Herin neringen
van een
oude peetoom
Na prinses Beatrix
en haar kinderen
anmorgen in ondertrouw
vandaag jarig (84!)
De lipjes op elkaar - ze wilde
niet schreeuwen in de kerk.99
ZATERDAG 10 DECEMBER 1966
iLTanaf vandaag staan prinses Margriet en nir. Pieter van Vol-
lenhoven, zoals dat karakteristiek heet„onder de geboden
Zij hebben vanmorgen in Baarn bij de ambtenaar van de Bur
gerlijke Stand aangifte gedaan, dat zij op 10 januari 1967 met
elkaar in het huwelijk wensen te treden. Zij zijn van dat ogen
blik af in ondertrouw en bruid en bruidegom.
Vandaag gaan onze gedachten even terug naar een heel an
dere dag: 29 juni 1943, toen prinses Margriet in de Presbyterian
Church St.-Andrew in Ottawa werd gedoopt door ds. Winfield
Burggraaff, een Canadees van Nederlandse afkomst. Zij werd
Margriet gedoopt foto ondernaar de bloem, die koningin Wil-
helmina had aangewezen als een eerbewijs voor alle Nederlanders
die in de oorlog waren gevallen. Wijlen president Franklin Dela
no Roosevelt was haar peetoom, hoewel hij bi) de doop niet
aanwezig kon zijn. Wél aanwezig was een andere peetoom -
een Nederlandse olieman, met wie een onzer verslaggevers sprak
over de kleine Margriet toen nog een baby.
Q/? het tv-toestel van de familie Huson
in Scheveningen. Stevinstraat 10,
staat keurig ingelijst een foto van
prinses Margriet. Dat heeft een zeer spe
ciale reden. De heer des huizes is haar
peetoom. Hij behoorde destijds, in 1943,
tot de kleine groep van representanten
der koopvaardij die aanwezig was bij de
doopplechtigheid in Ottawa.
Nu is deze vroegere olieman 84 jaar. Om
precies te zijn, hij wordt dat vandaag, uit
gerekend op de datum van de onder
trouw.
Overigens zal de jarige zijn gebruikelijke
ochtendwandeling van ettelijke uren hier
voor niet achterwege laten. Dat gebeurt
wel volgende maand, 10 januari. Want
Jacob Huson en zijn vrouw zijn door Ko
ningin en Prins uitgenodigd de kerkelijke
plechtigheid bij te wonen. ,,Ze hebben me
niet vergeten"zo constateert hij verge
noegd. „Trouwens, dat kon ook haast
niet, want ik heb de prinses elke verjaar
dag een felicitatiekaart gestuurd en
ook bij haar verloving".
De ongelooflijk krasse peetoom weet nog
haarfijn te vertellen hoe de doop indertijd
is verlopen. „In die tijd voer ik op de Edam
van de Holland-Amerika-Lijn. Bij deze
maatschappij ben ik 39 jaar geweest. Mijn
thuishaven was toen tijdens de oor
log - New York. Op een dag, kort na bin
nenkomst, kreeg ik een boodschap dat de
walkapitein me wou zien op Hoboken. Ik
erheen. Hij vroeg me: „zeg Huson, heb
jij zin om naar Canada te gaan. De Konin
gin heeft naar je gevraagd". Een geintje,
dacht ik dus. Maar hij bleef ernstig. „Ga
nou maar met de ferry over en meldt je
bij Netherlands Shipping op Broadway.
Daar krijg je de bijzonderheden".
Toen is Huson dat maar gaan doen. Ze
vertelden me daar, dat er een kleine
ploeg was uitgekozen om aanwezig te zijn
bij het dopen van Prinses Margriet. De
anderen kwamen ook al gauw. We kregen
een treinticket en die maandag daarop
spoorden we met zes man naar Montreal.
De volgende morgen door naar Ottawa
Om een uur of twaalf kwamen we aan.
Er stond iemand op ons te wachten, die
ons meteen meenam naar de kerk".
