Veenendaals raad hield
algemene beschouwingen
Boeren en tuinders wacht
vrije concurrentiestrijd
Bezwaren tegen plan
groot vogelreservaat
Geef antwoord op kreten
om eengezinswoningen
Bouwrijp industrieterrein
is bijzonder urgent
B. van Remmerden (P.v.d.A.)
H. Brouwer (B.P.)
Voorzitter Geldersche Maatschappij van
Landbouw tot ledenraad
M. G. H. Hendriks (K.V.P.)
Speciale acties voor een
nieuw zwembad
R.M.C. organiseert
Sinterklaasrallye
voor kinderen
Vervolg van pagina 4
Pagina 7
VRIJDAG 18 NOVEMBER 1966
Onze fraetie is bereid om aan een
bepaalde temporisering, ten behoeve
van een sluitende begroting, mee te
werken. Wij vragen ons af of het in
deze tijd, waarin bij diverse bedrijven
sprake is van ontslag, het gewenst is
dat de gemeentelijke overheid voorge
nomen werken uitstelt, waardoor ook in
deze sector de werkgelegenheid wordt
aangetast. Wij gaan ongetwijfeld in eco
nomisch opzicht een moeilijke tijd te
gemoet. Niet in deze zin, dat we aan
de rand van de afgrond staan, maar
moeilijk ten opzichte van het te voeren
beleid. Het zal er in '67 vooral om gaan
door de juiste maatregelen op het juis
te moment te nemen, te voorkomen dat
de op zichzelf wenselijke ontspanning te
ver gaat. Wij blijven deze ontwikkeling
nauwlettend gadeslaan en zullen nimmer
tolereren dat te midden van deze ont
wikkeling die groep, die wij vertegen
woordigen het kind van de rekening
wordt.
De financiële afwikkeling zoals deze is
geschied rondom de raadhuisbouw is
naar onze mening naar een trieste
zaak.
Als we nagaan wat de toezeggingen
waren van de provincie, als onze ge
meente ook bereid was om een offer te
brengen ter financiering van deze bouw
dan blijkt dat men ons behoorlijk in de
kou heeft laten staan, zodat wij nu ten
koste van andere urgente investeringen,
de lasten zelf zullen moeten dragen.
Ten aanzien van uw college zijn wij
dankbaar voor de regelmatige rapporte
ring voor wat betreft de vorderingen
van de raadhuisbouw. Principieel ston
den wij en staan we thans nog op het
standpunt, dat het overdekte zwembad
annex sporthal gelijktijdig in Veenen-
daal verwezenlijkt moet worden met de
zuiveringsinstallatie. Deze stelling heb
ben wij geput uit de steeds duidelijker
naar voren tredende behoefte van onze
plaatselijke bevolking.
Terugkomend op de naar onze me
ning noodzakelijke temporisering gaan
wij akkoord met een voorlopige ver
schuiving naar een later tijdstip van
de zweminrichting annex sporthal met
de restrictie, dat hiermee de lijst van
urgente werken aangevuld wordt.
Door ons is al naar voren gebracht
dat ter voldoening van een dringende
behoefte aan een overdekt zwembad,
wij gelukkig waren met uw voorstel tot
het bouwen van een instructiebad. Dui
delijker is echter dat de realisering van
dit instructiebad binnen zeer korte
tijd de behoefte oproept aan een groter
bad, omdat het nijpende tekort aan
zwemgelegenheid steeds meer naar vo
ren zal komen.
Er is met de plaatselijke industrie in
de afgelopen periode contact geweest,
over de eventuele exploitatiemogelijkhe
den van de zuiveringsinstallatie. Tegen
dit contact is voor wat onze fractie be
treft geen enkel bezwaar.
Wel bevreemdt het ons, dat dit con
tact niet gelegd is met de raadsleden
van Veenendaal, temeer omdat u in de
nota van aanbieding spreekt dat de las
ten van de zuiveringsinstallatie afge
wenteld dienen te worden op de totale
plaatselijke bevolking.
Zonder het woord „terreinennood" te
willen gebruiken is naar onze mening
ten aanzien van dit punt waakzaamheid
geboden. Op dit moment is het niet
meer mogelijk, om op het sportvelden
complex, alle elftallen zaterdags te la
ten spelen.
In dit geval is ook weer van toepas
sing dat sportmogelijkheden een grote
re behoefte aan sport kweken. Als wij
stellen dat de mogelijkheden op het
sportveldencomplex thans te gering zijn
dan volgt hieruit, rekening houdend met
de groei van de plaatselijke bevolking
de uitbreiding van vrije tijd, met als
gevolg uitbreiding van het aantal sport
beoefenaren, aannemende dat het ge
meentebestuur bereid is de capaciteit
van de sportaccommodatie binnen 15
jaar te verdubbelen, er nog een tekort
zal zijn. Wij willen dan ook bijzonder
graag een aantal inlichtingen van u
ontvangen betrekking hebbende op de
vorderingen van de plannen sportcom
plex Veenendaal-Oost.
