Werkgelegenheid bedreigd
door eenzijdige eisen
Vier onderzeeërs
tijdelijk uit
de vaart
Klacht van arts
tegen arts
Buitenlandse ondernemers en
kapitaal worden afgeschrikt
'keb de kriebel
in mun keel'
moeders weten
altijd raad:
theelepeltje
Nattermann
hoestsiroop
zie-zo!
Katholiek Nederland haalt
alles tegelijk overhoop
Staatssecretaris De Meijer is bezorgd
if
Splitsing in L.H.V.?
Kosygin naar
Londen
VERSNELLING
NIET VERONTRUSTEND
KORTE TERMIJN
Kal fs vleesboycot
in Luxemburg
Nattermann Hoestsiroop,
een probaat middel
op kruidenbasis,
tegen aandoeningen van de
bovenste
ademhalingswegen:
Bronchitis,
Prikkel- en Kramphoest,
Griep en Heesheid. Keelpijn.
Lost taai slijm op.
Hoestsiroop voor kinderen
van 1 tot 6 jaar
Nattermann Melrosum Forte
Hoestsiroop voor kinderen
vanaf 6 jaar en volwassenen
Nattermann
Bronchicum Elixir
Zuinige theelepel dosering.
f2.50
Rapport met het oog op komend pastoraal concilie: j ZondagSlüisbeZOek neemt af
55
AFBROKKELING
ABRUPT
Mihajlof in cel
Twee wethouders
weggestemd
Pagina 8
DINSDAG 15 NOVEMBER 1966
ROTTERDAM Vier van de zes on
derzeeboten van de Koninklijke Marine
ondergaan op het ogenblik op de werven
van Wilton Feijenoord in Schiedam en
de Rotterdamse Droogdokmaatsrhappy
in Rotterdam een intensieve controle- en
reparatiebeurt, onder meer in verband
met technische moeilijkheden, die zich
dit jaar tot tweemaal toe by de onder
zeeër „Potvis" hebben voorgedaan.
De twee overige onderzeeërs, de „Wal
rus" en de „Zeeleeuw" nemen deel aan
oefeningen met smaldeel V. De „Potvis"
en de „Tonijn" liggen op de werf van
Wilton, terwijl de „Zeehond" en de „Dol
fijn" bij de Rotterdamse Droogdokmaat-
achappy onder handen worden genomen.
De Marine Voorlichtingsdienst deelde
desgevraagd mee, dat het tijdelijk uit de
vaart nemen van de vier in Nederland
gebouwde onderzeeërs geschiedde, nadat
de „Potvis" begin van dit jaar al op
zee te kampen kreeg met een verbrand
generatoranker. Dat gebeurde tijdens
de garantievaart van de „Potvis".
Bij de Marine dacht men aanvankeiyk
aan een fabricagefout, maar toen in
september van dit jaar eenzelfde euvel
zich voordeed met een ander generator
anker, werd de Potvis" teruggeroepen
naar Den Helder."Uit een onderzoek, dat
de Marine vervolgens samen met de
KEMA en de Technische Hogeschool
te Delft instelde, bleek dat koolstofaf
zetting tengevolge van overmatige bor-
stelslijtage de oorzaak was van het ver
branden der ankers.
De borstelslijtage bleek op haar beurt
een gevolg te zijn van de toepassing
van een nieuw koelsysteem. Men ver
hielp het euvel aan de „Potvis" door
speciale geïmpregneerde borstels toe te
passen, door het opvullen met kunst
stof van kritieke plaatsen van het ge
neratoranker.
Om de moeilijkheden met de genera
torankers van de overige drie onder
zeeboten van het driecylindertype (de
„Tonijn", „Zeehond en „Dolfijn") te
voorkomen, worden dezelfde voorzienin
gen thans ook bij deze drie vaartuigen
uitgevoerd.
(Van een onzer redacteuren)
DEN HAAG De Seheveningse huis
arts J. F. van der Vliet (64) heeft van
daag bij het hoofdbestuur van de Kon.
Ned. Mij ter bevordering van de Ge
neeskunst schriftelijk een klacht inge
diend tegen het optreden van dokter J.
