Leven
met
poppen
COSMETICA
voor mannen
Om kort te
gaan
Guido en Felicia van Detb trekken
met hun theater door het hele land
Speelgoed
komt uit
Neurenberg
Twintig jaar
„Openbreken"
In soorten
Variatie
Dubbele bodem
l^ooclLapjt'
en de Hint
Een stormachtige ontwikkeling
waaraan Sint niet voorbij kan
Stormachtig
Welriekend
Denk aan het
handwerkboek
Melk of
een reep
decembermaand geschenkenmaand k december maand k
Na zoveel zoets
Marmelade
Prettig ziek
Smid is vrouwelijk
Vierkant
Kamerbreed bont
Voor zéér dunnen
ZATERDAG J DECEMBER 1966
Guido en Felicia van Deth met enkele
figuren uit hun verhaal „Koning Vip
en de kast".
(Door Gertie Evenhuis)
Zelf ontvangt hij zijn kleine gasten,
die in ongeduldige rijen voor het
huis in de zeer Haagse Nassau Dillen-
burgstraat staan te trappelen, Z.e
brengt hij ze naar hun plaatsen in het
oplopende zaaltje, hun ouders of be
geleiders zorgvuldig naar de zijwanden
rangerend, vanwege 't uitzicht. Een
kleine jongen vóór mij mompelt in 't
halfduister: ,,'t Is hier gestut door
ouders, zie je dat". Plechtig gaan de
gordijnen open. Ervóór staat Guido
van Deth. Hij geeft iedereen de verze
kering dat alles goed zal aflopen en dat
de poppen niet in de zaal kunnen ko
men. En het spel begint. De zaal leeft
intens mee. Er wordt partij gekozen en
onzacht commentaar geleverd.
Later, met Guido en Felicia hele
maal boven in dit verrukkelijke huis
vol merklappen en oude meubelen en
marionetten, thee roerend met antie
ke zilveren lepeltjes, een gesprek.
„Hoe het is begonnen?" Hij lacht
voor zich uit, antwoordt traag: „Ik
denk dat het met mij is gegaan als
met alle beroepspoppenspelers. Op
een dag neem je een pop op je hand
en je begint te spelen. Dat blijft dan
zo, zoiets houdt niet weer op. Het fas
cineert je, met zijn geheimzinnige
mogelijkheden tot expressie, van je
zelf ja, maar van nog zoveel meer.
En als het goed is, selecteren de pop
pen zelf hun bazen."
Zijn vrouw Felicia, klein, levendig
en enthousiast bij alles wat ze doet:
„Weet je nog van dat meisje dat hier
kwam en met een pop begon te spe
len, zo maar? Ze is beroeps gewor
den!" Er zijn er zo'n twintig, hier in
Nederland.
Guido van Deth, Brusselaar van ge
boorte, maar zoals alle Van Deths
met een Nederlandse vrouw ge
trouwd, schreef op de HBS al verha
len en dat doet hij nog. Het was ook
in zijn schooltijd dat hij zijn eerste
pop sneed, vrij traditioneel nog, maar
toch: zijn eigen creatie. Hij liet hem
spelen in een zelf gebouwd theatertje
ten bate van moeders bazaars, van
schoolfeesten en verjaardagen. Eigen
lijk heeft hij nadien nooit iets anders
meer gewild. In 1946 zijn Felicia en
hij in Den Haag hun poppentheater
begonnen.
„Een enorm risico en niet alleen
financieel. In het begin zaten wij op
de gasten te wachten, het waren er
drie of vijf, vrinden van ons die niet
weg durfden blijven." Nu? Driemaal
per week is elke voorstelling uitver
kocht. Je moet tevoren bestellen.
Naar alle plaatsen in het land trek
ken die twee met het verplaatsbaar
theater om voorstellingen te geven
voor kinderen én voor bejaarden,
voor verenigingen en scholieren, voor
doktèrsclubs en plattelandsvrouwen.
Allicht dat de reacties variëren.
„Met kinderen hebben wij altijd on
middellijk contact, verrukkelijk om
mee te werken. Behalve natuurlijk
als je een paar opgeschoten jongens
erbij hebt zitten die zo nodig nog
grappiger moeten zijn. Maar hoe
komt dat? Doordat de moeders zeg
gen: ah jö, daar ben jij toch veel te
groot voor! En dan moet-ie dat toch
bewijzen?"