Naast de gematigde vreugde over de
voortgang van de volkswoningbouw, mo
gen wij niet nalaten een aantal punten
aan te wijzen welke naar een periode
van enkele jaren zeker aan de orde zul
len komen. Het is een vaststaand feit,
dat steeds meer kreten geslaakt worden
om eengezinswoningen. Wij geloven dat
nu de tijd aangebroken is om op deze
kreten een antwoord te geven, door het
bouwen van eengezinswoningen, hetzij
in of buiten een bouwstroom.
Naast een keiharde economische rede
nering over dit onderwerp, is het zoe
ken naar sociale uitgangspunten zeker
op zijn plaats. Wij zijn er namelijk vast
van overtuigd, dat het creëren van wo
ningen in een bouwstroom, waarbij in
dit geval gedacht wordt aan cyclushoog-
bouwwoningen, een aantal sociale con
sequenties oproept, vooral voor wat be
treft de huur en in een niet mindere
mate voor de werkgelegenheid.
Tijdens het bezoek van de raad aan
het bouwcentrum in Rotterdam zijn
hierover door onze fractie vragen ge
steld. Door tijdgebrek was het niet mo
gelijk ^>m een antwoord op onze vragen
te geven. Wel is de toezegging gedaan
dat deskundigen op dit terrein gaarne
bereid waren dit vraagstuk in Veenen
daal te komen toelichten.
Als P.v.d.A.-fractie verzoeken wij u
deze bijeenkomst te organiseren en de
mogelijkheid dat hierover uitvoerig van
gedachten gewisseld kan worden, te be
nutten. Wij verwachten tevens dat deze
gedachten verhelderend kunnen werken
rondom de totale opzet van arbeidsbe
sparende bouw.
Wij kunnen en willen ook niet nala
ten het college lof toe te zwaaien voor
het tonen van bereidheid om een proef
te nemen met het huisvesten van ge
zinnen van buitenlandse arbeidskrachten.
Ons standpunt is dat, als men buiten
landse arbeidskrachten naar Veenen
daal haalt, men ze verantwoord op
dient te vangen en er van discrimina
tie geen sprake mag zijn.
Toestanden als in de omliggende ge
meenten betreffende de hulsvesting van
deze mensen ls voor ons socialisten niet
te accepteren, waarbij wij dan als uit
gangspunt kiezen: binnenhalen en goed,
of in het geheel niet binnenhalen.
Uit persberichten hebben wij kunnen
leren dat sommige werkgevers de op
rechte bedoelingen van het college niet
begrijpen en denken hun werknemers
nog als vee te kunnen behandelen, door
suggesties te doen meer gezinnen in
één woning onder te brengen.
Het onderwijs in onze gemeente is
gebaseerd op een juist beleid. Toch zal
in de nabije toekomst een opzet van 'n
betere spreiding der leerlingen nodig
zijn. Het is financieel niet te verant
woorden dat in de ene school klassen
leeg staan, terwijl op een andere school
de kinderen les krijgen in ruimten die
daar niet voor bedoeld en geschikt zijn.
VTnar onze menina U er zeker een
B. van Remmerden (P. v. d. A.)
mogelijkheid om in goed overleg tot 'n
oplossing te komen. Wij zeggen u toe,
daar waar het verantwoord is, het on
derwijs in al zijn facetten te zullen steu
nen.
Wat de uitvoering van de algemene
bijstandswet betreft, nog het volgende:
Uitgangspunt bij de bepaling van het
beleid ten aanzien van de bijstandsnor
men, om het even of het hier gaat om
het zogenaamde loonsysteem of budget
systeem, moet de norm thans zijn het
geldende minimumloon. Bij het loon
systeem en budgetsysteem blijven de
uitkomsten onder dit minimumloon, al
hoewel dat als sociaal bestaansmini
mum is erkend.
Daarom dringen wij sterk aan, het
minimumloon als basis te nemen en ook
te laten gelden voor degenen, die zijn
aangewezen op hulpverlening vanwege
de algemene bijstandswet. Intussen dient
het bijstandverlenend orgaan zo objec
tief mogelijk voorlichting te geven. In
artikel 2 van de wet staat uitdrukkelijk
vermeld dat voorlichting dient te wor
den gegeven en desgewenst bemiddeling
moet worden verleend. Duidelijk is, bij
de behandeling van dit wetsontwerp in
de Tweede Kamer, vastgesteld, dat de
commissie van advies ten aanzien van
artikel 2 van de wet een taak heeft te
vervullen.
Naast het bijsturen van de bijstands
normen, denken wij dat meer tijd vrij
gemaakt moet worden om de commissie
deskundig te scholen, met daarnaast
maandelijkse bijeenkomsten ter bespre
king van normen en ter aanvulling van
de uit te brengen adviezen. Juist deze
commissie dient in staat te zijn de ta
ken te vervullen, die in de huidige sa
menleving er aan gesteld worden.
RHENEN In het kader van de
Sinterklaasactie, die door de Rhenense
Middenstands Centrale-wordt georgani
seerd van 19 november tot en met 5
december wordt op zaterdag 26 vovem-
ber een oriënteringsrit gehouden voor
kinderen. Het is de bedoeling dat de
ouders sturen en de kinderen in de au
to puzzelen. Er wordt gestart om 2
uur op het Fred. v. d. Pa.tshof, waar
ook de finish ligt. Voor de kinderen, die
als overwinnaars uit de rally komen,
zijn leuke prijsjes beschikbaar gesteld.
