Schuld van Subandrio werd niet overtuigend bewezen Geen Nobelprijs voor vrede dit jaar Willem wil |e een stak kaas uit het vuistje Proces-Ben Barka nu geheel geschorst Hallstein waarschuwt tegen scepticisme Leden van Rode Garde opnieuw actief in vele steden Paris est mort Getuigenissen tegen Mauers verpletterend Proces liet vele onbeantwoord vragen nog Over de grenzen Ook Barbertje in Djakarta, zal wel moeten hangen Massale uitsluiting in Zweden Kunsthars vernielt Autobahn Communisten vallen kardinaal Wyszinski fel aan Grensincident Israël-Libanon Wapens uit China Nobelprijs literatuur voor Israëliër? Inwoners Gibraltar boos op Spanje Dlimi bij gerecht gearresteerd Satelliet Locomotief op hol DONDERDAG 20 OKTOBER 1966 (Van onze verslaggever in Indonesië) DJAKARTA Het nieuwe Indonesië, juist dat Indonesië dat met bijna ontroerende toewijding probeert terug te keren naar een redelijk goed functionerend democratisch bestuur, zal na het proces-Subandrio grote moeite hebben de wereld duidelijk te maken, dat de berechting van de leiders van het gevallen bewind niet het karakter van een volksgericht aanneemt. Vóór het proces zou beginnen, stond voor iedereen in de hoofdstad vast dat de eis de doodstraf zou moeten zijn. Van de objectieve waarnemers die het verloop van het proces nauw hebben gevolgd, is echter vrijwel iedereen het erover eens, dat de openbare aanklager er niet in is geslaagd op onomstotelijke wijze aan te tonen dat de voormalige eerste medewerker van Soekarno zich schuldig heeft gemaakt aan de misdrijven die een doodstraf recht vaardigen. Niet dat het in dit proces aan sterke aanwijzingen in die richting heeft ontbroken; Maar in een wer kelijk democratisch land, met onafhankelijke rechtspraak waarbij de bewijslast niet op verdachte, doch op de aanklager rust, zijn sterke aanwijzingen niet voldoende voor welke veroordeling ook. A Subandrio, welhaast op het top punt van zijn macht, schudt mi nister Luns de hand temidden van marechaussees op Schiphol. Thans étaat hij tussen 2 anders ge- uniformeerden, de Polisie Militair, voor de krijsraaa in Djakarta. Zou het proces tegen de oud-eerste-vice-premier van Indonesië zijn gevoerd voor een normale rechtbank en zou ais aanklager een in zyn vak getrainde jurist hebben gefungeerd, er zou een goede kans zyn geweest dat de sterke aanwijzingen in even zovele harde bewijzen zouden zyn omgezet. De felle, intimiderende doch incompetente gelegenheidsauditeur, luitenant- kolonel Dermawel Achmad, heeft van zijn bewijsvoering en getuigenverhoren evenwel zo'n chaos gemaakt, dat op geen enkele dag van het zich over veertien dagen uitstrekkende proces de toch bepaald wel gretige Indonesische dagbladen er ook maar één enkel onomstotelijk bewezen hard feit van hebben kunnen maken. Geweldige scènes in de rechtszaal culmineerden tenslotte in „overwinnigen" voor de aanklager, die op niet meer neerkwamen dan dat Subandrio erkende, dat de bijzondere inlichtingendienst, waarover hij de persoonlijke leiding voerde hem liet meest aan de Amerikaanse C.I.A. deed denken, waarop hij altjjd zo heeft gescholden. Maar wat zegt dat? Dit wil allemaal niet zeggen dat het voeren van het proces tegen Subandrio op zichzelf een farce is geweest en dat een proces op kundige wijze voor een ervaren hof gevoerd niét tot de dood straf kan leiden, want de twijfel over de rol van Soekarno's voormalige eer ste raadsman is bij alles wat er tijdens het proces aan het licht is gekomen in zeer sterke mate verhoogd. Na ruimschoots aarzelen heeft hij immers wel degelijk erkend, al op de 10de september 1965 van de B.P.I. de bijzondere inlichtingendienst rap port te hebben ontvangen over een op handen zijnde coup van de Partai