Een J 7 7 Natuurreservaten van Veenendaal toe netje om.. j zijn - ook nü - de moeite waard! Het einde van een zendmast Friese fragmenten Onder schaak-,groten" m 'mu, m v/z/M m. m m zm m ,f is? u G H n \/\y mm BSaS 27 S S SOCÜ EÉXÉS a iü ÉH Ü1 8 i! 8 s s Si s iü iü in s Ij iü J§ 8 m k Wfo 8 Hf 8 8 S 8 JÜ iü 8 ül Hf 8 8 IP iü iü 8 8 8 8 uil 8 8 pp fb 8 8 s fü cloor A. P. dc Kleuver SCHAAKRUBRIEK .BOUWMEESTER DAMRUBRIEK P. BERGSMA 66 Een felle zuidwester jaagt over de vallei en buldert door de populieren en wilgen. De rietgor- dels om de plassen buigen voor die wind en je verwondert jezelf er over dat zulk dor en geel ver kleurd riet nog zo veerkrachtig is. dat het telkens, als het bij vlagen tot de waterspiegel neer gedrukt wordt, zich nog weer recht. Je weet dat in de natuur al les vol aanpassing is. Hoe zou het ook anders kunnen. Alles heeft buiten een vaste plaats. Zelfs in de winter verandert er in feite niets en blijven de vogels hun milieu trouw. Ze lijden lie ver armoede op een molshoop dan bij de vetpotten in uw tuin te komen. Uitgezonderd dan de spreeuwen. Men kan zeggen van ze wat men wil, maar 't zijn mooie en parmantige vogels, die spreeu wen en 's winters welkome gas ten. Ik zorg er voor altijd een paar grote zakken koekjesafval gespaard te hebben. Daar zijn ze stapel op. Ik haal dat bij bakke rijen en koekjesfabrieken. Zo help je de bakker van de afval af en de vogels door de winter heen. Uiteraard strooi ik pas als er sneeuw ligt. Het is een won der. Je staat 's morgens op en alles is wit onder gesneeuwd. Een paar uur later al zie je troepen spreeuwen opdagen. In 't veld is op slag schraalhans keu kenmeester. Niet zodra is het avond aan het worden en hebben ze zich dik gevreten want vre ters zijn 't in ongekende mate en weg is de hele bubs. Waar naar toe? Daarover wil ik het nu eens met u hebben. U hebt naar ik hoop mijn ar tikel over de vogeltrek wel gelezen. Ik vertelde u toen hoe uit het noorden vogels bij ons komen overwinteren en ook hoe er bij ons weggaan om de winter kwartieren zuidelijker op te slaan, slaan. De spreeuw is nu zo'n prach tig voorbeeld daar voor. Zo er één Europese vogel bestaat, dan toch zeker deze. Veel verder dan ons land komen de spreeuwen uit Scandinavi niet. En die hier uitgebroed werden trekken zelden verder weg dan de Middellandse-Zeekusten. Bo vendien blijven er wel hier „han gen" en dan spreken wij dus van standvogels. Ja, ja, de spreeuw is maar wat een mooi studieob ject! Naast de normale, haast zou ik schrijven de traditionele trek in herfst en voorjaar, is er bij de spreeuwen een dagelijkse trek naar de slaapplaatsen. Uitgezon derd de vrouwtjes in de broedtijd zijn er altijd spreeuwen aan het trekken naar de vaste slaapplaat sen. En of je nu spreeuwen hebt uit het hoge noorden, of die standvogel zijn, na een dag van naarstig voedsel bedelen bij sneeuwval gaan ze allemaal „op honk" aan. En dat honk is het rietland van de Hel. Van deze omstandigheid wilde het ITBON te Arnhem al een paar jaar han dig gebruik maken en met ster ke lantaarns 's avonds de vogels in de Hel verblinden, van de riet stengels „plukken", ze ringen en in manden met een vliegtuig meegeven naar Zwitserland. En dan afwachten hoe lang het duurt voor ze weer op de