Leven met poppen COSMETICA voor mannen Om kort te gaan Guido en Felicia van Detb trekken met hun theater door het hele land Speelgoed komt uit Neurenberg Twintig jaar „Openbreken" In soorten Variatie Dubbele bodem l^ooclLapjt' en de Hint Een stormachtige ontwikkeling waaraan Sint niet voorbij kan Stormachtig Welriekend Denk aan het handwerkboek Melk of een reep decembermaand geschenkenmaand k december maand k Na zoveel zoets Marmelade Prettig ziek Smid is vrouwelijk Vierkant Kamerbreed bont Voor zéér dunnen ZATERDAG J DECEMBER 1966 Guido en Felicia van Deth met enkele figuren uit hun verhaal „Koning Vip en de kast". (Door Gertie Evenhuis) Zelf ontvangt hij zijn kleine gasten, die in ongeduldige rijen voor het huis in de zeer Haagse Nassau Dillen- burgstraat staan te trappelen, Z.e brengt hij ze naar hun plaatsen in het oplopende zaaltje, hun ouders of be geleiders zorgvuldig naar de zijwanden rangerend, vanwege 't uitzicht. Een kleine jongen vóór mij mompelt in 't halfduister: ,,'t Is hier gestut door ouders, zie je dat". Plechtig gaan de gordijnen open. Ervóór staat Guido van Deth. Hij geeft iedereen de verze kering dat alles goed zal aflopen en dat de poppen niet in de zaal kunnen ko men. En het spel begint. De zaal leeft intens mee. Er wordt partij gekozen en onzacht commentaar geleverd. Later, met Guido en Felicia hele maal boven in dit verrukkelijke huis vol merklappen en oude meubelen en marionetten, thee roerend met antie ke zilveren lepeltjes, een gesprek. „Hoe het is begonnen?" Hij lacht voor zich uit, antwoordt traag: „Ik denk dat het met mij is gegaan als met alle beroepspoppenspelers. Op een dag neem je een pop op je hand en je begint te spelen. Dat blijft dan zo, zoiets houdt niet weer op. Het fas cineert je, met zijn geheimzinnige mogelijkheden tot expressie, van je zelf ja, maar van nog zoveel meer. En als het goed is, selecteren de pop pen zelf hun bazen." Zijn vrouw Felicia, klein, levendig en enthousiast bij alles wat ze doet: „Weet je nog van dat meisje dat hier kwam en met een pop begon te spe len, zo maar? Ze is beroeps gewor den!" Er zijn er zo'n twintig, hier in Nederland. Guido van Deth, Brusselaar van ge boorte, maar zoals alle Van Deths met een Nederlandse vrouw ge trouwd, schreef op de HBS al verha len en dat doet hij nog. Het was ook in zijn schooltijd dat hij zijn eerste pop sneed, vrij traditioneel nog, maar toch: zijn eigen creatie. Hij liet hem spelen in een zelf gebouwd theatertje ten bate van moeders bazaars, van schoolfeesten en verjaardagen. Eigen lijk heeft hij nadien nooit iets anders meer gewild. In 1946 zijn Felicia en hij in Den Haag hun poppentheater begonnen. „Een enorm risico en niet alleen financieel. In het begin zaten wij op de gasten te wachten, het waren er drie of vijf, vrinden van ons die niet weg durfden blijven." Nu? Driemaal per week is elke voorstelling uitver kocht. Je moet tevoren bestellen. Naar alle plaatsen in het land trek ken die twee met het verplaatsbaar theater om voorstellingen te geven voor kinderen én voor bejaarden, voor verenigingen en scholieren, voor doktèrsclubs en plattelandsvrouwen. Allicht dat de reacties variëren. „Met kinderen hebben wij altijd on middellijk contact, verrukkelijk om mee te werken. Behalve natuurlijk als je een paar opgeschoten jongens erbij hebt zitten die zo nodig nog grappiger moeten zijn. Maar hoe komt dat? Doordat de moeders zeg gen: ah jö, daar ben jij toch veel te groot voor! En dan moet-ie dat toch bewijzen?" Hij lacht erom, Guido