COLLEGE TROK AAN Amendement Visser
HET LANGSTE EIND werd „weggestemd"
Lange principiële discussie kon het
bad op zondag niet sluiten
Veel raadsleden: „Eigen wil
niet aan anderen opdringen
RAI FFEISENBANK
VEENENDAAL
Drie S.G.P. ers en een C.H.-lid tegen
begroting Sportstichting
Correctie
Veel aanschaffingen
voor het onderwijs
KAARSEN
REIN KOK
een feest vooraf...
AGENDA
HORLOGERIE VAN MANEN
Ontwikkeld
trouwboekje? dan ook een spaarboekje!
spaarbank en alle bankzaken
Hekrompen
Beginselen
Subsidie
KAARSEN
KAARSEN
van 10 tot 100 cm
Knuppel
I
Mist u
uw dagblad
DE VALLEI
tot 17.30 uur 3550
na 17.30 uur
tot 19.30 uur 4163
VEENENDAAL
's Zaterdags 16.30-17.30 uur
Telefoon 4163.
Hoogstraat 28 - VEENENDAAL - Telefoon 2521
VRIJDAG 16 DECEMBER 1966
VEENENDAAL Een langgerekt principieel debat over
de vraag of het nieuwe instructiebad op zondag openge
steld of gesloten zou moeten worden, heeft de raadsver
gadering van gisteravond beheerst. De meningen waren
verdeeld, dat werd al direct duidelijk nadat de eerste spre
kers hun standpunten uiteen hadden gezet. Ook binnen
de fracties zelf heerste verschil van mening. Zo hield de
heer P. G. van Ojik (C.H.U.) een fel pleidooi tegen de
openstelling op zondag, maar uit de mond van zijn frac
tiegenoot C. van Genderen kon men woorden van tegen
gestelde strekking vernemen. Het voorstel waar alles om
draaide was eenvoudig van inhoud. B. en W. droegen de
Sportstichting voor als toekomstige beheerder en exploi
tant van het in^aanbouw zijnde instructiebad en bij de
meerderheid van het college bestonden er geen bezwaren
tegen openstelling op zondag van het bad. De commissie
van sport, recreatie en culturele zaken had zich hier ech
ter maar ten dele mee kunnen verenigen. Enkele leden
stelden als uitdrukkelijke voorwaarde dat, wanneer de
sportstichting het instructiebad zou gaan exploiteren, dit
op zondag voor het publiek gesloten zou worden ver
klaard. De heer A. Visser (CHU) kwam met een amende
ment van die strekking en zijn fractiegenoot Van Ojik
verzocht namens de commissie dat amendement in stem
ming te brengen. Nadat de fracties tot tweemaal toe m de
gelegenheid waren gesteld hun principiële geluiden te la
ten horen, ging burgemeester Hazenberg tot de verzochte
stemming over. Uit de uitslag hiervan bleek duidelijk dat
de meerderheid van de raad er geen bezwaar tegen had
dat er op zondag wordt gezwommen. Twaalf van de twin
tig raadsleden konden zich met het voorstel van B. en W.
verenigen en daarmee zullen de deuren van het bad op
zondag open gaan.
