Problemenserie Binnen 25 zetten!
Grote puzzel
Boerenkool
transport
m
m
m
m
m
Wéé
i i s
9
B
ff;
B
lH
8
Ü1
Wé
ii
üt
m
8
SÉ
m
8
Éf!
s
8
Hi
s
8
üi
i§
Ü1
3
8
Hf
8
door Adriaan P. de Kleuver
m
Hf
Mi
8
KR
8
8
M§
§g
Hf
8
isi
m
8
8
iH
Hf
8
i
i
i
i
r#
Oplossing puzzel vorige week
SCHAAKRUBRIEK
H. BOUWMEESTER i
DAMRUBRIEK
P. BERGSMA
Uitstapje naar Marsch - dichtbij en prachtig
Y^andaag willen wij het eens
niet hebben over Mars, de
planeet, maar over MArsch bij
Lienden. Die Marsch ligt heel wat
dichterbij. Men behoeft de Rijn
brug maar over om in dit
prachtig gebied te komen. Doe
dat eens: om in de winter van de
natuur te genieten, kan men daar
terecht.
Het hart van de Marschpolder
Is de prachtige watermolen. Daar
vangen wij deze keer onze tocht
aan. Nu, in de winter, zult u vra
gen? Waarom niet? Nog nooit is
de natuur mij tegen gevallen. Ook
niet in de winter. Goed, ik zal u
vertellen hoe die in de zomer is.
Weet u wat? Wij gaan er een
jaargetijdentocht van maken, 'k
Heb die molen te midden van een
sneeuwlandschap zien liggen. Als
een Kerstkaart, zó mooi was dat.
En straks, als het voorjaar is en
het koren op de velden welig op
schiet en de wegbermen wit van
het fluitekruid zijn, dan houdt
dat duizend beloften in. Onverge
telijk zijn de zomerdagen als in
het hemelblauw boven dit lieflij
ke landschap de zilveromrande
wolken voorbij zeilen. Dan glanst
het groen in het zonlicht en op
de cadans van de wind golven de
gerstakkers, waar klaprozen, ka
millen en korenbloemen een bon
te fries vormen.
Straks staat dat koren goud
geel te pronken komen de maai
ers. Dan komt de herfst met
kleuren de boomgaarden met een
blos van rijp fruit En altijd doe
men achter de molen de contou
ren op van Utrechts heuvelrug.
Pal achter de molenromp slingert
't smaragden lint van de Marsch-
dijk. En de bedding van de oude
Rijnstrang kun je volgen door de
torenhoge populieren die in dat
oude riviervalleitje geplant zijn.
w« zijn eens op een winter-
namiddag langs zo'n sloot
kant gelopen. Ons hoofd zat nog
vol herinneringen aan de zomer
se bloemenpracht. En wij vonden
er nog van alles van terug. Mooie
parapluutjes van engelwortel, be-
reklauw, watereppe en van nog
meer schermbloemigen en al dat
spul was berijpt en ik zou niet
weten wat mooier was: de volle
zomerpracht of de rijke winter-
dracht. In eens gingen die dorre
slootkanten leven voor ons.
Wij gingen er gewoon naar ra
den wat dit voor een takje was
en wat dat voor een uitgebloeide
bloem zou zijn. En zo kwamen
wij vanzelf bij onze wondermooie
Klinkwetering. Eens kijken of de
visjes, waaraan wij vorige zomer
zo veel plezier beleefd hadden,
er nog waren. Het water stond
bar hoog maar was al iets gezakt.
En alweer bracht moeder Natuur
ons een fijne verrassing. De al-
vertjes en de voorns waren er en
het ijskoude water scheen nog
helderder. Maar de slootkant was
een juweel. Het had al een paar
nachten aardig gevroren. Ondiepe
plassen waren bedekt met een
dunne ijsvloer. Maar die perma
nent stromende wetering geeft
zich niet zo gauw gewonnen. Daar
gebeurde iets wonderlijks mee.