van Deth. Hij is een man die totaal onagressief is, geen enkele behoefte heeft zichzelf te bewijzen of het „beter" te weten. Mild en gedulidig is hij doordat hg de Marieke uit het programma „Oude Kinderpoëzie" van het Haagse pop pentheater Guido van Deth. mensen wel kent en weet hoe geremd wij reageren op alles wat ons onbe kend is. „Een publiek van volwassenen moet je haast altijd even openbreken. Er zit bijvoorbeeld op de eerste rij een dikke man verbeten te kijken: jij zal knap zijn als je m i j vanavond aan het lachen krijgt. Waarom-ie dan komt? Hij zit toch in 't bestuur? Nou dan! Maar na vijf minuten is hij er ook in. Je moet gebruik maken van je technische hulpmiddelen, natuur lijk." „Maar 't is wel eens moeilijk hoor. Die man die zei: mij hoef je niks te vertellen, vader. Ik woon al vijftig jaar in Amsterdam en ik heb elke week de poppenkast op de Dam ge zien! Hoe kan ik hem dan duidelijk maken dat dat niet hetzelfde is? Als je op totaal verschillende golflengten spreekt? Het is echter gelukt." „Voor volwassenen hebben wij uiteraard andere spelen dan voor de kinderen. Dan kan je de waarheden het best laten zeggen door de klein ste, meest weerloze poppenfiguren. Van hen kunnen de mensen het ver dragen, zoiets ontwapent van tevo ren. Het beertje bijvoorbeeld dat over de domme lakei zegt: hij zal best aardig zijn hóór, maar door de druk te mérk je 't haast niet hé?" Poppen mogen soms wat mensen wordt kwalijk genomen. „Zelf laat je je toch ook niet door iedereen alles zeggen." „Is het niet dodelijk vermoeiend?" „Ja, maar we zouden niet anders kunnen. We hebben eigenlijk zo'n heerlijk leven, wij doen alleen dingen die wij fijn vinden," zegt Felicia. „Zelfs het aanvegen van het zaaltje, heus geen poëtische bezigheid, doe ik met plezier." De poppen kunnen van hout zijn en van papier-maché, van tricot en van gaas, en ook van draadwerk, zoals de allernieuwste poppen. Met deze expe rimentele poppen werd onlangs nog de kinderboekenweek geopend. Ieder bespeelt zijn poppen anders en Felicia, die Guido's pop heeft ge hanteerd, zegt angstig „misschien heb ik de draad verbogen, ik houd hem anders dan jij." „De meeste poppen speel je met drie vingers. Dit nieuwe beertje uit Tsjechoslowakije echter met vijf, wat weer een andere techniek vraagt. Je kunt niet méér dan vier poppen tegelijk op je toneel hebben om de eenvoudige reden dat je samen maar vier handen hebt. Het is ook genoeg om de dingen uit te drukken. Wij zijn totaal op elkaar ingesteld. Als wij om een of andere reden een spel moeten veranderen, dan kan dat omdat wij niet meer op de techniek behoeven te letten. Bij een première is dat natuur lijk wel even anders! Dan hebben wij bijvoorbeeld al honderd keer decors en lichtwisselingen gerepeteerd, nog los van de technische repetities. Pas dan gaan we alles mixen, want op de première moet je 't blind kunnen doen. Guido is pas een hele week be zig geweest om een nieuw schakel bord te monteren." „Waarom?" „Omdat het me drie weken kost iemand anders uit te leg gen hoe het worden moet," zegt hij laconiek. Hij heeft wel assistenten ge had. Uit hen zijn ook wel beroepspop penspelers voortgekomen. Maar als net goed is, heeft ieder zijn eigen op vattingen en ideeën. Daarbij komt nog de vraag of je de poppen wel zo graag door anderen laat bespelen." Hij lacht er zelf verontschuldigend om, doch het is begrijpelijk dat pop en speler één worden, dat daarom het geheim van het gave geheel wel licht ook in deze relatie ligt. Guido en Felicia van Deth