F. van Rijn uit Arnhem, voorzitter van
de Landelijke Huisartsen Vereniging
(L.H.V.).
Dokter Van der Vliet eist maatrege
len, aangezien hij op de vorige week
vrijdag te Utrecht gehouden algemene
vergadering van de L.H.V. door een
achttal collega's werd gemolesteerd,
omdat hij weigerde een bandopname
apparaat, waarmee hij het besprokene
ter documentatie vastlegde, stop te zet
ten en het vervolgens bij het bestuur
in te leveren.
De Seheveningse arts meent, dat dok
ter Van Rijn niet het recht had hem
het gebruik van het bandopname-appa
raat te verbieden en hem in zijn bewe
gingsvrijheid heeft belemmerd door
niet in te grijpen toen uit de zaal
„Lynch hem" werd geroepen en een
achttal artsen hem, volgens zijn verkla
ring, vastgreep met de bedoeling hem
hardhandig uit de zaal te verwijderen.
Dokter Van der Vliet kan zich niet
met het voorstel van de L.H.V. (verho
ging van de artsenhonoraria met 100
procent) aan de ziekenfondsen vereni
gen en wil daarom deze week al ko
men tot de oprichting van „een federa
tie van huisartsen-medewerkers zieken
fondsen", een federatie, die volgens
hem een splitsing in de L.H.V. teweeg
zal brengen en wèl het tegenvoorstel
van de ziekenfondsen (verhoging van
de artsenhonoraria met 19 procent) wil
accepteren, omdat het, volgens dokter
Van der Vliet, „een meer dan redelijk
voorstel" is.
De eerste contacten hiervoor zijn vol
gens dokter Van der Vliet, al gelegd.
Het aantal mede-opposanten, dat hij op
den duur mee zal krijgen, kon hij nu
nog niet schatten. „Maar ik reken op
een getal met drie cijfers. Ze zullen
merken, dat ze bij ons voordeliger uit
zijn dan bij de L.H.V., die met haar
hysterische voorstel het onmogelijke
wil".
LONDEN Premier Kosygin van de
Sovjet-Unie wordt op zes februari te
Londen verwacht voor besprekingen
over Viëtnam, het tegengaan van een
verdere verspreiding van kernwapens en
andere belangrijke internationale kwes
ties, zo is in de Engelse hoofdstad be
kendgemaakt.
Volgende maand, gaat de Russische
regeringsleider met president De Gaulle
praten. Van 21 tot en met 23 november
zal de Britse minister van Buitenlandse
Zaken, George Brown, Moskou bezoe
ken voor overleg met zyn ambtgenoot
Gromyko. Dan zal ook worden gespro
ken over de kwestie-Viëtnam.
Premier Wilson is in juli jl. in Mos
kou geweest. De laatste keer dat een
Sovjet-premier naar Engeland kwam,
was in 1956 toen Boelganln samen met
de toenmalige eerste partijsecretaris
«•taastsief Londen bezocht.
(Van onze Haagse redactie)
DEN HAAG Staatssecretaris dr. J. F. G. M. de Meijer
van Sociale Zaken en Volksgezondheid is niet het oog op
de werkgelegenheid bezorgd over de eisen, die de laatste
tijd in Nederland worden uitgedragen, zoals hervorming
van de structuur van de onderneming, nivellering van in
komens en verhoging van de successiebelasting. Door
deze eisen worden buitenlandse ondernemers en buiten
lands kapitaal afgeschrikt in Nederland te investeren, al
dus dr. De Meijer in een vraaggesprek.
Deze verklaring van de staatssecretaris ging lijnrecht in
tegen hetgeen door de demissionaire minister van Eco
nomische Zaken, drs. J. M. den Uyl, op het congres van
de P.v.d.A. was betoogd. De staatssecretaris keerde zich
tegen het uitdragen van „eenzijdig toegelichte" wensen.
