel streven
Zijn stempel drukken kan.
Zo wordt door het scheiden onze WIL
[gesteven,
Zo sterkt het scheiden zelf ons
[HOGER LEVEN
E. J. Grijsen-Rhenen.
Overzicht plantage
van de heer
A. van Luyk
mee in haar schik en dat blijkt wel uit
haar schrijven zo nu en dan".
GROOTMAJOOR
De heer A. van Luyk vervolgt: „We
hebben nu zo'n 8000 dahliaplanten op de
kwekerij staan, 100 verschillende soor
ten. Tot nu toe hebben wij 14 nieuwe
kleuren gekweekt, waarvan er enkele
onder nummer op het land staan. Die
planten hebben nog geen naam, maar
dat komt nog wel".
„Zo was het een tijdje geleden dat er
een man bijna de gehele dag over de
kwekerij zwalkte. Hij scheen familie te
hebben in Rhenen en kwam nu bij ons
kijken.
Nu, we hadden geen flauw idee wie
het was en we lieten die man rustig zijn
gang gaan. Tegen de avond ging hij
weg, bedankte voor het rondkijken en
gaf mijn zoon een kaartje. Die zegt
Vader, weet je wie dat was". Zeg ik:
Geen flauw idee". Zegt hij: „Een groot
majoor van het Belgische leger". Kort
om, we hebben nu een bloem die Groot
majoor Combel heet."
„Verder hebben wij nog nieuwe soor
ten, die vernoemd zijn naar mijn klein
dochter en kleinzoon".
BURGEMEESTER
BOSCH RIDDER VAN ROSENTHAL
J. van Luyk: „D'r is ook een dahlia,
de grootste weliswaar van ons bedrijf,
maar niet de allergrootste die er bestaat,
die vernoemd is naar de burgemeester
van Rhenen. De doorsnee is maar liefst
30 centimeter. De burgemeester is er
erg trots op, met de Vogel- en Bloemen
tentoonstelling enkele weken geleden
kwam hij binnen en vroeg direkt „Waar
is mijn bloem?".
„De kleinste daTdia die er is heet de
Topmise Brownie en is slechts ander
halve centimeter in doorsnee".
„We kweken niet alleen dahlia's dat
is wel het belangrijkste, maar ook veel
kamerplanten zoals cyclamen".
KEURINGEN
De zoon van de heer A. van Luyk ant
woordt op onze vraag of er wel eens te
genslagen zijn. „Die zijn er zeker. Soms
kun je in het voorjaar van de 100.000
stekken er 30.000 weggooien omdat ze
ziek zijn. Dat betekent een grote strop.
Ook het kweken van een nieuwe soort
valt niet mee. Mocht je een nieuwe
kleur dahlia hebben, hetgeen zeker drie
of vier jaar duurt, dan moet de bloem
door zoveel keuringen heen, dat het een
grote meevaller is wanneer hij door de
eindkeuring heenkomt, want het is ten
slotte precies als met alles, één is de
beste. Komt hij niet door de laatste
keuring heen, dan daalt de bloem aan
merkelijk in prijs".
„In Aalsmeer was onze uitvoer naar
het buitenland groter dan tegenwoordig.
Nu is het slechts ongeveer 40%, veel
dahlia's vinden namelijk hun weg naar
st reekafnemers".
„Ook komen er drie keer per jaar
keurmeesters op de kwefterij en die ha
len de zieke planten eruit. Mocht er van
een bed meer dan 7% ziek zijn, dan gaat
alles eruit. Het is dus zaak voor ons
zelf zieke stekken eruit te halen, zodat
het bed gezond blijft en je niet het risi
co loopt het grootste deel van je stek
ken te verliezen door de keurmeesters
llie echt niet kinderachtig zijn".
„Dit jaar hebben wij het certificaat
van gezondheid, hetgeen vooral van be
lang is voor de goede naam van je be
drijf en in vrij grote mate ook voor de
exporteur, die natuurlijk de gezondste
stekken wil verzenden naar het buiten
land en altijd naar het certificaat
vraagt".