hebben een zeer gevarieerd programma. Zij spelen bijbelse verhalen als „Suuske en het verloren schaap", „Suuske en zijn ezeltje" en „De vreemdeling", sprookjes, zoals „De koningsdochter en de kleine tovenaar" over het ver antwoordelijkheidsgevoel in elk mens, verhalen over goed en kwaad als „Het geheim van de groene hoed" en ook een echt Vlaams verhaal van de poesjenellenkelder „Maxime de flori- val of De driedubbele moord in de slotkapel". „Waarom?" „Ach, een beetje ont spanning, een beetje geluk," zegt Guido van Deth wat terughoudend, „dat mag toch wel. De mensen gaan soms zo geremd, zo vol van zorg, en zo verbeten door de dagen. Je kunt een kleine bijdrage leveren ze te ont spannen, door ze een spiegel voor te houden zoals ook de sprookjes doen, die ook een eeuwenoud en wijs com mentaar op het leven zijn. En ik merk dat de mensen ontspannen, hoe hautain ze soms ook binnenkomen, dat ze de dingen herkennen, zich identificeren, de lach vinden die be vrijdt, de verwarring ondergaan van wat kwaad is. Alles kun je aan de orde stellen in het poppenspel. Daar om is het een vergissing te menen dat zoiets alleen voor kinderen is." Over het begin van het poppenspel staat niets op schrift. Toch is het eeuwenoud, in alle culturen. Vaak drukte men met poppen begrippen uit als religie, natuur. Een pop kan ook de concretisering zijn van goed heid of geloof, een talisman dus. De kleine stenen beeldjes uit de Griekse oudheid zijn nog te zien in Parijs. Azië heeft een enorme poppentraditie. De verzameling in Siam is adembe nemend. Verder is het opvallend dat het pop penspel het meest voorkwam in die landen waar bepaalde groepen van de bevolking werden onderdrukt, zoals in België de Vlamingen en in de Bal- kanlanden, waar eigenlijk nooit echte vrijheid heeft bestaan. Ook in ons land is een enorme opleving waar te nemen. Het komt ook wel door grote re belangstelling op de scholen, bete re voorlichting, subsidies van rege ringszijde. „Welke verhalen speel je het liefst?" „Verhalen met een dubbele bodem." Hij geeft het toe. Verhalen waarin niet alles met zoveel woor den wordt uitgesproken, doch waar in hy wat diep in hem leeft tot uit drukking kan brengen. Want hij is - een beminnelijk, intens bescheiden mens, die pas in het spel zichzelf kan tonen. Jaren is hij soms met een nieuw spel bezig voor het tot leven komt. Hij gaat mij voor naar andere ver trekken, waar de nieuwe poppen staan. Geheimzinnig staan ze op rij en, afwachtend voor de batterij van lampen, hun fel gekleurde zijden lap pen afhangend naar beneden. Uit kasten naast en achter hen zien hon derden poppen mij aan, de beroemde verzameling van Guido en Felicia van Deth. Daar zijn poesjenellen uit Vlaar- deren bij en marionetten uit Siam en Italië, allerlei soorten wajangpoppen uit Indonesië, en Oudhollandse Jan Klaassenpoppen. Er zijn ook schim men uit Nederland, Spanje en Tur kije, guignols uit Frankrijk, en pop petjes uit een oud huistheater. En al die poppen leiden daar hun eigen le ven. De wereld van de poppenspeel- kunst lijkt geheimzinnig voor wie er buiten staat. Maar het spel van de poppen, waar de milde humor het soms macabere omhult, het spel dat de mensen tot ontspanning brengt, dat wordt gespeeld door de poppen speler. Daarom behoren zij Guido én Felicia, die precies de goede naam heeft tot de kunstenaars, zonder wie wij niet kunnen leven. In onze grimmige tijd eerst recht niet. Wanneer Sinterklaas dit weekend met karrevrachten geschenken over de daken sluipt, is bij die goede ga ven