Alles voor die ene dag in '69 r [/alma bescherm uw auto tegen de winter met VALMA CHROOMPROOF glanst, beschermt „...Zonder dat iemand er een nana voor uitsteekt..." tegen roest en verdrijft water De weg naar de maan (4) Terugkeer Kapot krijgen Repeteren Onó tuinLouwlioelz Naar die dag Verklaringen van drs. INederhorst en min. Den Uyl Valma Chroomproof houdt alle chroom roest vrij en... beschermt afdoende tegen pekel, regen, modder etc. Éénmaal per maand op brengen. Kleine moeite,groot resultaat! Valma Chroomproof wint 't met glans van de winter. grote spuitbus f 3,95 Denk óók aan Valma Beauty Wax Valma Beauty Wax - de vloeibare was voor autolak - reinigt, beschermt en geeft super glans in één vlugge behandeling. Eén royale bus is voldoende voor een vol jaar. Universeel: kan zowel voor nieuwe als oudere auto's worden gebruikt. Vergadering N.P.D. verstoord Pagina 13 DONDERDAG 3 NOVEMBER \9U Wat moet er worden gedaan om drie mensen 99 procent kans te geven in hun onderneming de mens op de maan af te zetten? De man die daarop het antwoord wil geven is William Lee, een Amerikaan van 39 jaar. Hij straalt efficiency en optimisme uit. Hij zegt: „Wij zullen er als eersten zijn". Hij heeft de Gemini- vluchten op verbluffende wijze zien slagen maar daarvoor is hij niet verantwoordelijk. Hij is de man van de volgende fase, van het Apolloproject, van de trip die acht dagen en zeven uren duurt en die drie man in een baan rond de maan moet brengen en twee van hen erop. Hij heeft zich bereid verklaard tot dit interview, in het ruimte centrum even buiten Houston, Texas. Ik werd een half uur tevoren in mijn motelkamer gebeld en kreeg te horen punctueel op tijd te zijn, want doctor in de technische wetenschappen William Lee is er de man niet naar om een minuut of wat te verdoen. Zijn secretaresse serveert koffie, uit de automaat. Hij zegt: „Zo'n maanreis zou een simpele zaak zijn, alsHij schetst in het kort de routine. Er zitten veel „als"-jes tus sen. Die maken de zaak lastig. Tel kens duikt de vraag op: ,,Wat ge beurt er alsen daarachter met een de volgende vraag: „Wat kun nen we er dan aan doen?" Hij zegt: „We zitten hier letterlijk tussen de bergen boeken, waarin ieder minuscuul detail van de trip wordt behandeld. Ieder moment van de reis is nu al door de handen ge gaan van ontelbare specialisten op alle mogelijke terreinen: technici, astronomen, artsen, radiomensen, diëtisten en nog veel meer. Het is hun taak te zorgen, dat er nooit iete onverwachts gebeurt. Alles wat maar mogelijkerwijs zou kunnen gebeuren, moet zijn voorzien zodat er een procedure voor vastligt. Veiligheid gaat voor alles. De drie maanreizi- gers moeten onder elke denkbare eventualiteit verzekerd zijn van hun veiligheid." „Heel hun vlucht ligt in de greep van drie van elkaar onafhankelijke systemen. De kans dat al deze drie systemen tegelijk zullen uitvallen is uitzonderlijk klein." Ik vraag wat er zou gebeuren wan neer het besturingssysteem op weg naar de maan zou uitvallen. Vallen de drie astronauten dan op de maan te pletter, komen zij soms in een baan om de zon „Geen van beide. De Apollocapsu- le krijgt een hyperbolische baan. Valt iedere besturing uit, dan zal de cabi ne de maan passeren en volgens de tevoren berekende baan naar de aar de terugkeren, zonder dat iemand er een hand voor uitsteekt." De reis naar de maan is in diverse stadia geprogrammeerd. In ieder sta dium is een terugtocht mogelijk. Ook wanneer er iets fout mocht gaan ter wijl de „maantrein" (Apollo plus ser vice-capsule plus maanlandingsvaar tuig LEM) al in een baan rond de maan cirkelt, kan het hele samenstel nog terug. Sterker nog. „Wanneer de LEM (Lunar Excursion Module) met zijn twee mannen aan boord op slechts enkele meters boven het maanopper vlak zweeft, gedragen door kleine ra- ketjes en er zou geen geschikte lan dingsplaats zijn, dan kan deze cabine terugkeren naar het moederschip in zijn baan rond de maan en dat vliegt dan zonder complicaties weer