slaapplaatsen in de Hel terug zijn. Als je er honderd zou ringen en er later op de beschreven wijze weer een in handen krijgen die dus by de Hel geringd zou zijn geweest, la ten wij zeggen 2 a 3 dagen van tevoren, dan zou het bewijs al ge leverd zijn dat zulke vogels er vaste slaapplaatsen op na houden. Dit is dus slaaptrek en normale trek (herfst en voorjaar) in één adem. Het feest is nog niet doorge gaan, want het ijs tussen het riet moet overal betrouwbaar zijn. In wetenschappelijke kringen wil men de Hel voor dit soort onder zoekingen reserveren. Dat houdt dan in dat alléén nog maar wetenschappelijke instituten er kunnen doen en laten wat ze wil len, bij uitzondering een clubje van een school (als 't woord „school" er maar aan vast zit) en te hooi en te gras eens een vereniging met natuurhistorische instelling, 't Is nog een wonder dat er geschaatst mag worden. En dat gaat ook nog veranderen als Veenendaal een goede schaatsgelegenheid krijgt. Maar beslist geen V.V.V.-excursie in 1967 met wat rustige en belang stellende mensen waarvoor één uur verblijf ter plaatse was aan gevraagd. 'k Heb om méér dan een reden gemeend te moeten be danken als opzichter. Eén ervan was dan toch zeker een dergeiyke beslissing. Met dat wetenschappelijke ge doe heb ik nare ervarin gen opgedaan. Ik moest eens met iemand met „dr." voor z'n naam naar 't Meeuwenkampje om zaad te verzamelen van een heel klein en bovendien zeldzaam grasje (zal ik maar zeggen, al was het een zg. Carex). Nu durf ik daar bijna geen voet te ver zetten uit angst de tere jonge spruiten van de orchideeën te knakken. - Mijnheer evenwel kroop op zijn buik als een slangemens her en der om met zijn neus praktisch op de grond dat din getje toch maar te ontdekken. Als dat zó gaat? In de Hel waren een stel na- tuurhistorici uit Wageningen e.o. losgelaten geweest. Met zulke mensen was het niet nodig mee te gaan om toezicht te houden. Bij controle bleek dat ze als 'n kudde olifanten er door geraasd waren, 't Leek wel of er een tank aan het werk was geweest. En om nou toch één keer te laten zien wie dan wel de baas was heb ben de heren in Utrecht een vin gertje opgestoken, zo van „heren d&t mag nou echt niet hoor". Ik pas! En nu dan maar verder met ons „Heiletje om" in win tertijd. U moet dat niet doen als er een dik pak sneeuw ligt. Niet dat het veld dan niet mooi is Daar niet van. Een gewone win terdag, een die een tikkeltje mis tig is met een beetje weemoedige stemming. Ze zijn er zo wel. Nou, en dan valt er nog zo een en an der te beleven. Dan bloeien er warempel nog madeliefjes in de weilanden, een beetje paars aan gelopen van de kou wel, maar met hartjes van goud. En let dan vooral eens op de vogels. Er zijn er méér dan u denkt. Soms zie je nog wat: de rommel van een of andere onverlaat, die zo maar een kar vol vuilinis neergesmeten heeft. Een schoon en ongerept landschap verpest men er mee. En nu wil de gemeente Veenen daal notabene vuilnis gaan stor ten oosten van de Hel. Schaam u toch daar zulk een pestbuil te bezorgen. Ze praten er nog over naar ik hoorde, 't Zit voorlopig nog niet zo glad. Als landschapsbeschermer moet ik te gen vuilnisstorten protesteren om dat de rattentroep een bedreiging vormt voor de wilde vogels en voor de volksgezondheid, 'k Heb met dat vuilnisstorten al zo veel ellende meegemaakt dat mij dié plaats nou helemaal ongewenst voorkomt. Al zal ik dan geen op- zichtertje over de Hel meer spe len, daarom gaat het behoud er van mij nog onverminderd ter harte. Houd het rond de Hel nog schoon. Wij hebben nog maar zo weinig op dit gebied in ons land. En 't vuilnis dan? Over een paar jaar zitten ze al weer op zwart zaad. 