Werkgelegenheid bedreigd door eenzijdige eisen Vier onderzeeërs tijdelijk uit de vaart Klacht van arts tegen arts Buitenlandse ondernemers en kapitaal worden afgeschrikt 'keb de kriebel in mun keel' moeders weten altijd raad: theelepeltje Nattermann hoestsiroop zie-zo! Katholiek Nederland haalt alles tegelijk overhoop Staatssecretaris De Meijer is bezorgd if Splitsing in L.H.V.? Kosygin naar Londen VERSNELLING NIET VERONTRUSTEND KORTE TERMIJN Kal fs vleesboycot in Luxemburg Nattermann Hoestsiroop, een probaat middel op kruidenbasis, tegen aandoeningen van de bovenste ademhalingswegen: Bronchitis, Prikkel- en Kramphoest, Griep en Heesheid. Keelpijn. Lost taai slijm op. Hoestsiroop voor kinderen van 1 tot 6 jaar Nattermann Melrosum Forte Hoestsiroop voor kinderen vanaf 6 jaar en volwassenen Nattermann Bronchicum Elixir Zuinige theelepel dosering. f2.50 Rapport met het oog op komend pastoraal concilie: j ZondagSlüisbeZOek neemt af 55 AFBROKKELING ABRUPT Mihajlof in cel Twee wethouders weggestemd Pagina 8 DINSDAG 15 NOVEMBER 1966 ROTTERDAM Vier van de zes on derzeeboten van de Koninklijke Marine ondergaan op het ogenblik op de werven van Wilton Feijenoord in Schiedam en de Rotterdamse Droogdokmaatsrhappy in Rotterdam een intensieve controle- en reparatiebeurt, onder meer in verband met technische moeilijkheden, die zich dit jaar tot tweemaal toe by de onder zeeër „Potvis" hebben voorgedaan. De twee overige onderzeeërs, de „Wal rus" en de „Zeeleeuw" nemen deel aan oefeningen met smaldeel V. De „Potvis" en de „Tonijn" liggen op de werf van Wilton, terwijl de „Zeehond" en de „Dol fijn" bij de Rotterdamse Droogdokmaat- achappy onder handen worden genomen. De Marine Voorlichtingsdienst deelde desgevraagd mee, dat het tijdelijk uit de vaart nemen van de vier in Nederland gebouwde onderzeeërs geschiedde, nadat de „Potvis" begin van dit jaar al op zee te kampen kreeg met een verbrand generatoranker. Dat gebeurde tijdens de garantievaart van de „Potvis". Bij de Marine dacht men aanvankeiyk aan een fabricagefout, maar toen in september van dit jaar eenzelfde euvel zich voordeed met een ander generator anker, werd de Potvis" teruggeroepen naar Den Helder."Uit een onderzoek, dat de Marine vervolgens samen met de KEMA en de Technische Hogeschool te Delft instelde, bleek dat koolstofaf zetting tengevolge van overmatige bor- stelslijtage de oorzaak was van het ver branden der ankers. De borstelslijtage bleek op haar beurt een gevolg te zijn van de toepassing van een nieuw koelsysteem. Men ver hielp het euvel aan de „Potvis" door speciale geïmpregneerde borstels toe te passen, door het opvullen met kunst stof van kritieke plaatsen van het ge neratoranker. Om de moeilijkheden met de genera torankers van de overige drie onder zeeboten van het driecylindertype (de „Tonijn", „Zeehond en „Dolfijn") te voorkomen, worden dezelfde voorzienin gen thans ook bij deze drie vaartuigen uitgevoerd. (Van een onzer redacteuren) DEN HAAG De Seheveningse huis arts J. F. van der Vliet (64) heeft van daag bij het hoofdbestuur van de Kon. Ned. Mij ter bevordering van de Ge neeskunst schriftelijk een klacht inge diend tegen het optreden van dokter J. F. van Rijn uit Arnhem, voorzitter van de Landelijke Huisartsen Vereniging (L.H.V.). Dokter Van der Vliet eist maatrege len, aangezien hij op de vorige week vrijdag te Utrecht gehouden algemene vergadering van de L.H.V. door een achttal collega's werd gemolesteerd, omdat