Sociale toestanden in het oude Veenendaal De bijzondere kerstviering van Carolan De kerk komt nu naar de fabriek UIT DE OUDE DOOS (15) Wrongel en pellegarst WIJ WILDEN IETS ANDERS DOEN DAN 'N KERSTKRANSJE 'n Kommegie balen... Angst ivor Kerstfeest Vetprijzen om een hutspot... Opgetekend door Rik Valkenburg SPONTAAN STILTE NIETS C7 Gijpie zou deze dag niet gauw vergeten. O, wat rook het 's avonds lekker, toen moeder Geertrui aan het bakken en bra den was. Ze voelden zich echte „bürgers". Tja, wat was het toch een andere tijd dan vrogger. Weldra stonden de schalen met balkenbrij en hoofdkaas op het aan recht. Bij het consumeren ervan, werd een en ander nog eens rijkelijk overgo ten met kostelijke „neutjies" (pittige bor rels). Vrolijke gesprekken kwamen op gang. Ja, het was een echte feestdag! Maar 's avonds lag Gijpie in zijn oude le dikant te huilen. Hij riep om zijn moe Bij de foto'». Bovenc foto vwt h«t oude koetshuis van D.S. tijdens de huts potten- en kommetjestijd. Beneden: een prachtige opname van het Benedeneind uit diezelfde tijd. der. Ze was nog net op tijd met de „pis pot" (po) bij hem, om de stroom van lek kernijen, die zich retourneerden, op te vangen. Toen was het ventje weer opge lucht, en viel tevreden in slaap, dromend van heerlijke schotels... Het drankmisbruik was destijds een groot maatschappelijk kwaad. Ook al ont brak vaak het geld voor noodzakelijke le vensbehoeften, voor jenever, had men al tijd wel een stuiver over... Bij blijde en droeve gebeurtenissen, te gen kou en hitte, tegen maagpijn en kies pijn, overal hielp een borrel tegen. Be ter „medicijn" kende men vroeger niet! Nee, men slikte dit drankje echt niet voor zijn verdriet. Diverse pijnen en kwalen werden gesimuleerd om toch maar aan zijn „drankje" te komen. Honderden Vee- nendalers kunnen zich nog best herinne ren, dat er, als 's maandags de arbeid weer begon, altijd een borrel aan te pas moest komen. In de fabrieken „lapte" men op maandagmorgen heel wat stui vertjes. Er werd een jongen op uit ge stuurd, om een paar kommegies te ha len. (een kommetje is 2 dl.). Het kruikje ging van mond tot mond, tot er geen druppel meer in was. Meestal was het 'n krampachtige poging, wat vrolijkheid te brengen in een vaak naargeestig bestaan. Want ondanks de „stijgende" welvaart, was er nog een grote soberheid. Er leven nog wel arbeiders in Veenendaal. die zich nog best de dag kunnen herinneren, waar op er voor de eerste maal koekjes in huis kwamen! Meestal was dat bij een bruiloft. Bart zag eigenlijk wel een beetje tegen de komende Kerstdagen op De Kerstda gen vielen dit jaar niet erg gunstig. Het was op dinsdag en woensdag. Dus twee dagen niet naar de fabriek. Twee dagen geen uitkering dus. En dat was een kwaad iets. Zijn jongens wouen met Kerst even goed te eten hebben, als de andere dagen. Nu had Bart nog in zoverre geluk, dat hij op „De Schup" werkte. Op de fabriek van D.S. van Schupperi waren de arbeidsvoor waarden meestal beter dan op de andere bedrijven. Met Kerstmis werden daar (ook op sommige andere bedrijven) als com pensatie voor het niet uitbetalen van loon, grote broden uitgereikt. Dat was wel een feestelijk gezicht, als al die arbeiders de fabriekspoorten uit kwamen, met grote broden onder hun armen. Daarom behoef de Bart niet zo erg tegen de Kerstdagen op te zien als verschillende kennissen van hem, die op een ander bedrijf werk ten en totaal niets kregen voor de feest dagen. Zijn buurman, Gaart, moest hij maar weer een stukje brood brengen, net als vorig jaar. Toen crepeerde Gaart, met zijn grote huishouden, van kou en honger. Nee, dan mocht hij, Bart, zich eigenlijk geen zorgen maken. Hij was nog rijk ge zegend... Dit overdenkend, was er toch 'n stille tevredenheid bij Bart, ondanks de soberheid van het leven... Momenteel is er overal angst voor een neergaan van de con junctuur. Zal