G. J. VAN DEELEN (S.G.P.)
hoogste wet
Een van de leden van de genoemde
commissie de heer A. Visser, bracht
de discussie op gang. In zijn betoog
stelde hij vast, dat de Sportstichting
met het zondagse zwemmen een be
paald doel voor ogen had. „Ik heb van
te voren contact met de stichting op
genomen en toen is me duidelijk gewor
den, dat men het bad op zondag wil
openen om een bepaalde poloclub ter
wille te zijn
De heer Visser had voorop gesteld,
dat hij tot de enkele commissie-leden
behoorde die tegen zwemmen op zon
dag zijn. „Daar ben ik inderdaad een
tegenstander van", zo sprak hij, „dat
wil ik niet verhelen. Als we praten over
een instructiebad, dan leg ik de klem
toon op dat woord „instructie", want
ik beschouw het als een les-bad. Uit
de commissie is de wens naar voren
gekomen, dat bijvoorbeeld voor men
sen die door de week geen tijd hebben
om te zwemmen het bad op zondag zou
worden geopend. Ik ben daar principi
eel op tegen
Hij achtte het zonder meer als een
nogal wonderlijke zaak, dat het colle
ge de raad destijds had voorgesteld
om enkele gemeentelijke gymnastieklo
kalen onder beheer van de Sportstich
ting te stellen en dat men daarbij had
bepaald dat de lokalen op zondag niet
gebruikt worden. „Die bepaling", zo
ging hij verder, „wordt nu het instruc
tiebad aan de orde is niet gemaakt,
terwijl het in principe toch om precies
dezelfde zaak gaat, want wat doelstel
ling betreft kan met het bad met een
gymnastieklokaal gelijk schakelen. Het
gaat in beide gevallen om de training.
De Sportstichting, zo had de heer Vis
ser vernomen, zou de voorwaarde, dat
het bad des zondags gesloten zou moe
ten zijn, als een soort motie van wan
trouwen beschouwen. „Persoonlijk koes
ter ik helemaal geen wantrouwen te
gen de stichting... haar doen en laten
sla ik heus niet met wantrouwen gade".
Het C.H.U.-raadslid zei tenslotte dat
het college de commissieleden aanvanke
lijk had verzekerd, dat het bad als van
zelfsprekend op zondag zou worden ge
sloten. „Om financiële, administratieve
en praktische motieven werd er toen
gezegd, en ik begrijp daarom niet,
waarom men nu met dit nieuwe voor
stel komt", zo besloot hij zijn betoog.
De heer A. de Kievid (Boerenpar
tij) kon zich met de visie van de heer
Visser in grote lijnen wel verenigen.
n„Er is ons inderdaad gezegd dat het
voor negenennegentig procent zeker
zou zijn, dat het bad op zondag geslo
ten zou worden. Evenals de vorige spre
ker heb ik ook principiële bezwaren,
maar ik wil die niet aan anderen op
leggen
Het standpunt van mevr. H. Bud-
dingh-de Vries Lentsch (V.V.D.) werd
al direct duidelijk nadat zij had ver
klaard dat zij het onjuist vond een be
paald levenspatroon aan een ander
op te leggen. „Ik zou alleen willen we
ten welke motieven het college heeft
gehad om dit voorstel in te dienen", zo
informeerde zij tot slot.
Ook de heer B. van Remmerden was
in zijn betoog kort maar krachtig.
„Wij vertrouwen erop, dat de Veenen-
dalers voldoende geestelijk ontwikkeld
zijn om hun eigen verantwoordelijkheid
te dragen
Meer woorden had de K.V.P.-er M.
G. H. Hendriks nodig om zijn mening
uit de doeken te doen. Hij begon met
zijn blijdschap uit te spreken over het
feit, dat „er principiële tegenstanders
waren, die open oog hadden voor het
algemeen belang en daarom hun stem
aan het voorstel zouden geven".
„Voor mij houdt zwemmen op zondag
geen enkel probleem in", vervolgde hij.
„Het lijkt wel at we er een probleem
van maken. Het debat over het sport
park Panhuis is destijds ook al zo'n
beruchte zaak geworden. Toen is geble
ken dat de C.H.U.- en A.R.-raadsleden
eigenlijk geen principiële bezwaren had
den tegen zwemmen op zondag. De
M. G. H. HENDRIKS (K.V.P.)
geen probleem
ADVERTENTIE
Het is na de grote stap maar een klein stapje. Van niet of nu-en-dan
sparen naar geregeld "gezinssparen". Toch een hele belangrijke
stap. Want sparen geeft u zekerheid. Als u een gezin gaat vormen,
ligt het toch voor de hand, dat u dat gezin .ook zekerheid wil
bieden? Neem dus naast dat trouwboekje een spaarbankboekje.