veel speelgoed uit de beroemde Duitse „speelgoedstad" Neuren berg. Want Sint koopt, naar wij aannemen, het speelgoed voor Ne derlandse kindertjes in Nederland se winkels. En Nederland is de be langrijkste buitenlandse inkoper op de jaarlijkse speelgoedbeurs van Neurenberg, die in 1950 werd ge sticht en tot de grootste speelgoed vakbeurs van de wereld is uitge groeid. Met meer dan zeshonderd inkoper staat Nederland, vóór Oostenrijk, Frankrijk en Zwitserland, aan de top van de buitenlandse belangstelling. Uit zestig landen komen de buiten landse inkopers naar Neurenberg, waar een kleine twaalfhonderd fir ma's uit bijna dertig landen hun pro- dukten tentoonstellen. Zij komen uit Engeland, Frankrijk, Italië en Neder land (dat qua deelnemersaantal op de vierde plaats staat), maar ook uit Amerika, Canada, Japan, China en Pakistan, eo uit verscheidene landen achter het ijzeren gordijn. Behalve speelgoed worden op de beurs ook kerstboomversieringen, scherts- en feestartikelen en klein goed van riet verkocht. Een belang rijke plaats neemt tegenwoordig een afdeling voor modelbouw, hobby en knutselen in. De eerstvolgende Neu- renbergse speelgoedbeurs (de acht tiende) wordt in februari 1967 gehou den. (Van onze medewerkster) Rechtgeaarde mannen plegen wat kriebelig te worden wanneer het begrip „schoonheidsverzorging voor mannen" ter sprake komt. Toch moeten zij erop rekenen dat Sinterklaas dit jaar heel wat oogjes zal wagen aan de „verzorgingspro- dukten" voor de man en dat de be langstelling van de goedheiligman niet beperkt zal blijven tot het tra ditionele flesje after-shave lotion. Want de kosmetische industrie is bezig, een keiharde greep te krijgen op de verfraaiing van het uiterlijk schoon van de man. De stoere mannen die niets van die onzin moeten hebben zullen zich dan ook wel even de ogen uitwrijven bij het vernemen van cijfers over deze materie: aan cosmetica voor de man wordt in Nederland, naar ruwe schat ting, dertig miljoen gulden per jaar uitgegeven. Van dat bedrag ligt dan wel ongeveer de helft in de „after shave sfeer". Wat het gebruik van kosmetische middelen betreft halen de heren der schepping de dames met grote schre den in, en wel in een dusdanige tem po dat insiders op dit gebied spreken over „een stormachtige ontwikke ling". Op het ogenblik zijn er zeker honderd verschillende merken aan de markt die zich met herencosmetica bezighouden. Daarbij zijn ongeveer veertig volledige assortimenten („li- nes", zoals de mensen van het vak zeggen). Er is dus heel wat onderlin ge concurrentie, waarbij enkele popu laire merken die bij alle drogisten en in zelfbedieningszaken te koop zijn, aan de kop liggen. In het kielzog van deze „ijzerster- ke" produkten ziet men wereldbe roemde namen varen, die op het gebied van de cosmetica voor de vrouw al jarenlang een vertrouwde klank hebben. Concerns als Eliza beth Arden, Helena Rubinstein en het ruim tachtig jaar oude huis Lenthéric (dat dertig jaar geleden als eerste cosmetica voor mannen in Amerika lanceerde) houden zich intensief bezig met het uitdenken van nieuwe verzorgingsprodukten voor de man. Beroemde modehuizen die door hun parfums even bekend werden als door hun kleding, zien eveneens grote kan sen liggen op het terrein van de „parfums masculins". De zeer be minnelijke heer Robert Ricci, presi dent van het beroemde Parijse cou ture- en parfumhuis Nina Ricci en (onder meer) erepresident van de „Chambre Syndicale de la couture parisienne", kwam dezer dagen in hoogst eigen persoon naar