het welvaartspeil gehandhaafd kunnen blijven?, is de vraag die allerwegen gesteld wordt. Wat is welvaart eigenlijk? Tegen het eind van de vorige eeuw was er een opleving van de „welvaart"De verbetering in de toestanden op woninggebied, vormde een symptoom van een algehele verhoging van de toen malige levensstandaard. Het is zeker interessant na te gaan wat toen de verschijnselen waren van een welvaartsverhoging. We zul len ook nu geen achternamen gebruiken van de personen welke wij als representant laten optreden van die tijd. Bart komt thuis van de fabriek en gaat zijn nederige woning binnen. De tafel staat al gedekt. Dat wil zeggen, hoogstens een stukje goor zeildoek erover. Midden op de tafel staat letterlijk de middagpot Om de dis zit een aantal hongerige kin deren geschaard. Het water loopt hun in de mond. Het ruikt ook zo lekker. De oudste echter kijkt met een ontevreden ge zicht naar de etenspan. „Alweer stamppot" moppert hij. „Je moest je schamen", vermaant zijn vader. „Het ging erbij ons thuis vroeger anders langs Jullie worden in de boter gebraden". Het oudste zoontje blijft echter meesmuilen. Hij heeft deze preek al zo vaak gehoord, dat zij geen indruk meer op hem maakt. Hij wil wel eens iets anders dan stamppot. Zijn ouders begrijpen hem niet. Hoe is het mogelijk, dat je op zulk kostelijk eten nog wat te gen kunt hebben. „Ik heb er nog wel een lekker stukje boter en een brokje vet ingedaan," prijst moeder de middagpot aan „Vroeger ging er alleen maar een klein scheutje melk in en dat was alles. Dat moesten we jullie nu eens voorzetten..." „En op het brood kregen we alleen maar wat wrongel", voegt vader Bart er aan toe. „Jullie krijgen er tenminste wat boter op. Dat is heel wat smakelijker, mannetjes..." De oudste is nog niet overtuigd, maar zwijgt gemelijk. „Wat is wrongel," vraagt de jongste. Vadert Bart en moeder Geertrui beij veren zich om duidelijk te maken uit wel ke ingrediënten wrongel is samengesteld. Dit spul werd verkregen door zure melk te koken, waardoor ze ging schiften. De brljige massa, die zich afscheidde, werd uit de pan geschept en dat was dan boter. Het vocht dat men overhield, werd weer len van werden verkocht. Er gaat wel iets door Gqpe heen, als de keu geslacht wordt. Niemand prakke- onder luid protest van de keu! Gijpie sparen. De keueslachter schuift een oude emmer over de kop van het varken en drukt de emmer omhoog. Dan steekt hij het lange slagersmes in de hals van het dier en snijdt de slagaders door. Dit alles zeert erover 't ventje deze aanblik te be- boven het vuur gehangen en werd verrijkt met een handvol „pellegarst" (gort). En dat was dan de pap voor het avondeten. Na deze uitleg, schijnt zelfs Gijpie, de oudste, even onder de indruk te komen. Met een tikkeltje meer waardering blikt hij naar de stamppot, waar dan toch maar échte boter en écht vet in zit. De napjes worden volgeschept door Geertrui en enkele kinderen willen gelijk al aanvallen. „Ho, eerst bidden...!" bul dert Bart. De petten gaan af en daarach ter loeren de jongens naar de dampende schotel, terwijl ze een onverstaanbaar ge bedje mompelen. Vader Bart is tevreden. Zijn johgens zijn geen heidenen! Ze vallen niet op het eten aan als varkens. Hij zal ze een goede opvoeding geven. O zo! En zo wordt de stamppot met boter en vet, waar wij echter wel terdege onze neus voor zouden krullen, smakelijk naar binnengewerkt. Bij het toenemen van de „Welvaart", ging men zich oudtijds ook toeleggen op het fokken van een keugie. Dat had een dubbel doel: wat spek en vet bij het eten; en mest voor het aardappelland. Bart begon er ook mee. Het had heel wat voeten in aarde om de big groot te krij gen. Zo heel breed had Bart het ook niet, dus kreeg het keugie weinig anders dan aardappelschillen en wat „kriel" (heel kleine aardappeltjes). Gijpie moest tevens wat groenvoer voor het