't Zal heus nog wel eens op de vuilnistrein naar Drente voor compostverwerklng uitdraai en. Dit probleem is geen Veens probleem alleen. Hier zal in de toekomst heel Nederland mee te maken krijgen. Men kan van ons land toch bezwaarlijk één grote vuilnisbelt maken. Wij knoeien te veel en maken te veel rommel. Dat zal 't probleem wel zijn voor de toekomst. Op plekjes waar met het vuil nis nog wat eetbaars neergesme ten werd, zie je vaak hele troepen bonte kraaien. Dat zijn echte aas vreters. Deze bonte broeders van onze eigen inheemse zwarte kraaien kwamen uit noordelijke gebieden. Echte wintergasten dus. 'k Heb zelf nog nooit een nest van een bonte kraai gevonden. De bonte beschouwt men wel als een kleurafwijking van onze zwartjes. Op mooie dagen, als er een beetje luwte in de lucht zit, heb ik wel gezien dat zwarte mannen de bonte vrouwtjes het hof maken. Je ziet ze trouwens meestal in el- kaars gezelschap aan het fourage- ren. In een weiland naast de Blauwe Hel vond ik eens een dode haas, waaraan gebroederlijk twee bonte kraaien en twee zwarte kraaien stonden te trekken. Zoiets kunt u zelf ook aantreffen, 't Zijn bruta le en ook zéér slimme vogels. Ik heb altijd plezier in dat parman tige heen en weer geloop, terwijl ze je met een eigenwijze blik op nemen. Maar koppie-koppie hoor! Altijd paraat om toe te slaan als er wat eetbaars opdaagt, 't Zijn de destructeurs van de natuur. De kraaien hebben zich gehaat ge maakt, de zwarte vooral, bij het illustere jagergilde om de slach ting onder jonge konijnen en ha zen en bij de boeren om het ro ven van kuikens. Onze bonte kraaien evenwel kan dit niet aangerekend worden omdat ze ieder voorjaar weer braaf naar de broedplaatsen in Lapland, Finlan en Noord-Rusland gaan. Ik heb in de buurt'van de Hel al eens de zeldzame notekra- kers aangetroffen. Die echt hele maal uit Siberië. Je mag even wel wel kennissen hebben die ze in de buurt ergens opmerken en je dan waarschuwen, 't Zijn erg onrustige wintergasten die nu hier, dan déór rondhangen. Als u Het karwei is nu op een oor na gevildRuim twee weken lang zijn op het terrein van Ra dio Kootwijk vader en zoon M. en J. Modderkolk (in dienst van Gebr. Van Gerrevink) met snij branders de enorme zendmast, die daar onlangs omver is ge haald, te lijf gegaan, en nu is het enorme gevaarte, waaraan zo'n zeventigduizend kilo zit, letter lijk aan mootjes gesneden. Mootjes van anderhalve meter, die straks door een kraanwagen, voorzien van een sterke elektri sche magneet, op vrachtwagens zullen worden geladen om naar het Apeldooms Kanaal te wor den vervoerd waar ze in schepen worden geladen die ze naar di verse staalfabrieken in ons land zullen overbrengen. dan eens een vogel ziet, zo groot als een kauwtje die aan iedere zwarte veer een witte punt heeft, dan i8-le dat beslist. En vertel mij dan