Kom- munis Indonesia. Volgens die rapporten zou die reeds op de 19de van die maand van start hebben moeten gaan. En ook heeft hij erkend, dat hij van die inlichtingen de president noch de strijdkrachten op de hoogte heeft ge bracht, terwijl hij al evenmin bijzonde re afweermaatregelen had gelast. Zijn excuus voor het hof. was, dat hij er verder maar niet op was ingegaan, omdat hij „in vergelijking met de pre sident zelf, nu eenmaal een minder waardigheidscomplex had op het ge bied van binnenlandse politiek, waar van de president zo oneindig veel meer begreep". Hoewel eerste minister, was zijn terrein immers het buitenland. Het is een op zijn minst potsierlijk staal van beleid van een man, die ter zelfder tijd wel een enorme publici teitsactie op touw zette rondom de zgn. Gilchrist-documenten duidelijk ver valste interne telegrammen van de toenmalige Britse ambassadeur die moesten aantonen, 1. dat Indonesië di- recht door imperialistische landen met een aanval werd bedreigd en 2. dat een groep de later vermoorde gene raals van het Indonesische leger met deze potentiële aanvallers samenspeel de. Maar dat beleid mag dan zelfs zo potsierlijk zijn geweest, dat goede trouw bij de verzwijging van de intelli- gence-informatie over een nakende P.K.I.-coup bijna niet meer aan te ne men is, nochtans heeft de aanklager nagelaten het in onomstotelijke bewij zen waar te maken. Zoals hij heeft na gelaten onomstotelijk te maken, dat de 100.000 wapens die China's eerste mi nister Tsjoe En-lai tijdens een van de laatste bezoeken van Subandrio gratis aanbood, door Subandrio zoals wel werd gesuggereerd tijdens het proces werden aanvaard met het beding dat ze niet langs de officiële weg zou den worden afgeleverd. Dat de wapens zijn afgeleverd staat buiten kijf, want het was met een deel van die wapens dat de communistische vrouwen- en jeugdeenheden waren uitgerust, die door de AURI (luchtmacht) qp het be rucht geworden AURI-oefenterrein Lu- bang Buaya (waar de zes generaals, voorzover ze nog leefden, op de le ok tober werden afgemaakt en begraven) in het geheim werden opgeleid. Maar voor geen van de waarnemers bij het proces is alweer onomstote lijk aangetoond dat hij heeft gewe ten, dat die wapens toch werden afge leverd ten gfcnste van de zgn. „vijfde strijdmacht", naast leger, luchtmacht, marine en politie, zoals P.K.I. en Chi na aan de Indonesische regering had den aanbevolen en waartegen het Indo nesische leger zich zo fel verzette. Het moest een bewapend „nationaal front" worden en de wapens ervoor bereikten Indonesië, gesmokkeld in kisten waar mee zogenaamd materiaal voor de bouw van het gebouw voor de „tegen- V.N." werd aangevoerd. En er werden zulke N.F.'ers mee opgeleid. Van die opleiding wist Subandrio wel degelijk, zo heeft hij toegegeven. Ook daarvan heeft hij president noch leger op de hoogte gesteld, zo zegt althans de verklaring van de president, die Soe karno al op 9 september 1966 heeft ge tekend, hoewel de aanklager er pas in de laatste dagen van het proces mee op de proppen kwam om er Subandrio inderdaad mee uit zijn evenwicht te brengen. Ook het gebrek aan reacties en maatregelen van de belangrijkste man in de regering naast Soekarno die hoofd was van de intelligence op dat soort van aanwijzingen is in een kader van andere gedragingen niet minder dan verdacht Een openbaar ministerie kan echter moeilijk van een rechtbank de doodstraf vragen op basis van alleen maar „ernstige aanwijzin gen". De auditeur liet echter zijn prooi steeds weer los voor hij hem goed te pakken had en getuigen noch documen ten werden geproduceerd die aan elke twijfel een einde maakten. de man die Indonesië van zijn politiek van „non-alignment" van