6&07
heer Van Genderen heeft bij die gele
genheid zelfs gezegd. Sat er nergens
in de Bijbel een verbod te vinden is
om sport en spel als ontspanning te
bedrijven. Er is bovendien een forum
geweest en het C.H.U.-kamerlid Kikkert
heeft toen opgemerkt dat de C.H.U. de
belangen van het hele volk dient. Dat
vind ik een normale en nuchtere zaak.
Ook tijdens een forum van de A.R.P.
heeft men dergelijke geluiden laten ho
ren.
In een perscommentaar heeft ds. v.
Enk een soortgelijke mening verkon
digd. Nogmaals men is nu een pro
bleem aan het scheppen. We gaan
dwang uitoefenen op mensen die best
voor zichzelf kunnen spreken. We moe
ten het idee van het bekrompen eigen
belang laten varenwe hebben In
de toekomst behoefte aan veel recrea
tie en we moeten daaraan nu geen lie-
perkende benalingen stellen...."
De heer B. Vrieling (AR.) zei ver
volgens de heer Hendriks in zijn denk
beelden te moeten teleurstellen, want
er waren bij de A.R.-fractie wel terde
ge principiële bezwaren. „Een princi
pe is ons meer waard dan een alge
meen gangbare mening en ik zie niet
in waarom wij door ons standpunt
dwang aan anderen zouden opleggen",
zo merkte hij op, waaraan hij nog toe
voegde dat die principiële bezwaren
vooral voedsel vonden in het feit dat
het hier om een instructiebad ging.
Van de heer P. G. van Ojik (CHU)
was al bekend dat hij een tegenstander
van het voorstel van B. en W. was. Hij
toonde zich bovendien een teleurgesteld
man, toen hij sprak: „Ik heb altijd te
gen openstelling op zondag geageerd.
Destijds ben ik akkoord gegaan met de
bouw van het bad omdat ik dacht dat
het die dag gesloten zou worden..."
Aan het adres van de heer Hendriks,
zei hij, dat hij de KVP-er niet had kun
nen volgen toen deze de woorden „be
krompen eigen belang" in de mond had
genomen. „Wil de heer Hendriks soms
beweren dat ik hier voor mijn eigen be
lang zit te praten?", zo wilde hij van
de katholieke afgevaardigde weten. „De
heer Hendriks heeft bovendien gezegd,
dat Gods Woord nergens het zwemmen
op zondag verbiedt. Ik wil hem daarom
aanraden artikel 38 van de Heidelberg-
se Catechismus eens nauwkeurig te le
zen, misschien dat hij er dan achter
komt..."
„Om een misverstand te vermijden,"
zo begon de heer C. van Genderen
(CHU) zijn relaas, „wil ik vaststellen,
dat ik me volkomen achter het voor
stel van het college schaar. Ik heb er
begrip voor dat men de zondagse open
stelling van het sportpark destijds aan
de raad overliet en ik ben blij dat u
met dit voorstel komt. We moeten aan-
aanvaarden, dat er op zondag onder
deskundige leiding wordt gezwommen.
Het is een kwestie van levensstijl, die
niet tot de mijne behoort, maar die ik
een ander ook niet wil opdringen..."
Ook de heer Van Genderen wilde wel
eens een hartig woordje met de heer
Hendriks wisselen. „Meneer Hendriks,
in de C.H.U. behoudt ieder zijn eigen
verantwoordelijkheid, daarom heeft u
destijds in de krant iets over een ver
schil van mening kunnen lezen..."
Do heer C. G. van Hall (P.v.d.A.) zei
zich volledig te kunnen verenigen met
het standpunt dat de meerderheid van
het college van B. en W. had ingeno
men. „Hoewel ik zelf op zondag geen
behoefte aan zwemmen heb, kan ik me
P G. VAN OJIK (C.H.)
tteleurgesteld
A. VISSER (C.H.)
wonderlijk
dat standpunt levendig indenken. Ik
beschouw zwemmen als een gezonde
ontspanning en ik zie de mensen veel
liever naar een zwembad gaan dan
naar een café of een bioscoop..."