maar eens gauw waar ze zitten. In geen jaren zag ik er een. Als je In de buurt van de Hel eens langs de afrasteringspaal tjes kijkt, kan het gebeuren dat er één hoger schijnt te zijn dan de andere. Maar kijk nu eens wat béter. Ja, 't is een vogel die daar zit. Een grote, donkerbruine bui zerd, die alsmaar zit te loeren. Bewegen doet alleen de kop, een beetje links en een beetje rechts. Haast onmerkbaar. Dan, ineens, laat hij los en zweeft onhoorbaar naar de grond. Wat later is hy op één of ander paaltje doende een geslagen veldmuis uit elkaar te scheuren en met huid en haar te verslinden. Die is gauw genoeg op en dan zit-ie maar weer te wachten op een volgend slachtof fertje. Wreed? Ach, wel neen! Zo immers heeft de Schepper het dier tot ontwikkeling laten ko men. Eigenlijk héél wijs. Zo'n buizerd aan de rand van het al maar uitdijende Veenendaal be hoort nog bij de natuur. Niemand kan die vogel de wet voorschrij ven. Ep hun levenspatroon be staat uit muizenvangen en halfdo de dieren om zeep brengen. Ze helpen écht de mens nog wel uit de nesten ook. Dat zou men toch óók eens moeten gaan inzien. Zonder roofvogels was de boer nergens. Zo'n neveldag is altijd stil. Een straffe wind zou de mist spoe dig opruimen. Als verfomfaaide proppen wol staan een paar scha pen bij een landhek. Ze hebben niets anders te doen dan wat gras af te knabbelen en in hun dikke pakje gestoken wat te dom melen. Op een avond fietste ik over de Grebbeweg en Jan van de Goor had wat ganzen lopen. Die maakten een lawaai van jewelste en ze stonden maar te klapperen met de vleugels. Die avond was het helder en je zag de melkweg van noord naar zuid. Die domme ganzen hadden een gesprek met een overkomende V-vlucht wilde ganzen die luid gakkerend in zui delijke richting koersten. Het bleef bij woorden en 't werden geen daden. Even later was hun geluid verstomd, het vleugelklap peren gedaan en stonden ze als standbeelden in het maanlicht. Even was er een drang uit het verre verleden van dit ganzenge- slacht geweest. Zo zielig en stil als op déze nevelige middag had ik die ganzen nog nooit gezien. Net als bij de schapen was de fut er helemaal uit. Hun lot was trouwens al beslist. Nog een paar weken en de poelier zou ze ha len Er zal wel spoedig ander weer komen. Hoe ik dat weet? In de heg met die prachtige trossen rode dwergmispelbessen waren al hongerige pestvogels te gast ge weest. Die zijn evenwel zo onrus tig dat ze steeds maar weer op breken, al zitten ze ook letterlijk midden in het voer. Nu waren 't een stuk of tien kramsvogels die met afgezette veren laag bij de grond in de struiken zaten. Zeker lekker dik gegeten. Graag wil ik erkennen ook maar 'n broodeten de profeet te zyn maar de kramsvogels, die mooie gro te, grijze lijsters uit het verre oosten, hadden niet voor niets hun vaderland verlaten. Het moest daar nu bitter koud zijn. En als de wind gaat draaien naar oost, dan stroomt die koude ook ons land binnen. Daarom let ik heus op het voorkomen van die krams vogels. Kijk ook maar eens uit. Ziet u ze, dan weet u het: vorst op komst. Wij hebben de Ketelweg maar genomen. Zo tussen de beide Hel len in heb je méér kans op het een of ander. Ik vind dit in de winter altijd een fijn wandelinge tje. De rietlanden