Zo maak je 'n leuke surprise
Dierentaal
ontraadseld
De 20 problemen Voor fijnproevers
Grote puzze
pp
m
hp
KUNST IN TOEGEPASTE VORM
Als 't maar leuk is
1500 aanvragen om
een vijgeblaadje
Sinterklaasfeest
w
8
8
8
8
{ff
8
8
8
8
8
fH
8
8
8
8
8
H
nn
8
Üf
8
8
8
8
8
J1
Oplossing puzzel
vorige week
H
11
ill
8
fffH
Bi
II
8 JU
gg
i
i
Pi
m
'fi
s
P
Boekomslagen
m,
-MZ
Wk
'/KV//
Wh
M,
Wh
wh
m
i. Klein Willink maakt
grafische ontwerpen
Een van de beroepen, waarin
kunst niet alleen om de kunst
zelf wordt beoefend, maar pri
mair in toegepaste vorm, is dat
van grafisch ontwerp(st)er. De
meesten die dit werk doen, ze
ker tachtig procent, vindt men
in het westen, waar ook de
meeste reclame- en publiciteits
bureaus zijn gevestigd. Maar
ook in Apeldoorn o.a. wonen
er enkelen, zoals mej. Ank M.
Klein Willink aan de Koningin
nel aan. die een van de jongsten
is.
Mej. Klein Willink werd op
Java geboren, in het vre
dige plaatsje Pengalengan, waar
haar vader planter was. Maar al
na luttele maanden werd de vre
de verstoord: de „Jappen" kwa
men en zij interneerden het ge-
sin. Pas vier jaar later werden
haar moeder en zij vader was
inmiddels overleden weer In
vrijheid gesteld. Na een paar jaar
in Nederland te hebben gewoond,
reisden ze opnieuw naar Indone
sië, maar reeds in 1950 leek het
raadzaam naar Nederland terug
te keren en nu definitief.
„Na mijn middelbare opleiding
bezocht ik de Academie voor
beeldende kunsten in Breda," al
dus mej. Klein Willink. „De op
leiding voor grafisch ontwerpster
die vier jaar duurde en nu tot
vijf jaar is uitgebreid, omvat ver
scheidene vakken als reclame-
psychologie, kunstgeschiedenis,
kennis van de typografie, fotogra
fie, lay-out en calligrafie en is ge
richt op de creativiteit ten be
hoeve van het reclamevak. Om
dat evenwel het accent op de toe
gepaste kunst valt, is de bena
ming grafisch ontwerpster beter
dan reclameontwerpster".
Ongeveer een jaar geleden is
mej. Klein Willink met haar werk
begonnen. Haar moeder, die Apel-
doornse van origine is, besloot
naar haar geboorteplaats terug te
keren. De woning aan de Konin-
ginnelaan bood ook voldoende
ruimte voor het werk van mej.
Klein Willink, die al met verschil
lende personen en bedrijven in
contact is gekomen.
„Via de beroepengids kwam
men naar mij toe',, vertelde ze.
„Maar niet iedereen bleek pre
cies te weten wat mijn werk om
vat. Zo werd me al eens ge
vraagd, of ik soms cliché's maak.
Weer anderen denken dat het een
woest geklodder met verf is."
naam niet achter iets, waarmee
ik het totaal oneens ben.
Ik werk nu onder meer voor
een papierfabriek, een drukkerij
en een uitgeverij. Deze week
moet ik nog een heel tijdschrift
„in elkaar draaien". Het is een
nog vrij nieuwe uitgeverij. Het
prettige daarvan is, dat ik het ge
voel heb te kunnen meehelpen
om zo'n bedrijf een eigen gezicht
te geven.
Neen, het is niet altijd eenvou
dig, aan datgene uitdrukking te
geven wat de bedoeling is. Als er
voldoende tijd is, laat ik een ont
werp wel eens een paar weken
liggen om het daarna kritischer
te kunnen bekijken, maar die tijd
is er vaak niet.
Om bij te blijven, bezoek ik ge
regeld tentoonstellingen en derge
lijke. Ook ben ik destijds een
poosje in Engeland geweest om
indrukken op te doen. Eigenlijk
zou ik eens een jaartje opnieuw
naar het buitenland moeten en
mogelijk gebeurt dat ook.
