UIT DE OUDE DOOS (11) „De Burgemeester is trots op zijn dahlia Veenendaal en omstreken Gttó uinbouwhoekje Ontmoetingsavonden voor jeugd in gezellige sfeer uhUtófL Nieuwsblad ..DE VALLEI" vrijdag 14 oktober 1966 10 Jan Verhoef heeft nog meer te vertellen Ds. Overduin sprak in O.C.B. Coupe de La Montagne VDC II won ook „Jeugdzorg Rlienen"' weer aktief ZUIVERE HUID v PREDIKING EN TOEPASSING „Heel vroeger zo begint Jan Verhoef weer was het oude Boersland zo'n beetje de mesthoop van Veenen daal. Honderden tonnen „meststoffen" van menselyke af komst werden daar leeggekiept. Uit diverse delen van Vee nendaal had de aanvoer plaats. Als je het oude Boersland- sepad betrad, kwam de lucht je al tegen. Vandaar een reac tie van my, toen ik een jongetje van een jaar of zeven was. Ik liep aan de hand van m(jn vader naar de kerk. De domi nee preekte over Psalm 14. We zongen het derde vers van deze psalm, waarvan de derde regel luidde: „Het land is vol van stinkende gebreken". Over deze regel wydde de dominee nogal uit. Hy sprak met een sombere stem en ik begon hem geducht te kn\jpen. Schichtig keek lk een paar keer schuin omhoog naar myn vader, of die het ook wel hoorde Voor my stond het vast dat de dominee de toestanden hekelde op het Boersland. Ik wist dat wy er ook wel eens een „vrachtje" brachten, en voelde me echt schuldig Toen de kerk uitging, zei lk tegen myn vader: De domi nee wist het ook al, vao, van het Boersland. Wat bedoel je, joggie?, reageerde myn vader. Nou, antwoordde lk, van die stinkende gebreken op het Boersland!"... Myn vader moest er om lachen. Dat snapte lk natuuriyk niet. Trouwens grote mensen begreep je toch nooit. Maar ik bleef zielsovertuigd, dat de dominee, met het oog op het Boersland, uit deze Psalm gepreekt had" ZO BEGROEF MEN VROEGER „Bekende persoonlijkheden in Vee nendaal waren vroeger ook de „doodaanzeg- gers". Zo had je bijvoorbeeld Piet de Kleu- ver, Jan de Man. Gerrit Hey, enz. Gerrit Hey was wel de bekendste. Als hij bij de mensen kwam om mededeling te doen van «en sterfgeval, deed hij overal hetzelfde pre- velementje aan de deur. Dat hoorde beslist zo. Het was natuurlijk maar een formali teit want in die tijd, kende iedereen, ieder een. Bijna altijd droegen de buren de baar. Waren er te weinig, dan namen ze ook de buren van overkant. De begrafenis had meestal plaats om een uur of tien. Dat is dus beduidend wat vroeger dan tegenwoor- Hi'i.'c Vctsiends-u Wv-nSsciu' Sehïit gehuwd. In de buurtschappen Boveneind en Benedeneind, werd het eerste gedeelte van de begrafenis afgelegd op een aak. Deze werd, vanaf het pad naast de gracht, ge duwd, terwijl de kist onder het rouwkleed op de aak stond. Waar de sloot ophield, werd de begrafenisstoet over de weg voort gezet DE GARREBAL „Op een keer was er een sterfgeval bij ons in de buurt. Het was een kind, dus werd er gedragen door jonge mensen. Ook mij werd verzocht te dragen. Nu was het de gewoonte dat volwassenen bij een begrafenis egwoonte dat volwassenen bij een begrafenis een hoge hoed droegen. De jongeren echter, ik was toen 17, droegen meestal een gari baldi. Wij spraken dan v. e. „garrebar. Er waren nog meer jongeren en het was dus een heel gezoek om voor ieder een passen de garrebal te vinden. Ik slaagde be hoorlijk en kon beslag leggen op een goed passende garrebal. En als de hoed niet paste, dan werd hij met krantenpapier wel passend gemaakt. We waren natuurlijk allen wel een beetje nerveus, op de dag van de begrafenis. Te meer daar het sterfgeval echt wel indruk op ons maakte. Op de gebruikelijke wijze zette de stoet zich in beweging, nadat wij onze plaatsen Huize Veenendaal Noordsche Schut aan de baar hadden ingenomen. Alles ging goed. Toen we zo ongeveer in de buurt