„Ik pleit voor een behoud en versterking van een goed
ondernemersklimaat, omdat hierdoor de werkgelegenheid
behouden kan blijven", zei dr. De Meijer, die erop wees
dat er een jaar geleden al 55 Nederlandse bedrijven wa
ren, die in het buitenland, vlak over de grens werden
gevestigd, omdat deze ondernemers bevreesd waren voor
eventuele in Nederland te nemen maatregelen, die tegen
de ondernemingen gericht zijn. Dr. De Meijer herinnerde
eraan reeds eerder dit jaar in werknemerskring erop te
hebben gewezen, dat we moeten oppassen het onderne-'
mersklimaat niet te verslechteren. „We moeten voor
zichtig zijn. De ondernemers zullen evengoed wel een
boterham eten, maar de werknemers worden van de ver
slechtering van het ondernemersklimaat de dupe", zo
voegde dr. De Meijer hieraan toe. Naar zijn mening moet
uit de ondernemersactiviteit de toekomstige welvaart
groeien. De ondernemers moeten hiervoor de motor en de
welvaartscheppende kracht verschaffen.
De arbeidsmarkt „dikt in", verklaar
de dr. De Meijer. Van half november
1965 tot half november 1966 zijn, zicht
baar als gevolg van gehele of gedeelte
lijke sluitingen van bedrijven, in totaal
10.618 mensen werkloos geworden. Dit
aantal had betrekking op 184 bedrijven,
waarvan er 75 volledig zijn gesloten.
Onder die 10.618 werknemers zijn niet
begrepen de vier- vijfduizend mijnar
beiders, die tengevolge van de mijn-
sluitingen werkloos werden. Verder
moet bij deze cijfers rekening worden
gehouden met „stilzwijgende" afvloei
ingsregelingen, die sommige bedrijven
hebben ingevoerd. Personeel, dat ver
trekt of wordt gepensioneerd, wordt
niet meer aangevuld.
Wat het soort bedrijven betreft, waar
op deze 10.618 werknemers betrekking
hebben, vestigde dr. De Meijer de aan
dacht op de bouwnijverheid. In deze sec
tor werden vijf bedrijven volledig geslo
ten. In totaal werden 1616 bouwvakkers
werkloos. Houdt men rekening met de
Vasco-affaire, dan komt men zeker op
2500 man. In de metaalindustrie, die wel
eens een „sterke" bedrijfstak wordt ge
noemd, aldus dr. De Meijer, hadden in
51 gevallen collectieve ontslagen plaats,
terwijl zestien bedrijven volledig wer
den gesloten. 3000 man waren hierdoor
getroffen. Als men daarbij Demka en
Werkspoor telt, dan wordt het totaal
werkloos geworden metaalbewerkers ze
ker 5000, aldus dr. De Meijer.
In de textielindustrie kwamen in vijf
tien gevallen collectieve ontslagen voor,
waarbij 2268 werknemers waren betrok
ken en vier bedrijven totaal werden ge
sloten. De staatssecretaris wees in dit
verband nog op de ontslagen bij AKU
in Emmen, die zijn aangekondigd.
De officiële werkloosheidscijfers ge
ven een toeneming aan van oktober
1965 tot oktober 1966 van 14.000 man.
Dit proces vertoont duidelijk een ver
snelling van de ontwikkeling. In het
laatste kwartaal kwamen er 9500 werk
lozen bij tegen 6000 man in het voor
laatste kwartaal.
Tegenover deze toenemende werkloos
heid, neemt het aantal openstaande aan
vragen om werknemers versneld af, zei
dr. De Meijer. Persoonlijk heeft hij
nooit veel waarde gehecht aan de sta
tistiek van de openstaande aanvragen.
In een opgaande arbeidsmarkt beteke
nen deze cijfers van de openstaande
aanvragen meer dan in een neergaande
markt. Uit de afstand tussen de grafiek
van de geregistreerde arbeidsreserve
(werkloosheid) en die van de openstaan
de aanvragen om werknemers, leidde
de staatssecretaris af, dat er in een
jaar tijd een ontspanning op de ar
beidsmarkt is ingetreden van 40.000
werknemers.
Als gevolg van de ontspanning op de
arbeidsmarkt treedt er een selectie op.
De werkgevers kunnen „beter" perso
neel krijgen, terwijl omgekeerd het
aantal ziektegevallen en ander verzuim
afneemt.