S.G.P.-raadslid J. van de Haar
toonde zich evenals de heer Van Ojik
wat op een zijspoor gerangeerd door 't
voorstel van het college. „Toen wij
voor de bouw van het instructiebad
stemden, vertrouwden we erop dat het
op zondag gesloten zou worden. We
steunen het amendement van de heer
Visser daarom van harte. In het over
wegend rechtse Veenendaal zal dat over
eenkomstig de wens van de meeste be
woners zijn."
Uit de woorden, die zijn fractiegenoot
G. van den Berg sprak, bleek duidelijk
dat hij zich terdege op het principiële
debat had voorbereid. „De heer Hen
driks heeft niet in de Bijbel kunnen
vinden dat de zondag' e,ls rustdag ge
handhaafd dient te wordèn. Echter, de
wekelijkse rustdag is krachtens duide
lijke schriftuitspraken gefundeerd op
een permanente scheppingsordinantie.
God heeft door zelf te rusten een voor
beeld voor alle volken en alle tijden ge
geven. De zondagsviering ligt niet op 't
vlak van de vrome traditie, maar rust
op de Heilige Schrift. De overheid is
Gods dienares en dient zich daarom
naar Gods Woord te richten. De me
ning dat de overheid niet aan Bijbelse
normen gebonden is, is gelukkig nog
een gemeengoed onder ons volk gewor
den."
Ds. D. van Enk (A.R.) zei de indruk
te hebben dat men in het debat tot dus
ver „alles door elkaar had gehaald".
„Hier en daar denkt men, geloof ik, dat
het grote overdekte zwembad aan de
orde is, maar het gaat hier om een in
structiebad. waar een instructeur voor
nodig is en tegen de openstelling van
zo'n bad verzet ik me met hand en
tand. Dit is niet met onze beginselen in
overeenstemming."
Ook op de opmerking van de heer
Hendriks („U heeft destijds in 'n pers
commentaar gezegd, dat u het alge
meen belang zou dienen als de open
stelling van een zwembad aan de orde
zou komen") ging hij nog even in.
„Achter die opmerking van toen sta ik
nu nog voor de volle honderd procent".
Het argument dat de heer H. Wagens-
veld (C.H.U.) naar voren bracht, had
nog niet eerder geklonken. „De overheid
gaat nu verboden instellen. Vroeger kon
men rustig in de Grift gaan zwemmen.
Dit gaat nu niet meer met het oog op de
volksgezondheid. Ik vind dat we daar
als overheid iets tegenover moeten stel
len. Daar kunnen we omwille van de ge
meenschap niet onder uit."
Voor de heer G. J. van Deelen lagen
de zaken betrekkelijk eenvoudig. „Ik
vind het jammer dat men beweert dat
wij anderen tot onze ideeën verplich
ten. maar als we over subsidie gaan
praten wordt ons door de wet ook een
bepaalde verplichting opgelegd. We
worden min of meer verplicht ergens
voor te betalen... Er zijn zoveel wetten,
het is jammer dat men met de hoogste
wet. Gods Woord, geen rekening
houdt..."
De heer Van Genderen interrumpeer
de de vorige spreker even fel toen hij
opmerkte, dat de heer Van Deelen de
zeggingskracht miste om te stellen dat
de anderen geen rekening met de Bij
bel houden.
De heer H. Brouwer (B.P.) zag geen
enkel kwaad in zwemmen op zondag.
„Het is een persoonlijke zaak, boven
dien wordt er al zoveel zondagsarbeid
verricht waar van kerkelijke zijde niet
tegen wordt geprotesteerd, dat er veel
principiële bezwaren wegvallen.
Ik ben voor het voorstel van het col
lege..."