Het verheugt ons. dat deze begroting
in tegenstelling tot de begroting van
het vorig jaar, welke begroting een te
kort van ruim f 1.650.000,- opleverde,
dit jaar sluitend is.
Hoewel diverse uitgaven wat moes
ten worden besnoeid en verschillende
investeringen wat getemporiseerd
moesten worden, hetgeen enerzijds wei
te betreuren was, stemt het ons toch
tot voldoening, dat behoudens de in de
toekomst te verwachten rioolzuiverings-
beiasting, geen verhoging van de ge
meentelijke belastingdruk meer te ver
wachten is, aangezien wij van mening
zijn, dat deze belastingen reeds bijzon
der hoog zijn en dat de top hiervan be
reikt is.
Anderzijds zijn wij er echter ook van
overtuigd, dat vooral in een dynami
sche plaats als Veenendaal, de moei
lijkheden op het gebied van voorzienin
gen en financiën beslist niet te vergelij
ken zijn met de gemiddelde Nederlandse
Gemeente en dat deze niet alleen veel
zorg eisen, doch ook een vooruitziende
blik.
Veenendaal staat of valt namelijk
met zijn industrie en nijverheid, een in
dustrie die zich in een steeds grotere
veelzijdigheid mag verheugen, hetgeen
de plaats naar onze mening minder
conjunctuurgevoelig en economisch
kwetsbaar maakt.
Het stemt ons daarom ook tot voldoe
ning, dat, aangezien de Industriewijk I
zo goed als „vol" is, dat er in deze be
groting een krediet van f 1.500.000,- uit
getrokken is voor het bouwrijp maken
van Industriewijk n.
Gaarne zouden wij dan ook van u
willen vernemen, hoe het staat met de
aankoop, resp. onteigening van die
gronden welke nog niet in handen van
de gemeente zijn, aangezien wij er van
overtuigd zijn, dat het bouwrijp maken
van Industriewijk II dringend urgent is
en hieraan zo spoedig mogelijk moet
worden begonnen.
Wat het verkeer betreft, betreuren
wij het feit, dat de Westelijke randweg,
welke momenteel „kop noch staart" be
zit niet kon worden doorgetrokken naar
de provinciale, resp. rijksweg. Een
doortrekking van beide genoemde we
gen achten wij van zeer urgent belang,
omdat hiermede de verkeersintensiteit
in de bebouwde kom, mede voor een
groot gedeelte door het doorgaande ver
keer veroorzaakt, belangrijk zal afne
men en de veiligheid in de bebouwde
kom zeer ten goede zal komen.
Een grote verbetering is tot stand ge
komen met o.a. de hoek „Hoogstraat/
Hoofdstraat", hoewel de „flessehals"
nabij de markt nog steeds dringend
verbetering behoeft.
Verder zou ik uw college in overwe
ging willen geven meer eenzijdige par
keerverboden te willen instellen voor
die straten die hiervoor momenteel in
aanmerking komen.
Ook zou het aanbeveling verdienen
te overwegen de parkeerhavens van het
gedeelte van de Patrimoniumlaan, welk
gedeelte praktisch uitsluitend uit win
kels bestaat, te reconstrueren door de
aanwezige boombeplanting te verwijde
ren en op die manier de parkeerhavens
te vergroten, welke momenteel beslist
onvoldoende zijn.
Dat de openbare aanbesteding van de
reconstructie van Buurtlaan W. een
zeer bevredigend resultaat heeft opge
leverd is iets waarover wij ons heb
ben verheugd, aangezien wij van me
ning zijn, dat bij het besteden van ge
meenschapsgelden, ieder individu dezer
gemeenschap die hiervoor in aanmer
king komt zijn kans moet krijgen; een
normale concurrentie achten wij niet
alleen gezond, doch ook democratisch.
Wij, vertrouwen erop dat in de toe
komst alleen in zeer bijzondere geval
len van deze regel zal worden afgewe
ken.
Wij betreft de woningbouw in onze
gemeente, enerzijds is het een verheu
gend verschijnsel dat zulke grote aan
tallen woningen in uitvoering zijn,
waarvan reeds een groot gedeelte be
woond is en dat hiermede de woning
nood naar het zich laat aanzien binnen
afzienbare tijd tot het verleden zal be
horen, anderzijds menen wij toch ook
een kritisch geluid te moeten laten ho
ren.
Het feit dat door de z.g. „bouw
stroom" uitsluitend en alleen meerge
zinswoningen en dan nog uitsluitend
z.g. „galerijwoningen" worden ge
bouwd, achten wij onaanvaardbaar,
vooral voor die gezinnen welke nog
jonge kinderen hebben.
Nu het plan „Molenbrug" in uitvoe
ring gaat komen, een plan met uitslui
tend „hoogbouw"-woningen, vragen wij
ons af: „Was dit nu niet anders te
doen?"
Behoudens een paar bejaardenwonin
gen zijn hier weer uitsluitend hoog-
bouwwoningen geprojecteerd en dan
nog wel zonder enige differentiatie in
grootte.
