Een
J 7 7 Natuurreservaten van Veenendaal
toe netje om.. j zijn - ook nü - de moeite waard!
Het einde van een zendmast
Friese fragmenten Onder schaak-,groten"
m
'mu,
m
v/z/M
m.
m
m
zm
m
,f is?
u
G
H
n
\/\y
mm
BSaS
27
S
S
SOCÜ
EÉXÉS
a
iü
ÉH
Ü1
8
i!
8
s
s
Si
s
iü
iü
in
s
Ij
iü
J§
8
m
k
Wfo
8
Hf
8
8
S
8
JÜ
iü
8
ül
Hf
8
8
IP
iü
iü
8
8
8
8
uil
8
8
pp
fb
8
8
s
fü
cloor A. P. dc Kleuver
SCHAAKRUBRIEK
.BOUWMEESTER
DAMRUBRIEK
P. BERGSMA
66
Een felle zuidwester jaagt over
de vallei en buldert door de
populieren en wilgen. De rietgor-
dels om de plassen buigen voor
die wind en je verwondert jezelf
er over dat zulk dor en geel ver
kleurd riet nog zo veerkrachtig
is. dat het telkens, als het bij
vlagen tot de waterspiegel neer
gedrukt wordt, zich nog weer
recht. Je weet dat in de natuur al
les vol aanpassing is. Hoe zou
het ook anders kunnen. Alles
heeft buiten een vaste plaats.
Zelfs in de winter verandert er
in feite niets en blijven de vogels
hun milieu trouw. Ze lijden lie
ver armoede op een molshoop
dan bij de vetpotten in uw tuin
te komen. Uitgezonderd dan de
spreeuwen.
Men kan zeggen van ze wat
men wil, maar 't zijn mooie en
parmantige vogels, die spreeu
wen en 's winters welkome gas
ten. Ik zorg er voor altijd een
paar grote zakken koekjesafval
gespaard te hebben. Daar zijn ze
stapel op. Ik haal dat bij bakke
rijen en koekjesfabrieken. Zo
help je de bakker van de afval
af en de vogels door de winter
heen. Uiteraard strooi ik pas als
er sneeuw ligt. Het is een won
der. Je staat 's morgens op en
alles is wit onder gesneeuwd.
Een paar uur later al zie je
troepen spreeuwen opdagen. In 't
veld is op slag schraalhans keu
kenmeester. Niet zodra is het
avond aan het worden en hebben
ze zich dik gevreten want vre
ters zijn 't in ongekende mate
en weg is de hele bubs. Waar
naar toe? Daarover wil ik het
nu eens met u hebben.
U hebt naar ik hoop mijn ar
tikel over de vogeltrek wel
gelezen. Ik vertelde u toen hoe
uit het noorden vogels bij ons
komen overwinteren en ook hoe
er bij ons weggaan om de winter
kwartieren zuidelijker op te slaan,
slaan.
De spreeuw is nu zo'n prach
tig voorbeeld daar voor. Zo er één
Europese vogel bestaat, dan toch
zeker deze. Veel verder dan ons
land komen de spreeuwen uit
Scandinavi niet.
En die hier uitgebroed werden
trekken zelden verder weg dan
de Middellandse-Zeekusten. Bo
vendien blijven er wel hier „han
gen" en dan spreken wij dus van
standvogels. Ja, ja, de spreeuw
is maar wat een mooi studieob
ject!
Naast de normale, haast zou
ik schrijven de traditionele trek
in herfst en voorjaar, is er bij
de spreeuwen een dagelijkse trek
naar de slaapplaatsen. Uitgezon
derd de vrouwtjes in de broedtijd
zijn er altijd spreeuwen aan het
trekken naar de vaste slaapplaat
sen. En of je nu spreeuwen hebt
uit het hoge noorden, of die
standvogel zijn, na een dag van
naarstig voedsel bedelen bij
sneeuwval gaan ze allemaal „op
honk" aan. En dat honk is het
rietland van de Hel. Van deze
omstandigheid wilde het ITBON
te Arnhem al een paar jaar han
dig gebruik maken en met ster
ke lantaarns 's avonds de vogels
in de Hel verblinden, van de riet
stengels „plukken", ze ringen en
in manden met een vliegtuig
meegeven naar Zwitserland. En
dan afwachten hoe lang het duurt
voor ze weer op de slaapplaatsen
in de Hel terug zijn. Als je er
honderd zou ringen en er later op
de beschreven wijze weer een in
handen krijgen die dus by de
Hel geringd zou zijn geweest, la
ten wij zeggen 2 a 3 dagen van
tevoren, dan zou het bewijs al ge
leverd zijn dat zulke vogels er
vaste slaapplaatsen op na houden.