ADVERTENTIE
bij
DROGISTERIJ - PARFUMERIE
Gelderland - hoek Hoogstraat
Veenendaal - Telefoon 2656
Nadat alle raadsleden, die dat wens
ten, in eerste instantie hadden gespro
ken kwam wethouder C. N. van Kuyk
aan het woord. Hij gaf toe dat er des
tijds inderdaad door de commissie ge
vraagd is het bad op zondag te sluiten.
„Die vraag was prematuur," zo zei hij,
„want de wijze waarop we het bad in
exploitatie zouden brengen was toen
nog niet bekend. Bij de gymnastieklo
kalen liggen de zaken anders, de ex
ploitatie is in handen van de gemeen
te, alleen het beheer berust bij de
Sportstichting.
Bij het instructiebad krijgt de Sport
stichting zowel de exploitatie als het be
heer in handen. Het leek ons daarom
juister de raad het voorstel, waar we
nu steeds over aan het praten zijn, te
doen en vandaar ook dat we er geen
voorwaarden wat betreft openstelling op
zondag aan hebben verbonden. Wat al
die principiële argumenten betreft, ik
heb weinig behoefte daarop in te gaan.
Er is in de loop der jaren al zo veel
over gesproken.
1 Mijn standpunt Is nog steeds:
als Christen kan ik niet Inzien dat sport
ontheiliging van de zondag betekent, al
heb ik er persoonlijk geen behoefte aan
er zelf aan mee te doen. Het Woord
Gods richt zich tot de individuele mens,
dit is een kwestie van vrijheid ver
der wil ik hier niet op ingaan."
AOVhR -MIE
de grote keuze...
de exclusieve modellen...
de speciale afdeling...
maken het uitzoeken van de
bruidsjapon tot een feest
vooraf!
In de tweede Instantie vroeg de heer
Visser het woord nog. Alweer nam hij
het standpunt van de heer Hendriks op
de korrel. „In de K.V.P. is de uniformi
teit groot, in de C.H.U. de pluriformi
teit...". Zo lichtte hij nog even toe.
Dat was uiteraard voor de heer Hen
driks aanleiding om ook nog gauw een
duit in het zakje te doen. „Ik weet dat
ik de knuppel in het hoenderhok heb
gegooid. Mijn bedoeling was alleen de
raad te confronteren met een aantal op
vattingen die in C.H.- en A.R.-kringen
leven. Ik ben evenwel onaangenaam ge
troffen door de opmerkingen van de
heer Vrieling die zei dat zijn principe
hem meer waard was dan de algeme
ne opinie. Dat houdt in dat je dan toch
je mening aan anderen opdringt..."
Deze woorden gaven toen de heer
Vrieling weer reden tot spreken. „We
regeren bij de gratie Gods, op grond
daarvan gaat het niet om een kwestie
van iemand een mening te willen op
leggen maar om het uitvoeren van de
wil van God...."
Nadat de heren Van de Berg en Van
Genderen nog wat in principes hadden
heen en weer gedebatteerd vond burge
meester Hazenberg het zo langzamer
hand welletjes. Als een soort afronding
van het brede debat zei hij: „We moe
ten ervan uitgaan dat alle raadsleden
een persoonlijke opvatting hebben weer
gegeven die gebaseerd is op een bepaal
de levensbeschouwing. Ik acht het niet
nodig elkaar nu nog langer bezig te
houden."
Het amendement van de heer Visser
(dus om het instructiebad wel door de
Sportstichting te laten beheren en ex
ploiteren, maar niet op zondag open te
stellen) werd daarna in stemming ge
bracht en met twaalf tegen acht stem
men verworpen. Voor stemden de he
ren Van Ojik, Visser, Vrieling, Van
Enk, BastmeQer en de gehele S.G.P.-
fractie.
