Het was toch waar Sint-Nicolaas-kruiswoordpuzzel Om kort te gaan Brandewijn van Beenklachten Babypost Tricot De lekkerste cola mét is cola met brandewijn een St. Nicolaasverhaal voor de jeugd door GERTIE EVENHUIS Ur was eens een jongen die op 5 december naar zijn kamertje werd gestuurd. Dat kun je nu wel zielig vinden. Maar hij had met zijn kleine broer Andreas slaande ruzie gekregen over de vraag wié de deur mocht openen als St. Nicolaas zou bellen. Tenslotte mocht Andreas het. „Altijd jij, hé," had Frank woedend gesist. „Pfff! Sinterklaas bestaat niet eens! Dat jij daar nou nog al tijd in gelooft!" Het was doodstil ge worden in de kamer. Andreas was stokstijf blijven staan. Nog juist zag Frank zijn bleek gezicht, de wijd open ogen, het bosje hooi in zijn vin gers. Toen greep vaders hand al in zijn kraag. In de deur van zijn kamer hoorde Frank vader zeggen: „Als jij te gróót geworden bent, verdwijn dan maar. 't Kan best zijn dat je gelijk hebt. Maar het is niet verboden Sin terklaas te helpen." Daar zat Frank. Het was nog koud ook. Boos stond hij op, rekte zich op zijn tenen en maakte het dakraampje open. 't Was tussen schemering en duis ternis, en boven de oude binnenstad van Amsterdam verscheen de maan. Boomtoppen, daken, zolderkamertjes en schoorstenen, pijpen en torens la gen toverachtig in dat bleke licht. En alles zag er uit of er van alles kon gebeuren. Er was geen wind, je kon de mensen horen in hun huizen. Iemand rammelde met kopjes. Twee jongens maakten ergens ruzie. Bene den werd op een viool gespeeld. Een meisje lachte, en een baby huilde. In de verte blafte een hond. Ver weg dreunde het verkeer, een tram zong op de rails. En toen Frank hoorde het geklipper van paardehoeven. Er is geen enkel ge luid dat daarop lijkt. Hij hees zich op en loerde uit het raam. „Dat kan niet waar zijn," bromde hij. „Hier rjjdt geen bisschop. Ook geen knecht. Ik zie het toch zeker zelf." Nieuwsgie rig draaide hij zijn hoofd naar beide zijden. Puntdaken, platte daken, was goed, grind, schoorstenen en schadu wen en teevee-antennes. Geen bis schop. Geen knecht. En ook geen paard. Opgelucht trok Frank terug. Toen stootte hij zijn hoofd. Want: Het dakraampje van het huis te genover hem ging knerpend open. Een zwart hoofd verscheen in de kier. Een hand stak voorzichtig iets naar buiten. Frank hield zijn adem in. Door zijn gekierde ogen zag hij, hoe langzaam en plechtig een rode ballon over de daken zweefde, een vrolijk staartje huppelend achter zich aan. Geen geluid was te horen. Toen zag hij de jongen in het raampje. „Psssst!", zei hij zacht. De jongen kromp ineen, trok terug, verscheen opnieuw, en keek gejaagd rond. Het was de kleine Erik van de buren. Frank kende hem van straat. Nu kreeg hij Frank in het vizier. „Pssst!", zei hij, óók zachtjes. Zo staarden die twee elkaar vanuit hun dakramen aan. Ze konden het wit van eikaars ogen zien. „Waarom doe je dat?" fluisterde Frank. Erik keek over zijn schouder, toen deed hij zijn hand voor zijn mond. „Dat zal ik je zeggen," siste hij. „Ikik wou zo graag een dier. Een dier dat van mij alleen is. Zie je, mijn vader heeft zijn scooter. En mijn moeder het kleine kind. Maar i k heb eigenlijk niks." „Zo," antwoordde Frank met een vreemde stem. „Waarom vraag je dan geen hond? Of een schildpad?" „Die krijg ik toch nooit," zei de kleine jongen op stellige toon. „Maar nou heb ik dit briefje aan mijn bal lon gebpnden. Daar