„SPEELGOED" HARDE LES HISTORIE VAN EEN MACHTIGE SUBVERSIEVE ORGANISATIE IN TWEEDE WERELDOORLOG zette Europa in vuur en vlam Jn de zomer van 1940 hadden de Duitse legers Nederland, België en Frankrijk veroverd. Te voren hadden zij zich in hun onweerstaanbare opmars al meester gemaakt van Polen, Dene marken en Noorwegen. Hitier beheerste de kust van het vasteland van Noordkaap tot de Pyre neeën. Aan de overzijde van een smalle strook water stond Engeland, alleen, geheel alleen. In driftig tempo nam Winston S. Churchill maat regelen om zijn volk van de ondergang te red den. Een van die maatregelen was de oprichting van een volkomen nieuwe geheime dienst, „Spe cial Operations Executive" genaamd, om de vijand op eigen gebied te lijf te gaan, „to set Europe ablaze", zoals de Britse oorlogsleider het vlijmscherp onder woorden bracht. Dat was op 19 juli 1940. Welnu: Europa I s In vuur en vlam gezet! In een meedogenloze worsteling hebben agenten van de Britse geheime dienst jaar in, jaar uit de gehate vijand be stookt, tot hij terneer was geworpen. Samen met de ver zetsgroepen in de bezette gebieden zijn zij onafgebroken In de weer geweest om de Duitsers te dwarsbomen. Zij waren daarbij gewikkeld in een strijd op leven en dood met de beide Duitse organisaties, die zij overal als hun tegenstanders ontmoetten: de militaire „Abwehr" en ,het wijdvertakte politieapparaat. In het schemerduister be wogen zich spionnen en verraders, mannen zowel als vrou wen. Slachtoffers vielen bij honderden. Bij dit alles heeft SOE, waarvan de Britse auteur E. H. Cookridge de ge schiedenis thans overzichtelijk heeft geregistreerd, een hoofdrol gespeeld. SOE moest als een ge heel nieuw bouwwerk worden opgetrokken. Er waren zelfs geen puinho pen om als fundament te dienen. Vóór Nederland in de strijd werd betrokken, bevond de centrale van de Britse Secret Service zich in Den Haag. Het was de belangrijk ste waarnemingspost op het continent. In november 1939 hadden de Duitsers evenwel de leider in handen gekre gen, nadat zij de Engelsen maandenlang geraffineerd om de tuin hadden geleid. Toen in mei 1940 de Duitse troepen ook in Nederland binnenrukten, liet een nerveuze agent van de Britse dienst tot overmaat van ramp een koffer met belangrijke gegevens achter. Daarmee was het ge hele apparaat waardeloos geworden. Na de verovering van Nederland, Beigiö en Frankrijk was Engeland nagenoeg geïsoleerd. In deze acute nood situatie werd SOE geboren. Churchill plaatste de nieuwe geheime dienst met opzet onder de supervisie van een buitenstaander, dr. Hugh Dalton, de Labour-minister van Economische Oorlogvoering. Terecht ging hij ervan uit, dat het ministerie van Buitenlandse Zaken een natuurlij ke afschuw zou hebben van „gangster-methoden" en dat ook de correcte generaals op het War Office volkomen vreemd zouden staan tegenover illegaal optreden. Er kwam nog bij, dat met name de socialistische ministers van de aanvang af de noodzaak zagen van een brede verzetsactie in de bezette gebieden, die véél meer zou moeten omvatten dan subversief ingrijpen alleen. Minister Dalton is erin geslaagd, een indrukwekkend apparaat op te bouwen. Dit bleef jarenlang een typisch Britse onderneming. Pas eind 1943, met de invasie in zicht, kwam ook SOE onder oppertoezicht van het hoofd kwartier van generaal Eisenhower. De leider van de da gelijkse activiteit was al die Jaren brigade-generaal Colin McVean Gubbins, een energieke Schotse officier wiens in telligente gelaat, zoals het behoorde, met een fraaie snor was gesierd. Het algemene hoofd kwartier bevond zich te Londen en wel in Baker Street, eens het domicilie van de legendarische Sherlock Holmes. De gebouwen van de dienst werden bevolkt door een heterogeen gezel schap van zakenmensen, professoren, journalisten en bui tenlanders van tien nationaliteiten. Op het ministerie van Oorlog stonden zij bekend als „the Racket", „dat stel boeven". Zij moesten al het mysterieuze werk coördine ren. Door middel van radiostations stonden zij in verbin ding met de agenten, die per parachute boven vijandelijk gebied waren neergelaten. doel? EuroDa in vuur en vlam zetten, betekende in de praktijk: sabotage, terreur, het verzamelen van spionagemateriaal. Hoogst belangrijk aspect was even wel het tot