Veenendaals raad hield algemene beschouwingen Boeren en tuinders wacht vrije concurrentiestrijd Bezwaren tegen plan groot vogelreservaat Geef antwoord op kreten om eengezinswoningen Bouwrijp industrieterrein is bijzonder urgent B. van Remmerden (P.v.d.A.) H. Brouwer (B.P.) Voorzitter Geldersche Maatschappij van Landbouw tot ledenraad M. G. H. Hendriks (K.V.P.) Speciale acties voor een nieuw zwembad R.M.C. organiseert Sinterklaasrallye voor kinderen Vervolg van pagina 4 Pagina 7 VRIJDAG 18 NOVEMBER 1966 Onze fraetie is bereid om aan een bepaalde temporisering, ten behoeve van een sluitende begroting, mee te werken. Wij vragen ons af of het in deze tijd, waarin bij diverse bedrijven sprake is van ontslag, het gewenst is dat de gemeentelijke overheid voorge nomen werken uitstelt, waardoor ook in deze sector de werkgelegenheid wordt aangetast. Wij gaan ongetwijfeld in eco nomisch opzicht een moeilijke tijd te gemoet. Niet in deze zin, dat we aan de rand van de afgrond staan, maar moeilijk ten opzichte van het te voeren beleid. Het zal er in '67 vooral om gaan door de juiste maatregelen op het juis te moment te nemen, te voorkomen dat de op zichzelf wenselijke ontspanning te ver gaat. Wij blijven deze ontwikkeling nauwlettend gadeslaan en zullen nimmer tolereren dat te midden van deze ont wikkeling die groep, die wij vertegen woordigen het kind van de rekening wordt. De financiële afwikkeling zoals deze is geschied rondom de raadhuisbouw is naar onze mening naar een trieste zaak. Als we nagaan wat de toezeggingen waren van de provincie, als onze ge meente ook bereid was om een offer te brengen ter financiering van deze bouw dan blijkt dat men ons behoorlijk in de kou heeft laten staan, zodat wij nu ten koste van andere urgente investeringen, de lasten zelf zullen moeten dragen. Ten aanzien van uw college zijn wij dankbaar voor de regelmatige rapporte ring voor wat betreft de vorderingen van de raadhuisbouw. Principieel ston den wij en staan we thans nog op het standpunt, dat het overdekte zwembad annex sporthal gelijktijdig in Veenen- daal verwezenlijkt moet worden met de zuiveringsinstallatie. Deze stelling heb ben wij geput uit de steeds duidelijker naar voren tredende behoefte van onze plaatselijke bevolking. Terugkomend op de naar onze me ning noodzakelijke temporisering gaan wij akkoord met een voorlopige ver schuiving naar een later tijdstip van de zweminrichting annex sporthal met de restrictie, dat hiermee de lijst van urgente werken aangevuld wordt. Door ons is al naar voren gebracht dat ter voldoening van een dringende behoefte aan een overdekt zwembad, wij gelukkig waren met uw voorstel tot het bouwen van een instructiebad. Dui delijker is echter dat de realisering van dit instructiebad binnen zeer korte tijd de behoefte oproept aan een groter bad, omdat het nijpende tekort aan zwemgelegenheid steeds meer naar vo ren zal komen. Er is met de plaatselijke industrie in de afgelopen periode contact geweest, over de eventuele exploitatiemogelijkhe den van de zuiveringsinstallatie. Tegen dit contact is voor wat onze fractie be treft geen enkel bezwaar. Wel bevreemdt het ons, dat dit con tact niet gelegd is met de raadsleden van Veenendaal, temeer omdat u in de nota van aanbieding spreekt dat de las ten van de zuiveringsinstallatie afge wenteld dienen te worden op de totale plaatselijke bevolking. Zonder het woord „terreinennood" te willen gebruiken is naar onze mening ten aanzien van dit punt waakzaamheid geboden. Op dit moment is het niet meer mogelijk, om op het sportvelden complex, alle elftallen zaterdags te la ten spelen. In dit geval is ook weer van toepas sing dat sportmogelijkheden een grote re behoefte aan sport kweken. Als wij stellen dat de mogelijkheden op het sportveldencomplex thans te gering zijn dan volgt hieruit, rekening houdend met de groei van de plaatselijke bevolking de uitbreiding van vrije tijd, met als gevolg uitbreiding van het aantal sport beoefenaren, aannemende dat het ge meentebestuur bereid is de capaciteit van de sportaccommodatie binnen 15 jaar te verdubbelen, er nog een tekort zal zijn. Wij willen dan ook bijzonder graag een aantal inlichtingen van u ontvangen betrekking hebbende op de vorderingen van de plannen sportcom plex Veenendaal-Oost. Naast de gematigde vreugde over de voortgang van de volkswoningbouw, mo gen wij niet nalaten een aantal punten aan te wijzen welke naar een periode van enkele jaren zeker aan de orde zul len komen. Het