Het is een veeleisend, maar ook
een mooi beroep. Omdat het mooi
werk is, melden zich vrij veel
liefhebbers. Vandaar echter dat
de selectie voor de opleiding vrij
streng is. Ik ben met dit werk
free-lance begonnen. Bij tariefon
derhandelingen is dat wel eens
moeilijk, want de opdrachtgevers
willen een ontwerp vaak voor een
koopje. Er is echter een beroeps
vereniging, waarvan men de ta
rieven kan hanteren. En dat is
vaak wel nodig, want wanneer
een ontwerp eenmaal klaar ligt,
is het voor een opdrachtgever
wel eens moeilijk zich voor te
stellen, hoeveel denkwerk en
schetsen eraan vooraf zijn ge
gaan. Maar het is ook een be
roep, waarin men zich heerlijk
kan uitleven.
Wat ze zoal doet? Handelsmer
ken en boekomslagen ontwerpen,
de lay-out van drukwerken ver
zorgen, ook gelegenheidsdruk
werk, calligrafie en dergelijke
En van de al genoemde fotogra
fie moet ze veel weten, omdat
die ook in advertenties wordt toe
gepast.
„Ik heb ook wel eens, wat kleu
ren en compositie betreft, aan
standbouw en etalageverzorging
gedaan, maar men moet zich
toch wel gaan specialiseren. In
standbouw zal ik dat niet doen,
want dan moet men echt wel
met een architect gaan samen
werken en zich meer kennis van
houtsoorten verwerven. Maar fo
tografie is ook erg leuk. Ik heb
ook zelf wel foto's aan tijdschrif
ten verkocht.
Verder heb ik al enkele boek
omslagen geleverd. N' ben ik
weer met een bezig. Ook met een
kerstkaartenserie, die voor vol
gend jaar is bedoeld. Dat wordt
iets helemaal nieuws. Verder
naak ik ontwerpen voor verpak
kingen, van chocoladedozen bij
voorbeeld, handelsmerken en vig
netten en briefpapier voor parti
culieren.
Je moet wel eens wat mee
gaand zijn tegenover een klant:
soms vindt men een ontwerp te
modern, in ieder geval te» sterk,
afwijkend van hetgeen men zich
had voorgesteld. Maar ik zet mijn
VEENENDAAL In de ei
gen stijl", die de jeugd van van
daag zich heeft toegemetenpas
sen eigen beatclubs, eigen haar
dracht, maar' ook eigen mode.
Vooral in de grote steden krijgt
de jonge generatie de kans om
zich naar moderne maatstaven
te kleden. Gespecialiseerde za
ken bieden de tiener volop gele
genheid aan zijn eigen „look"
gestalte te geven. Dit alles,
waarvoor de ouderen vaak niets
anders dan de kreet „gekkig
heid" over hebben, manifesteert
zich de laatste tijd steeds meer
in onze streken. Ook Veenendaal
en omliggende plaatsen zijn een
woordje mee gaan spreken in
die aparte tienermode. Er zijn
al zaken, die een aparte „tiener
boetiek" hebben ingericht, om
de jeugd van nu de „hippe" kle
ding te verschaffen, die op dit
moment „in" is.
De tijd dat moeder of vader
zijn kroost vergezelde als er
„iets nieuws" gekocht moest
worden, lijkt voorbij te zijn. Een
van de Veenendaalse winkeliers,
die een speciale tienerhoek in
zijn zaak heeft ingericht, de heer
H. J. Albers, vertelde: „De jeugd
is veel zelfstandiger geworden.
Veel pittiger ook. Van hun ou
ders krijgen ze ook de kans om
zelfstandig te zijn. Ze mogen nu
vaak zelf hun gang gaan als het
om kopen van kleren gaat en als
vader of moeder nog eens mee
komt, zijn zij erg gemakkelijk.
Vooral de vaders."
De zakenmensen die zich op
het „tienerpad" hebben begeven,
krijgen vaak met wispelturige
klanten te maken. De smaak, de
mode, verandert soms plotseling.
Een bloemetjesbroek kan er in
eens „uitliggen" om plaats te
moeten maken voor een geruite
Dave-Berry-pantalon. Zo gaat
dat. „Als het maar gek is", zegt
de heer Albers, „gek maar tege
lijkertijd degelijk. De jeugd van
vandaag vindt niets iets meer
mooi, maar leuk
En tenslotte zegt hij nog dit
over de wijze van verkoop: „<7e
kunt niet meer gaan staan van
„wat wenst u" of „waarmee kan
ik u van dienst zijn". De jeugd
wil het zelf doen, zelf een keus
maken zonder gestoord te wor
den. Wat dat betreft is het kijk-
grijp-idee al weer ouderwets.'