staat het op. Sin- tei'klaas móet hier langs komen. Dat kan niet missen hé?" Hij keek Frank plotseling doordringend aan. Hij had pikzwarte ogen en pikzwart haar. Frank slikte. „Nnee," zei hij. „Dat kan niet mis sen. Tenminste „Daarom. Ik heb aan alles gedacht. De wind is uit het noorden, zei het weerbericht. En hij komt uit het zui den. DusHij keek de ballon na die traag wegvoer langs de witte maan. Ergens begon een carillon te spelen, het lied van hoge hoge daken. Erik trok zijn hoofd terug. „Ik moet naar binnen," zei hij. „Jeehje zegt niks hé?" „Ben je gek," mompelde Frank. „Zo komt het toch in orde hé?" vroeg het kind dringend, zijn ogen vol vertrouwen op de grote jongen ge richt. Frank keek hem aan. „Ja," zei hij. „Natuurlijk komt het in orde." En hij trok óók zijn hoofd terug. Op de rand van zijn bed dacht hij na. Het was donker geworden. Het komt in orde, had hij gezegd. Hij móet hier langs komen. Als 't maar waar is, dacht hij plotseling in pa niek. Hij veegde over zijn voorhoofd. Koortsachtig dacht hij na. ,,'t Is niet verboden Sinterklaas te helpen Wie zei dat daar? Als ik maar bij het hok kon komen. Néé. Ik lijk wel gek. Mijn lieve konijntjes". Hij krabbelde in zijn haar. Toen deed hij zijn schoe nen uit. Op zijn sokken sloop hij de trap af. Zorgvuldig vermeed hij de treden die kraakten. Nu de deur Dan een stuk gangDe achter deur De maan veegde een brede streep van licht over het. binnenplaatsje. Frank gluurde naar buiten. Nog één stapNog evenToen onder drukte hij een schreeuw van schrik. Bij de tuinmuur stond een vuurro de gedaante in zichzelf te mompelen. Zijn rug was naar Frank toegekeerd. Die slikte een paar keer. Met zijn tong gleed hij over zijn lippen. Hij hield zijn adem in tot hij haast stikte. Het gemompel werd luider, 't Scheen dat de bisschop moeite had met zijn mijter. Vervolgens schraapte hij zijn keel, trok een klein boekje uit zijn zak en begon hardop iets te repete ren. Frank drukte zich bijna plat in de klimop. Op dat moment draaide St. Ni colaas zich om en verdween keël- schrapend in de gang. Frank aarzel de geen seconde meer. Trillend van opwinding sloop hij naar het hok, maakte het deurtje open, gréép Zelfs met gesloten ogen wist hij wélk van de twee grijze konijntjes hij in zijn koude handen had. Uit de keu ken griste hij het boodschappenmand- je mee. Pas op zijn zolderkamertje bedaarde het geweldig bonken achter zijn ribben wat. Hij werkte snel. En vijf minuten later hing er aan het dakraampje van de buurjongen een mandje. Toen werd er op zijn deur gebonsd. Met een ruk draaide Frank zich om. Zou hetzou datMaar het was moeder. „Kom gauw beneden," zei ze met haar zachte stem. „Vader moest even weg, toevallig. En er moet toch een man zijn. Als er 'ns gebeld wordt Beneden in de kamer zat zijn broer tje, de handen op de knieën, de ogen groot, twee rode plekken op zijn wan gen. Toen hij Frank zag zei hij met een veel te hoge stem: „Spannend he?" „Nou!", zei Frank. Hij keek om zich heen. Toen fluisterde hij: „An dreas. Het is toch waar hoor. Ik heb hem zelf gezien!" Hij zag hoe een brede glimlach zich op Andreas gezichtje uitbreidde. En hij voelde zijn hart warm worden. Moeder ging de kamer uit. En voor dat de jongens eigenlijk beseften dat er gebeld was stapte St. Nicolaas naar binnen. Die schraapte zijn keel en zei: ,,Zó, zó, zó, zó, zó. zó!" Zes keer. Op dat ogenblik ging de bel wéér. Krijsend en over elkaar