Schuld van Subandrio werd
niet overtuigend bewezen
Geen Nobelprijs voor
vrede dit jaar
Willem
wil |e
een stak
kaas
uit het
vuistje
Proces-Ben Barka nu
geheel geschorst
Hallstein waarschuwt
tegen scepticisme
Leden van Rode Garde opnieuw
actief in vele steden
Paris est mort
Getuigenissen tegen
Mauers verpletterend
Proces liet vele
onbeantwoord
vragen
nog
Over de
grenzen
Ook Barbertje in Djakarta, zal wel moeten hangen
Massale uitsluiting
in Zweden
Kunsthars vernielt
Autobahn
Communisten vallen
kardinaal Wyszinski
fel aan
Grensincident
Israël-Libanon
Wapens uit China
Nobelprijs literatuur
voor Israëliër?
Inwoners Gibraltar
boos op Spanje
Dlimi bij gerecht gearresteerd
Satelliet
Locomotief op hol
DONDERDAG 20 OKTOBER 1966
(Van onze verslaggever in Indonesië)
DJAKARTA Het nieuwe Indonesië, juist dat Indonesië dat met bijna ontroerende toewijding probeert terug
te keren naar een redelijk goed functionerend democratisch bestuur, zal na het proces-Subandrio grote moeite hebben
de wereld duidelijk te maken, dat de berechting van de leiders van het gevallen bewind niet het karakter van een
volksgericht aanneemt. Vóór het proces zou beginnen, stond voor iedereen in de hoofdstad vast dat de eis de
doodstraf zou moeten zijn.
Van de objectieve waarnemers die het verloop van het proces nauw hebben gevolgd, is echter vrijwel iedereen
het erover eens, dat de openbare aanklager er niet in is geslaagd op onomstotelijke wijze aan te tonen dat de
voormalige eerste medewerker van Soekarno zich schuldig heeft gemaakt aan de misdrijven die een doodstraf recht
vaardigen. Niet dat het in dit proces aan sterke aanwijzingen in die richting heeft ontbroken; Maar in een wer
kelijk democratisch land, met onafhankelijke rechtspraak waarbij de bewijslast niet op verdachte, doch op de
aanklager rust, zijn sterke aanwijzingen niet voldoende voor welke veroordeling ook.
A Subandrio, welhaast op het top
punt van zijn macht, schudt mi
nister Luns de hand temidden van
marechaussees op Schiphol.
Thans étaat hij tussen 2 anders ge-
uniformeerden, de Polisie Militair,
voor de krijsraaa in Djakarta.
Zou het proces tegen de oud-eerste-vice-premier van Indonesië zijn gevoerd
voor een normale rechtbank en zou ais aanklager een in zyn vak getrainde jurist
hebben gefungeerd, er zou een goede kans zyn geweest dat de sterke aanwijzingen
in even zovele harde bewijzen zouden zyn omgezet.
De felle, intimiderende doch incompetente gelegenheidsauditeur, luitenant-
kolonel Dermawel Achmad, heeft van zijn bewijsvoering en getuigenverhoren
evenwel zo'n chaos gemaakt, dat op geen enkele dag van het zich over veertien
dagen uitstrekkende proces de toch bepaald wel gretige Indonesische dagbladen
er ook maar één enkel onomstotelijk bewezen hard feit van hebben kunnen maken.
Geweldige scènes in de rechtszaal culmineerden tenslotte in „overwinnigen" voor
de aanklager, die op niet meer neerkwamen dan dat Subandrio erkende, dat de
bijzondere inlichtingendienst, waarover hij de persoonlijke leiding voerde hem
liet meest aan de Amerikaanse C.I.A. deed denken, waarop hij altjjd zo heeft
gescholden. Maar wat zegt dat?
Dit wil allemaal niet zeggen dat het
voeren van het proces tegen Subandrio
op zichzelf een farce is geweest en dat
een proces op kundige wijze voor een
ervaren hof gevoerd niét tot de dood
straf kan leiden, want de twijfel over
de rol van Soekarno's voormalige eer
ste raadsman is bij alles wat er tijdens
het proces aan het licht is gekomen in
zeer sterke mate verhoogd.
Na ruimschoots aarzelen heeft hij
immers wel degelijk erkend, al op de
10de september 1965 van de B.P.I.
de bijzondere inlichtingendienst rap
port te hebben ontvangen over een op
handen zijnde coup van de Partai Kom-
munis Indonesia. Volgens die rapporten
zou die reeds op de 19de van die
maand van start hebben moeten gaan.