Dit is dus slaaptrek en normale
trek (herfst en voorjaar) in één
adem.
Het feest is nog niet doorge
gaan, want het ijs tussen het riet
moet overal betrouwbaar zijn. In
wetenschappelijke kringen wil
men de Hel voor dit soort onder
zoekingen reserveren. Dat houdt
dan in dat alléén nog maar
wetenschappelijke instituten er
kunnen doen en laten wat ze wil
len, bij uitzondering een clubje
van een school (als 't woord
„school" er maar aan vast zit)
en te hooi en te gras eens een
vereniging met natuurhistorische
instelling, 't Is nog een wonder
dat er geschaatst mag worden.
En dat gaat ook nog veranderen
als Veenendaal een goede
schaatsgelegenheid krijgt. Maar
beslist geen V.V.V.-excursie in
1967 met wat rustige en belang
stellende mensen waarvoor één
uur verblijf ter plaatse was aan
gevraagd. 'k Heb om méér dan
een reden gemeend te moeten be
danken als opzichter. Eén ervan
was dan toch zeker een dergeiyke
beslissing.
Met dat wetenschappelijke ge
doe heb ik nare ervarin
gen opgedaan. Ik moest eens
met iemand met „dr." voor z'n
naam naar 't Meeuwenkampje
om zaad te verzamelen van een
heel klein en bovendien zeldzaam
grasje (zal ik maar zeggen, al
was het een zg. Carex). Nu durf
ik daar bijna geen voet te ver
zetten uit angst de tere jonge
spruiten van de orchideeën te
knakken. - Mijnheer evenwel kroop
op zijn buik als een slangemens
her en der om met zijn neus
praktisch op de grond dat din
getje toch maar te ontdekken.
Als dat zó gaat?
In de Hel waren een stel na-
tuurhistorici uit Wageningen e.o.
losgelaten geweest. Met zulke
mensen was het niet nodig mee
te gaan om toezicht te houden.
Bij controle bleek dat ze als 'n
kudde olifanten er door geraasd
waren, 't Leek wel of er een tank
aan het werk was geweest. En
om nou toch één keer te laten
zien wie dan wel de baas was heb
ben de heren in Utrecht een vin
gertje opgestoken, zo van „heren
d&t mag nou echt niet hoor". Ik
pas!
En nu dan maar verder met
ons „Heiletje om" in win
tertijd. U moet dat niet doen als
er een dik pak sneeuw ligt. Niet
dat het veld dan niet mooi is
Daar niet van. Een gewone win
terdag, een die een tikkeltje mis
tig is met een beetje weemoedige
stemming. Ze zijn er zo wel. Nou,
en dan valt er nog zo een en an
der te beleven. Dan bloeien er
warempel nog madeliefjes in de
weilanden, een beetje paars aan
gelopen van de kou wel, maar
met hartjes van goud. En let dan
vooral eens op de vogels. Er zijn
er méér dan u denkt. Soms zie
je nog wat: de rommel van een of
andere onverlaat, die zo maar een
kar vol vuilinis neergesmeten
heeft. Een schoon en ongerept
landschap verpest men er mee.
En nu wil de gemeente Veenen
daal notabene vuilnis gaan stor
ten oosten van de Hel.
Schaam u toch daar zulk een
pestbuil te bezorgen. Ze praten
er nog over naar ik hoorde, 't Zit
voorlopig nog niet zo glad. Als
landschapsbeschermer moet ik te
gen vuilnisstorten protesteren om
dat de rattentroep een bedreiging
vormt voor de wilde vogels en
voor de volksgezondheid, 'k Heb
met dat vuilnisstorten al zo veel
ellende meegemaakt dat mij dié
plaats nou helemaal ongewenst
voorkomt. Al zal ik dan geen op-
zichtertje over de Hel meer spe
len, daarom gaat het behoud er
van mij nog onverminderd ter
harte. Houd het rond de Hel nog
schoon. Wij hebben nog maar zo
weinig op dit gebied in ons land.