kunnen zo mooi zijn als de zakkende zon het dor re riet in vuur en vlam zet. Maar ook als nu, met iets mistigs in de lucht en geen zuchtje wind, kan het mooi zijn. Winters mooi. Wij wandelen zo eens en 'n me vrouw plukte allerlei uitgebloei de stengels aan de slootkant. Mooi voor het droogboeket, zei ze. Gunst, ja, zo kun je goedkoop aan iets komen. Een paar rietplui men, een toef waterweegbree en zo van alles. Ze vond onder de el zen nog een prachtige bloeisten- gel met zaden en al van de be- reklauw. 't Was of ze 'n goud stuk vond. Je moet er oog voor hebben. Die ouderwetse droogboe- ketten zijn „in" op het moment. Ach ja, als het nieuwe oud ge worden is wordt het oude dikwijls weer nieuw. De mode grijpt altijd weer naar vroeger terug. Een paar dik in het haar zit tende pinken stonden dromerig te staren naar ongewisse verten. *t Melkveer was allang binnenge haald. Dat jonge vee is wat har der. En ook dat gaat straks naar de stal. 't Enige dat je dan nog buiten ziet lopen is hier en daar een pony, keiharde dingen, die op koude dagen als nu nog behoor lijk pittig uit hun doppen kijken. Op het land is het werk gedaan; je ziet geen mens. Thuis knappen de boeren allerlei werkjes op. Zo begint de wintertijd. En straks, als er sneeuw gevallen zal zijn, komt de grote rust volledig. Je wacht er eigenlijk op. Nu al zitten de verwoede schaat- senryders hun pronkstukken uit 't vet te halen en op menig verlang lijstje dat in onwankelbaar ver trouwen aan St.-Nic. gericht werd stond bovenaan: een paar Noren. En toen zal de goedheiligman 't stokoude hoofd geschud hebben. Noren voor een Veenendaalse jon gen? Ze hebben er nog niet eens de goede ysbaan voor. Ieder jaar denk je dat ze daar wel eens aan zullen beginnen en ieder jaar is een missertje. ONDER REDACTIE VAN ONDERREDACTIE VAN l^wantitatief speelde de Provinciale Friese Dambond reeds jarenlang een belangrijke rol in de K.N.D.B. Kwalitatief was dat bedui dend minder. Tot nu, want de P.F.D.B. be schikt vandaag de dag over een kern van spelers die er zijn mag. Dat Anton Schotanus byv. het 2e Turkstra op zy'n naam wist te brengen en daarbij o.a. Sybrands passeerde en dat damclub Hinzum in de ereklasse een prachtige tweede plaats achter het Amsterdamse G.S. behaalde, zegt heel wat. Wat nog nooit gebeurd was, ge beurde dit jaar wel: er waren zeven kansheb bers voor de Friese damtitel en dat, terwijl Harm Wiersma en Frank Drost niet deelna men. Oebele Hoekstra is na een herkamp met R. Bergsma tenslotte kampioen geworden. Enkele Friese fragmenten tonen we u nu: 1. zw.: R. Bergsma: 3, 4, 12, 1416, 18, 19, 21, 22, 26, 27. w.: A. Spijkstra: 29, 30, 34—38, 41—43, 47, 49. Anke Spykstra verzuimde hier een combina- tieve winstgang. 2. O. Hoekstra. 1 2 3 4 5 O m 48 49 60 46 47 A. Steensma. zw.: 2, 3, 5, 7—9, 11—13, 15—20, 22, 23, 25. w.: 26, 27, 29, 31—45. Deze stand ontstond na het volgende ope- ningaspel: 34—29 (19—23) 39—34 (14—19) 31—26 (10—14) 37—31 (23—28) 33 x 22 (17 x 37) 41 x 32 (19—23) 44—39 (11—19) 50—44 (11—17) 46—41 (6—11) 41—37 (1—6) 31—27 (4—10) 36—33 (10—14 43—38 20—25) 49—43 (14—20) 37—31 (17—22) 42—37 (11—17) 4842 (6—11) 47—41. Zwart, me nende, dat hij nu een schijf ging winnen, liet zich verleiden tot (510). En dat was, waar wit op gehoopt had 3. zw.: A. Spijkstra: 2, 3, 5—8, 11—14, 16, 18, 22 23 w.': P. Bergsma: 25—27, 30, 31, 35, 38, 39, 41, 42, 45, 47—49. Ook in deze stand miste Spijkstra een win nende combinatie. 