En ook heeft hij erkend, dat hij van
die inlichtingen de president noch
de strijdkrachten op de hoogte heeft ge
bracht, terwijl hij al evenmin bijzonde
re afweermaatregelen had gelast. Zijn
excuus voor het hof. was, dat hij er
verder maar niet op was ingegaan,
omdat hij „in vergelijking met de pre
sident zelf, nu eenmaal een minder
waardigheidscomplex had op het ge
bied van binnenlandse politiek, waar
van de president zo oneindig veel meer
begreep". Hoewel eerste minister, was
zijn terrein immers het buitenland.
Het is een op zijn minst potsierlijk
staal van beleid van een man, die ter
zelfder tijd wel een enorme publici
teitsactie op touw zette rondom de zgn.
Gilchrist-documenten duidelijk ver
valste interne telegrammen van de
toenmalige Britse ambassadeur die
moesten aantonen, 1. dat Indonesië di-
recht door imperialistische landen met
een aanval werd bedreigd en 2. dat een
groep de later vermoorde gene
raals van het Indonesische leger met
deze potentiële aanvallers samenspeel
de.
Maar dat beleid mag dan zelfs zo
potsierlijk zijn geweest, dat goede
trouw bij de verzwijging van de intelli-
gence-informatie over een nakende
P.K.I.-coup bijna niet meer aan te ne
men is, nochtans heeft de aanklager
nagelaten het in onomstotelijke bewij
zen waar te maken. Zoals hij heeft na
gelaten onomstotelijk te maken, dat de
100.000 wapens die China's eerste mi
nister Tsjoe En-lai tijdens een van de
laatste bezoeken van Subandrio gratis
aanbood, door Subandrio zoals wel
werd gesuggereerd tijdens het proces
werden aanvaard met het beding
dat ze niet langs de officiële weg zou
den worden afgeleverd. Dat de wapens
zijn afgeleverd staat buiten kijf, want
het was met een deel van die wapens
dat de communistische vrouwen- en
jeugdeenheden waren uitgerust, die
door de AURI (luchtmacht) qp het be
rucht geworden AURI-oefenterrein Lu-
bang Buaya (waar de zes generaals,
voorzover ze nog leefden, op de le ok
tober werden afgemaakt en begraven)
in het geheim werden opgeleid.
Maar voor geen van de waarnemers
bij het proces is alweer onomstote
lijk aangetoond dat hij heeft gewe
ten, dat die wapens toch werden afge
leverd ten gfcnste van de zgn. „vijfde
strijdmacht", naast leger, luchtmacht,
marine en politie, zoals P.K.I. en Chi
na aan de Indonesische regering had
den aanbevolen en waartegen het Indo
nesische leger zich zo fel verzette. Het
moest een bewapend „nationaal front"
worden en de wapens ervoor bereikten
Indonesië, gesmokkeld in kisten waar
mee zogenaamd materiaal voor de
bouw van het gebouw voor de „tegen-
V.N." werd aangevoerd. En er werden
zulke N.F.'ers mee opgeleid.
Van die opleiding wist Subandrio wel
degelijk, zo heeft hij toegegeven. Ook
daarvan heeft hij president noch leger
op de hoogte gesteld, zo zegt althans de
verklaring van de president, die Soe
karno al op 9 september 1966 heeft ge
tekend, hoewel de aanklager er pas in
de laatste dagen van het proces mee
op de proppen kwam om er Subandrio
inderdaad mee uit zijn evenwicht te
brengen. Ook het gebrek aan reacties
en maatregelen van de belangrijkste
man in de regering naast Soekarno
die hoofd was van de intelligence op
dat soort van aanwijzingen is in een
kader van andere gedragingen niet
minder dan verdacht Een openbaar
ministerie kan echter moeilijk van een
rechtbank de doodstraf vragen op basis
van alleen maar „ernstige aanwijzin
gen".
De auditeur liet echter zijn prooi
steeds weer los voor hij hem goed te
pakken had en getuigen noch documen
ten werden geproduceerd die aan elke
twijfel een einde maakten.
de man die Indonesië van zijn politiek
van „non-alignment" van niet-verbon-
denheid aan welke macht ter wereld
ook, de weg op heeft gevoerd van de
satelliet van Peking-China. Hetzelfde
China dat de P.K.I. met wapens steun
de in de poging in Indonesië de macht
over te nemen op het ogenblik dat Soe
karno na de nieraanval van de vierde
augustus leek te zullen weggevallen.