En 't vuilnis dan? Over een paar
jaar zitten ze al weer op zwart
zaad. 't Zal heus nog wel eens
op de vuilnistrein naar Drente
voor compostverwerklng uitdraai
en. Dit probleem is geen Veens
probleem alleen. Hier zal in de
toekomst heel Nederland mee te
maken krijgen. Men kan van ons
land toch bezwaarlijk één grote
vuilnisbelt maken. Wij knoeien te
veel en maken te veel rommel.
Dat zal 't probleem wel zijn voor
de toekomst.
Op plekjes waar met het vuil
nis nog wat eetbaars neergesme
ten werd, zie je vaak hele troepen
bonte kraaien. Dat zijn echte aas
vreters. Deze bonte broeders van
onze eigen inheemse zwarte
kraaien kwamen uit noordelijke
gebieden. Echte wintergasten dus.
'k Heb zelf nog nooit een nest van
een bonte kraai gevonden. De
bonte beschouwt men wel als een
kleurafwijking van onze zwartjes.
Op mooie dagen, als er een beetje
luwte in de lucht zit, heb ik wel
gezien dat zwarte mannen de
bonte vrouwtjes het hof maken.
Je ziet ze trouwens meestal in el-
kaars gezelschap aan het fourage-
ren.
In een weiland naast de Blauwe
Hel vond ik eens een dode haas,
waaraan gebroederlijk twee bonte
kraaien en twee zwarte kraaien
stonden te trekken. Zoiets kunt u
zelf ook aantreffen, 't Zijn bruta
le en ook zéér slimme vogels. Ik
heb altijd plezier in dat parman
tige heen en weer geloop, terwijl
ze je met een eigenwijze blik op
nemen.
Maar koppie-koppie hoor! Altijd
paraat om toe te slaan als er wat
eetbaars opdaagt, 't Zijn de
destructeurs van de natuur. De
kraaien hebben zich gehaat ge
maakt, de zwarte vooral, bij het
illustere jagergilde om de slach
ting onder jonge konijnen en ha
zen en bij de boeren om het ro
ven van kuikens. Onze bonte
kraaien evenwel kan dit niet
aangerekend worden omdat ze
ieder voorjaar weer braaf naar de
broedplaatsen in Lapland, Finlan
en Noord-Rusland gaan.
Ik heb in de buurt'van de Hel
al eens de zeldzame notekra-
kers aangetroffen. Die echt hele
maal uit Siberië. Je mag even
wel wel kennissen hebben die ze
in de buurt ergens opmerken en
je dan waarschuwen, 't Zijn erg
onrustige wintergasten die nu
hier, dan déór rondhangen. Als u
Het karwei is nu op een oor
na gevildRuim twee weken
lang zijn op het terrein van Ra
dio Kootwijk vader en zoon M.
en J. Modderkolk (in dienst van
Gebr. Van Gerrevink) met snij
branders de enorme zendmast,
die daar onlangs omver is ge
haald, te lijf gegaan, en nu is het
enorme gevaarte, waaraan zo'n
zeventigduizend kilo zit, letter
lijk aan mootjes gesneden.
Mootjes van anderhalve meter,
die straks door een kraanwagen,
voorzien van een sterke elektri
sche magneet, op vrachtwagens
zullen worden geladen om naar
het Apeldooms Kanaal te wor
den vervoerd waar ze in schepen
worden geladen die ze naar di
verse staalfabrieken in ons land
zullen overbrengen.
dan eens een vogel ziet, zo groot
als een kauwtje die aan iedere
zwarte veer een witte punt heeft,
dan i8-le dat beslist. En vertel
mij dan maar eens gauw waar ze
zitten. In geen jaren zag ik er
een.
Als je In de buurt van de Hel
eens langs de afrasteringspaal
tjes kijkt, kan het gebeuren dat
er één hoger schijnt te zijn dan de
andere. Maar kijk nu eens wat
béter. Ja, 't is een vogel die daar
zit. Een grote, donkerbruine bui
zerd, die alsmaar zit te loeren.
Bewegen doet alleen de kop, een
beetje links en een beetje rechts.