naar de aarde." Ik waag de kritieke vraag. „Wan neer die twee landen en het ergste gebeurt: wanneer de LEM omvalt of een poot breekt wat kan de derde man vanuit zijn Apollocapsule in de baan om de maan dan nog doen?" „Hij kan alléén terugkomen, dat is het enige. Hij kan niets doen om hen te helpen. Niemand kan hen helpen. Maar zoiets mag niet ge beuren. Dat is ons werk hier: te zorgen dat zo iets niet gebeurt." Toen de eerste Amerikaan voorzich tig in de ruimte stapte dat was met de Gemini 4 voorspelden opti misten dat de landing op de maan binnen twee jaar een feit zou zijn. Dr. Lee zegt: „Ze wisten gewoon niet wat voor onzin ze uitsloegen". Hij zegt: „Er is niets wat we in eens, compleet en helemaal af bou wen. We zijn indertijd begonnen de Apollo te bouwen voor drie man. Daar hadden we bepaalde ideeën over. Nu zijn we een paar jaar ver der en de Apollo van nu lijkt in niets meer op de eerste. En we zullen nog heel wat Apollo's bouwen eer de eer ste met zijn mensen de lucht in gaat. Wat we ermee doen? We kijken hoe we ze kapot kunnen krijgen." „Zo gaat het ook met de service capsule, de LEM en met de raket de Saturn-5. In 1967 worden de eerste bemande Apollovluchten gemaakt tochten van drie tot veertien dagen rond de aarde, vluchten waarbij wordt geoefend in het los- en vastma ken van de LEM. In 1968 is de Sa turn-5 klaar. Dan kunnen we bemand naar de maan. Maar we landen er niet, we komen netjes terug." „In 1969 hebben we duizend vlieg uren ervaring met de hele maantrein. Dan zijn we diep de ruimte in ge weest en verschillende keren tot vlak bij de maan. Met mensen aan boord, uiteraard. Dan kunnen we zeggen: we zijn klaar." Zijn de Russen dan ook klaar? wél. NASA is ervan overtuigd, dat de wél. NASA is ervan overtuigd, dat de Sovjets voor het jaar 1967, bij de vijftigste verjaardag van de revolu tie, iets spectaculairs uit zullen ha len een volledige driemansvlucht naar de maan en weer terug, zonder er te landen, evenwel. Maar sinds de succesvolle Geminivluchten geloven de Amerikanen dat de afstand tussen Russen en Amerikanen eigenlijk geen naam meer mag hebben. Wat thans gebeurt: het beoefenen van een rendez-vous tussen de Gemi- nicapsule en een Agenaraket, is het oefenen voor een zelfde rendez-vous, rtr William T wiens taak het is te zoreen dat _zo iets niet gebeurt". maar dan tussen LEM en Apollo en dan boven het pokdalige oppervlak van de maan. Dat kan niet genoeg gerepeteerd worden. Astronauten in hun Gemini of Apol lo zullen hun Agena of andere doel- capsule vanuit alle mogelijke standen en banen bespringen: in een directe sprong vanaf de aarde, ver vanuit de ruimte, van voor, van achter. Zij heb ben nog drie jaar om deze techniek tot in de perfectie te leren. Zij hebben nog veel te leren en de mensen die achter hen staan nog meer. Er moet een bescherming worden gevonden tegen kosmische straling en tegen fysieke gevolgen van langdurige gewichtloosheid: vermindering van de hoeveelheid bloed, verzwakking van het been- dergestel en het krimpen van het spierweefsel. De twee mannen die op de maan uit de LEM stappen moeten in topconditie zijn. Zullen zij dat kunnen zijn na een onge makkelijke, inspannende en niet van risico's ontblote reis? Maar er is niet één van de geselec teerden die ook maar een ogenblik aarzelt. Ieder wacht reikhalzend op zijn beurt om de sprong in de ruimte te mogen maken. En wanneer ze te rugkomen van hun vluchten tot nu toe nog met z'n tweeën storten ze zich met enthousiasme in hun voort gezette grondtraining. Ik heb ze gezien in hun Apollosimu- veld in de Nevada-woestijn, in wol ken stof. Opgehangen in een vreemd bouwsel van draden en spijlen, gedra gen door een stroom sissend ontsnap pende samengeperste lucht leren zij zich bewegen alsof hun gewicht nog maar een zesde is van zijn feitelijke waarde: maangewicht. Ik heb ze gezien in hu nApollosimu- lator. Daar zitten ze druk te navige ren met behulp van sterrenstelsels die op een zwarte wand worden ge projecteerd. En tussen deze spelde- prikken op een donkere achtergrond verschijnt dan de maan, een waarlijk drie-dimensionaal perspectief met kraters en vlakten dat groeit en groeit tot de mannen zich er vlak bo ven wanen. En nu die ene grote stap verder naar de dag in 1969, de dag van de (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG Drs. G. M. Nederhorst, de fractievoorzitter van de P.v.d.A. in de Tweede Kamer, wilde woensdag in de vooravond, tijdens een radio-inter view, niet ingaan op het A.R.