De toenmalige olieman weet nu niet
meer wie er allemaal tot de groep behoor-
n.n. „Er waren vier officieren bij, één ka
pitein, twee stuurlui en een machinist, dan
een bootsman en ik. Ze zijn inmiddels al
lemaal dood, voor zover ik weet. Al die
hogen zijn gesneuveld. Ik heb nooit meer
iemand van hen teruggezien."
Jacob Huson herinnert zich hoe de peet
ooms een plaats kregen achter de gasten
van het Koninklijk gezin. „We zaten
schuin opzij en konden alles goed zien". De
liturgie is hem niet bijgebleven. Wel na
tuurlijk het moment van de doop zelf.
„Die dominee sprenkelde dus wat water
op haar voorhoofd. Het bleef doodstil. Nou
wist iedereen, dat prinses Beatrix destijds
flink was geschrokken en een mooie
schreeuw had gegeven. Maar haar zuster
hield de lipjes op elkaar. Die dominee
gooide nog een hele pets. Maar prinses
Margriet gaf geen kik. Ze bleek niet bang
voor water
Na afloop werd op de stoep van de kerk
een groepsfoto gemaakt. „Koningin Wil-
helmina regelde alles zelf. Ze kwam ons
halen - wij moesten ook op de kiek. Daar
na gingen we per auto naar het huis van
prinses Juliana De oude Koningin heeft
ons daar toen ondervraagd. Alles wilde ze
weten. Over ons leven. Over het varen in
konvooi en de luchtaanvallen".
„Aan het eind van de middag vroeg ie
mand de koopvaardij-groep om nog even
in de tuin te komen. „Daar wachtte ko
ningin Wilhelmina ons op bij de kinderwa
gen met Prinses Margriet." Voor jullie
weggaat", zei ze, „willen jullie je pete
kind toch nog wel even zien." Zo stonden
daar dus zes grote kerels gebogen over de
kap en keken naar de slapende baby.
„We namen afscheid en liepen met z'n
zessen naar het station. Terug naar New-
York. En toen hadden we 't weer gehad".
Jacob Huson bleef hierna twee jaar aan de
wal. Hij werkte dan als donkeyman in de
machinekamers van schepen, die er voor
de kade kwamen.
Intussen wist mevrouw Huson - thuis, in
het bezette vaderland - van niets. Zij is
nu 79 jaar. en even gezond als haar man.
„Ik heb altijd gezegd, de hele oorlog door,
tegen iedereen: die komt terug, maak je
niet ongerust - nou, ik heb gelijk gekrë-
gen." Elke week ging mevrouw Huson „op
kantoor" de gage halen. „De Duitsers ga
ven me vijftien guldens, daar moest ik het
mee doen. En dat met drie grote kinderen
de oudste is nu 56 jaar. Het was een vre
selijke tijd. We woonden voor de oorlog in
Rotterdam. Later ging ik naar Den Haag.
En toen wilden ze me evacueren. Dat
ging gelukkig niet door. Ik had er een foe-
fie op".
Jacob Huson voer de eerste jaren van
de oorlog met de Penland. Daarvóór had
hij 29 jaar doorgebracht op de oude Rot
terdam. „In 1910 kwam ik aan boord - het
was zo'n tweepijper, hoog opgebouwd, een
fijn schip." Tevoren had Jacob Huson in
de wilde vaart gezeten. „Overal heen.
Maanden achtereen van huis. Niks gedaan.
Ik ging bij de Holland-Amerika Lijn om
dat je dan elke maand een keer bij moe
der de vrouw kon zijn. Eind 1939 moest de
Rotterdam worden gesloopt.
„Wij moesten als bemanning de Penland
gaan ophalen in Antwerpen. Eerst een
paar kustreizen maken. En toen voor het
eerst naar de overkant. Op 29 april ver
trokken we uit Antwerpen. Bij Duinkerken
moesten Amerikaanse passagiers worden
opgepikt, die waren weggevlucht uit Duits
land. Dat kostte wat tijd. We waren pre
cies een dag buitengaats toen het telegram
kwam dat het vaderland in handen van de
vijand was gevallen".