is een vaststaand feit, dat steeds meer kreten geslaakt worden om eengezinswoningen. Wij geloven dat nu de tijd aangebroken is om op deze kreten een antwoord te geven, door het bouwen van eengezinswoningen, hetzij in of buiten een bouwstroom. Naast een keiharde economische rede nering over dit onderwerp, is het zoe ken naar sociale uitgangspunten zeker op zijn plaats. Wij zijn er namelijk vast van overtuigd, dat het creëren van wo ningen in een bouwstroom, waarbij in dit geval gedacht wordt aan cyclushoog- bouwwoningen, een aantal sociale con sequenties oproept, vooral voor wat be treft de huur en in een niet mindere mate voor de werkgelegenheid. Tijdens het bezoek van de raad aan het bouwcentrum in Rotterdam zijn hierover door onze fractie vragen ge steld. Door tijdgebrek was het niet mo gelijk ^>m een antwoord op onze vragen te geven. Wel is de toezegging gedaan dat deskundigen op dit terrein gaarne bereid waren dit vraagstuk in Veenen daal te komen toelichten. Als P.v.d.A.-fractie verzoeken wij u deze bijeenkomst te organiseren en de mogelijkheid dat hierover uitvoerig van gedachten gewisseld kan worden, te be nutten. Wij verwachten tevens dat deze gedachten verhelderend kunnen werken rondom de totale opzet van arbeidsbe sparende bouw. Wij kunnen en willen ook niet nala ten het college lof toe te zwaaien voor het tonen van bereidheid om een proef te nemen met het huisvesten van ge zinnen van buitenlandse arbeidskrachten. Ons standpunt is dat, als men buiten landse arbeidskrachten naar Veenen daal haalt, men ze verantwoord op dient te vangen en er van discrimina tie geen sprake mag zijn. Toestanden als in de omliggende ge meenten betreffende de hulsvesting van deze mensen ls voor ons socialisten niet te accepteren, waarbij wij dan als uit gangspunt kiezen: binnenhalen en goed, of in het geheel niet binnenhalen. Uit persberichten hebben wij kunnen leren dat sommige werkgevers de op rechte bedoelingen van het college niet begrijpen en denken hun werknemers nog als vee te kunnen behandelen, door suggesties te doen meer gezinnen in één woning onder te brengen. Het onderwijs in onze gemeente is gebaseerd op een juist beleid. Toch zal in de nabije toekomst een opzet van 'n betere spreiding der leerlingen nodig zijn. Het is financieel niet te verant woorden dat in de ene school klassen leeg staan, terwijl op een andere school de kinderen les krijgen in ruimten die daar niet voor bedoeld en geschikt zijn. VTnar onze menina U er zeker een B. van Remmerden (P. v. d. A.) mogelijkheid om in goed overleg tot 'n oplossing te komen. Wij zeggen u toe, daar waar het verantwoord is, het on derwijs in al zijn facetten te zullen steu nen. Wat de uitvoering van de algemene bijstandswet betreft, nog het volgende: Uitgangspunt bij de bepaling van het beleid ten aanzien van de bijstandsnor men, om het even of het hier gaat om het zogenaamde loonsysteem of budget systeem, moet de norm thans zijn het geldende minimumloon. Bij het loon systeem en budgetsysteem blijven de uitkomsten onder dit minimumloon, al hoewel dat als sociaal bestaansmini mum is erkend. Daarom dringen wij sterk aan, het minimumloon als basis te nemen en ook te laten gelden voor degenen, die zijn aangewezen op hulpverlening vanwege de algemene bijstandswet. Intussen dient het bijstandverlenend orgaan zo objec tief mogelijk voorlichting te geven. In artikel 2 van de wet staat uitdrukkelijk vermeld dat voorlichting dient te wor den gegeven en desgewenst bemiddeling moet worden verleend. Duidelijk is, bij de behandeling van dit wetsontwerp in de Tweede Kamer, vastgesteld, dat de commissie van advies ten aanzien van artikel 2 van de wet een taak heeft te vervullen. Naast het bijsturen van de bijstands normen, denken wij dat meer tijd vrij gemaakt moet worden om de commissie deskundig te scholen, met daarnaast maandelijkse bijeenkomsten ter bespre king van normen en ter aanvulling van de uit te brengen adviezen. Juist deze commissie dient in staat te zijn de ta ken te vervullen, die in de huidige sa menleving er aan gesteld worden. RHENEN In het kader van de Sinterklaasactie, die door de Rhenense Middenstands Centrale-wordt georgani seerd van 19 november tot en met 5 december wordt op zaterdag 26 vovem- ber een oriënteringsrit gehouden voor kinderen. Het is de bedoeling dat de ouders sturen en de kinderen in de au to puzzelen. Er wordt gestart om 2 uur op het Fred. v. d. Pa.tshof, waar ook de finish ligt. Voor de kinderen, die als