Enkele weken geleden maakte de heer Ouwehand bekend, dat de
vijgeboom in zijn broeikas door het glazen dak heen dreigt te groei
en. Tuinbaas Wildekamp had hem verteld, dat liefhebbers wel een
stekje konden krijgen. Op die oproep zijn niet minder dan 1500
brieven en briefkaarten binnengekomen bij het dierenpark op de
Grebbeberg.
„Het lijkt wel of de textiel schaars wordt en iedereen zich een
vijgeblaadje wil aanschaffen", zegt de heer Ouwehand nu, die be
hoorlijk met de handen in 't haar zit. „Wie had nu kunnen denken,
dat er zóveel liefhebberij voor zou zijn. De tuinbaas heeft ongeveer
50 stekjes aan de boom zitten. Ik kom er dus genoeg tekort".
In de directievergadering is er uitvoerig over gesproken op wel
ke wijze en onder welke aanvragers de stekjes het best verdeeld
kunnen worden. Tuinbaas Wildekamp heeft opdracht alle verzoe
ken door te lezen en te selecteren. Wie zo'n vijgestek in z'n volks
tuintje wil poten, weet zeker dat er niks van terecht komt.
Wanneer iemand schrijft over een kas te beschikken, wordt het
al even anders. Niet alleen scholen hebben zo'n kas, óók particu
lieren beschikken er over. De directie van het dierenpark wil zo
veel mogelijk stekjes uitdelen, wanneer met vrijwel zekerheid ge
zegd kan worden dat er een groelmogelijkheid in zit. De omstan
digheden waarin de aanvragers verkeren zullen dus de doorslag
moeten geven.
Als je met het probleem zit,
hoe je een aardige Sinterklaas
surprise voor een van je huisge
noten moet maken, dan heb ik
hier een goed idee. Het kost niet
veel en je kunt het gemakkelijk
helemaal zelf doen. Op de foto
staat een huis, gemaakt uit o.m.
6 gelijke dozen. De grootte van
de dozen hangt af van het groot
ste geschenk, dat er in verborgen
moet worden.
HET HUIS:
Voor het huis heb je nodig zes
lege dozen, gekleurd papier, een
viltstift (of verfdoos) en een uni-
verseel-lijm. Alles wat je moet
doen is het volgende:
dozen aan elkaar plakken
gekleurd papier erom
rood dak knippen en op het
huis plakken
zwarte schoorsteen rondplak*
ken, onderkant gekarteld uit
knippen, naar binnen vouwen
en vastplakken
huis afwerken, door er met de
viltstift of het penseel en wa
terverf ramen en deuren op te
tekenen.
SINT NICOLAAS
Hiervoor is nodig: voor het li
chaam het kartonnen huisje van
een closetrol, watten, gekleurd
papier en lijm. Je doet het zo:
closetrol bekleden, onderkant
kartelen
hoofd maken van prop papier
en boven in de rol vastplakken
gezicht er op tekenen en haar
en baard van watten vastlij
men
rode jas om de closetrol plak
ken
mijter en staf maken. De mij
ter maak je van stevig papier
of dun karton, de staf kun je
ook van papier maken, maar
beter is er een pijperager voor
te nemen
Sint Nicolaas met de gekartel
de onderkant op het dak lij
men.
ZWARTE PIET
Voor zwarte Piet is nodig: twee
luciferdoosjes, een klein stukje
crêpe en gekleurd papier. Zo maak
je hem:
luciferdoosje zwart bekleden
en op elkaar lijmen
van crêpe-papier een gezicht
met grote oren maken. Ook
een kraag van crêpe maken
en deze aan het gezicht plak
ken. Dan het geheel op de
doosjes lijmen
maak een groene hoed met ve
ren en zet hem die op
tot slot lijm je ook Piet op
het dak vast.
Het hele huis kan als berg
plaats voor cadeautjes gebruikt
worden, zelfs de rompen van St.-
Nicolaas en zwarte Piet kunnen
dienen als bergplaats voor kleine
cadeautjes. Veel succes.
Hallo, jongens en meisjes.
