MUSEUM van MOTOREN NIEUW SOORT WEGENWACHT Serie nieuwe CORTINA'S Vliegtuig van auto's 'n Nieuwe prijsbreker op autogebied Hoge prestatie maar 'n geringe actieradius i r De Lincoln-Mercury Division van Ford heeft voor 1967 een geheel nieuwe wagen gelanceerd: de Cougar. De Cougar, die inmiddels ook in Nederland is gearriveerd, zal uitsluitend geleverd worden als tweedeurs hardtop model. Opmerkelijk bij de Cougar is de lange motorkap, die de wagen een Europese „snit" verleent. Voor- en achtergrille zijn bijna identiek en men heeft een zeer bescheiden gebruik gemaakt van sierstrippen. In Nederland wordt de Cougar met een 335 pk V-8 motor geleverd en automatische transmissie, die ook met de hand kan worden geschakeld. Grote aandacht is besteed aan veiligheid zoals dubbele hoofdremcilinders, veiligheidsstuurwiel en -dashboard en buitenspiegel met afstandsbediening. De koplampen kunnen in de grille worden weggeklapt Geheel nieuw van lijn, maar toch onmiskenbaar Thunderbird, is de Thunderbird die door Ford voor 1967 is geïntroduceerd. Voor het eerst als vierdeurs. Het nieuwe silhouet is laag en sportief. De koplampen kunnen in de grille worden weggeklapt, het geen de lijn accentueert. Het traditionele Thunderbird „cocpit"-interieur is geheel nieuw ontworpen. Nieuw is ook het „tilt- away" stuurwiel, dat in verschillende standen kan worden gezet. Hierdoor wordt het in- en uitstappen vergemakkelijkt en kan de bestuurder altijd de meest ideale stuurpositie kiezen. Het achterste zij raampje van de tweedeurs modellen schuift niet meer vertikaal open en dicht, maar horizontaal. In Nederland is de Thunderbird leverbaar als 2-deurs hardtop, 2-deurs Landau en 4-deurs Landau. De krachtbron van deze modellen is een 335 pk V-8 motor. Spionage in auto-industrie is voor fabrikanten ernstige zaak Twee weken voordat Ford-Engéland de nieuwe Cortina bij 't publiek introdu ceerde, gebeurde er iets vreemds. Eén van de nieuwe wagens verdween spoor loos uit de grote, goed bewaakte wo- genvoorraad! Vierentwintig uur later werd de auto op honderd meter af stand van de fabriek teruggevonden. Er lag een briefje in waarop stond ge schreven: ,J3edankt voor de rit" en volgens de teller was er 735 km met de wagen gereden... Het publiek wist nog niets van de nieuwe wagen af. Er waren echter reeds enige duizenden van de lopende band in Dagenham gekomen, maar de ze stonden in het geheim opgeslagen en waren bestemd om er op de dag van de introductie van de nieuwe wa gen, de dealers mee te bevoorraden. De diefstal was een raadsel. Men vroeg zich af, hoe de dief de wachten van de veiligheidsdienst, die elke in- en uitgang van de fabrieksterreinen bewaken, had kunnen passeren. Bij 'n uitgebreid onderzoek kwam aan het licht, dat er één mogelijkheid bestond, waarover de fabriek verder geen mede delingen heeft gedaan. Maar het.„lek" kon worden gestopt! Hoewél dit voorval, dat slechts enke le weken voor de officiële introductie gebeurde, niet ernstig was, bezorgde het heel wat hoofdbrekens. Het is namelijk uiterst belangrijk een nieuwe wagen geheim te houden. Begrijpelijk wil geen enkele fabriek, dat haar con currenten weten waar zij mee bezig is, of dat het publiek onrustig wordt door een of ander persbericht. Men kan overigens slechts gissen in wat voor mate de automobiel fabrikan ten elkaar bespioneren. In het spel van de spionage vormen ontevreden employés altijd een bron van informatie, hoewel b etrekkelijk. De informatie, die op een dergelijke manier wordt verkregen, is slechts een klein gedeelte van een groot geheel. „Wij hebben plannen in voorbereiding de autoreparatiediensten in ons land te verenigen in een N.V., waarvan iedere automobilist lid kan worden tegen be taling van een jaarlijkse contributie. Hierdoor kan hij evenals dat bij de ANWB-leden gebeurt ook door ons gratis worden geholpen wanneer hij met pech langs de kant van de weg komt te staan", aldus de heer Th. Ph. Wulffraat uit Rotterdam, directeur van de Rotterdamse Autoreparatiedienst. Sinds enkele dagen heeft ook Utrecht een