overwinnaars uit de rally komen, zijn leuke prijsjes beschikbaar gesteld. Het verheugt ons. dat deze begroting in tegenstelling tot de begroting van het vorig jaar, welke begroting een te kort van ruim f 1.650.000,- opleverde, dit jaar sluitend is. Hoewel diverse uitgaven wat moes ten worden besnoeid en verschillende investeringen wat getemporiseerd moesten worden, hetgeen enerzijds wei te betreuren was, stemt het ons toch tot voldoening, dat behoudens de in de toekomst te verwachten rioolzuiverings- beiasting, geen verhoging van de ge meentelijke belastingdruk meer te ver wachten is, aangezien wij van mening zijn, dat deze belastingen reeds bijzon der hoog zijn en dat de top hiervan be reikt is. Anderzijds zijn wij er echter ook van overtuigd, dat vooral in een dynami sche plaats als Veenendaal, de moei lijkheden op het gebied van voorzienin gen en financiën beslist niet te vergelij ken zijn met de gemiddelde Nederlandse Gemeente en dat deze niet alleen veel zorg eisen, doch ook een vooruitziende blik. Veenendaal staat of valt namelijk met zijn industrie en nijverheid, een in dustrie die zich in een steeds grotere veelzijdigheid mag verheugen, hetgeen de plaats naar onze mening minder conjunctuurgevoelig en economisch kwetsbaar maakt. Het stemt ons daarom ook tot voldoe ning, dat, aangezien de Industriewijk I zo goed als „vol" is, dat er in deze be groting een krediet van f 1.500.000,- uit getrokken is voor het bouwrijp maken van Industriewijk n. Gaarne zouden wij dan ook van u willen vernemen, hoe het staat met de aankoop, resp. onteigening van die gronden welke nog niet in handen van de gemeente zijn, aangezien wij er van overtuigd zijn, dat het bouwrijp maken van Industriewijk II dringend urgent is en hieraan zo spoedig mogelijk moet worden begonnen. Wat het verkeer betreft, betreuren wij het feit, dat de Westelijke randweg, welke momenteel „kop noch staart" be zit niet kon worden doorgetrokken naar de provinciale, resp. rijksweg. Een doortrekking van beide genoemde we gen achten wij van zeer urgent belang, omdat hiermede de verkeersintensiteit in de bebouwde kom, mede voor een groot gedeelte door het doorgaande ver keer veroorzaakt, belangrijk zal afne men en de veiligheid in de bebouwde kom zeer ten goede zal komen. Een grote verbetering is tot stand ge komen met o.a. de hoek „Hoogstraat/ Hoofdstraat", hoewel de „flessehals" nabij de markt nog steeds dringend verbetering behoeft. Verder zou ik uw college in overwe ging willen geven meer eenzijdige par keerverboden te willen instellen voor die straten die hiervoor momenteel in aanmerking komen. Ook zou het aanbeveling verdienen te overwegen de parkeerhavens van het gedeelte van de Patrimoniumlaan, welk gedeelte praktisch uitsluitend uit win kels bestaat, te reconstrueren door de aanwezige boombeplanting te verwijde ren en op die manier de parkeerhavens te vergroten, welke momenteel beslist onvoldoende zijn. Dat de openbare aanbesteding van de reconstructie van Buurtlaan W. een zeer bevredigend resultaat heeft opge leverd is iets waarover wij ons heb ben verheugd, aangezien wij van me ning zijn, dat bij het besteden van ge meenschapsgelden, ieder individu dezer gemeenschap die hiervoor in aanmer king komt zijn kans moet krijgen; een normale concurrentie achten wij niet alleen gezond, doch ook democratisch. Wij, vertrouwen erop dat in de toe komst alleen in zeer bijzondere geval len van deze regel zal worden afgewe ken. Wij betreft de woningbouw in onze gemeente, enerzijds is het een verheu gend verschijnsel dat zulke grote aan tallen woningen in uitvoering zijn, waarvan reeds een groot gedeelte be woond is en dat hiermede de woning nood naar het zich laat aanzien binnen afzienbare tijd tot het verleden zal be horen, anderzijds menen wij toch ook een kritisch geluid te moeten laten ho ren. Het feit dat door de z.g. „bouw stroom" uitsluitend en alleen meerge zinswoningen en dan nog uitsluitend z.g. „galerijwoningen" worden ge bouwd, achten wij onaanvaardbaar, vooral voor die gezinnen welke nog jonge kinderen hebben. Nu het plan „Molenbrug" in uitvoe ring gaat komen, een plan met uitslui tend „hoogbouw"-woningen, vragen wij ons af: „Was dit nu niet anders te doen?" Behoudens een paar bejaardenwonin gen zijn hier weer uitsluitend hoog- bouwwoningen geprojecteerd en dan nog wel zonder enige differentiatie in grootte. Wij vragen ons af of een oplossing met een gedeelte hoogbouw en een ge deelte eengezins-rijen woningen (b.v. strokenbouw) niet