Een jaar later werd de Penland - Intus
sen omgebouwd tot troepentransportschip
- getorpedeerd vanuit de lucht. Het schip
had op dat moment geen militairen aan
boord. „We gingen soldaten halen in Grie
keland vanuit Egypte. Twee dagreizen van
Athene kwam toen dat vliegtuig, we voe
ren onder dekking van een torpedobootja-
ger - maar die lui konden niet mikken...
de torpedo kwam in de machinekamer te
recht Er werd niemand gedood. Alleen
de kapitein had een scherf op z'n kop ge
kregen, meer niet. Het schip zonk nauwe
lijks. We konden op ons gemak in de bo
ten gaan om meteen te worden opgepikt
door die jager. Het schip bleef zo lang
drijven, dat we er zelf een eind aan heb
ben gemaakt - met een paar granaten
werd hét de grond ingeboord."
Maanden later hoorde Mevrouw Huson
in Rotterdam wat er gebeurd was. Pas na
de oorlog kwam er een brief van het Rode
Kruis. „Daarin vertelde mijn man, dat hij
in New York woonde bij familie van mijn
zuster. En toen dat verhaal van de Konin
gin. Eerst geloofde ik 't niet. Hij was ze
ker dronken toen-ie dat schreef - was mijn
eerste reactie. Jacob kwam pas in septem
ber thuis. Hij had foto's bij zich. En een
dankbetuiging van de Prinses. Het was dus
tóch waar geweest."
Sindsdien heeft Jacob Huson niet meer
gevaren. „Ik was de zestig gepasseerd, en
dan ga je er uit - gezond of niet. In het
begin verdiende ik op het strand wat bij.
Maar de laatste jaren ging dat natuurlijk
niet meer."
Mevrouw Huson: „Hij gaat elke morgen
al vroeg de deur uit. Even wandelen. Vaak
komt-ie dan pas laat in de middag weer
terug. Waar die man overal uithangt ik
weet het niet"
Jacob: niet bij de meissies"
Mevrouw Huson: „Verleden week is hij
hier nog van de trap gevallen. Helemaal
van boven naar beneden. We mochten hem
niet eens oprapen. „Ik mankeer niets",
riep hij. Alleen zijn arm deed pjjn, en er
zaten een paar builen op zijn hoofd. Dat
was alles. Nou vraag ik je toch."
Jacob: „Mijn benen zijn best. Ik loop
door de stad uren achter mekaar. Ik woon
vijf minuten lopen van zee. Maar ik ga er
nooit heen. Dat heb ik vijfenveertig jaar
gezien. Voor mij hoeft 't niet meer".
De plaats van prinses Margriet in de troonopvolging
\Vanneer de gewone menselyke zaken
hun natuurlijke gang nemen zal prin
ses Beatrix eens haar moeder opvolgen
en Koningin der Nederlanden zijn. Zij is
de eerstgereehtigde tot de troon. Dat is
uiteraard heel iets anders dan de enige
gerechtigde. Dat is zij namelijk zeker niet.
Er laten zich mogelijkheden denken, dat
niet prinses Beatrix de troon bestijgt,
maar een ander. De vraag is wie dat kan
zyn. Nu prinses Margriet op 10 januari
met mr. Pieter van Vollenhoven in het
huwelijk treedt, is het de moeite waard
om uit te zoeken, of er ook voor haar en
eventueel voor haar kinderen nog kansen
zijn weggelegd.
Voor het huwelijk van prinses Margriet
met mr. Van Vollenhoven hebben de Sta-
ten-Generaai overeenkomstig artikel 17
van de grondwet toestemming verleend
evenals zij dat hebben gedaan voor het
huwelijk van prinses Beatrix en prins
Claus en dus heeft prinses Margriet
haar rechten op troonopvolging behouden.
Artikel 17 van de grondwet luidt: „Van
de erfopvolging, zowel voor zichzelf als
voor hun nakomelingen, zijn uitgesloten al
le kinderen geboren uit een huwelijk, aan
gegaan door een Koning buiten gemeen
overleg met de Staten-Generaal, of door
een man of vrouw, die de Kroon van de
regerende Koning kan beërven, buiten bij
de wet verleende toestemming. Het aan
gaan van zodanig huwelijk heeft ten op
zichte van het bezit van en de opvolging
tot de Kroon hetzelfde gevolg als overlij
den".