bij de kapper van Eden kwamen, keek ik toe vallig een keer achterom. Had ik dat maar niet gedaan. Wat ik zag werkte namelijk, ondanks de ernstige omstandighe den sterk op mijn lachspieren. Mijn vriend die achter mij liep had n.l. een veel te grote garrebal op z'n hoofd. Ik denk dat hij de hoed met wat papier passend had ge maakt, maar dan waarschijnlijk niet doel treffend genoeg. De hoed hing n.l. bij na op zijn neus. Evenwel stapte hij dood ernstig voort. Het was geen gezicht Ik kon het wel uitbrullen, terwijl ik mijzelf gelijktijdig beschuldigde hierover. Ieder kent misschien wel zulk een situatie. Gelukkig kon ik me bedwingen, maar ik durfde niet meer te kijken. Ik vónd het al erg genoeg dat ik zijn gezicht met de overgezak- te garrebal steeds voor mij had ja, het was soms wat, vroeger, met die begrafenis sen. Je kunt je niet voorstellen wat voor een verzameling hoeden je dan soms te zien kreeg. Er was van alles bij. Stokoude hoe den. Groene hoeden. Veel te hoge hoeden. Scheve hoeden. Te grote en te kleine hoe den. En ga zo maar door. Het was soms meer dan erg. Maar wat moest je? De meeste mensen hadden geen geld om een nieuwe te kopen. En de traditie bleef voor schrijven dat er 'n hoge hoed of *n garrebal moest gedragen worden" We namen afscheid van De Heer Ver hoef. terwijl we hem bedankte voor zijn medewerking aan deze artikelen uit de oude doos. die hij zelf, zoals hij zeide, ook altijd met belangstelling las. Reeds nieuwe kandidaten, met interes sante verhalen over „vrogger" meldden zich om ons van „stof' te voorzien dig Een dag vóór de begrafenis, ging Ger rit Hey de mensen verzoeken, die bij de be grafenis aanwezig beliefden te zijn. Als de dag van de begrafenis was aan gebroken, werd door sommigen de doods baar gehaald en onder het raam gezet. Kor te tijd daarna werd de kist daarop geplaatst. Met de hoed in de hand liepen de dragers erop toe. Als tenslotte de stoet achter de baar had plaatsgenomen, ging Hey voor de baar staan en keek de dragers even aan. Dan zei hij twee woorden. En dat waren altijd dezelfde woorden. Zacht maar uiti drukkelijk sprak hij: „Nou, jongens!" Dan namen de dragers de baar op, en zette de stoet zich in beweging. Alles ging n.l. te voet. Als ze een eindweegs gelo pen hadden en de dragers kennelijk teke nen van vermoeidheid vertoonden, sprak Gerrit Hey: „Nou, jongens, zèt maar •ven" Dan werd de baar neergezet, de stoet hield een poosje halt en de dragers wis selden van plaats. Hierna ging de stoet weer verder. Totdat men eindelijk de begraaf plaats, in het Achterkerk, bereikte" Dinsdagmiddag hield ds. J. Overduin uit Veenendaal een lezing ln het OCB- gebouw tydens de Ontspanningsmiddag voor bejaarden. Zijn onderwerp handel de over de tyd. die hy als evangelisatie predikant in Amsterdam heeft doorge bracht. Voor een aandachtig gehoor vertelde ds. Overduin in chronologische volgorde hoe zijn werk daar geweest was. In het begin was alles nog klein maar langzamerhand groeide het uit tot een werk dat alleen met vele medewerkers nog gedaan kon worden. Ds. Overduin wist met zeer vele voorbeelden duidelijk te maken, dat het enige wat er op aan komt is het geloof in Christus. Na de thee beantwoordde de spreker de gestelde vragen zeer uitvoe rig. Volgende week dinsdag zal de heer Wil mink een filmmiddag verzorgen in het OCB-gebouw. Ondermeer zal hij een mooie film over het koninklijk bezoek aan de West draaien. THE QUIBUS FIVE SPEELT WEER Zaterdag 22 oktober zal de beatgroep The Quibus Five weer spelen ln de dan cing-bar „De Ruif" aan de Nieuweweg. In verband met de komst van een vermake lijkheidsbelastingambtenaar moest de eer ste dansavond onderbroken worden. BUURTSCHAPPEN Hoe klein Veenendaal ook was. toch vormde verschillende delen van het dorp nog buurtschappen op zichzelf. „Gelders" verschilde van „Stichts". 