hij weigerde een bandopname apparaat, waarmee hij het besprokene ter documentatie vastlegde, stop te zet ten en het vervolgens bij het bestuur in te leveren. De Seheveningse arts meent, dat dok ter Van Rijn niet het recht had hem het gebruik van het bandopname-appa raat te verbieden en hem in zijn bewe gingsvrijheid heeft belemmerd door niet in te grijpen toen uit de zaal „Lynch hem" werd geroepen en een achttal artsen hem, volgens zijn verkla ring, vastgreep met de bedoeling hem hardhandig uit de zaal te verwijderen. Dokter Van der Vliet kan zich niet met het voorstel van de L.H.V. (verho ging van de artsenhonoraria met 100 procent) aan de ziekenfondsen vereni gen en wil daarom deze week al ko men tot de oprichting van „een federa tie van huisartsen-medewerkers zieken fondsen", een federatie, die volgens hem een splitsing in de L.H.V. teweeg zal brengen en wèl het tegenvoorstel van de ziekenfondsen (verhoging van de artsenhonoraria met 19 procent) wil accepteren, omdat het, volgens dokter Van der Vliet, „een meer dan redelijk voorstel" is. De eerste contacten hiervoor zijn vol gens dokter Van der Vliet, al gelegd. Het aantal mede-opposanten, dat hij op den duur mee zal krijgen, kon hij nu nog niet schatten. „Maar ik reken op een getal met drie cijfers. Ze zullen merken, dat ze bij ons voordeliger uit zijn dan bij de L.H.V., die met haar hysterische voorstel het onmogelijke wil". LONDEN Premier Kosygin van de Sovjet-Unie wordt op zes februari te Londen verwacht voor besprekingen over Viëtnam, het tegengaan van een verdere verspreiding van kernwapens en andere belangrijke internationale kwes ties, zo is in de Engelse hoofdstad be kendgemaakt. Volgende maand, gaat de Russische regeringsleider met president De Gaulle praten. Van 21 tot en met 23 november zal de Britse minister van Buitenlandse Zaken, George Brown, Moskou bezoe ken voor overleg met zyn ambtgenoot Gromyko. Dan zal ook worden gespro ken over de kwestie-Viëtnam. Premier Wilson is in juli jl. in Mos kou geweest. De laatste keer dat een Sovjet-premier naar Engeland kwam, was in 1956 toen Boelganln samen met de toenmalige eerste partijsecretaris «•taastsief Londen bezocht. (Van onze Haagse redactie) DEN HAAG Staatssecretaris dr. J. F. G. M. de Meijer van Sociale Zaken en Volksgezondheid is niet het oog op de werkgelegenheid bezorgd over de eisen, die de laatste tijd in Nederland worden uitgedragen, zoals hervorming van de structuur van de onderneming, nivellering van in komens en verhoging van de successiebelasting. Door deze eisen worden buitenlandse ondernemers en buiten lands kapitaal afgeschrikt in Nederland te investeren, al dus dr. De Meijer in een vraaggesprek. Deze verklaring van de staatssecretaris ging lijnrecht in tegen hetgeen door de demissionaire minister van Eco nomische Zaken, drs. J. M. den Uyl, op het congres van de P.v.d.A. was betoogd. De staatssecretaris keerde zich tegen het uitdragen van „eenzijdig toegelichte" wensen. „Ik pleit voor een behoud en versterking van een goed ondernemersklimaat, omdat hierdoor de werkgelegenheid behouden kan blijven", zei dr. De Meijer, die erop wees dat er een jaar geleden al 55 Nederlandse bedrijven wa ren, die in het buitenland, vlak over de grens werden gevestigd, omdat deze ondernemers bevreesd waren voor eventuele in Nederland te nemen maatregelen, die tegen de ondernemingen gericht zijn. Dr. De Meijer herinnerde eraan reeds eerder dit jaar in werknemerskring