De tweede dochter van koningin Julia
na en prins Bernhard, prinses Irene, komt
niet meer voor de troonbezetting in Ne
derland in aanmerking, aangezien voor
haar huwelijk geen toestemming aan
de Staten-Generaal is gevraagd en dus
ook niet verleend.
Wat kan er nu gebeuren, als na abdi
catie of overlijden van koningin Ju
liana prinses Beatrix niet in staat zou zijn
de regering op zich te nemen, daarvan
per se wil afzien of misschien zelfs overle
den is? Het zijn geen prettige dingen om
over te spreken, maar de Nederlandse con
stitutie zou niet goed in elkaar zitten,
als zij niet met alle eventualiteiten had
rekening gehouden en daarvoor een pas
sende oplossing had aangegeven.
Het laat zich ook nog denken, dat prin
ses Beatrix, eenmaal koningin geworden,
spoedig zóu overlijden. Het antwoord op
al deze vragen moet luiden: dan zijn in
de eerste plaats tot de Nederlandse troon
geroepen de kinderen van prinses Beatrix
en prins Claus, waarbij mannelijke nako
melingen vóór vrouwelijke nakomelingen
gaan.
Prinses Beatrix is in verwachting. In
april 1967 kan de geboorte worden ver
wacht. En dus lijkt, als alles goed gaat,
de erfopvolging verzekerd. Na prinses
Beatrix komen namelijk haar kinderen in
aanmerking voor de Nederlandse troon.
In een goed geordende staat, die het er
felijke koningschap kent, moet met alle
eventualiteiten rekening worden gehouden.
Gesteld dat uit het huwelijk van prinses
Beatrix en prins Claus geen kinderen ge
boren worden, dan bestaat de mogelijk
heid dat prinses Beatrix, eenmaal tot ko
ningin gekroond, vele jaren lang het Ne
derlandse koningschap bekleedt. Bij het
wegvallen echter van prinses Beatrix en
eventueel van koningin Beatrix door wel
ke oorzaak dan ook en de afwezigheid
van kinderen uit haar huwelijk met prins
Claus, is prinses Margriet tot de Neder
landse troon geroepen.
Eventuele kinderen uit het huwelijk van
prinses Margriet met mr. Van Vollenho
ven gaan, als Margriet de eerstaangewe-
lid zal worden van het Koninklijk Huis.
Dit is nodig met het oog op de erfopvol
ging van kinderen die uit zijn huwelijk
met prinses Margriet kunnen worden ge
boren. Tevens werd bepaald, dat ook al
WÈÊÈÊËÊÈÊÊÜ
zene voor de troon zou worden, bij de
troonopvolging weer vóór prinses Christi
na, waarbij mannelijke nakomelingen
van prinses Margriet en mr. Van Vollen
hoven voorgaan boven vrouwelijke nako
melingen.
Om de mogelijkheid tot opvolging van
kinderen van prinses Margriet en mr.
Pieter van Vollenhoven te verzekeren
moesten speciale maatregelen worden ge
troffen. Toen de Staten Generaal hun toe
stemming tot dit huwelijk gaven is mee
gedeeld, dat aan mr. Van Vollenhoven
geen adellijke titel zal worden verleend
en dat hij pas met ingang van de dag
van het huwelijk, dus op 10 januari 1967,
weer in verband met de troonopvolging,
aan deze kinderen persoonlijk de titel van
prins of prinses van Oranje-Nassau zal
worden verleend.
De wijze van troonopvolging, zoals wy
deze thans in Nederland kennen werd
ingevoerd met de grondwetswijziging van
1968. Op 18 oktober 1962 diende de rege
ring bij de Tweede Kamer een voorstel
tot verandering van een aantal bepalingen
van de grondwet In. Daaronder bevond
zich een wetsontwerp dat betrekking had
op de troonopvolging. Dat wetsontwerp
werd aangenomen.