Haast onmerkbaar. Dan, ineens,
laat hij los en zweeft onhoorbaar
naar de grond. Wat later is hy op
één of ander paaltje doende een
geslagen veldmuis uit elkaar te
scheuren en met huid en haar te
verslinden. Die is gauw genoeg
op en dan zit-ie maar weer te
wachten op een volgend slachtof
fertje. Wreed? Ach, wel neen! Zo
immers heeft de Schepper het
dier tot ontwikkeling laten ko
men. Eigenlijk héél wijs. Zo'n
buizerd aan de rand van het al
maar uitdijende Veenendaal be
hoort nog bij de natuur. Niemand
kan die vogel de wet voorschrij
ven. Ep hun levenspatroon be
staat uit muizenvangen en halfdo
de dieren om zeep brengen. Ze
helpen écht de mens nog wel uit
de nesten ook. Dat zou men toch
óók eens moeten gaan inzien.
Zonder roofvogels was de boer
nergens.
Zo'n neveldag is altijd stil. Een
straffe wind zou de mist spoe
dig opruimen. Als verfomfaaide
proppen wol staan een paar scha
pen bij een landhek. Ze hebben
niets anders te doen dan wat
gras af te knabbelen en in hun
dikke pakje gestoken wat te dom
melen. Op een avond fietste ik
over de Grebbeweg en Jan van de
Goor had wat ganzen lopen. Die
maakten een lawaai van jewelste
en ze stonden maar te klapperen
met de vleugels. Die avond was
het helder en je zag de melkweg
van noord naar zuid. Die domme
ganzen hadden een gesprek met
een overkomende V-vlucht wilde
ganzen die luid gakkerend in zui
delijke richting koersten. Het
bleef bij woorden en 't werden
geen daden. Even later was hun
geluid verstomd, het vleugelklap
peren gedaan en stonden ze als
standbeelden in het maanlicht.
Even was er een drang uit het
verre verleden van dit ganzenge-
slacht geweest. Zo zielig en stil
als op déze nevelige middag had
ik die ganzen nog nooit gezien.
Net als bij de schapen was de fut
er helemaal uit. Hun lot was
trouwens al beslist. Nog een paar
weken en de poelier zou ze ha
len
Er zal wel spoedig ander weer
komen. Hoe ik dat weet? In
de heg met die prachtige trossen
rode dwergmispelbessen waren al
hongerige pestvogels te gast ge
weest. Die zijn evenwel zo onrus
tig dat ze steeds maar weer op
breken, al zitten ze ook letterlijk
midden in het voer. Nu waren 't
een stuk of tien kramsvogels die
met afgezette veren laag bij de
grond in de struiken zaten. Zeker
lekker dik gegeten. Graag wil ik
erkennen ook maar 'n broodeten
de profeet te zyn maar de
kramsvogels, die mooie gro
te, grijze lijsters uit het verre
oosten, hadden niet voor niets
hun vaderland verlaten. Het moest
daar nu bitter koud zijn. En als
de wind gaat draaien naar oost,
dan stroomt die koude ook ons
land binnen. Daarom let ik heus
op het voorkomen van die krams
vogels. Kijk ook maar eens uit.
Ziet u ze, dan weet u het: vorst
op komst.
Wij hebben de Ketelweg maar
genomen. Zo tussen de beide Hel
len in heb je méér kans op het
een of ander. Ik vind dit in de
winter altijd een fijn wandelinge
tje. De rietlanden kunnen zo mooi
zijn als de zakkende zon het dor
re riet in vuur en vlam zet. Maar
ook als nu, met iets mistigs in de
lucht en geen zuchtje wind, kan
het mooi zijn. Winters mooi.
Wij wandelen zo eens en 'n me
vrouw plukte allerlei uitgebloei
de stengels aan de slootkant.
Mooi voor het droogboeket, zei
ze. Gunst, ja, zo kun je goedkoop
aan iets komen. Een paar rietplui
men, een toef waterweegbree en
zo van alles. Ze vond onder de el
zen nog een prachtige bloeisten-
gel met zaden en al van de be-
reklauw. 't Was of ze 'n goud
stuk vond. Je moet er oog voor
hebben. Die ouderwetse droogboe-
ketten zijn „in" op het moment.
Ach ja, als het nieuwe oud ge
worden is wordt het oude dikwijls
weer nieuw. De mode grijpt altijd
weer naar vroeger terug.
Een paar dik in het haar zit
tende pinken stonden dromerig te
staren naar ongewisse verten. *t
Melkveer was allang binnenge
haald. Dat jonge vee is wat har
der. En ook dat gaat straks naar
de stal.