autoreparatiedienst (ADU), waar door nu zeven steden in ons land over een dergelijke autohulpdienst beschik ken. Deze bedrijven met een eigen werkplaats hebben in totaal 21 service wagens (inclusief takelwagens) in ge bruik, die op ieder moment van de dag zowel overdag als 's nachts op verzoek hulp aan gestrande automo bilisten kunnen bieden. Het ligt in de bedoeling ook in andere steden van ons land tot de oprichting van autorepara tiediensten te komen, zoals in Tilburg, Amersfoort, Zwolle en Groningen. „Deze hele organisatie was in feite niet nodig geweest, wanneer de ANWB op zijn eigen terrein de rijkswegen was gebleven", zo meent de heer Wulffraat, „maar nu hij door de stads- wegenwacht in Amsterdam en Den Haag ook binnen de bebouwde kom hulp is gaan verlenen, moeten wij iets doen om ons niet helemaal de kaas van het brood te laten eten". Het indertijd door de heer Wulffraat aan de ANWB gedane verzoek (ANWB alleen op de rijkswegen en de garagebedrijven in de steden) is afgewezen. Dat de stadswegenwacht van de ANWB een grote concurrent is voor de reparatiediensten blijkt uit de thans ontstane situatie in Den Haag: de Haagse autoreparatiedienst had verle den jaar nog gemiddeld 300 aanvragen per maand. Nu zijn het er nog vijf... „Bij het publiek heerst nog altijd de gedachte, dat de ANWB voor niets helpt en wij er geld voor vragen", al dus de heer Wulffraat, maar in de praktijk stuurt de ANWB alle „zware gevallen" (waarbij auto- en motoron derdelen moeten worden vernieuwd of hersteld) op ons af". Het ziet er naar uit dat BMW de automobielfabriek van Hans Glas volledig zal overnemen. De onderhande lingen zijn reeds in een beslissend sta dium. 0 De Franse autoindustrie hoopt te gen 't eind van 't jaar bijna twee miljoen wagens te hebben geprodu ceerd. Het recordcijfer wordt bereikt als er de laatste drie maanden zes per cent meer auto's van de band komen <*«*0 in 't laatste kwartaal 1965. En die informatie kan een geheel ver keerd beeld geven. Jan Jansen, die op de experimentele afdeling van een fabriek werkt, hoort zijn baas misschien zeggen: „De nieu we carburateur is bijzonder geschikt voor onze 1968 modellen". Hij geeft deze informatie door aan zijn vriend, de spion. Maar in 1968 is het voorstel van zijn baas misschien verworpen; de carburateur heeft misschien enige ver borgen fouten getoond of misschien vergt een verandering in het gehele ontwerp van de wagen het gebruik van een andere carburateur. Afluisterapparaten spelen ook een grote rol in de auto-spionage, maar meestal vergen zij teveel gewaagde escapades om op een geschikte plaats te worden aangebracht. Er is voldoende keuze uit afluister apparaten zoals microfoons vermomd als dasspelden, knopen en sigaretten, camera's, die in een sigarettenetui kunnen worden verborgen en noem maar op. Men beweert, dat tegenwoor dig zélfs Laser-stralen worden gebruikt voor het afluisteren op lange afstand. Er is een tijdstip in de ontwikkeling van een nieuwe wagen waarbij de fa brikant bijzonder kwetsbaar is. Hoe goed de veiligheidsmaatregelen ook zijn op ontwerp- en constructie-afde lingen, toch breekt het ogenblik aan dat de wagen op de weg moet worden beproefd. Véle automobielfabrikan ten hebben hun eigen testbanen, waar een groot gedeelte van het testpro gramma kan worden afgewerkt, maar zelfs daar is men niet altijd veilig voor het speurend oog van een tele lens. Nog moeilijker wordt het tijdens de vele roadtests op de openbare wegen. Duizenden kilometers moeten onder al le mogelijke omstandigheden worden gereden om de wagen grondig te be proeven en daarom worden de wagens zorgvuldig gecamoufleerd. Hun vor men zijn veranderd en gewoonlijk zijn ze niet voorzien van een modelnaam. Fabrikanten hebben wel eens gepro beerd fictieve modélnamen te gebrui ken, maar zij kwamen tot de ontdek king, dat dit de autokenners onder het publiek nog nieuwsgieriger maakte.. Enige van de Engelse testrijders van Ford beweren met grote stelligheid, dat zij, na het Engelse Kanaal te zijn overgestoken, niet verder dan 40 km in