Telkens zette zich vanaf de oever
een vliesdun laagje ijs af. En om
dat het water zakkende was kwa
men tussen de plantenresten hele
etages van die ijsafzettingen te
zitten. Bovendien was het een
paar dagen windstil geweest en
het had zachtjes wat gesneeuwd.
De zon was gaan schijnen en die
slootkant schitterde en twinkelde
als waren er miljoenen briljanten
gestrooid De paaltjes langs de
weilanden hadden allemaal een
zwierige ijsmuts op.
Aan de grond genageld ston
den wij toen ineens een
haast nog mooier juweel langs de
oever schoot. Staalblauwglanzend
en robijnrood kwam ze zich men
gen met de schitteringen langs
de oever, die ijsvogel, en pats!...
daar dook ze onder en kwam een
paar meter verder met een alver-
tje in de snavel boven. Wat een
gratie en aanpassing toch. Iemand
zei eens: „Wat jammer, dat je zo
iets niet in een kooi kunt houden".
Nou, nou, waarom dan wel?!
Met een weinig moeite laat het
ljsvogeltje zich toch goed bestu
deren in de vrije natuur. Zo als
het er voorstaat met de wilde vo
gels moet men alle mogelijke be
heersing weten op te brengen.
Japanse nachtegalen en zebra
vinkjes zijn toch héél mooie vo
gels en vergen niet wat een wilde
vogel wel vraagt: het natuurlijke
milieu. Maar wat praat ik toch!
Hebben wij geen perfecte vogel
wetgeving? O zo!
/~vp onze schreden terug ge-
komen passeren wij nog een
keer onze molen in de Marsch.
Maar nu zijn de Klokkewaai en
de Nieuwewaai ons doel. Nog stil
ler en nog verlatener als in de
zomer zijn die oude wielen nu.
Ze vertellen ieder voor zich van
verre, verre tijden. Toen ze ge
vormd werden was alles zo an
ders. Onze Rijn bestond niet eens
of was slechts een onbeduidend
watertje; iets als de Lede of Lee-
graaf die de grens vormt tussen
de Marsch en de Polder Lede en
Oudewaard. Maar hier, langs de
dorpen Kesteren en Lienden lag
die oude Rijn. En dicht daar
langs werd de Oude Rljnbandijk
gelegd. Zoals de naam al doet
vermoeden is de Klokkewaai het
oudst. En toen de Oude Rijn op
deze plek in het dijklichaam een
groot gat geslagen had werd om
dat diepe wiel de dijk herlegd.
Het bleef de eeuwen door een wa
re idylle.
Oh. hoe stil is het er als het
wintert. Dan is er niet het
ratelen van het populierenblad.
Dood en doodstil is het nu rond
de plas, waarin de rechte popu-
lierenstammen schier eindeloos
weerspiegeld worden, 't Is er zo
stil dat geluiden die van de erven
van de hofsteden achter de dijk
komen je als lawaai in de oren
klinken Een vrouw schrobt het
straatje schoon en een meisje
rammelt met melkemmers. Over
de dijk nadert holder de bolder
een trekker met veel geknars en
als die op het erf tot staan komt
is het in eens weer doodstil. Op
zo'n moment aou het kunnen ge
beuren. Je zou de klok van het
kerkje van Verhuizen kunnen ho
ren als je de oude tijden in ge
dachten liet herleven. En hoor
je dan klokgelui, dan zeggen de
nuchterlingen, dat het gehoorhal-
lucinaties zijn. En toch... er
schuilt veel waarheid in dat oude
volksverhaal van de verzonken
klok van Verhuizen.
Jedere legende heeft een kern
van waarheid is wel beweerd,
van waarheid is wel beweerd.
Langs de gehele Rijnloop treffen
wij verhalen over verzonken klok
ken. ja ook in geheel Frankrijk
en Italië. En overal betreft het
een kerkje of een kapel, die door
een watervloed verwoest werd.