't „Beneden eind" dat alleen bereikbaar was langs een smal voetpad of per schuit, vormde in zijn isolement een dorpje op zichzelf. De bewoners van zulk een buurtschap hingen gewoonlijk als klitten aan elkaar. Een huwelijk met iemand uit een andere buurt kwam niet zo gemakkelijk tot stand. Wilde b.v. een jongen uit de „Haspel" een amoreuze relatie aanknopen met een jonk vrouw van het Benedeneind, dan kon hij ge rust rekenen op het verzet van de jonge lingschap, van deze buurtschap. Maar ook bij de begrafenis speelden de buurtschappen 'n rol. Woonde men wat uit elkaar, men bleef toch als buren sterk betrokken bij een sterfgeval. Er werd door gaans bij gehuwden, óók door gehuwden gedragen! Stierf er iemand die ongehuwd was, dan waren meestal ook de dragers on- „In 1930 begon ik in Aalsmeer voor de veiling te wer ken. Het was geen beste tijd, want in die crisisjaren wa ren de mensen niet erg kooplustig. Een dahliastek bracht vier cent op en je was blij als je een week-inkomen had van zestien gulden". Dat zegt de heer A. van Luyk, nadat hij enkele klan ten aan een aantal fraaie dahlia's heeft geholpen. Zijn bloemenkwekerij, twee jaar geleden op doktersadvies in het hoger gelegen Rhenen begonnen, ligt tegen de zuid helling van de Grebbeberg, dichtbij de Rijn. „Twee jaar geleden kwamen we ons hier vestigen, het was een rimboe op deze plaats, er stonden een aantal oude, vervallen kippenhokken, maar nadat de bulldozer verscheen, was het pleit gauw beslecht en konden we be ginnen met het bouwen van de kassen. Mijn zoon bevond zich al langer in Rhenen, hij werkt op Heimerstein, maar wanneer hij zich enigszins kan vrijmaken, dan helpt hij hier in de kwekerij". Men zou het niet direkt zeggen, maar van een bloemenkwekerij valt bijzonder veel te vertellen. De heer Van Luyk praat graag over zijn begintijd, over het opkomen van het bedrijf en van zijn komst naar Rhenen. „Als jongen had ik altijd al een zwak voor bloemen, in het bijzonder voor dah lia's. Ik denk dat het in 1930 was, dat ik voor de veiling begon te werken. Toen brachten stekken, want daarvan kweek te ik er per jaar zo'n 150.000, slechts vier cent op. Tegenwoordig brengt een stek ongeveer twee kwartjes op. Sinds die begintijd zijn mijn bloemen al 24 keer tentoongesteld, o.a. op de Floriade in Rotterdam. Dat was in 1960 en toen won ik goud". Dat dat niet de enigste prijs is, be wijst een lijst aan de muur van een klein kantoortje, die opgevuld is met diverse zilveren en gouden medailles, alsmede een aantal getuigschriften. Dat er niet meer hangen, komt door het feit dat de lijst niet groter is. Kortgeleden werd de Vogeltentoonstel ling in gebouw Irene werkelijk prachtig opgesierd door boeketten dahlia's van de meest uiteenlopende grootte en kleur. De dahlia's hebben ook de vreemdste namen. De zoon de heer J. van Luyk, vertelt daarover. „We hebben bijvoorbeeld een dahlia vernoemd naar Tilly van der Zwaard, die atlete. Dat kwam zo. Haar vader had een winkel in Aalsmeer en wij kochten daar vaak en kenden die mensen dus goed. Toen won Tilly van der Zwaard tijdens atletiek-kampioenschappen de derde prijs en het toeval wilde dat wij net een nieuw soort dahlia gekweekt hadden. Als wij een nieuw soort hebben, dan gaat die naar de keuring en zo ook deze. De bloem werd goedgekeurd en toen moest het geval natuurlijk een naam hebben. Je wilt natuurlijk een goed klinkende naam hebben, dat valt niet altijd mee. Maar toen dat van Tilly van der Zwaard bekendgemaakt werd, kwamen we op het idee om de bloemen naar haar te vernoemen. Zo gezegd, zo gedaan, de bloem kreeg haar naam. Tilly van der Zwaard was er bijzonder (ANTWOORD AAN VRAGENSTELLERS) MevT. C. de R.