Uit het maandverslag van zijn minis
terie betreffende de arbeidsmarkt, ci
teerde de staatssecretaris de cijfers per
provincie (tussen haakjes de cijfers in
oktober 1965). In de provincie Gronin
gen bedroeg eind oktober 1966 de gere
gistreerde arbeidsreserve in procenten
van de afhankelijke mannelijke beroeps
bevolking 2,2 pet. (1,7 pet.), in Fries
land 1,8 pet. (1,5 pet.), Drente: 3,8 pet.
(3,0 pet.), Overijssel: 1,6 pet. (1,1 pet.),
Gelderland: 1,3 pet. (0,8 pet.), Utrecht
0,8 pet. (0,6 pet.):' Noord-Holland: 0,7
pet. (0,6 pet.); Zuid-Holland: 0,7 pet.
(0,6 pet.); Zeeland: 1,6 pet. (1,3 pet.);
Noord-Brabant: 1,7 pet. (1,0 pet.) en
Limburg: 1,8 pet. (0,6 pet.).
Het landelijke cijfer steeg van 0,8 pet.
eind oktober 1965 tot 1,3 pet. eind okto
ber van dit jaar. De staatssecretaris
vond deze ontwikkeling niet alarmerend.
Wel maant ze tot waakzaamheid, zei
dr. De Meijer.
We hebben een aantal jaren gestreefd
naar een ontspanning op de arbeids
markt. Tot nu toe is die ontspanning
dan ook een vrij gezond verschijnsel,
mits we het in de hand kunnen houden.
De conjunctuur zwakt af. Dat gaat ge
paard met afzetmoeilijkheden, concen
tratie van bedrijven of bedrijfsonderde
len en liquiditeitsmoeilijkheden. Verder
komt wel een minder juist bedrijfsbe
heer aan het licht en wordt ook wel
gewezen op de stijging van loon- en
materiaalkosten. Ook brengt dit met
zich mee een toenemende mechanisatie
van de produktie. In de praktijk zien
we dikwijls een samenstel van factoren,
aldus dr. De Meijer.
De bekwame werknemers, die werk
loos raken, komen nog wel onder dak,
maar het lukt soms niet de mensen in
bepaalde streken onder te brengen,
Daarom wordt gewerkt aan het schep
pen van een betere mobiliteit van de
arbeid.
Aan de hand van een grafiek uit de
Engelse „The Economist", betoogde de
staatssecretaris, dat Nederland in het
algemeen qua welvaart en inkomen per
hoofd van de bevolking niet bovenaan
staat. Integendeel. '.Is oorzaak hiervan
zag dr. De Meijer het feit, dat ons land
een groot aantal ouderen en nog een
Dr. J. F. G. M. DE MEIJER
groter aantal jeugdigen heeft, terwijl
bij ons veel minder vrouwen dan in an
dere landen aan het produktieproces
deelnemen.
In dit verband vond dr. De Meijer
het actueel, dat de E.E.G. een boekje
heeft uitgegeven over de Nederlandse
economie, waarin wordt gezegd, dat
Nederland zijn economisch-geografische
positie zal moeten uitbuiten door grond-
stofveredelende industrieën aan te trek
ken van een zo hoge kapitaalintensiteit,
dat zij een hoog loonpeil dragen. Een
tweede mogelijkheid ligt, aldus de
E.E.G., in de ontwikkeling van „intelli
gentie-intensieve" industrieën, die e)en
hoge graad van scholing vereisen. De
staatssecretaris kon volledig instemmen
met het E.E.G.-rapport, dat verder
zegt, dat stagnatie en achteruitgang in
oude bedrijfstakken dwingen tot een
heroriëntering van de industriële pro
duktie, die door een grotere differentia
tie en specialisatie aansluiting moet vin
den bij de vraag op koopkrachtige
markten.
Voorshands moeten we werken met de
aanvullende werkgelegenheid, zei dr.
De Meijer. Op de begroting is hiervoor
een bedrag van 30 miljoen uitgetrok
ken, met dien verstande, dat dit kan
worden verhoogd als het nodig is. De
staatssecretaris wilde voorop stellen,
dat we beslist geen paniek moeten
zaaien. Anders zou men psychoigisch
nog een versnelling van de werkloos
heid kunnen bereiken.