Eens lag hier, dus waar nu de
Klokkewaai is, het totaal verdwe
nen dorpje Verhuizen. Er ston
den het oude slot Aspremont en
een kleine kerk. Niets is er van
overgebleven. Een verschrikke
lijke ramp spoelde het dorpje
van de aardbodem weg. Al die
per en dieper zonk het kerkje
aan de dijk weg in de vloed. De
toren verdween tenslotte ook on
der het wateroppervlak. En
wie er oren voor heeft hoort de
klok beneden in het diepe wiel
luiden. En op zulke stille dagen
als nu zou het kunnen gebeuren...
nou ja, zoals ik al zei, als je oren
hebt voor de ritselingen van het
verleden, 'k Heb eens bij de
Klokkewaai gestaan toen er een
storm over de uiterwaarden aan
kwam loeien. Die bulderde door
de toppen van de populieren en
dat was machtig en groots. Zelfs
de zware bas van de Paulusklok
in de Cuneratoren zou daar niet
boven uit gekomen zijn. Laat
staan dan die ijle klokkeklank,
die als een huivering uit de ge
schiedenis van de mensheid tot
ons moet komen. En toch is het
of dit plekje je vast houdt. Ook
nu, als het wintert in de Betuwe-
dreven. Oh, en er is nog zo veel
meer. Er komt een witte dame
op bezoek die op zoek is naar
haar graf, dat ook al in het wiel
verzonken ligt. En het hollende
paard, dat onheilsdier, dat rond
spookt rond deze plek. Ach ja, al
lemaal thema's die in al die sagen
rond plekken, waar zich treurige
tonelen hebben afgespeeld, veel
vuldig verkeren, verdichtsels
uit de vergleden tijd. 's Avonds
worden die verhalen nog wel eens
verteld, maar de jeugd van nu
lacht er om. Of... zit in die lach
nog niet net dat beetje angst voor
het onzekere, voor dat wat de toe
komst zal brengen. In het heden
ligt het verleden al besloten en
de rest is als een sneeuwvlucht.
Je weet niet waar zo'n sneeuw
vlok zal belanden en allemaal bij
elkaar ontnemen ze je het zicht.
En als je de toekomst niet .weet
dan is het echt niet erg hier bij
de Klokkewaai wat te mijmeren
over het verleden, 't Is er wel
wat te koud voor nu, hoor ik zeg
gen. Is ook wel zo Maar zo even
in de stilte je gedachten op nul
zetten kan rust en vrede schen
ken. 'k Was er eens met een
mens die dag en nacht met zijn
zakelijke besognes bezik is. „Dat
zo iets nog bestaat in ons land",
zei die man, „dat doen we nog
eens over".
Het was op een fijne zomermid
dag en er "hing onder de groene
populieren van dat zachte, ge
zeefde licht en het wiel was als
een aquamarijn, gezet in een ring
van puur goud, zo rijk bloeiden
de botergele bloemen van de wa
tergentianen, die tegen de riet
kraag groeiden en zo een meters-
brede krans vormden. En nu is
er alleen de okerkleurige riet
kraag en rond ons het machtige
woud van kaarsrechte populieren.
En de hemel daarboven, nu eens
zo'n echte winterlucht, zwaar en
dreigend, en dan weer licht met
speelse wolkendrift. En op de ach
tergrond onze stoere watermolen
romp met haar ranke wieken-
kwartet. Een pastoraal juweeltje,
die Klokkewaai bij Lienden, waar
de natuur zich zelf bleef, 't Is
een plekje waarvan de bekende
Hilversum zou zeggen: „Dit is
radiodominee H. L. Broer uit
dan nog een stukje van Gods
eigen land. 'Hoe zinvol!
Ie moet nu ook eens naar de
Tollenberg gaan. Daar lig
gen de velden met Nederlands
zeldzaamste plant, de Typha glan-
ca, waarover de wereld van de
floristen zo verbaasd geweest is.
Ze hebben deze wondere krui
sing tussen de grote- en de kleine
lisdodde ook binnen gehaald in
het Rijksherbarium te Leiden.
Ze maken er zelfs grapjes over.