4. P. Bergsma. 1 2 3 4 5 W/ 48 49 50 46 47 A. Steensma zw.: 7, 13. 14, 16, 19, 20. 23. 24, 26; w.: 22, 25, 28, 32, 33, 37, 38, 45, 49. Wit had reeds een fout gemaakt door 2722 te spelen. Thans speelde wit 4943? Er volg de (24—30) (23—29) (26—31) (14—20) (19x48) en zwart won, doordat wit daarna wederom faalde. Een mooie winstgang zou deze geweest zijn: 22—17 (16—21) 17—12, 26x17, (46—39) 38—33 (39—43) 28—22. 17—11 (29—34!) 11—7 (43—49!) 45—40 of? (34x45) 7—1 of? (49—44) 1—6 (45—50)! 5. zw.: A. Spijkstra: 2—4, 8, 9, 12—14, 16, 21, 27; w.: S. Visser: 15, 23, 28, 29, 36—39, 42, 44, 48. Wit speelde 3731? en ditmaal profiteerde Spykstra er wel van Correspondentie betreffende deze rubriek aan: P. Bergsma, tel. 05660463, Roordahuizum 309. Rectificatie In de rubriek van verleden week is probleem V foutief geplaatst. Dit pro bleem herplaatsen we hieronder. Zw.: 1, 2, 7, 12, 16, 19, 21, 24, 29. 34. W.: 6, 22, 27, 28, 32, 33, 36, 38, 44, 48. Wit speelt en wint. HORIZONTAAL 1. edelsteen, 6. paar- dedekkleed, 12. denk- vermogen, 14. sier plant, 15. stad in W. Duitsland, 17. grap, "1/"oor dat in Havanna de grote wedstrijd U.S.A.U.S.S.R. tot stand kwam zqn er veel vriendelijke en wellicht nog meer on vriendelijke woorden gesproken. De aanleiding was, ge raadt het nooit waarde lezer, Robert Fischer. De grote meester uit Brooklyn behoort sinds korte tijd tot de sectie der Zevende-dag-ad ventisten. Volgens de Belg O'Kelly wordt Fischer door deze sekte financieel gesteund. De Amerikanen wisten dat Fischer op vrij dagmiddag niet zou willen spelen en evenmin op zaterdag voor 6 uur. Tevoren pleegden zij overleg met de toernooi-directie en zij kregen de toezegging dat Fischer desgewenst op za terdag pas om 6 uur behoefde te beginnen. De wedstrijd U.S.A.U.S.S.R. was vastge steld op zaterdag 5 november; de moeilijkhe den rezen toen de Russen weigerden aan het eerste bord twee uur later te starten. De toe- nooi-directie slaagde er niet in de prijzen tot elkaar te brengen en zag geen andere „oplos sing" dan het bevel om op tijd d.w.z. om vier uur, te beginnen. Dit namen de Ameri kanen niet; ze verschenen geen van ellen en een uur later hadden de Russen vier volle punten wegens tijdoverschrijding. Daverend applaus! Het schijnt dat op initiatief van Petrosjan tenslotte toch een formule gevonden werd om de wedstrijd te kunnen laten doorgaan. Er werd een extra vrije dag ingelast en op deze dag vochten de beide topequipes van Havanna 1966 hun deel uit. Rusland won met 2%dank zij Michael Tal, die als enige een vol punt wist te scoren. Hieronder deze spannende partij. Wit: M. Tal Zwart: R. Byrne Siciliaans, Rauzervariant 1. e2—e4, c7—c5 2. Pgl—f3, Pb8—c6 3. d2— d4, c5 x d4 4. Pf3 x d4. Pg8—f6 5. Pbl—c3, d7—d6 6. Lel—g5, e7—e6 7. Ddl—d2, a7—a6 8. 0—0—0, Lc8—d7 9. f2—f4, Lf8—e7 10. Pd4—f3, b7—b5 11. Lg5 x f6, g7 x f6 12. f4— f5 (Deze variant geldt als gunstig voor wit; vermoedelijk wel terecht. In het vervolg ziet men Tal zeer doelbewust te werk gaan. Hy voert de druk tegen e6 steeds meer op totdat zwart gedwongen is het belangrijke veld d5 vrq te geven.) 