-B. te Veenendaal heeft een uitgebreide Gloxinia en vraagt, mede namens meerdere liefhebsters, raad ten aanzien van het overhouden van deze planten en weer opnieuw in bloei brengen. Zie hier mijn ant woord: geeft u vanaf heden steeds minder water, de plant gaat de rust tijd in. Zet het hele geval, met pot en al, in een niet te warme ruimte en laat haar daar overwinteren. U laat dus de knol in de pot en de bladeren sterven af. Geef gedurende de gehele winter absoluut geen water, het geval moet geheel droog blijven. Eind februari begin maart maakt u de knol schoon. Neem dan een grondmengsel bestaan de uit bladaarde, en turfmolm, waar aan wat scherp zand (metselzand) wordt toegevoegd. Zet de knol in de zelfde schoongemaakte pot. Zie toe, dat de bovenkant van de knol na het aandrukken van de grond gelijk komt met het aardoppervlak van de pot grond. Hierna geeft u flink water en t het geval op een licht en warm plekje. Daarna geeft u minder water (weinig) en u geeft pas weer meer water als de bladeren verschijnen en de knol wortel heeft gemaakt. Dat duurt ongeveer drie weken. Houdt u dan de Gloxinia gelijkmatig vochtig en geeft nu en dan wat bemesting. Al vrij spoedig verschijnen de eerste bloemknoppen. Komen er na langere tijd nog geen bloemknoppen te voor schijn, breek dan een blad weg, meestal heeft dit tot gevolg dat er daarna wel bloemknoppen verschij nen. Het is mij bekend, dat er liefheb bers zijn die met bovenstaande be- handeling een Gloxinia ettelijke jaren achtereen in bloei verkregen. Succes! Wat uw vraag over de Caladium betreft, het volgende: het is absoluut een heel gewoon verschijnsel dat in de loop van de zomer de fraaie sier- bladplant Caladium, haar bladeren liet vallen. Dan mag geen water meer gegeven worden. Zet de knol met pot en al in een droge kamer- kast en laat haar de hele winter aan haar lot over. Vroeg in het voorjaar verwijdert u alle grond en pot de plant opnieuw in verse bloemisten- grond op. De Caladium is één van de weinige planten die beslist volle zon moeten hebben. In vele tuinen werd bij de aanplant van diverse heestergewassen onvol doende rekening gehouden met de decoratieve tinten van de bladeren en vruchten. Dat wreekt zich om deze tijd van het jaar. Weinig of in het geheel niets bemerkt men in zulk een tuin van het fraaie kleurenspel dat vrie-d herfst ons biedt. Zo'n tuin is dood en spreekt niet. Rooi die oude heesters er uit en plant er die hees tersoorten voor in de plaats die in de herfst een fraai kleuren- en vlam menspel opvoeren met hun bladeren en fraaie besvruchten. Oktober is de maand die ons naar het bos lokt om te genieten van de ongemeen fraaie hefsttinten. De herfst staat op het punt om ons voor geruime tijd te verlaten, zij heeft haar afscheidskleed reeds aangetrok ken en wij voelen dat de herfst al reeds een heel eind op weg is. Men ziet het leven der bladeren in een fraai kleurenspel ten onder gaan met vliegende vaandels, spelende pijpers en slaande trommels. Oktober is een maand van verlief den, deze maand omvat alle seizoe nen: zonnige dagen, verhullende mist, stormen waar men tegenop moet tor nen, alles schoonspoelende regen en soms vorst die de wereld wit maakt. Wanneer wij thans onze blik rich ten op het vele moois dat Vadertje Herfst ons schenkt, dan overmees terd de echte natuurliefhebber een gevoel van dankbaarheid, van ach ting en eerbied voor dit zo produc tieve voorwerp der schepping. Het is een gevoel, de mens waardig, wan neer men met een gevoel van dank baarheid het bewustzijn in zich leven dig voelt worden van de afhankelijk heid van wat ons omringt, onverschil lig of het nu een milddragende vruchtboom of een sierheester is. De