Waar als dat is, is er niet de vaag
ste twijfel aan, dat Subandrio die weg
is opgegaan, zo niet op aanwijzing van,
dan toch in volstrekte overeenstemming
met de president. En zonder dat in het
land daartegen enig hoorbaar protest
werd aangetekend.
Al is het een afwijking van Indone-
sië's traditionele politiek, geen lid van
enig officieel orgaan van de staat heeft
dat openbaar gesignaleerd. Doodstraf
op dit punt was in ieder geval voor de
onbevooroordeelde waarnemers van het
proces een niet door bewijzen gerecht
vaardigde zaak.
Een van de wél zonneklaar aange
toonde en hoogst eigenaardige punten
in het beleid van Subandrio is het, door
hem toegegeven, verbranden van de
brief van PKI-leider Aidit geweest,
waarin deze vanuit zijn schuilplaats
na de coup, Soekarno bezwoer zelf
de oplossing van het rumoer om de
coup in handen te houden en het niet
aan Suharto of legerjnstanties over te
laten. Een brief waarin ervoor werd
gepleit veiligheidsaangelegenheden over
te laten aan politie ennationaal
front. En voor een gebod dat alle poli
tieke organisaties, massa-organisaties,
pers en radio zouden moeten blijven
werken als voor de coup en dat men
elkaar vooral niet zou mogen beschul
digen.
Dat die brief later werd verbrand
werd door de aanklager in direct ver
band gebracht met het feit, dat Suban-
drio's beleid en dat van de presi
dent?) nog geruime tijd sterke gelijke-
OSLO De Nobelcommissie van het
Noorse parlement, die de Nobelprijs
voor de vrede toekent, heeft woensdag
besloten deze prijs voor het jaar 1966
niet toe te kennen en het bedrag, groot
300.000 Zweedse kronen, voor het vol
gend jaar te reserveren.
Tegen de gewoonte in werd voor het
niet toekennen van de prijs geen reden
opgegeven. Meestal wordt de prijs ver
leend op 10 december, de sterfdag van
Alfred Nobel.
Geruchten wilden dat Danilo Dolci
de sociale hervormer op Sicilië of se
cretaris-generaal Oe Thant voor de prijs
in aanmerking kwamen.
Vorig jaar werd de prijs toegekend
aan het UNICEF, het V.N.-fonds voor
de kinderen, in 1964 aan de Amerikaan
se predikant Martin Luther King en in
1963 werd de prijs gedeeld door het co
mité van het internationale Rode Kruis
en de liga van Rodekruisverenigingen.
Waarnemers in Oslo menen dat de
prijs voor 1967 volgend jaar, mogelijk
zal worden uitgereikt aan de man die
de grootste bijdrage voor oplossing van
de Viëtnamese kwestie heeft geleverd.*
In dit verband worden de namen van
V.N.-secretaris-generaal Oe Thant en
van paus Paulus VI genoemd.
Ook in 1952 en 1960 werd het toeken
nen van de Nobelprijs voor de vrede
een jaar uitgesteld, klaarblijkelijk om de
keuze van een controversiële kandidaat
tegenover die van een algemeen aan
vaarde kandidaat te stellen.
De prijs voor 1952 werd het daarop
volgende jaar aan wijlen dr. Albert
Schweizer toegekend, terwijl die van
1953 naar de Amerikaanse generaal
George Marshall ging, voor diens or
ganisatie van de „Marshall-Hulp".
De prijs voor 1960 ging een jaar la
ter naar de Zuidafrikaanse nationalis
tenleider Albert Loethoeli, terwijl de
prijs voor 1961 postuum aan de V.N.-
secretaris-generaal Dag Hammarskjöld
werd toegekend.
In 1948, 1955 en 1956 werd in het ge
heel geen vredesprijs toegekend.
Het Noorse Nobelprijscomité stemt
niet over de kandidaatskeuze, maar be
spreekt de kandidatenlijst zolang, totdat
men het allen eens is over de toeken
ning van de prijs. Ook worden geen na
men van kandidaten onthuld, maar ver
nomen is dat de lijst dit jaar 35 kandi
daten telde, met secretaris-generaal Oe
Thant van de Verenigde Naties als
grootste kanshebber.