Als iemand naar het herbarium
exemplaar vraagt zeggen ze:
„Oh, maar die staat om de hoek
in de paraplubak". 't Is met deze
plant als met de boer die stom
verbaasd bij Ouwehand langs de
nek van de giraffe stond te glu
ren naar het kleine kopje. Vol
onbegrip schudde hij het hoofd
als droomde hij. „Neen", zo was
zijn commentaar", zukke beesten
bestaon d'r niet". Een prof. in
Leiden noemt de plant, die mis
schien wel Liendens grÖotste roem
is, heel toepasselijk Typha Chur-
cillianus. U snapt de „fijne nuan
ce" al wel hè; naar de reusachti
ge sigaren die de grote staats
man altijd tussen de lippen had
hangen. Het is nu in de win
ter dus een wonderlijk gezicht.
Alle prachtig reebruine, soms
wel een halve meter lange bloei-
kolven zitten nog aan de lange
bloeistengels Die van de grote
en van de kleine hebben hun zaad
pluis al lang met de wind op reis
gestuurd. Soms naar héél verre
streken. Maar onze glanca doet
dat niet De plant is totaal on
vruchtbaar Zo iets komt bij bas
taarden in de plantenwereld meer
voor. En zo komt het dat het
zaadpluis blijft zitten waar het
zit. 't Is een wonderlijk en on
verwacht gezicht in de wintertijd.
U mag dat echt wel eens gaan
bekijken hoor.
De baron is een vriendelijk
man en hij komt maar zelden op
de Tollenburg. Boer Van Eist
jaagt u er ook niet weg. Ze weten
wel, dat het alleen maar om te
kijken is. En dan moet u dat fijne
laantje naar de grote weg eens
aflopen. Over de brede sloot aan
de linkerkant ligt een bosje van
laag akkermaalshout en daarin
staan wat kardinaalsmutsen.
Mutsjes dan hoor. Maar als u die
karmozijnrode vruchtjes ziet han
gen dan zegt u beslist: „Goeie
mensen, wat hebben de mensen
die volksnaam toch fantastisch ge
kozen". 't Is dan ook precies een
miniatuur baretje van zo'n in het
kardinaalsrood gaande hoogwaar
digheidsbekleder. Wondermooi
nietwaar. En die struiken zitten
er afgeladen vol mee. Zelden zul
je nu nog aan draadjes de feloran-
je zaden zien bengelen. De me
rels zijn er gek op. En het kan
heel goed zijn dat één keer een
vogel in dat bosje een nog kiem-
krachtig zaadje heeft npu ja
u weet wel. Zo gaat dat in de na
tuur 'k Heb in dat bosje eens een
vijftigtal pestvogels bezig ge-
gezien op de bessen van de Gel
derse roos. De merels moeten
daar niks van hebben. Zeker erg
wrang. Maar daar trekken de
pestvogels zich blijkbaar weinig
van aan. Wat een vogel in dat
bosje gepresteerd moet hebben
met één keer zo'n doodenkel zaad
je van de kardinaalsmuts, dat
moet trouwens ook eens door de
wind met één enkel gekruist
Typha-zaadje in de Oude Rijns
trang gebeurd zijn. Miriarden lis
doddezaadjes vliegen als para
chuutjes jaar in, jaar uit over de
wereld. En maar ééntje was er
nodig om deze zeldzame lisdodde-
velden in het leven te roepen. Zó
geweldig groots is in de natuur
zelfs nog het nietigste wat te be
denken is: een vreemdsoortig
oliepetroliezaadje, om 't dan maar
eens op z'n Veens te zeggen. Ik
verwonder mij daarover telkens
als ik er kom.
|~|ie plek bij de Tollenburg is
ook nog een landschappelijk
juweeltje. Wat zo geweldig mooi
is? Als je in de richting van Lien
den kijkt en de robuste torenko
los van de Hervormde kerk door
het ontbladerde takkengewriemel
ziet schemeren. Dan toch is het
rivierenland op z'n mooist in de
winter. Een hartstikke fijn land
waarop je nooit komt uitgekeken.
Hoort u wel? Het dwingt je tot
kijken! Kijken naar de waterhoen
tjes in de opengehouden water
gang. Kijken naar de winterko
ning die de geschoren haag om
de hof inspecteert. Kijken naar
de zwartgerokte merels langs de
slootkant. Kijken naar de buizer-
den die boven de weilanden rond
cirkelen. Kijken naar de glim
mend omgelegde akkers. Te veel
om naar te kijken in één keer.