niet-verbon- denheid aan welke macht ter wereld ook, de weg op heeft gevoerd van de satelliet van Peking-China. Hetzelfde China dat de P.K.I. met wapens steun de in de poging in Indonesië de macht over te nemen op het ogenblik dat Soe karno na de nieraanval van de vierde augustus leek te zullen weggevallen. Waar als dat is, is er niet de vaag ste twijfel aan, dat Subandrio die weg is opgegaan, zo niet op aanwijzing van, dan toch in volstrekte overeenstemming met de president. En zonder dat in het land daartegen enig hoorbaar protest werd aangetekend. Al is het een afwijking van Indone- sië's traditionele politiek, geen lid van enig officieel orgaan van de staat heeft dat openbaar gesignaleerd. Doodstraf op dit punt was in ieder geval voor de onbevooroordeelde waarnemers van het proces een niet door bewijzen gerecht vaardigde zaak. Een van de wél zonneklaar aange toonde en hoogst eigenaardige punten in het beleid van Subandrio is het, door hem toegegeven, verbranden van de brief van PKI-leider Aidit geweest, waarin deze vanuit zijn schuilplaats na de coup, Soekarno bezwoer zelf de oplossing van het rumoer om de coup in handen te houden en het niet aan Suharto of legerjnstanties over te laten. Een brief waarin ervoor werd gepleit veiligheidsaangelegenheden over te laten aan politie ennationaal front. En voor een gebod dat alle poli tieke organisaties, massa-organisaties, pers en radio zouden moeten blijven werken als voor de coup en dat men elkaar vooral niet zou mogen beschul digen. Dat die brief later werd verbrand werd door de aanklager in direct ver band gebracht met het feit, dat Suban- drio's beleid en dat van de presi dent?) nog geruime tijd sterke gelijke- OSLO De Nobelcommissie van het Noorse parlement, die de Nobelprijs voor de vrede toekent, heeft woensdag besloten deze prijs voor het jaar 1966 niet toe te kennen en het bedrag, groot 300.000 Zweedse kronen, voor het vol gend jaar te reserveren. Tegen de gewoonte in werd voor het niet toekennen van de prijs geen reden opgegeven. Meestal wordt de prijs ver leend op 10 december, de sterfdag van Alfred Nobel. Geruchten wilden dat Danilo Dolci de sociale hervormer op Sicilië of se cretaris-generaal Oe Thant voor de prijs in aanmerking kwamen. Vorig jaar werd de prijs toegekend aan het UNICEF, het V.N.-fonds voor de kinderen, in 1964 aan de Amerikaan se predikant Martin Luther King en in 1963 werd de prijs gedeeld door het co mité van het internationale Rode Kruis en de liga van Rodekruisverenigingen. Waarnemers in Oslo menen dat de prijs voor 1967 volgend jaar, mogelijk zal worden uitgereikt aan de man die de grootste bijdrage voor oplossing van de Viëtnamese kwestie heeft geleverd.* In dit verband worden de namen van V.N.-secretaris-generaal Oe Thant en van paus Paulus VI genoemd. Ook in 1952 en 1960 werd het toeken nen van de Nobelprijs voor de vrede een jaar uitgesteld, klaarblijkelijk om de keuze van een controversiële kandidaat tegenover die van een algemeen aan vaarde kandidaat te stellen. De prijs voor 1952 werd het daarop volgende jaar aan wijlen dr. Albert Schweizer toegekend, terwijl die van 1953 naar de Amerikaanse generaal George Marshall ging, voor diens or ganisatie van de „Marshall-Hulp". De prijs voor 1960 ging een jaar la ter naar de Zuidafrikaanse nationalis tenleider Albert Loethoeli, terwijl de prijs voor 1961 postuum aan de V.N.