STOCKHOLM In Zweden gaat
vandaag de door de regering aangekon
digde uitsluiting in van 20.800 leerkrach
ten, onder wie de 65-jarige echtgenote
van premier Tage Erlander. Ongeveer
de helft van de een miljoen scholieren
en studenten in het land zal daardoor
van normaal onderwijs verstoken zijn.
Alle scholen zullen desondanks open
blijven en de leerlingen is verzocht, de
lessen te blijven volgen die door in
springende ouderejaarsstudenten zullen
worden gegeven. De uitsluiting volgt op
de staking die 1300 leerkrachten tien
dagen geleden begonnen en de afkondi
ging door de bond van onderwijsperso
neel van een driedaagse staking van
25.000 man, die maandag moet begin
nen.
nis met die aanbevelingen van Aidit
heeft vertoond. Verda«hte zelf had er
slechts op te zeggen, dat de brief door
de ontwikkeling was achterhaald en dus
wel verbrand kon worden. Zoals die
zelfde dag, vlak voor de B.P.I. door
het leger werd bezet, „toevallig" zove
le „achterhaalde stukken" ineens
moesten worden verbrand
Dat Subandrio uit het te spectaculair
gevoerde proces als een te vermoorden
onschuld voor de dag is gekomen,
brengt dan ook geen van de onbevoor
oordeelde waarnemers in het midden.
Dat is echter niet het punt.
In de rechtsstaat die Indonesië weer
wil zijn, heeft de aanklager de taak
om de schuld aan te tonen, zo dat de
rechter geen spoor van twijfel meer
heeft. Daarin ls hij zelfs voor vele van
Subandrio's felle Indonesische tegen
standers niet geslaagd.
En toch zal de rechtbank zijn vorde
ring wel toewijzen.
Deze niet zo onschuldige barbertje
zal moeten hangen, zoals het al maan
den geleden op de muren van de hui
zen in Djakarta werd gevorderd. Het
nieuwe Indonesië zal nog heel ernstig
moeten zoeken naar de normen van de
werkelijk democratische maatschappij,
die het met zo ontwapenende bezeten
heid en zo'n tekort aan ervaring met
de normen ervan, najaagt.
STOCKHOLM De Zweedse Acade
mie voor letteren, die de Nobelprijzen
toekent, liet dinsdagavond „niet thuis"
weten, na een onbevestigd bericht dat
de Nobelprijs voor de literatuur 1966
naar de Israëlische schrijver Samuel
Joseph Agnon zou gaan.
Uit zeer betrouwbare bron heeft UPI
vernomen, dat de academie de Israëli
sche auteur reeds op de hoogte heeft
gebracht van het besluit, dat donderdag
middag officieel zal worden bekendge
maakt.
Agnon is in Galicië (Polen) "gebo
ren. Hij kwam in 1908 naar Jeruzalem.
In Israël is hij in brede kring bekend
onder de naam „Shai". Hij wordt als
de beste schrijver van Israël be
schouwd. Zijn oeuvre varieert van de
17de-eeuwse pogroms in Polen tot het
moderne leven in Israël.
GIBRALTRAR De inwoners van
Gibraltar waren woensdagavond bijzon
der slecht te spreken over wat zij noe
men „overdreven Spaanse persberich
ten". Het gaat om het bericht dat 200
inwoners van deze Britse kolonie een
groep Spanjaarden te lijf waren gegaan
die pro-Spaanse liederen zongen. De
groep kwam uit Australië en was op
weg naar Spanje.
Volgens de autoriteiten in Gibraltar
zijn de Spaanse berichten bedoeld om
de inwoners van Gibraltar, die tegen de
Spaanse actie zijn om de rots weer on
der Spaans bewind te krijgen, in dis
krediet te brengen.
Het incident gaat volgens hun versie
om een Spanjaard, Sanchez Martinez,
die met een sloep van het Britse schip
Orania aan land gezet zou worden.
Toen de sloep de kust van Gibraltar
naderde begon hij te schreeuwen dat de
inwoners van de Britse kolonie dieven
en smokkelaars waren. Zijn landgeno
ten aan boord van de sloep steunden
hem met leuzen als „lang leve Franco".
AüVb.Kh\'7/h
GÖTTINGEN. Ongeveer 5000 liter
kunsthars, die in de nacht van- dinsdag
op woensdag uit de tank van een vracht
auto op de Autobahn bij Göttingen (Ne-
der-Saksen) was gevloeid, heeft poliite
en brandweer veel hoofdbrekens bezorgd.