erop te hebben gewezen, dat we moeten oppassen het onderne-' mersklimaat niet te verslechteren. „We moeten voor zichtig zijn. De ondernemers zullen evengoed wel een boterham eten, maar de werknemers worden van de ver slechtering van het ondernemersklimaat de dupe", zo voegde dr. De Meijer hieraan toe. Naar zijn mening moet uit de ondernemersactiviteit de toekomstige welvaart groeien. De ondernemers moeten hiervoor de motor en de welvaartscheppende kracht verschaffen. De arbeidsmarkt „dikt in", verklaar de dr. De Meijer. Van half november 1965 tot half november 1966 zijn, zicht baar als gevolg van gehele of gedeelte lijke sluitingen van bedrijven, in totaal 10.618 mensen werkloos geworden. Dit aantal had betrekking op 184 bedrijven, waarvan er 75 volledig zijn gesloten. Onder die 10.618 werknemers zijn niet begrepen de vier- vijfduizend mijnar beiders, die tengevolge van de mijn- sluitingen werkloos werden. Verder moet bij deze cijfers rekening worden gehouden met „stilzwijgende" afvloei ingsregelingen, die sommige bedrijven hebben ingevoerd. Personeel, dat ver trekt of wordt gepensioneerd, wordt niet meer aangevuld. Wat het soort bedrijven betreft, waar op deze 10.618 werknemers betrekking hebben, vestigde dr. De Meijer de aan dacht op de bouwnijverheid. In deze sec tor werden vijf bedrijven volledig geslo ten. In totaal werden 1616 bouwvakkers werkloos. Houdt men rekening met de Vasco-affaire, dan komt men zeker op 2500 man. In de metaalindustrie, die wel eens een „sterke" bedrijfstak wordt ge noemd, aldus dr. De Meijer, hadden in 51 gevallen collectieve ontslagen plaats, terwijl zestien bedrijven volledig wer den gesloten. 3000 man waren hierdoor getroffen. Als men daarbij Demka en Werkspoor telt, dan wordt het totaal werkloos geworden metaalbewerkers ze ker 5000, aldus dr. De Meijer. In de textielindustrie kwamen in vijf tien gevallen collectieve ontslagen voor, waarbij 2268 werknemers waren betrok ken en vier bedrijven totaal werden ge sloten. De staatssecretaris wees in dit verband nog op de ontslagen bij AKU in Emmen, die zijn aangekondigd. De officiële werkloosheidscijfers ge ven een toeneming aan van oktober 1965 tot oktober 1966 van 14.000 man. Dit proces vertoont duidelijk een ver snelling van de ontwikkeling. In het laatste kwartaal kwamen er 9500 werk lozen bij tegen 6000 man in het voor laatste kwartaal. Tegenover deze toenemende werkloos heid, neemt het aantal openstaande aan vragen om werknemers versneld af, zei dr. De Meijer. Persoonlijk heeft hij nooit veel waarde gehecht aan de sta tistiek van de openstaande aanvragen. In een opgaande arbeidsmarkt beteke nen deze cijfers van de openstaande aanvragen meer dan in een neergaande markt. Uit de afstand tussen de grafiek van de geregistreerde arbeidsreserve (werkloosheid) en die van de openstaan de aanvragen om werknemers, leidde de staatssecretaris af, dat er in een jaar tijd een ontspanning op de ar beidsmarkt is ingetreden van 40.000 werknemers. Als gevolg van de ontspanning op de arbeidsmarkt treedt er een selectie op. De werkgevers kunnen „beter" perso neel krijgen, terwijl omgekeerd het aantal ziektegevallen en ander verzuim afneemt. Uit het maandverslag van zijn minis terie betreffende de arbeidsmarkt, ci teerde de staatssecretaris de cijfers per provincie (tussen haakjes de cijfers in oktober 1965). In de provincie Gronin gen bedroeg eind oktober 1966 de gere gistreerde arbeidsreserve in procenten van de