herfst noemt afscheid. De laat ste ogenblikken die wij nu nog met zijn decoratieve kleurenspel mogen doorbrengen zijn heilige ogenblikken. Door dezelfde gedachten worden wij beheerst, de gedachten aan de ledig heid, de verlatenheid, die onvermij delijk op het ogenblik van scheiden volgt. Dit bewustzijn is het zekerste kenmerk van vriendschap. Op schone herfstdagen komen gedachten van 't vele moois dat de herfst ons biedt. sterk naar voren. Het scheiden wekt een droevige, maar tevens verster kende gewaarwording voor het ge moed. Ik durf vertrouwen, dat mijn lezers en lezeressen het mij, nu voor ons zulk een ogenblik van scheiden in de bloemtijd spoedig gaat aanbreken, wel ten goede zullen rekenen, wan neer ik hier enige dichtregelen laat volgen, die ik voor jaren terug eens in het album van een vriend schreef: Als ik van u, o goede! scheiden moet, Dan, zeker, schokt de droefheid mijn [gemoed. Toch is 't geen smart, die ik vliedt, Als griefden mij de tranen al te zeer: Neen, weet, Vriend! waarom ik altijd [weer Aan het droef vaarwel het hoofd [kloekmoedig biedt: Zie, als het uur des afscheids slaat, En 't WARE en SCHOON, dat ooit [mijn ziel mocht vinden, Recht levend mij voor de ogen staat En ik weet, dat ook de ziel van mijn [vriend. Die rijkdom deeld, die nimmer ons [verlaat, Dan is het, of mij alles opengaat. In zulk een uur wordt ons een nieuw [geluk gegeven: Want week is 't hart, waarin men [dan Op ieder sluimerend edel streven Zijn stempel drukken kan. Zo wordt door het scheiden onze WIL [gesteven, Zo sterkt het scheiden zelf ons [HOGER LEVEN E. J. Grijsen-Rhenen. Overzicht plantage van de heer A. van Luyk mee in haar schik en dat blijkt wel uit haar schrijven zo nu en dan". GROOTMAJOOR De heer A. van Luyk vervolgt: „We hebben nu zo'n 8000 dahliaplanten op de kwekerij staan, 100 verschillende soor ten. Tot nu toe hebben wij 14 nieuwe kleuren gekweekt, waarvan er enkele onder nummer op het land staan. Die planten hebben nog geen naam, maar dat komt nog wel". „Zo was het een tijdje geleden dat er een man bijna de gehele dag over de kwekerij zwalkte. Hij scheen familie te hebben in Rhenen en kwam nu bij ons kijken. Nu, we hadden geen flauw idee wie het was en we lieten die man rustig zijn gang gaan. Tegen de avond ging hij weg, bedankte voor het rondkijken en gaf mijn zoon een kaartje. Die zegt Vader, weet je wie dat was". Zeg ik: Geen flauw idee". Zegt hij: „Een groot majoor van het Belgische leger". Kort om, we hebben nu een bloem die Groot majoor Combel heet." „Verder hebben wij nog nieuwe soor ten, die vernoemd zijn naar mijn klein dochter en kleinzoon". BURGEMEESTER BOSCH RIDDER VAN ROSENTHAL J. van Luyk: „D'r is ook een dahlia, de grootste weliswaar van ons bedrijf, maar niet de allergrootste die er bestaat, die vernoemd is naar de burgemeester van Rhenen. De doorsnee is maar liefst 30 centimeter. De burgemeester is er erg trots op, met de Vogel- en Bloemen tentoonstelling enkele weken geleden kwam hij binnen en vroeg direkt „Waar is mijn bloem?". „De kleinste daTdia die er is heet de Topmise Brownie en is slechts ander halve centimeter in doorsnee". „We kweken niet alleen dahlia's dat is wel het belangrijkste, maar ook veel kamerplanten zoals cyclamen". KEURINGEN De zoon van de heer A. van Luyk ant woordt op onze vraag of er wel eens te genslagen zijn. „Die zijn er zeker. Soms kun je in het voorjaar van de 100.000 stekken er 30.000 weggooien omdat ze ziek zijn. Dat betekent een grote strop. Ook het kweken van een nieuwe soort valt niet mee. Mocht je een nieuwe kleur dahlia hebben, hetgeen zeker drie of vier jaar duurt, dan moet de bloem door zoveel keuringen heen, dat het een grote meevaller is wanneer hij door de eindkeuring