Europa hadden gereden toen zij wer den gevolgd door een helikopter. Uit die helikopter stak een lange telelens.. Auto-spionage is niet alleen een groot probleem in Europa. De Amerikaan se automobiel-industrie, die veel auto modellen ieder jaar wijzigt, wordt bij na altijd het offer van speculatieve krante-artikelen over de modellen van het volgend jaar. Reeds in het voor jaar van 1966 werden bijvoorbeeld fo to's en details gepubliceerd van drie nieuwe Amerikaanse automodéllen voor 1967. Het wordt voor de dealers daar wél heel erg moeilijk nog een „oud" model te verkopen. D' nieuwe Ford Cortina, die dezer dagen in Emmen ten doop is ge houden, is opvallend groter dan zijn voorganger, die nu na een interieur wijziging in adviesprijs is verlaagd tot f 5995,-. De nieuwe Cortina heeft vrijwel niets van het vorige model overgehouden. Integendeel, het model heeft iets van de nieuwe Zephir, forse strakke lijnen, lange neus, korte kof fer, zeer brede achterstijlen, kortom een beetje Mustanglook. Zoals bij de nieuwe Taunus 12 M is de cilinderinhoud van de motor ver hoogd tot 1300 cc hetgeen 58.5 pk ople vert. Er is ook een luxe uitvoering met 1500 cc motor (65 pk) en een GT- versie met een 83 pk krachtbron. De motor is vijfmaal gelagerd en over- vierkant. De inwendige ruimte is ver groot, op schouderhoogte met 5 centi meter dank zij gebogen portieren en ruiten. Ook de beenruimte voor en ach ter is royaler geworden. In de 1300 cc uitvoering is de pook komen te vervallen. Stuurschakeling en doorlopende voorbank maken het mogelijk dat met een beetje goede wil zelfs drie personen voorin plaats kun nen nemen. Een nieuwe zelfstellende koppeling heeft de pedaaldruk met de helft ver minderd. De aanmerkelijk vergrote spoorbreed te heeft de Cortina nog meer stabili teit gegeven. Het parkeren zal ook ge makkelijk gaan dank zij een draaicir- kel van slechts ruim negen meter en een directe besturing. De veiligheid heeft een speciaal accent gekregen. De sloten kunnen een kracht weerstaan van 1134 kg, hetgeen overeenkomt met de Amerikaanse veiligheidsnormen. Het front is zodanig geconstrueerd dat het bij een frontale botsing progressief de formeert, waarbij de energie van de botsing gedeeltelijk wordt geabsor beerd. De achterportieren zijn boven dien voorzien van zgn. kindersloten. De diverse Cortina-prijzen zijn: Cortina 1200, f 5.995; Cortina de Luxe (1.3 ltr.) Tudor f 6.750,-; Cortina de Luxe (1.3 ltr.) Fordor f 7.250,-; Corti na de Luxe (1.3 ltr.) Estate, 4 deurs f 7.950,-; Cortina de Luxe (1.5 ltr.) Tu dor f 7.095,-; Cortina de Luxe (1.5 ltr.) Fordor f 7.595,-; Cortina de Luxe (1.5 ltr.) Estate, 4-deurs f 8.295,-; Cortina GT (1.5 ltr.) Tudor f 8.195- Tn Reulen-Deutz is onlangs een inte- -*■ ressant museum geopend, nl. een motoren-museum waar de bezoeker in een kunstzinnige sfeer een overzicht kan krijgen van de ontwikkeling van de verbrandingsmotor en een eeuw motorentechniek. Toen de Duitser Nicolaus August Ot to in 1860 zich bezig begon te houden met de verbrandingsmotor, hadden reeds uitvinders in Engeland, Italië en Frankrijk gepoogd een verbrandings motor te maken. Eerst J. E. Lenoir uit Parijs lukte het in 1860 een bruikbare verbrandingsmotor te construeren. Een voorbeeld hiervan staat aan het begin van de lange rij van motoren. Tot de voorlopers tellen dan nog een motor van A. de Bisschop en de petroleum- motor van de Amerikaan Brayton, New York 1875. Eerst de door Otto in 1876 ontwikkel de viertaktmotor opende nieuwe wegen. Voordat hem de grote worp lukte, moest hij een zijweg bewandelen: in 1867 ont stond na jarenlange pogingen de „At mosferische Motor". Het museum toont de bezoeker nummer 1 van deze motor (in bedrijf). Daarnaast staat één van de oudste viertaktmotoren van de serie-uitvoering bouwjaar 1877, bijgenaamd „Otto si lent". De interessante gasvlamontste king wordt de bezoeker nader uiteenge zet. Andere voorbeelden tonen de mo tor in twee-cilinder uitvoering, als staan de en als liggende motor. Het meest succesvolle resultaat op het gebied van de