mogelijk was ge weest hetgeen een veel aanvaardbaar dere oplossing geboden zou hebben. Het ontbreken van zelfs één dagwinkel in dit plan vinden wij evenzo zeer be zwaarlijk; wanneer deze wijk voltooid zal zijn, zullen plm. 2000 mensen hier wonen, de omvang van een klein dorp. Verder zijn wij van mening dat de hier geprojecteerde woning door zijn grootte en luxe een groot gedeelte van het inkomen van de gemiddelde bewo ner zal vergen en dat de kans op on derbezetting groot zal zijn. Wat we in Veenendaal met zijn hoge percentage van arbeidersbevolking nodig hebben zijn woningen met een redelijke huur. Ook mede hierom verzetten wij ons in het algemeen tegen flatbouw, aange zien het een feit is dat eengezinswonin gen aanmerkelijk goedkoper bouwen is (Jan flats, terwijl de beschikbare grond H. Brouwer (Boerenpartij) bij een goede opzet van het stedebouw- kundige plan nauwelijks meer behoeft te bedragen. Wij hopen echter dat in de volgende uitbreidingsplannen een zeer hoog per centage eengezinswoningen zullen wor den opgenomen om hiermede de scheef gegroeide verhouding tussen het aantal eengezinswoningen en etagewoningen weer op redelijk peil te brengen. Het verkopen van een complex bun galowterreinen van een redelijke prijs aan het Bouwfonds Ned. Gemeenten vinden wij evenzo een zeer spijtige zaak, aangezien de ads. koper/bewo ner volkomen afhankelijk is van deze Bouw Mij., welke beslist geen filantro pische instelling is, gezien de kostprijs van deze woningen. Wij zijn overtuigd van het feit, dat deze terreinen veel vlotter verkocht zouden zijn als aan inwoners uit ons dorp in eerste instantie gelegenheid ge boden was deze terreinen te kopen, te meer, omdat deze terreinen in vergelij king met b.v. het plan „Salamander goedkoop te noemen zijn. Onze mening is dan ook, dat in de toekomst met transacties met het genoemde Bouw fonds de uiterste voorzichtigheid moet worden betracht. Wat betreft de sane ring van de Achterkerkstraat e.o., zou ik uw college de volgende vraag willen voorleggen. „Kan het college zekerheid verschaffen dat met het aflopen van de ministeriële regeling inzake subsidie sa neringsplannen in 1970 hiervoor een wettelijke regeling in de plaats komt?" Indien in het komende jaar met de bouw van het politiebureau een aan vang zal worden gemaakt, zal aan de min of meer onhoudbare toestand van de huisvesting van ons politiekorps bin nen afzienbare tijd een einde komen, iets wat geen overbodige luxe is; we hopen alleen dat er aan dit gebouw geen overbodige luxe komt en dat bij de bouw hiervan de uiterste zuinigheid zal worden betracht en de stichtings- kosten de door het Rijk geraamde kos ten niet zullen overtreffen. Wat betreft het onderwijs zijn we van mening dat deze zaken uitstekend be hartigd worden en dat in dezen volko men objectief gehandeld wordt, onge acht confessie of richting. ARNHEM „Het voornemen van de rijksoverheid om een vogelreservaat ter grootte van 500 hectare te stichten in de polder Oosterwolde, baart de landbou wers grote zorg. Dit stelde donderdagmorgen de heer W. J. Lokhorst in zyn openingsrede op de 42ste ledenvergadering van de Geldersche Maatschappij van Landbouw. Een vergadering, waarvoor bijzonder grote belangstelling bestond. Dit voornemen heeft zowel in de streek zelve, als by de georganiseerde land bouw grote teleurstelling verwekt, nog temeer daar de noodzaak tot vestiging van een vogelreservaat ons niet duidelijk is. De stelling zonder meer, dat een vogel reservaat in de polder Oosterwolde noodzakelyk is en een omvang dient te heb ben van niet minder dan 500 ha, zonder dat deze noodzakelijkheid met argumen ten wordt gestaafd, heeft voor de landbouw te geringe overtuigingskracht om zonder meer de grote agrarische belangen die voor het gebied op het spel staan te doen wyken. Een gebied met een gemiddelde bedrijfsgrootte van 7.80 ha kan moeilijk gedogen, dat een belangrijke oppervlakte goede cultuurgrond aan de produktie wordt onttrokken of door beperkende bepalingen voor een rationele produktie ongeschikt wordt gemaakt. Temeer niet, omdat de bedrijfsstructuur in overwegende mate is gericht op de rundveehouderij met tamelijk hoge veebezetting. Voor wat de omvang van dit reservaat betreft wordt gesproken over een mini mum oppervlakte van 500 ha, daar bij een geringere omvang het nuttig effect van zo'n reservaat in betekenende mate verloren zou gaan. Dit komt ons vreemd voor temeer omdat b\j een bezoek aan het vogeleiland Texel hiervan