SLECHTE BETALER
„Engeland was vroeger onze grootste
afnemer, tegenwoordig is het West-
Duitsland. Canada staat bekend als een
slechte betaler. Wij moeten meestal een
aantal maanden wachten op ons geld en
er kwam eens bericht dat het grootste
gedeelte van de geleverde stekken ziek1
was. Nu wilde het toeval dat een broer
van me in Canada was en die i3 toen
eens gaan kijken. Wat bleek? De plan
ten stonden er best bij en van ziek zijn
was nagenoeg geen sprake".
De MAC Veenendaal organiseert za
terdag de Coupe de La Montagne-rit.
Dit is de jaarlijkse rit om de wissel
beker, over een afstand van ongeveer
150 km, voor auto's, motoren en scoo
ters.
De start is om 10 uur bij hotel La
Montagne. Inschrijven is mogelijk van
af 9.15 uur. In de rit is een verplichte
rust van een uur opgenomen.
DRIJVEND DE WERELD ROND
Dinsdag 18 oktober komt ds. W. Wil-
lemsen uit Zeist naar Veenendaal. Voor
de afdeling van de Nederlandse Chris
ten Vrouwenbond zal hij een lezing
houden die als titel heeft: „Met een
drijvende pastorie de Wereld rond." De
avond begint om 19.45 uur en wordt
gehouden in het OCB-gebouw.
Het tweede tiental van VDC speelde
maandagavond in 't Trefpunt een wed
strijd tegen dKK II uit Baarn. Even
als het eerste wist ook VDC II zich te
herstellen van de eerder geleden ne
derlaag. De uitslag is (resp. VDC II en
OKK II): Kalter - A. van Oosterom
0-2, De Roder - M. van Spruit 0-2, W.
de Kleuver - D. Hut 1-1, Tollenaar -
M. Limper 2-0, N. Valkenburg - T.
Willemsen 2-0, G. Valkenburg - A.
Stroo 1-1, Van Nieuwamerongen - C.
T. de Bruin 2-0, Meerveld - F. Dijs 2-0,
Van de Bovenkamp - J. Soer 1-1, Ver
hoef - R. J. Veldhuis 1-1. Totaal 12-8.
Maandagavond speelt VDC II een
thuiswedstrijd tegen UDG III uit
Utrecht. VDC I wacht dinsdagavond
een zware wedstrijd in Woerden tegen
de club van die naam. De pas gepromo
veerde Woerdenaren hebben nu in IA
de leiding.
RHENEN - De stichting „Jeugdzorg Rhenen" is dinsdagavond het nieuwe sei
zoen begonnen met een instuifavond in „Bella Vista". Wethouder Mr. J. Deen
toonde door zyn aanwezigheid belangstelling voor het jeugdwerk en liet zich
uitvoerig inlichten over de aktiviteiten tydens de Instuifavonden. De nieuwe
wethouder bezichtigde het gebouw, dat de afgelopen weken een enorme ver
andering heeft ondergaan. Het interieur biedt de jeugd vergeleken met vorige
jaren meer gezelligheid en men zoü dan op het ogenblik ook eerder spreken
van „ontmoetingscentrum" dan van „instuif.
De stichting overweegt om binnen
niet al te lange tijd een vaste jeugd
werkleider aan te stellen. Op het ogen
blik is hier echter niet voldoende geld
voor beschikbaar, zodat één en ander
niet op staande voet gerealiseerd kan
worden. Zodra de stichting echter de
mogelijkheid ziet, zal onmiddellijk ge
tracht worden een „full-time" leiding
aan te trekken, waarschijnlijk bestaan
de uit twee personen. Een en ander
bleek uit een gesprek met de maat
schappelijk werker in de gemeente
Rhenen, de heer B. Both, die zich mo
menteel veel bezig houdt met het
jeugdwerk. De heer Both doet het werk
met plezier, maar zegt hij: „Als je er
aan begint moet je het ook goed doen.