Amster dam om zijn nieuwe eau-de-toilette voor heren in Nederland te lanceren. We zijn er (te) laat mee we weten het. Maar wat zou het mooi geweest zijn als deze foto u had geïnspireerd tot het breien van deze moderne versie van Roodkapje. Warme hoofd- en schouderbe- ding hebben we in kille winterklimaat nooit te veel. Had u het eerder geweten dan had u een van uw dierbaren kunnen verrassen met zo'n warme poncho die hoofd en het hele bovenlichaam behaag lijk kan houden. Het model is van het Italiaans-Parijse modehuis Simonetta en werd gebreid uit rode en witte orlonga- rens, afgezet met een grove, helrode franje. Een lange rits zorgt aan de voor zijde voor de sluiting. Als u wilt kunt u altijd nog aan de slag gaan. Wie in deze decembermaand zoet is, krijgt lekkers en dat lekkers is op zijn beurt meestal ook weer zoet, zij het dan in een andere betekenis. De traditie wil nu een maal dat de zoetigheden in de laat ste maand van het jaar de boven toon voeren. Zelfs mensen die an ders niet talen naar dit soort ver snaperingen, eten gehoorzaam hun rantsoentjes banketletters en mar sepein! Tijdens de huiselijke de- cemberfeestjes kan al dat zoete goed eens worden afgewisseld door een combinatie van hartig en zoet: gebakken bananen met ham. Pel dunne bananen en leg elke banaan op een plak gekookte ham die met wat mosterd is bestreken. Rol de ham om de bananen en braad de rolletjes in wat boter langzaam aan alle kanten lichtbruin. Leg de ge bakken bananen op slablaadjes, druppel er wat tomatenketchup op en leg er stukjes augurk en tomaat omheen. tentoonstelling in een tentoonstelling dus eigenlijk. Het Oude Hofje is te vinden in het gebouw Noordeinde 176, Den Haag. De expositie is geopend van dinsdags tot en met zaterdags van 11 tot 17 uur, en op zondagen van 13 tot 17 uur. Over het ontstaan van het woord „marmelade" schijnen diverse theo rieën te bestaan waarvan de volgen de de meest waarheidsgetrouwe wordt genoemd: Toen prinses Mary in 1561 van Ca lais naar Engeland overstak om tot koningin van Schotland te worden ge kroond, was zij zó zeeziek dat haar (Spaanse) lijfarts een speciaal mid deltje bereidde om het ongemak te bestrijden. Het was een melange van sinaasappelen die zo in de smaak viel bij de prinses dat zij er later altijd om vroeg wanneer zij zich ziek voel de. Haar hovelingen noemden het brouwsel „mer-malade", in een (iet wat vrije) Franse vertaling van het begrip zeeziekte. De tand des tijds heeft ervoor gezorgd dat „mermala- de" tot „marmelade" werd. Al zou dus volgens dit verhaal de marmela de van origine een Spaanse uitvinding zijn, de Engelsen hebben in ieder ge val het brouwsel weten te perfectio neren In Amerika wordt geëxperimen teerd met „hotel-ziekenhuizen", in stellingen waar zieke kinderen met hun ouders kunnen logeren wan neer althans het ziektebeeld niet al te ernstig is. Het kind krijgt er de zelfde verzorging als in een gewoon ziekenhuis, maar in een vrolijk aangeklede en opgewekte omgeving waar bovendien de aanwezigheid van de ouders ieder „hospitaal idee" verjaagt. Daardoor wordt voorkomen dat het kind door opne ming in het ziekenhuis een psycho logische schok krijgt die het gene zingsproces zou kunnen vertragen. Tot en met 22 december exposeren zes Nederlandse edelsmeden in Het Oude Hofje in Den Haag. Het mis verstand dat een edelsmid per defini tie een man moet zijn wordt op deze tentoonstelling wel grondig uit de we reld geholpen: vijf van de zes expo santen zijn vrouwen. Het werk wordt opgeluisterd door een