niets gebleken is, aldus de heer Lokhorst. Een delegatie van het hoofdbestuur van de Geldersche Maatschappij van Landbouw heeft 10 november namelijk een oriëntatiebezoek aan het eiland Texel gebracht; een eiland met een achttal vogelreservaten, die zeer varië ren in grootte. De kleinste heeft een omvang die nauwelijks de 1 ha over schrijdt, de rest blijft onder de 50 ha, uitgezonderd het reservaat de Slufter, dat in het duincomplex is gelegen. De reservaten gelegen in de land bouwgebieden belemmeren slechts in geringe mate de omliggende landbouw; de ontsluiting, de waterhuishouding en de bouw van boerderijen wordt er niet door gehinderd. Het geheel is ot stand gekomen in goede harmonie tussen de landbouw en natuurbescherming, hetq respectering van eikaars belangen. Wan neer zeer dringende argumenten, waar van wii zeker bereid zijn deze zorgvul dig te bestuderen, de overtuiging zou den brengen dat de vestiging van het vogelreservaat een noodzaak is en waarbij de omvang van het reservaat in de discussie wordt betrokken dan zal de realisering ervan dienen plaats te vinden met volledige inspraak vanuit de streek en gepaard moeten gaan met een reconstructie van het gebied, waar bij compenserende maatregelen t.b.v. de landbouw de schade tot draagbare proporties zullen dienen terug te bren gen. Ter geruststelling deelde de heer Lok horst mee, dat formeel nog geen enkele beslissing is gevallen en dat Gedeputeer de Staten van Gelderland zich nog be raden over hun uit te brengen advies, en dit advies niet zullen uitbrengen al vorens kennis te hebben genomen van het standpunt van de Gewestelijke Raad van het Landbouwschap. In zijn uitvoerige openingsrede gaf de heer Lokhorst de vele aanwezigen een gedegen overzicht van de huidige stand van zaken met betrekking tot de land en tuinbouw in ons land. Inhakend op het rapport dat door het Centraal Planbureau is opgesteld ten aanzien van de ontwikkeling van onze nationale economie in de jaren 1965 tot 1970 concludeerde de heer Lokhorst dat de in dit rapport geschetste cijfers op nieuw wijzen op een behoorlijke produk- tiestijging per man in de agrarische sec tor voor de komende jaren. Spreker hoopte dat dat de agrarische sector meer dan in het verleden, nu ook de profijten van deze verbetering zal ge nieten. Sprekend over de EEG merkte de Maatschappij-voorzitter op dat na 1 juli 1967 een vrije concurrentie zal ontstaan tussen de boeren en tuinders van de lidstaten. De mogelijkheid dat het hier en daar ook tot scherpe concurrentie zal komen, lijkt geenzins uitgesloten. Het zal nu vooral op de capaciteiten van de Nederlandse boeren en tuinders aankomen en van de prestaties van on ze agrarische handel en industrie. Op zichzelf is dit een gezond verschijnsel, aldus de heer Lokhorst, die hieraan toevoegde „Wij vrezen deze concurren tie niet". Wat zich echter met deze vrije con currentie, met gelyke spelregels en gelijke prijspolitiek niet verdraagt, al dus de heer Lokhorst, is dat er nog ver schillen blijven bestaan in produktle- omstandigheden en daardoor in produk- tlekosten, ais gevolg van verschillen in nationale politiek die buiten de invloeds sfeer van de individuele ondernemer liggen. Dit is bijvoorbeeld het geval met de heiastingpolitiek. Aan de harmo nisatie der belastingen van de lidstaten der EEG dient een hoge prioriteit te worden verleend, opdat de verschillen op dit terrein zo spoedig mogelijk wor den weggenomen. Wanneer daarenboven in verschillende EEG-landen, buiten het markt- en prijs beleid om, aan de nationale land- en tuinbouw nog steun en subsidie wordt verleend in een mate die ons in Neder land onbekend is, dan kan het niet an ders zijn, dan dat wij moeten blijven aandringen op gelijkschakeling van de ze factoren. Want niet in de eerste plaats het gemeenschappelijke beleid, maar vooral de concurrentiepositie is uiteindelijk bepalend voor de toekomst van de Nederlandse land- en tuinbouw. Varkenshouderij Uitgebreid ging de heer Lokhorst in op de mogelijkheden en vooruitzichten in de verschillende sectoren van de land- en tuinbouw. Sprekend over de varkenshouderij stelde de heer Lokhorst dat de vooruitzichten voor de varkens- mesterij zeker niet ongunstig zijn te noemen. De verwachtingen zijn zoda nig dat voor 1967 op een continuering van de huidige prijsontwikkeling mag worden gerekend, mits er geen calami teiten zoals bijvoorbeeld een mond- en klauwzeerepidemie, plaatsvinden. Een opvallend feit in de pluimveehou derij noemde