Over een lengte van vijf kilometer was
het asfalt bedekt met een laag spek
gladde hars. Enkele auto's, die de kleve
rige substantie aan hun banden kregen,
slipten.
Men vreest, dat de hars niet meer te
verwijderen is en dat een geheel nieuw
wegdek zal moeten worden gelegd.
PARIJS Het in Parijs gehouden
Ben-Barkaproces is voor enige maan
den geschorst door de sensationele aan
melding bij de Franse justitie van ma
joor Ahmed Dlimi, plaatsvervangend
hoofd van de Marokkaanse veiligheids
politie.
De order tot schorsing werd uitgege
ven door de president van het hof van
Assizen, Jean Perez. De zaak zal „in
een volgende zitting" van het Assizen-
hof worden vervolgd, wat zeker enige
maanden kan vergen.
Twee van de zes beklaagden poli
tieagent Roger Voitot en de Franse
journalist Philippe Bernier werden
voorlopig op vrije voeten gesteld. Mar
cel Leroy, alias Finyille, was reeds eer
der voorwaardelijk in vrijheid gesteld.
De drie andere beklaagden de Fran
se geheime agent Antoine Lopez, poli
tiechef Louis Souchon en de Marokkaan
se student El Mahi el Ghali, blijven in
arrest.
Na zich meer dan een etmaal verbor
gen te hebben gehouden voor pers en
politie heeft majoor Ahmed Dlimi, zich
bij het paleis van Justitie in Parijs aan
gemeld.
Dlimi was maandagavond laat uit
Rabat naar Parijs gegaan, teneinde
zich voor de Franse rechter te verant
woorden over de ontvoering van de link
se Marokkaanse oppositieleider Mehdi
Ben Barka. Dlimi en zijn chef, gene
raal Mohammed Oefkir, de Marokkaan
se minister van Binnenlandse Zaken,
worden ervan beschuldigd de ontvoering
op touw te hebben gezet. Vast staat dat
hij gedurende de ontvoering 24 uur in
Parijs was.
De Marokkaanse regering heeft aan-
STRAATSBURG Prof. W. Hall
stein, voorzitter van de E.E.G.-eom-
missie, heeft in Straatsburg gewaar
schuwd tegen scepticisme ten aanzien
van de Europese integratie. De E.E.G.-
eommissie (regering) constateert met
zekere ongerustheid, dat de publieke
opinie zich de laatste tijd nog al scep
tisch ten aanzien van de Europese
zaak dreigt op te stellen. Mede als ge
volg van de E.E.G.-crisis van vorig
jaar nemen twijfel en scepticisme toe,
soms zelfs tot desertisme, dat het uit
zicht belemmert op het doel van de
uiteindelijke Europese eenwording, zo
verklaarde hij bij de behandeling van
het negende E.E.G.-jaarverslag in het
Europese parlement.
Men moet de moeilijkheden niet over
schatten of de teleurstellingen drama
tiseren, aldus Hallstein. Toen we aan
de E.E.G. begonnen, wisten we dat
enorme moeilijkheden overwonnen
moesten worden. Dat heeft ons toen
niet weerhouden het integratie-werk te
beginnen, die moeilijkheden mogen ons
Subandrio is uit het proces in alle
-Virion ikheid te voorschijn gekomen als
BELGRADO De leden van de „Ro
de Garde" hebben hun eisen tot afzet
ting van Li Hsoeeh-feng, opvolgers van
Peng Tsjen als eerste secretaris van
het afdelingsbestuur in de hoofdstad Pe
king verscherpt, aldus een bericht van
het officiële Zuldslavische persbureau
Tanjoeg.
Volgens de correspondent van dit
persbureau in Peking, demonstreerde
een groot aantal leden van de „Rode
Garde" voor het hoofdkwartier van het
plaatselijke comité. Zij trachtten hun
eisen kracht bij te zetten door op trom
mels en pauken te slaan.
Het dagblad van de „Rode Garde"
publiceerde een artikel onder de kop
„de twintig misdaden van Li Hsoeeh-
feng. In dit artikel wordt de beschul
diging geuit dat Li „leiding geeft aan
de stroming die tegen de richtlijnen
van partijvoorzitter Mao Tse-toeng in
gaat".