magneet-elektrische ontsteking werd de automobielmotor, die Daimler en Maybach sedert 1886 ont wikkelden. Als geschenk van Daimler-Benz AG staat op de tentoonstelling een nage maakt model van een twee-cilinder-V- Motor van het jaar 1889. Voor industriële doeleinden bleek benzine te duur; omstreeks 1890 trachtte men petroleum te gebruiken: voor verwarming van het aanzuigsys- teem, verdamping in een verhit reser voir bleken geen bevredigende oplos singen. Een aanzienlijke verbetering betekende de gloeikopmotor van de Engelsman Akroyd-Stuart. De uiteinde lijke oplossing kwam van Rudolf Diesel. De Deutz-Dieselmotor van 1898 vormt het begin van een lange serie dieselmo toren. Op 't gebruiksgebied van de motor toont het museum een stroomaggre- gaat en de eerste mijnlocomotief, die Deutz in 1896 leverde. Als variaties staan buitendien nog opgesteld: een Deutz-zuiggasinstallatie (1900-1914) en een grote gasmachine (1900-1910). Als scheepsmotor werd de bronsmotor bijzonder gewaardeerd. In een aaneengesloten rij wordt de ont wikkeling van het spoelsysteem van de tweetaktmotor voor ogen gevoerd. tmmmmwmmmmmmmmm Als uitzondering op het bouwpro gramma (stationaire motoren en mo toren voor bedrijfsvoertuigen) staat een stermotor opgesteld zoals deze tussen 1910 en 1918 door de fabriek Oberursel volgens de Franse construc tie Gnome-Rhöne in licentie werd ge bouwd. Bij het verlaten van het museum blijft de bezoeker onwillekeurig een ogenblik staan bij de in de hoogte stekende krukas van een scheepsdie- selmotor: symbool van de kracht, die de wereld door de verbrandingsmotor werd gegeven. Fen nieuwe „prijsbreker" heeft zich op de markt van anto-acces- soires aangediend. De heer A. M. de Haan uit De Steeg wil ongeveer tweehonderd veel gevraagde auto-artikelen tegen inkoops prijs leveren aan de leden van zyn technisch financiële handelscom binatie. Hij zegt weldra te zullen starten met zo'n duizend leden. Zyn verdiensten zitten, zegt hy, in de lidmaatschapsgelden, die 12,50 per half jaar bedragen. De automobilist, die in dat half jaar voor minder dan honderd gulden aan artikelen heeft besteed, kan zijn lidmaatschap kosteloos met drie maanden verlengen. Wanneer volgens de heer De Haan het aantal leden de tienduizend zou over schrijden, dan zal de nu geldende ledenprijs voor de meeste artikelen met tien procent of mogelijk meer kunnen zakken. Enkele grepen uit zyn catalogus: imperiaal van 320 x 150 cm, ver koopsprijs f 215,ledenprijs f 130,caravanspiegel van f 23,50 voor 12,25, antenne van 24,75 voor 11,90. De heer De Haan zegt samen te werken met een kapitaalkrachtige groep Nederlandse en Duitse fabrikanten, die dat tegenover him andere afnemers niet willen weten. Vandaar dat volgens hem niet wordt vermeld welke merken het betreft. De merktekens zyn zoveel mogelijk uitgewist. De verzendkosten van de artikelen komen voor rekening van de leden. De heer De Haan zegt geen boze brieven van garagebedrijven te 1 hebben ontvangen en geen concurrentie van „Autorama" te ver wachten. „Autorama" verkoopt tegen korting, ik bereken de groot- 1 handelsprys". Bij een voldoende aantal leden wil de heer De Haan begin volgend I Jaar een mobiele montagewagen in gebruik nemen, de eerste van een serie van zes die hij volgend jaar op de weg wil brengen. Hij geeft toe dat in het begin nogal wat leden teleurgesteld kun nen worden door gebrek aan mogelijkheden, waardoor zy moeilijk heden by het zelf monteren kunnen ondervinden. Haastig voegt hy eraan toe: „De meeste van de door my geleverde artikelen komen echter niet voor montage in aanmerking." T^en woordvoerder van de BOVAG geeft desgevraagd toe, dat de ■Li ledenprijs van de meeste artikelen erg laag ligt. Hy schetst de heer De Haan „als een eerlyk idealistisch man met fantastische ideeën". Hy neemt niet aan, dat de garagebedryven erg veel con currentie van de nieuwe prijsbreker zullen ondervinden, aangezien de niet-doe-het-zelvers onder de automobilisten tóch wel naar de garages zullen blijven komen, die naar zyn zeggen meer assortiment (tussen de 