Wij komen weer terug naar het
vredige Betuwse land. Je behoeft
de brug maar over te gaan en je
zit midden in de natuurwonderen.
Op een mooie winterdag fiets je
van Veenendaal in een half uur
er heen. En dan neemt de stilte je
in haar beschermende armen.
Want oh, hoe kan een mens toch
snakken naar een stil moment
onder de hoge hemelkoepel. Ook
nu als het wintert in de Betuwse
dreven, ja méér nog nu schenkt
het ons deze momenten van in
tense rust.
Veenendaal en directe omgeving
mag dan bekend zijn als de plaats
waar de beste kwaliteit boerenkool
groeit, in Rhenen kan men er ook
wat van. Onze fotograaf trof deze
week een Rhenense jongeman
aan, die op de bagagedrager van
zijn fiets een klein veldje van dit
voor deze tijd van het jaar zo
typische mensen- en konijnenvoer
transporteerde. Nu moet men al
erg prozaïsch aangelegd zijn
om de romantiek te zien in deze
groenberg. Zelfs de meest ver
stokte liefhebber van deze winter-
kost zal dat moeilijk kunnen op
brengen. Onze fotograaf zag er
toch wel een opname in.
Hallo jongens en meisjes,
Ik heb een heel onplezierige
mededeling. De capsulesactie
moet helaas gestopt worden, om
dat de inrichting in Arnhem,
waar wij deze capsules altijd
naar toe stuurden opgeheven is.
Ik heb in ons kantoor nog een
grote zak vol staan en ik zal pro
beren of deze nog voor een an
der doel gebruikt kan worden.
Eenvoudig is dit niet, omdat de
laatste tijd de capsules steeds
minder waard werden.
Ik wil jullie vragen, voorlopig
geen capsules, zilverpapier en
dergelijke meer te brengen. Mis
schien kunnen we spoedig weer
een andere actie organiseren,
maar daar horen jullie nog meer
van. Ik weet, dat dit een teleur
stelling is, maar ik kan er ook
niets aan doen. Allen, die in de
loop van de jaren trouw capsules
verzameld hebben, wil ik nog
eens hartelijk danken. Ik reken
op jullie, indien er weer een nieu
we actie komt.
Onze jarigen van de volgende
week zijn: zondag 27 november
Bertil Verseput, maandag 28 no
vember Betty Klumpenaar uit
Eist en Kees van Baaren, dins
dag 29 november Ria van Leeu
wen, Ineke Smit en Jan van Dijk,
woensdag 30 november Ronald
van Leeuwen uit Eist en Jeanette
van Koten, donderdag 1 decem
ber Alie van Dam uit Eist, Joke
van de Wetering en Jan Vendelo,
yrjjdag 2 december Lientje Boon,
Siem Katz, Willy Bosboom en
Aleida Bulsink, zaterdag 3 de
cember Eric Schrijver, Nico Bos
man, Jan van Donkelaar uit
Ederveen en Mieke ter Hoeven.
Alle jarigen feliciteer ik heel
hartelijk en wens hun een pretti
ge dag toe. Nog vele jaren.
TANTE JOS
Jgerst even een kleine rechtzetting: probleem
8 was fout geplaatst; daarom volgt hier
dit probleem nogmaals: zw.: 2, 7, 10, 1921,
26, 30, 40; w.: 28, 29, 31, 36, 37, 39, 41, 43, 50.
Wegens een fout herplaatsen we ook probleem
16: zw.: 1. 6, 8. 9. 11. 13. 16, 19, 25, 37, 40;
w.: 17, 21, 22, 27, 29, 32—34, 36, 41, 45. (Deze
rubriek en die van verleden week zijn ver
wisseld, maar dat maakt natuurlijk niet
veel uit).