mestvarken op scharrelen .Wat het ventje natuurlijk met veel tegenzin deed. Maar tenslotte had het jochie toch wel plezier van zijn werk. Als de keu zo ongeveer een tweehonderd pond woog, brak er een feestdag aan. Dan werd namelijk het varken geslacht. Men noemde het ook wel uitponden, als er de- voelt een rare brok in zijn keel. Het is ZIJN keu, die daar zo schreeuwt! Hon derd keren heeft hij het dier gevoederd en nu dit... Als het beest geen kreet meer slaakt, en finaal is leeggebloed, houdt ook het zeer in zijn jonge hart op. Immers nu komt het feest! Als het varken aan de leer hangt en in stukken gesneden wordt, betekent dat een tijdlang lekker eten En vanavond komen vrienden en buren „vet prijzen". Dan mag hij ook langer opblij ven. Ook zal de naaste familie komen, die krijgen elk een „hutspot" (een karbona de ,een verse worst, enz.). Het beste deel van het varken, de ham men, moet echter worden verkocht. Waar haalden ze anders het geld vandaan, om een nieuwe keu te kopen! idee navolging zal vinden in andere Veenendaalse bedrijven. „Er wordt al wel iets in deze richting gedaan, er zijn al directies, die mij een spe ciale kerstbrief laten schrijven of het gebeurt ook wel dat ik een meditatie verzorg in het personeelsorgaan." Gelooft de heer Lammers dat ook andere bedrijven het voorbeeld van Carolan zullen volgen? „Dat hangt van de instelling van de bedrijfsleiding af. Als men van direc- tiewege achter zo'n initiatief gaat staan, ja, dan is de zaak gauw beke ken." Is het de bedoeling dat Carolan van de kerstbijeenkomsten een tradi tie gaat maken „Daar moet je voor oppassen", is het antwoord van de personeelschef. „Oppassen dat het geen sleur wordt: men moet niet het idee krijgen dat die bijeenkomst noodzakelijkerwijs bij de Kerstviering horen..." En het personeel zelf? Hoe re ageren de kantoorjuffrouw, de maga zijnbediende en de ploegchef Enkele van hen hebben we aan het woord gelaten. De heer P. J. Ebben is chef van de afdeling Bucaroni- en Banlonga- rens. Hij reageert spontaan op onze vraag. Even een sigaretje opsteken en dan zegt hij: „Ik ben zelf rooms- katholiek, maar ik vind 't ontzettend fijn dat er zoiets gebeurt. Mensen, die anders praktisch nooit in de kerk komen, laten zich nu wel zien. Als katholiek heb ik er geen enkel be zwaar tegen dat er hier een dominee komt. Hij maakt wel vaker een praatje met mij. Kijk eens, er wordt met Kerst niet over het eigen geloof gesproken. Het gaat om de godsdienst van alle kerken... ik zeg het mis schien wat simpel, maar u begrijpt wel wat ik bedoel." Ploegchef Ebben zou het zonder meer spijtig vinden als de samen komsten zouden worden stopgezet. „Je wordt nu tijdens je werk bij het Kerstgebeuren gebracht, dat waar deert bijna iedereen. Links en rechts kun je de reacties horen. En tenslot te nog dit: niemand wordt gedwongen want je kunt ook wegblijven." Een meisje. Adri de Man, die op het kantoor van de afdeling Camlra werkt, gaat er eens gemakkelijk voor zitten. Ze heeft een eigen mening, dat blijkt wel als ze zegt: „Ik vind het plezierig dat de directie iets voor het héle personeel doet. Je komt nu als bedrijf bij elkaar. Geen onder scheid dus, dat is fijn met Kerstmis De sfeer vorig jaar beviel me goed, je merkt nu ook op de fabriek dat het Kerstmis is..." Een telefoon rinkelt. „Een momen tje", zegt ze glimlachend. Even later zegt ze, om het gesprekje te beslui ten: „Het is anders dan anders, je bent nog eens even uit de sleur van VEENENDAAL „Ik ben van mening, dat in het verleden veel be drijven wel kerstpakketten en gra tificaties aan hun personeel hebben gegeven, maar wellicht onbewust het eigenlijke kerstgebeuren hebben vergeten. Wij hier bij Carolan vin den dat het Evangelie in het be drijf best een rol mag spelen". Aan het woord is de heer H. J. Lam mers, personeelschef van het Vee nendaalse bedrijf Carolan N.V. Vanuit