- secretaris-generaal Dag Hammarskjöld werd toegekend. In 1948, 1955 en 1956 werd in het ge heel geen vredesprijs toegekend. Het Noorse Nobelprijscomité stemt niet over de kandidaatskeuze, maar be spreekt de kandidatenlijst zolang, totdat men het allen eens is over de toeken ning van de prijs. Ook worden geen na men van kandidaten onthuld, maar ver nomen is dat de lijst dit jaar 35 kandi daten telde, met secretaris-generaal Oe Thant van de Verenigde Naties als grootste kanshebber. STOCKHOLM In Zweden gaat vandaag de door de regering aangekon digde uitsluiting in van 20.800 leerkrach ten, onder wie de 65-jarige echtgenote van premier Tage Erlander. Ongeveer de helft van de een miljoen scholieren en studenten in het land zal daardoor van normaal onderwijs verstoken zijn. Alle scholen zullen desondanks open blijven en de leerlingen is verzocht, de lessen te blijven volgen die door in springende ouderejaarsstudenten zullen worden gegeven. De uitsluiting volgt op de staking die 1300 leerkrachten tien dagen geleden begonnen en de afkondi ging door de bond van onderwijsperso neel van een driedaagse staking van 25.000 man, die maandag moet begin nen. nis met die aanbevelingen van Aidit heeft vertoond. Verda«hte zelf had er slechts op te zeggen, dat de brief door de ontwikkeling was achterhaald en dus wel verbrand kon worden. Zoals die zelfde dag, vlak voor de B.P.I. door het leger werd bezet, „toevallig" zove le „achterhaalde stukken" ineens moesten worden verbrand Dat Subandrio uit het te spectaculair gevoerde proces als een te vermoorden onschuld voor de dag is gekomen, brengt dan ook geen van de onbevoor oordeelde waarnemers in het midden. Dat is echter niet het punt. In de rechtsstaat die Indonesië weer wil zijn, heeft de aanklager de taak om de schuld aan te tonen, zo dat de rechter geen spoor van twijfel meer heeft. Daarin ls hij zelfs voor vele van Subandrio's felle Indonesische tegen standers niet geslaagd. En toch zal de rechtbank zijn vorde ring wel toewijzen. Deze niet zo onschuldige barbertje zal moeten hangen, zoals het al maan den geleden op de muren van de hui zen in Djakarta werd gevorderd. Het nieuwe Indonesië zal nog heel ernstig moeten zoeken naar de normen van de werkelijk democratische maatschappij, die het met zo ontwapenende bezeten heid en zo'n tekort aan ervaring met de normen ervan, najaagt. STOCKHOLM De Zweedse Acade mie voor letteren, die de Nobelprijzen toekent, liet dinsdagavond „niet thuis" weten, na een onbevestigd bericht dat de Nobelprijs voor de literatuur 1966 naar de Israëlische schrijver Samuel Joseph Agnon zou gaan. Uit zeer betrouwbare bron heeft UPI vernomen, dat de academie de Israëli sche auteur reeds op de hoogte heeft gebracht van het besluit, dat donderdag middag officieel zal worden bekendge maakt. Agnon is in Galicië (Polen) "gebo ren. Hij kwam in 1908 naar Jeruzalem. In Israël is hij in brede kring bekend onder de naam „Shai". Hij wordt als de beste schrijver van Israël be schouwd. Zijn oeuvre varieert van de 17de-eeuwse pogroms in Polen tot het moderne leven in Israël. GIBRALTRAR De inwoners van Gibraltar waren woensdagavond bijzon der slecht te spreken over wat zij noe men „overdreven Spaanse persberich ten". Het gaat om het bericht dat 200 inwoners van deze Britse kolonie een groep Spanjaarden te lijf waren gegaan die pro-Spaanse liederen zongen. De groep kwam uit Australië en was op weg naar Spanje. Volgens de autoriteiten in Gibraltar zijn de Spaanse berichten bedoeld om de inwoners van Gibraltar, die tegen de Spaanse actie zijn om de rots weer on der Spaans bewind te krijgen, in dis krediet te brengen. Het incident gaat volgens hun versie om een Spanjaard, Sanchez Martinez, die met een sloep van het Britse schip Orania aan land gezet zou worden. Toen de sloep de kust van Gibraltar naderde begon hij te schreeuwen dat de inwoners van de Britse kolonie dieven en smokkelaars waren. Zijn landgeno ten aan boord van de sloep steunden hem met leuzen als „lang leve Franco". AüVb.Kh\'7/h GÖTTINGEN. Ongeveer 