Ten aanzien van de plannen merkte
dr. De Meijer op dat hij af wil van het
spit- en graafwerk. De aanvullende
werken moeten thans gericht worden
op wegen, parken, zwembaden en sport
velden.
Scholing en omscholing van de werkne
mers achtte dr. De Meijer een voor de
toekomst belandrijke zaak. Vooral be
ambten die werkloos worden, zijn
moeilijk te plaatsen.
Het Planbureau rekent er thans op,
dat er volgend jaar 75.000 werklozen
zullen zijn. Dat is minder dan in 1957
.toen er 100.000 werkloze arbeiders
waren. Dr. De Meijer was er echter
van overtuigd, dat we een crisis als
die uit de dertiger jaren niet meer te
rug zullen krijgen. De samenwerking
tussen overheid en bedrijfsleven,
waaronder hij zowel de werkgevers
door de economische wetenschap,
als de werknemers rekende, gesteund
maken het volgens hem mogelijk een
crisis als van de dertiger jaren te
voorkomen. Een beter ondernemers
klimaat is echter nodig om de grond-
stofveredelende industrieën aan te
trekken, waarvoor het E.E.G.-rap
port pleit.
LUXEMBURG. De bond van
Luxemburgse slagers, heeft besloten
geen kalfsvlees meer te verkopen, uit
protest tegen een weigering van de
regering de officiële prijs te verhogen.
Dit zal consequenties hebben voor
Nederland en België, aangezien het in
Luxemburg genuttigde kalfsvlees, hoofd
zakelijk uit België en Nederland wordt
ingevoerd.
De laatste prijsvaststelling van kalfs
vlees in Luxemburg dateert van 28 sep
tember, doch de slagers stellen, dat
sedertdien de invoerprijzen met een
veertien frank per kilogram zijn ge
stegen.
verkrijgbaar bij uw apotheek en drogist.
(Van een onzer redacteuren)
DEN HAAG De huidige onrust binnen de r.-k. kerkgemeenschap van Neder
land kan worden gezien als het sluitstuk van de emancipatie van de Nederlandse
katholieken. De interne eenheid wordt minder belangrijk, omdat de katholiek
zich als Nederlander volkomen geaccepteerd weet. Deze openheid en de wil om
eruit te breken vormen de zin zelf van het emancipatieproces, dat de Nederland
se katholieken achter de rug hebben. Daarmee wordt de geloofsvraag een reële
vraag. Waar zal deze ontwikkeling toe leiden Radicale vernieuwing noch radi
cale behoudzucht zullen een wezenlijke kans hebben. De nieuwe vorm z.al liggen
buiten de extremismen, maar met een tendens naar de kant van de vooruitstre
vendheid.
Dit is een voorzichtige conclu
sie van drs. Th. Steeman O.F.M., we
tenschappelijk medewerker aan het
KASKI (Katholiek Sociaal Kerkelijk
Instituut), binnen het raam van een
verkenning van katholiek Nederland nu
een momentopname, die hij heeft
gemaakt ten dienste van het pastoraal
concilie in de r.-k. Nederlandse kerk
provincie, dat 27 november a.s. wordt
geopend.
Drs. Steeman stelt in zijn rapport de
vitaliteit van het Nederlandse r.-katho
licisme aan de orde; hij legt zijn con
stateringen niet zozeer voor als een
graadmeter voor het wel of niet goed-
katholiek zijn van de 5.147.200 geregis
treerde Nederlandse katholieken, maar
meer als eer. graadmeter voor de ma
te waarin het traditionele systeem in
al zijn vormen nog levenskracht bezit
in de veranderende tijd.
Het KASKI heeft tegelijkertijd
nog een aantal rapporten het licht
doen zien, o.a. over het gemiddelde
zondagsmisbezoek (64,4 pet.) dat te
rugloopt, over het Pasen-houden (plm.
85 pet. hoger dan Duitsland met 50,
Oostenrijk met 35, Zwitserland en Bel
gië met 50, Frankrijk met 30 en Enge
land met 40 pet.), over de kleine maar
gestadige teruggang in het promillage
doopsels, over de sterke teruggang in
de priesterroepingen (in vijf jaar 32
pet.) en over een toeneming van het
aantal gemengde huwelijken (1963: 6
pet., 1964: 6,3 pet., 1965: 7,2 pet.).