-initiatief. Vooralsnog nam drs. Nederhorst niet aan, dat de anti-revolutionairen, die „al tijd een rechte lijn volgen" rechtsom keert zouden maken. Wel vond hij, dat drs. Schmelzer ook de A.R.P. nu in on duidelijkheid had betrokken. „Wij heb ben zo langzamerhand genoeg van het gescharrel van de kabinetsformateur. Laat hij nu opschieten of anders zijn opdracht teruggeven", aldus drs. Neder horst. De demissionaire minister van Eco nomische Zaken, drs. J. M. den Uyl, hield woensdagavond een toespraak voor de televisie in het kader van de zendtijd voor politieke partijen. Volgens alle regels, zo zei drs.- Den Uyl, beho ren de heren Schmelzer, Toxopeus en Beernink de motie-Schmelzer, die tot de val van het kabinet-Cals heeft geleid, uit te voeren. Drs. Den Uyl noemde het „erg", dat na twintig dagen deze heren nog niet hun verantwoordelijk heid hebben erkend. Verder wees de minister er op, dat de leden van het kabinet-Cals gezamenlijk hun ontslag hebben aangeboden. Het woord is nu, zo ging drs. Den Uyl verder, aan de fractievoorzitters en als die niet tot duidelijkheid kunnen komen, dan is het woord aan de kiezers. Bij de formatie-Schmelzer is de P.v.d.A. geen partij, maar laat het kabinet- Schmelzer er gauw komen, want er zijn dringende beleidsbeslissingen, die een oplossing vragen, aldus drs. Den Uyl. O 0 Onder het motto „Wij willen geen produkt verkopen, maar een idee", en daarbij inhakend op een bezoek van een Nederlandse delegatie aan Canada, wordt van 16 tot en met 27 november in de aula van de Technische Hoge school in Delft een tentoonstelling ge houden, die gewijd is aan Canada en de houtconstructies, die daar worden ge bruikt. De maan komt dichterbij Enorme drie dimensionale maanafbeeldingen worden gebuikt in de vluchtsimulatie voor de aspirant-maanreizigers. Ieder detail ervan moet haarfijn kloppen met de werkelijkheid. start. Naar het moment waarop het „Ignition!" heeft geklonken en de vijf-raketmotoren van de eerste trap van de Saturn-5 ontbranden. Vijftien ton brandstof gaan er in één seconde door. De massieve witte vlam onder de raket stoot een gebrul uit dat alle geluid op Merritt Island, op Cape Kennedy en tot kilometers ver op de Atlantische Oceaan over stemt. En de raket, 3.000 ton zwaar, heft zich met de zekerheid van een reus van zijn staart van vuur op. In de controlekamer spreken snel le stemmen onbegrijpelijke woorden en in dezelfde taal van de syste men komen uit het topje van de rg- ket snelle antwoorden, cijfers, afle zingen. Opgestuwd op de schokgolf accele reert de reus met onmenselijke pre cisie en onaardse snelheid. De hemel is blauw, de hemel is zwart. De at mosfeer: een ademtocht. De strato sfeer slechts een schietgebed lang. Duizend kilometer gaan in een zucht voorbij.' Maar elk ervan is te voren in het boek beschreven en geen mijlpaal is voor de drie mannen in hun rustholten een onbekende. Want ze hebben ze jarenlang be studeerd, verkend en eigenlijk al gezien. In Houston, waar dagelijks gewerkt wordt om dat éne procent risico ook nog te elimineren. Hier en daar zien we druivenstrui- ken tegen een muur of schutting aan geplant die schreeuwen om een betere behandeling. De meeste buitendruiven geven een wirwar van takken en scheuten te zien. Ik zag in een buurt schap bij Rhenen een druif tegen de huismuur staan, waarvan de takken tot op het dak lagen. Er hingen zowaar nog enkele pietleuterige verrotte tros jes druiven aan. Het geheel maakte een zwaar