stand brengen van een hecht contact met ver zetsgroepen, die overal in de bezette gebieden waren ont staan. Niet zelden moesten daarbij hevige onderlinge te genstellingen worden overbrugd. De agenten - in de meeste gevallen vluchtelingen uit bezet Europa werden zo zorgvuldig mogelijk uit de vrijwilligers geselecteerd. Tijdens de opleiding werden zij zelfs in hun slaap begluurd opdat de instructeurs te we ten konden komen of zij wellicht hardop droomden en, zo ja, in welke taal dat dan gebeurde. Ook moesten zij voor al niet breedsprakig worden bij een „glaasje teveel". De leerlingen kregen een grondige opleiding, variërende van parachutespringen en radiotechniek met kennis van geheime codes, tot het geruisloos doden van lastige te genstanders. „Een mes moet even subtiel worden ge hanteerd als de kunstenaar zijn penseel gebruikt," ver namen de leergierige cursisten van hun meester die bij de politie te Sjanghai zijn sporen had verdiend. Als de agenten onverhoopt in handen van de vijand vielen, moes ten zij een eerste verhoor kunnen doorstaan, doch in ge val van nood beschikten zij nog altijd over de „L-pil" met cyaankali, die, tussen de tanden stuk gebeten, prompt een dodelijke uitwerking had. Voor operaties In West-Europa werden in totaal 7.500 mannen en vrouwen opgeleid, plus nog 4.000 voor Azië, de Balkan en Oost-Europa. SOE Introduceerde tai van technische snufjes. Veel „speelgoed" voor sa botage kwam uit de Ver enigde Staten. Uit Venezuela werd curare betrokken, het dodelijke gif waarmee de Indianen langs de Orinoco hun ruzies beslechten. Het arriveerde te Londen in de origi nele verpakking, stukken bamboe. Explosieven werden zelfs verstopt in uitwerpselen van dieren, waarbij een vernuftige geografische spreiding werd toegepast, namelijk voor West-Europa in paarde vijgen, voor Noord-Afrika in kamelevijgen en in olifan tevijgen voor het Verre Oosten. Een expert van de Lon- dense dierentuin verschafte belangeloos het instructiema teriaal. Dit waren echter kleinigheden, vergeleken bij «de enor me problemen die moesten worden opgelost als gevolg van tegenstellingen in eigen kamp. Vooral generaal Char les de Gaulle, de leider van de strijdende Fransen, die een ambitieuze eigen inlichtingendienst had opgebouwd, stond afwijzend tegenover „Britse bevoogding", inmen ging in hetgeen hij primair zag als een zaak van Fran sen onder elkaar. Ook met de naar Londen uitgeweken regeringen der bezette landen waren er telkenmale strub belingen, die vaak de Britse bedoelingen doorkruisten en daarbij #iet werk van SOE bemoeilijkten. Twee afschuwelijke ca tastrofes spoken door de geschiedenis van Special Operations Executive: het Englandspiel In Nederland en een ramp met overeen komstige achtergronden in Frankrijk. Op een gegeven moment kregen de Duitsers, die fanatiek opereerden met hun eigen agenten, met hun eigen verraders, bepaalde ge heime radioverbindingen met Londen in handen. Zij kon den daardoor niet alleen belangrijke sectoren van de ver zetsbeweging oprollen, doch ook via de gepenetreerde radiocontacten maandenlang een spel spelen met SOE, waarbij het Londense hoofdkwartier geheel argeloos mee werkte. Er zijn daarbij, ook in Baker Street, ernstige fouten gemaakt. Voor het radiocontact waren de agenten niet alleen voorzien van codes, doch in hun telegrammen moesten bovendien bepaalde veiligheidskenmerken zijn verwerkt, opdat de centrale de zekerheid had dat er geen verraad in het spel was. „In de praktijk evenwel bleken al deze veiligheidsmaat regelen vaak geen effect te sorteren. Sommige marconis ten lieten hun veiligheidsproef achterwege, hetzij doordat zij veel haast hadden, hetzij doordat zij onder zware druk moes ten werken. Daardoor ook was er veel verschil in de wij ze waarop zij de morsesleutel aansloegen. Soms werden berichten slechts ten dele ontvangen of met verminkte letters en cijfers. In vele gevallen werd op dat alles niet voldoende gelet en werden de telegrammen als echte tele grammen geaccepteerd. Soms had dat tragische gevol gen," erkent auteur Cookridge. De droeve historie van het Englandspiel behoeft hier niet te worden na verteld. De gehele ont wikkeling is reeds zestien jaar geleden op onnavolgbare wijze geregistreerd in het rapport van de Nederlandse Parlementaire