Er is zo conclutiaart drs. Steeman
een afbrokkelingsproces gaande, dat
zich bij uitstek in het geloofsleven, in
de kerkelijke praktijk, blijkt te voltrek
ken. De crisis treedt veel minder op in
de eigen instellingen van het bevol
kingsdeel: sociale organisaties, de con
fessionele politieke partij, het onder
wijs.
Duidelijker in de steden, vager op
het platteland, constateert drs. Stee
man, naast de reeds hierboven genoem
de neergangsverschijnselen, een duide
lijk verval in de devotionele traditie.
In 1956 waren nog bijna 340.000 katho
lieken lid van religieuze verenigingen,
in 1962 nog maar 154.000. Verenigingen
die vóór de oorlog het sterkst bloeiden
(congregaties e.d.), zijn soms gedeci
meerd. Kerkelijke verschijnselen als
lof, aanbiddingsuren en processies trek
ken nog maar zeer weinig belangstel
ling al zijn er streken, waar deze
tradities zich sterker handhaven dan el
ders.
Dit zijn typische binnenkerkelijke za
ken. Betreedt men echter het terrein
van de katholiek, die zich in de (ge
mengde) volksgemeenschap begeeft,
dan verandert het beeld. Drs. Steeman
constateert, dat de „ontzuiling" welis
waar veld wint, maar niet in sterke
mate. Er is met name in de steden
een neergaande tendens in de poli
tieke rechtzinnigheid van de katholiek,
maar zij blijft hoog; zelfs daar waar
nog maar 30 tot 40 pet. van de katho
lieken naar de kerk gaat, blijft het
aantal K.V.P.-stemmen onder hen niet
ver beneden de 70 procent. En bijna
100 procent blijft zijn kinderen naar de
katholieke school sturen. Dat wil zeg
gen tot aan het hoger onderwijs, want
70 procent van alle katholieke studen
ten bevindt zich op neutrale universitei
ten en hogescholen.
De verschijnselen van neergang, zo
merkt drs. Steeman op, herinneren aan
soortgelijke verschijnselen in het bui
tenland, maar die waren niet zo abrupt
en gelijktijdig aan te wijzen als in Ne
derland. Ook in ander opzicht consta
teert het KASKI-rapport een duidelijk
verschil met de ontwikkeling in het bui
tenland: tegelijk met de afbrokkeling
manifesteert zich in Nederland, een
zeer krachtige vernieuwingsbeweging,
die dan ook meteen maar alles van
liturgie tot moraal tot onderwerp
van discussie. bezinning en kritiek
maakt.
En dan komen er twee verschillende
karakters naar voren: de moderne ka
tholiek, die door zijn zin voor persoon
lijke beleving van de godsdienst ge
makkelijk afstand neemt van de tradi
tie en aan de andere kant de tradi
tionele katholiek, die zich juist om zijn
religieuze vereenzelviging met de tradi
tie zo sterk tegen deze radicale bezin
ning verzet.
Heeft het verval eei> vorm gekregen,
de vernieuwing zo wijst drs. Steeman
aan manifesteert zich eveneens her
kenbaar. In de plaats van het eertijds
zo bloeiende religieuze verenigingsleven
komen thans de gespreks- en gebeds
groepen (medio 1966 waren er al 6000),
die een volwassen en mondige interes
se vragen. Er is een nieuwe stijl geko
men in de kerkenbouw, in de liturgie
met haar sterkere activering van de
gelovige-zelf, in de vrijheid van de ge
lovige om naar de kerk van zijn keuze
te gaan, in de duidelijke vermindering
van het verplichtheidsbesef met betrek
king tot de zondagsmis.
Hierin de achteruitgang van het aan
tal priesterroepingen betrekkend,
vraagt drs. Steeman tenslotte zich af of
het hier gaat om een vermindering van
de vitaliteit van het Nederlandse katho
licisme, dan wel om een andere oriën
tering van deze vitaliteit. Hij voelt voor
het laatste.
