In het jaar 1969 komt het leven in 'n wereld die dood is geweest In Amerika weinig kans voor metrieke stelsel De weg naar de maan (Slot) Op de scholen alle leerboeken vervangen Terugkeer hachelijkste deel van de tocht Van inches en pounds naar meters en kilogrammen Wetsontwerp Zakenwereld Machinepark Opluchting Riskant Volgens plan Storm van vuur Twaalf minuten Zes uur Springen Gezichtsbedrog Het moment Oproep Twee minuten f NOVEMBER 1966 Vandaag besluiten wij onze artikelenreeks over de toekomstige reizen naar de maan. Hoewel deze toekomst voor ons soms nog zo ver ver wijderd schijnt, zijn het de geleerden die over deze reizen hun positieve denkbeelden hebben. Wij hopen dat vele lezers aan deze gefantaseerde maar toch op de reële toekomst afgestemde arti kelen veel genoegen hebben beleefd. Leven komt op een planeet die miljarden jaren dood is ge weest: de eerste mens betreedt de maan (maquette-foto). (Tekst en foto's van EUGEN SEMICHOF) De Mare Tranquillitatis, honderden vierkante kilometers groot, is in de ware zin van het woord een Zee van Rust. De stilte en de leegte, het ontbreken van ieder leven dat is er volkomen. Op één ding na, nu in het jaar 1969. In de steriele vlakte staat een monsterachtig metalen wezen op hoge, ijle poten. Zijn driehoekige vensters zijn als twee boze zwarte ogen. En eromheen sluipt omzichtig een wezen dat hier onnatuurlijk is een mens. Een astronaut, een levend mens. Het leven is gekomen in een wereld die dood is geweest miljarden jaren lang. De mens beweegt zich behoedzaam in deze wereld, die hem strikt en meedogenloos vijandig is. Een stap van het zon licht in de schaduw brengt hem van een hitte van tegen de 90 graden Celsius in een kou van 120 graden onder nul. Er is geen lucht en derhalve ook geen geluid. Al zijn waarnemingen moet hij met zijn ogen doen. Zou van een hel ling af een lawine van rotsblokken en keien neerkomen, dan zou hij hier niet van horen. Hij zou als hij niet toe vallig keek er eerst iets van merken op het moment dat hij bedolven werd. DETROIT Sinds de mens voor het eerst met zijn buurman handel begon te drijven heeft hy de dingen een maat gegeven. Te beginnen met de Soeme- riërs, die 8.000 jaar geleden leefden, ontwikkelde de mens een verscheiden heid aan maatstelstels waarvan de principes vandaag nog bestaan. Het meest verbreide stelsel, het metrieke stelsel, bestaat pas sinds de Franse revolutie, dus minder dan 200 jaar. Het vond zijn weg door geheel Europa en met uitzondering van China, wordt het nu over de hele wereld gebruikt. De farmaceutische industrie heeft het aangenomen, terwyl de wetenschap uitsluitend het metrieke stelsel kent. De Verenigde Staten en Engeland hebben echter hardnekkig vastgehou den aan de oude maatstelsels. Op het ogenblik is Engeland van plan naar het metrieke stelsel over te schakelen, terwijl de Verenigde Sta ten deze mogelijkheid waarschijnlijk zullen bestuderen. Zowel de ruimte-eeuw als de we reldomvattende industrie, hebben op nieuw druk uitgeoefend op de nood zaak dat de gehele wereld moet overgaan op slechts één standaard het metrieke stelsel. Enige tijd geleden werd in het Amerikaanse Congres een wetsont werp ingediend volgens welke het mi nisterie van Handel toestemming kreeg 500.000 dollar te besteden aan het bestuderen van de mogelijkhe den voor Amerika het metrieke stel sel aan te nemen. Het wetsontwerp werd niet aangenomen, maar in ie der geval is er iets gaande en zeer waarschijnlijk zal binnenkort op nieuw een poging worden gedaan het erdoor te krijgen. Ook de Amerikaanse zakenwereld heeft belang bij deze kwestie. De „Ford Motor Co." bijvoorbeeld, breekt zich al het hoofd over de verschillen tussen het Engelse en het metrieke stelsel, en is zelf de problemen die bij een systeemver andering zijn betrokken, gaan be studeren. Deze problemen zijn wel iswaar immens groot maar niet on overkomelijk. In ieder geval is een wijziging ineens onmogelijk. In vijf tot 20 jaar zou het gehele land vermoedelijk van inches en pounds kunnen overgaan naar me ters en kilogrammen. Mits het programma goed is opgezet zouden hieraan niet eens veel kosten ver bonden behoeven te zijn. De eerste stap moet dan worden gedaan via het onderwijs, waarbij niet alleen de kinderen maar ook de volwas senen die in de industrie