Een te Hongkong verschijnend Engels
talig dagblad heeft gemeld dat de vroe
gere chef van de nationalistisch-Chine-
se geheime politie, die twee jaar gele
den naar communistisch China is uitge
weken, door de rode wachters veroor
deeld is tot zware dwangarbeid. Het
dagblad de „Hongkong Star", schrijft
verder, dat majoor generaal Tsjen He
ming, in de omgeving van Kanton in
een boeddhistische tempel de klokken
moet schoonmaken en de potten en pan
nen van de monniken moet reinigen.
Tsjen heeft twee jaar geleden een be
drag van 75.000 dollar ontvangen voor
het feit dat hij vanuit de Portugese en-c
clave Macao naar communistisch China
uitweek. Er heerste destijds grote vreug
de over zijn daad.
Volgens persberichten .in Hongkong
zijn op 12 oktober in de Chinese stad
Tak-Sjing zeven leden van de rode gar
de gedood en raakten verscheidene an
deren gewond toen een bom ontplofte
in een kantoor van de jongerenbewe
ging. Het bericht is afkomstig van het
dagblad Koeng Sjeoeng en de Hongkong
Times, die het nieuws hebben vernomen
van reizigers.
Volgens dit laatste blad hebben reizi
gers uit Kanton verklaard dat tenmin
ste 100.000 scholieren in deze stad van
school zijn gestuurd omdat hun fami
lies door de Rode Garde waren ge
brandmerkt.
Volgens de beweging behoorden deze
families tot de „zwarte klasse", waar
onder ook revisionisten en anti-partij
elementen worden gerangschikt.
De scholieren zou verder onderwijs
zijn ontzegd en gedwongen tot het ver
richten van dwangarbeid.
nu niet ontmoedigen bij de voortzetting
ervan.
Elf commissies van het Europese
parlement hebben het E.E.G.-jaarver
slag bestudeerd en hun opmerkingen
samengebracht in een algemeen ver
slag, dat de Duitse socialistische afge
vaardigde mevr. K. Strobel aan de ple
naire vergadering voorlegde. Als een
rode draad loopt door dit verslag de
eis, dat de E.E.G. haast moet maken
met het opbouwen van de economische
unie. Als daarmee* geen spoed wordt
betracht, dreigt de gehele integratie
weer op losse schroeven te komen, zo
verklaarde mevr. Strobel bij de indie
ning van het rapport. Op 1 januari 1970
loopt de overgangsperiode naar de vol
ledige gemeenschap af, doch alleen op
het gebied van de landbouw is men nog
pas aan een gemeenschappelijk beleid
toegekomen. De E.E.G.-commissie zal
een minimum-program moeten opstel
len van punten die voor 1970 zeker ge
regeld moeten zijn.
Veel van de kritiek op de gang van
zaken in Brussel was overigens over
het hoofd van de E.E.G.-commissie
heen gericht op de Europese minister
raad, die zoals gebruikelijk alleen door
ambtenaren was vertegenwoordigd. De
ministerraad werkt meer als rem op de
verdere Europese integratie dan als
motor, zo merkte mevr. Strobel op.
Zij waarschuwde de E.E.G.-com
missie voorts, dat zij zich niet uit angst
voor mogelijke nieuwe crises in de ge
meenschap terughoudend of te voorzich
tig ten aanzien van de ministerraad
mag opstellen. De E.E.G.-commissie
zal steeds haar eigen verantwoordelijk
heid moeten nemen en zich niet mogen
laten wegdrukken door het apparaat
van permanente nationale vertegen
woordigers, dat de zes regeringen in
Brussel hebben geïnstalleerd.
PARIJS Op het station Austerlitz
te Parijs heeft vannacht een op hol ge
slagen elektrische locomotief een grote
ravage aangericht. De motorwagen, die
zich in een depot bevond, kwam door
onbekende oorzaak op gang, reed naar
buiten, botste na bijna twee kilometer
te hebben afgelegd op het station tegen
een stootblok, schoof nog een eind door,
daarbij een kantoortje- rammend, en
kwam tenslotte tot stilstand tegen de
restauratie. Er gebeurden geen per
soonlijke ongelukken.
gekondigd dat minister van Voorlich
ting, Abdelmajid Benjelloen naar Parijs
is gegaan in verband met de Ben-Bar-
ka-affaire. In 1964, toen Benjelloen nog
openbare aanklager was, wist hij Ben
Barka bij verstek ter dood te laten
veroordelen wegens complotteren tegen
het leven van koning Hassan II. Hij zal
als advocaat Dlimi bijstaan.