heen vallend van plezier renden de broers naar de deur. Op de stoep stond het jongetje van de buren. „Laat me door," zei hij gejaagd. „Ik zag dat hij bij jullie binnenging. Ik wil hem bedanken. Kijk 'ns, een konijntjeJij zei het wel hé?" Frank zag Andreas van de één naar de ander kijken, stomverbaasd. „Ja hoor," zei hq. „Ik heb het wel ge zegd!" Opgewonden stormden de drie jon getjes naar binnen. Daar zaten moe der en St. Nicolaas koffie te drinken. „Jammer dat vader er nou nog niet is," zei Andreas spijtig. „O. die komt zo." zei Sinterklaas. „Daareven zag ik hem nog. We zul len alvast maar beginnen!" I/Ylor deze donkere dagen met lange avonden, die ons nog scheiden van het heer- lijk avondje", vandaag een Sint-Nicolaas-kruiswoordpuzzel. Een hele kluif, maar de ras-echte kruiswoord puzzelaars zullen er wel een paar genoeglijke uurtjes aan kunnen beleven. Wie er uitgekomen is, kan zijn oplossing sturen naar de redactie van ons blad, waar vijf prijsjes in de vorm van vijf boekenbonnen klaar liggen. Inzendingen uiter lijk dinsdagmorgen a.s. in onze brievenbus. Horizontaal: 1. deel van Nederland; 6. deel van uurwerk; 11. uitroep; 12. meisjesnaam; 14. begrip; 15. jon gensnaam: 17. voorzetsel; 18. vruchtbare plaats; 20. beletsel; 22. verstand; 24 inhoudsmaat (afk.); 26. hijswerk tuig; 28. afgodisch; 29. bestuurder; 32. hard lopen; 34. vorm van mogen; 35. muziekinstrument; 37. rap; 39. water in Friesland; 40. wapen; 42. dubbelklank; 43. bindmiddel; 45. gesloten; 46. telwoord; 48 rangtelwoord; 51. heidemeertje; 52. meisjesnaam; 54. waterkering; 56. boos; 57. deel van effect; 59. plaats in Noord-Brabant; 60. Sinterklaaslekkernij; 62. vrucht; 64. baan voor balspel; 65. aanzien; 66. plaats in Japan; 69. bloem; 72. boom; 73. de oudere (afk.); 74. titel (afk.); 76. jong dier; 77. als volgt (afk.); 78. wiel; 79. dwaas; 81. deel van Amerika; 82. langwerpig ronde; 83. plaats in Israël; 84. meisjesnaam; 85. koeiemaag; 86. vreemde munt; 87. voorzetsel; 89. regel; 91. ten laatste (afk.) 92. grondtoon; 93. deel van de kachel; 95. vaartuig; 97. etensrest; 98. watering; 99. edelgrootachtbaar (afk.); 100. bouwval: 103. St.-Nicolaaslekkernij; 110. na enige tijd; 113. rivier in Frankrijk; 115. verhoogde loon; 116. tot nader order (afk.) 117. eenvoudig; 118. zelfkant; 119. kou de; 122. ongerijmd; 124. jongensnaam; 126. plaats in Oost-Europa; 128. Chinese maat; 129 langzaam; 132. familielid; 133. plaats in Duitsland; 134. eenheid van diamantgewicht; 137. Eng. voegwoord; 138. stofnaam; 140. keerkringlanden; 142. land in Europa; 143. onderzoek naar het gehalte van zilveren en gouden voorwer pen; 145. afstandsmaat (afk.); 146. nobel; 148. een zekere; 149. mestvocht; 151. klaar: 152. eikeschors; 154. jongensnaam; 156. meisjesnaam: 158. plaats in Duitsland: 160. land in Azië; 161. niet hetzelfde. Verticaal: 1. lidwoord; 2. afvoerbuis; 3. muurholte; 4. vervoermiddel; 5. titel (afk.); 6. of dergelijke (afk.); 7. dure bontsoort; 8. soort hert: 9. bouwmateriaal; 10. meisjesnaam; 13. geur; 14. volkomen ontwikkeld insekt; 17. zoals de akten getuigen (lat. afk.); 19. eenzaam; 2.1. herkauwer; 23. overmoedig; 25. laatste nieuws (afk.); 26. bergruimte: 27. cilinder; 30. verlaagde toon; 31. geluid: 33. Europese Economische Gemeenschap (afk.); 36. stoot; 38. rekening; 40. geleerd: 41. wrede keizer; 44. gindse: 46. juiste gewicht; 47. plaats in Gelderland; 49. ik (lat.); 50. vermindering