werkzaam zijn moeten worden betrokken. Bij het onderwijs zullen de eer ste kosten moeten worden gemaakt in de vorm van het vervangen van de leerboeken. Deze moeten echter van tijd tot tijd worden gewijzigd. Elke grote of kleine nieuwe zaak die wordt opgericht kan waar schijnlijk binnen vijf jaar geheel op het metrieke stelsel zijn overge gaan. Het probleem moet alleen groots worden aangepakt. Een van de directeuren van Ford, de heer Gordon Cook, vertelde on langs dat het gehele Amerikaanse machinepark op het Engelse maat- stelsel van inches en pounds is af gestemd. Zo worden bijvoorbeeld al le schroeven en bouten gemaakt met een bepaald stuk schroefdraad per inch. Alle apparatuur zal dus ook moeten worden vervangen. Hoe lang zal het duren voor de Verenigde Staten geheel op het me trieke stelsel zijn overgeschakeld en het Engelse stelsel geheel hebben la ten vallen? „Dit zal waarschijnlijk nooit hele maal gebeuren," aldus Cook. „Om maar iets te noemen: onder George Washington is men begonnen dit land in kaart te brengen waarbij gebruik werd gemaakt van feet, yards, acres en square miles. De resultaten van deze landmeetkundige werkzaamhe den zijn torenhoog opgestapeld. Het zou een geweldig en waarschijnlijk zinloos werk zijn het gehele land op nieuw te meten om alleen maar de diverse maten in het metrieke stelsel over te zetten." lo. Een uur lang suizen de twee cabi nes rond de maan, 160 kilometer hoog en met een snelheid van 6.400 kilQme- ter. Zij kunnen elkaar niet met het oog zien, maar de radar leert hun dat zij steeds dichter bij elkaar komen. De LEM wordt automatisch naar de Apollo gemanoeuvreerd. Eerst op honderd meter afstand van elkaar nemen mensenhanden de besturing over. Ook het tweede moment dat van levensbepalend belang is, verloopt feilloos. Decimeter voor decimeter naderen de twee capsules elkaar met hun stompe neus. De harde en her haalde training werpt nu resultaten af. Eendrachtig en efficiënt samen werkend zetten de mannen de neu zen tegen elkaar. Het tussenluik gaat open en de twee maanreizigers krui pen de Apollo binnen. Veel tijd om hun ontzaglijke op luchting te uiten hebben de drie man nen niet. De LEM wordt onmiddellijk afgestoten om jaren, misschien eeuwen rond de maan te blijven draaien. En weldra geven de compu ters het sein voor de retourstart naai de aarde. De raket ontbrandt en de Apollo voert zijn snelheid op. Van sa tellietsnelheid tot ontsnappingssnel heid: 9.600 kilometer per uur. De capsule zwaait met een ruk uit haar baan, weg van de maan. Al spoedig komt de capsule in de ban van de aardse aantrekkings kracht. Maar toch duurt het nog drie etmalen eer de aardse dampkring wordt bereikt. De snelheid neemt steeds toe. De computer in de capsule wordt op nieuw afgesteld op die in Houston. Kleine correcties moeten ervoor zor gen dat de Apollo daar in een koers komt die evenwijdig ligt met de luchtlaag boven de oostelijke horizon. Maar nu, na twee uiterst riskante manoeuvres in de eerste stadia van de terugkeer, moet het gevaarlijkste deel van de hele onderneming nog volgen. De Apollo moet de ingang vinden van een nauw denkbeeldig ka naal dat door de dampkring naar de oppervlakte van de aarde leidt. Wan neer te hoog wordt gemikt is de luchtlaag te ijl om de duizelingwek kende snelheid van de capsule te breken. Deze zal dan haar doel voor bijschieten en in een eindeloze ruim- tebaan terecht komen waar ze niet meer uit kan geraken. Wordt daaren tegen te laag gemikt, dan zal de luchtweerstand haar verpletteren. De Apollo zal dan roodgloeiend worden en in stukken uiteenvallen. Wanneer alles volgens plan ver loopt, zal de Apollo de aarde nóg ra ken met een snelheid die groter is O Tekening van de Apollocapsule tij dens de terugkeer in de dampkring. Het voertuig is omgeven door een muur van vuur. In deze schets is de wand opengesneden om de drie maanreizigers in hun ligplaatsen te laten zien. Opname van het namaak-maanterrein in de woestijn van Texas. Een volle dig uitgeruste ruimtevaarder baant zich een weg over de ruwe grond. Op de achtergrond de LEM. O dan enig ander ruimtevaartuig ooit heeft gehad. Dan zal zij bovendien temperaturen moeten doorstaan die geen vorige capsule ooit heeft ont moet. Vijftien minuten voor de Apollo de atmosfeer raakt wordt het laatste ac