5000 liter kunsthars, die in de nacht van- dinsdag op woensdag uit de tank van een vracht auto op de Autobahn bij Göttingen (Ne- der-Saksen) was gevloeid, heeft poliite en brandweer veel hoofdbrekens bezorgd. Over een lengte van vijf kilometer was het asfalt bedekt met een laag spek gladde hars. Enkele auto's, die de kleve rige substantie aan hun banden kregen, slipten. Men vreest, dat de hars niet meer te verwijderen is en dat een geheel nieuw wegdek zal moeten worden gelegd. PARIJS Het in Parijs gehouden Ben-Barkaproces is voor enige maan den geschorst door de sensationele aan melding bij de Franse justitie van ma joor Ahmed Dlimi, plaatsvervangend hoofd van de Marokkaanse veiligheids politie. De order tot schorsing werd uitgege ven door de president van het hof van Assizen, Jean Perez. De zaak zal „in een volgende zitting" van het Assizen- hof worden vervolgd, wat zeker enige maanden kan vergen. Twee van de zes beklaagden poli tieagent Roger Voitot en de Franse journalist Philippe Bernier werden voorlopig op vrije voeten gesteld. Mar cel Leroy, alias Finyille, was reeds eer der voorwaardelijk in vrijheid gesteld. De drie andere beklaagden de Fran se geheime agent Antoine Lopez, poli tiechef Louis Souchon en de Marokkaan se student El Mahi el Ghali, blijven in arrest. Na zich meer dan een etmaal verbor gen te hebben gehouden voor pers en politie heeft majoor Ahmed Dlimi, zich bij het paleis van Justitie in Parijs aan gemeld. Dlimi was maandagavond laat uit Rabat naar Parijs gegaan, teneinde zich voor de Franse rechter te verant woorden over de ontvoering van de link se Marokkaanse oppositieleider Mehdi Ben Barka. Dlimi en zijn chef, gene raal Mohammed Oefkir, de Marokkaan se minister van Binnenlandse Zaken, worden ervan beschuldigd de ontvoering op touw te hebben gezet. Vast staat dat hij gedurende de ontvoering 24 uur in Parijs was. De Marokkaanse regering heeft aan- STRAATSBURG Prof. W. Hall stein, voorzitter van de E.E.G.-eom- missie, heeft in Straatsburg gewaar schuwd tegen scepticisme ten aanzien van de Europese integratie. De E.E.G.- eommissie (regering) constateert met zekere ongerustheid, dat de publieke opinie zich de laatste tijd nog al scep tisch ten aanzien van de Europese zaak dreigt op te stellen. Mede als ge volg van de E.E.G.-crisis van vorig jaar nemen twijfel en scepticisme toe, soms zelfs tot desertisme, dat het uit zicht belemmert op het doel van de uiteindelijke Europese eenwording, zo verklaarde hij bij de behandeling van het negende E.E.G.-jaarverslag in het Europese parlement. Men moet de moeilijkheden niet over schatten of de teleurstellingen drama tiseren, aldus Hallstein. Toen we aan de E.E.G. begonnen, wisten we dat enorme moeilijkheden overwonnen moesten worden. Dat heeft ons toen niet weerhouden het integratie-werk te beginnen, die moeilijkheden mogen ons Subandrio is uit het proces in alle -Virion ikheid te voorschijn gekomen als BELGRADO De leden van de „Ro de Garde" hebben hun eisen tot afzet ting van Li Hsoeeh-feng, opvolgers van Peng Tsjen als eerste secretaris van het afdelingsbestuur in de hoofdstad Pe king verscherpt, aldus een bericht van het officiële Zuldslavische persbureau Tanjoeg. Volgens de correspondent van dit persbureau in Peking, demonstreerde een groot aantal leden van de „Rode Garde" voor het hoofdkwartier van het plaatselijke comité. Zij trachtten hun eisen kracht bij te zetten door op trom mels en pauken te slaan. Het dagblad van de „Rode Garde" publiceerde een artikel onder de kop „de twintig misdaden van Li Hsoeeh- feng. In dit artikel wordt de beschul diging geuit dat Li „leiding geeft aan de stroming die tegen de richtlijnen van partijvoorzitter Mao Tse-toeng in