Wij vragen ons af of een oplossing
met een gedeelte hoogbouw en een ge
deelte eengezins-rijen woningen (b.v.
strokenbouw) niet mogelijk was ge
weest hetgeen een veel aanvaardbaar
dere oplossing geboden zou hebben. Het
ontbreken van zelfs één dagwinkel in
dit plan vinden wij evenzo zeer be
zwaarlijk; wanneer deze wijk voltooid
zal zijn, zullen plm. 2000 mensen hier
wonen, de omvang van een klein dorp.
Verder zijn wij van mening dat de
hier geprojecteerde woning door zijn
grootte en luxe een groot gedeelte van
het inkomen van de gemiddelde bewo
ner zal vergen en dat de kans op on
derbezetting groot zal zijn. Wat we in
Veenendaal met zijn hoge percentage
van arbeidersbevolking nodig hebben
zijn woningen met een redelijke huur.
Ook mede hierom verzetten wij ons
in het algemeen tegen flatbouw, aange
zien het een feit is dat eengezinswonin
gen aanmerkelijk goedkoper bouwen is
(Jan flats, terwijl de beschikbare grond
H. Brouwer (Boerenpartij)
bij een goede opzet van het stedebouw-
kundige plan nauwelijks meer behoeft
te bedragen.
Wij hopen echter dat in de volgende
uitbreidingsplannen een zeer hoog per
centage eengezinswoningen zullen wor
den opgenomen om hiermede de scheef
gegroeide verhouding tussen het aantal
eengezinswoningen en etagewoningen
weer op redelijk peil te brengen.
Het verkopen van een complex bun
galowterreinen van een redelijke prijs
aan het Bouwfonds Ned. Gemeenten
vinden wij evenzo een zeer spijtige
zaak, aangezien de ads. koper/bewo
ner volkomen afhankelijk is van deze
Bouw Mij., welke beslist geen filantro
pische instelling is, gezien de kostprijs
van deze woningen.
Wij zijn overtuigd van het feit, dat
deze terreinen veel vlotter verkocht
zouden zijn als aan inwoners uit ons
dorp in eerste instantie gelegenheid ge
boden was deze terreinen te kopen, te
meer, omdat deze terreinen in vergelij
king met b.v. het plan „Salamander
goedkoop te noemen zijn. Onze mening
is dan ook, dat in de toekomst met
transacties met het genoemde Bouw
fonds de uiterste voorzichtigheid moet
worden betracht. Wat betreft de sane
ring van de Achterkerkstraat e.o., zou
ik uw college de volgende vraag willen
voorleggen. „Kan het college zekerheid
verschaffen dat met het aflopen van de
ministeriële regeling inzake subsidie sa
neringsplannen in 1970 hiervoor een
wettelijke regeling in de plaats komt?"
Indien in het komende jaar met de
bouw van het politiebureau een aan
vang zal worden gemaakt, zal aan de
min of meer onhoudbare toestand van
de huisvesting van ons politiekorps bin
nen afzienbare tijd een einde komen,
iets wat geen overbodige luxe is; we
hopen alleen dat er aan dit gebouw
geen overbodige luxe komt en dat bij
de bouw hiervan de uiterste zuinigheid
zal worden betracht en de stichtings-
kosten de door het Rijk geraamde kos
ten niet zullen overtreffen.
Wat betreft het onderwijs zijn we van
mening dat deze zaken uitstekend be
hartigd worden en dat in dezen volko
men objectief gehandeld wordt, onge
acht confessie of richting.
ARNHEM „Het voornemen van de rijksoverheid om een vogelreservaat ter
grootte van 500 hectare te stichten in de polder Oosterwolde, baart de landbou
wers grote zorg. Dit stelde donderdagmorgen de heer W. J. Lokhorst in zyn
openingsrede op de 42ste ledenvergadering van de Geldersche Maatschappij van
Landbouw. Een vergadering, waarvoor bijzonder grote belangstelling bestond.
Dit voornemen heeft zowel in de streek zelve, als by de georganiseerde land
bouw grote teleurstelling verwekt, nog temeer daar de noodzaak tot vestiging van
een vogelreservaat ons niet duidelijk is. De stelling zonder meer, dat een vogel
reservaat in de polder Oosterwolde noodzakelyk is en een omvang dient te heb
ben van niet minder dan 500 ha, zonder dat deze noodzakelijkheid met argumen
ten wordt gestaafd, heeft voor de landbouw te geringe overtuigingskracht om
zonder meer de grote agrarische belangen die voor het gebied op het spel staan
te doen wyken. Een gebied met een gemiddelde bedrijfsgrootte van 7.80 ha kan
moeilijk gedogen, dat een belangrijke oppervlakte goede cultuurgrond aan de
produktie wordt onttrokken of door beperkende bepalingen voor een rationele
produktie ongeschikt wordt gemaakt.
Temeer niet, omdat de bedrijfsstructuur in overwegende mate is gericht op de
rundveehouderij met tamelijk hoge veebezetting.
Voor wat de omvang van dit reservaat betreft wordt gesproken over een mini
mum oppervlakte van 500 ha, daar bij een geringere omvang het nuttig effect
van zo'n reservaat in betekenende mate verloren zou gaan.
Dit komt ons vreemd voor temeer omdat b\j een bezoek aan het vogeleiland
Texel hiervan niets gebleken is, aldus de heer Lokhorst.