Vandaag wordt bij velen van
jullie vast wel Sinterklaasfeest ge
vierd. Maandag is het de eigenlij
ke dag, zodat dit gehele week
end in het teken van de goede
Sint staat. Ik weet dat alle trou
we lezertjes van deze rubriek tot
de brave kinderen behoren en de
Sint weet dit ook, dus jullie hoe
ven geen angst voor de zak te
hebben, maar wel mogen jullie re
kenen op een cadeautje. Ik zou
het leuk vinden, als ik van jul
lie een briefje kreeg, waarin je
vertelde, wat er allemaal in de
schoen zat. De leukste briefjes
zal ik in de krant laten afdruk
ken! Je kunt schrijven naar: Tan
te Jos, p/a redactie De Vallei,
Prins Bernhardlaa, 28, Veenen
daal.
We hebben deze week weer heel
wat jarigen. Sommigen hebben 't
geluk tegelijk met Sinterklaas ja
rig te zijn. Voor hen is het dub
bel feest, maar ook alle anderen
zullen weer een prettige dag heb
ben, denk ik zo. Al de volgenden
wil ik heel hartelijk feliciteren:
Zaterdag 3 december: Gert van
de Broek en Wim van Nieuwame-
rongen; zondag 4 december: Ria
van Vliet uit Eist, Henk van Ra-
venswaay uit Rhenen en Reijer
van Dijk uit Bennekom; maan
dag 5 december: Ineke Diepe-
veen, Ineke van de Craats, Ditta
van de Heuvel en Jan v. d. Pa-
vert; woensdag 7 december: An
neke Kimmels uit Rhenen en E-
rik van de Pavert; donderdag 8
december: Martin Coumans, E-
vert Vermeer en Henk Tanis; za
terdag 10 december: Adrie Geerts
en Bertus van Holland.
TANTE JOS
Wenkende krabben wonen al
leen in warme landen. In de
landen aan de Rode Zee, in
India. In Europa komen ze al
leen voor in de riviermonden
van Andalusië. De krabben
houden ervan aan 't strand te
zitten of in het drassige slik
van riviermonden. De manne
tjes van deze krabbensoort
wenken of vuiven met hun wit
te of felgekleurde scharen. Ze
hebben zelfs 'n speciale ,wenk-
schaar' die groter is en hoeki
ger dan de andere schaar. Dit
wenken gaat gepaard met
trommelsignalen.
De krabben van deze soort
zitten gewoonlijk dicht bij el
kaar. Wel met honderd op 'n
vierkante meter. Ze hebben
geen organisatie en zijn wat
men noemt „subsociaal". Hun
samenleven heeft echter wel ge
leid tot een communicatie-sys
teem.
De Duitse zoöloog ontdekte,
dat de trommelsignalen even
belangrijk zijn als het wenken.
Het geluid van dit getrommel
kan alleen door mensen wor
den gehoord, omdat krabben
geen gehoor-orgaan hebben.
Wel hebben zij een fijn-ontwik
keld vermogen om de vibra
ties in de grond, die door het
getrommel worden veroorzaakt
waar te nemen. ZIJ „horen"
als het ware met hun lichaam.
Het wenken van de manne
tjes-krabben kan worden
vergeleken met het balderen.
Het geschiedt in de paartijd.
Terwijl de mannetjes-krab
ben hun krabbedans opvoeren.
wandelen de onopvallend ge
kleurde vrouwtjeskrabben rond
en bekijken het gedoe van de
mannetjes keurend en kritisch.
Een mooie wenkdans kan gro
te indruk op hen maken. Wan
neer het mannetje denkt, met
zijn wenken succes te hebben
gehad en contact heeft gekre
gen, dan geeft hij nog ter af
sluiting 'n felle tromroffel weg
met zijn wenkschaar op de
grond en kruipt in het dichtst
bijzijnde hol. Als het vrouw
tje hem genegen is, volgt zij
hem. Wanneer zijn optreden
haar echter niet heeft bevallen
dan blijft het vrouwtje buiten
het hol en geeft geen kik.
Toch blyft zij niet lang al
leen. De wenkdans en 't trom
geroffel van het mannetje heb
ben andere mannetjeskrabben
gealarmeerd. Zij weten, dat er
een vrouwtje in de buurt is en
komen op hun beurt te voor
schijn om hun geluk te beproe
ven. Bij die gelegenheid komt
het nogal eens tot gevechten
tussen de mannetjes.