de gedachten, die hij zo juist naar voren heeft gebracht, is een initiatief voortgekomen, dat uniek is in het Veenendaalse be drijfsleven. Carolan wilde eens van het geijkte stramien, dat de kerst feestviering in de bedrijven omlijst, afwijken. Vorig jaar werd er -een experiment gelanceerd. Industrie predikant ds. A. Terlouw hield voor het personeel, zo maar even tussen de werkzaamheden door, drie kerst bijeenkomsten. De operator liet zijn machine in de steek om naar de dominee te gaan luisteren, de juf frouw van kantoor liet haar schrijf machine aan zijn lot over om het zelfde te gaan doen. Het personeel begreep waar het om te doen was: kerstmis, de viering van het kerst gebeuren zo maar in de fabriek. H. J. LAMMERS oppassen voor sleur meditatie van de dominee veie be zwaren over boord waren gezet." Drie keer zal de industriepredikant het personeel toespreken. In de mor gen-, de middag- en de nachtploeg. Hoe ziet de predikant dat zelf? „Ik doe het met heel veel plezier en ik waardeer het dat men de mens ook nog als iets anders gaat beschouwen dan als werkkracht alleen. Vooral de bijeenkomst in de nacht heeft me vo rig jaar getroffen. De stilte van de nacht, de sfeer, de kerstliederen die na afloop door enkele personeelsle den werden gezongen, en de aan dacht waarmee de mensen hebben geluisterd, allemaal facetten die mij bij zijn gebleven." Ds. Terlouw heeft het idee, dat zijn taak in het Veenendaalse bedrijfs leven door het initiatief van Caro lan „een ander gezicht" heeft ge kregen. „Nu kom je ook eens met het kantoorpersoneel in aanraking en zie je de mensen eens in een andere gedaante." Het is een van zijn wensen dat het alledag..." Als laatste magazijnbediende G. v. Manen. „Interessant", merkt hij op als we zijn mening vragen. „Als een fabriek helemaal niets doet... ja, niets is ook maar niets. Het lijkt mij een soort kerkdienstje in het klein, waar ik echt wel naar luister." Dit jaar komt dominee Terlouw weer op bezoek. Goed? „Ja, best", zijn de laatste woorden van de ma gazijnbediende en als hij bij de deur staat zegt hij nog: „Ik zal toch ook eens vragen hoe de anderen erover denken." G. VAN MANEN niets is ook maar niets Het experiment slaagde, de heer Lammers zegt nu: „Dit jaar doen we het opnieuw, want het leuke is dat het verzoek om het te herhalen van de mensen zelf is gekomen In de laatste dagen voor Kerstmis zal de industriepredikant 't Carolan- personeel weer in de kantine toe spreken. Muzikale medewerking van de muziekschool van de heer Gijs- bert van Zanten en van een zange res zullen zijn woorden omlijsten. Het moet weer een ongedwongen bij eenkomst worden. Eigenlijk is het zo, dat de kerk naar de fabriek komt. „Ja", reageert de heer Lammers, „maar we willen beslist geen evan gelisatie gaan bedrijven. We menen altijd nog een christelijk Nederland te zijn, waarom zouden we daarom iets dergelijks niet doen... Kerk en bedrijf kunnen hier heel goed samen gaan..." Hij vertelt voorts dat het eigenlijke idee in het brein van oud directeur drs. J. W. v. d. Ven is ge boren. „We zaten zomaar wat te praten, omdat we iets anders wilden gaan doen. Iets anders dan een kerstkrans je. Waarom zouden we het Kerstge beuren niet in het dagelijks leven zet ten, hebben we ons toen afgevraagd. De ondernemingsraad werd van onze gedachten op de hoogte gebracht en van die zijde had men geen enkel be zwaar. We waren ons er evenwel terdege van bewust, dat we tere pun ten zouden raken... er zijn altijd men sen die er enigszins sceptisch tegen over staan." Waarom? Het antwoord van de heer Lammers: „Het was nieuw voor ons en voor iedereen, er waren mensen die zich gingen afvragen wat ze hier nu van moesten denken. Uit de reacties bleek echter, dat na de ADRI DE MAN geen onderscheid P. J: EBBEN alle kerken

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1966 | | pagina 10