Hij lacht erom, Guido van Deth. Hij
is een man die totaal onagressief is,
geen enkele behoefte heeft zichzelf te
bewijzen of het „beter" te weten.
Mild en gedulidig is hij doordat hg de
Marieke uit het programma „Oude
Kinderpoëzie" van het Haagse pop
pentheater Guido van Deth.
mensen wel kent en weet hoe geremd
wij reageren op alles wat ons onbe
kend is.
„Een publiek van volwassenen
moet je haast altijd even openbreken.
Er zit bijvoorbeeld op de eerste rij
een dikke man verbeten te kijken: jij
zal knap zijn als je m i j vanavond
aan het lachen krijgt. Waarom-ie dan
komt? Hij zit toch in 't bestuur? Nou
dan! Maar na vijf minuten is hij er
ook in. Je moet gebruik maken van
je technische hulpmiddelen, natuur
lijk."
„Maar 't is wel eens moeilijk hoor.
Die man die zei: mij hoef je niks te
vertellen, vader. Ik woon al vijftig
jaar in Amsterdam en ik heb elke
week de poppenkast op de Dam ge
zien! Hoe kan ik hem dan duidelijk
maken dat dat niet hetzelfde is? Als
je op totaal verschillende golflengten
spreekt? Het is echter gelukt."
„Voor volwassenen hebben wij
uiteraard andere spelen dan voor de
kinderen. Dan kan je de waarheden
het best laten zeggen door de klein
ste, meest weerloze poppenfiguren.
Van hen kunnen de mensen het ver
dragen, zoiets ontwapent van tevo
ren. Het beertje bijvoorbeeld dat over
de domme lakei zegt: hij zal best
aardig zijn hóór, maar door de druk
te mérk je 't haast niet hé?"
Poppen mogen soms wat mensen
wordt kwalijk genomen. „Zelf laat je
je toch ook niet door iedereen alles
zeggen."
„Is het niet dodelijk vermoeiend?"
„Ja, maar we zouden niet anders
kunnen. We hebben eigenlijk zo'n
heerlijk leven, wij doen alleen dingen
die wij fijn vinden," zegt Felicia.
„Zelfs het aanvegen van het zaaltje,
heus geen poëtische bezigheid, doe ik
met plezier."
De poppen kunnen van hout zijn en
van papier-maché, van tricot en van
gaas, en ook van draadwerk, zoals de
allernieuwste poppen. Met deze expe
rimentele poppen werd onlangs nog
de kinderboekenweek geopend.
Ieder bespeelt zijn poppen anders
en Felicia, die Guido's pop heeft ge
hanteerd, zegt angstig „misschien
heb ik de draad verbogen, ik houd
hem anders dan jij."
„De meeste poppen speel je met
drie vingers. Dit nieuwe beertje uit
Tsjechoslowakije echter met vijf,
wat weer een andere techniek vraagt.
Je kunt niet méér dan vier poppen
tegelijk op je toneel hebben om de
eenvoudige reden dat je samen maar
vier handen hebt. Het is ook genoeg
om de dingen uit te drukken. Wij zijn
totaal op elkaar ingesteld. Als wij om
een of andere reden een spel moeten
veranderen, dan kan dat omdat wij
niet meer op de techniek behoeven te
letten. Bij een première is dat natuur
lijk wel even anders! Dan hebben wij
bijvoorbeeld al honderd keer decors
en lichtwisselingen gerepeteerd, nog
los van de technische repetities. Pas
dan gaan we alles mixen, want op de
première moet je 't blind kunnen
doen. Guido is pas een hele week be
zig geweest om een nieuw schakel
bord te monteren."
„Waarom?" „Omdat het me drie
weken kost iemand anders uit te leg
gen hoe het worden moet," zegt hij
laconiek. Hij heeft wel assistenten ge
had. Uit hen zijn ook wel beroepspop
penspelers voortgekomen. Maar als
net goed is, heeft ieder zijn eigen op
vattingen en ideeën. Daarbij komt
nog de vraag of je de poppen wel zo
graag door anderen laat bespelen."