Hierbij de derde serie problemen van onze
eerste oploswedstrijd:
11. H. J. v. d. Holst:
WW-
Wé
Wé
ééy/y/,
■V,
4Ê'
46 47 48 49 50
zw.: 7, 8, 10, 17, 21, 36, 40; w.: 20, 24, 29, 32,
33, 41, 49.
12. Zw.: 13—16, 19, 22, 25, 28, 31, 37; w.:
21. 26, 34, 35, 38, 39, 43, 46, 48, 49, H. J. v. d.
Holst.
13. Zw.: 6, 8, 10, 27, 35. 40; w.: 17, 19, 37,
38, 41, 44, L. de Rooij.
14. Zw.: 1, 2, 9, 10, 13, 20, 22, 24, 26, 34;
w.: 11. 12, 16, 17, 28, 31, 33. 35, 37, 41.
Het moeilijkste gedeelte van dit probleem
ljjkt ons het eindspel te zijn. Dat bekende, maar
steeds weer moeilijke eindspel schenken we u
echter: u behoeft het niet te noteren.
15. H. J. v. d. Holst:
1 2 3 4 6
|n Tsjecho-Slowakije is de jeugd evenzeer in
opmars als in vele andere Oosteuropese
staten. De positie van Pachman en Filip,
beiden al ruim vijftien jaar behorend tot de
sterke grootmeesterklasse, is weliswaar nog
niet aan het wankelen gebracht, maar de
concurrentie is in sterke mate toegenomen.
Vlastimil Hort mag thans reeds als van de
zelfde klasse worden beschouwd en het duurt
wellicht niet lang meer of de jonge Kavalek
gaat zich eveneens bij de topgroep aansluiten.
Kavalek heeft in Den Haag onlangs een derde
plaats veroverd en zich daardoor toegang tot
het interzonale toernooi verschaft.
De jonge Tsjech is een voortreffelijk tacticus
en heeft een goed gevoel voor de opbouw van
de partij.
Hieronder ziet men hem in actie tegen de
Spanjaard Garcia er is ook een Argentijn
en een Cubaan met dezelfde naam! die hQ
binnen vijf en twintig zetten weet te over
meesteren.
Wit: KAVALEK Zwart: GARCIA
FIDE-zonetoernooi 1966, Den Haag.
Knnings-Indisch.
1. c2c4, Pg6— f6 2. Pblc3, d7—d6 3.
d2d4, e7e5 Als wit nu ruilt ontstaan
Oudindische varianten) 4. Pglf3 (Wit houdt
liever de dames op het bord en zo ontstaan
normale Koningsindische overgangen) 4.
Pb8d7 5. e2—e4, g7—g6 6. g2—g3, Lf8—g7
7. Lfl—g2, 0—0 8. 0—0, c7—c6 9. Tal—bl
(Deze zet haalt het effect uit de zwarte acties
met 9. Db6 of 9. Da5) 9. Tf8—e8 10.
h2h3, e5xd4 11. Pf3xd4, Pd7-b6? (Niet goed.
De voorkeur verdient 11. ...Pc5 12. Tel, a5
enz.) 12. b2—b3, d6—d5 13. c4xd5, c6xd5 14.
c4c5, Pf6e4 (Na 14. ...Pbd7 15. b4 staat wit
uitstekend) 15. Pc3xe4, d5xe4 16. Pd4—b5,
Pb6d5 (Na 16. ...Pd7 17. Pd6 heeft wit een
dubbele aanval op e8 en e4) 17. Lelb2,
Lg7xb2 18. Tblxb2, Dd8—f6 (Het is wel dui
delijk dat zwart het erg moeilijk heeft) 19.
Tb2d2, Df6a6 (Onmogelijk is 19. ...PcS
wegens 20. Dal) 20. Pb5d6, Pd5c3 (Nog
een poging om in troebel water te vissen. Wit
maakt echter korte metten).
Wm.
'óm/A
W///,
Ww,
'yy///,
wb
WW,
wW,
Wé?,
vyyyyy//
y/t'
21. Ddl—al!, e4e3 22. Dalxc3, e3xd2 23.
Pd6xe8, Da6xfl+ 24. Lg2xfl en zwart geeft
op daar hg op de mat blijft staan.