afhankelijke mannelijke beroeps bevolking 2,2 pet. (1,7 pet.), in Fries land 1,8 pet. (1,5 pet.), Drente: 3,8 pet. (3,0 pet.), Overijssel: 1,6 pet. (1,1 pet.), Gelderland: 1,3 pet. (0,8 pet.), Utrecht 0,8 pet. (0,6 pet.):' Noord-Holland: 0,7 pet. (0,6 pet.); Zuid-Holland: 0,7 pet. (0,6 pet.); Zeeland: 1,6 pet. (1,3 pet.); Noord-Brabant: 1,7 pet. (1,0 pet.) en Limburg: 1,8 pet. (0,6 pet.). Het landelijke cijfer steeg van 0,8 pet. eind oktober 1965 tot 1,3 pet. eind okto ber van dit jaar. De staatssecretaris vond deze ontwikkeling niet alarmerend. Wel maant ze tot waakzaamheid, zei dr. De Meijer. We hebben een aantal jaren gestreefd naar een ontspanning op de arbeids markt. Tot nu toe is die ontspanning dan ook een vrij gezond verschijnsel, mits we het in de hand kunnen houden. De conjunctuur zwakt af. Dat gaat ge paard met afzetmoeilijkheden, concen tratie van bedrijven of bedrijfsonderde len en liquiditeitsmoeilijkheden. Verder komt wel een minder juist bedrijfsbe heer aan het licht en wordt ook wel gewezen op de stijging van loon- en materiaalkosten. Ook brengt dit met zich mee een toenemende mechanisatie van de produktie. In de praktijk zien we dikwijls een samenstel van factoren, aldus dr. De Meijer. De bekwame werknemers, die werk loos raken, komen nog wel onder dak, maar het lukt soms niet de mensen in bepaalde streken onder te brengen, Daarom wordt gewerkt aan het schep pen van een betere mobiliteit van de arbeid. Aan de hand van een grafiek uit de Engelse „The Economist", betoogde de staatssecretaris, dat Nederland in het algemeen qua welvaart en inkomen per hoofd van de bevolking niet bovenaan staat. Integendeel. '.Is oorzaak hiervan zag dr. De Meijer het feit, dat ons land een groot aantal ouderen en nog een Dr. J. F. G. M. DE MEIJER groter aantal jeugdigen heeft, terwijl bij ons veel minder vrouwen dan in an dere landen aan het produktieproces deelnemen. In dit verband vond dr. De Meijer het actueel, dat de E.E.G. een boekje heeft uitgegeven over de Nederlandse economie, waarin wordt gezegd, dat Nederland zijn economisch-geografische positie zal moeten uitbuiten door grond- stofveredelende industrieën aan te trek ken van een zo hoge kapitaalintensiteit, dat zij een hoog loonpeil dragen. Een tweede mogelijkheid ligt, aldus de E.E.G., in de ontwikkeling van „intelli gentie-intensieve" industrieën, die e)en hoge graad van scholing vereisen. De staatssecretaris kon volledig instemmen met het E.E.G.-rapport, dat verder zegt, dat stagnatie en achteruitgang in oude bedrijfstakken dwingen tot een heroriëntering van de industriële pro duktie, die door een grotere differentia tie en specialisatie aansluiting moet vin den bij de vraag op koopkrachtige markten. Voorshands moeten we werken met de aanvullende werkgelegenheid, zei dr. De Meijer. Op de begroting is hiervoor een bedrag van 30 miljoen uitgetrok ken, met dien verstande, dat dit kan worden verhoogd als het nodig is. De staatssecretaris wilde voorop stellen, dat we beslist geen paniek moeten zaaien. Anders zou men psychoigisch nog een versnelling van de werkloos heid kunnen bereiken. Ten aanzien van de plannen merkte dr. De Meijer op dat hij af wil van het spit- en graafwerk. De aanvullende werken moeten thans gericht worden op wegen, parken, zwembaden en sport velden. Scholing en omscholing van de werkne mers achtte dr. De Meijer een voor de toekomst belandrijke zaak. Vooral be ambten die werkloos worden, zijn moeilijk te