In nachten met nieuwe maan
.vandelen de mannetjes-
krabben over het slik van hol
naar hol en kloppen aan de
ingang daarvan een signaal,
dat uit 8 tot 12 slagen bestaat.
Prof. Altevogt plaatste ge
voelige opnameapparaten, die
de geluidsschommelingen op de
band opnamen. Met behulp
van een versterker kon hij
meeluisteren naar hetgeen de
krabben elkaar hadden mede
te delen.
Het komt voor, dat 'n amou-
reus mannetje per ongeluk bij
het hol van een ander manne
tje staat te kloppen. Deze komt
dan woedend naar boven om
een robbertje te vechten. Komt
een vrouwtjes-krab na eerst
op haar gemak naar 'n reeks
signalen te hebben geluisterd,
met vriendelijke bedoelingen te
voorschijn, dan bezichtigt het
de op vrijerspoten rommelen
de mannetjeskrab op haar ge
mak. Het mannetje begint nu
des te sterker te roffelen. Ziet
het vrouwtje wel iets in het
mannetje dan besluit ze met
hem naar het natte strand te
gaan, waar het paar innig om
strengeld tot het ochtendgloren
verblijft. Ziet het vrouwtje
niets in het mannetje, dan
trekt ze zich weer terug in het
hol. Het schijnt, dat bij deze
soort het mannetje de woning
van een wijfje niet „mag" be
treden. Een wijfje mag ech
ter wel een mannetjes-krab in
zijn hol opzoeken.
Het komt ook wel voor, dat
wyfjeskrabben rondslenteren
terwijl de mannetjes-krabben
in hun hol zitten. De wijfjes
kunnen echter niet door signa
len laten weten, dat zij er zijn.
De mannetjes voelen echter
de vibratie van hun stappen.
Ze weten dan dat wijfjes in
de buurt zijn en beginnen een
korte roffel van een tot drie
slagen te kloppen. Dat zou
men het „pauzeteken" van de
mannetjes kunnen noemen.
„Hoort" het mannetje dan
weer stapjes, dan begint het
meteen aan de grote roffel. De
krabben in de holen kunnen
de stappen van krabben bui
ten niet naar geslacht, maar
wel naar tempo onderscheiden.
„Voelen" zij aan de geluids
trillingen, dat de stappen bui
ten haastig zijn, dan kunnen zij
afkomstig zijn van een krab
die op de vlucht is voor ge
vaar. Dan verstommen alle
mannetjes-krabben in de buurt
omdat zy de aandacht van
eventuele belagers buiten niet
op zich willen vestigen.
De baldersignalen worden ove
rigens alleen in geval van nood
gecombineerd met een waar
schuwing voor gevaar. De on
der de grond zittende krabben
letten voortdurend op de vibra
tie-signalen van boven. Wan
neer boven de grond 'n man
netjes-krab aan zijn balder-
dans bezig is, dan kruipen de
andere mannetjes ook naar bo
ven om eens een kijkje te ne
men en na te gaan of hun
deelneming zin heeft.
Het wenken en de daarby
horende roffels van de paar
tijd, worden bij hogere tempe
raturen intensiever. Professor
Altevogt plaatste nabootsingen
van vrouwtjes-krabben en kon
zien hoe de mannetjes-krabben
daartegen begonnen te wen
ken en er om heen te dansen.
Ook kon de zoöloog door de
trommelsignalen van krabben
met zijn vingers te trommelen
antwoorden van de krabben on
der de grond uitlokken en de
krabben zelfs uit hun holen lok
ken.
Wyfjeskrabben die naar bo
ven kwamen, lieten zich zelfs
strelen. Dat wil zeggen alleen
zolang zij hun oogjes op steel
tjes kuis neergeslagen hielden.
Besloten zij een kijkje omhoog
te wagen, dan zagen zij het
monster, dat hen „in de ma
ling" had genomen en kropen
vlug in hun hol terug. De snel
heid van hun stapjes en de tril
lingen daarvan lieten de ande
re krabben weten, dat er alarm
was. Een soort „blijf zitten
waar je zit en verroer je niet"-
sein
De communicatie in de die
renwereld, houdt de weten
schap van oudsher sterk bezig.
Dit leidde tot ontraadseling
van de „danstaal der bijen".