Een delegatie van het hoofdbestuur
van de Geldersche Maatschappij van
Landbouw heeft 10 november namelijk
een oriëntatiebezoek aan het eiland
Texel gebracht; een eiland met een
achttal vogelreservaten, die zeer varië
ren in grootte. De kleinste heeft een
omvang die nauwelijks de 1 ha over
schrijdt, de rest blijft onder de 50 ha,
uitgezonderd het reservaat de Slufter,
dat in het duincomplex is gelegen.
De reservaten gelegen in de land
bouwgebieden belemmeren slechts in
geringe mate de omliggende landbouw;
de ontsluiting, de waterhuishouding en
de bouw van boerderijen wordt er niet
door gehinderd. Het geheel is ot stand
gekomen in goede harmonie tussen de
landbouw en natuurbescherming, hetq
respectering van eikaars belangen. Wan
neer zeer dringende argumenten, waar
van wii zeker bereid zijn deze zorgvul
dig te bestuderen, de overtuiging zou
den brengen dat de vestiging van het
vogelreservaat een noodzaak is en
waarbij de omvang van het reservaat
in de discussie wordt betrokken dan
zal de realisering ervan dienen plaats
te vinden met volledige inspraak vanuit
de streek en gepaard moeten gaan met
een reconstructie van het gebied, waar
bij compenserende maatregelen t.b.v.
de landbouw de schade tot draagbare
proporties zullen dienen terug te bren
gen.
Ter geruststelling deelde de heer Lok
horst mee, dat formeel nog geen enkele
beslissing is gevallen en dat Gedeputeer
de Staten van Gelderland zich nog be
raden over hun uit te brengen advies,
en dit advies niet zullen uitbrengen al
vorens kennis te hebben genomen van
het standpunt van de Gewestelijke Raad
van het Landbouwschap.
In zijn uitvoerige openingsrede gaf de
heer Lokhorst de vele aanwezigen een
gedegen overzicht van de huidige stand
van zaken met betrekking tot de land
en tuinbouw in ons land.
Inhakend op het rapport dat door het
Centraal Planbureau is opgesteld ten
aanzien van de ontwikkeling van onze
nationale economie in de jaren 1965 tot
1970 concludeerde de heer Lokhorst dat
de in dit rapport geschetste cijfers op
nieuw wijzen op een behoorlijke produk-
tiestijging per man in de agrarische sec
tor voor de komende jaren. Spreker
hoopte dat dat de agrarische sector
meer dan in het verleden, nu ook de
profijten van deze verbetering zal ge
nieten.
Sprekend over de EEG merkte de
Maatschappij-voorzitter op dat na 1 juli
1967 een vrije concurrentie zal ontstaan
tussen de boeren en tuinders van de
lidstaten. De mogelijkheid dat het hier
en daar ook tot scherpe concurrentie
zal komen, lijkt geenzins uitgesloten.
Het zal nu vooral op de capaciteiten
van de Nederlandse boeren en tuinders
aankomen en van de prestaties van on
ze agrarische handel en industrie. Op
zichzelf is dit een gezond verschijnsel,
aldus de heer Lokhorst, die hieraan
toevoegde „Wij vrezen deze concurren
tie niet".
Wat zich echter met deze vrije con
currentie, met gelyke spelregels en
gelijke prijspolitiek niet verdraagt, al
dus de heer Lokhorst, is dat er nog ver
schillen blijven bestaan in produktle-
omstandigheden en daardoor in produk-
tlekosten, ais gevolg van verschillen in
nationale politiek die buiten de invloeds
sfeer van de individuele ondernemer
liggen. Dit is bijvoorbeeld het geval
met de heiastingpolitiek. Aan de harmo
nisatie der belastingen van de lidstaten
der EEG dient een hoge prioriteit te
worden verleend, opdat de verschillen
op dit terrein zo spoedig mogelijk wor
den weggenomen.
Wanneer daarenboven in verschillende
EEG-landen, buiten het markt- en prijs
beleid om, aan de nationale land- en
tuinbouw nog steun en subsidie wordt
verleend in een mate die ons in Neder
land onbekend is, dan kan het niet an
ders zijn, dan dat wij moeten blijven
aandringen op gelijkschakeling van de
ze factoren. Want niet in de eerste
plaats het gemeenschappelijke beleid,
maar vooral de concurrentiepositie is
uiteindelijk bepalend voor de toekomst
van de Nederlandse land- en tuinbouw.
Varkenshouderij
Uitgebreid ging de heer Lokhorst in
op de mogelijkheden en vooruitzichten
in de verschillende sectoren van de
land- en tuinbouw. Sprekend over de
varkenshouderij stelde de heer Lokhorst
dat de vooruitzichten voor de varkens-
mesterij zeker niet ongunstig zijn te
noemen. De verwachtingen zijn zoda
nig dat voor 1967 op een continuering
van de huidige prijsontwikkeling mag
worden gerekend, mits er geen calami
teiten zoals bijvoorbeeld een mond- en
klauwzeerepidemie, plaatsvinden.