verwaarloosde indruk. Die buitendruif is steeds aan haar lot over gelaten. Het gevolg? Een rommel van takken, zeer weinig vruchten, kleine bessen en een zich doodgroeiende druivenstruik. Jammer! Bij een juiste behandeling kan een druivenstruik ook buiten een goede opbrengst geven aan flinke trossen. Ik wil in dit artikel met een enkel woord wat zeggen van het snoeien van druiven, die buiten staan. De bladeren zijn nu van de druiven af, deze kunnen nu gesnoeid worden. Het gebeurt ook wel in het vroege voorjaar, doch het is veel beter het nu te doen. Gebeurt het snoeien diep in het voorjaar, dan begint de struik te bloeden, hetgeen natuurlijk allemaal maar krachtsverlies is. Nu heeft men daar geen last van. Alle jonge scheu ten, die niet nodig zijn om een grotere ruimte te vullen, kunnen nu zover wor den ingesnoeid (dus ingekort), dat er nog vier of vijf knoppen overblijven. Het verschil tussen het jonge en het oude hout is aan de kleur van het hout heel gemakkelijk te zien, daarin kan men zich niet vergissen. Het jonge hout is lichtbruin van kleur, terwijl de oude takken meer grijs zien. Men laat dus aan elke jonge tak zo ongeveer tien centimeter hout zitten. Er kan nog wel korter gesnoeid wor den, doch voor een druif die buiten groeit tegen een muur, is dat hele maal niet nodig. Uit deze overgebleven vier of vijf knoppen groeien in het voorjaar weer lange nieuwe scheuten, die de vruchten voortbrengen. In de zomer valt heel duidelijk te zien aan welke scheuten de trossen komen. De overtollige scheuten kan men gerust wegsnijden. De scheuten waaraan de trossen staan, worden tot op één blad boven de vruchten ingekort. Het zal de buitendruif-bezitters nu wel duideijk zijn, dat gewirwar van takken bij een juiste behandeling niet voorkomt. Bij goede behandeling, zoals hierboven aangegeven, kan zon en licht volop toetreden, hetgeen bij de druif van ongemeen groot belang is. Een buitendruif moet flink bemest worden. Wie een druif gaat aanplanten moet de jonge plant vrij kort afsnoeien, op 3 k 4 ogen. Wenst men nadere inlich tingen? Schrijf dan een kaartje naar ondergetekende en in het volgende nummer kan men het antwoord lezen. V 202 Besdragers. De besdragende heesters in de tui nen (tjes) staan volop te pronken met hun rode, lichtgele of vuurrode bessen. Wil men lang van de bessen profiteren, dan moeten deze nu tegen de vogels worden beschermd. Het is natuurlijk niet mogelijk om al de besheesters met netten af te schermen, doch dat is ook niet nodig. De meeste bessen laten ze wel met rust. Alleen voor de hulst moet men wel een uitzondering maken. Deze zijn meestal heel gauw verdwenen en voor al wanneer de winter vroeg zijn intre de doet. Ook de bessen van de vuur- doorn (pyracantha) zijn er spoedig af. Die moeten dus ook wel beschermd worden. Dit loont trouwens wel de moeite, daar de bessen er dan nog tot ver in het voorjaar aan blijven zitten. Een goed middel om de fraaie bes sen van de Vuurdoorn of Cotoneaster, die tegen de huismuur staat, te be schermen, is het spannen van zwart garen, naaigaren, voor de struiken heen. De vogels schrikken hiervan te rug. Denkt er wel om de niet winterharde vaste planten en bolgewassen tegen de ijzige adem van koning winter te dek ken. Dekken tegen de vorst doet men het best met turfmolm. Vuurpijlen kunnen de winter ook niet zonder be dekking doorstaan. Toch verrotten er in de winter nog meer planten, dan er eigenlijk bevriezen. De reden hiervan is, dat de meeste liefhebbers de planten zomaar onder een laag blad of turfmolm stoppen, hetgeen rotten tengevolge heeft. Vuur pijlen zijn daar heel gevoelig voor. Bind de bladeren van uw vuurpijlpol len bij elkaar en breng daarna een laag turfmolm rondom de voet van de planten. Ze rotten dan niet en komen de winter heel goed door. Ook de meeste leliesoorten kunnen niet tegen de winter. Daarom worden de lelies ook meestal in het voorjaar geplant. Er zijn echter ook soorten le lies, die in het najaar geplant moeten worden. Hieronder valt zeker de Ma donna-lelie. Lelies moeten gedekt wor den met een laag turfmolm van onge veer tien centimeter dikte. Ook de reeds eerder uitgeplante bol-irissen. moeten gedekt worden, ook deze ko men zonder bedekking de winter niet door. Turfmolm is wel het beste dek materiaal, doch het kan ook wel met blad. Stop de iris-bollen er goed onder, minstens tien centimeter dik dekken, daar ze weinig vorst kunnen verdra gen. Vasteplant-irissen vragen geen bedekking, die kunnen wel tegen de winter.