expositie van ruwe en geslepen edelstenen: een Nieuws op paraplugebied: de vierkante paraplu. De vorm is on gebruikelijk en de kleuren waarin deze paraplu (in Frankrijk) in de handel wordt gebracht zijn al even opvallend: roze, mauve, violet en vuurrood. De vierkante paraplu is er ook in kantpatronen, afgezet met donkere biezen die van de top naar de vier hoeken van het regen scherm lopen. „Kamerbreed" tapijt is in Neder land al heel gewoon, maar voor „ka merbreed" bont moet men (nog) naar Amerika. Daar verkopen grote zaken op het gebied van de woning inrichting kamerbrede vloerbedek king van echt bont. Er zijn muur tot muur tapijten van ijsbeerbont die tot de „bestsellers" op dit gebied beho ren. Nerstbont wordt ook al toege past in de woninginrichting; het schijnt dat welgestelde lieden gaarne het hoofd laten rusten op een kussen van nertsbont. Ruige bontsoorten zijn deze winter grote mode. Ze worden vaak dwars verwerkt, niet alleen in mantels maar ook in blouses die op lange grofgeweven wollen rokken als après- skikleding kunnen worden gedragen. Voor zéér dunne vrouwen, dit „ruige dwarswerk"! Ruim vyftig Jaar geleden ver scheen in Nederland een boek over de kunst van het handwerken, dat bij de Nederlandse handwerk sters dermate in de smaak viel en zoveel herdrukken beleefde dat de uitgever over „het klassieke hand werkboek" spreekt. Van dit boek, het overbekende „Ik kan handwer ken" is nu een geheel nieuwe be werking verschenen. Inhoud en uiterlijk zijn aan deze tijd aangepast waarbij beschrijvin gen van minder gebruikte technieken zijn bekort of weggelaten. In deze tiende, vernieuwe en uitgebreide uitgave is ook het werkje „Lap en draad" van de handwerkspecialiste mejuffrouw B. C. Jelles opgenomen. In de nieuwe vormgeving is het boek veel overzichtelijker geworden. „Het Grote Handwerkboek" is een soort encyclopedie voor handwerk sters die er niet alleen een berg in formatie in kunnen vinden, doch ook tientallen foto's en zeer duidelijke te keningen. Na een kort historisch overzicht van de naaldwerkkunst volgen be schrijvingen van veelgebruikte tech nieken als weven, breien en haken die zowel voor de beginneling als voor de gevorderde handwerkster heel wat aanknopingspunten bieden. Ook minder bekende technieken zoals kantklossen, filet- of netknoopwerk, macramé-doorknoopwerk en tapisse riewerk worden behandeld, evenals het fraaie ajourwerk waarvan het „versierend" element elke handwerk- ster steeds opnieuw weet te boeien. Vel aandacht is er voor de bewer king van de zogenaamde „verdeel de" stoffen, zoals de ruitjesstoffen die met allerlei siersteekjes en plooi- effecten kunnen worden versierd. Het hoofdstuk „kleurige voorbeelden om zelf te maken" is met prachtige kleu renfoto's geïllustreerd. Aan de be langrijke kunst van het afwerken worden vele bladzijden met duidelijke tekeningetjes gewijd. Een handleiding voor het maken van een lappendeken vormt het laat ste hoofdstuk van dit fraaie en voor handwerkstars zeer waardevolle boek, dat door de Leidse uitgeverij Sijthoff in een veelkleurige stofomslag wordt uitgebracht. Wordt de Nederlandse man die al tijd hardnekkig heeft vastgehouden aan het standpunt „aan mijn lijf geen polonaise", nu ten langen leste toch nog een verzorgd en welriekend heer schap? Tegen het eerste is beslist geen bezwaar, want het punt „li chaamsverzorging" is in Nederland nog vaak een achtergebleven gebied! Tegen het welriekend element zal wel wat afweer rijzen, en niet alleen van de kant van de mannen. De