cessoire afgeschoten: de service-cap sule met haar stuwraket en brandstof. Het hitte-schild ligt nu open. Met klei ne stuurraketten wordt de cabine ge keerd, zodat het schild aan de kant van de atmosfeer komt. De luchtlaag treft de capsule als een verpletterende golf. De drie man nen worden met hun vlees en spieren en gebeente als door een moker ln hun ligplaatsen geslagen. Een wilde pijn gaat door hen heen en zij heb ben moeite niet te schreeuwen. Bui ten de vensters zien zij in een flits een storm van vuur. Stukken metaal van het hitteschild smelten en vor men fel-gloeiende vonken. De tempe ratuur van het hitteschild bereikt een waarde die tien maal zo hoog ligt als die aan het oppervlak van de zon: 55.000 graden Celsius. Het radiocon tact met de grond is verdwenen. De mannen hebben nu slechts één op dracht: met kleine raketjes de cap sule lichtelijk laten wentelen zodat zij de hoek van het hitteschild met de schokgolf kunnen laten variëren. In zekere mate kunnen zij daarmee hun richting door de onzichtbare luchtlaag wijzigen. Er gaan twaalf minuten voorbij, waarin de aarde niets verneemt. Dan meldt de Apollo zich: „Wij zijn nu onder de geluidsmuur. De drie parachutes zijn open." Zij dalen snel in de zuidelijke Stille Oceaan die hen in damp en schuim opneemt. Terwijl zij wachten, komen de helikopters en de kikvorsmannen. En dan gaat het luik open. De zilte zeelucht heeft op de drie, die een week lang niet anders dan zuurstof uit een fles hebben geproefd, het ef fect van een straffe borrel. Die avond, voor zij tussen de lakens van een echt bed stappen, zien zij aan de subtropenhemel nog een ogen blik de maan. Het doel dat zij hebben bereikt, veroverd en waarop zij de eerste voorzichtige stappen hebben gezet. Het eindpunt van een weg. Maar ook het begin van een nieuwe. Zij slapen in met de gedachte dat de ruimtevaart opnieuw aan het be gin van een onderneming is, waar van de grenzen even ver weg atijn als die van het heelal. Vanuit het metalen monster de LEM, het maanlandingsvaartuig dat hem uit de Apollocapsule hier gebracht heeft wordt hy gevolgd door een tv-camera, bediend door zijn makker. De uitzending gaat rechtstreeks naar de aarde, waar honderden miljoenen mensen ademloos voor hun tv-toestel zitten, slaap en werk vergetend. Hy heeft kabels uitgelegd en een antenne opgezet. Via tien kanalen komt niet alleen het geluid van z(jn stem naar de aarde, maar ook het kloppen van zyn hart, de variatie ln zyn bloeddruk en nog een aantal andere bio-medische gege vens. Het ruimtecentrum in Texas weet Iedere seconde beter wat er om en in hem omgaat dan hyzelf. Maar terwijl hij loopt, komen de re sultaten van de opleiding bij hem te rug en begint hij de maan in maan- se aspecten te zien. De LEM is nu weer dichtbij en zo groot als ver wacht mag worden. Hellingen en rot sen op enige afstand zijn in zijn ogen nu ook maar de enkele meters hoog die zij in werkelijkheid zijn. Hij keert terug naar het maanlan dingsvaartuig, want de beurt is nu aan de co-pilot. De LEM kan zes uur op de maan blijven en de helft daar van is nu om. De tweede man moet stof en stenen in hermetisch af te sluiten buizen doen. Hij moet een te levisiecamera opstellen om een beeld van de omgeving* rechtstreeks naar de aarde te zenden en daarbij is dan ook een beeld van de aarde, van de maan af gezien. Hij moet instru menten opstellen een seismometer, een stralingsmeter en een meteorie tenteller die nog lang na zijn ver trek gegevens aan de aarde zullen doorgeven. Maar zijn voornaamste taak is: veertig kilo maansubstantie te ver zamelen. Geleerden op de aarde zul len daaruit proberen te leren, hoe de maan precies is ontstaan. Uit de aarde? Uit een andere planeet? Daar over bestaan theorieën. Nu is de ge legenheid daar om die te bevestigen of omver te kegelen. Er is één geluid dat hij hoort: het zachte brommen van de elektromoto ren op zijn rug, die hem zuurstof toe- pompen, die de lucht in zijn ruimte- pak zuiveren, die het koelwater in de plastic buisjes van zijn binnen-kos- tuum aan het circuleren houden. De batterijen in zijn rugbepakking kun nen vier uur mee. Al die vier uur houden ze ook zijn radiozend- en ont- vangapparatuur, zijn verbinding met de LEM, de Apollo en de aarde, gaande. In zijn kleding van zeven verschil lende