Enquêtecommissie, wat dit betreft een aanzienlijke betere bron dan het thans gepubliceerde boek. Auteur Cookridge sluit zich trouwens aan bij de conclusies van het Nederlandse onderzoek. Hij kan aan de constatering van de te Londen gemaakte fouten niet meer toevoegen dan de kreet „incomprehertsible", onbe grijpelijk. Het is ongetwijfeld van belang te constateren, dat sinds juli 1950, toen het rapport van de commissie verscheen, niets is ontdekt dat enig nieuw licht werpt op het ont staan en het verloop van het „Funkspiel". Met name is ook sindsdien niets gebleken van perfide verraad In eigen kring of van duistere manipulaties van de Britse leiding, welke verdachtmakingen in de eerste naoorlogse jaren nog zoveel geloof hebben gevonden. Het Englandspiel begon 12 maart 1942 en heeft meer dan anderhalf jaar lang geduurd. Tot de slachtoffers be hoorden de leden van het Nationaal Comité, dat ontstaan was uit samenwerking van de grote partijen met het doel aan Nederland na de bevrijding weer politieke leiding te kunnen geven. „Ofschoon slordigheid of het negeren van veiligheids maatregelen niet kan worden verontschuldigd als het om mensenlevens gaat, moeten wij, vóór wij met een hard vochtig oordeel gereed staan, bedenken, dat iedere weel- wel twee miljoen woorden via de radiostations van SOE werden verwerkt," voegt Cookridge eraan toe. Als gevolg van het Englandspiel in Nederland, is ook in Frankrijk een slachting onder verzetsgroepen aange richt, met name onder de leden van de groep „Prosper" van wie slechts enkelen de Duitse penetratie overleefden Toen de bijzonderheden van het „Spiel" in Nederland uit eindelijk te Londen bekend werden, wekte dit een verlam mend gevoel van onzekerheid. Belangwekkend in dit ver band is de ervaring van de Deense SOE-leider Flemming B. Muus, die tot zijn stomme verbazing op 2 december 1943 op het hoofdkwartier in Baker Street te horen kreeg, dat de gehele organisatie in Nederland was weg gevaagd en dat alle operaties in Nederland, België en Denemarken onmiddellijk moesten worden gestaakt, een onvermijdelijke ingreep om nieuwe rampen te voorko men. Pas na verloop van tijd werd de activiteit aarze lend hervat. Niettemin kan de ge schiedschrijver zelfs in het Englandspiel zekere lichtpunten zien. De moment, dat de grote ge- nog in een ver ver ramp kwam namelijk op een allieerde invasie van West-Europa schiet lag. SOE en de verzetsgroepen konden van de har de les profijt trekken. De gehele opzet kon door de ver eiste decentralisatie zodanig worden verbeterd, dat hij op D-Day, toen alles op alles moest worden gezet, volledig aan de gestelde eisen heeft voldaan. Cookridge stelt: „In de wijdvertakte catastrofe waren nochtans enige lichtpunten. Doordat de Duitsers in de zo mer van 1943 hadden toegeslagen, blijkbaar in de veron derstelling dat de geallieerde landingen op korte termijn te verwachten waren, toonden zij Londen duidelijk de noodlottige zwakte van de uiterst gecentraliseerde onder grondse bewegingen. Dit gebeurde tijdig genoeg om vóór D-Day een nieuw systeem te kunnen opbouwen." Op 9 oktober 1943 bracht SOE een rapport uit aan het hoofdkwartier van generaal Elsenhower over het onder werp „De huidige betekenis en de ontwikkeling van de verzetsbeweging". In dit rapport werd verklaard: „Of schoon de ondergrondse crganisaties zware verliezen heb ben geleden en ofschoon vele agenten, door Londen uitge zonden, zijn gegrepeo, zijn de aanvoerders van het twee de gelid en de vaste kernen van plaatselijke en regionale groepen buiten schot gebleven." Deze mensen zetten de strijd voort, tot de overwinning was bevochten. En daarom ook kan de volgende samenvatting van auteur Cookridge als juist worden aanvaard: „Er zijn in Baker Street fouten gemaakt. Een paar mannen en vrou wen bezweken tijdens de operaties onder de afschuwelij ke beproeving van de gevangenschap en de beestachtige behandeling. Toen D-Day echter was aangebroken en daarmede het uur van de bevrijding van Europa had ge slagen, gaven de strijders van SOE en de mensen van de verzetsbeweging zich tot het uiterste. Generaal Eisenho wer heeft verklaard: „zij hebben een zeer groot aandeel gehad in onze absolute, definitieve overwinning." Vele schrijvers hébben zich In de loop der jaren geworpen