Hij lacht er zelf verontschuldigend
om, doch het is begrijpelijk dat pop
en speler één worden, dat daarom
het geheim van het gave geheel wel
licht ook in deze relatie ligt.
Guido en Felicia van Deth hebben
een zeer gevarieerd programma. Zij
spelen bijbelse verhalen als „Suuske
en het verloren schaap", „Suuske en
zijn ezeltje" en „De vreemdeling",
sprookjes, zoals „De koningsdochter
en de kleine tovenaar" over het ver
antwoordelijkheidsgevoel in elk mens,
verhalen over goed en kwaad als
„Het geheim van de groene hoed" en
ook een echt Vlaams verhaal van de
poesjenellenkelder „Maxime de flori-
val of De driedubbele moord in de
slotkapel".
„Waarom?" „Ach, een beetje ont
spanning, een beetje geluk," zegt
Guido van Deth wat terughoudend,
„dat mag toch wel. De mensen gaan
soms zo geremd, zo vol van zorg, en
zo verbeten door de dagen. Je kunt
een kleine bijdrage leveren ze te ont
spannen, door ze een spiegel voor te
houden zoals ook de sprookjes doen,
die ook een eeuwenoud en wijs com
mentaar op het leven zijn. En ik
merk dat de mensen ontspannen, hoe
hautain ze soms ook binnenkomen,
dat ze de dingen herkennen, zich
identificeren, de lach vinden die be
vrijdt, de verwarring ondergaan van
wat kwaad is. Alles kun je aan de
orde stellen in het poppenspel. Daar
om is het een vergissing te menen
dat zoiets alleen voor kinderen is."
Over het begin van het poppenspel
staat niets op schrift. Toch is het
eeuwenoud, in alle culturen. Vaak
drukte men met poppen begrippen
uit als religie, natuur. Een pop kan
ook de concretisering zijn van goed
heid of geloof, een talisman dus. De
kleine stenen beeldjes uit de Griekse
oudheid zijn nog te zien in Parijs.
Azië heeft een enorme poppentraditie.
De verzameling in Siam is adembe
nemend.
Verder is het opvallend dat het pop
penspel het meest voorkwam in die
landen waar bepaalde groepen van de
bevolking werden onderdrukt, zoals
in België de Vlamingen en in de Bal-
kanlanden, waar eigenlijk nooit echte
vrijheid heeft bestaan. Ook in ons
land is een enorme opleving waar te
nemen. Het komt ook wel door grote
re belangstelling op de scholen, bete
re voorlichting, subsidies van rege
ringszijde.
„Welke verhalen speel je het
liefst?" „Verhalen met een dubbele
bodem." Hij geeft het toe. Verhalen
waarin niet alles met zoveel woor
den wordt uitgesproken, doch waar
in hy wat diep in hem leeft tot uit
drukking kan brengen. Want hij is
- een beminnelijk, intens bescheiden
mens, die pas in het spel zichzelf
kan tonen.
Jaren is hij soms met een nieuw
spel bezig voor het tot leven komt.
Hij gaat mij voor naar andere ver
trekken, waar de nieuwe poppen
staan. Geheimzinnig staan ze op rij
en, afwachtend voor de batterij van
lampen, hun fel gekleurde zijden lap
pen afhangend naar beneden. Uit
kasten naast en achter hen zien hon
derden poppen mij aan, de beroemde
verzameling van Guido en Felicia
van Deth.
Daar zijn poesjenellen uit Vlaar-
deren bij en marionetten uit Siam en
Italië, allerlei soorten wajangpoppen
uit Indonesië, en Oudhollandse Jan
Klaassenpoppen. Er zijn ook schim
men uit Nederland, Spanje en Tur
kije, guignols uit Frankrijk, en pop
petjes uit een oud huistheater. En al
die poppen leiden daar hun eigen le
ven. De wereld van de poppenspeel-
kunst lijkt geheimzinnig voor wie er
buiten staat. Maar het spel van de
poppen, waar de milde humor het
soms macabere omhult, het spel dat
de mensen tot ontspanning brengt,
dat wordt gespeeld door de poppen
speler.
Daarom behoren zij Guido én
Felicia, die precies de goede naam
heeft tot de kunstenaars, zonder
wie wij niet kunnen leven. In onze
grimmige tijd eerst recht niet.