Neder landse vrouw houdt evenmin van een man die té kwistig is met allerlei kosmetische geurtjes. Dat levert hem in ons nuchtere land al gauw het pre dikaat „verwijfd" op, en geen man die blij is met dat etiketje. Dat gevaar willen ook de fabrikan ten graag omzeilen. Een streven dat al tot uiting komt in de reclames voor de nieuwe verzorgingsprodukten men speculeert op het gevoel voor exclusiviteit van de aspirant-gebrui ker, op zijn sportieve inslag, op be paalde eigenschappen die als „ty- pisch-mannelijk" worden gezien. He lena Rubinstein nodigt de heren der schepping uit, lid te worden van haar „Men's Club", de naam waaronder haar produkten worden verkocht. Het modehuis Ricci geeft zijn serie „Sig- noricci" (aardige woordspeling!) als embleem een in klassiek decor gevat te leeuw („eeuwig symbool van man nelijke kracht, waardigheid en moed"). Men streeft naar frisse en vooral niet zwoele parfumeringen: geuren van citrus, leer, kruidig hout, basili cum, iris, muskus, eikenloof. Aan enkele flesjes van befaamde merken hebben wij mogen snuffelen en het moet gezegd worden: de inhoud de toneert evenmin op de kaptafel van de vrouw! Althans van die vrouw, die weet hoe zij zich discreet en toch aangenaam moet parfumeren. Dat is een kunst die ook de heren der schep ping zullen moeten leren: het omgaan met de fijnzinnige geurtjes die de kopstukken van de kosmetische indu strie voor de man hebben uitgedacht. Voor Sinterklazen die zich op dit nieuwe terrein nog wat onwennig bewegen is hier een overzichtje van wat er aan „cosmetica voor man nen" te koop is. Naast de traditio nele lotions voor pre- en after-sha ve, het gebruikelijke haarwater, de scheercrèmes en het aerosolscheer- schuim, zijn er speciale stukken zeep van harde kwaliteit, soms ge maakt in „anti-slipvorm", eau-de- colognes (die ook ter vervanging van after-shave lotions worden ge adviseerd), desinfecterende talkpoe ders met bescheiden geur, heren shampoos die tevens haarverstevi- ger zijn, en deodorant-preparaten. Onderling worden de verschillende produkten vaak gecombineerd in speciale geschenkverpakkingen, in reisverpakkingen met kleine fla cons, en in etuis van echt of imi tatieleer. Cen beker melk of een reep melkchocolade na schooltijd? Kinderen geven op zo'n vraag alle maal hetzelfde antwoord: natuurlijk de reep chocolade. En onder het motto „in chocolade zit óók voe ding" maken veel moeders zich verder geen kopzorgen over deze keuze. Dat nu zouden ze echter, volgens het voorlichtingsbureau voor de voeding, wél moeten doen. Want een reep melkchocolade is wel voedzaam, doch geen vervan gingsmiddel voor een beker melk. Een beker melk van 200 gram bevat 6 gram eiwit, 6 gram vet, 9 gram suiker en 240 mg kalk. In een reep melkchocolade van 40 gram zit meer vet en meer suiker (respectievelijk 13 en 20 gram), maar minder eiwit (4 gram) en veel minder kalk (80 mg). Bovendien bevat melk nog iets meer vitamine B2 dan melkchocolade. Met het eiwit en het hoge kalkgehalte maakt dat de melk tot zo'n belang rijk voedingsmiddel voor de jeugd. Een ander rekensommetje van het voorlichtingsbureau voor de voeding betreft het zakje chips, tegenwoordig ook een populair hapje bij de jeugd. Het is wel een hapje dat rijk is aan calorieën, want het vetgehalte van chips kan tussen de 38 en 48 procent liggen. Honderd gram chips met 40 procent vet leveren ongeveer 550 ca lorieën. Dat is evenveel als zes tot acht gekookte aardappelen!

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1966 | | pagina 10