't Enige dat je dan nog buiten
ziet lopen is hier en daar een
pony, keiharde dingen, die op
koude dagen als nu nog behoor
lijk pittig uit hun doppen kijken.
Op het land is het werk gedaan;
je ziet geen mens. Thuis knappen
de boeren allerlei werkjes op. Zo
begint de wintertijd. En straks,
als er sneeuw gevallen zal zijn,
komt de grote rust volledig. Je
wacht er eigenlijk op.
Nu al zitten de verwoede schaat-
senryders hun pronkstukken uit 't
vet te halen en op menig verlang
lijstje dat in onwankelbaar ver
trouwen aan St.-Nic. gericht werd
stond bovenaan: een paar Noren.
En toen zal de goedheiligman 't
stokoude hoofd geschud hebben.
Noren voor een Veenendaalse jon
gen? Ze hebben er nog niet eens
de goede ysbaan voor. Ieder jaar
denk je dat ze daar wel eens aan
zullen beginnen en ieder jaar is
een missertje.
ONDER REDACTIE VAN
ONDERREDACTIE VAN
l^wantitatief speelde de Provinciale Friese
Dambond reeds jarenlang een belangrijke
rol in de K.N.D.B. Kwalitatief was dat bedui
dend minder. Tot nu, want de P.F.D.B. be
schikt vandaag de dag over een kern van
spelers die er zijn mag.
Dat Anton Schotanus byv. het 2e Turkstra
op zy'n naam wist te brengen en daarbij o.a.
Sybrands passeerde en dat damclub Hinzum
in de ereklasse een prachtige tweede plaats
achter het Amsterdamse G.S. behaalde, zegt
heel wat. Wat nog nooit gebeurd was, ge
beurde dit jaar wel: er waren zeven kansheb
bers voor de Friese damtitel en dat, terwijl
Harm Wiersma en Frank Drost niet deelna
men. Oebele Hoekstra is na een herkamp met
R. Bergsma tenslotte kampioen geworden.
Enkele Friese fragmenten tonen we u nu:
1. zw.: R. Bergsma: 3, 4, 12, 1416, 18, 19,
21, 22, 26, 27.
w.: A. Spijkstra: 29, 30, 34—38, 41—43, 47,
49.
Anke Spykstra verzuimde hier een combina-
tieve winstgang.
2. O. Hoekstra.
1 2 3 4 5
O
m
48
49
60
46 47
A. Steensma.
zw.: 2, 3, 5, 7—9, 11—13, 15—20, 22, 23, 25.
w.: 26, 27, 29, 31—45.
Deze stand ontstond na het volgende ope-
ningaspel:
34—29 (19—23) 39—34 (14—19) 31—26
(10—14) 37—31 (23—28) 33 x 22 (17 x 37)
41 x 32 (19—23) 44—39 (11—19) 50—44
(11—17) 46—41 (6—11) 41—37 (1—6) 31—27
(4—10) 36—33 (10—14 43—38 20—25)
49—43 (14—20) 37—31 (17—22) 42—37
(11—17) 4842 (6—11) 47—41. Zwart, me
nende, dat hij nu een schijf ging winnen, liet
zich verleiden tot (510). En dat was, waar
wit op gehoopt had
3. zw.: A. Spijkstra: 2, 3, 5—8, 11—14, 16, 18,
22 23
w.': P. Bergsma: 25—27, 30, 31, 35, 38, 39, 41,
42, 45, 47—49.
Ook in deze stand miste Spijkstra een win
nende combinatie.
4. P. Bergsma.
1 2 3 4 5
W/
48
49
50
46 47
A. Steensma
zw.: 7, 13. 14, 16, 19, 20. 23. 24, 26; w.: 22, 25,
28, 32, 33, 37, 38, 45, 49.
Wit had reeds een fout gemaakt door 2722
te spelen. Thans speelde wit 4943? Er volg
de (24—30) (23—29) (26—31) (14—20)
(19x48) en zwart won, doordat wit daarna
wederom faalde. Een mooie winstgang zou
deze geweest zijn: 22—17 (16—21) 17—12,
26x17, (46—39) 38—33 (39—43) 28—22.
17—11 (29—34!) 11—7 (43—49!) 45—40 of?
(34x45) 7—1 of? (49—44) 1—6 (45—50)!