Het bisdom Groningen heeft het hoogste percentage van zondagsmisbezoek
van heel de Nederlandse r.-k. kerkprovincie, namelyk 73.9 procent. Daarna
komen de bisdommen Den Bosch (70.8 procent) en I'trecht (70.7 procent). De
bisdommen Haarlem en Rotterdam halen slechts 38.2, resp. 50.5 procent. Weer
hoger liggen de bisdommen Breda en Roermond (resp. 64.1 en 66.5 procent).
Deze cijfers, betrekking hebbend op een totaal van 5.147.200 geregistreerde
rooms-katholieken in Nederland, zijn de uitkomsten van een enquête die op
twee zondagen in januari jl. werd gehouden. Zij werden gisteren, tijdens een
persconferentie ter inleiding van het pastorale concilie van de r.-k. Neder
landse kerkprovincie, als onderdeel van een KASKI-rapport (conclusie: het
misbezoek loopt achteruit) bekend gemaakt.
Opmerkelijk noemt het KASKI-rapport de verschillen in groei van het aantal
rooms-katholieken dat over geheel Nederland een toeneming over de afgelo
pen 10 jaar met 700.000 personen (16.3 procent) te zien gaf. In het bisdom
Rotterdam was de groei slechts 11.8 procent, in het bisdom Breda is nauwe
lijks sprake van enige groei. De sterkste toeneming vertonen de bisdommen
Groningen (18.8 procent), Utrecht (19.9 procent), Den Bosch (18.1 procent)
en Roermond (18.2 procent). Den Bosch is het grootste bisdom (1.219.000
katholieken), Groningen het kleinste (114.000 katholieken). Het aantal jeug
dige katholieken neemt af.
Wat het pasen-houden betreft, concludeert het rapport dat 86.7 procent van
alle geregistreerde rooms-katholieken hieraan vasthoudt. In het bisdom Rot
terdam het minst nl. 50.5 procent.
Het rapport meldt ook over personen die tot de R.-K. Kerk in Nederland toe
traden. In 1965 werden er 3.185 geregistreerd: 1506 mannen en 1679 vrouwen,
70 procent van hen woonde in de bisdommen Utrecht, Haarlem en Rotterdam.
Van hen was 80 procent 18 jaar of ouder. De meesten waren ongehuwd. Van
buitenkerkelijke origine waren er 1493, uit de Ned. Herv. Kerk afkomstig 1086,
van de Gereformeerde Kerken 206 en van overige kerkgenootschappen 400.
BELGRADO De Zuidslavische in
tellectueel Mihajlo Mihajlov, is zater
dag de gevangenis ingegaan. Een recht
bank in Zadar veroordeelde hem on
langs tot een jaar gevangenisstraf we
gens „het verspreiden van berichten in
het buitenland, die het huidige politie
ke stelsel in zijn land hekelden". Het
Hooggerechtshof van Kroatië verwierp
vorige week het beroep van Mihajlof,
die heeft aangekondigd in beroep te
zullen gaan bij het federale hoogge
rechtshof in Belgrado.
Hij zit nu in de gevangenis van
Sremska Mitrovica, waar ook de vroe
gere vice-president en oorlogskame
raad van president Tito, Milovan Dji-
las, zijn straf van acht jaar en acht
maanden uitzit. Djilas werd in 1962
schuldig bevonden aan het onthullen
van geheimen in zijn boek „gesprek
ken met Stalin". Mihajlof heeft gezegd
een aanhanger van Djilas te zijn.
9 Het elfde „Tussederusse"-lustrum
van de Utrechtse studentenvereni
ging Unitas is in de nacht van zaterdag
op zondag op de Seheveningse pier met
een feest besloten.
STEVENSWEERT III een speciale
vergadering, heeft de gemeenteraad van
de Middenlimburgse gemeente Stevens-
weert maandag een motie van wantrou
wen tegen de twee wethouders Jessen
en Slypen ingediend die volgens de
raad op ondemocratische wijze gekozen
zijn.
De motie werd met vier tegen drie
stemmen aangenomen, hetgeen betekent,
dat beide wethouders in een vergade
ring, die wettelijk binnen veertien da
gen dient te worden uitgeschreven, moe
ten aftreden, waarna een nieuwe wet
houdersverkiezing zal volgen.