plaatsen. Het Planbureau rekent er thans op, dat er volgend jaar 75.000 werklozen zullen zijn. Dat is minder dan in 1957 .toen er 100.000 werkloze arbeiders waren. Dr. De Meijer was er echter van overtuigd, dat we een crisis als die uit de dertiger jaren niet meer te rug zullen krijgen. De samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven, waaronder hij zowel de werkgevers door de economische wetenschap, als de werknemers rekende, gesteund maken het volgens hem mogelijk een crisis als van de dertiger jaren te voorkomen. Een beter ondernemers klimaat is echter nodig om de grond- stofveredelende industrieën aan te trekken, waarvoor het E.E.G.-rap port pleit. LUXEMBURG. De bond van Luxemburgse slagers, heeft besloten geen kalfsvlees meer te verkopen, uit protest tegen een weigering van de regering de officiële prijs te verhogen. Dit zal consequenties hebben voor Nederland en België, aangezien het in Luxemburg genuttigde kalfsvlees, hoofd zakelijk uit België en Nederland wordt ingevoerd. De laatste prijsvaststelling van kalfs vlees in Luxemburg dateert van 28 sep tember, doch de slagers stellen, dat sedertdien de invoerprijzen met een veertien frank per kilogram zijn ge stegen. verkrijgbaar bij uw apotheek en drogist. (Van een onzer redacteuren) DEN HAAG De huidige onrust binnen de r.-k. kerkgemeenschap van Neder land kan worden gezien als het sluitstuk van de emancipatie van de Nederlandse katholieken. De interne eenheid wordt minder belangrijk, omdat de katholiek zich als Nederlander volkomen geaccepteerd weet. Deze openheid en de wil om eruit te breken vormen de zin zelf van het emancipatieproces, dat de Nederland se katholieken achter de rug hebben. Daarmee wordt de geloofsvraag een reële vraag. Waar zal deze ontwikkeling toe leiden Radicale vernieuwing noch radi cale behoudzucht zullen een wezenlijke kans hebben. De nieuwe vorm z.al liggen buiten de extremismen, maar met een tendens naar de kant van de vooruitstre vendheid. Dit is een voorzichtige conclu sie van drs. Th. Steeman O.F.M., we tenschappelijk medewerker aan het KASKI (Katholiek Sociaal Kerkelijk Instituut), binnen het raam van een verkenning van katholiek Nederland nu een momentopname, die hij heeft gemaakt ten dienste van het pastoraal concilie in de r.-k. Nederlandse kerk provincie, dat 27 november a.s. wordt geopend. Drs. Steeman stelt in zijn rapport de vitaliteit van het Nederlandse r.-katho licisme aan de orde; hij legt zijn con stateringen niet zozeer voor als een graadmeter voor het wel of niet goed- katholiek zijn van de 5.147.200 geregis treerde Nederlandse katholieken, maar meer als eer. graadmeter voor de ma te waarin het traditionele systeem in al zijn vormen nog levenskracht bezit in de veranderende tijd. Het KASKI heeft tegelijkertijd nog een aantal rapporten het licht doen zien, o.a. over het gemiddelde zondagsmisbezoek (64,4 pet.) dat te rugloopt, over het Pasen-houden (plm. 85 pet. hoger dan Duitsland met 50, Oostenrijk met 35, Zwitserland en Bel gië met 50, Frankrijk met 30 en Enge land met 40 pet.), over de kleine maar gestadige teruggang in het promillage doopsels, over de sterke teruggang in de priesterroepingen (in vijf jaar 32 pet.) en over een toeneming van het aantal gemengde huwelijken (1963: 6 pet., 1964: 6,3 pet., 1965: 7,2 pet.). Er is zo conclutiaart drs. Steeman een afbrokkelingsproces gaande, dat zich bij uitstek in het geloofsleven, in de kerkelijke praktijk, blijkt te