de heer Lokhorst dat voor het eerst sinds lange tijd vanaf juni de eier-export weer groter is dan een jaar tevoren. De verwachtingen zijn dat dit nog wel even zal doorgaan. Enkele an dere punten van belang noemde de Maatschappij-voorzitter het feit dat op 1 juli 1967 een heffingsvrije markt voor de pluimveehouderijprodukten ontstaat. Bij import vanuit ons land vervalt dan aan de Duitse grens de nu nog bestaan de heffing van ruim 1 cent per ei. Spre ker noemde dit een betekenende vooruit gang voor onze concurrent ie-postie op de Westduitse markt. Tuinbouw Bijzondere aandacht besteedde de heer Lokhorst aan de tuinbouw. De glasgroenteteelt maakt een moei lijke periode door, aldus spreker. Deze moeilijkheden zijn mede het gevolg van een grote nationale produktie naast een grote EEG-produktie in verband met gunstige weersomstandigheden. Het la ge prijsniveau van de belangrijkste glasgroenten heeft een aantal tuinders in liquiditeitsproblemen gebracht, in het bijzonder die bedrijven waar met veel vreemd vermogen wordt gewerkt Ter verlichting hiervan is in georganiseerd verband contact opgenomen met de fi nancieringsinstellingen. Het Nederlands glasareaal heeft de laatste jaren een sterke uitbreiding ondergaan. Reeds vanaf 1964 is de rentabiliteit van de glasgroenteteelt teruggelopen. Tempori sering van de uitbreiding van het Ne derlandse glasreaal lijkt nodig. Een van de grote problemen, waarmee de tuin bouw in de gevestigde teeltgebieden heeft te kampen, is de veroudering van het glasareaal. Deze veroudering is ten dele van technische, maar voor het grootste deel van economische aard. Gezien de grote nationaal-economi- sche betekenis van de glastuinbouw, met een produktiewaarde van ca 750 miljoen gulden per dag en de vrij sterke con currentiepositie van de Nederlandse produkten op de Westeuropese markt, zou het ernstig te betreuren zijn wan neer ons land ook maar een deel van zijn voorsprong door veroudering van het glasareaal zou gaan verliezen. Mat- regelen welke een ondersteuning van vernieuwing van het glasareaal beteke nen dienen te worden bevorderd. Ik heb er begrip voor, dat het colle ge wegen en middelen heeft gezocht om een sluitende begroting te krijgen. Door temporisering van een aantal in vesteringen van overigens noodzakelij ke objecten, door het op de lange baan schuiven van de zwembadplannen ls zo doende een kunstmatige ingreep ge pleegd welke onvoldoende is verdoofd en daardoor veel pijn veroorzaakt. Hier wreekt zich toch wel heel sterk, dat men gedwongen wordt een sluitende be groting te verkrijgen. Ik hoop dat het college bij voortdu ring bij de hiervoor in aanmerking ko mende overheidsinstanties op deze on bevredigende gang van zaken blijft at tenderen. In de nota van aanbieding bij deze begroting heb ik gelezen, dat uw colle ge nu noodgedwongen een keus heeft moeten maken tussen de rioolwa terzuiveringsinstallatie en de bouw van het zwembad. Het college heeft ge meend voor het eerste project te moe ten kiezen, hetgeen begrijpelijk is, maar anderzijds hoogst discutabel, vooral als we daarbij bedenken, dat in de nabije toekomst de inwoners via een extra be lasting hun steentje zullen moeten bij dragen in de totstandkoming van dit project. Moeten wij terzake nu echt vooraan in de eerste koets zitten, daarbij let tend op het feit, dat het „rioolprobleem" al jarenlang zich voortsleept. Ik heb er geen bezwaar tegen, als er hieraan nog een jaartje wordt toegevoegd, waarbij de middelen vrij komen voor de ande re noodzakelijke investeringen, die nu naar 1968 zijn verschoven. Daarnaast ligt het op de lange baan schuiven van de zwembadplannen mij bijzonder zwaar op de maag. Ik vraag me dan ook af, of niet op andere wij ze deze zaak alsnog zou zijn te reali seren. Zouden de bewoners van Veenen daal niet op stevige wijze hun gemeen schapszin kunnen demonstreren door zelf hiervoor de handen ineen te slaan' Zouden het bedrijfsleven, de burgerij, het verenigingsleven enz. hun schouders onder dit» karwei kunnen en willen zet ten, dan moet het te klaren zijn. Te denken is bijvoorbeeld aan speciale ac ties hiervoor. Zou het actieve bestuur van de Sportstichting terzake bepaalde initiatieven kunnen ontplooien en krach ten voor dit doel gaan bundelen? Wat in andere plaatsen mogelijk is, moet toch zeker ook in Veenendaal mo gelijk zijn! De bouw van het nieuwe raadhuis waarvan ik hoop dat het inderdaad bin nen de geplande tijd klaar zal komen legt eveneens een m.i. zware finan ciële