heenkomt, want het is ten slotte precies als met alles, één is de beste. Komt hij niet door de laatste keuring heen, dan daalt de bloem aan merkelijk in prijs". „In Aalsmeer was onze uitvoer naar het buitenland groter dan tegenwoordig. Nu is het slechts ongeveer 40%, veel dahlia's vinden namelijk hun weg naar st reekafnemers". „Ook komen er drie keer per jaar keurmeesters op de kwefterij en die ha len de zieke planten eruit. Mocht er van een bed meer dan 7% ziek zijn, dan gaat alles eruit. Het is dus zaak voor ons zelf zieke stekken eruit te halen, zodat het bed gezond blijft en je niet het risi co loopt het grootste deel van je stek ken te verliezen door de keurmeesters llie echt niet kinderachtig zijn". „Dit jaar hebben wij het certificaat van gezondheid, hetgeen vooral van be lang is voor de goede naam van je be drijf en in vrij grote mate ook voor de exporteur, die natuurlijk de gezondste stekken wil verzenden naar het buiten land en altijd naar het certificaat vraagt". SLECHTE BETALER „Engeland was vroeger onze grootste afnemer, tegenwoordig is het West- Duitsland. Canada staat bekend als een slechte betaler. Wij moeten meestal een aantal maanden wachten op ons geld en er kwam eens bericht dat het grootste gedeelte van de geleverde stekken ziek1 was. Nu wilde het toeval dat een broer van me in Canada was en die i3 toen eens gaan kijken. Wat bleek? De plan ten stonden er best bij en van ziek zijn was nagenoeg geen sprake". De MAC Veenendaal organiseert za terdag de Coupe de La Montagne-rit. Dit is de jaarlijkse rit om de wissel beker, over een afstand van ongeveer 150 km, voor auto's, motoren en scoo ters. De start is om 10 uur bij hotel La Montagne. Inschrijven is mogelijk van af 9.15 uur. In de rit is een verplichte rust van een uur opgenomen. DRIJVEND DE WERELD ROND Dinsdag 18 oktober komt ds. W. Wil- lemsen uit Zeist naar Veenendaal. Voor de afdeling van de Nederlandse Chris ten Vrouwenbond zal hij een lezing houden die als titel heeft: „Met een drijvende pastorie de Wereld rond." De avond begint om 19.45 uur en wordt gehouden in het OCB-gebouw. Het tweede tiental van VDC speelde maandagavond in 't Trefpunt een wed strijd tegen dKK II uit Baarn. Even als het eerste wist ook VDC II zich te herstellen van de eerder geleden ne derlaag. De uitslag is (resp. VDC II en OKK II): Kalter - A. van Oosterom 0-2, De Roder - M. van Spruit 0-2, W. de Kleuver - D. Hut 1-1, Tollenaar - M. Limper 2-0, N. Valkenburg - T. Willemsen 2-0, G. Valkenburg - A. Stroo 1-1, Van Nieuwamerongen - C. T. de Bruin 2-0, Meerveld - F. Dijs 2-0, Van de Bovenkamp - J. Soer 1-1, Ver hoef - R. J. Veldhuis 1-1. Totaal 12-8. Maandagavond speelt VDC II een thuiswedstrijd tegen UDG III uit Utrecht. VDC I wacht dinsdagavond een zware wedstrijd in Woerden tegen de club van die naam. De pas gepromo veerde Woerdenaren hebben nu in IA de leiding. RHENEN - De stichting „Jeugdzorg Rhenen" is dinsdagavond het nieuwe sei zoen begonnen met een instuifavond in „Bella Vista". Wethouder Mr. J. Deen toonde door zyn aanwezigheid belangstelling voor het jeugdwerk en liet zich uitvoerig inlichten over de aktiviteiten tydens de Instuifavonden. De nieuwe wethouder bezichtigde het gebouw, dat de afgelopen weken een enorme ver andering heeft ondergaan. Het interieur biedt de jeugd vergeleken met vorige jaren meer gezelligheid en men zoü dan op het ogenblik ook eerder spreken van „ontmoetingscentrum" dan van „instuif. De stichting overweegt om binnen niet al te lange tijd een vaste jeugd werkleider aan te stellen. Op het ogen blik is hier echter niet voldoende geld voor beschikbaar, zodat één en ander niet op staande voet gerealiseerd kan worden. Zodra de stichting echter de mogelijkheid ziet, zal