Het is raar, maar het lijkt wel of er
steeds meer werk in gaat zitten. Wij,
dat zijn de mensen, die het jeugdwerk
daadwerkelijk ter zijde staan, zijn bij
na geen één avond in de week meer
thuis. Hieruit blijkt, dat een jeugd
leider voor de gemeente Rhenen geen
overbodige luxe meer is. De instuif
avonden, die op dinsdag, woensdag en
donderdag worden gehouden, worden
per avond gemiddeld bezocht door ruim
70 jongelui. Daar heb je werkelijk je
handen aan vol. Een tweetal jeugd
leiders zou mét onze hulp veel inten
siever te werk kunnen gaan. We kon
den de instuif dan bijvoorbeeld ook op
zaterdagavond openstellen. Dat is nu
juist de belangrijkste avond om de
jeugd op te vangen. We zouden daar
nu ook al wel mee willen beginnen,
maar het is geloof ik verstandiger er
mee te wachten tot het zover is, an
ders groeit het ons allemaal boven het
hoofd." Vol enthousiasme toonde de
maatschappelijk werker ons het ver
beterde interieur van het gebouw en
vertelde hij de plannen voor het ko
mende seizoen.
PUROL en PU ROL-poeder
ELSPEET. In de Ned. Hervormde school te Elspeet is men deze week begonnen met
het uitdelen, aan de kinderen die van hun ouders toestemming kregen, onder toe
zicht van de schoolarts dr. D. Brouwer. (BOVEN)
ELSPEET. In de Ned. Hervormde school te Elspeet is men begonnen met het uitdelen
van suikerklontjes met serum tegen polio. Hier de kinderen uit de twee klassen die
van h"" oudara geu toestemming kregen hot vaccin in te nemen. (ONDER).
De instuifavonden in „Bella Vista" -
de oude ambtswoning van de burge
meester - zijn bijzonder populair bij
de jeugd. Men kan er zich op velerlei
manier vermaken in een gezellige sfeer.
De grote kamer op de benedenver
dieping is veranderd in een genoeg
lijke ruimte met diverse gezellige zitjes
en een bar, die dinsdagavond direkt al
bijzonder in trek bleek te zijn. Mevr.
Cuperi, die 's avonds de leiding op zich
heeft genomen, heeft gezamenlijk met
haar dochter bijzonder veel werk ge
had aan de verschillende veranderin
gen, evenals de overige personen, die
altijd veel doen voor het jeugdwerk in
Rhenen, zoals de heren Landman, Van
de Bovenkamp, Kriek. Van de Heuvel
en Cuperi.
Het komende seizoen zal voor de
eerste maal in de geschiedenis van het
Rhenense jeugdwerk contributie wor
den geheven. Een en ander houdt nauw
verband met een Rijkssubsidie, die pas
wordt verstrekt indien een maandelijk
se bijdrage voor de bezoekers verplicht
gesteld is. Per maand bedraagt deze
contributie slechts f 0.60, zodat dit voor
de jeugd geen enkel bezwaar behoeft
te betekenen. Dankzij de vele subsidies
van Rijk en Gemeente heeft het jeugd
werk in Rhenen echter al kans gezien
in zeer korte tijd van niets tot iets uit
te groeien.
De instuifavonden, of liever gezegd
„ontmoetingsavonden" zijn toegankelijk
voor jongelui van 13 tot 21 jaar. Zij
kunnen modelbouw verrichten, leren
hoe een radio gebouwd wordt, biljar
ten. schieten of gezellig een consump
tie gebruiken aan de bar. Bovendien
wordt iedere donderdagavond handen
arbeid gegeven aan meisjes van 13 tot
18 jaar door Irene van Egmond, onder
wijzeres in Rhenen. Voorts bestaat het
plan om het komende seizoen film- en
dansavonden voor de jeugd te organi
seren. Kortom: de jeugd in Rhenen be
hoeft zich de komende winter beslist
niet te vervelen.