druk op de plaatselijke bevolking. Uiteindelijk is gebleken, dat wij ook hier nagenoeg geheel voor de osten moeten opdraaien. Daarom is mij de betekenis niet duidelijk van uw woorden in de no ta, n.l. „het is immers niet aangenaam stadskind te zijn". Dat met de bouw van het politiebu reau in de loop van 1967 een begin zal kunnen worden gemaakt, stemt tot vol doening, waardoor een eind zal komen aan de onwaardige behuizing van dit korps. Blijkens de memorie van ant woord van het college is de sterkte van het korps ver beneden de maat. Een zeer belangrijk deel van de werkzaam heden gaat op aan de regeling en con trole van het verkeer in en om Veenen daal. Hiermede wil zeker niet gezegd zijn, dat het huidige korps de vele taken, waarvoor het gesteld is, niet goed zou uitvoeren. Maar een feit is, dat men met te weinig mankracht aan te veel taken tegelijk het hoofd moet bieden. Toch wil ik terzake nog enkele sug gesties doen. Het verdient m.i. ten zeerste aanbeveling om daadwerkelijk het instituut van de „wijkagent" te gaan realiseren. Hetgeen betekent, dat een politieagent woonachtig is in een wijk, waarvoor hij de bijzondere zorg heeft naast zijn overige korpszaken. Deze functionaris kan hiermede een uitermate nuttige schakel zijn voor de bewoners van de wijk. Van zijn aan wezigheid en werkwijze kan een pre ventieve en corrigerende werking uit gaan, hetgeen onder meer èn voor de jeugd, maar ook voor de ouders, die vaak op ongehoorde en onverantwoorde lijke wijze de kinderen hun gang la ten gaan in bepaalde bezigheden. Voorts wil ik uw college in overwe ging geven om de reserve-politie meer in te schakelen bij de verkeersregeling op drukke dagen. Te denken is hierbij aan de bezoekers van de markt alsme de aan het doorgaande verkeer, die de hulp van een verkeerregelaar bij de ze bra op de zaterdag best zouden kunnen gebruiken. Wat de volkshuisvesting betreft wil ik alleen het menselijk aspect van deze aangelegenheid hier centraal stellen. Ik weet, dat het menselijk aspect ook u in dit gehele kader niet onberoerd laat, maar toch krijgt de argeloze buiten staander wel ergens de indruk, dat er meer in plannen, bouwblokken, straten en lantaarnpalen wordt gedacht, dan aan die mens. voor wie het uiteindelijk allemaal bedoeld is. Niet ten onrechte kijgt men de idee bij het verrijzen van al die nieuwe flats die met veelzeggende namen beschreven worden als bouwdozen woon- plakken e.d. dat men ongewild be zig is mee te werken aan het creëren van de uniforme mens. Er zit zo weinig verscheidenheid ln de flatbouw, het is allemaal even rechtlijnig; overal dezelfde indeling van daar de t.v., daar het bankstel, daar dit en daar dat. Mag ik nog eens heel in het bijzon der uw aandacht blijven vragen voor die mens, die toch zijn welzijn en ge luk in deze woning moet kunnen vin den? Het gezin is nu eenmaal de oer cel van onze samenleving. Wanneer ik bijv. het nieuwe complex Engelenburgh" bekijk waarbij ter loops opgemerkt moet worden dat de „Ratiobouwers toch wel ernstig op hun schema achterblijven hebben ze niet teveel hooi op de vork genomen? is er dan voldoende aan die mens ge dacht Waarom geen winkels voor de meest dagelijkse behoeften in deze wijk ge bouwd, ondanks de opvatting van het ETI-rapport-1965, waarin minstens 10 winkels noodzakelijk geacht werden? Waarom geen centrale knutselruimte voor de liefhebbers gecreëerd? Toch is hieraan behoefte, zeker wanneer we denken aan de in de toekomst nog gro tere beschikking over vrije tijd. Heeft men contact opgenomen met de desbetreffende instanties en er zich van vergewist of de bezorging en ver zorging door de onderscheiden leveran ciers een ongestoord en op tijd verloop kan hebben Komt er een huistele foon? Waarom zo weinig kastruimte? Waarom is de keuken vrij ongelukkig ingedeeld, waardoor er onvoldoende M. G. H. Hendriks (K.V.P.) O plaats is voor bepaalde gebruiksvoor werpen, zoals een koelkast? Waarom geen brandtrap aan de lan ge kopzijde van de flats? Bij een on verhoopte ernstige ramp men moet immers terzake allerlei eventualiteiten voor zover mogelijk uitsluiten lijkt de lift en trapingang, die samen in 1 koker zitten, een niet ongevaarlijk as pect te zijn. Men zegt, dat het bouw technisch allemaal aan de voorschriften beantwoordt. Dit neemt niet weg, dat een brandtrap m.i. geen overbodige luxe zou zijn. Het zou interessant zijn hierover de mening eens te horen van de B.B. Is het college bereid dit te doen? Is het college voorts bekend met