Dlimi werd bij zijn aankomst bij het
Paleis van Justitie onmiddellijk gearres
teerd door een van de vele recher
cheurs in burger, die gewapend met
een foto van Dlimi en een eerder dit
jaar uitgevaardigd aanhoudingsbevel te
gen hem de hele dag de wacht bij het
rechtsgebouw hadden betrokken.
Ondanks protesten van de Marokkaan
se minister van Voorlichting Abdelka-
der Benjelloen, die als officieel waarne
mer bij het proces aanwezig is, werd
Dlimi na zijn arrestatie bij het Paleis
van Justitie naar de prefectuur aan de
overkant van de straat geleid. Daarna
werd Dlimi naar de Santé-gevangenis
overgebracht.
WARSCHAU De Poolse regering
heeft de katholieke kerk in het land
beschuldigd van het verbreken van de
overeenkomst tussen kerk en staat. Zij
d-eed dit via een artikel in het orgaan
van de communistische partij, Trybuna
Ludu.
Hoewel zijn naam niet werd genoemd
was de beschuldiging klaarblijkelijk ge
richt tegen de Poolse primaat kardinaal
Wyszinski. Deze is sinds enige maanden
het doelwit van scherpe kritiek van de
zijde van de Poolse regering.
Verleden week zei kardinaal Wyszins
ki in een kerk iln Warschau, dat hij te
allen tijde de rechten van de katholieke
kerk in Polen zal verdedigén. „Ik heb me
in de afgelopen 20 jaar in politieke zin
niet tegen de regering gekeerd en ik
ben ook niet van plan dit nu wel te
doen", aldus de kardinaal. „Maar ik zal
de kerk en al haar rechten in Polen ver
dedigen. Ik zal de vrijheid van geweten
en het recht op katholieke opvoeding
van de kind-eren en de jeugd in het alge
meen in dit land verdedigen. Dat is mijn
plicht als bisschop", zo voegde hij er aan
toe.
TEL AVIV Een Israëlische grens-
patrouille heeft bij de grens met Li
banon drie gewapende Arabieren dood
geschoten en een vierde verwond en
gevangengenomen. Een lid van de pa
trouille is dodelijk gewond geraakt, zo
heeft het Israëlische leger meegedeeld.
Men vermoedt dat de Arabieren op
spionage uit waren.
Militaire waarnemers van de VN
hebben aan beide kanten van de Sy-
riseh-Israëlische grens een onderzoek in
gesteld naar troepenconcentraties en
wapens.
IIet staat nu wel vast dat de NAVO
het langst in Parijs heeft gezeteld.
Binnen zeer korte tijd kan een besluit
worden verwacht dat de NAVO-raad,
met zijn 2000 man gaat verhuizen naar
een andere hoofdstad, die wel Brussel
zal worden. De meerderheid in de NA
VO-raad, waartoe ook Nederland be
hoort, wil de knoop op korte termijn
doorhakken. Liefst nog voor december,
wanneer de grote vergadering in Parijs
zou beginnen van alle ministers van
Defensie, Buitenlandse Zaken en Finan
ciën.
De minderheid voelt er voor nog eens
rustig met De Gaulle te gaan praten,
waar de NAVO in geval van crisis op
zou kunnen rekenen, maar ziet zelf wel
dat dit gesprek op niets uit moet lopen.
yfoor de verhuizing van de NAVO uit
Parijs is de belangrijkste overwe
ging dat de NAVO in het ongastvrije
Frankrijk niet langer onafhankelijk kan
werken. Het apparaat van de NAVO
komt pas goed in actie, wanneer er in
ternationale spanningen zijn die oorlogs
gevaar inhouden. Gezien de vijandige
houding van De Gaulle ten opzichte
van de NAVO, zou het wel eens kun
nen gebeuren, dat de generaal de NA-
VO-verbindingen met het buitenland of
beperkt of volkomen verbreekt.
De NAVO zou daartoe tot nul gere
duceerd worden. En dat risico mag in
geen geval worden genomen.
£en minderheid in de NAVO zou re
kening willen houden met de oppo
sitie in Frankrijk, die het besluit van
De Gaulle om alle buitenlandse troepen
uit Frankrijk te verjagen allesbehalve
goedkeurt. Die minderheid zou er de
voorkeur aan geven het resultaat af te
wachten van de algemene verkiezingen,
die volgend jaar in Frankrijk worden
gehouden.