5. zw.: A. Spijkstra: 2—4, 8, 9, 12—14, 16, 21,
27;
w.: S. Visser: 15, 23, 28, 29, 36—39, 42, 44, 48.
Wit speelde 3731? en ditmaal profiteerde
Spykstra er wel van
Correspondentie betreffende deze rubriek aan:
P. Bergsma, tel. 05660463, Roordahuizum
309.
Rectificatie In de rubriek van verleden
week is probleem V foutief geplaatst. Dit pro
bleem herplaatsen we hieronder.
Zw.: 1, 2, 7, 12, 16, 19, 21, 24, 29. 34.
W.: 6, 22, 27, 28, 32, 33, 36, 38, 44, 48.
Wit speelt en wint.
HORIZONTAAL
1. edelsteen, 6. paar-
dedekkleed, 12. denk-
vermogen, 14. sier
plant, 15. stad in W.
Duitsland, 17. grap,
"1/"oor dat in Havanna de grote wedstrijd
U.S.A.U.S.S.R. tot stand kwam zqn er
veel vriendelijke en wellicht nog meer on
vriendelijke woorden gesproken. De aanleiding
was, ge raadt het nooit waarde lezer, Robert
Fischer.
De grote meester uit Brooklyn behoort sinds
korte tijd tot de sectie der Zevende-dag-ad
ventisten. Volgens de Belg O'Kelly wordt
Fischer door deze sekte financieel gesteund.
De Amerikanen wisten dat Fischer op vrij
dagmiddag niet zou willen spelen en evenmin
op zaterdag voor 6 uur. Tevoren pleegden zij
overleg met de toernooi-directie en zij kregen
de toezegging dat Fischer desgewenst op za
terdag pas om 6 uur behoefde te beginnen.
De wedstrijd U.S.A.U.S.S.R. was vastge
steld op zaterdag 5 november; de moeilijkhe
den rezen toen de Russen weigerden aan het
eerste bord twee uur later te starten. De toe-
nooi-directie slaagde er niet in de prijzen tot
elkaar te brengen en zag geen andere „oplos
sing" dan het bevel om op tijd d.w.z. om
vier uur, te beginnen. Dit namen de Ameri
kanen niet; ze verschenen geen van ellen en
een uur later hadden de Russen vier volle
punten wegens tijdoverschrijding. Daverend
applaus!
Het schijnt dat op initiatief van Petrosjan
tenslotte toch een formule gevonden werd om
de wedstrijd te kunnen laten doorgaan. Er
werd een extra vrije dag ingelast en op deze
dag vochten de beide topequipes van Havanna
1966 hun deel uit.
Rusland won met 2%dank zij Michael
Tal, die als enige een vol punt wist te scoren.
Hieronder deze spannende partij.
Wit: M. Tal Zwart: R. Byrne
Siciliaans, Rauzervariant
1. e2—e4, c7—c5 2. Pgl—f3, Pb8—c6 3. d2—
d4, c5 x d4 4. Pf3 x d4. Pg8—f6 5. Pbl—c3,
d7—d6 6. Lel—g5, e7—e6 7. Ddl—d2, a7—a6
8. 0—0—0, Lc8—d7 9. f2—f4, Lf8—e7 10.
Pd4—f3, b7—b5 11. Lg5 x f6, g7 x f6 12. f4—
f5 (Deze variant geldt als gunstig voor wit;
vermoedelijk wel terecht. In het vervolg ziet
men Tal zeer doelbewust te werk gaan. Hy
voert de druk tegen e6 steeds meer op totdat
zwart gedwongen is het belangrijke veld d5
vrq te geven.) 12. ...Dd8a5 13. Kclbl,
O- 0—0 14. g2—g3, Kc8b8 15. Lflh3,
Ld7c8 (Zwart weet al niet goed raad met
zijn benarde positie; misschien had hij direct
met 15 h5, zo mogelijk gevolgd door ma
noeuvre Pc6e5g4 moeten voorzetten.) 16.
Thl—el, h7—h5 17. Dd2—e3, Lc8—d7 18.
Pc3—e2, Pc6—e5 19. Pe2—f4. Pe5g4 20.
De3e2, Td8—g8 21. Pf3—d4, Daö--bS (Nog
een aardige parade; na meervoudige ruil op
e6 komt Pg4f2 in de stelling. Helaas helpt
het maar voor uiterst korte tqd.) 22. Tdld2
(Zie diagram) 22. ...e6e5 (Dit betekent een
positionele caputilatie. Tal maakt nu op zijn
bekende manier korte metten.) 23. Pf4d5,
Db6—d8 24. Pd4—b3, Ld7—c6 25. c2—c4!