Het kwam erop neer, dat bij overlijden
van prinses Beatrix na haar huwelijk
nog tijdens het leven van koningin Julia
na eventuele kinderen uit dit huwelijk bij
de troonopvolging voorrang zullen hebben
boven de jongere dochter van de koningin.
De opvolging in de rechte lijn werd dus
verruimd en in de zijlijn beperkt.
Tot 1963 bepaalde de grondwet, dat als
prinses Beatrix na gehuwd te zijn en in
het bezit van kinderen zou stenen vóór
koningin Juliana, ook ais zij behalve doch
ters zoons zou hebben, niet een van haar
kinderen koningin Juliana zou opvolgen,
inaar een jongere zuster van haar, dus
prinses Margriet, aangezien prinses Irene
volledig afstand van de troon heeft ge
daan door voor haar huwelijk met prins
Carlos Hugo geen toestemming van de
Staten-Generaal te vragen.
Volgens de grondwet van 1963 zullen bij
eventueel overlijden van prinses Beatrix
nog tijdens het leven van koningin Juliana
eventuele, kinderen uit haar huwelijk wel
voorrang op de troon hebben boven haar
zusters. De nadruk moet hier worden ge
legd op de titel „prinses" Beatrix, want
zou haar moeder afstand doen of over
lijden by liet leven van „prinses" Beatrix
dan wordt prinses Beatrix onmiddellijk „ko
ningin" Beatrix en dan zyn haar kinderen
als kinderen van een regerend vorstin
grondwettelijk normaal gerechtigd tot de
troon. Uiteraard met de voorbehouden, die
thans ook gelden voor de kinderen van ko
ningin Juliana, o.a. behelzend dat de man
nelijke nakomeling vóór de vrouwelijke
gaat.
Vóór de grondwetsherziening van 1963
gold al het principe, dat zolang in de
manstani nog een nakomeling wordt ge
vonden, geen vrouw aan de beurt kan ko
men. Sinds het overlijden van koning Wil
lem III en de regeringsaanvaarding van
koningin .Wilhelmina heeft Nederland
geen prinsen, dus geen mannelijke troon
pretendenten meer gekend. Wij hebben al
leen met vrouwen te maken gehaJ en heb
ben dat nog. Welnu, tot 1963 gold wij
stipuleren dat nog eens, aangezien de
grondwetswijziging op dit punt een vrij
ingrijpende verandering heeft gebracht
dat wanneer prinses Beatrix vóór haar
moeder zou overlijden, haar kinderen van
de troonopvolging waren uitgesloten en
dat een jongere zuster van Beatrix voor
troonopvolging in aanmerking kwam.
Volgde dan de jongere zuster op en heeft
deze zelf kinderen, dan zijn deze kinderen
tot de troon gerechtigd.
De grondwet van 1963 versterkte, zoals
wij hebben gezien, de opvolging in de
rechte lijn, door de kinderen van prinses
Beatrix bij vooroverlijden dat wil zeg
gen bij overlijden vóór koningin Juliana
wel in aanmerking te doen komen voor de
Nederlandse troon, vóór baar zuster Mar
griet.
De vraag van de opvolging van prinses
Margriet zou pas opkomen als prin
ses Beatrix kinderloos blyft en zjj vóór ko
ningin Juliana sterft. In dat geval wordt
prinses Margriet, de wettige, eerstaange
wezen troonopvolgster. En zou ook zij,
kinderen achterlatende, nog vóór koningin
Juliana overlijden, dan is haar oudste
zoon ook als deze oudere zusjes heeft
gerechtigd tot troonopvolging. Zou in het
wel heel hypothetische geval, dat wij nu
hebben gesteld (maar in het staatsbestuur
moet men nu eenmaal in zulke belangrij
ke kwesties met alle mogelijkheden reke
ning houden) prinses Margriet alleen
dochters hebben, dan is de oudste doch
ter de eerstgereehtigde tot de troon, dus
boven prinses Christina.