voltrek ken. De crisis treedt veel minder op in de eigen instellingen van het bevol kingsdeel: sociale organisaties, de con fessionele politieke partij, het onder wijs. Duidelijker in de steden, vager op het platteland, constateert drs. Stee man, naast de reeds hierboven genoem de neergangsverschijnselen, een duide lijk verval in de devotionele traditie. In 1956 waren nog bijna 340.000 katho lieken lid van religieuze verenigingen, in 1962 nog maar 154.000. Verenigingen die vóór de oorlog het sterkst bloeiden (congregaties e.d.), zijn soms gedeci meerd. Kerkelijke verschijnselen als lof, aanbiddingsuren en processies trek ken nog maar zeer weinig belangstel ling al zijn er streken, waar deze tradities zich sterker handhaven dan el ders. Dit zijn typische binnenkerkelijke za ken. Betreedt men echter het terrein van de katholiek, die zich in de (ge mengde) volksgemeenschap begeeft, dan verandert het beeld. Drs. Steeman constateert, dat de „ontzuiling" welis waar veld wint, maar niet in sterke mate. Er is met name in de steden een neergaande tendens in de poli tieke rechtzinnigheid van de katholiek, maar zij blijft hoog; zelfs daar waar nog maar 30 tot 40 pet. van de katho lieken naar de kerk gaat, blijft het aantal K.V.P.-stemmen onder hen niet ver beneden de 70 procent. En bijna 100 procent blijft zijn kinderen naar de katholieke school sturen. Dat wil zeg gen tot aan het hoger onderwijs, want 70 procent van alle katholieke studen ten bevindt zich op neutrale universitei ten en hogescholen. De verschijnselen van neergang, zo merkt drs. Steeman op, herinneren aan soortgelijke verschijnselen in het bui tenland, maar die waren niet zo abrupt en gelijktijdig aan te wijzen als in Ne derland. Ook in ander opzicht consta teert het KASKI-rapport een duidelijk verschil met de ontwikkeling in het bui tenland: tegelijk met de afbrokkeling manifesteert zich in Nederland, een zeer krachtige vernieuwingsbeweging, die dan ook meteen maar alles van liturgie tot moraal tot onderwerp van discussie. bezinning en kritiek maakt. En dan komen er twee verschillende karakters naar voren: de moderne ka tholiek, die door zijn zin voor persoon lijke beleving van de godsdienst ge makkelijk afstand neemt van de tradi tie en aan de andere kant de tradi tionele katholiek, die zich juist om zijn religieuze vereenzelviging met de tradi tie zo sterk tegen deze radicale bezin ning verzet. Heeft het verval eei> vorm gekregen, de vernieuwing zo wijst drs. Steeman aan manifesteert zich eveneens her kenbaar. In de plaats van het eertijds zo bloeiende religieuze verenigingsleven komen thans de gespreks- en gebeds groepen (medio 1966 waren er al 6000), die een volwassen en mondige interes se vragen. Er is een nieuwe stijl geko men in de kerkenbouw, in de liturgie met haar sterkere activering van de gelovige-zelf, in de vrijheid van de ge lovige om naar de kerk van zijn keuze te gaan, in de duidelijke vermindering van het verplichtheidsbesef met betrek king tot de zondagsmis. Hierin de achteruitgang van het aan tal priesterroepingen betrekkend, vraagt drs. Steeman tenslotte zich af of het hier gaat om een vermindering van de vitaliteit van het Nederlandse katho licisme, dan wel om een andere oriën tering van deze vitaliteit. Hij voelt voor het laatste. Het bisdom Groningen heeft het hoogste percentage van zondagsmisbezoek van heel de Nederlandse r.