12. ...Dd8a5 13. Kclbl, O- 0—0 14. g2—g3, Kc8b8 15. Lflh3, Ld7c8 (Zwart weet al niet goed raad met zijn benarde positie; misschien had hij direct met 15 h5, zo mogelijk gevolgd door ma noeuvre Pc6e5g4 moeten voorzetten.) 16. Thl—el, h7—h5 17. Dd2—e3, Lc8—d7 18. Pc3—e2, Pc6—e5 19. Pe2—f4. Pe5g4 20. De3e2, Td8—g8 21. Pf3—d4, Daö--bS (Nog een aardige parade; na meervoudige ruil op e6 komt Pg4f2 in de stelling. Helaas helpt het maar voor uiterst korte tqd.) 22. Tdld2 (Zie diagram) 22. ...e6e5 (Dit betekent een positionele caputilatie. Tal maakt nu op zijn bekende manier korte metten.) 23. Pf4d5, Db6—d8 24. Pd4—b3, Ld7—c6 25. c2—c4! (Zeer juist; voor de koningsaanval zijn open lijnen noodzakelijk.) 25. ...Dd8d7 26. Pb3 a5, Le7d8 27. Pa5 x c6+ Dd7 x c6 28. Tel—cl, Kb8b7 29. c4 x b5, Dc6 x b5 30. Te2d3, Kb7a7 31. Lh3 x g4, h5 x g4 32. De2—e3+. Ka7—a8 33. Td3—b3, Db5—d7 34. De3d3, Ka8—a7 35. Dd3—e3 Ka7-a8 (Wit heeft even de zetten herhaald om tijd te winnen. Thans volgt de genadestoot.36. Tb3—b6! Een prachtige oplossing. Er is geen goede parade meer tegen 37. Ta6: Zwart geeft het op. 19. kleur, 21. bep. ge wicht, 22. vrouw v. Jacob (O.T.), 24. pa ling, 27. zot, grap penmaker, 28. woon plaats v. Abram, 29. ooft, 32. elem. Asta- tinium, afk., 33. kei, 34. tijdperk, 35. ver lichtingsartikel; 36. Gem. Geneesk. Dienst, afk., 38. bijl, 39. be nedenwinds, 40. ver standig, 41. Engels bier, 42. lidwoord, 43. heden, 44. deel v.e. stad, 46. plaats v. balspel, 48. kilovolt, afk. 50. boomvrucht, 51. -meter: wegme ter, 53. gevangenis v. galeislaven, 54. do 1 2 3~ 5 X/ /X 9 10 11 X/ /X 12 X/ /X 13 X/ 14 X/ /X 15 16 17 10 19 20 21 X/ /X 22 23 X/ /X 24 2S 26 X/ /X 28 X/ /X 29 SO 31 32 3ï X/ /X 34 X/ /X 35 X/ /X X/ /X 36 37 X/ /X X/ /X 38 X/ /X X/ /X 39 X/ /X 40 41 |42 X/ /X 43 X/ /X 44 A5 X/ /X 46 47 X/ /X 48 49 50 51 52 X/ /X 53 54 X/ /X 55" 56 57 X/ /X 58 59 rl X/ /X 61 X/ /X 62 63 64 65 x/x/ /x/x 67 68 69 70 71 X/ /X X/ /X 72 73 X/ /X 74 X/ /X (muz.) 55. weinig voedzame gerechtjes, 58. lengtemaat, 59. geit, 61. luchtvormig lichaam. 62. bedover- trek, 63. met Godi hulp (bon cum Deo), 64. soort v. antilope, 66. gesloten, 68. be kende wyk in Londen 69. doodsstrijd, 72. ex clusieve, 74. oorzaak, 75. eenh. zoogdier. VERTICAAL: 1. stand, hoedanig heid, 2. halmen, 3. loopplaats voor kip pen, 4. ten bedrage van, 5. pers. vnw., 7. bevestiging, 8. reeds, 9. rond brood, witte brood, 10. zuiver, 11. verb, van kiezel en zuurstof, 13. muziek noot, 16. afsluiting, bep. storing, 17. lar ve, 18. bloedverwant, 20. „hulpmiddel" by schoeisel, 22. langdra dig, 23. voegwoord, 25. aangenomen hoog- temerk, afk. 26. fyn- proever, 29. haag, 30. lichaamsdeel, 31. ver bindingsstuk, 37. op geworpen waterke - ring, 38. zangstem, 43. opening, waardoor uitgeademde lucht gaat, 44. bron, 45. gravin v. Holland, 47. lokspijs, 49. tevreden stellen, betalen, 51. gemeente in Overijs sel, 52. of, 56. muziek, noot, 57. pers. vnw, 60. groep zangers, 63. schotel, schaal, 65. een zekere, 67. voor zetsel, 68. stam v.h. werkw. „sarren", 70. hetzelfde, afk, 71. ri viertje in Friesland, 72. riviertje in Bra bant, 78. bloedver want.

Digitale periodieken - Gemeentearchief Veenendaal

De Vallei | 1966 | | pagina 13