van het gewicht van goederen voor emballage; 53. bestaat; 55. pers. vnw.; 56. meisjesnaam: 58. Frans lidwoord; 59. geneesheer; 60. bloem; 61. beletten voort te gaan; 63. vluchtheuvel; 67. familielid: 68. titel (afk.); 70. windrichting (afk.); 71. boom: 73. ontvangkamer; 75. maand; 78. vogel; 80. meisjesnaam; 84. vogel; 88. Engels bier; 89. berggeel; 90. en anderen (afk.); 93. reeds: 94. putemmer; 96. schrijver; 97. hoofddeksel: 101. melkklier; 102. deel van een Franse ontkenning; 104. vis: 105. oevergewas; 106. vaartuig (afk.); 107. platina (afk.); 108. uniek; 109. elektrisch geladen deeltje; 111. jongensnaam: 112. meer in Amerika; 114. land door water omgeven; 117. strijkmes: 118. boomvrucht: 120. meisjesnaam; 121. diep, steilwandig erosiedal: 123. pl. op de Veluwe; 125. meteorologisch instituut (afk.); 127. stuk stof; 130. gissen; 131. verzoekschrift; 133. lokspijs; 135. serie; 136. takelats in Utrecht; 139. bloem; 141. godsdienst (afk.); 144. klaar; 147. tijdperk; 150. jongensnaam; 153. vogelprodukt; 155. stofmaat; 157. water in-Brabant; 159. vaar tuig (afkorting). Bij een goede oplossing onstaat op de nummers 11 en 16 verticaal een gedeelte uit een bekend St.-Nicolaas- versje. Eén op de vier vrouwen in Neder land lijdt aan een beenkwaal die ver band houdt met een storing in de bloedsomloop door aandoening van de aderen. Dit kan men lezen in het maandblad „Gezondheid en Zieken fonds", dat ook nog weet te melden dat ruim tweeëntwintig procent van de (gezonde) Nederlandse vrouwen aan spataderen lijdt. De overige beenklach ten hebben betrekking op opgezette en kels, ernstige vermoeidheid in de on derbenen en hardnekkig eczeem aan de onderbenen. In Nederland sukkelen zo veel mensen met aandoeningen aan de onderbenen dat zelfs van een volks ziekte moet worden gesproken. kraagloze halslijnen en natuurlijk in het klassieke chemisier-model. Allerlei fantasiekousen kunnen erbij worden ge dragen. Een Amsterdamse uitgeverij geeft sinds kort voorlichting aan jonge moeders via het tijdschrift „Baby- post". Elk gezin in Amsterdam en omgeving waar een baby is geboren krijgt een exemplaar toegezonden van het blad waarin veelsoortige ad viezen voor de babyverzorging in het eerste levensjaar zijn opgenomen. „Babypost" wordt uitgegeven in over leg met de Nederlandse bond voor Moederschapszorg en Kinderhygiëne. Het is de bedoeling dat het versprei dingsgebied in de toekomst wordt uit gebreid tot het hele land. Er komen dan drie uitgaven van het tijdschrift: een eerste die direct na de geboorte van een baby wordt verzonden, een tweede die wordt verstuurd wanneer de baby drie maanden is en nog een derde exemplaar dat de moeder ont vangt wanneer het kind een half jaar oud is. ADVERTENTIE O- Voor de Nederlandse vrouw die in de winter vaak moet zoeken naar een aan vaardbaar compromis tussen warme kleding en modieuze kleren, is het een geluk dat de wintermode ditmaal zo veel aandacht aan tricotjaponnen be steedt. Ze zijn er in allerlei gedaan ten: met „normale" rokken en met mini-rokken, met lange, halflange en korte mouwen, van effen wol met inge- breide patronen, van donkere wol met kleurige dwarsstrepen, met cols en met Hetis'in'om Mispelblom Brandewijn te drin ken uit echte Mispelblomglaasjes. U krijgt er 6 franko thuis als u f 3.50 stort op post giro nr 840.537van Mispelblom te Zutphen.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1966 | | pagina 8