lagen, onder constante druk ge houden, ziet hij er log en plomp uit. Maar hier op de maan is zijn ge wicht niet groter dan dat van een kind van drie jaar. Een kind, dat echter de kracht van een man in zijn beste jaren heeft. Daarom stapt hij uiterst behoedzaam en waakt hij te gen onverhoedse bewegingen. Hij kent zijn eigen kracht niet. Hij begint nu aan een voorgeschre ven wandeling van 500 meter. Op zijn weg ligt de helling van een kleine krater. Er is stof, dat opgeworpen door zijn voeten omhoog dwarrelt en blijft hangen. Het zet zich af op het glas van zijn helm. Hij moet het af en toe wegvegen. Er zijn scherpe rotsblokken. Hij neemt er een in zijn hand, keert zich naar de camera en gooit het met onwaarschijnlijk ge mak weg veel verder dan hij dacht. In het begin heeft hij de neiging om de wat grotere blokken heen te lopen, maar dan leert hij dat hij er gemak kelijk overheen kan springen. Met een licht sprongetje komt hij al me ters hoog. Hij vergist zich daarbij af en toe. Wanneer hij de helling van een klein kratertje bespringt, schiet hij vlot over de rand door en belandt op handen en voeten aan de andere kant, te midden van een massa ste nen die met hem de helling afrollen. Hij heeft een ogenblik van paniek: doen zijn elektromotoren het nog? Maar dan hoort hij het zoemen weer en is hij gerustgesteld. Wanneer hij weer boven de rand van de krater komt, realiseert hij zich ineens een ander aspect van zinsbegoocheling. Het lijkt, alsof hij zijn gevoel voor afstand heeft verlo ren. Op aarde worden door het be staan van een dampkring de voor werpen op grotere afstand minder scherp. Hier, op de maan, is door het totale ontbreken van lucht en lucht vochtigheid alles even scherp. Het komt hem voor, dat hij tegen een stel coulissen staat aan te kijken. De LEM, op slechts honderd meter af stand, komt hem nietig voor. Er is nog iets, waaraan hij moet wennen. De horizon is slechts drie kilometer van hem weg. Een klein rotsblok op de horizon komt hem enorm groot voor op aarde immers zou het ze ker tien of meer kilometers van hem verwijderd zijn. Maar het moment komt, waarop de co-pilot zijn taak heeft vol bracht. Hij is teruggekeerd in de cabine van de LEM, het ontsnap pingsluik is gesloten en de klam pen tussen de cabine enerzijds en het platformpje met de vier poten anderzijds zijn losgezet. De beide mannen hebben hun rie men vastgemaakt. Zij kijken met enige weemoed uit door de drie hoekige ramen en zien de dode we reld die zes uur lang hun wereld is geweest. En zij luisteren naar de ge luiden van de Apollo en van de aar de. Al hun instrumenten vertonen een groene gloed. Alle systemen zijn in orde. Boven de maanhorizon zien zij een heldere ster snel omhoog komen. Dat is de Apollo, die bezig is aan zijn zes de omwenteling met één bemannings lid. Die ene man ziet vanaf zijn hoogte onder zich de vlakte langs trekken. Daar is de Mare Fecunditatis. Daar zijn de bergrichels rond de* Guten berg krater. En nu ziet hij, juist aan deze zijde van de horizon, de grijze vlakte van de Mare Tranquillitatis opdoemen. Daarin staan zijn reisge noten klaar. Hij kan ze uiteraard niet zien; de afstand is te groot. Maar hij kan ze oproepen. Apollo aan LEM," zegt hij. „Aanstonds begint het aftellen voor uw start als u tenminste het genoegen wilt beleven mij terug te zien." Maar in weerwil van zijn luchtige toon is hij niet helemaal op zijn ge mak. Als de LEM onverhoopt niet zou kunnen starten, als de raket niet ontbrandt of het startplatform weg zou zakken, dan hebben de mannen beneden niet meer dan 24 uur te le ven. Dat is namelijk de werktijd van hun batterijen en hun voorraad zuur stof. En in dat geval kan hij niets doen om hen te redden. Start de LEM niet, dan heeft hij opdracht al leen naar de aarde terug te keren. De aftelling bereikt het nulpunt. De beide astronauten in de LEM zetten zich schrap. Dit is het ogenblik waar op alles goed moet gaan of anders zijn zij ten dode opgeschreven. Maar die gedachte krijgt geen tijd. Een he vige schok vaart door de krappe ca bine. Op een rode vuurstraal schiet het toestel omhoog. Het is gelukt! De raket werkt maar twee minuten. Dat is genoeg om de twee mannen in dezelfde baan te stuwen als de Apol-

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1966 | | pagina 10