onmiddellijk ge tracht worden een „full-time" leiding aan te trekken, waarschijnlijk bestaan de uit twee personen. Een en ander bleek uit een gesprek met de maat schappelijk werker in de gemeente Rhenen, de heer B. Both, die zich mo menteel veel bezig houdt met het jeugdwerk. De heer Both doet het werk met plezier, maar zegt hij: „Als je er aan begint moet je het ook goed doen. Het is raar, maar het lijkt wel of er steeds meer werk in gaat zitten. Wij, dat zijn de mensen, die het jeugdwerk daadwerkelijk ter zijde staan, zijn bij na geen één avond in de week meer thuis. Hieruit blijkt, dat een jeugd leider voor de gemeente Rhenen geen overbodige luxe meer is. De instuif avonden, die op dinsdag, woensdag en donderdag worden gehouden, worden per avond gemiddeld bezocht door ruim 70 jongelui. Daar heb je werkelijk je handen aan vol. Een tweetal jeugd leiders zou mét onze hulp veel inten siever te werk kunnen gaan. We kon den de instuif dan bijvoorbeeld ook op zaterdagavond openstellen. Dat is nu juist de belangrijkste avond om de jeugd op te vangen. We zouden daar nu ook al wel mee willen beginnen, maar het is geloof ik verstandiger er mee te wachten tot het zover is, an ders groeit het ons allemaal boven het hoofd." Vol enthousiasme toonde de maatschappelijk werker ons het ver beterde interieur van het gebouw en vertelde hij de plannen voor het ko mende seizoen. PUROL en PU ROL-poeder ELSPEET. In de Ned. Hervormde school te Elspeet is men deze week begonnen met het uitdelen, aan de kinderen die van hun ouders toestemming kregen, onder toe zicht van de schoolarts dr. D. Brouwer. (BOVEN) ELSPEET. In de Ned. Hervormde school te Elspeet is men begonnen met het uitdelen van suikerklontjes met serum tegen polio. Hier de kinderen uit de twee klassen die van h"" oudara geu toestemming kregen hot vaccin in te nemen. (ONDER). De instuifavonden in „Bella Vista" - de oude ambtswoning van de burge meester - zijn bijzonder populair bij de jeugd. Men kan er zich op velerlei manier vermaken in een gezellige sfeer. De grote kamer op de benedenver dieping is veranderd in een genoeg lijke ruimte met diverse gezellige zitjes en een bar, die dinsdagavond direkt al bijzonder in trek bleek te zijn. Mevr. Cuperi, die 's avonds de leiding op zich heeft genomen, heeft gezamenlijk met haar dochter bijzonder veel werk ge had aan de verschillende veranderin gen, evenals de overige personen, die altijd veel doen voor het jeugdwerk in Rhenen, zoals de heren Landman, Van de Bovenkamp, Kriek. Van de Heuvel en Cuperi. Het komende seizoen zal voor de eerste maal in de geschiedenis van het Rhenense jeugdwerk contributie wor den geheven. Een en ander houdt nauw verband met een Rijkssubsidie, die pas wordt verstrekt indien een maandelijk se bijdrage voor de bezoekers verplicht gesteld is. Per maand bedraagt deze contributie slechts f 0.60, zodat dit voor de jeugd geen enkel bezwaar behoeft te betekenen. Dankzij de vele subsidies van Rijk en Gemeente heeft het jeugd werk in Rhenen echter al kans gezien in zeer korte tijd van niets tot iets uit te groeien. De instuifavonden, of liever gezegd „ontmoetingsavonden" zijn toegankelijk voor jongelui van 13 tot 21 jaar. Zij kunnen modelbouw verrichten, leren hoe een radio gebouwd wordt, biljar ten. schieten of gezellig een consump tie gebruiken aan de bar. Bovendien wordt iedere donderdagavond handen arbeid gegeven aan meisjes van 13 tot 18 jaar door Irene van Egmond, onder wijzeres in Rhenen. Voorts bestaat het plan om het komende seizoen film- en dansavonden voor de jeugd te organi seren. Kortom: de jeugd in Rhenen be hoeft zich de komende winter beslist niet te vervelen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1966 | | pagina 10