Een opvallend feit in de pluimveehou
derij noemde de heer Lokhorst dat voor
het eerst sinds lange tijd vanaf juni de
eier-export weer groter is dan een jaar
tevoren. De verwachtingen zijn dat dit
nog wel even zal doorgaan. Enkele an
dere punten van belang noemde de
Maatschappij-voorzitter het feit dat op
1 juli 1967 een heffingsvrije markt voor
de pluimveehouderijprodukten ontstaat.
Bij import vanuit ons land vervalt dan
aan de Duitse grens de nu nog bestaan
de heffing van ruim 1 cent per ei. Spre
ker noemde dit een betekenende vooruit
gang voor onze concurrent ie-postie op
de Westduitse markt.
Tuinbouw
Bijzondere aandacht besteedde de heer
Lokhorst aan de tuinbouw.
De glasgroenteteelt maakt een moei
lijke periode door, aldus spreker. Deze
moeilijkheden zijn mede het gevolg van
een grote nationale produktie naast een
grote EEG-produktie in verband met
gunstige weersomstandigheden. Het la
ge prijsniveau van de belangrijkste
glasgroenten heeft een aantal tuinders
in liquiditeitsproblemen gebracht, in het
bijzonder die bedrijven waar met veel
vreemd vermogen wordt gewerkt Ter
verlichting hiervan is in georganiseerd
verband contact opgenomen met de fi
nancieringsinstellingen. Het Nederlands
glasareaal heeft de laatste jaren een
sterke uitbreiding ondergaan. Reeds
vanaf 1964 is de rentabiliteit van de
glasgroenteteelt teruggelopen. Tempori
sering van de uitbreiding van het Ne
derlandse glasreaal lijkt nodig. Een van
de grote problemen, waarmee de tuin
bouw in de gevestigde teeltgebieden
heeft te kampen, is de veroudering van
het glasareaal. Deze veroudering is ten
dele van technische, maar voor het
grootste deel van economische aard.
Gezien de grote nationaal-economi-
sche betekenis van de glastuinbouw, met
een produktiewaarde van ca 750 miljoen
gulden per dag en de vrij sterke con
currentiepositie van de Nederlandse
produkten op de Westeuropese markt,
zou het ernstig te betreuren zijn wan
neer ons land ook maar een deel van
zijn voorsprong door veroudering van
het glasareaal zou gaan verliezen. Mat-
regelen welke een ondersteuning van
vernieuwing van het glasareaal beteke
nen dienen te worden bevorderd.
Ik heb er begrip voor, dat het colle
ge wegen en middelen heeft gezocht
om een sluitende begroting te krijgen.
Door temporisering van een aantal in
vesteringen van overigens noodzakelij
ke objecten, door het op de lange baan
schuiven van de zwembadplannen ls zo
doende een kunstmatige ingreep ge
pleegd welke onvoldoende is verdoofd
en daardoor veel pijn veroorzaakt. Hier
wreekt zich toch wel heel sterk, dat
men gedwongen wordt een sluitende be
groting te verkrijgen.
Ik hoop dat het college bij voortdu
ring bij de hiervoor in aanmerking ko
mende overheidsinstanties op deze on
bevredigende gang van zaken blijft at
tenderen.
In de nota van aanbieding bij deze
begroting heb ik gelezen, dat uw colle
ge nu noodgedwongen een keus
heeft moeten maken tussen de rioolwa
terzuiveringsinstallatie en de bouw van
het zwembad. Het college heeft ge
meend voor het eerste project te moe
ten kiezen, hetgeen begrijpelijk is, maar
anderzijds hoogst discutabel, vooral als
we daarbij bedenken, dat in de nabije
toekomst de inwoners via een extra be
lasting hun steentje zullen moeten bij
dragen in de totstandkoming van dit
project.
Moeten wij terzake nu echt vooraan
in de eerste koets zitten, daarbij let
tend op het feit, dat het „rioolprobleem"
al jarenlang zich voortsleept. Ik heb er
geen bezwaar tegen, als er hieraan nog
een jaartje wordt toegevoegd, waarbij
de middelen vrij komen voor de ande
re noodzakelijke investeringen, die nu
naar 1968 zijn verschoven.
Daarnaast ligt het op de lange baan
schuiven van de zwembadplannen mij
bijzonder zwaar op de maag. Ik vraag
me dan ook af, of niet op andere wij
ze deze zaak alsnog zou zijn te reali
seren. Zouden de bewoners van Veenen
daal niet op stevige wijze hun gemeen
schapszin kunnen demonstreren door
zelf hiervoor de handen ineen te slaan'
Zouden het bedrijfsleven, de burgerij,
het verenigingsleven enz. hun schouders
onder dit» karwei kunnen en willen zet
ten, dan moet het te klaren zijn. Te
denken is bijvoorbeeld aan speciale ac
ties hiervoor. Zou het actieve bestuur
van de Sportstichting terzake bepaalde
initiatieven kunnen ontplooien en krach
ten voor dit doel gaan bundelen?
Wat in andere plaatsen mogelijk is,
moet toch zeker ook in Veenendaal mo
gelijk zijn!
De bouw van het nieuwe raadhuis
waarvan ik hoop dat het inderdaad bin
nen de geplande tijd klaar zal komen
legt eveneens een m.i. zware finan
ciële druk op de plaatselijke bevolking.