- Aardbeien. Aardbeien zijn wel winterhard en toch kunnen ze wel last van de vorst hebben. Jcmge planten kunnen bij vorst veel hinder ondervinden omdat deze nog niet zulke sterke en diepe wortels bezitten, vriezen zij omhoog en komen los in de grond te zitten. De planten worden dan maar weer naar beneden gedrukt, maar dat is zeer schadelijk voor de jonge planten. Beter is het om bevriezing, of liever gezegd dat „opvriezen" te voorkomen door er tijdig een laagje mest tussen te strooien en deze gewoon boven op de grond te laten liggen. De harten van de planten mogen niet onder de mest komen te zitten. Deze moeten vrij blijven. Strooi de mest tussen de plantenrijen, doch bedek er de planten zelf niet mee. De knollen van de gladiolen zijn nu wel zo ver droog, dat ze schoonge maakt kunnen worden. De stengeleind jes. die er bij het afsnijden van het loof aan bleven zitten, kunnen er nu wel worden afgebroken en ook de los se velletjes worden verwijderd. Be waar de knollen op een droge, koele plaats. Vanzelfsprekend op een vorst- vrij plaatsje. Gazon. Het gazon zal nu wel voor de laat ste maal gemaaid worden. Laat het gras niet tot het komend voorjaar zit ten, vóór de winter moet het kort ge maaid worden. Blad mag er niet op het gazon blijven liggen, want dat zou dode plekken doen ontstaan. Het blad dat tussen de heesters komt te liggen mag niet weggehaald worden. Is de bladval ten einde dan spit men het blad eronder. De tuin knapt er me teen van op. Heesters worden maar al te vaak verwaarloosd. Men denkt dat die zonder bemesting ook wel groeien en bloeien. Ja, daar wordt maar al te gemakkelijk over gedacht. Heesters dienen ook bemest te worden om tot goede ontwikkeling te komen. Het blad óf de mest óf compost moet heel on diep ondergespit worden, anders lijden de wortels teveel. Aan de heer A. v. K. te Veenendaal geef ik de raad om de geraniums (Peltatums) in een lichte kelder te zet ten en zo weinig mogelijk water te geven. Ze moeten zo droog mogelijk overwinteren. Laat het blad er rustig afvallen, dat schaadt nergens aan. Als u maar geregeld controleert of de sten gels wel groen blijven. Deze mogen niet indrogen. Wordt de potgrond te droog dan wel wat water geven. In het voorjaar moeten de stengels flink worden ingekort, tot op een derde deel van de stengel. Geef dan weer volop water en bemesting, zet de plan ten dan op een lichte plaats in de ka mer, spoedig brengen de stengels dan jonge scheutjes voort, waarop zij in de zomer weer volop bloemen geven. Handel evenzo met de fuchsia's. Te zijner tijd kom ik er wel op terug. E. J. GRIJSEN RHENEN. HANAU. Na hevig tumult is woensdag een verkiezingsbijeenkomst van de uiterstrechtse „Nationaal-de- mocratsiche Partij Dutisland" in Ha- nau (Hessen) voortijdig beëindigd. De leider van de bijeenkomst gaf er de brui aan nadat hij er niet in was ge slaagd zich boven het lawaai uit ver staanbaar te maken, dat een groep be zoekers produceerde. Deze deelden pamfletten uit, waarin een uiteenzet ting werd gegeven over de achtergron den, die ertoe hebben geledi, dat de voorzitter voor Beieren van de NPD, Florian Winter, dezer dagen uit de par tij trad, nog dezelfde dag op zijn be sluit terugkwam, doch door het partij bestuur toch werd geroyeerd. Winter had gezegd, dat ni de NPD, waarin veel voormalige nazi's ztiten, krachten naar voren komen, die niets hebben eeleerd en niets hebban

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1966 | | pagina 13