de opvatting van de Huisvrouwen-advies- commissie over de afwerking en inhoud van deze flats? Zeer positief sta ik tegenover het ver strekken van woongelegenheid aan de hiervoor in aanmerking komende bui tenlandse gastarbeiders. Dit getuigt van een sociaal beleid. Minder fraai acht ik de situatie rond om de huisvesting van een aantal gast arbeiders, die met name in flats ver blijven, zonder dat deze feitelijk ge schikt zijn voor een dergelijke dubbele bewoning. Het lijkt me gewenst, dat het College de nodige aandacht zal be steden aan de morele en volksgezond heidsaspecten op dit stuk van zaken. Veenendaal vormt in den lande geen uitzondering op het feit, dat er in het onderwijs enorme sommen geld wor den gestoken. Terecht overigens. Een algemeen bezwaar deel ik met velen in het land, nl. dat ons gehele onderwijs bestel hoognodig op de helling moet. Het schoolkind wordt nog steeds volge stopt met allerlei feitjes en weetjes, terwijl het kind globaal genomen te weinig geschikt wordt gemaakt om bijv. de vrije tijd als mens volledig te kun nen benutten. De ontwikkeling gaat nu eenmaal in een bepaalde richting. Het weerbaar en geschikt maken van een kind om deze veelvormige wereld te kunnen verstaan en beleven, blijkt een enorme opgave te zijn; over de oplos sing ervan zijn de geleerden het nog lang niet eens. Overigens is het onderwijs als zoda nig in Veenendaal blijkens de mij be kende gegevens vrij goed te noemen en wordt er terzake door het College een verantwoord beleid gevoerd. Het lijkt mij in navolging van reeds vele andere plaatsen in ons land geen overbodige luxe om te ko men tot instelling van een plaatselijke jeugdraad, waarin zitting zouden moe ten hebben, mensen die de jeugd ken nen en er mee omgaan alsmede verte genwoordigers van de jeugd zelf. Het gemeentebestuur kan m.i. veel nut hebben van een dergelijk orgaan. Zeer ernstige kritiek heb ik op de op vatting van het college, dat met name gemeenschappelijke regeling voor de in standhouding van het gemeenschappelijk woonwagenkamp bevredigend werkt. Niets is minder waar! Het spijt me te moeten canstateren, maar 't college geeft hiermede blijk de feitelijke toestand niet te kennen. Wat zijn de feiten? Het kamp, bestaande uit plm. 20-25 wagens met een gemiddelde bevolking van ongeveer 130 zielen, moet het slechts stellen met één waterpomp, waarvan nota bene de waterdruk veel al onvoldoende is. Kunt U zich voor stellen wat dit precies betekent: 1 pomp voor zoveel mensen? De toiletten - voorzover deze hokken aanspraak mogen maken op deze weidse bena ming zijn ronduit mensonterend. Iedereen kan zien wat iedereen doet. De afvoer van de faecaliën zit ver stopt. Het huisvuil wordt zeer onregelma tig opgehaald; het komt zelfs voor, dat dit gedaan wordt eenmaal in de 4 of 5 maanden. Is het dan verwonder lijk, dat het er 's zomers stikt van de vliegen en dat men permanent last heeft van ratten? Bij een beetje regenachtig weer is het hele terrein één grote modderpoel. De elektriciteitsvoorziening is met het oog op kortsluiting niet ongevaarlijk te noemen. Volgens de bewoners is er de laatste jaren door de gemeente Rhe- nen de verantwoordelijke uitvoerder van deze gemeenschappelijke regeling niets meer aan onderhoud van het kamp gedaan. Ik vraag U, is dit een bevredigende regeling te noemen. Ik vind het ronduit een beschamende zaak! Ik vraag het college dan ook dringend spoedig met de gemeente Rhenen in contact te willen treden om op deze on houdbare situatie te attenderen en te vens te informeren wat er feitelijk aan onderhoudskosten de laatste jaren is ge daan. Zoals het kamp er nu bij ligt, is er althans bitter weinig van te be speuren. Kan het college voorts meedelen of er concrete plannen bestaan om van dit kamp een regionaal kamp te maken en dat mén in afwachting hiervan 't kamp in zijn huidige staat handhaaft en laat liggen Vervolgens komt het mij niet alleen nuttig, maar ook hoogst noodzakelijk voor indien op gezette tijden, bijvoorb. eenmaal per kwartaal, aan de bewoners op een apart daarvoor te houden bij eenkomst voorlichting en opening van zaken gegeven wordt over de algemene gang van zaken binnen de gemeente, de ontwikkelings- en nieuwbouwplannen. Hiermee wordt beoogd een nuttig twee richtingsverkeer te scheppen tussen be stuurders en bestuurden. Een en ander zou bijv. in de vorm gegoten kunnen worden van een soort forum of „teach- in"-biieenkomsL

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1966 | | pagina 7