Ook kwamen geleerden er ach
ter wat het getsjilp van vogels
betekent. Een nieuwe bijdrage
tot een vraagstuk, dat ook Dar
win al heeft geïntrigeerd
de communicatiegebruiken van
een bepaalde soort krabben,
heeft het onderzoek van
prof. dr. Rudolf Altevogt opge
leverd, die als zoöloog is ver
bonden aan de universiteit van
Münster. Hij is er na langdu
rige observaties in vele delen
van de wereld in geslaagd de
gebarentaal van de „wenkkrab-
ben" te ontraadselen en leer
de deze taal „spreken", voor
zover het de signalen betreft,
die deze dieren elkaar geven.
Hier dan alle 20 problemen:
1 2 S 4 0
46 47 48 49 50
1.
2.
3.
10.
11.
12.
13.
14.
zw.: 8—10, 18, 30, 31, 36, 37; w.: 19, 25,
29, 34, 38, 39, 42, 44, 48.
zw.: 7, 8, 12, 19, 21, 26, 29, 33, 39; w.: 16,
22, 27, 32, 37, 38, 42, 44.
zw.: 1, 9, 12—14, 17, 20, 26, 40; w.: 16, 21,
25, 27—30, 38, 39.
De slotstand behoeft niet uitgewerkt te worden.
4. zw.: 6, 9, 13, 14, 25, 29. 32, 33, 38; w.: 11,
15, 17, 18, 20, 21, 24, 27, 31, 44.
5. zw.: 1, 2, 7, 12, 16, 19, 21, 24, 29, 34; w.: 6,
21, 22, 32, 34, 35, 41, 43, 44, 48.
De hoofdvariant van het afspel noteren,
6. zw.: 8, 11, 14, 21, 25, 32, 33, 37; w.: 23, 24,
34, 41, 43, 44, 48, 50.
7. zw.: 1, 6, 8, 12, 13, 19, 23, 25, 33, 36; w.: 17,
21, 22, 32, 34, 35, 41, 44, 48.
Afspel niet noteren.
8. zw.: 2, 7, 10, 19—21, 26, 30, 40; w.: 28, 29,
31, 36, 37, 39, 41, 43, 50.
Afspel wel noteren.
9. zw.: 2, 7, 14, 15, 17, 22, 28, 32, 35, 36; w.:
13, 24, 29, 34, 39, 41, 42, 44, 48, 50.
zw.: 10, 11, 18, 20, 27, 34; w.: 29, 37, 38,
40, 41, 44.
zw.: 7, 8, 10, 17, 21, 36, 40; w.: 20, 24, 29,
32, 33, 41, 49.
zw.: 13—16, 19, 22, 25, 28, 31, 37; w.: 21,
26, 34, 35, 38, 39, 43, 46, 48, 49.
zw.: 6, 8, 10, 27, 35, 40; w.: 17, 19, 37, 38,
41, 44.
zw.: 1, 2, 9, 10, 13, 20, 22, 24, 26, 34; w.:
11, 12, 16, 17, 28, 31, 33, 35, 37, 41.
Afspel niet noteren.
15. zw.: 6—8, 12—14, 18, 19, 22, 24, 29; w.: 16,
21, 27, 31—33, 37, 38, 40, 42, 47.
Afspel wel noteren.
16. zw.: 1, 6, 8, 9, 11, 13, 16, 19, 25, 37, 40,
w.: 17, 21, 22, 27, 29, 32—34, 36, 41, 45.
17. zw.: 1, 9, 18, 19, 23—26, 30, w.: 11, 16, 27,
28, 32, 35, 38, 39, 44.
Afspel niet noteren.
18. zw.: 7, 9, 17, 27, 37, 38, 45; w.: 19, 20, 28,
39, 47—49.
zw.: 7, 9, 12—14, 19, 22, 25, 26, 36; w.: 20,
30, 33—35, 37, 40—42.
zw.: 12—15, 22, 27, 32, 35; w.: 25, 29, 31,
34, 39, 41, 43, 48.
Let U op de volgende punten:
U bent vrij in de wijze van noteren.
Een bijoplossing mag de auteursoplossing
vervangen, maar dan moet die bijoplossing
duidelijk winstgevend zijn.
Per probleem moet U één oplossing inzen
den, dus het heeft geen zin èn de auteurs-,
èn een bijoplossing op te sturen.
De oplossingen moeten uiterlijk 18 decem
ber 1966 in het bezit zijn van ondergete
kende.
Geeft U direct even op welke prijs U zoudt
willen ontvangen:
Een jaargang van „Het Damspel" 1962 of
1963 of 1964 of 1965 een diagramboekje
of het kanarieboekje of een notatieboekje.