(Zeer juist; voor de koningsaanval zijn open
lijnen noodzakelijk.) 25. ...Dd8d7 26. Pb3
a5, Le7d8 27. Pa5 x c6+ Dd7 x c6 28.
Tel—cl, Kb8b7 29. c4 x b5, Dc6 x b5 30.
Te2d3, Kb7a7 31. Lh3 x g4, h5 x g4 32.
De2—e3+. Ka7—a8 33. Td3—b3, Db5—d7 34.
De3d3, Ka8—a7 35. Dd3—e3 Ka7-a8
(Wit heeft even de zetten herhaald om tijd
te winnen. Thans volgt de genadestoot.36.
Tb3—b6!
Een prachtige oplossing. Er is geen goede
parade meer tegen 37. Ta6:
Zwart geeft het op.
19. kleur, 21. bep. ge
wicht, 22. vrouw v.
Jacob (O.T.), 24. pa
ling, 27. zot, grap
penmaker, 28. woon
plaats v. Abram, 29.
ooft, 32. elem. Asta-
tinium, afk., 33. kei,
34. tijdperk, 35. ver
lichtingsartikel; 36.
Gem. Geneesk. Dienst,
afk., 38. bijl, 39. be
nedenwinds, 40. ver
standig, 41. Engels
bier, 42. lidwoord, 43.
heden, 44. deel v.e.
stad, 46. plaats v.
balspel, 48. kilovolt,
afk. 50. boomvrucht,
51. -meter: wegme
ter, 53. gevangenis v.
galeislaven, 54. do
1
2
3~
5
X/
/X
9
10
11
X/
/X
12
X/
/X
13
X/
14
X/
/X
15
16
17
10
19
20
21
X/
/X
22
23
X/
/X
24
2S
26
X/
/X
28
X/
/X
29
SO
31
32
3ï
X/
/X
34
X/
/X
35
X/
/X
X/
/X
36
37
X/
/X
X/
/X
38
X/
/X
X/
/X
39
X/
/X
40
41
|42
X/
/X
43
X/
/X
44
A5
X/
/X
46
47
X/
/X
48
49
50
51
52
X/
/X
53
54
X/
/X
55"
56
57
X/
/X
58
59
rl
X/
/X
61
X/
/X
62
63
64
65
x/x/
/x/x
67
68
69
70
71
X/
/X
X/
/X
72
73
X/
/X
74
X/
/X
(muz.) 55. weinig
voedzame gerechtjes,
58. lengtemaat, 59.
geit, 61. luchtvormig
lichaam. 62. bedover-
trek, 63. met Godi
hulp (bon cum Deo),
64. soort v. antilope,
66. gesloten, 68. be
kende wyk in Londen
69. doodsstrijd, 72. ex
clusieve, 74. oorzaak,
75. eenh. zoogdier.
VERTICAAL:
1. stand, hoedanig
heid, 2. halmen, 3.
loopplaats voor kip
pen, 4. ten bedrage
van, 5. pers. vnw., 7.
bevestiging, 8. reeds,
9. rond brood, witte
brood, 10. zuiver, 11.
verb, van kiezel en
zuurstof, 13. muziek
noot, 16. afsluiting,
bep. storing, 17. lar
ve, 18. bloedverwant,
20. „hulpmiddel" by
schoeisel, 22. langdra
dig, 23. voegwoord,
25. aangenomen hoog-
temerk, afk. 26. fyn-
proever, 29. haag, 30.
lichaamsdeel, 31. ver
bindingsstuk, 37. op
geworpen waterke -
ring, 38. zangstem,
43. opening, waardoor
uitgeademde lucht
gaat, 44. bron, 45.
gravin v. Holland, 47.
lokspijs, 49. tevreden
stellen, betalen, 51.
gemeente in Overijs
sel, 52. of, 56. muziek,
noot, 57. pers. vnw,
60. groep zangers, 63.
schotel, schaal, 65.
een zekere, 67. voor
zetsel, 68. stam v.h.
werkw. „sarren", 70.
hetzelfde, afk, 71. ri
viertje in Friesland,
72. riviertje in Bra
bant, 78. bloedver
want.