Toen het amendement was verworpen
kwam het eingelijke voorstel van B. en
W. aan bod. Hoewel daarin duidelijk
werd omschreven dat het bad wel op
zondag open zou gaan, kwamen nie
mand van de genoemde voorstemmers
op het idee om nu tegen te stemmen
Hoofdstraat 89 - Veenendaal
Heden, vrjjdag
VEENENDAAL
Hotel „De Korenbeurs", 21 uur: Prijs
uitreiking Sint-Nicolaasactie Win
keliersvereniging.
ELST
Café Sportlust, 19 uur: Opening post-
duivententoonstelling.
SC HERPENZEEL
Hotel „De Prins", 19.30 uur: Clubavond
V.V. Scherpenzeel.
BIOSCOOP
Luxor-theater Veenendaal, 19.30 uur:
„Irma la douce".
C. G. VAN HALL (P.v.d.A.)
ontspanning
VEENENDAAL Tijdens de raads
vergadering deed zich het amusante
feit voor, dat de heer Van Ojik, die,
wat bijbelkennis betreft, heus wel iets
in de melk te brokkelen heeft, door
zijn fractiegenoot Van Genderen op
de vingers werd getikt. ,,Lees artikel
38 van de Heidelbergse Cathechismus
maar eens na, dan komt u er wel
achter of er niets tegen de sport op
zondag geschreven staat", zo had de
heer Van Ojik het K.V.P.-raadslid
Hendriks tijdens het debat toegeroe
pen. De heer Van Genderen echter
dacht het nog beter te weten toen hij
daar corrigerend tegenin bracht: „De
heer Van Ojik zal artikel 36 van de
Ned. Geloofsbelijdenis wel bedoelen..."
En toen zei deze laatste weer: „Ik
hou me bij de 38e zondag, daar staat
al meer dan genoeg in
Tja, raadsleden onder elkaar
BEL
Morgen, zaterdag
VEENENDAAL
Sionskerk, 19.30 uur: Kerstavond.
RHENEN
Panoramamolen. 20 uur: Mallemolen
club m.m.v. „The Magic Strings".
ELST
Café Sportlust, 15 uur: Postduiven-
tentoonstelling.
BIOSCOOP
Luxor-theater Veenendaal, 19.30 uur:
„Irma la douce".
ADVERTENTIE
WH S, r>»5<ie «uil ovlfi ««1 ktj
OP GRAVEREN KUNT U WACHTEN
Naar keuze schuin of recht gegraveerd.
VEENENDAAL Naast de belangrijke voorstellen lot aankoop van grond
van de Nutsspaarbank ^n de mogelijkheid om het instructiebad op zondag
open te stellen, behandelde de raad nog een aantal andere voorstellen, die
vrijwel alle zonder veel discussie werden aangenomen. Slechts bij een voor
stel verzochten vier leden van de raad aantekening dat zij geacht wilden zijn
tegengestemd te hebben.
De zgn. „hardheidsclausule", die in
houdt, dat een ambtenaar die meer
dan 5 pet van zijn salaris aan ziekte
kosten maakt het meerdere vergoedt
krijgt, wordt in verband met de geste
gen kosten van de medicijnen en dok
tershulp verzacht tot 4 pet. Dit komt
uiteraard voornamelijk ten goede aan
de gemiddelde in het bedrijfsleven be
taalde salarissen over 1966. Dit in na
volging Van de salarissen, die de Rijks
overheid betaalt.
Aan verschillende scholen werden di
verse verstrekkingen toegestaan. Zo
krijgt de Rehobothschool o.m. 180 leer
lingensets in plaats van 90 banken, een
uitbreiding van de betegeling op de
speelplaats en 100 rijwielstandaards.