Wanneer Sinterklaas dit weekend
met karrevrachten geschenken over
de daken sluipt, is bij die goede ga
ven veel speelgoed uit de beroemde
Duitse „speelgoedstad" Neuren
berg. Want Sint koopt, naar wij
aannemen, het speelgoed voor Ne
derlandse kindertjes in Nederland
se winkels. En Nederland is de be
langrijkste buitenlandse inkoper op
de jaarlijkse speelgoedbeurs van
Neurenberg, die in 1950 werd ge
sticht en tot de grootste speelgoed
vakbeurs van de wereld is uitge
groeid.
Met meer dan zeshonderd inkoper
staat Nederland, vóór Oostenrijk,
Frankrijk en Zwitserland, aan de top
van de buitenlandse belangstelling.
Uit zestig landen komen de buiten
landse inkopers naar Neurenberg,
waar een kleine twaalfhonderd fir
ma's uit bijna dertig landen hun pro-
dukten tentoonstellen. Zij komen uit
Engeland, Frankrijk, Italië en Neder
land (dat qua deelnemersaantal op de
vierde plaats staat), maar ook uit
Amerika, Canada, Japan, China en
Pakistan, eo uit verscheidene landen
achter het ijzeren gordijn.
Behalve speelgoed worden op de
beurs ook kerstboomversieringen,
scherts- en feestartikelen en klein
goed van riet verkocht. Een belang
rijke plaats neemt tegenwoordig een
afdeling voor modelbouw, hobby en
knutselen in. De eerstvolgende Neu-
renbergse speelgoedbeurs (de acht
tiende) wordt in februari 1967 gehou
den.
(Van onze medewerkster)
Rechtgeaarde mannen plegen wat
kriebelig te worden wanneer
het begrip „schoonheidsverzorging
voor mannen" ter sprake komt.
Toch moeten zij erop rekenen dat
Sinterklaas dit jaar heel wat oogjes
zal wagen aan de „verzorgingspro-
dukten" voor de man en dat de be
langstelling van de goedheiligman
niet beperkt zal blijven tot het tra
ditionele flesje after-shave lotion.
Want de kosmetische industrie is
bezig, een keiharde greep te krijgen
op de verfraaiing van het uiterlijk
schoon van de man.
De stoere mannen die niets van die
onzin moeten hebben zullen zich dan
ook wel even de ogen uitwrijven bij
het vernemen van cijfers over deze
materie: aan cosmetica voor de man
wordt in Nederland, naar ruwe schat
ting, dertig miljoen gulden per jaar
uitgegeven. Van dat bedrag ligt dan
wel ongeveer de helft in de „after
shave sfeer".
Wat het gebruik van kosmetische
middelen betreft halen de heren der
schepping de dames met grote schre
den in, en wel in een dusdanige tem
po dat insiders op dit gebied spreken
over „een stormachtige ontwikke
ling". Op het ogenblik zijn er zeker
honderd verschillende merken aan de
markt die zich met herencosmetica
bezighouden. Daarbij zijn ongeveer
veertig volledige assortimenten („li-
nes", zoals de mensen van het vak
zeggen). Er is dus heel wat onderlin
ge concurrentie, waarbij enkele popu
laire merken die bij alle drogisten en
in zelfbedieningszaken te koop zijn,
aan de kop liggen.
In het kielzog van deze „ijzerster-
ke" produkten ziet men wereldbe
roemde namen varen, die op het
gebied van de cosmetica voor de
vrouw al jarenlang een vertrouwde
klank hebben. Concerns als Eliza
beth Arden, Helena Rubinstein en
het ruim tachtig jaar oude huis
Lenthéric (dat dertig jaar geleden
als eerste cosmetica voor mannen
in Amerika lanceerde) houden zich
intensief bezig met het uitdenken
van nieuwe verzorgingsprodukten
voor de man.
Beroemde modehuizen die door hun
parfums even bekend werden als door
hun kleding, zien eveneens grote kan
sen liggen op het terrein van de
„parfums masculins". De zeer be
minnelijke heer Robert Ricci, presi
dent van het beroemde Parijse cou
ture- en parfumhuis Nina Ricci en
(onder meer) erepresident van de
„Chambre Syndicale de la couture
parisienne", kwam dezer dagen in
hoogst eigen persoon naar Amster
dam om zijn nieuwe eau-de-toilette
voor heren in Nederland te lanceren.