op hét werk der geheime diensten In de Tweede Wereldoorlog in het algemeen en op het Englandspiel In Nederland in het bijzonder. De publikaties, die zo langzamerhand een hele rij in de boe kenkast vullen, variëren in kwaliteit van goedkope lectuur vol ongerijmde insinuaties tot objectieve studiewerken. Uniek, niet te overtreffen zijn de rap porten van de Nederlandse Parlemen taire Enquêtecommissie, die in tijdro vende verhoren het lugubere kat-en- muis-spel heeft ontrafeld. De drie zwarte folianten, die op 15 juli 1950 zijn verschenen, betekenen een onuit puttelijke bron voor de geschiedschrij ver, voor nu en in de verre toekomst. Di 'itmaal trekt een werk van de Engelse auteur E. H. Cookridge de aandacht. In de oorlog was hij zelf bij geheimzinnig werk betrokken en was hij gevangene in Dachau en Buchen- wald. Na de oorlog heeft hij verschei dene boeken over spionage en aanver wante bedrijvigheid 't licht doen zien. Zijn jongste boek „Inside SOE, the story of Special Operations in Western Europe 1940-45", is zojuist bij een gerenommeerde uitgever te Londen verschenen. Het is een werk van 640 pagina's en daarvan zijn er 122 gewijd aan het Englandspiel en wat daarmee samenhangt. De kern van het boek bestaat uit een beschrijving van SOE- operaties in Frankrijk, de rest uit dia In Noorwegen en Denemarken. Dit boek is uit tweeërlei oogpunt van belang. In de eerste plaats mag het ons niet onberoerd laten op welke wij ze anno 1966 een groot, Engels-lezend publiek kennis neemt van een grieze lig stuk histrorie, dat zich in Neder land heeft afgespeeld. In de tweede plaats geeft het boek een samenvat tend overzicht van de Britse organisa tie SOE, dat in een dergelijke vorm tot dusverre niet beschikbaar was. Auteur Cookridge vertelt, mas sa's originele documenten en boeken te hebben verzameld en zeshonderd persoonlijke getuigenissen te hebben opgetekend, ondanks de tegenwerking van officiële Britse zijde. Helaas kent hij geen Nederlands en daardoor ble ven de kostbare Enquête-rapporten voor hem een bron, waaruit hij via een tolk slechts even heeft kunnen nip pen. Wat Nederland betreft maakt hij in het voorwoord echter meldirig van de plezierige samenwerking met het Rijksinstituut v. oorlogsdocumentatie te Amsterdam en het hoofd van deze in stelling dr. L. de Jong. Deze zou niet- gepubliceerde stukken beschikbaar hebben gesteld en zelfs een deel van de drukproeven hebben gecorrigeerd. Zo'n mededeling wekt intussen arg waan bij de belangstellende lezer, die aanstonds stuit op enige vrij ernstige misslagen. Bij navraag bleek ons dan ook, dat dr. De Jong de „samenwer king" met de Britse auteur niet zo kan waarderen als de schrijver zelve. De heer De Jong vertelde ons, dat hij Inderdaad drukproeven heeft doorgeno men, doch dat van de zeer vele, be langrijke correcties hooguit tien pro cent in de tekst is verwerkt. Cookrid ge verdedigde zich naderhand met het argument, dat het „te laat" zou zijn geweest om zijn geesteskind drastisch onder het mes te nemen, doch hij ver klaarde zich wel bereid In de toekomst Iedere verwijzing naar het Rijksinsti tuut achterwege te laten. Het is te betreuren, dat zulke bedenkingen moeten worden Inge bracht tegen een werk, dat kennelijk te goeder trouw is opgevat en dat ala bron van informatie van een groot pu bliek een niet te onderschatten rol zal spelen. Bijgaande beschouwing is aan de verschijning van „Inside SOE" gewijd. NI De menselijke tragiek van het Englandspiel herleefde na de oorlog toen een Nederlandse verrader, Antonlus van der Waals uit Rotterdam, voor de rechter moest verschijnen en de gladde Duitse politieman Joseph Schreieder, een man met een fenomenaal geheugen, de gebeurtenissen toelichtte. Hier zijn zij, de mensen uit een aangrijpende episode van SOE-operaties in Nederland druk betogend de Krlmlnalrat, rechts in de verdachtenbank Van der Waals. De Nederlandse verrader Is terechtgesteld, de Duitse politieman werd uiteindelijk over de grens gezet. Schreieder vond spoedig weer werk bij het Duitse politiewezen en leeft nu als gezeten burger ven zUn ambtenaren pensioen. Van de verraden SOE-agenten, die in 4 Duitse kampen werden doodgemarteld, Is zelfs het graf niet bekend.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1966 | | pagina 14