De Julianaschool krijgt voor de afde
ling Lager Onderwijs voor twee loka
len nieuwe verduisteringsgordijnen om
les te geven door middel van films, of
filmstroken en er worden 60 leerlin
gensets aangeschaft, omdat op de zol
der een nieuw lokaal moest worden in
gericht. Twintig hiervan zijn overigens
als reserve. De afdeling ULO wilde
uitbreiding van de apparatuur voor 't
fysicalokaal. Ook dit werd door de
raad toegestaan. De totale kosten, die
gemaakt worden voor de Julianaschool
bedragen ruim f 25.000,
De Ichtusulo bleek in het tekenlokaal
niet voldoende kranen te hebben om
de kwasten uit te spoelen. Men vroeg
de raad om een krediet van bijna f 850.
om een wasbak met drie kranen te la
ten maken. Indien de kranen niet aan
gelegd worden zou het volgens het
schoolbestuur de lessen in andere klas
sen te veel storen. Voor de aanschaf
van een bandrecorder die gebruikt
moet worden bij de lessen in de Ne
derlandse taal en de muziek krijgt
deze school ook nog bijna f 850,
De Kleuterschool 't Geerhofke vroeg
om ongeveer f 850,voor de aanschaf
van kleutergymnastiek- en buitenspel
materiaal. De raad stond dit toe. Bij
de Wielewaal is een noodlokaal ge
plaatst. Deze kleuterschool vroeg om
een krediet van f 6000 om dit lokaal
in te kunnen richten. De raad ging ak
koord en verhoogde meteen de bijdra
ge per leerling en lokaal.
Enigszins in de schoolsfeer bleef het
voorstel, om een andere verordening
vast te stellen omtrent de vergoeding
van de kosten van de Schoolartsen-
dienst. Tot nu toe was gebruikelijk, dat
Veenendaal als grootste gemeente in
samenwerkende kring alle betalingen
voorschoot.
Uiteraard ontving Veenendaal ook al
le ontvangsten. Voor een in rekening
courant uitstaand bedrag ontving
de gemeente Veenendaal geen enkele
vergoeding, hetgeen door het vaak
lang uitblijven van de rijks- en pro
vinciale uitkeringen een dure zaak
werd, door renteverlies.
Nu heeft de raad besloten, dat in het
vervolg over een eventuele debetpost
vergoed zal worden een rente, die Vee
nendaal krijgt indien het geld in reke
ning-courant uitzet bij de bank voor
Nederlandse gemeenten, indien er een
credit-post op de rekening is, dan moe
ten de andere samenwerkende gemeen
ten een rente betalen, die gelijk is aan
de rente die de genoemde bank bere
kent. Het gemeentebestuur van Vee
nendaal is wel verplicht de andere ge-
meesten van een gewijzigde rente op
de hoogte te stellen. De omliggende
gemeenten hebben een op dit voorstel
aansluitend voorstel reeds aanvaard.
De raad gaf het college toestemming
de reeds aangegane lening van
f 970.000, ten bate van de financiering
van de Raadhuisbouw te effectueren.
De geldgever is de Bank voor Neder
landse Gemeenten; de rente is 7 1/16
pet, de koers 99.
Bij de behandeling van enkele be
grotingswijzigingen, die altijd vlot de
revue passeren werd ditmaal nog een
vraag gesteld door de heer Hendriks.
Hij wilde weten of deze wijziging ver
werkt was de toezegging, dat de nor
men voor de Bijstandswet aangepast
zouden worden met ingang van 1 okto
ber 1966.
Volgens wethouder Bastmeijer was
dat niet het geval. Hoewel de datum
van 1 oktober gehandhaafd blijft, zal
daar nog een voorstel voor komen. Ver
der was er nog een voorstel van het col
lege van burgemeester en wethouders
om de begroting over het jaar 1967
van de Sportstichting goed te keuren.
Deze begroting vertoonde een geraamd
nadelig saldo van f 51.350.maar werd
met alleen de stemmen van de heren
de Berg (sgp) en Van Ojik (chu) tegen,
aangenomen.
De heer Van Doorn aan de Nieuwe-
weg ontvangt een bedrag van ruim
f 2500.als vergoeding voor ontpach-
ting van een bepaald perceel hem toe
behorende grond. Reeds eerder had hij
voor een ander vrijwel net zo groot
perceel een zelfde bedrag gekregen.