We zijn er (te) laat mee we weten
het. Maar wat zou het mooi geweest
zijn als deze foto u had geïnspireerd tot
het breien van deze moderne versie van
Roodkapje. Warme hoofd- en schouderbe-
ding hebben we in kille winterklimaat
nooit te veel. Had u het eerder geweten
dan had u een van uw dierbaren kunnen
verrassen met zo'n warme poncho die
hoofd en het hele bovenlichaam behaag
lijk kan houden. Het model is van het
Italiaans-Parijse modehuis Simonetta en
werd gebreid uit rode en witte orlonga-
rens, afgezet met een grove, helrode
franje. Een lange rits zorgt aan de voor
zijde voor de sluiting. Als u wilt kunt u
altijd nog aan de slag gaan.
Wie in deze decembermaand zoet
is, krijgt lekkers en dat lekkers is
op zijn beurt meestal ook weer
zoet, zij het dan in een andere
betekenis. De traditie wil nu een
maal dat de zoetigheden in de laat
ste maand van het jaar de boven
toon voeren. Zelfs mensen die an
ders niet talen naar dit soort ver
snaperingen, eten gehoorzaam hun
rantsoentjes banketletters en mar
sepein! Tijdens de huiselijke de-
cemberfeestjes kan al dat zoete
goed eens worden afgewisseld door
een combinatie van hartig en zoet:
gebakken bananen met ham. Pel
dunne bananen en leg elke banaan
op een plak gekookte ham die met
wat mosterd is bestreken. Rol de
ham om de bananen en braad de
rolletjes in wat boter langzaam aan
alle kanten lichtbruin. Leg de ge
bakken bananen op slablaadjes,
druppel er wat tomatenketchup op
en leg er stukjes augurk en tomaat
omheen.
tentoonstelling in een tentoonstelling
dus eigenlijk. Het Oude Hofje is te
vinden in het gebouw Noordeinde 176,
Den Haag. De expositie is geopend
van dinsdags tot en met zaterdags
van 11 tot 17 uur, en op zondagen van
13 tot 17 uur.
Over het ontstaan van het woord
„marmelade" schijnen diverse theo
rieën te bestaan waarvan de volgen
de de meest waarheidsgetrouwe
wordt genoemd:
Toen prinses Mary in 1561 van Ca
lais naar Engeland overstak om tot
koningin van Schotland te worden ge
kroond, was zij zó zeeziek dat haar
(Spaanse) lijfarts een speciaal mid
deltje bereidde om het ongemak te
bestrijden. Het was een melange van
sinaasappelen die zo in de smaak viel
bij de prinses dat zij er later altijd
om vroeg wanneer zij zich ziek voel
de. Haar hovelingen noemden het
brouwsel „mer-malade", in een (iet
wat vrije) Franse vertaling van het
begrip zeeziekte. De tand des tijds
heeft ervoor gezorgd dat „mermala-
de" tot „marmelade" werd. Al zou
dus volgens dit verhaal de marmela
de van origine een Spaanse uitvinding
zijn, de Engelsen hebben in ieder ge
val het brouwsel weten te perfectio
neren
In Amerika wordt geëxperimen
teerd met „hotel-ziekenhuizen", in
stellingen waar zieke kinderen met
hun ouders kunnen logeren wan
neer althans het ziektebeeld niet al
te ernstig is. Het kind krijgt er de
zelfde verzorging als in een gewoon
ziekenhuis, maar in een vrolijk
aangeklede en opgewekte omgeving
waar bovendien de aanwezigheid
van de ouders ieder „hospitaal
idee" verjaagt. Daardoor wordt
voorkomen dat het kind door opne
ming in het ziekenhuis een psycho
logische schok krijgt die het gene
zingsproces zou kunnen vertragen.