gaat". Een te Hongkong verschijnend Engels talig dagblad heeft gemeld dat de vroe gere chef van de nationalistisch-Chine- se geheime politie, die twee jaar gele den naar communistisch China is uitge weken, door de rode wachters veroor deeld is tot zware dwangarbeid. Het dagblad de „Hongkong Star", schrijft verder, dat majoor generaal Tsjen He ming, in de omgeving van Kanton in een boeddhistische tempel de klokken moet schoonmaken en de potten en pan nen van de monniken moet reinigen. Tsjen heeft twee jaar geleden een be drag van 75.000 dollar ontvangen voor het feit dat hij vanuit de Portugese en-c clave Macao naar communistisch China uitweek. Er heerste destijds grote vreug de over zijn daad. Volgens persberichten .in Hongkong zijn op 12 oktober in de Chinese stad Tak-Sjing zeven leden van de rode gar de gedood en raakten verscheidene an deren gewond toen een bom ontplofte in een kantoor van de jongerenbewe ging. Het bericht is afkomstig van het dagblad Koeng Sjeoeng en de Hongkong Times, die het nieuws hebben vernomen van reizigers. Volgens dit laatste blad hebben reizi gers uit Kanton verklaard dat tenmin ste 100.000 scholieren in deze stad van school zijn gestuurd omdat hun fami lies door de Rode Garde waren ge brandmerkt. Volgens de beweging behoorden deze families tot de „zwarte klasse", waar onder ook revisionisten en anti-partij elementen worden gerangschikt. De scholieren zou verder onderwijs zijn ontzegd en gedwongen tot het ver richten van dwangarbeid. nu niet ontmoedigen bij de voortzetting ervan. Elf commissies van het Europese parlement hebben het E.E.G.-jaarver slag bestudeerd en hun opmerkingen samengebracht in een algemeen ver slag, dat de Duitse socialistische afge vaardigde mevr. K. Strobel aan de ple naire vergadering voorlegde. Als een rode draad loopt door dit verslag de eis, dat de E.E.G. haast moet maken met het opbouwen van de economische unie. Als daarmee* geen spoed wordt betracht, dreigt de gehele integratie weer op losse schroeven te komen, zo verklaarde mevr. Strobel bij de indie ning van het rapport. Op 1 januari 1970 loopt de overgangsperiode naar de vol ledige gemeenschap af, doch alleen op het gebied van de landbouw is men nog pas aan een gemeenschappelijk beleid toegekomen. De E.E.G.-commissie zal een minimum-program moeten opstel len van punten die voor 1970 zeker ge regeld moeten zijn. Veel van de kritiek op de gang van zaken in Brussel was overigens over het hoofd van de E.E.G.-commissie heen gericht op de Europese minister raad, die zoals gebruikelijk alleen door ambtenaren was vertegenwoordigd. De ministerraad werkt meer als rem op de verdere Europese integratie dan als motor, zo merkte mevr. Strobel op. Zij waarschuwde de E.E.G.-com missie voorts, dat zij zich niet uit angst voor mogelijke nieuwe crises in de ge meenschap terughoudend of te voorzich tig ten aanzien van de ministerraad mag opstellen. De E.E.G.-commissie zal steeds haar eigen verantwoordelijk heid moeten nemen en zich niet mogen laten wegdrukken door het apparaat van permanente nationale vertegen woordigers, dat de zes regeringen in Brussel hebben geïnstalleerd. PARIJS Op het station Austerlitz te Parijs heeft vannacht een op hol ge slagen elektrische locomotief een grote ravage aangericht. De motorwagen, die zich in een depot bevond, kwam door onbekende oorzaak op gang, reed naar buiten, botste na bijna twee kilometer te hebben afgelegd op het station tegen een stootblok, schoof nog een eind door, daarbij een kantoortje- rammend, en kwam tenslotte tot stilstand tegen de restauratie. Er gebeurden geen per soonlijke ongelukken. gekondigd dat minister van Voorlich ting, Abdelmajid Benjelloen naar Parijs is gegaan in verband