Partijenboekje Brinta-toernooi 1963 of 1965
-(- een diagramboekje of het kanarieboekje
of een notatieboekje.
Partijenboekje Lucas-Bols-toernooi 1961 -f
een diagramboekje of het kanarieboekje of
een notatieboekje.
4. Het Prisma damboek van R. C. Keiler.
5. „Schijven Spreken" van D. d. Ruiter.
„200 praktische combinaties" van H. de
Jongh.
Succes toegewenst!
Tot besluit plaatsen we nummer 2 op diagram.
Correspondentie betreffende deze rubriek aan:
P. Bergsma, Tel. 05660463, Roordahuizum
309.
19.
20.
b.
d.
1.
2.
3.
HORIZONTAAL
1. gravin v. Holland,
3. bits, 10. naschrift,
afk. 12. Lager Onder-
wys, afk. 14. bluf,
drukte. 15. kuil 16. ca
fé 19. slijtplek 20.
kostbare 21. armza
lig 23. suikeroompje!
26. fijnmaken 28.
voegwoord 29 voorzet
sel 31. tegen de wind
in opzeilen 33. lengte
maat, afk. 35. kloos
terzuster 37. ingedikt
sap 38. jaargetijde 40.
jverleden 43. honing
drank 44. inhoudsop
gave 45. oosters weef
sel 48. kledingstuk 49.
lengtemaat 50. slag
ader 52. pers. vnw.
53. inhoudsmaat, afk.
55. grillen 57. deel
v.e. gebouw 61. beeld
verhaal 63. god v.d.
liefde 64. van een 66.
stad i.h. Ruhrgebied
68. onderricht 69. be
werking v. deeg 71.
do (muziek) 72. dyne,
afk. 73. bewerkt, ge
vormd. 74. bijl.
VERTICAAL
1. zeevogel 2. gemeen
te 4. ter beschikking,
afk. 5. in hevige ma
te 6. onbegroeide 7.
van dezelfde soort 8.
aardig 9. dit is (id
est), afk. 10. zuigen,
halen uit 11. hemelli
chaam 13. voorval,
omstandigheid 15.
aker 17. bloedverwant
18. de gezamenlijke
vertering 20. titel,
afk. 22. zeil vermin
deren 24. officiers
rang, afk. 25. meer
derjarig 27. troef ne
gen. 30. Noordzeevis
32. appelsoort 33.
schaal 34. wraak ne
men (om iets) 36. on
nodig 39. Ezau 41.
duinvallei 42. ziekte
verwekker 45. zacht
kermen 46. rivier in
Nederland 47. heester
(Middell. Zee) 51.
TAe 17e schaakolympiade te Havana zal de
geschiedenis ingaan als de olympiade der
incidenten. Omkoperij door de Cubanen, be
schuldiging van de Amerikanen door de Polen,
weigering van de Amerikanen om tegen de
Russen aan te treden, dit alles heeft in Havana
tot een bepaald gespannen sfeer geleid.
Overigens was het schaakfestijn beter en
grandiozer georganiseerd dan ooit tevoren. De
verzorging van de teams liet niets te wensen
over, de speelzaal was zonder meer schitterend
en voor de duizenden toeschouwers waren
overal demonstratieborden om de belangrijkste
partijen te volgen.
Wereldkampioen Petrosjan behaalde aan het
eerste bord het beste resultaat; helaas liet hij
voor zijn partij met Fischer verstek gaan en
Spasski nam de Amerikaan, die overigens weer
geweldig imponeerde en elke ronde met een
daverend applaus begroet werd, het beslissen
de halve punt af.
Petrosjan's beste prestatie was zijn over
winning op Larsen. Het was een grandioze
revanche voor de dubbele nederlaag onlangs
in Santa Monica.