Tot en met 22 december exposeren
zes Nederlandse edelsmeden in Het
Oude Hofje in Den Haag. Het mis
verstand dat een edelsmid per defini
tie een man moet zijn wordt op deze
tentoonstelling wel grondig uit de we
reld geholpen: vijf van de zes expo
santen zijn vrouwen. Het werk wordt
opgeluisterd door een expositie van
ruwe en geslepen edelstenen: een
Nieuws op paraplugebied: de
vierkante paraplu. De vorm is on
gebruikelijk en de kleuren waarin
deze paraplu (in Frankrijk) in de
handel wordt gebracht zijn al even
opvallend: roze, mauve, violet en
vuurrood. De vierkante paraplu is
er ook in kantpatronen, afgezet met
donkere biezen die van de top naar
de vier hoeken van het regen
scherm lopen.
„Kamerbreed" tapijt is in Neder
land al heel gewoon, maar voor „ka
merbreed" bont moet men (nog)
naar Amerika. Daar verkopen grote
zaken op het gebied van de woning
inrichting kamerbrede vloerbedek
king van echt bont. Er zijn muur tot
muur tapijten van ijsbeerbont die tot
de „bestsellers" op dit gebied beho
ren. Nerstbont wordt ook al toege
past in de woninginrichting; het
schijnt dat welgestelde lieden gaarne
het hoofd laten rusten op een kussen
van nertsbont.
Ruige bontsoorten zijn deze winter
grote mode. Ze worden vaak dwars
verwerkt, niet alleen in mantels
maar ook in blouses die op lange
grofgeweven wollen rokken als après-
skikleding kunnen worden gedragen.
Voor zéér dunne vrouwen, dit „ruige
dwarswerk"!
Ruim vyftig Jaar geleden ver
scheen in Nederland een boek
over de kunst van het handwerken,
dat bij de Nederlandse handwerk
sters dermate in de smaak viel en
zoveel herdrukken beleefde dat de
uitgever over „het klassieke hand
werkboek" spreekt. Van dit boek,
het overbekende „Ik kan handwer
ken" is nu een geheel nieuwe be
werking verschenen.
Inhoud en uiterlijk zijn aan deze
tijd aangepast waarbij beschrijvin
gen van minder gebruikte technieken
zijn bekort of weggelaten. In deze
tiende, vernieuwe en uitgebreide
uitgave is ook het werkje „Lap en
draad" van de handwerkspecialiste
mejuffrouw B. C. Jelles opgenomen.
In de nieuwe vormgeving is het
boek veel overzichtelijker geworden.
„Het Grote Handwerkboek" is een
soort encyclopedie voor handwerk
sters die er niet alleen een berg in
formatie in kunnen vinden, doch ook
tientallen foto's en zeer duidelijke te
keningen.
Na een kort historisch overzicht
van de naaldwerkkunst volgen be
schrijvingen van veelgebruikte tech
nieken als weven, breien en haken
die zowel voor de beginneling als
voor de gevorderde handwerkster
heel wat aanknopingspunten bieden.
Ook minder bekende technieken zoals
kantklossen, filet- of netknoopwerk,
macramé-doorknoopwerk en tapisse
riewerk worden behandeld, evenals
het fraaie ajourwerk waarvan het
„versierend" element elke handwerk-
ster steeds opnieuw weet te boeien.
Vel aandacht is er voor de bewer
king van de zogenaamde „verdeel
de" stoffen, zoals de ruitjesstoffen
die met allerlei siersteekjes en plooi-
effecten kunnen worden versierd. Het
hoofdstuk „kleurige voorbeelden om
zelf te maken" is met prachtige kleu
renfoto's geïllustreerd. Aan de be
langrijke kunst van het afwerken
worden vele bladzijden met duidelijke
tekeningetjes gewijd.
Een handleiding voor het maken
van een lappendeken vormt het laat
ste hoofdstuk van dit fraaie en voor
handwerkstars zeer waardevolle boek,
dat door de Leidse uitgeverij Sijthoff
in een veelkleurige stofomslag wordt
uitgebracht.
Wordt de Nederlandse man die al
tijd hardnekkig heeft vastgehouden
aan het standpunt „aan mijn lijf geen
polonaise", nu ten langen leste toch
nog een verzorgd en welriekend heer
schap? Tegen het eerste is beslist
geen bezwaar, want het punt „li
chaamsverzorging" is in Nederland
nog vaak een achtergebleven gebied!