met de Ben-Bar- ka-affaire. In 1964, toen Benjelloen nog openbare aanklager was, wist hij Ben Barka bij verstek ter dood te laten veroordelen wegens complotteren tegen het leven van koning Hassan II. Hij zal als advocaat Dlimi bijstaan. Dlimi werd bij zijn aankomst bij het Paleis van Justitie onmiddellijk gearres teerd door een van de vele recher cheurs in burger, die gewapend met een foto van Dlimi en een eerder dit jaar uitgevaardigd aanhoudingsbevel te gen hem de hele dag de wacht bij het rechtsgebouw hadden betrokken. Ondanks protesten van de Marokkaan se minister van Voorlichting Abdelka- der Benjelloen, die als officieel waarne mer bij het proces aanwezig is, werd Dlimi na zijn arrestatie bij het Paleis van Justitie naar de prefectuur aan de overkant van de straat geleid. Daarna werd Dlimi naar de Santé-gevangenis overgebracht. WARSCHAU De Poolse regering heeft de katholieke kerk in het land beschuldigd van het verbreken van de overeenkomst tussen kerk en staat. Zij d-eed dit via een artikel in het orgaan van de communistische partij, Trybuna Ludu. Hoewel zijn naam niet werd genoemd was de beschuldiging klaarblijkelijk ge richt tegen de Poolse primaat kardinaal Wyszinski. Deze is sinds enige maanden het doelwit van scherpe kritiek van de zijde van de Poolse regering. Verleden week zei kardinaal Wyszins ki in een kerk iln Warschau, dat hij te allen tijde de rechten van de katholieke kerk in Polen zal verdedigén. „Ik heb me in de afgelopen 20 jaar in politieke zin niet tegen de regering gekeerd en ik ben ook niet van plan dit nu wel te doen", aldus de kardinaal. „Maar ik zal de kerk en al haar rechten in Polen ver dedigen. Ik zal de vrijheid van geweten en het recht op katholieke opvoeding van de kind-eren en de jeugd in het alge meen in dit land verdedigen. Dat is mijn plicht als bisschop", zo voegde hij er aan toe. TEL AVIV Een Israëlische grens- patrouille heeft bij de grens met Li banon drie gewapende Arabieren dood geschoten en een vierde verwond en gevangengenomen. Een lid van de pa trouille is dodelijk gewond geraakt, zo heeft het Israëlische leger meegedeeld. Men vermoedt dat de Arabieren op spionage uit waren. Militaire waarnemers van de VN hebben aan beide kanten van de Sy- riseh-Israëlische grens een onderzoek in gesteld naar troepenconcentraties en wapens. IIet staat nu wel vast dat de NAVO het langst in Parijs heeft gezeteld. Binnen zeer korte tijd kan een besluit worden verwacht dat de NAVO-raad, met zijn 2000 man gaat verhuizen naar een andere hoofdstad, die wel Brussel zal worden. De meerderheid in de NA VO-raad, waartoe ook Nederland be hoort, wil de knoop op korte termijn doorhakken. Liefst nog voor december, wanneer de grote vergadering in Parijs zou beginnen van alle ministers van Defensie, Buitenlandse Zaken en Finan ciën. De minderheid voelt er voor nog eens rustig met De Gaulle te gaan praten, waar de NAVO in geval van crisis op zou kunnen rekenen, maar ziet zelf wel dat dit gesprek op niets uit moet lopen. yfoor de verhuizing van de NAVO uit Parijs is de belangrijkste overwe ging dat de NAVO in het ongastvrije Frankrijk niet langer onafhankelijk kan werken. Het apparaat van de NAVO komt pas goed in actie, wanneer er in ternationale spanningen zijn die oorlogs gevaar inhouden. Gezien de vijandige houding van De Gaulle ten opzichte van de NAVO, zou het wel eens kun nen gebeuren, dat de generaal de NA- VO-verbindingen met het buitenland of beperkt of volkomen verbreekt. De NAVO zou daartoe tot nul gere duceerd worden. En dat risico mag in geen geval worden genomen. £en minderheid in de NAVO zou re kening willen houden met de oppo sitie in Frankrijk, die het besluit van De Gaulle om alle buitenlandse