Wit: B. Larsen, Zwart: T. Petrosjan
Havana 1966
Franse Partij
1. e2e4, e7—e6 2. Pgl—f3, d7—d5 3. Pbl—
c3, Pg8f6 4. e4 x d5 (Larsen speelt deze on
gebruikelijke variant wel vaker. Bij goed tegen
spel heeft zwart weinig te vrezen). 4.
e6 x d5 5. d2—d4, c7—c6 6. Lfl—d3, Lf8—d6
7. 0—0, 0—0 8. Pgl—e2, Tf8—e8 9. Pe2—g3,
Pb8d7 10. Pg3—f5, Pd7—f8! (Voortreffelijke
verdediging; na 10. Lf8 11. Lg5 heeft wit
enig initiatief). 11. Pf5 x d6, Dd8 x d6 12. Pf3
e5, Pf6d7 13. Leld2 (Een aardige fines
se; na 13. Pe5: 14. de5: faalt 14 Te5:
op 15. Lf4 en 14. De5: op 15. Tel!) 13.
f7f6! (Deze zet vereiste een bijzonder scherpe
taxatie, zoals het vervolg leert).
o c o on
14. Ddlh5 (Ziet er zeer gevaarlijk uit, want
op 14. g6 volgt 15. Lg6:hg6: 16. Pg6:
met goede aanvalskansen voor wit. Petrosjan
heeft evenwel een verrassende riposte voorbe
reid). 14. Te8 x e5! (Een kwaliteitsoffer
op lange termijn. Zwart verkrijgt in zijn plus
pion en sterk centrum ruim voldoende com
pensatie). 15. d4 x e5, f4 x e5 16. Tfl—el (Het
is niet onmogelijk dat Larsen zijn kansen heeft
overschat. In aanmerking kwam hier 16. f3).
16. e5e4 17. Ld3—fl, Pd7—f6 18. Dh5—
h4, Lc8—f5 19. Dh4g3, Dd6—e7 (Het is van
belang de mogelijkheid van schaak op c5 in
petto te houden). 20. c2c3 (Anders 20.
d4) 20Pf8e6 21. Ld2—e3 (Hier kon
21. f3 met 21. Tf8 worden beantwoord).
21. Pf6—g4 22. h2—h3, Pg4 x e3 23. Tel x
e3, Ta8—f8 24. Dg3—e5, Lf5—g6 25. Tal—dl,
De7f7 (Verhindert tevens 26. c4) 26. Tdld2
(Men zie nog 26. f3, Pf4 27. fe4:?, Pg2:!). 26.
Pe6f4 27. b2b4(?) (In de nu volgende
fase taxeert Larsen beslist te optimistisch.
Zijn actie op de damevleugel blijkt tenslotte in
zwarts voordeel uit te vallen. Zijn beste kans
was 27. g3, Pd3 28. Ld3:, ed3: 29, f4 en wit kan
op 'n goed moment de kwaliteit terugofferen).
27. h7—h6 28. a2—a4, Lg6—h7 29. De5—
d4, b7b6 30. Te3—el (Op 30. c4 volgt 30.
Pe6!) 30. Df7c7 32. Dd4—e3, c6—c5 32.
b4 x c5, b6 x c5 33. g2—g3, Pf4—d3 34. Lfl x
d3, e4 x d3 35. De3—e6+ (Na 35. Td3:, Ld3:
36. Dd3: staat het eindspel beter voor zwart
maar dat wit het moet verliezen lijkt onwaar
schijnlijk). 35. Dc7—f7 36. De6 x f7+ (Of
36. Dd6, Le4!) 36. Kg8 x f7 37. Td2—b2
(Na 37. Te5 is zelf- 37. Te8 mogelijk).
37. c5c4 38. f2—f3, d5d4! 39. Tel—cl,
Kf7e6 40. Kgl—f2, Lh7—«4 41. f3—f4
mT/y
WB
s o c o e
o n
(De partij werd hier afgebroken en Petrosjan
gaf zijn zet onder couvert af. Larsen toonde
zich bijzonder optimistisch maar de volgende
ochtend werd hem een wrede ontgoocheling
bereid). 41. Tf8e8ü (De winnende zet;
de zwarte koning dringt thans onweerstaan
baar binnen). 42. g3g4, Le4c6 43. Tel
el+, Ke6d5 44. Tel x e8, Lc6 x e8 45. c3 x d4,
c4—c3 46. Tb2b8, d3—d2 47. Tb8—d8+,
Kd5—c4 48. Td8—c8+, Kc4—d3
Wit geeft het op.
rangtelwoord 53. pun«
tig uitsteeksel 54. ten
bedrage van 56. uit
holling in een muur.
57. begrensd vlak 58.
Portug. munteenh.
afk. 59. eenmaal 60.
denkvermogen 62.
stompje 65. redactie,
afk. 67. Nederl. Telev.
Stichting, afk. 69.
kunstm. inseminatie,
afk. 70. edelgas,
afk.
I