Tegen het welriekend element zal wel
wat afweer rijzen, en niet alleen van
de kant van de mannen. De Neder
landse vrouw houdt evenmin van een
man die té kwistig is met allerlei
kosmetische geurtjes. Dat levert hem
in ons nuchtere land al gauw het pre
dikaat „verwijfd" op, en geen man
die blij is met dat etiketje.
Dat gevaar willen ook de fabrikan
ten graag omzeilen. Een streven dat
al tot uiting komt in de reclames voor
de nieuwe verzorgingsprodukten
men speculeert op het gevoel voor
exclusiviteit van de aspirant-gebrui
ker, op zijn sportieve inslag, op be
paalde eigenschappen die als „ty-
pisch-mannelijk" worden gezien. He
lena Rubinstein nodigt de heren der
schepping uit, lid te worden van haar
„Men's Club", de naam waaronder
haar produkten worden verkocht. Het
modehuis Ricci geeft zijn serie „Sig-
noricci" (aardige woordspeling!) als
embleem een in klassiek decor gevat
te leeuw („eeuwig symbool van man
nelijke kracht, waardigheid en
moed").
Men streeft naar frisse en vooral
niet zwoele parfumeringen: geuren
van citrus, leer, kruidig hout, basili
cum, iris, muskus, eikenloof. Aan
enkele flesjes van befaamde merken
hebben wij mogen snuffelen en het
moet gezegd worden: de inhoud de
toneert evenmin op de kaptafel van
de vrouw! Althans van die vrouw, die
weet hoe zij zich discreet en toch
aangenaam moet parfumeren. Dat is
een kunst die ook de heren der schep
ping zullen moeten leren: het omgaan
met de fijnzinnige geurtjes die de
kopstukken van de kosmetische indu
strie voor de man hebben uitgedacht.
Voor Sinterklazen die zich op dit
nieuwe terrein nog wat onwennig
bewegen is hier een overzichtje van
wat er aan „cosmetica voor man
nen" te koop is. Naast de traditio
nele lotions voor pre- en after-sha
ve, het gebruikelijke haarwater, de
scheercrèmes en het aerosolscheer-
schuim, zijn er speciale stukken
zeep van harde kwaliteit, soms ge
maakt in „anti-slipvorm", eau-de-
colognes (die ook ter vervanging
van after-shave lotions worden ge
adviseerd), desinfecterende talkpoe
ders met bescheiden geur, heren
shampoos die tevens haarverstevi-
ger zijn, en deodorant-preparaten.
Onderling worden de verschillende
produkten vaak gecombineerd in
speciale geschenkverpakkingen, in
reisverpakkingen met kleine fla
cons, en in etuis van echt of imi
tatieleer.
Cen beker melk of een reep
melkchocolade na schooltijd?
Kinderen geven op zo'n vraag alle
maal hetzelfde antwoord: natuurlijk
de reep chocolade. En onder het
motto „in chocolade zit óók voe
ding" maken veel moeders zich
verder geen kopzorgen over deze
keuze. Dat nu zouden ze echter,
volgens het voorlichtingsbureau
voor de voeding, wél moeten doen.
Want een reep melkchocolade is
wel voedzaam, doch geen vervan
gingsmiddel voor een beker melk.
Een beker melk van 200 gram bevat
6 gram eiwit, 6 gram vet, 9 gram
suiker en 240 mg kalk. In een reep
melkchocolade van 40 gram zit meer
vet en meer suiker (respectievelijk 13
en 20 gram), maar minder eiwit (4
gram) en veel minder kalk (80 mg).
Bovendien bevat melk nog iets meer
vitamine B2 dan melkchocolade. Met
het eiwit en het hoge kalkgehalte
maakt dat de melk tot zo'n belang
rijk voedingsmiddel voor de jeugd.
Een ander rekensommetje van het
voorlichtingsbureau voor de voeding
betreft het zakje chips, tegenwoordig
ook een populair hapje bij de jeugd.
Het is wel een hapje dat rijk is aan
calorieën, want het vetgehalte van
chips kan tussen de 38 en 48 procent
liggen. Honderd gram chips met 40
procent vet leveren ongeveer 550 ca
lorieën. Dat is evenveel als zes tot
acht gekookte aardappelen!