Uiteindelijk is gebleken, dat wij ook hier
nagenoeg geheel voor de osten moeten
opdraaien. Daarom is mij de betekenis
niet duidelijk van uw woorden in de no
ta, n.l. „het is immers niet aangenaam
stadskind te zijn".
Dat met de bouw van het politiebu
reau in de loop van 1967 een begin zal
kunnen worden gemaakt, stemt tot vol
doening, waardoor een eind zal komen
aan de onwaardige behuizing van dit
korps. Blijkens de memorie van ant
woord van het college is de sterkte van
het korps ver beneden de maat. Een
zeer belangrijk deel van de werkzaam
heden gaat op aan de regeling en con
trole van het verkeer in en om Veenen
daal.
Hiermede wil zeker niet gezegd zijn,
dat het huidige korps de vele taken,
waarvoor het gesteld is, niet goed zou
uitvoeren. Maar een feit is, dat men
met te weinig mankracht aan te veel
taken tegelijk het hoofd moet bieden.
Toch wil ik terzake nog enkele sug
gesties doen. Het verdient m.i. ten
zeerste aanbeveling om daadwerkelijk
het instituut van de „wijkagent" te
gaan realiseren. Hetgeen betekent, dat
een politieagent woonachtig is in een
wijk, waarvoor hij de bijzondere zorg
heeft naast zijn overige korpszaken.
Deze functionaris kan hiermede een
uitermate nuttige schakel zijn voor de
bewoners van de wijk. Van zijn aan
wezigheid en werkwijze kan een pre
ventieve en corrigerende werking uit
gaan, hetgeen onder meer èn voor de
jeugd, maar ook voor de ouders, die
vaak op ongehoorde en onverantwoorde
lijke wijze de kinderen hun gang la
ten gaan in bepaalde bezigheden.
Voorts wil ik uw college in overwe
ging geven om de reserve-politie meer
in te schakelen bij de verkeersregeling
op drukke dagen. Te denken is hierbij
aan de bezoekers van de markt alsme
de aan het doorgaande verkeer, die de
hulp van een verkeerregelaar bij de ze
bra op de zaterdag best zouden kunnen
gebruiken.
Wat de volkshuisvesting betreft wil ik
alleen het menselijk aspect van deze
aangelegenheid hier centraal stellen. Ik
weet, dat het menselijk aspect ook u
in dit gehele kader niet onberoerd laat,
maar toch krijgt de argeloze buiten
staander wel ergens de indruk, dat er
meer in plannen, bouwblokken, straten
en lantaarnpalen wordt gedacht, dan
aan die mens. voor wie het uiteindelijk
allemaal bedoeld is.
Niet ten onrechte kijgt men de idee
bij het verrijzen van al die nieuwe
flats die met veelzeggende namen
beschreven worden als bouwdozen woon-
plakken e.d. dat men ongewild be
zig is mee te werken aan het creëren
van de uniforme mens.
Er zit zo weinig verscheidenheid ln
de flatbouw, het is allemaal even
rechtlijnig; overal dezelfde indeling van
daar de t.v., daar het bankstel, daar
dit en daar dat.
Mag ik nog eens heel in het bijzon
der uw aandacht blijven vragen voor
die mens, die toch zijn welzijn en ge
luk in deze woning moet kunnen vin
den? Het gezin is nu eenmaal de oer
cel van onze samenleving.
Wanneer ik bijv. het nieuwe complex
Engelenburgh" bekijk waarbij ter
loops opgemerkt moet worden dat de
„Ratiobouwers toch wel ernstig op hun
schema achterblijven hebben ze niet
teveel hooi op de vork genomen? is
er dan voldoende aan die mens ge
dacht
Waarom geen winkels voor de meest
dagelijkse behoeften in deze wijk ge
bouwd, ondanks de opvatting van het
ETI-rapport-1965, waarin minstens 10
winkels noodzakelijk geacht werden?
Waarom geen centrale knutselruimte
voor de liefhebbers gecreëerd? Toch is
hieraan behoefte, zeker wanneer we
denken aan de in de toekomst nog gro
tere beschikking over vrije tijd.
Heeft men contact opgenomen met
de desbetreffende instanties en er zich
van vergewist of de bezorging en ver
zorging door de onderscheiden leveran
ciers een ongestoord en op tijd verloop
kan hebben Komt er een huistele
foon? Waarom zo weinig kastruimte?
Waarom is de keuken vrij ongelukkig
ingedeeld, waardoor er onvoldoende
M. G. H.
Hendriks (K.V.P.)
O
plaats is voor bepaalde gebruiksvoor
werpen, zoals een koelkast?
Waarom geen brandtrap aan de lan
ge kopzijde van de flats? Bij een on
verhoopte ernstige ramp men moet
immers terzake allerlei eventualiteiten
voor zover mogelijk uitsluiten lijkt
de lift en trapingang, die samen in
1 koker zitten, een niet ongevaarlijk as
pect te zijn. Men zegt, dat het bouw
technisch allemaal aan de voorschriften
beantwoordt. Dit neemt niet weg, dat
een brandtrap m.i. geen overbodige
luxe zou zijn. Het zou interessant zijn
hierover de mening eens te horen van
de B.B. Is het college bereid dit te
doen?