46 47 48 49 50
Zw.: 6—8, 12—14, 18, 19, 22, 24, 29; w.: 16,
21, 27. 31—33, 37, 38, 40, 42, 47.
Wilt u het afspel ook even noteren?
Ook bij dit vijftal van het duo De RooijVan
der Holst geldt voor ieder probleem: wit speelt
en wint.
OPLOSSINGEN.
Uit voorgaande rubrieken standen met op
lossingen:
1. Zw.: A. Kuyken: 6—9, 11—14, 16—18,
22—24, 29; w.: J. Cazemier: 25—27, 31—33.
35—40, 42, 45, 48.
Wit had het volgende kunnen spelen: 3530,
33 x 24, 38 x 29, 25—20, 24—19, 32—28, 42—38,
2721, 31 x 2, 2 x 31. In verband met de tijd
liet h(j deze combinatie na.
2. Zw.: A. Schotanus: 4, 9, 14, 17 (47).
W.: J. Cazemier: 20, 23, 25—27, 38.
Zwart gokte op: 38—32? 27—21 (14—19!!)
(4—10) (10—14) (15 x 3).
De vlieger ging niet op; wit speelde 2621.
3. Zw.: D. Dibbets: 3—5, 7, 8, 12, 13, 16,
18—20, 22—24, 29.
W.: 25—27, 31, 32. 35—38, 40,* 43, 45, 48—50,
A. Kalverboer.
Er volgde (2933?) en wit won verrassend
door 25 x 14. (33 x 42) 40—34, 43—38, 35—30,
45—40, 50 x 19, 32—28, 27—21, 31 x 11.
Correspondentie betreffende deze rubriek aan:
P. BERGSMA, telefoon 05660—463, Roorda-
huizum 309.
HORIZONTAAL
1 edel, 5. de geza
menlijke vertering,
10 deel v.h. hoofd, 11
specerij, 13 bedreven,
15 zangstem, 18
wandversiering, 19.
voegwoord, 21. elem.
Selenium, afk., 22.
voor: voorvoegsel, 23.
delfstof, 25. zeevogel,
26. plezier, 27. gras
soort, 30. gewicht,
31. Zweedse munt-
eenh. 32. vroedvrouw
35. gewicht v. dia
manten, afk., 36. in-
sekt, 37. niet dicht,
39. de oudere, afk.
41. rangtelwoord, 43.
artikel, afk. 45. hel
dendicht, 48. niet
vroeg, 50. angst, rat
jetoe, 51. zie 15, 52.
-boom: boom die op
wekkend produkt
voortbrengt, 53.
vorm. v. onderwijs,
54. gulden, afk. 56.
lengtemaat, afk. 58.
bunzing (O. Ned),
59. afgewezen wor
den, 62. 4 zangers of
musici, 64. vriend v.
Cicero, schrijver, 65.
papegaai, 66. stad in
Drenthe, 67. vaal.
VERTICAAL
2. deel v.h. hoofd, 3.
dienaar vJi. gerecht,
4. Ierland, 5. verlaag
de g (muziek), 6. hel
dendicht, 7. sluwe, 8.
ressort v.d. rechtbank
afk., 9. vaderlands
vriend, 12. produkt v.
schelpdier, 13. deel
v.e. vleugel, 14. bloem
16. maand, 17. klaar
blijkelijk, 20. snee
(koek), 24. spreek-
geluid, 26. werkeen
heid, afk. 28. boom,
29. eiland i.d. Middell.
Zee, 33. behoeftig, 34.
boom, 35. eenheid van
diamantgew. 38. vet,
39. onderbrengen, 40.
machine, 42. knol
(tuinbouw) 44 avond
receptie a.h. hof, 46.
-graaf: vorstelijke ti
tel (DteL), 47. stoom
schip afk., 49. f(jn
beleid, 54. glazen em
ballage, 55. zie 7 vert.
56. neteldier, 57. ge
rucht, tijding, 60.
meisjesnaam, 61.
kloosterzuster, 63.
knaagdier.
.ONDER REDACTIE VAN
ONDERREDACTIE VAN