-k. kerkprovincie, namelyk 73.9 procent. Daarna komen de bisdommen Den Bosch (70.8 procent) en I'trecht (70.7 procent). De bisdommen Haarlem en Rotterdam halen slechts 38.2, resp. 50.5 procent. Weer hoger liggen de bisdommen Breda en Roermond (resp. 64.1 en 66.5 procent). Deze cijfers, betrekking hebbend op een totaal van 5.147.200 geregistreerde rooms-katholieken in Nederland, zijn de uitkomsten van een enquête die op twee zondagen in januari jl. werd gehouden. Zij werden gisteren, tijdens een persconferentie ter inleiding van het pastorale concilie van de r.-k. Neder landse kerkprovincie, als onderdeel van een KASKI-rapport (conclusie: het misbezoek loopt achteruit) bekend gemaakt. Opmerkelijk noemt het KASKI-rapport de verschillen in groei van het aantal rooms-katholieken dat over geheel Nederland een toeneming over de afgelo pen 10 jaar met 700.000 personen (16.3 procent) te zien gaf. In het bisdom Rotterdam was de groei slechts 11.8 procent, in het bisdom Breda is nauwe lijks sprake van enige groei. De sterkste toeneming vertonen de bisdommen Groningen (18.8 procent), Utrecht (19.9 procent), Den Bosch (18.1 procent) en Roermond (18.2 procent). Den Bosch is het grootste bisdom (1.219.000 katholieken), Groningen het kleinste (114.000 katholieken). Het aantal jeug dige katholieken neemt af. Wat het pasen-houden betreft, concludeert het rapport dat 86.7 procent van alle geregistreerde rooms-katholieken hieraan vasthoudt. In het bisdom Rot terdam het minst nl. 50.5 procent. Het rapport meldt ook over personen die tot de R.-K. Kerk in Nederland toe traden. In 1965 werden er 3.185 geregistreerd: 1506 mannen en 1679 vrouwen, 70 procent van hen woonde in de bisdommen Utrecht, Haarlem en Rotterdam. Van hen was 80 procent 18 jaar of ouder. De meesten waren ongehuwd. Van buitenkerkelijke origine waren er 1493, uit de Ned. Herv. Kerk afkomstig 1086, van de Gereformeerde Kerken 206 en van overige kerkgenootschappen 400. BELGRADO De Zuidslavische in tellectueel Mihajlo Mihajlov, is zater dag de gevangenis ingegaan. Een recht bank in Zadar veroordeelde hem on langs tot een jaar gevangenisstraf we gens „het verspreiden van berichten in het buitenland, die het huidige politie ke stelsel in zijn land hekelden". Het Hooggerechtshof van Kroatië verwierp vorige week het beroep van Mihajlof, die heeft aangekondigd in beroep te zullen gaan bij het federale hoogge rechtshof in Belgrado. Hij zit nu in de gevangenis van Sremska Mitrovica, waar ook de vroe gere vice-president en oorlogskame raad van president Tito, Milovan Dji- las, zijn straf van acht jaar en acht maanden uitzit. Djilas werd in 1962 schuldig bevonden aan het onthullen van geheimen in zijn boek „gesprek ken met Stalin". Mihajlof heeft gezegd een aanhanger van Djilas te zijn. 9 Het elfde „Tussederusse"-lustrum van de Utrechtse studentenvereni ging Unitas is in de nacht van zaterdag op zondag op de Seheveningse pier met een feest besloten. STEVENSWEERT III een speciale vergadering, heeft de gemeenteraad van de Middenlimburgse gemeente Stevens- weert maandag een motie van wantrou wen tegen de twee wethouders Jessen en Slypen ingediend die volgens de raad op ondemocratische wijze gekozen zijn. De motie werd met vier tegen drie stemmen aangenomen, hetgeen betekent, dat beide wethouders in een vergade ring, die wettelijk binnen veertien da gen dient te worden uitgeschreven, moe ten aftreden, waarna een nieuwe wet houdersverkiezing zal volgen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1966 | | pagina 8