Is het college voorts bekend met de
opvatting van de Huisvrouwen-advies-
commissie over de afwerking en inhoud
van deze flats?
Zeer positief sta ik tegenover het ver
strekken van woongelegenheid aan de
hiervoor in aanmerking komende bui
tenlandse gastarbeiders. Dit getuigt
van een sociaal beleid.
Minder fraai acht ik de situatie rond
om de huisvesting van een aantal gast
arbeiders, die met name in flats ver
blijven, zonder dat deze feitelijk ge
schikt zijn voor een dergelijke dubbele
bewoning. Het lijkt me gewenst, dat
het College de nodige aandacht zal be
steden aan de morele en volksgezond
heidsaspecten op dit stuk van zaken.
Veenendaal vormt in den lande geen
uitzondering op het feit, dat er in het
onderwijs enorme sommen geld wor
den gestoken. Terecht overigens. Een
algemeen bezwaar deel ik met velen in
het land, nl. dat ons gehele onderwijs
bestel hoognodig op de helling moet.
Het schoolkind wordt nog steeds volge
stopt met allerlei feitjes en weetjes,
terwijl het kind globaal genomen te
weinig geschikt wordt gemaakt om bijv.
de vrije tijd als mens volledig te kun
nen benutten. De ontwikkeling gaat nu
eenmaal in een bepaalde richting. Het
weerbaar en geschikt maken van een
kind om deze veelvormige wereld te
kunnen verstaan en beleven, blijkt een
enorme opgave te zijn; over de oplos
sing ervan zijn de geleerden het nog
lang niet eens.
Overigens is het onderwijs als zoda
nig in Veenendaal blijkens de mij be
kende gegevens vrij goed te noemen
en wordt er terzake door het College
een verantwoord beleid gevoerd.
Het lijkt mij in navolging van
reeds vele andere plaatsen in ons
land geen overbodige luxe om te ko
men tot instelling van een plaatselijke
jeugdraad, waarin zitting zouden moe
ten hebben, mensen die de jeugd ken
nen en er mee omgaan alsmede verte
genwoordigers van de jeugd zelf.
Het gemeentebestuur kan m.i. veel
nut hebben van een dergelijk orgaan.
Zeer ernstige kritiek heb ik op de op
vatting van het college, dat met name
gemeenschappelijke regeling voor de in
standhouding van het gemeenschappelijk
woonwagenkamp bevredigend werkt.
Niets is minder waar! Het spijt me te
moeten canstateren, maar 't college geeft
hiermede blijk de feitelijke toestand niet
te kennen. Wat zijn de feiten?
Het kamp, bestaande uit plm. 20-25
wagens met een gemiddelde bevolking
van ongeveer 130 zielen, moet het
slechts stellen met één waterpomp,
waarvan nota bene de waterdruk veel
al onvoldoende is. Kunt U zich voor
stellen wat dit precies betekent: 1
pomp voor zoveel mensen? De toiletten
- voorzover deze hokken aanspraak
mogen maken op deze weidse bena
ming zijn ronduit mensonterend.
Iedereen kan zien wat iedereen doet.
De afvoer van de faecaliën zit ver
stopt.
Het huisvuil wordt zeer onregelma
tig opgehaald; het komt zelfs voor,
dat dit gedaan wordt eenmaal in de 4
of 5 maanden. Is het dan verwonder
lijk, dat het er 's zomers stikt van de
vliegen en dat men permanent last
heeft van ratten?
Bij een beetje regenachtig weer is
het hele terrein één grote modderpoel.
De elektriciteitsvoorziening is met het
oog op kortsluiting niet ongevaarlijk te
noemen. Volgens de bewoners is er de
laatste jaren door de gemeente Rhe-
nen de verantwoordelijke uitvoerder
van deze gemeenschappelijke regeling
niets meer aan onderhoud van het
kamp gedaan. Ik vraag U, is dit een
bevredigende regeling te noemen. Ik
vind het ronduit een beschamende
zaak!
Ik vraag het college dan ook dringend
spoedig met de gemeente Rhenen in
contact te willen treden om op deze on
houdbare situatie te attenderen en te
vens te informeren wat er feitelijk aan
onderhoudskosten de laatste jaren is ge
daan. Zoals het kamp er nu bij ligt,
is er althans bitter weinig van te be
speuren.
Kan het college voorts meedelen of
er concrete plannen bestaan om van dit
kamp een regionaal kamp te maken en
dat mén in afwachting hiervan 't kamp
in zijn huidige staat handhaaft en laat
liggen
Vervolgens komt het mij niet alleen
nuttig, maar ook hoogst noodzakelijk
voor indien op gezette tijden, bijvoorb.
eenmaal per kwartaal, aan de bewoners
op een apart daarvoor te houden bij
eenkomst voorlichting en opening van
zaken gegeven wordt over de algemene
gang van zaken binnen de gemeente,
de ontwikkelings- en nieuwbouwplannen.
Hiermee wordt beoogd een nuttig twee
richtingsverkeer te scheppen tussen be
stuurders en bestuurden. Een en ander
zou bijv. in de vorm gegoten kunnen
worden van een soort forum of „teach-
in"-biieenkomsL