20.000 en 30.000 onderdelen), meer service en meer vak manschap hebben te bieden dan de organisatie van de heer De Haan. Evenals directeur Van der Marei van „Autorama" te Wassenaar meent hy, dat het laten komen van een montagewagen van de inkooporganisatie geen goedkope aangelegenheid voor de leden zal zyn, terwijl de verzendkosten van de goedkope accessoires volgens hem ook weieens in de papieren kunnen gaan lopen. „Het is niet te hopen dat de garagebedryven, nu nog servicebedrijven, toonbank- bedryven zullen worden. Dat zou ontzettend voor het publiek zijn". Hy waarschuwt dat de montage van zelfs de eenvoudigste acces soires voor de gemiddelde automobilist 'n moeiiyke, zo niet onmoge- lyke zaak is. Hy adviseert dergelyke montages aan gespecialiseerde bedryven over te laten. Directeur Van der Marei van „Autorama" meent dat De Haan zich wel eens zou kunnen verkijken op de administratieve en ver- zendtechnische problemen die zyn bedrijf by een voldoende aantal leden met zich zou kunnen meebrengen. V. Ontwerpers van de vliegtuigindustrie „Sud-Aviation" hebben, op het terrein van hun fabriek in Toulouse, een platte grond op ware grootte gemaakt van het nieuwste Frans-Engelse vliegtuig, de „Concorde". En om nu de schaal van dit ontwerp aanschouwelijk te maken, hebben zij 75 auto's van het type Renault 4 op de oppervlakte van de „Con corde" uitgezet (lengte 58,50 meter, spanwijdte 25.00 meter). De Concordezal in januari 1968 zijn eerste vlucht maken. Elektrische auto al in de proefrit Tiet 11 ontwikkelen van elektrische auto's begint zo langzamerhand in de automobielwereld een rage te worden. Hoewel de meeste elektrische auto's nog middenin een waarschijnlijk zeer langdurig ontwikkelingsstadium zitten, heeft General Motors in Detroit al twee rijklare elektrische auto's gepre senteerd. Dat waren een personenwa gen op batterijen en een bestelwagen op brandstofcellen. Medegedeeld werd dat de twee bedrijfsklare elektrische voertuigen het resultaat zijn van meer dan tien jaren research. Journalisten hebben in Detroit een proefrit kunnen maken met de elektri sche personenwagen, de „Electrovair II". Deze wagen is een Corvair-model 1966, uitgerust met batterijen op basis van zilverzinkelementen vóór en achter in het voertuig geplaatst, die een Delco-elektromotor met hoge toerental len voeden. Dit model volgt een reeds vroeger ontworpen „Corvair"-auto op, welke in november 1964 al bedrijfsklaar was. Tijdens de proefritten konden de journalisten zich ervan overtuigen, dat de „Electrovair II" een prestatieni veau bereikte (van 0 tot 100 km/u in 16 seconden), dat kan vergeleken wor den met dat van een „Corvair" met benzinemotor. Dit bleek een van de eerste eisen te zijn die GM's ingenieurs zich hadden gesteld, omdat de elektri sche voertuigen, die men tegenwoordig in fabrieken en op spoorwegstations ge bruikt, veel te traag zouden zijn in het stadsverkeer. De „Electrovair II" weegt 1.540 kg, de normale „Corvair" 1.180 kg en zijn actieradius bedraagt 65 tot 130 km vóór men bij moet laden (400 500 km bij een normale „Corvair"). General Motors gaat intensief verder met het researchwerk op het gebied van de elektrische aandrijving, wegens de potentiële voordelen die eraan ver bonden zijn: de afwezighied van lucht verontreiniging, soepelheid in de aan drijving en geruisloosheid. Deze re- i'esearch-werkzaamheden wijzen even wel uit, dat nog heel wat werk te ver richten valt om de nadelen van 't sys teem te overwinnen, namelijk inge wikkelde apparatuur, formaat, gewicht en prijs vóór een algemene toepas sing van elektrische aandrijving moge lijk zal zijn. Bijgaande illustraties tonen de „Electrovair" onder de kap van het voorcompartiment (met de batterijen) en een voorzicht-tekening van de wagen met achterin o.m. de elektro-motor. TANK MET KOELOLIE r- BATTERIJEN ELEKTRONISCHE CONTROLEAPPARATUUR ELEKTRISCHE MOTOR OP WISSELSTROOM OLIERADIATEUR EN VENTILATOR OLIEPOMP CONTROLEAPPARATUUR VAN DE STROOMWISSELAAR

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1966 | | pagina 13