troepen uit Frankrijk te verjagen allesbehalve goedkeurt. Die minderheid zou er de voorkeur aan geven het resultaat af te wachten van de algemene verkiezingen, die volgend jaar in Frankrijk worden gehouden. Dat de NAVO bij de verkiezingen in Frankrijk een grote rol zal spelen, ver wacht de meerderheid allerminst. Uit de verhuizing van de NAVO naar een andere Europese hoofdstad, zal De Gaulle nooit politieke munt kunnen slaan, aangezien hij zelf heeft verklaard, de NAVO bij een eventuele verhuizing zijn beste wensen mee te geven. De NAVO verhuist niet uit vrije wil, maar wordt er door De Gaulle toe ge dwongen. Bovendien speelt een grote rol d« GENERAAL LEMN1TZER wij gaan verhuizen O overweging dat men er goed aan zal doen hoofd en ledematen van de NAVO zo dicht mogelijk bij elkaar te houden en niet het vroegere militaire comité (Amerika en Engeland thans zonder Frankrijk) in Washington, de SHAPE bij Brussel, AFCENT in Limburg en de NAVO-raad in het twijfelachtige en onzekere Parijs. Ook wil de meerder heid geen al te grote betekenis hechten aan de fluistercampagne dat Frankrijk bij verhuizing wel eens zou kunnen aan dringen op verplaatsing van de gemeen schappelijke markt uit Brussel. Zulk een besluit zou genomen moeten worden met algemene stemmen. Het is niet te verwachten dat Frank rijk zijn partners in de Euromarkt be reid zou vinden tot verhuizing van de gemeenschappelijke markt uit Brussel. TTet NAVO-gebouw heeft indertijd 47 miljoen nieuwe franken gekost en zal bij verkoop minstens 90 miljoen moeten opbrengen. Frankrijk zal dat bedrag er graag voor neertellen, want verscheidene mi nisteries hebben bij wijze van spreken hun verhuiskarren al voor de deur staan om het leegkomende NAVO-gebouw te betrekken. Voor de hotels en restaurants in Pa rijs zal het vertrek van de NAVO een grote strop zijn, maar dat speelt in De Gaulles overwegingen geen enkele rol. Pas na De Gaulle zal Parijs tot de ontdekking komen hoe het internationa le aanzien van de Franse hoofdstad is gedaald. Want men kan er zeker van zijn, dat de weggejaagde NAVO nooit meer naar Parijs terugkomt. Parijs als Europese hoofdstad heeft afgedaan. „Paris est mort, viv Bruxelles". WENEN Drie getuigen uit Israël hebben de gebroeders Wilhelm en Jo- hann Mauer aangewezen als de moor denaars van Joodse gevangenen in het concentratiekamp Stanislova te Polen. De gebroeders Mauer staan sinds vo rige week opnieuw tereeht wegens me deplichtigheid aan de moord op <12.000 Joodse gevangenen op 12 oktober 1941 bijgenaamd „bloedige zondag". „Nu zien zij eruit als engelen, maar gedurende de oorlog waren het duive len" zo verklaarde getuige Abraham Liebermann, die zei als arts op te tre den. „Ik heb de meeste SS-ers van het kamp gekend die bij de executies betrokken zijn geweest. De gebroeders Mauer waren er ook bij". Liebermann zei voorts dat hij met eigen ogen gezien had hoe Wilhelm Mauer de zoon van een rabbi in de zomer van 1942 neerschoot. „Hier weet ik niets van", zo zei Wil helm Mauer. Ook de tweede getuige, Max Rudolf uit Israël, verklaarde dat de broers hadden deelgenomen aan de executies op „bloedige zondag". „Zij hebben ook deelgenomen aan verscheidene andere executies", zo voegde Rudolf eraan toe, „Ik heb hen geregeld aan de zogenaam de „wekelijkse acties" zien deelnemen waarbij per week 100 tot 200 Joden werden vermoord". Johann Mauer had tegen het einde van 1942. aldus de getuige, een Jood met een nekschot om het leven ge bracht, omdat hij onder zijn jas aard appelen had verscholen. „David Lezyn, 47, uit Israël", getuig de dat ook hij had gezien hoe de ge broeders de Joden hadden doodgescho ten.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1966 | | pagina 7