Dat de NAVO bij de verkiezingen in
Frankrijk een grote rol zal spelen, ver
wacht de meerderheid allerminst. Uit
de verhuizing van de NAVO naar een
andere Europese hoofdstad, zal De
Gaulle nooit politieke munt kunnen
slaan, aangezien hij zelf heeft verklaard,
de NAVO bij een eventuele verhuizing
zijn beste wensen mee te geven.
De NAVO verhuist niet uit vrije wil,
maar wordt er door De Gaulle toe ge
dwongen.
Bovendien speelt een grote rol d«
GENERAAL LEMN1TZER
wij gaan verhuizen
O
overweging dat men er goed aan zal
doen hoofd en ledematen van de NAVO
zo dicht mogelijk bij elkaar te houden
en niet het vroegere militaire comité
(Amerika en Engeland thans zonder
Frankrijk) in Washington, de SHAPE
bij Brussel, AFCENT in Limburg en
de NAVO-raad in het twijfelachtige en
onzekere Parijs. Ook wil de meerder
heid geen al te grote betekenis hechten
aan de fluistercampagne dat Frankrijk
bij verhuizing wel eens zou kunnen aan
dringen op verplaatsing van de gemeen
schappelijke markt uit Brussel. Zulk
een besluit zou genomen moeten worden
met algemene stemmen.
Het is niet te verwachten dat Frank
rijk zijn partners in de Euromarkt be
reid zou vinden tot verhuizing van de
gemeenschappelijke markt uit Brussel.
TTet NAVO-gebouw heeft indertijd 47
miljoen nieuwe franken gekost en
zal bij verkoop minstens 90 miljoen
moeten opbrengen.
Frankrijk zal dat bedrag er graag
voor neertellen, want verscheidene mi
nisteries hebben bij wijze van spreken
hun verhuiskarren al voor de deur staan
om het leegkomende NAVO-gebouw te
betrekken.
Voor de hotels en restaurants in Pa
rijs zal het vertrek van de NAVO een
grote strop zijn, maar dat speelt in De
Gaulles overwegingen geen enkele rol.
Pas na De Gaulle zal Parijs tot de
ontdekking komen hoe het internationa
le aanzien van de Franse hoofdstad is
gedaald. Want men kan er zeker van
zijn, dat de weggejaagde NAVO nooit
meer naar Parijs terugkomt.
Parijs als Europese hoofdstad heeft
afgedaan.
„Paris est mort, viv Bruxelles".
WENEN Drie getuigen uit Israël
hebben de gebroeders Wilhelm en Jo-
hann Mauer aangewezen als de moor
denaars van Joodse gevangenen in het
concentratiekamp Stanislova te Polen.
De gebroeders Mauer staan sinds vo
rige week opnieuw tereeht wegens me
deplichtigheid aan de moord op <12.000
Joodse gevangenen op 12 oktober 1941
bijgenaamd „bloedige zondag".
„Nu zien zij eruit als engelen, maar
gedurende de oorlog waren het duive
len" zo verklaarde getuige Abraham
Liebermann, die zei als arts op te tre
den. „Ik heb de meeste SS-ers van
het kamp gekend die bij de executies
betrokken zijn geweest. De gebroeders
Mauer waren er ook bij".
Liebermann zei voorts dat hij met
eigen ogen gezien had hoe Wilhelm
Mauer de zoon van een rabbi in de
zomer van 1942 neerschoot.
„Hier weet ik niets van", zo zei Wil
helm Mauer.
Ook de tweede getuige, Max Rudolf
uit Israël, verklaarde dat de broers
hadden deelgenomen aan de executies
op „bloedige zondag". „Zij hebben ook
deelgenomen aan verscheidene andere
executies", zo voegde Rudolf eraan toe,
„Ik heb hen geregeld aan de zogenaam
de „wekelijkse acties" zien deelnemen
waarbij per week 100 tot 200 Joden
werden vermoord".
Johann Mauer had tegen het einde
van 1942. aldus de getuige, een Jood
met een nekschot om het leven ge
bracht, omdat hij onder zijn jas aard
appelen had verscholen.
„David Lezyn, 47, uit Israël", getuig
de dat ook hij had gezien hoe de ge
broeders de Joden hadden doodgescho
ten.